dagblad voor alkmaar en omstreken.
De Tweede Haagsche Conferentie.
DE A.S. VLOOTCONFERENTIE,
Opstand in Uruguay
HAA\UAG 13 JAVIAKI 1930
132e Jaargang.
Dagelijksch overzicht.
Het Duitsche Herstelvraagstuk.
Mededeelingen van Fransche zijde over de bijeenkomst
van Zaterdagmiddag.
Buitenland
Britsch optimisme.
De Gazette Du Franc.
De mobilisatie afgekondigd.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalva Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-,
franco door het geheele Rijk 2,50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
<r
A - r'
l*o. 1©
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
DE A.S. VLOOTCONFERENTIE.
HET BRITSCHE ANTWOORD OP HET
FRANSCHE MEMORANDUM.
In verband met de a.s. vlootconferentie
heeft de Engelsche regeering, in antwoord
op de desbetreffende Fransche nota de Fran
sche regeering een memorandum doen toe
komen, waarvan de tekst den volgenden in
houd heeft.
Bij het verzenden van haar uitnoodiging
tot bijwoning der conferentie heeft de Brit-
6Che regeering overwogen, dat 't niet tot het
succes der conferentie zou bijdragen, wan
neer de verschillende regeeringen zich zou
den vastleggen op standpunten welke mis
schien ontstaan waren door misvattingen
waar zij niet van zouden kunnen afstappen.
Ook refereerde de Britsche regeering in haar
uitnoodiging niet aan de verplichtingen, bij
verdrag aangegaan, noch aan vraagstukken
van nationale veiligheid en dergelijke overwe
gingen, welke absoluut onafscheidelijk zijn
van alle onderhandelingen betreffende ont
wapening en die begrepen moeten worden
door elke natie die aan deze conferentie deel
neemt.
Een groot voordeel van de veelvuldige
bijeenkomsten te Geneve is, dat de regeerin
gen gelegenheid hebben elkanders wederkee-
rige posities en vraagstukken te leeren ken
nen. De Britsche regeering achtte het niet
noodig de elementaire interne en externe ver
plichtingen op te sommen, doch gaf de voor
keur aan eene samenvatting op zeer belang
rijke punten die onder oogen moeten worden
gezien.
De overwegingen, in het Fransch memo
randum uiteengezet, zullen natuurlijk bij al
le gedelegeerden den vollen aandacht heb
ben. Weliswaar is er nog geen overleg ge
pleegd over een volledige machinerie van
sancties, teneinde met kracht uitvoering te
geven aan de verschillende bestaande vre-
des-overeenkomsten, maar niettemin is intus-
schen veel gedaan.
Z.M.'s regeering heeft een groot vertrou
wen uit hoofde van het feit, aat 56 landen
hunne bedoeling hebben kenbaar gemaakt
af te zullen zien van den oorlog als instru
ment van nationale politiek en slechts hun
toevlucht zullen nemen tot vreedzame mid
delen bij de oplossing van internationale ge
schillen.
Tenzij een begin van beperking der ontwa
pening te zeer gerechtvaardigd wordt ge
acht door de veiligheid, welke reeds is ver
kregen door het Volkenbondsstatuut, Locar-
no, de facultatieve clausule en ten slotte door
het Kellogg-pact, zal de publieke opinie wor
den teleurgesteld en nogmaals door de prac-
tijk leeren slechts te vertrouwen op militaire
voorbereidingen ter bescherming van de vei
ligheid. De Britsche regeering hoopt vurig,
dat op de Londensche conferentie een groote
vooruitgang moge blijken sinds den oorlog
op nationale veiligheid door politieke over
eenkomsten. Met belangstelling heeft de
Britsche regeering kennis genomen van het
in het Fransche memorandum gemaakte on
derscheid tusschen het Anti-oorlogspact en
het Volkenbondsstatuut.
Zij geeft er echter de voorkeur aan deze
als aanvullingen van elkander te beschou
wen. Vanuit dit standpunt kunnen de staten
die lid zijn van den Volkenbond het Volken
bondsstatuut inzake den opbouw van vrede
voltooid achten door het Kellogg-pact. Enge
land aanvaardt volledig en zonder reserves
alle verplichtingen van het Volkenbondssta
tuut, hetgeen echter geen uitstel behoort in
te houden van stappen voor ontwapening,
waarvan het Kellogg-pact de rechtvaardi
ging is. De Engelsche regeering neemt nota
van de meening van de Fransche regeering,
dat deze huiverig is voor het doorvoeren van
een belangrijke beperking van haar vlootbe-
wapening door de afwezigheid van bepalin
gen in het Kellogg-pact betreffende de me
thodische toepassing daarvan. De Engelsche
regeering wenscht de dwaling, waarop deze
meening gebaseerd is, te doen inzien. Juist
voor betere perspectieven van vrede en in
ternationale overeenkomsten, houden de Brit
sche voorstellen zeer belangrijke beperking
in der strijdkracht van alle categorieën oor
logsschepen vanaf de grootste schepen tot de
onderzeëers.
Betreffende de verwijzing in het Fransche
memorandum naar het systeem van vlootbe-
wapeningsbeperking volgens globale tonna
ge, zegt het Britsche antwoord dat de regee-
ring voortdurend haar voorkeur heeft laten
blijken voor de behandeling van het loot-
ontwapeningsprobleem door strikte beper
king van types, tonnages en kanonnen, van
alle categorieën oorlogsschepen.
Iedere andere methode van beperking moet
leiden tot het behouden van die elementen
van wedstrijd en onzekerheid welke juist be
doeld worden door deze conferentie geelimi-
neerd te worden. Het probleem der maritie
me ontwapening sluit in zich niet alleen de
ootte der tonnage, doch ook het gebruik
rvan. Desalniettemin heeft de Engelsche
groi
óaa
regeering het voorstel der Fransche aan-
dachtig bestudeerd en is zij bereid de moge
lijkheid te bespreken van een of andere over
eenkomst, gebaseerd op dat voorstel.
Betreffende de these van de Fransche re
geering, dat de verschillende wapens onder
ling samenhangen en een geheel vormen,
zegt het Britsch memorandum, dat Engeland
wel is waar van meening is, dat de proble
men van lucht- en vlootbewapening niet vol
ledig van elkaar kunnen worden gescheiden,
doch dat zij geenszins de meening deelt, dat
men geen poging behoort te doen om met
een probleem af te handelen zonder dat al
len tegelijkertijd behandeld worden. De En
gelsche regeering is van meening, dat het
ontwapeningsprobleem het beste kan worden
vergemakkelijkt door behandeling in detail
gelijk thans bij de vlootconferentie wordt
voorgesteld. Ten slotte moet een volledige
ontwapeningsovereenkomst het geheele ge
bied van bewapeningen bestrijken, doch
voordat men dit geheele terein behandeld
heeft, moet nog veel werk gedaan worden.
Met de Fransche regeering hoopt zij daar
om, dat de conferentie een overeenkomst tot
resultaat zal hebben, welke aantrekkelijk zal
zijn voor alle mogendheden, die vertegen
woordigd zijn bij de voorbereidende commis
sie en die door de taak van dat lichaam te
vergemakkelijken het bijeenroepen van een
algemeene ontwapeningsconferentie zal ver
haasten.
Betreffende de meeningen der Fransche re
geering inzake de wenschelijkheid van een
verdrag van onderlinge gerantie en non-ag-
gressie tusschen de Middellandsche-zeemo-
gendheden, wordt verklaard, dat de Britsche
regeering eveneens van meening is, dat de
Viermogendheden-overeenkomst, betreffende
den Stillen Oceaan, die het resultaat was
van de Conferentie van Washington een ge
lukkigen invloed heeft uitgeoefend op de on
derhandelingen van het Vloot-verdrag van
Washington. De Engelsche regeering
wenscht alleen op te merken, dat het ver
drag, gelijk dat wordt aangeduid door de
Fransche regeering, aanzienlijk verder
schijnt te gaan dan bovengenoemd verdrag
betreffende den Stillen Oceaan, dat slechts
voorzag in het bijeenroepen van een Confe
rentie voor het in overeenstemming brengen
van uiteenloopende meeningen en in geza
menlijk overleg, met het oog op agressieve ac
tie. Voor zoover alle Middellandsche Zeemo
gendheden leden zijn van den Volkenbond,
komt het de Britsche regeering voor, dat er
reeds faciliteiten bestaan voor gezamenlijk
overleg, wanneer dit noodzakelijk mocht blij
ken. Hierin ligt een groote mate van veilig
heid, doch de Engelsche regeering zou gaar
ne van gedachten wisselen over het onder
werp met alle betrokken mogendheden.
De antwoord-nota merkt met bijzonder ge
noegen op, dat geen der in het Fransch me
morandum genoemde problemen onoverko
melijke hinderpalen zijn, en deelt volkomen
het vertouwen der Fransche regeering, dat
er een hartelijke samenwerking zal zijn tus
schen de delegaties der conferentie en dat
haar moeite met succes bekroond zal worden.
Omtrent de Zaterdagmiddag gehouden bij
eenkomst in zake het Duitsche herstelvraag
stuk wordt van Fransche zijde meegedeeld,
dat de Duitsche delegatie omtrent de kwestie
van den datum der stortingen en de mobilisa
tie van het plan-Young een nieuw uitstel heeft
verzocht, om deskundgen uit Berlijn te hoo-
ren onder voorbehoud van den datum, waar
op de zaak opnieuw zou worden behandeld
Fliermede heeft men zich vereenigd.
Vervolgens is de kwestie van het negatief
pandrecht aldus geregeld, dat, indien
Duitschland de creaiteurstaten voldoening
geeft op het punt van den betalingsdatum,
deze Duitschland voldoening zullen geven
t.a.v. het negatief pandrecht.
Wat het moratorium betreft, is een tekst
door de deskundigen overgelegd. Vanmiddag
zal deze worden besproken.
Omtrent de EHiitsch-Amerikaansche over
eenkomst is overeenstemming bereikt.
Ook is men het eens geworden over de
kwestie der spoorwegtarieven, waaromtrent
een uitwisseling van interpretatieve nota's zal
plaats hebben.
Inzake de kwestie van de liquidatie van het
verleden zal de voorgestelde tekst worden
aangenomen, maar deze dient eerst reeds
redactioneel nader te worden bezien.
Omtrent de kwestie van het speciale depot
is men het niet eens geworden; deze kwestie is
naar de experts verwezen.
Aangaande de kwestie der mobilisatie van
het plan-Young is een uitvoerige discussie ge
voerd, waarbij Chéron in herinnering heeft
gebracht, het gesprek, dat hij reeds met Mol
denhauer had gevoerd en waarin hij had be
toogd, dat Duitschland geen buitenlandsche
schuld zou mogen uitgeven, waardoor de
plaatsing van de obligaties van het Young-
plan zou worden belemmerd.
Moldenhauer herhaalde daartegenover,
wat hij Vrijdag reeds gezegd had, n.1. dat het
plan-Young te dien aanzien geenerlei ver
plichting aan Duitschland oplegde. Duitsch
land was trouwens reeds eenigen tijd in on
derhandeling met Krueger over de plaatsing
van buitenlandsche leeningen. Overigens
moest de Duitsche regeering de Rijksbank
consulteeren over de plaatsing van buiten
landsche uitgiften. Hij had experts uit Ber
lijn laten komen en moest dezen over de kwes
tie hooren.
Hierop heeft Tardieu geantwoord, dat juist
omdat de Fransche regeering op de hoogte
was van de voornemens om bij Krueger een
leening te plaatsen, zij daarover reeds op 5
November j.1. de Duitsche regeering door be
middeling van den gezant te kennen heeft
gegeven, dat zij vernomen had, dat Duitsch
land die leening wilde uitgeven onmiddellijk
na de ratificatie van het plan-Young en dat
zij daartegen bezwaar moest maken. Ook ver
klaarde hij het argument van Moldenhauer.
dat een Duitsche buitenlandsche leening eerst
ter kennis moet worden gebracht van de Rijks
bank, voordat zij kan worden uitgegeven, niet
te begrijpen. Dit verhinderde immers niet, dat
Duitschland zich kon verbinden, door de lee
ning niet uit te geven.
Tardieu legde er den nadruk op, dat het
hier een hoofdpunt betrof. Wanneer de credi-
teurstaten niet de grootste mogelijkheid heb
ben, om de betalingen van het plan-Y oung
te mobiliseeren. kunnen zii het olan niet aan
nemen.
Moldenhauer heeft hierop geantwoord, dat
de leening wel geen bezwaar kan opleveren,
daar deze op termijnen van 16 maanden zou
worden geplaatst. De medewerking van de
Rijksbank had Duitschland noodig voor het
plaatsen van buitenlandsche leeningen.
Tardieu heeft gerepliceerd, dat reeds op 5
November Duitschland kennis had gekregen
van de bezwaren van Frankrijk tegen het
plaatsen van bedoelde leening. Maar boven
dien was het hem bekend, dat er onder den
tegenwoordigen minister van financiën voort
durend pogingen worden gedaan om leenin
gen te plaatsen; o.a. was een leening ge
vraagd aan Morgan en een andere aan
Dillon Read. Op verzoek dezerzijds hadden
dezen daarvan afgezien. Tardieu meende dus,
dat er redenen waren om zich bezorgd te ma
ken. Zoolang de eerste tranche van de leening
uit het plan-Young niet was geplaatst, mocht
Duitschland geen leeningen uitgeven.
Chéron heeft er daarop nog op gewezen,
dat er in het plan een artikel is, n.1. art. 165,
dat zeer uitdrukkelijk in dit opzicht is en
waarin wordt gezegd, dat de annuïteit, welke
strekt om de vorderingen te voldoen, welke de
crediteurstaten hebben uithoofde van den last,
welke op hen rust van een groot gedeelte der
uitgaven door hen gedaan tot herstel van de
schaden door den oorlog geleden, dient te
worden betaald in een vorm, welke zich leent
tot mobilisatie. Chéron was ook van meening,
dat er geen bezwaar tegen kon zijn, te bepa
len, dat Duitschland geen buitenlandsche
leening zou uitgeven, die de plaatsing van de
eerste transche zou kunnen bemoeilijken.
Van de 8 punten, die nog te regelen waren,
zijn er 4 voor heden overgebleven, 3 zijn er
geregeld en 1 is in beginsel geregeld.
De niet-Duitsche herstelvraagstukken.
De commissie voor de niet-Duitsche herstel
vraagstukken heeft een bijeenkomst gehad van
de mogendheden der kleine entente met Groot -
Brittannie, Frankrijk en Italië. Zij zijn het
eens geworden over den grondslag voor een
bijeenkomst op Zondagochtend van deze mo
gendheden met Hongarije, welke zoo noodig
in den namiddag zal worden voortgezet.
Wanneer dan de zaak er voor rijp blijkt te
zijn, zal er Maandagochtend een plenaire
bijeenkomst der commissie plaats hebben.
Engelsche persconferentie.
In de Engelsche persconferentie is het
volgende meegedeeld:
De toestand is wellicht het best zoo te
schetsen, dat men tot nu overstroomingen
had, die men thans poogt te kanaliseeren.
Het schijnt, dat men langzamerhand naar
een oplossing toegaat. In de zitting van Za
terdagnamiddag heeft men besproken: den
betalingsdatum, de kwestie van het pand
recht en de voorwaarden voor een moratori
um.
Ofschoon men niet kan zeggen, dat over
eenstemming bereikt is, schijnt de weg erheen
open te zijn.
Wat het Duitsche voorstel betreffende den
betalingsdatum betreft, n.1. om de betalingen
gedeeltelijk op den 15en, gedeeltelijk op den
laatste te doen, dit wordt beschouwd als een
afwijking van het plan-Young, dat voorziet
in de maandelijksche betalingen op denzelf
den datum.
Het is verder mogelijk, dat deze kwestie
in verbinding wordt gebracht met die der
verpande inkomsten.
Inzake het moratoriumvraagstuk is d?
tekst van een nieuw voorstel van de credi
teurstaten aan de Duitsche delegatie voorge
legd, dat een zekere concessie bevat.
De algemeene indruk is, dat dit voorstel
den weg zal kunnen openen tot een overeen
komst. In hoofdzaak beoogt dit voorstel, dat
men zich houdt aan den tekst van het plan,
maar dat men in geval van moeilijkheden
zijn toevlucht zal nemen tot arbitrage.
Het plan voorziet in een moratorium van
twee jaar. Er kan uitstel voor een derde jaar
worden gegeven als een jaar na afloop der
twee jaren betaald is.
Over de mobiliseering van de Duitsche
obligaties had een vrij uitvoerige discussie
plaats, waarn Tardieu zeide het plan-Young
niet te kunnen aanvaarden tenzij onder den
waarborg, dat de Duitsche annuïteiten ge
mobiliseerd zouden worden en dat de Duit
sche regeering niets zou ondernemen wat de
geldmarkt zou kunnen verstoren nadat de
eerste obligaties zijn uitgegeven.
De Duitsche delegatie betoogde wel, dat
zij geen hinderpalen in den weg zou leggen
aan een hersteluitgifte, doch zij kon niet op
zich nemen voor onbepaalden tijd beursope-
raties te vermijden. Bovendien zou de Duit
sche delegatie eerst den raad van beheer van
de Rechsbank moeten raadplegen.
Tardieu merkte schertsend op, dat de
Duitsche regeering wellicht in staat is haar
eigen politiek te bepalen zonder dat ze aan
dr. Schacht permissie moet vragen. (Ge
lach.)
Tenslotte stelde Snowden voor, dat een
gentleman's agrument zou worden aange
gaan om het veld vrij te laten voor een rede
lijke periode voor de hersteluitgifte.
De besprekingen der Fransche en Duit
sche delegatie worden voortgezet met het
doel op deze basis een formule te vinden.
Verder werd afgesproken, dat de Duitsche
regeering zal trachten vóór a.s. Woensdag
een overeenkomst tot stand te brengen over
de liquidatie van het verleden, met eenlge
staten, in het bijzonder met Italië en de Brit
sche dominons. Voor het geval men Woens
dag daarmee nog niet klaar zou zijn, heeft
de Duitsche delegatie op zich genomen een
clausule in het protocol te aanvaarden, waar
bij alle claims uit dezen hoofde worden gean
nuleerd.
De diplomatieke medewerker van de Daily
Telegraph constateert dat men in Britsche
officieele en politieke kringen de aanstaande
vlootconferentie met sterk optimisme tege
moet ziet. Men verwacht de oplossing van
vier belangrijke kwesties:
Ten eerste is men er van overtuigd, dat
de ernstige meeningsverschillen tusschen
Frankrijk en Italië, ontstaan door den eisch
van Italië om pariteit met Frankrijk, over
wonnen kunnen worden door een overeen
komst tusschen de mogendheden van de Mid
dellandsche Zee.
In de tweede plaats gelooft men, dat tus
schen de drie mogendheden, Vereenigde Sta
ten, Japan en Engeland, overeenstemming
zal kunnen worden bereikt over de toekomst
van de groote linie-schepen.
Ten derde wordt een regeling van de duik
bootkwestie op de basis van de jongste com
promis-voorstellen van Japan waarschijnlijk
geacht, waarbij de door Groot-Britannië en
de Vereenigde Staten gewenschte afschaffing
der duikbooten zal worden vervangen door
een groote beperking der grootte en het aan
tal der duikbooten.
In de vierde plaats wordt het zeer wel
mogelijk geacht, dat de Japansche verlan
gens inzake een verhouding van 7 10 voor
de tienduizend ton kruisers tegenover de
Vereenigde Staten zullen worden bevredigd
door een rechtstreeksche overeenkomst tus
schen Washington en Tokio.
De geruchtmakende zaak van de Gazette
du Franc, waarvan de leidster, de van zwen-
delarij op groote schaal betichte mevrouw
Hanau, zich reeds geruimen tijd in hechtenis
bevindt, hangt samen met een zaak van
chantage, n.1. chantage door het weekblad
Rumeur op mevrouw Hanau geoefend. Kort
na haar in hechtenisneming heeft mevrouw
Hanau een klacht wegens afpersing inge
diend tegen Anguetil, den man van de Ru-
meur, Mimoun Amar, Le Bouys, de secreta
ris van Anguetil, Merle en Ruff. Anquetil
was bovendien betrokken bij de tegen me
vrouw Hanau ingestelde vervolging wegens
medeplichtigheid aan gebrek aan vertrou
wen, oplichting en heling en bevind zich
slechts na een borgtocht van 100.000 frank
te hebben gestort, op vrije voeten.
Donderdagmiddag heeft de correctioneele
rechtbank een begin gemaakt met de behan
deling van de door mevr. Hanau tegen An-
auetil en de anderen inoed>-ode klacht. Me
vrouw Hanau had de St. Lazare-gevangenis
dus verlaten om aan de debatten deel te na
men. Anquetil c.s. heeft de moeite gedaan dl
behandeling van deze zaak te verdagen ea
haar te verbinden aan die van de zwendel-
zaak der Gazette du Franc. De rechtbanl
wilde daarvan echter niet weten.
Volgens de voorstelling van mevrouw Ha
nau is de zaak heel eenvoudig. Van de stich
ting van haar onderneming, de Gazette du
Franc, af, heeft zij aan Anquetil om aanval,
len in zijn bladen te vermijden, groote som
men betaald. Zij eischt nu teruggave van
505.000 frank en een schadevergoeding van
100.000 frank; de administrateur van de Ga
zette du Franc, die zich civiele partij heeft
gesteld, eischt van Anquetil 195.000 frank.
De president van de rechtbank, voor wel
ke het duel HanauAnquetil zich afspeelt,
is begonnen Anquetil eraan te herinneren,
dat hij als leider van het blad Rumeur de
reputatie van een gevaarlijk afperser genoot.
Anquetil antwoordde, dat deze reputatie
hem door vijanden was gemaakt en hij gaf
op dreigenden toon te verstaan, dat hij de
namen zou bekend maken van de menschen,
die hem vroeger bezochten en niet bang wa
ren de gasten van een pleger van chantage
te zijn. Bij zijn verdediging plaatst Anquetil
zich op het standpunt, dat hij mevrouw Ha-
nau geen geld heeft afgeperst, maar dat zij
hem dit eenvoudig was verschuldigd voor de
reclame, die hij in zijn bladen voor de finan-
cieele ondernemingen van mevrouw Hanau
maakte. Er is, zeide Anquetil, geen sprake
van chantage geweest, alleen van een con
trast tusschen de bank en een courant. Wan
neer de katastrofe van de Gazette du Franc
niet was gekemen, zou mevrouw Hanau er
niet aan hebben gedacht mij van chantage
te beschuldigen. Het is wel gemakkelijk om,
wanneer men slechte zaken maakt, maar te
zeggen, dat het de afpersers
ruïne op hun geweten hebben.
J
Volgens telegrammen uit Montevideo is in
de provincie Rivera in Uruguay aan de
Braziliaansche grens onder leiding van den
nationalist Saravia een revolutionnaire be
weging uitgebroken.
De regeering heeft de mobilisatie van ver
scheidene troepen-afdeelingen gelast.
De staatsbank van Uruguay heeft in ver
band met den ernstigen toestand haar filiale*
opgedragen, de beschikbare gelden te ver
voeren naar de garnizoenssteden
De Nationalistische partij heeft met be
slistheid tegengesproken, dat zij den revolu
tionnaire beweging steunt.
DUITSCHLAND.
VERKEERSONGEVALLEN TE
EERLIJN.
Bij Tegel had een ernstig ongeluk plaats
tengevolge waarvan zes personen zwaar wer
den gewond.
Gistermiddag wilde op de Ruppiner Chaus-
see een particuliere auto een voorrijdende
auto inhalen. De luxe-auto sloeg om en kwam
in de berm van den weg terecht. De inzitten
den werden gewond naar het dichtstbijzijnd*'
ziekenhuis overgebracht.
MAN VERMOORD OP STRAAT 1
GEVONDEN.
Gisternacht werd te Tempelhof (bij Ber
lijn) voor een huis in de Borussiastrasse een
man aangetroffen, die bleek te zijn doodge-
schoten. Het lijk werd door de politie in be
slag genomen. i
TREINONTSPORING TEN GEVOLGE
VAN EEN KETELONTPLOFFING.
Zaterdagavond is in de buurt van Reins-,
feld een trein ontspoord. Hieromtrent deelt de
directie der spoorwegen voor het district
Trier mede: Zaterdagavond omstreeks half'
zeven, ontspoorden dicht voor het station
Reinsfeld, tengevolge van een ketelontplofw
fing de locomotief en de postwagen van den
personentrein Trier—Türkismühle. Geen der
passagiers werd gewond. De stoker werd
licht gewond. De vrouw van een wegwerker,
werd bij het verlaten yan een blokhuis door
een voortgesleepten dwarslegger getroffen en
ten gevolge daarvan zwaar gewond. Haar*
toestand is evenwel niet zorgwekkend. Doof
de kracht der ontploffing werden talrijke be
schadigingen veroorzaakt aan de huizen van
het in de nabijheid gelegen dorp Reinsfeld:
Nog in de maand September 1929 was de 1o*
comotief in de werkplaatsen
Het verkeer op het traject, waar slechts
spoor is, wordt door omlegging van het ver'
keer onderhouden.
EEN VALSCHE MUNTER
Het is der politie gelukt in de nabijheid
van Bechel een valschemunter te arresteeren,
die reeds geruimen tijd valsche 100 Matw-
biljetten in omloop bracht. De gearresteerd»
is de zoon van een molenaar. Na langen tijd
ontkend te hebben iets met deze vervalschio-
gen uitstaande te hebben, heeft hij than»
voor den rechfer-commissaris een volledig
bekentenis afgelegd, In totaal moet bi 80