dagblad voor alkmaar en omstreken. De Tweede Haagsche Conferentie. DE A.S. VLOOTCONFERENTIE, Opstand in Uruguay HAA\UAG 13 JAVIAKI 1930 132e Jaargang. Dagelijksch overzicht. Het Duitsche Herstelvraagstuk. Mededeelingen van Fransche zijde over de bijeenkomst van Zaterdagmiddag. Buitenland Britsch optimisme. De Gazette Du Franc. De mobilisatie afgekondigd. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalva Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-, franco door het geheele Rijk 2,50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. <r A - r' l*o. 1© Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. DE A.S. VLOOTCONFERENTIE. HET BRITSCHE ANTWOORD OP HET FRANSCHE MEMORANDUM. In verband met de a.s. vlootconferentie heeft de Engelsche regeering, in antwoord op de desbetreffende Fransche nota de Fran sche regeering een memorandum doen toe komen, waarvan de tekst den volgenden in houd heeft. Bij het verzenden van haar uitnoodiging tot bijwoning der conferentie heeft de Brit- 6Che regeering overwogen, dat 't niet tot het succes der conferentie zou bijdragen, wan neer de verschillende regeeringen zich zou den vastleggen op standpunten welke mis schien ontstaan waren door misvattingen waar zij niet van zouden kunnen afstappen. Ook refereerde de Britsche regeering in haar uitnoodiging niet aan de verplichtingen, bij verdrag aangegaan, noch aan vraagstukken van nationale veiligheid en dergelijke overwe gingen, welke absoluut onafscheidelijk zijn van alle onderhandelingen betreffende ont wapening en die begrepen moeten worden door elke natie die aan deze conferentie deel neemt. Een groot voordeel van de veelvuldige bijeenkomsten te Geneve is, dat de regeerin gen gelegenheid hebben elkanders wederkee- rige posities en vraagstukken te leeren ken nen. De Britsche regeering achtte het niet noodig de elementaire interne en externe ver plichtingen op te sommen, doch gaf de voor keur aan eene samenvatting op zeer belang rijke punten die onder oogen moeten worden gezien. De overwegingen, in het Fransch memo randum uiteengezet, zullen natuurlijk bij al le gedelegeerden den vollen aandacht heb ben. Weliswaar is er nog geen overleg ge pleegd over een volledige machinerie van sancties, teneinde met kracht uitvoering te geven aan de verschillende bestaande vre- des-overeenkomsten, maar niettemin is intus- schen veel gedaan. Z.M.'s regeering heeft een groot vertrou wen uit hoofde van het feit, aat 56 landen hunne bedoeling hebben kenbaar gemaakt af te zullen zien van den oorlog als instru ment van nationale politiek en slechts hun toevlucht zullen nemen tot vreedzame mid delen bij de oplossing van internationale ge schillen. Tenzij een begin van beperking der ontwa pening te zeer gerechtvaardigd wordt ge acht door de veiligheid, welke reeds is ver kregen door het Volkenbondsstatuut, Locar- no, de facultatieve clausule en ten slotte door het Kellogg-pact, zal de publieke opinie wor den teleurgesteld en nogmaals door de prac- tijk leeren slechts te vertrouwen op militaire voorbereidingen ter bescherming van de vei ligheid. De Britsche regeering hoopt vurig, dat op de Londensche conferentie een groote vooruitgang moge blijken sinds den oorlog op nationale veiligheid door politieke over eenkomsten. Met belangstelling heeft de Britsche regeering kennis genomen van het in het Fransche memorandum gemaakte on derscheid tusschen het Anti-oorlogspact en het Volkenbondsstatuut. Zij geeft er echter de voorkeur aan deze als aanvullingen van elkander te beschou wen. Vanuit dit standpunt kunnen de staten die lid zijn van den Volkenbond het Volken bondsstatuut inzake den opbouw van vrede voltooid achten door het Kellogg-pact. Enge land aanvaardt volledig en zonder reserves alle verplichtingen van het Volkenbondssta tuut, hetgeen echter geen uitstel behoort in te houden van stappen voor ontwapening, waarvan het Kellogg-pact de rechtvaardi ging is. De Engelsche regeering neemt nota van de meening van de Fransche regeering, dat deze huiverig is voor het doorvoeren van een belangrijke beperking van haar vlootbe- wapening door de afwezigheid van bepalin gen in het Kellogg-pact betreffende de me thodische toepassing daarvan. De Engelsche regeering wenscht de dwaling, waarop deze meening gebaseerd is, te doen inzien. Juist voor betere perspectieven van vrede en in ternationale overeenkomsten, houden de Brit sche voorstellen zeer belangrijke beperking in der strijdkracht van alle categorieën oor logsschepen vanaf de grootste schepen tot de onderzeëers. Betreffende de verwijzing in het Fransche memorandum naar het systeem van vlootbe- wapeningsbeperking volgens globale tonna ge, zegt het Britsche antwoord dat de regee- ring voortdurend haar voorkeur heeft laten blijken voor de behandeling van het loot- ontwapeningsprobleem door strikte beper king van types, tonnages en kanonnen, van alle categorieën oorlogsschepen. Iedere andere methode van beperking moet leiden tot het behouden van die elementen van wedstrijd en onzekerheid welke juist be doeld worden door deze conferentie geelimi- neerd te worden. Het probleem der maritie me ontwapening sluit in zich niet alleen de ootte der tonnage, doch ook het gebruik rvan. Desalniettemin heeft de Engelsche groi óaa regeering het voorstel der Fransche aan- dachtig bestudeerd en is zij bereid de moge lijkheid te bespreken van een of andere over eenkomst, gebaseerd op dat voorstel. Betreffende de these van de Fransche re geering, dat de verschillende wapens onder ling samenhangen en een geheel vormen, zegt het Britsch memorandum, dat Engeland wel is waar van meening is, dat de proble men van lucht- en vlootbewapening niet vol ledig van elkaar kunnen worden gescheiden, doch dat zij geenszins de meening deelt, dat men geen poging behoort te doen om met een probleem af te handelen zonder dat al len tegelijkertijd behandeld worden. De En gelsche regeering is van meening, dat het ontwapeningsprobleem het beste kan worden vergemakkelijkt door behandeling in detail gelijk thans bij de vlootconferentie wordt voorgesteld. Ten slotte moet een volledige ontwapeningsovereenkomst het geheele ge bied van bewapeningen bestrijken, doch voordat men dit geheele terein behandeld heeft, moet nog veel werk gedaan worden. Met de Fransche regeering hoopt zij daar om, dat de conferentie een overeenkomst tot resultaat zal hebben, welke aantrekkelijk zal zijn voor alle mogendheden, die vertegen woordigd zijn bij de voorbereidende commis sie en die door de taak van dat lichaam te vergemakkelijken het bijeenroepen van een algemeene ontwapeningsconferentie zal ver haasten. Betreffende de meeningen der Fransche re geering inzake de wenschelijkheid van een verdrag van onderlinge gerantie en non-ag- gressie tusschen de Middellandsche-zeemo- gendheden, wordt verklaard, dat de Britsche regeering eveneens van meening is, dat de Viermogendheden-overeenkomst, betreffende den Stillen Oceaan, die het resultaat was van de Conferentie van Washington een ge lukkigen invloed heeft uitgeoefend op de on derhandelingen van het Vloot-verdrag van Washington. De Engelsche regeering wenscht alleen op te merken, dat het ver drag, gelijk dat wordt aangeduid door de Fransche regeering, aanzienlijk verder schijnt te gaan dan bovengenoemd verdrag betreffende den Stillen Oceaan, dat slechts voorzag in het bijeenroepen van een Confe rentie voor het in overeenstemming brengen van uiteenloopende meeningen en in geza menlijk overleg, met het oog op agressieve ac tie. Voor zoover alle Middellandsche Zeemo gendheden leden zijn van den Volkenbond, komt het de Britsche regeering voor, dat er reeds faciliteiten bestaan voor gezamenlijk overleg, wanneer dit noodzakelijk mocht blij ken. Hierin ligt een groote mate van veilig heid, doch de Engelsche regeering zou gaar ne van gedachten wisselen over het onder werp met alle betrokken mogendheden. De antwoord-nota merkt met bijzonder ge noegen op, dat geen der in het Fransch me morandum genoemde problemen onoverko melijke hinderpalen zijn, en deelt volkomen het vertouwen der Fransche regeering, dat er een hartelijke samenwerking zal zijn tus schen de delegaties der conferentie en dat haar moeite met succes bekroond zal worden. Omtrent de Zaterdagmiddag gehouden bij eenkomst in zake het Duitsche herstelvraag stuk wordt van Fransche zijde meegedeeld, dat de Duitsche delegatie omtrent de kwestie van den datum der stortingen en de mobilisa tie van het plan-Young een nieuw uitstel heeft verzocht, om deskundgen uit Berlijn te hoo- ren onder voorbehoud van den datum, waar op de zaak opnieuw zou worden behandeld Fliermede heeft men zich vereenigd. Vervolgens is de kwestie van het negatief pandrecht aldus geregeld, dat, indien Duitschland de creaiteurstaten voldoening geeft op het punt van den betalingsdatum, deze Duitschland voldoening zullen geven t.a.v. het negatief pandrecht. Wat het moratorium betreft, is een tekst door de deskundigen overgelegd. Vanmiddag zal deze worden besproken. Omtrent de EHiitsch-Amerikaansche over eenkomst is overeenstemming bereikt. Ook is men het eens geworden over de kwestie der spoorwegtarieven, waaromtrent een uitwisseling van interpretatieve nota's zal plaats hebben. Inzake de kwestie van de liquidatie van het verleden zal de voorgestelde tekst worden aangenomen, maar deze dient eerst reeds redactioneel nader te worden bezien. Omtrent de kwestie van het speciale depot is men het niet eens geworden; deze kwestie is naar de experts verwezen. Aangaande de kwestie der mobilisatie van het plan-Young is een uitvoerige discussie ge voerd, waarbij Chéron in herinnering heeft gebracht, het gesprek, dat hij reeds met Mol denhauer had gevoerd en waarin hij had be toogd, dat Duitschland geen buitenlandsche schuld zou mogen uitgeven, waardoor de plaatsing van de obligaties van het Young- plan zou worden belemmerd. Moldenhauer herhaalde daartegenover, wat hij Vrijdag reeds gezegd had, n.1. dat het plan-Young te dien aanzien geenerlei ver plichting aan Duitschland oplegde. Duitsch land was trouwens reeds eenigen tijd in on derhandeling met Krueger over de plaatsing van buitenlandsche leeningen. Overigens moest de Duitsche regeering de Rijksbank consulteeren over de plaatsing van buiten landsche uitgiften. Hij had experts uit Ber lijn laten komen en moest dezen over de kwes tie hooren. Hierop heeft Tardieu geantwoord, dat juist omdat de Fransche regeering op de hoogte was van de voornemens om bij Krueger een leening te plaatsen, zij daarover reeds op 5 November j.1. de Duitsche regeering door be middeling van den gezant te kennen heeft gegeven, dat zij vernomen had, dat Duitsch land die leening wilde uitgeven onmiddellijk na de ratificatie van het plan-Young en dat zij daartegen bezwaar moest maken. Ook ver klaarde hij het argument van Moldenhauer. dat een Duitsche buitenlandsche leening eerst ter kennis moet worden gebracht van de Rijks bank, voordat zij kan worden uitgegeven, niet te begrijpen. Dit verhinderde immers niet, dat Duitschland zich kon verbinden, door de lee ning niet uit te geven. Tardieu legde er den nadruk op, dat het hier een hoofdpunt betrof. Wanneer de credi- teurstaten niet de grootste mogelijkheid heb ben, om de betalingen van het plan-Y oung te mobiliseeren. kunnen zii het olan niet aan nemen. Moldenhauer heeft hierop geantwoord, dat de leening wel geen bezwaar kan opleveren, daar deze op termijnen van 16 maanden zou worden geplaatst. De medewerking van de Rijksbank had Duitschland noodig voor het plaatsen van buitenlandsche leeningen. Tardieu heeft gerepliceerd, dat reeds op 5 November Duitschland kennis had gekregen van de bezwaren van Frankrijk tegen het plaatsen van bedoelde leening. Maar boven dien was het hem bekend, dat er onder den tegenwoordigen minister van financiën voort durend pogingen worden gedaan om leenin gen te plaatsen; o.a. was een leening ge vraagd aan Morgan en een andere aan Dillon Read. Op verzoek dezerzijds hadden dezen daarvan afgezien. Tardieu meende dus, dat er redenen waren om zich bezorgd te ma ken. Zoolang de eerste tranche van de leening uit het plan-Young niet was geplaatst, mocht Duitschland geen leeningen uitgeven. Chéron heeft er daarop nog op gewezen, dat er in het plan een artikel is, n.1. art. 165, dat zeer uitdrukkelijk in dit opzicht is en waarin wordt gezegd, dat de annuïteit, welke strekt om de vorderingen te voldoen, welke de crediteurstaten hebben uithoofde van den last, welke op hen rust van een groot gedeelte der uitgaven door hen gedaan tot herstel van de schaden door den oorlog geleden, dient te worden betaald in een vorm, welke zich leent tot mobilisatie. Chéron was ook van meening, dat er geen bezwaar tegen kon zijn, te bepa len, dat Duitschland geen buitenlandsche leening zou uitgeven, die de plaatsing van de eerste transche zou kunnen bemoeilijken. Van de 8 punten, die nog te regelen waren, zijn er 4 voor heden overgebleven, 3 zijn er geregeld en 1 is in beginsel geregeld. De niet-Duitsche herstelvraagstukken. De commissie voor de niet-Duitsche herstel vraagstukken heeft een bijeenkomst gehad van de mogendheden der kleine entente met Groot - Brittannie, Frankrijk en Italië. Zij zijn het eens geworden over den grondslag voor een bijeenkomst op Zondagochtend van deze mo gendheden met Hongarije, welke zoo noodig in den namiddag zal worden voortgezet. Wanneer dan de zaak er voor rijp blijkt te zijn, zal er Maandagochtend een plenaire bijeenkomst der commissie plaats hebben. Engelsche persconferentie. In de Engelsche persconferentie is het volgende meegedeeld: De toestand is wellicht het best zoo te schetsen, dat men tot nu overstroomingen had, die men thans poogt te kanaliseeren. Het schijnt, dat men langzamerhand naar een oplossing toegaat. In de zitting van Za terdagnamiddag heeft men besproken: den betalingsdatum, de kwestie van het pand recht en de voorwaarden voor een moratori um. Ofschoon men niet kan zeggen, dat over eenstemming bereikt is, schijnt de weg erheen open te zijn. Wat het Duitsche voorstel betreffende den betalingsdatum betreft, n.1. om de betalingen gedeeltelijk op den 15en, gedeeltelijk op den laatste te doen, dit wordt beschouwd als een afwijking van het plan-Young, dat voorziet in de maandelijksche betalingen op denzelf den datum. Het is verder mogelijk, dat deze kwestie in verbinding wordt gebracht met die der verpande inkomsten. Inzake het moratoriumvraagstuk is d? tekst van een nieuw voorstel van de credi teurstaten aan de Duitsche delegatie voorge legd, dat een zekere concessie bevat. De algemeene indruk is, dat dit voorstel den weg zal kunnen openen tot een overeen komst. In hoofdzaak beoogt dit voorstel, dat men zich houdt aan den tekst van het plan, maar dat men in geval van moeilijkheden zijn toevlucht zal nemen tot arbitrage. Het plan voorziet in een moratorium van twee jaar. Er kan uitstel voor een derde jaar worden gegeven als een jaar na afloop der twee jaren betaald is. Over de mobiliseering van de Duitsche obligaties had een vrij uitvoerige discussie plaats, waarn Tardieu zeide het plan-Young niet te kunnen aanvaarden tenzij onder den waarborg, dat de Duitsche annuïteiten ge mobiliseerd zouden worden en dat de Duit sche regeering niets zou ondernemen wat de geldmarkt zou kunnen verstoren nadat de eerste obligaties zijn uitgegeven. De Duitsche delegatie betoogde wel, dat zij geen hinderpalen in den weg zou leggen aan een hersteluitgifte, doch zij kon niet op zich nemen voor onbepaalden tijd beursope- raties te vermijden. Bovendien zou de Duit sche delegatie eerst den raad van beheer van de Rechsbank moeten raadplegen. Tardieu merkte schertsend op, dat de Duitsche regeering wellicht in staat is haar eigen politiek te bepalen zonder dat ze aan dr. Schacht permissie moet vragen. (Ge lach.) Tenslotte stelde Snowden voor, dat een gentleman's agrument zou worden aange gaan om het veld vrij te laten voor een rede lijke periode voor de hersteluitgifte. De besprekingen der Fransche en Duit sche delegatie worden voortgezet met het doel op deze basis een formule te vinden. Verder werd afgesproken, dat de Duitsche regeering zal trachten vóór a.s. Woensdag een overeenkomst tot stand te brengen over de liquidatie van het verleden, met eenlge staten, in het bijzonder met Italië en de Brit sche dominons. Voor het geval men Woens dag daarmee nog niet klaar zou zijn, heeft de Duitsche delegatie op zich genomen een clausule in het protocol te aanvaarden, waar bij alle claims uit dezen hoofde worden gean nuleerd. De diplomatieke medewerker van de Daily Telegraph constateert dat men in Britsche officieele en politieke kringen de aanstaande vlootconferentie met sterk optimisme tege moet ziet. Men verwacht de oplossing van vier belangrijke kwesties: Ten eerste is men er van overtuigd, dat de ernstige meeningsverschillen tusschen Frankrijk en Italië, ontstaan door den eisch van Italië om pariteit met Frankrijk, over wonnen kunnen worden door een overeen komst tusschen de mogendheden van de Mid dellandsche Zee. In de tweede plaats gelooft men, dat tus schen de drie mogendheden, Vereenigde Sta ten, Japan en Engeland, overeenstemming zal kunnen worden bereikt over de toekomst van de groote linie-schepen. Ten derde wordt een regeling van de duik bootkwestie op de basis van de jongste com promis-voorstellen van Japan waarschijnlijk geacht, waarbij de door Groot-Britannië en de Vereenigde Staten gewenschte afschaffing der duikbooten zal worden vervangen door een groote beperking der grootte en het aan tal der duikbooten. In de vierde plaats wordt het zeer wel mogelijk geacht, dat de Japansche verlan gens inzake een verhouding van 7 10 voor de tienduizend ton kruisers tegenover de Vereenigde Staten zullen worden bevredigd door een rechtstreeksche overeenkomst tus schen Washington en Tokio. De geruchtmakende zaak van de Gazette du Franc, waarvan de leidster, de van zwen- delarij op groote schaal betichte mevrouw Hanau, zich reeds geruimen tijd in hechtenis bevindt, hangt samen met een zaak van chantage, n.1. chantage door het weekblad Rumeur op mevrouw Hanau geoefend. Kort na haar in hechtenisneming heeft mevrouw Hanau een klacht wegens afpersing inge diend tegen Anguetil, den man van de Ru- meur, Mimoun Amar, Le Bouys, de secreta ris van Anguetil, Merle en Ruff. Anquetil was bovendien betrokken bij de tegen me vrouw Hanau ingestelde vervolging wegens medeplichtigheid aan gebrek aan vertrou wen, oplichting en heling en bevind zich slechts na een borgtocht van 100.000 frank te hebben gestort, op vrije voeten. Donderdagmiddag heeft de correctioneele rechtbank een begin gemaakt met de behan deling van de door mevr. Hanau tegen An- auetil en de anderen inoed>-ode klacht. Me vrouw Hanau had de St. Lazare-gevangenis dus verlaten om aan de debatten deel te na men. Anquetil c.s. heeft de moeite gedaan dl behandeling van deze zaak te verdagen ea haar te verbinden aan die van de zwendel- zaak der Gazette du Franc. De rechtbanl wilde daarvan echter niet weten. Volgens de voorstelling van mevrouw Ha nau is de zaak heel eenvoudig. Van de stich ting van haar onderneming, de Gazette du Franc, af, heeft zij aan Anquetil om aanval, len in zijn bladen te vermijden, groote som men betaald. Zij eischt nu teruggave van 505.000 frank en een schadevergoeding van 100.000 frank; de administrateur van de Ga zette du Franc, die zich civiele partij heeft gesteld, eischt van Anquetil 195.000 frank. De president van de rechtbank, voor wel ke het duel HanauAnquetil zich afspeelt, is begonnen Anquetil eraan te herinneren, dat hij als leider van het blad Rumeur de reputatie van een gevaarlijk afperser genoot. Anquetil antwoordde, dat deze reputatie hem door vijanden was gemaakt en hij gaf op dreigenden toon te verstaan, dat hij de namen zou bekend maken van de menschen, die hem vroeger bezochten en niet bang wa ren de gasten van een pleger van chantage te zijn. Bij zijn verdediging plaatst Anquetil zich op het standpunt, dat hij mevrouw Ha- nau geen geld heeft afgeperst, maar dat zij hem dit eenvoudig was verschuldigd voor de reclame, die hij in zijn bladen voor de finan- cieele ondernemingen van mevrouw Hanau maakte. Er is, zeide Anquetil, geen sprake van chantage geweest, alleen van een con trast tusschen de bank en een courant. Wan neer de katastrofe van de Gazette du Franc niet was gekemen, zou mevrouw Hanau er niet aan hebben gedacht mij van chantage te beschuldigen. Het is wel gemakkelijk om, wanneer men slechte zaken maakt, maar te zeggen, dat het de afpersers ruïne op hun geweten hebben. J Volgens telegrammen uit Montevideo is in de provincie Rivera in Uruguay aan de Braziliaansche grens onder leiding van den nationalist Saravia een revolutionnaire be weging uitgebroken. De regeering heeft de mobilisatie van ver scheidene troepen-afdeelingen gelast. De staatsbank van Uruguay heeft in ver band met den ernstigen toestand haar filiale* opgedragen, de beschikbare gelden te ver voeren naar de garnizoenssteden De Nationalistische partij heeft met be slistheid tegengesproken, dat zij den revolu tionnaire beweging steunt. DUITSCHLAND. VERKEERSONGEVALLEN TE EERLIJN. Bij Tegel had een ernstig ongeluk plaats tengevolge waarvan zes personen zwaar wer den gewond. Gistermiddag wilde op de Ruppiner Chaus- see een particuliere auto een voorrijdende auto inhalen. De luxe-auto sloeg om en kwam in de berm van den weg terecht. De inzitten den werden gewond naar het dichtstbijzijnd*' ziekenhuis overgebracht. MAN VERMOORD OP STRAAT 1 GEVONDEN. Gisternacht werd te Tempelhof (bij Ber lijn) voor een huis in de Borussiastrasse een man aangetroffen, die bleek te zijn doodge- schoten. Het lijk werd door de politie in be slag genomen. i TREINONTSPORING TEN GEVOLGE VAN EEN KETELONTPLOFFING. Zaterdagavond is in de buurt van Reins-, feld een trein ontspoord. Hieromtrent deelt de directie der spoorwegen voor het district Trier mede: Zaterdagavond omstreeks half' zeven, ontspoorden dicht voor het station Reinsfeld, tengevolge van een ketelontplofw fing de locomotief en de postwagen van den personentrein Trier—Türkismühle. Geen der passagiers werd gewond. De stoker werd licht gewond. De vrouw van een wegwerker, werd bij het verlaten yan een blokhuis door een voortgesleepten dwarslegger getroffen en ten gevolge daarvan zwaar gewond. Haar* toestand is evenwel niet zorgwekkend. Doof de kracht der ontploffing werden talrijke be schadigingen veroorzaakt aan de huizen van het in de nabijheid gelegen dorp Reinsfeld: Nog in de maand September 1929 was de 1o* comotief in de werkplaatsen Het verkeer op het traject, waar slechts spoor is, wordt door omlegging van het ver' keer onderhouden. EEN VALSCHE MUNTER Het is der politie gelukt in de nabijheid van Bechel een valschemunter te arresteeren, die reeds geruimen tijd valsche 100 Matw- biljetten in omloop bracht. De gearresteerd» is de zoon van een molenaar. Na langen tijd ontkend te hebben iets met deze vervalschio- gen uitstaande te hebben, heeft hij than» voor den rechfer-commissaris een volledig bekentenis afgelegd, In totaal moet bi 80

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1