DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het IJsbaanvraagstuK.
Xo. 9
ZATERDAG II JAATARI 1930
132e Jaargang.
JP
Dagelijksch overzicht.
Dr. SEIPEL WEER TERUG IN DE
POLITIEK.
Een nieuwe actie.
Een Wirtschaitkammer.
BAKKER's
Dessert koffie ("S)
Buitenland
De Status van Indië.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Een ijsclub is een vereeniging waarvoor
Bien zich pas warm begint te maken als het
koud begint te worden.
Zoolang het niet vriest laat een ijsclub
vrijwel iedereen ijskoud en slechts het be
stuur, dat dikwijls financieele zorgen heeft,
interesseert zich ook op dagen dat het regent
voor land en dijken, voor pompen, water en
gebouwen.
De meeste leden van een ijsbaan zijn uit
sluitend lid om te kunnen schaatsenrijden.
Als er ijs is, zij zijn tevreden als zij een goe
de baan op korten afstand van hun huis kun
nen vinden en het laat hen ijskoud wie er
in het bestuur der vereeniging zitten.
Vandaar dat de vergadering van een ijs
club bij niet vriezend weer altijd een der
slechtst bezochte is en vandaar waarschijn
lijk ook, dat zoowel de vergaderingen van
de vereeniging welke de Ijsbaan te Heiloo
exploiteert, als die der Alkmaarsche IJsclub,
den laatsten tijd, zelfs wanneer zoogenaamd
brandende kwesties aan de orde komen, een
aantal belangstellenden zien verschijnen, dat
een bedroevend percentage van het ledental
uitmaakt.
De besturen, die zelfs in jaren dat het niet
vriest toch de contributie innen en dan wel
eens verwijtend worden aangekeken omdat
zij geld vragen zonder daar de een of andere
ijs-prestatie tegenover te stellen, mogen uit
het geringe bezoek ter algemeene vergaderin
gen wel constateeren, dat de leden hun het
volle vertouwen geven en machtigen om alle
maatregelen te nemen welke de ijssport in
onze omgeving ten goede kunnen komen.
Alvorens over den belangenstrijd te spre
ken welke de laatste weken in en buiten ds
pers tusschen de Ijsbaan Heiloo en de Alk
maarsche IJsclub naar voren is gekomen,
zullen wij in het kort de voornaamste ge
beurtenissen memoreeren.
Op 29 November heeft onze courant ge-
meld, dat de Alkmaarsche IJsclub plan had
een eigen baan te stichten. Aanvankelijk
meende men te zullen slagen met een ter
rein aan den Frieschen weg onder Oudorp,
maar toen bleek, dat men geen eigen ingang
zou kunnen krijgen, vond het bestuur een
geschikt terrein aan den Schermerweg in den
zoogenaamden Kraspolder, die reeds gedeel
telijk onder water staat. Voor het leegpom
pen zou men gebruik kunnen maken van den
ter plaatse staanden windmolen, het terrein
zou niet ver van de stad zijn gelegen en met
verschillende passeerende autobussen gemak
kelijk te bereiken zijn.
Een commissie had een en ander 'voorbe
reid en wanneer de vergadering er mede ac-
coord ging zou de nieuwe ijsbaan nog dit
seizoen zijn hekken kunnen openen.
Op den avond van dien dag vergaderde
de Alkmaarsche IJsclub en werd het com
missie-advies aanvaard. De couranten
waarvan alleen de Alkmaarsche Courant
den vorigen dag reeds de plannen had kun
nen publiceeren kregen nu een communi
qué, waarin gememoreerd werd, dat de
stadsgrachten meestal slechts bij doorgaan
de vorst bereden kunnen worden en de bui
tenbanen in den regel voor het scheepvaart
verkeer onbereidbaar zijn, waarom men dan
ook naar een eigen ijsbaan gezocht had. Het
commissie-advies was aanvaard en men had
voor den tijd van 3 jaren met 3 optie-jaren
het bewuste terrein in den Kraspolder in
huur kunnen krijgen. Medegedeeld werd, dat
het in gebruik te nemen terrein ruim 8 H.A
groot was, een eigen bemaling had, geheel
dcor dijken omgeven en goed beschut was.
Er zouden fietsenbergplaatsen, een parkeer-
terein, een clublokaal iifet restaurant enz. ge
bouwd worden en om de kosten, welke op
3500 werden geschat, te dekken, werden
oprichtersbewijzen van 25 uitgegeven, wel
ker bezitters levenslang gratis van de ijs
baan gebruik mochten maken. Het bestuur
zelf had het goede voorbeeld gegeven en
voor 750 aandeelen genomen.
Het is te begrijpen, dat de vereeniging te
Heiloo, die een groote en mooie baan
onder den rook onzer gemeente exploiteert
en honderden Alkmaarsche leden telt, deze
bek:ndmaking met meer dan gewone belang
stelling heeft gelezen. Er was daarin ver
meld, dat de onderhandelingen met een ijs
baan in een naburige gemeente niet tot een
resultaat hadden geleid en Heiloo verzond
nu aan al haar leden een circulaire waarin
over het verloop dier onderhandelingen een
Radere explicatie werd gegeven. Heiloo had
zich destijds tot Alkmaar gewend omdat uit
sportief oogpunt van concurrentie geen spra
ke mag zijn en voor een landstreek een bloei
ende ijsbaan beter is dan twee kwijnende ba-
nen.
Alkmaar was wel tot samenwerking be-
reio. De naam der Heiloosche vereeniging
zou gewijzigd moeten worden, deze zou de
exploitatie der baan behouden, maar drie
Alkmaarsche bestuursleden krijgen, er wer
den reglingen inzake de contributie getrof
fen en ook over een aantal dagen per sei
zoen waarop de Alkmaarsche vereeniging
over de baan die desgewenscht vergroot
moest worden voor het organiseeren van
eigen feesten en wedstrijden zou mogen be
schikken.
Heiloo nam met alles genoegen, behalve
met het voorstel dat al haar in Alkmaar
woonachtige leden voortaan lid van de Alk
maarsche IJsclub zouden moeten worden.
„Het was", schreef Heiloo, „ons niet mo
gelijk toe te staan, dat al onze Alkmaarsche
leden, waarvan zeer velen ons van ons moei
lijk begin af trouw ter zijde hadden gestaan,
zonder meer werden overgeheveld in de Alk
maarsche IJsclub, hen slechts daardopr ge
legenheid latende op hun eigen eenig gele
gen baan te rijden".
Men kon dit niet acepteeren, maar ver
klaarde zich tot verdere besprekingen bereid,
waarna Alkmaar de plannen voor een eigen
ijsbaan gepubliceerd heeft.
Den volgenden dag in de courant van
4 December is de Alkmaarsche IJsclub
weer aan het woord geweest. Haar bestuur
heeft nog eens de verschillende punten van
overleg naar voren gebracht en er op gewe
zen, dat Alkmaar z.i. zeker recht had bij sa
menwerking te eischen, dat alle Alkmaarders
alleen via de Alkmaarsche IJsclub lid zou
den kunnen zijn.
„Ons bestuur", aldus werd geschreven,
„zou in zijn plicht te kort schieten, wanneer
het ten koste der eigen vereeniging ging ijve
ren om Heiloo zooveel mogelijk leden toe te
voeren. Dat zou voor Alkmaar toch al te
dwaas zijn, terwijl voor Heiloo, als het wer
kelijk samenwerking wilde, geen bezwaar
kon bestaan op dit punt in te gaan".
Volgens Alkmaar had Heiloo slechts wil
len zorgen voor een geregeld busvervoer,
voor het uitschrijven van wedstrijden door
een comité voor de helft uit Alkmaarders
bestaande en waarvan Heiloo in financieel
opzicht het risico zou dragen, voor het in
gebruik geven der baan aan Alkmaarsche
schoolkinderen en voor contributie-verlaging
tot 1 per jaar, waaruit Alkmaar den in
druk kreeg, dat Heiloo in alle opzichten in
het voordeel wilde blijven. Heiloo zou de
machtskwestie gfsteld hebben en wilde geen
verandering in haar voorstellen brengen,
zoodat de onderhandelingen waren afge
broken.
„Wij beoogen", zoo verklaarde Alkmaar
ten slotte, „niet afbreuk te doen aan een an
dere vereeniging, ons doel is slechts de 44
jaar oude Alkmaarsche IJsclub in het bezit
te stellen van een ijsgelegenheid, die beter
is dan de halfbruikbare stadsgrachten en de
bijna onberijdbare buitenbanen".
Den volgenden dag heeft de heer Boers-
ma een ingezonden stuk in onze courant
geschreven waarin hij de Alkmaarsche IJs
club een weinig toeschietelijke houding ver
weet en weinig belangstelling voor de Alk
maarsche plannen constateerde, die hij, met
het oog op de versnippering van krachten,
betreurde. Hij zeide het te betreuren als het
schaatsenrijdend publiek, dat toch in de eer
ste plaats de gezelligheid zoekt, straks over
twee banen zou worden verdeeld en meen
de, dat de Alkmaarsche IJsclub haar doel
het beste zou bereiken wanneer zij inziet dat
één baan voor Alkmaar voldoende is en
daarnaast een regeling wordt getroffen voor
het in orde houden van de banen op de stads
grachten Voor die ijsbaan zouden de ge
dachte moeten uitgaan naar de beschutte
ijsbaan van Heiloo en niet naar de open
velden van Oudorp.
Het bestuur der Alkmaarsche IJsclub heeft
daarop den volgenden dag reeds geantwoord
dat zijn doel alleen is den leden een goede ijs-
gelegenheid te bezorgen, het heeft medege
deeld, dat reeds 2400 van de benoodigde
som aanwezig waren en nog eens zijn aan
Heiloo gedane voorstellen uiteengezet, waar
bij evenwel het- kardinale punt waarop de
onderhandelingen destijds waren vastgeloo-
pen zoo geredigeerd werd, dat de samen
werkende lub desgewenscht haar eigen leden
kan houden en deze via die club dan lid zijn
van de Alkmaarsche organisatie. Het be
stuur meende, dat door de Heiloosche voor
stellen de Alkmaarsche club gevaar liep te
verdwijnen, behield zich de vrijheid voor,
zelfstandig iets tot stand te brengen en
vreesde niet, dat er twee kwijnende banen
zouden komen.
Op 9 December heeft de heer Boersma niet
op samenwerking, maar op samensmelting,
aangedrongen en in het licht gesteld dat het
voor de sport en het schaatsenrijdend pu
bliek niets uitmaakt door welke combinatie
een ijsbaan geëxploiteerd wordt.
Tegelijkertijd zond het bestuur der Hei
loosche Vereeniging een schrijven aan de
Alkmaarsche met de mededeeling, dat het tot
zijn verwondering gizien had, dat in het ant
woord aan den heer Boersma een geheel an
der standpunt dan vroeger was ingenomen
en dat het zich volkomen kon vereenigen met
de veranderde zienswijze waarbij elke ver
eeniging bij samenwerking haar eigen leden
zou behouden.
De Alkmaarsche club heeft de publicatie
van dit schrijven door Heiloo betreurd, maar
heeft zich tot nadere onderhandelingen be
reid verklaard.
Op 9 December heeft de Alkmaarsche IJs
club een ledenvergadering gehouden, waarin
het brandende vraagstuk niet besproken zou
worden, maar toch aan de orde kwam, door
dat het schrijven van Heiloo werd voorge
lezen. De voorzitter zette nog eens het doe!
van Alkmaar uiteen en achtte de nieuwe ijs
baan in den Kraspolder in alle opzichten aan
bevelenswaardig. De heer Boersma stelde nog
eens in het licht, dat de Heiloosche baan voor
beide gemeenten groot genoeg was en het be
stuur gaf toe, dat twee ijsbanen niet noodig
zijn, maar dat de onderhandelingen waren
afgesprongen, omdat Heiloo de machtskwestie
gesteld had. Men wilde de Alkmaarsche IJs
club handhaven, maar verklaarde zich bereid
met de leden een schema tot samenwerking te
bespreken.
Op 19 December werd in de Alkmaarsche
courant medegedeeld, dat de gezamenlijke be
sturen van beide vereenigingen in het Raad
huis te Heiloo hadderi vergaderd, dat de be
sprekingen zeer vriendschappelijk waren ge
weest en men tot de conclusie gekomen was,
dat één goede ijsbaan beter was dan twee
concurreerende. In principe bleken beide ver
eenigingen tot fusie bereid en drie bestuurs
leden van elke vereeniging zouden zoo spoedig
mogelijk de fusiegedachten in voorstellen om
zetten en aan de vereenigingen ter goedkeu
ring voordragen.
Het Ijsbaan-drama, dat vrij langdradig is,
nadert nu gelukkig het einde.
Medegedeeld werd, dat overeenstemming
bereikt was voor het stichten van een nieuwe
vereeniging, waarvan men lid of abonné van
de ijsbaan zou kunnen worden, die aan alle
verplichtingen zou voldoen en de ijsbaan te
Heiloo zou explorteeren. Jhr. Van Foreest zou
voorzitter blijven, althans voorloopig en van
elk der beide vereenigingen voorloopig acht
bestuursleden naast zich krijgen, waaruit een
dagelijksch bestuur van 5 personen zou be
noemd worden. Na de oprichting van een
nieuwe vereeniging zouden de baten en schul
den van beide reeds bestaande daarop over
gaan, de zetel der Vereeniging „Kennemer
IJsclub" zou te Alkmaar worden gevestigd,
maar de Ijsbaan worden aangeduid als „Ken-
nemer Ijsbaan" te Heiloo.
De heer Van de Vall wees er daarbij op,
dat de sport hierdoor gediend zou worden,
ook doordat men op den duur een nieuw ge
bouw en een betere verlichting der baan zou
kunnen krijgen.
Naast den heer Boersma zijn het hoofd
zakelijk Heilooërs geweest, die deze fusie be
pleit hebben. Opmerkelijk was zeker, dat het
protest daartegen van Alkmaarsche leden der
Heilooër Ijsbaan is gekomen, die in de con
currentie van Alkmaar geen gevaar zagen en
meenden, dat Heiloo van deze fusie geen noe
menswaardig voordeel zou hebben. H. i. was
hier slechts sprake van een offer, dat alleen in
het algemeen belang van de Ijssport gebracht
zou kunnen worden.
Het principe-besluit tot fusie werd slechts
met 15 tegen 14 stemmen genomen en waar
men vreesde, dat de voorstemmers, die geens
zins enthousiast waren, zich bij de behande
ling der verschillende punten daartegen zou
den verklaren, besloot men deze behandeling
uit te stellen en aan Alkmaar alleen maar
mede te deelen, dat men in beginsel tot fusie
bereid was.
Den volgenden dag Woensdag J.l.
heeft daarop de Alkmaarsche IJsclub verga
derd waarbij behalve het bestuur vier heele
leden tegenwoordig waren. De heer Kusters
deelde mede, dat van Heiloo nog geen schrij
ven was ontvangen en dat z. i. het voorstel
tot fusie zou staan of vallen met de aanvaar
ding der vastgestelde punten.
De heer Schuitemaker heeft daar nog eens
het voordeel van de Heiloosche ijsbaan uit
eengezet en de heer Boersma meende, dat
Heiloo zal inzien, dat de kwestie door de aan
vaarding in principe van fusie reeds beslo
ten is. De Alkmaarsche club aanvaardde fusie
op de vastgestelde punten en besloten werd,
dat Heiloo uiterlijk 16 Januari een definitief
antwoord zal moeten zenden.
Hier valt voorloopig het doek en het laatste
bedrijf van dit drama zal zich in Heiloo mo
ten afsoelen, waar men dus voor 16 Januari
de ontworpen en in elf punten vastgestelde
fusieplannen zonder eenige verandering zal
moeten aannemen.
De tijd is kort en op het oogenblik. dat wij
dit schrijven heeft men in Heiloo nog geen
officieele mededeeling van de conclusie der
Alkmaarsche vergadering ontvangen.
De rollen zijn op het oogenblik eenigszins
omgekeerd, in zooverre, dat men in Alkmaar
thans minder voor een eigen ijsbaan en meer
voor de fusie schijnt te gevoelen dan dit in
Heiloo het geval is, al moeten wij constatee
ren, dat het Heiloosche bestuur in alle op
zichten zijn best gedaan heeft de leden tot
deze fusie te bewegen.
Wie onbevooroordeeld deze kwestie beziet,
moet constateeren, dat Heiloo heel wat minder
behoefte aan deze fusie heeft dan dit met Alk
maar het geval is. Aan de eene zijde een
mooie, beschut gelegen, schuldvrije baan met
plus minus 1800 leden, aan de andere zijde
een nog onvoldoend kapitaal voor een onbe
schutte baan met ongeveer 150 leden. Veel
medewerking heeft Heiloo van Alkmaar tot
dusver nog niet ondervonden, want niet alleen
heeft men Heiloo eenige jaren geleden het
volle risico der nieuwe baanplannen laten dra
gen, maar zelfs verleden jaar maakte de Alk
maarsche IJsclub nog propaganda voor het
rijden op het Alkmaarder meer, waardoor die
dagen honderden schaatsenrijders op de Hei
looër baan gemist werden en deze daardoor
ook in financieel opzicht gedupeerd werd.
Heiloo kan te allen tijd vrij zeker op be
houd van de Alkmaarsche leden rekenen, niet
alleen omdat van die zijde het sterkste verzet
tegen de fusieplannen is gekomen, maar ook
door de omstandigheid, dat tusschen 29 No
vember en 1 December zich nog eenige hon
derden Alkmaarders als lid der Heiloosche
ijsbaan hebben opgegeven, ofschoon toen
reeds bekend gemaakt was, dat Alkmaar een
ijsbaan aan den Schermerweg in exploitatie zou
brengen. Dit wijst er zeker op, dat Heiloo de
voorkeur geniet en het is daarom Heiloo ook
niet kwalijk te nemen als het eens de machts
kwestie heeft laten gelden.
Daartegenover kan zeker gesteld worden,
dat de Alkmaarsche IJsclub, vooral in den
beginne te veel als gelijkwaardige en onafhan
kelijke is opgetreden, men heeft toen te veel het
standpunt ingenomen, dat men samenwerking
niet noodig had en daardoor voorwaarden ge
steld, waarmede Heiloo zich toen niet accoord
heeft kunnen verklaren.
Dat men in Heiloo desondanks nu nog tot
fuise bereid is, dat men beide vereenigingen
als volkomen gelijkwaardig wil beschouwen
en alle bevoegdheden en inkomsten wil dee
len, mag o.i. zeker als een offer beschouwd
worden, temeer daar men ook zonder fusie
zeker is van de wedstrijden, die men door den
Kon. Ned. Schaatsenrijdersbond krijgt toege
wezen.
Men bewijze in Alkmaar de beteekenis van
dit offer te waardeeren en stoote op dit ge
vaarlijke oogenblik Heiloo niet te zeer van
zich af door het b.v. slechts een zeer korten
lijd voor definitieve beslissing te laten.
De vergadering te Heiloo, waar slechts met
één stem meerderheid tot fusie werd besloten,
bewijst wel, dat er maar heel weinig noodig
is om de leden te doen besluiten de voorge
stelde punten te verwerpen.
Het bestuur van Heiloo heeft op royale
wijze een offer gebracht en we hopen voor de
ijssport in onze omgeving en dat is ten
slotte de hoofdzaak dat de leden dat mooie
voorbeeld zullen volgen.
Laat men nu alleen voor oogen houden
door eendrachtig samenwerken de reeds be
staande ijsbaan nog beter aan haar doel te
laten beantwoorden.
Terwille van de ijssport, terwille van allen,
die een goed onderhouden baan verlangen,
waar het gezellig is omdat alle rijders uit
deze omgeving daar bijeen kunnen komen,
raden wij den Heilooschen leden aan in de
dezer dagen te houden vergadering zonder
meer het Alkmaarsche voorbeeld te volgen en
de voorgestelde punten ongewijzigd te aan
vaarden.
Dan zal dit ijselijke drama, dat in zeker op
zicht een klucht is, ten slotte nog als blijspel
beëindigd kunnen worden.
Tel. 730. 65 ct. per pakje.
vergadering een provisorische Standenraad,
een Wirtschaftkammer worden gekozen en
wel door bij het bedrijfsleven betrokken ar
beiders en werkgevers.
Dit lichaam zou dan eenerzijds voorstellen
moeten uitwerken voor de samenstelling van
eenn definitieve Wirtschaftkammer, ander
zijds echter volledige wetgevende bevoegdhe
den bezitten, terwijl de nationale raad dan
het recht zou behouden om te beslissen over
politieke en cultureele aangelegenheden.
Teneinde aan de landen de mogelijkheid te
waarborgen van verzet, zou het college van
gouverneurs der landen moeten worden om
gezet in een staats- of bondsraad, die met
meerderheid van stemmen zou kunnen beslui
ten elke wet naar de Kamer terug te zenden
voor hernieuwde behandeling.
Dr. Seipel was van oordeel, dat deze voor
stellen in de partij in een aaneengesloten sa
menwerking zouden kunnen worden behan
deld.
Het voorstel van dr. Seipel tot instelling
van een „Wirtsehaftskammer" als eerste ka
mer, vindt nogal verzet in de pers.
De liberalen „N. Fr. Presse" wijst er o. a.
op, dat men toch niet meer van een parle
ment in de democratische beteekenis van het
woord kan spreken, wanneer dat parlement
niet meer het recht heeft over belastingen, ta
rieven, enz. het beslissende woord te zeggen
Volgens de denkbeelden van dr. Seipel toch
zou de Nationale Raad in de vermelde kwes
ties slechts de functie van een tweede instan
tie behouden. Het parlement zou een belang
rijk deel van zijn gezag n.1. de beslissing over
de steeds belangrijker wordende economische
problemen moeten afstaan aan den Standen
raad.
De „Wiener Allg. Z." acht het voorstel
een algemeene aanval op bondskanselier
Schober en het parlement.
Terwijl dr. Seipel met dit program, zoo
constateert de Weensche correspondent van
de „Frankf. Z.", zijn partij een leuze voor de
a.s. algemeene verkiezingen tracht te geven,
waardoor tevens de eenheid van de partij on
der zijn leiding hersteld zou kunnen worden,
groeit de tegenstand tegen hem onder de coa
litiepartijen steeds meer. Op een Vergadering
van de Grootduitsche partij verklaarde een
der leiders, dat de partij aaneengesloten ach
ter de regeering-Schober staat en haar zal
beschermen tegen alle pogingen van welke
zijde ook komende, om haar te verzwakken.
De Landbund treedt den laatsten tijd in zijn
Weensch orgaan krachtig op tegen het stre
ven van de zijde van dr. Seipel om nieuwe
politieke onrust te zaaien. In een vergadering
te Linz, waar 16.000 boeren-leden van den
Landbond bijeen waren, werd de figuur van
dr. Seipel als een ongeluk voor Oostenrijk
gekarakteriseerd.
Het bestuur van de Christ. Sociale Partii
heeft besloten de voorstellen van dr. Seipe,
voor een nieuwe grondwetsherziening toe te
sturen aan de afdeelingen. Op 15 Januari
zal dan het hoofdbestuur beraadslagen over
de bevindingen van de afdeelingen.
Toen wij ons jaaroverzicht schreven, we
zen we bij Oostenrijk op de verdwijning van
den vroegeren bondskanselier uit het politie
ke leven. Zijn kabinet was immers gevallen
en dr. Seipel verklaarde dat hij zich voortaan
ver van het openbare politieke gedoe wensch-
te te houden.
Zooals echter te doen gebruikelijk is bij
vele staatsmannen denkt maar eens aan
Primo de Rivera is ook de heer Seipel al
gauw weer van dat idee terug gekomen en
heeft weer een werkzaam deel in de politieke
gebeurtenissen der laatste dagen gehad.
Dr. Seipel heeft n.1. de leiding van de Chr.
soc. partij weer op zich genomen. De eerste
partijvergadering, die hij leiden zou, werd
dan ook met eenige spanning tegemoet ge
zien, omdat het zeker niet zoo heel vreemd
zou zijn, als dr. Seipel wat nieuws te vertel
len had.
Men heeft het niet mis gehad, want de
heer Seipel heeft al dadelijk een politiek pro
gram ontwikkeld, dat door velen wordt be
schouwd als een uitdaging aan de regeering
van den heer Schober. Hij heeft n.1. een
Eleidooi gehouden voor de invoering van een
anden- en Standenraad, welke bij de grond
wetsherziening is verworpen. Volgens de
meening van dr. Seipel moet naar het voor
beeld van de vroegere provisorische
Een uiteenzetting van OandhL
In de jongste uitgave van „Young India"
geeft Gandhi een uiteenzetting van de voor
waarden, waaronder harmonie tusschen de
door hem aangevoerde meerderheid der Pan*
Indische beweging en het Britsche gouverne
ment mogelijk is, en deelt tegelijkertijd de
richtlijnen mede van de politiek, welke inge
val van gebrek aan overeenstemming ge
voerd zal worden.
Gandhi schrijft o.m. het navolgende:
„Wanneer de Britsche regeering het Indische
Nationale Congres tot een gemeenschappe
lijke conferentie mocht uitnoodigen, ten einde
het ontwerp van een plan voor een werkelijk
onafhankelijke regeering te bespreken en
wanneer zij de overige voor een dergelijke
conferentie te stellen voorwaarden vervult,
dan zullen de leiders van het Indisch Coa-
gres, naar ik verwacht, toestemmend anit-
woorden. Of een dergelijke schrede zal wor
den ondernomen, hangt hiervan af of wij het
loopende jaar nuttig zullen besteden of ver
spillen. De keuze van het tijdstip en de
methoden van den aanvang van het lijdelijk
verzet is aan het Pan-Indisch Congres over
gelaten. Doch ik moet toegeven, dat er voor?
loopig geen geschikte atmosfeer voor een
dergelijken maatregel is. Gezien de tegenr
woordige stemming van tal van leden van
het Congres, de interne gedachtenwieeefk*
gen en de spanning tusschen Hindoes en
Moslims, is het moeilijk een uitvoerbaar plan
van actieven tegenstand uit te werken. Voor
het oogenblik moge het onmogelijk zijn een
dergelijken eisch uit naam van het Congres
te stellen, zoo kan ik toch den !nd»chen pa
triotten wel de verzekering geven, dat ik met
alle mij ter beschikking staande krachten er
naar zal streven een werkeüjjc urtvoerijWf
pjfli te ostvreioen". ft