DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het IJsbaanvraagstuK. Xo. 9 ZATERDAG II JAATARI 1930 132e Jaargang. JP Dagelijksch overzicht. Dr. SEIPEL WEER TERUG IN DE POLITIEK. Een nieuwe actie. Een Wirtschaitkammer. BAKKER's Dessert koffie ("S) Buitenland De Status van Indië. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Een ijsclub is een vereeniging waarvoor Bien zich pas warm begint te maken als het koud begint te worden. Zoolang het niet vriest laat een ijsclub vrijwel iedereen ijskoud en slechts het be stuur, dat dikwijls financieele zorgen heeft, interesseert zich ook op dagen dat het regent voor land en dijken, voor pompen, water en gebouwen. De meeste leden van een ijsbaan zijn uit sluitend lid om te kunnen schaatsenrijden. Als er ijs is, zij zijn tevreden als zij een goe de baan op korten afstand van hun huis kun nen vinden en het laat hen ijskoud wie er in het bestuur der vereeniging zitten. Vandaar dat de vergadering van een ijs club bij niet vriezend weer altijd een der slechtst bezochte is en vandaar waarschijn lijk ook, dat zoowel de vergaderingen van de vereeniging welke de Ijsbaan te Heiloo exploiteert, als die der Alkmaarsche IJsclub, den laatsten tijd, zelfs wanneer zoogenaamd brandende kwesties aan de orde komen, een aantal belangstellenden zien verschijnen, dat een bedroevend percentage van het ledental uitmaakt. De besturen, die zelfs in jaren dat het niet vriest toch de contributie innen en dan wel eens verwijtend worden aangekeken omdat zij geld vragen zonder daar de een of andere ijs-prestatie tegenover te stellen, mogen uit het geringe bezoek ter algemeene vergaderin gen wel constateeren, dat de leden hun het volle vertouwen geven en machtigen om alle maatregelen te nemen welke de ijssport in onze omgeving ten goede kunnen komen. Alvorens over den belangenstrijd te spre ken welke de laatste weken in en buiten ds pers tusschen de Ijsbaan Heiloo en de Alk maarsche IJsclub naar voren is gekomen, zullen wij in het kort de voornaamste ge beurtenissen memoreeren. Op 29 November heeft onze courant ge- meld, dat de Alkmaarsche IJsclub plan had een eigen baan te stichten. Aanvankelijk meende men te zullen slagen met een ter rein aan den Frieschen weg onder Oudorp, maar toen bleek, dat men geen eigen ingang zou kunnen krijgen, vond het bestuur een geschikt terrein aan den Schermerweg in den zoogenaamden Kraspolder, die reeds gedeel telijk onder water staat. Voor het leegpom pen zou men gebruik kunnen maken van den ter plaatse staanden windmolen, het terrein zou niet ver van de stad zijn gelegen en met verschillende passeerende autobussen gemak kelijk te bereiken zijn. Een commissie had een en ander 'voorbe reid en wanneer de vergadering er mede ac- coord ging zou de nieuwe ijsbaan nog dit seizoen zijn hekken kunnen openen. Op den avond van dien dag vergaderde de Alkmaarsche IJsclub en werd het com missie-advies aanvaard. De couranten waarvan alleen de Alkmaarsche Courant den vorigen dag reeds de plannen had kun nen publiceeren kregen nu een communi qué, waarin gememoreerd werd, dat de stadsgrachten meestal slechts bij doorgaan de vorst bereden kunnen worden en de bui tenbanen in den regel voor het scheepvaart verkeer onbereidbaar zijn, waarom men dan ook naar een eigen ijsbaan gezocht had. Het commissie-advies was aanvaard en men had voor den tijd van 3 jaren met 3 optie-jaren het bewuste terrein in den Kraspolder in huur kunnen krijgen. Medegedeeld werd, dat het in gebruik te nemen terrein ruim 8 H.A groot was, een eigen bemaling had, geheel dcor dijken omgeven en goed beschut was. Er zouden fietsenbergplaatsen, een parkeer- terein, een clublokaal iifet restaurant enz. ge bouwd worden en om de kosten, welke op 3500 werden geschat, te dekken, werden oprichtersbewijzen van 25 uitgegeven, wel ker bezitters levenslang gratis van de ijs baan gebruik mochten maken. Het bestuur zelf had het goede voorbeeld gegeven en voor 750 aandeelen genomen. Het is te begrijpen, dat de vereeniging te Heiloo, die een groote en mooie baan onder den rook onzer gemeente exploiteert en honderden Alkmaarsche leden telt, deze bek:ndmaking met meer dan gewone belang stelling heeft gelezen. Er was daarin ver meld, dat de onderhandelingen met een ijs baan in een naburige gemeente niet tot een resultaat hadden geleid en Heiloo verzond nu aan al haar leden een circulaire waarin over het verloop dier onderhandelingen een Radere explicatie werd gegeven. Heiloo had zich destijds tot Alkmaar gewend omdat uit sportief oogpunt van concurrentie geen spra ke mag zijn en voor een landstreek een bloei ende ijsbaan beter is dan twee kwijnende ba- nen. Alkmaar was wel tot samenwerking be- reio. De naam der Heiloosche vereeniging zou gewijzigd moeten worden, deze zou de exploitatie der baan behouden, maar drie Alkmaarsche bestuursleden krijgen, er wer den reglingen inzake de contributie getrof fen en ook over een aantal dagen per sei zoen waarop de Alkmaarsche vereeniging over de baan die desgewenscht vergroot moest worden voor het organiseeren van eigen feesten en wedstrijden zou mogen be schikken. Heiloo nam met alles genoegen, behalve met het voorstel dat al haar in Alkmaar woonachtige leden voortaan lid van de Alk maarsche IJsclub zouden moeten worden. „Het was", schreef Heiloo, „ons niet mo gelijk toe te staan, dat al onze Alkmaarsche leden, waarvan zeer velen ons van ons moei lijk begin af trouw ter zijde hadden gestaan, zonder meer werden overgeheveld in de Alk maarsche IJsclub, hen slechts daardopr ge legenheid latende op hun eigen eenig gele gen baan te rijden". Men kon dit niet acepteeren, maar ver klaarde zich tot verdere besprekingen bereid, waarna Alkmaar de plannen voor een eigen ijsbaan gepubliceerd heeft. Den volgenden dag in de courant van 4 December is de Alkmaarsche IJsclub weer aan het woord geweest. Haar bestuur heeft nog eens de verschillende punten van overleg naar voren gebracht en er op gewe zen, dat Alkmaar z.i. zeker recht had bij sa menwerking te eischen, dat alle Alkmaarders alleen via de Alkmaarsche IJsclub lid zou den kunnen zijn. „Ons bestuur", aldus werd geschreven, „zou in zijn plicht te kort schieten, wanneer het ten koste der eigen vereeniging ging ijve ren om Heiloo zooveel mogelijk leden toe te voeren. Dat zou voor Alkmaar toch al te dwaas zijn, terwijl voor Heiloo, als het wer kelijk samenwerking wilde, geen bezwaar kon bestaan op dit punt in te gaan". Volgens Alkmaar had Heiloo slechts wil len zorgen voor een geregeld busvervoer, voor het uitschrijven van wedstrijden door een comité voor de helft uit Alkmaarders bestaande en waarvan Heiloo in financieel opzicht het risico zou dragen, voor het in gebruik geven der baan aan Alkmaarsche schoolkinderen en voor contributie-verlaging tot 1 per jaar, waaruit Alkmaar den in druk kreeg, dat Heiloo in alle opzichten in het voordeel wilde blijven. Heiloo zou de machtskwestie gfsteld hebben en wilde geen verandering in haar voorstellen brengen, zoodat de onderhandelingen waren afge broken. „Wij beoogen", zoo verklaarde Alkmaar ten slotte, „niet afbreuk te doen aan een an dere vereeniging, ons doel is slechts de 44 jaar oude Alkmaarsche IJsclub in het bezit te stellen van een ijsgelegenheid, die beter is dan de halfbruikbare stadsgrachten en de bijna onberijdbare buitenbanen". Den volgenden dag heeft de heer Boers- ma een ingezonden stuk in onze courant geschreven waarin hij de Alkmaarsche IJs club een weinig toeschietelijke houding ver weet en weinig belangstelling voor de Alk maarsche plannen constateerde, die hij, met het oog op de versnippering van krachten, betreurde. Hij zeide het te betreuren als het schaatsenrijdend publiek, dat toch in de eer ste plaats de gezelligheid zoekt, straks over twee banen zou worden verdeeld en meen de, dat de Alkmaarsche IJsclub haar doel het beste zou bereiken wanneer zij inziet dat één baan voor Alkmaar voldoende is en daarnaast een regeling wordt getroffen voor het in orde houden van de banen op de stads grachten Voor die ijsbaan zouden de ge dachte moeten uitgaan naar de beschutte ijsbaan van Heiloo en niet naar de open velden van Oudorp. Het bestuur der Alkmaarsche IJsclub heeft daarop den volgenden dag reeds geantwoord dat zijn doel alleen is den leden een goede ijs- gelegenheid te bezorgen, het heeft medege deeld, dat reeds 2400 van de benoodigde som aanwezig waren en nog eens zijn aan Heiloo gedane voorstellen uiteengezet, waar bij evenwel het- kardinale punt waarop de onderhandelingen destijds waren vastgeloo- pen zoo geredigeerd werd, dat de samen werkende lub desgewenscht haar eigen leden kan houden en deze via die club dan lid zijn van de Alkmaarsche organisatie. Het be stuur meende, dat door de Heiloosche voor stellen de Alkmaarsche club gevaar liep te verdwijnen, behield zich de vrijheid voor, zelfstandig iets tot stand te brengen en vreesde niet, dat er twee kwijnende banen zouden komen. Op 9 December heeft de heer Boersma niet op samenwerking, maar op samensmelting, aangedrongen en in het licht gesteld dat het voor de sport en het schaatsenrijdend pu bliek niets uitmaakt door welke combinatie een ijsbaan geëxploiteerd wordt. Tegelijkertijd zond het bestuur der Hei loosche Vereeniging een schrijven aan de Alkmaarsche met de mededeeling, dat het tot zijn verwondering gizien had, dat in het ant woord aan den heer Boersma een geheel an der standpunt dan vroeger was ingenomen en dat het zich volkomen kon vereenigen met de veranderde zienswijze waarbij elke ver eeniging bij samenwerking haar eigen leden zou behouden. De Alkmaarsche club heeft de publicatie van dit schrijven door Heiloo betreurd, maar heeft zich tot nadere onderhandelingen be reid verklaard. Op 9 December heeft de Alkmaarsche IJs club een ledenvergadering gehouden, waarin het brandende vraagstuk niet besproken zou worden, maar toch aan de orde kwam, door dat het schrijven van Heiloo werd voorge lezen. De voorzitter zette nog eens het doe! van Alkmaar uiteen en achtte de nieuwe ijs baan in den Kraspolder in alle opzichten aan bevelenswaardig. De heer Boersma stelde nog eens in het licht, dat de Heiloosche baan voor beide gemeenten groot genoeg was en het be stuur gaf toe, dat twee ijsbanen niet noodig zijn, maar dat de onderhandelingen waren afgesprongen, omdat Heiloo de machtskwestie gesteld had. Men wilde de Alkmaarsche IJs club handhaven, maar verklaarde zich bereid met de leden een schema tot samenwerking te bespreken. Op 19 December werd in de Alkmaarsche courant medegedeeld, dat de gezamenlijke be sturen van beide vereenigingen in het Raad huis te Heiloo hadderi vergaderd, dat de be sprekingen zeer vriendschappelijk waren ge weest en men tot de conclusie gekomen was, dat één goede ijsbaan beter was dan twee concurreerende. In principe bleken beide ver eenigingen tot fusie bereid en drie bestuurs leden van elke vereeniging zouden zoo spoedig mogelijk de fusiegedachten in voorstellen om zetten en aan de vereenigingen ter goedkeu ring voordragen. Het Ijsbaan-drama, dat vrij langdradig is, nadert nu gelukkig het einde. Medegedeeld werd, dat overeenstemming bereikt was voor het stichten van een nieuwe vereeniging, waarvan men lid of abonné van de ijsbaan zou kunnen worden, die aan alle verplichtingen zou voldoen en de ijsbaan te Heiloo zou explorteeren. Jhr. Van Foreest zou voorzitter blijven, althans voorloopig en van elk der beide vereenigingen voorloopig acht bestuursleden naast zich krijgen, waaruit een dagelijksch bestuur van 5 personen zou be noemd worden. Na de oprichting van een nieuwe vereeniging zouden de baten en schul den van beide reeds bestaande daarop over gaan, de zetel der Vereeniging „Kennemer IJsclub" zou te Alkmaar worden gevestigd, maar de Ijsbaan worden aangeduid als „Ken- nemer Ijsbaan" te Heiloo. De heer Van de Vall wees er daarbij op, dat de sport hierdoor gediend zou worden, ook doordat men op den duur een nieuw ge bouw en een betere verlichting der baan zou kunnen krijgen. Naast den heer Boersma zijn het hoofd zakelijk Heilooërs geweest, die deze fusie be pleit hebben. Opmerkelijk was zeker, dat het protest daartegen van Alkmaarsche leden der Heilooër Ijsbaan is gekomen, die in de con currentie van Alkmaar geen gevaar zagen en meenden, dat Heiloo van deze fusie geen noe menswaardig voordeel zou hebben. H. i. was hier slechts sprake van een offer, dat alleen in het algemeen belang van de Ijssport gebracht zou kunnen worden. Het principe-besluit tot fusie werd slechts met 15 tegen 14 stemmen genomen en waar men vreesde, dat de voorstemmers, die geens zins enthousiast waren, zich bij de behande ling der verschillende punten daartegen zou den verklaren, besloot men deze behandeling uit te stellen en aan Alkmaar alleen maar mede te deelen, dat men in beginsel tot fusie bereid was. Den volgenden dag Woensdag J.l. heeft daarop de Alkmaarsche IJsclub verga derd waarbij behalve het bestuur vier heele leden tegenwoordig waren. De heer Kusters deelde mede, dat van Heiloo nog geen schrij ven was ontvangen en dat z. i. het voorstel tot fusie zou staan of vallen met de aanvaar ding der vastgestelde punten. De heer Schuitemaker heeft daar nog eens het voordeel van de Heiloosche ijsbaan uit eengezet en de heer Boersma meende, dat Heiloo zal inzien, dat de kwestie door de aan vaarding in principe van fusie reeds beslo ten is. De Alkmaarsche club aanvaardde fusie op de vastgestelde punten en besloten werd, dat Heiloo uiterlijk 16 Januari een definitief antwoord zal moeten zenden. Hier valt voorloopig het doek en het laatste bedrijf van dit drama zal zich in Heiloo mo ten afsoelen, waar men dus voor 16 Januari de ontworpen en in elf punten vastgestelde fusieplannen zonder eenige verandering zal moeten aannemen. De tijd is kort en op het oogenblik. dat wij dit schrijven heeft men in Heiloo nog geen officieele mededeeling van de conclusie der Alkmaarsche vergadering ontvangen. De rollen zijn op het oogenblik eenigszins omgekeerd, in zooverre, dat men in Alkmaar thans minder voor een eigen ijsbaan en meer voor de fusie schijnt te gevoelen dan dit in Heiloo het geval is, al moeten wij constatee ren, dat het Heiloosche bestuur in alle op zichten zijn best gedaan heeft de leden tot deze fusie te bewegen. Wie onbevooroordeeld deze kwestie beziet, moet constateeren, dat Heiloo heel wat minder behoefte aan deze fusie heeft dan dit met Alk maar het geval is. Aan de eene zijde een mooie, beschut gelegen, schuldvrije baan met plus minus 1800 leden, aan de andere zijde een nog onvoldoend kapitaal voor een onbe schutte baan met ongeveer 150 leden. Veel medewerking heeft Heiloo van Alkmaar tot dusver nog niet ondervonden, want niet alleen heeft men Heiloo eenige jaren geleden het volle risico der nieuwe baanplannen laten dra gen, maar zelfs verleden jaar maakte de Alk maarsche IJsclub nog propaganda voor het rijden op het Alkmaarder meer, waardoor die dagen honderden schaatsenrijders op de Hei looër baan gemist werden en deze daardoor ook in financieel opzicht gedupeerd werd. Heiloo kan te allen tijd vrij zeker op be houd van de Alkmaarsche leden rekenen, niet alleen omdat van die zijde het sterkste verzet tegen de fusieplannen is gekomen, maar ook door de omstandigheid, dat tusschen 29 No vember en 1 December zich nog eenige hon derden Alkmaarders als lid der Heiloosche ijsbaan hebben opgegeven, ofschoon toen reeds bekend gemaakt was, dat Alkmaar een ijsbaan aan den Schermerweg in exploitatie zou brengen. Dit wijst er zeker op, dat Heiloo de voorkeur geniet en het is daarom Heiloo ook niet kwalijk te nemen als het eens de machts kwestie heeft laten gelden. Daartegenover kan zeker gesteld worden, dat de Alkmaarsche IJsclub, vooral in den beginne te veel als gelijkwaardige en onafhan kelijke is opgetreden, men heeft toen te veel het standpunt ingenomen, dat men samenwerking niet noodig had en daardoor voorwaarden ge steld, waarmede Heiloo zich toen niet accoord heeft kunnen verklaren. Dat men in Heiloo desondanks nu nog tot fuise bereid is, dat men beide vereenigingen als volkomen gelijkwaardig wil beschouwen en alle bevoegdheden en inkomsten wil dee len, mag o.i. zeker als een offer beschouwd worden, temeer daar men ook zonder fusie zeker is van de wedstrijden, die men door den Kon. Ned. Schaatsenrijdersbond krijgt toege wezen. Men bewijze in Alkmaar de beteekenis van dit offer te waardeeren en stoote op dit ge vaarlijke oogenblik Heiloo niet te zeer van zich af door het b.v. slechts een zeer korten lijd voor definitieve beslissing te laten. De vergadering te Heiloo, waar slechts met één stem meerderheid tot fusie werd besloten, bewijst wel, dat er maar heel weinig noodig is om de leden te doen besluiten de voorge stelde punten te verwerpen. Het bestuur van Heiloo heeft op royale wijze een offer gebracht en we hopen voor de ijssport in onze omgeving en dat is ten slotte de hoofdzaak dat de leden dat mooie voorbeeld zullen volgen. Laat men nu alleen voor oogen houden door eendrachtig samenwerken de reeds be staande ijsbaan nog beter aan haar doel te laten beantwoorden. Terwille van de ijssport, terwille van allen, die een goed onderhouden baan verlangen, waar het gezellig is omdat alle rijders uit deze omgeving daar bijeen kunnen komen, raden wij den Heilooschen leden aan in de dezer dagen te houden vergadering zonder meer het Alkmaarsche voorbeeld te volgen en de voorgestelde punten ongewijzigd te aan vaarden. Dan zal dit ijselijke drama, dat in zeker op zicht een klucht is, ten slotte nog als blijspel beëindigd kunnen worden. Tel. 730. 65 ct. per pakje. vergadering een provisorische Standenraad, een Wirtschaftkammer worden gekozen en wel door bij het bedrijfsleven betrokken ar beiders en werkgevers. Dit lichaam zou dan eenerzijds voorstellen moeten uitwerken voor de samenstelling van eenn definitieve Wirtschaftkammer, ander zijds echter volledige wetgevende bevoegdhe den bezitten, terwijl de nationale raad dan het recht zou behouden om te beslissen over politieke en cultureele aangelegenheden. Teneinde aan de landen de mogelijkheid te waarborgen van verzet, zou het college van gouverneurs der landen moeten worden om gezet in een staats- of bondsraad, die met meerderheid van stemmen zou kunnen beslui ten elke wet naar de Kamer terug te zenden voor hernieuwde behandeling. Dr. Seipel was van oordeel, dat deze voor stellen in de partij in een aaneengesloten sa menwerking zouden kunnen worden behan deld. Het voorstel van dr. Seipel tot instelling van een „Wirtsehaftskammer" als eerste ka mer, vindt nogal verzet in de pers. De liberalen „N. Fr. Presse" wijst er o. a. op, dat men toch niet meer van een parle ment in de democratische beteekenis van het woord kan spreken, wanneer dat parlement niet meer het recht heeft over belastingen, ta rieven, enz. het beslissende woord te zeggen Volgens de denkbeelden van dr. Seipel toch zou de Nationale Raad in de vermelde kwes ties slechts de functie van een tweede instan tie behouden. Het parlement zou een belang rijk deel van zijn gezag n.1. de beslissing over de steeds belangrijker wordende economische problemen moeten afstaan aan den Standen raad. De „Wiener Allg. Z." acht het voorstel een algemeene aanval op bondskanselier Schober en het parlement. Terwijl dr. Seipel met dit program, zoo constateert de Weensche correspondent van de „Frankf. Z.", zijn partij een leuze voor de a.s. algemeene verkiezingen tracht te geven, waardoor tevens de eenheid van de partij on der zijn leiding hersteld zou kunnen worden, groeit de tegenstand tegen hem onder de coa litiepartijen steeds meer. Op een Vergadering van de Grootduitsche partij verklaarde een der leiders, dat de partij aaneengesloten ach ter de regeering-Schober staat en haar zal beschermen tegen alle pogingen van welke zijde ook komende, om haar te verzwakken. De Landbund treedt den laatsten tijd in zijn Weensch orgaan krachtig op tegen het stre ven van de zijde van dr. Seipel om nieuwe politieke onrust te zaaien. In een vergadering te Linz, waar 16.000 boeren-leden van den Landbond bijeen waren, werd de figuur van dr. Seipel als een ongeluk voor Oostenrijk gekarakteriseerd. Het bestuur van de Christ. Sociale Partii heeft besloten de voorstellen van dr. Seipe, voor een nieuwe grondwetsherziening toe te sturen aan de afdeelingen. Op 15 Januari zal dan het hoofdbestuur beraadslagen over de bevindingen van de afdeelingen. Toen wij ons jaaroverzicht schreven, we zen we bij Oostenrijk op de verdwijning van den vroegeren bondskanselier uit het politie ke leven. Zijn kabinet was immers gevallen en dr. Seipel verklaarde dat hij zich voortaan ver van het openbare politieke gedoe wensch- te te houden. Zooals echter te doen gebruikelijk is bij vele staatsmannen denkt maar eens aan Primo de Rivera is ook de heer Seipel al gauw weer van dat idee terug gekomen en heeft weer een werkzaam deel in de politieke gebeurtenissen der laatste dagen gehad. Dr. Seipel heeft n.1. de leiding van de Chr. soc. partij weer op zich genomen. De eerste partijvergadering, die hij leiden zou, werd dan ook met eenige spanning tegemoet ge zien, omdat het zeker niet zoo heel vreemd zou zijn, als dr. Seipel wat nieuws te vertel len had. Men heeft het niet mis gehad, want de heer Seipel heeft al dadelijk een politiek pro gram ontwikkeld, dat door velen wordt be schouwd als een uitdaging aan de regeering van den heer Schober. Hij heeft n.1. een Eleidooi gehouden voor de invoering van een anden- en Standenraad, welke bij de grond wetsherziening is verworpen. Volgens de meening van dr. Seipel moet naar het voor beeld van de vroegere provisorische Een uiteenzetting van OandhL In de jongste uitgave van „Young India" geeft Gandhi een uiteenzetting van de voor waarden, waaronder harmonie tusschen de door hem aangevoerde meerderheid der Pan* Indische beweging en het Britsche gouverne ment mogelijk is, en deelt tegelijkertijd de richtlijnen mede van de politiek, welke inge val van gebrek aan overeenstemming ge voerd zal worden. Gandhi schrijft o.m. het navolgende: „Wanneer de Britsche regeering het Indische Nationale Congres tot een gemeenschappe lijke conferentie mocht uitnoodigen, ten einde het ontwerp van een plan voor een werkelijk onafhankelijke regeering te bespreken en wanneer zij de overige voor een dergelijke conferentie te stellen voorwaarden vervult, dan zullen de leiders van het Indisch Coa- gres, naar ik verwacht, toestemmend anit- woorden. Of een dergelijke schrede zal wor den ondernomen, hangt hiervan af of wij het loopende jaar nuttig zullen besteden of ver spillen. De keuze van het tijdstip en de methoden van den aanvang van het lijdelijk verzet is aan het Pan-Indisch Congres over gelaten. Doch ik moet toegeven, dat er voor? loopig geen geschikte atmosfeer voor een dergelijken maatregel is. Gezien de tegenr woordige stemming van tal van leden van het Congres, de interne gedachtenwieeefk* gen en de spanning tusschen Hindoes en Moslims, is het moeilijk een uitvoerbaar plan van actieven tegenstand uit te werken. Voor het oogenblik moge het onmogelijk zijn een dergelijken eisch uit naam van het Congres te stellen, zoo kan ik toch den !nd»chen pa triotten wel de verzekering geven, dat ik met alle mij ter beschikking staande krachten er naar zal streven een werkeüjjc urtvoerijWf pjfli te ostvreioen". ft

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1