DAGBLAD VOOR ALKMAAR OMSTREKEN De Tweede Haagsche Conferentie. Buitenland MIJNRAMP INÖPPER-SILEZIE. Ao. 13 UOADERDAG 16 JAXITARI 1930 132e Jaargang. Dagelijksch overzicht. De regeling van het herstelvraagstuk. Het nieuwe plan. DE A.S, VLOOTCONFERENTIE. Vier dooden entwee gewonden. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.-, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, oost giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. DE A.S. VLOOTCONFERENTIE. De opvatting van Engeland. Kritiek van burggraaf Bridgeman. Nu de aanvangsdatum van de vlootcon ferentie nadert, komen de berichten over de> .voorbesprekingen in de verschillende landen binnen. Zoo heeft de Engelsche regeering gisteren een verklaring afgelegd, waarin zij zegt, dat het doel voor ligt, een maximum- beperking der vlootbewapeningen tot stand te brengen, overeenkomende met de inter nationale veiligheid, onder vermijding van voorstellen, die de kansen op een overeen komst zouden verminderen en er voortdu rend aan denkende, dat de uitgebreidheid van bet Britsche Rijk en deszelfs afhankelijkheid van de Vloot voor de bescherming van haar Zeehandel en scheepvaartverbindingen. Een rechtvaardiging voor de verwachting, dat een dergelijke vermindering veilig kan worden doorgevoerd, kan in de eerste plaats gevon den worden in de talrijke overeenkomsten voor het verzekeren van de veiligheid, die sinds den oorlog onderteekend zijn Het iVolkenbondspact, het verdrag van Washing ton, dat van Locarno, de Facultatieve Clau sule en het Kellogg Pact zijn de belang rijkste dezer verdragen, doch behalve deze zijn er tal van regionale overeenkomsten waaraan de onderteekenende mogendheden veel gewicht hechten voor het handhaven van den wereldvrede. Het gezamenlijk effect van deze overeenkomsten wordt algemeen gevoeld als een stap in de richting van ivloot-ontwapening, want, volgens de mee- ming der regeering moet de militaire kracht in eenig verband staan tot het onmiddellijk oorlogsgevaar, dat ten gevolge van deze overeenkomsten verminderd is en het is een slechte staatkunde een grooter bewapening te handhaven dan noodzakelijk is. De Engel sche regeering is van meening, dat de ge vaarlijke neiging der laatste jaren om de vlootbewapening der wereld uit te breiden tot een wedloop kan leiden, tenzij er een einde aan gemaakt wordt. Er zijn drie wegen, waarop het probleem der vlootbeperking kan worden benaderd. Ten eerste door vermindering der bestaande vloten. Ten tweede door vermindering der door de verschillende regeeringen goedge keurde vlootprogramma en ten derde door verlenging van den levensduur der bestaande schepen. Met betrekking tot de slagschepen bepaalde het verdrag van Washington hun levensduur op twintig jaren. Wanneer deze tijd op de a.s. conferentie kan worden uitgebreid tot 25 jaren, dan zal het resultaat een verminde ring zijn. Wat het kruiserprobleem betreft, dat is voornamelijk een probleem van verdeeling der tonnage over de categorieën en van het komen tot een overeenkomst inzake het even wicht tusschen de volkeren, wat het aantal kruisers betreft. Wanneer zonder de veilig heid op te offeren een overeenstemming kan worden bereikt op dit gebied, die een einde maakt aan den bewapeningswedloop, dan wordt de kracht en de invloed van de poli tieke overeenkomsten tot het voorkomen van den oorlog automatische versterkt, en de lans op een vollediger ontwapening,wanneer de tijd komt voor het herzien der overeenkom sten, vergroot. Bij het aangaan van deze conferentie grond vest de Britsche regeering zich derhalve op de onderstelling, dat voor een aanzienlijk tijd perk de vrede veilig is en dat het gevoel alleen reeds, dat een vlootovereenkomst bereikt is, het gevoel van veiligheid zal versterken Zelfs wanneer het resultaat der conferentie niet aan alle verwachtingen voldoet van hen, oie de verantwoording dragen voor het sa menkomen der conferentie, is de Britsche re geering toch vastbesloten alles te doen wat in haar macht is om de wereld te toonen, dat zij bereid is stap voor stap voorwaarts 'e gaan naar een bevredigende oplossing van het ontwapeningsprobleem. Doch alles hargt af van internationale overeenstemming. Enge land zal geen stappen doen in de richting van ontwapening alleen ter wille van 't ge baar. Alles wat redelijkerwiize gedaan kon worden in dien zin is gedaan Engeland kan alleen voortgaan op voorwaarde dat andere volkeren in overeenstemming daarmede voort gaan en elke overeenkomst die het resultaat zal zijn van de Conferentie moet werkelijk internationale politiek vertegenwoordigen. Een internationale overeenkomst inzak' ver lenging van levensduur en vermindering van afmeting en kanonnensterkte van nieuwe slagschepen gebouwd ter vervanging van oude zou een groote stap voorwaarts zijn Een overeenkomst betreffende aantal af metingen en verdeeling der kruisers zou eveneens een zeer waardevolle vooruitgang zijn Aangaande de onderzeeërs voeit de 'Engelsche regeering veel voor algeheele af schaffing, doch wanneer dat niet bereikt kan worden streeft zij naar vermindering der af meting en van het aantal tot een minimum. Hier echter komt de kwestie weer op van het scheppen van een bevredigend evenwicht tusschen de volkeren en het bespreken van dit punt op de conferentie zal van het hoog ste belang zijn. Men is er zich ten volle van bewust, dat wanneer de gezichtspunten der afzonderlijke naties met te veel klem naar voren worden gebracht, dit de kans op waardevolle resultaten zou kunnen ver nietigen. Voor zoover het de Britsche regeering be treft, zij gaat ter conferentie, bereid die voorstellen gunstig in ontvangst te nemen, welke niet alleen haar eigen standpunt ver tegenwoordigen doch ook die welke een gunstigen basis scheppen voor het bereiken van een algemeene overeenkomst. Burggraaf Bridgeman, de eerste lord der admiraliteit uit het kabinet Baldwin, heeft op een vergadering van de vlootvereeniging over de vlootconferentie gesproken en ge zegd, dat het kruiserprobleem evenals in 1927 ook nu weer het moeilijkste probleem is. De Engelsche bouwpolitiek bestond uit lang zame vervanging en in de volgende 10 jaar zouden 35 van de Engelsche kruisers ver ouderd zijn. Drt maakte de opschorting van den bouw van twee kruisers, waarmede reeds begonnen was, zonder eenig equivalent van de andere mogendheden, zeer verontrustend. Bridgeman oefende voorts kritiek op Alexander's mededeeling, dat Engeland be reid is zijn aantal kruisers tot 50 terug te brengen. Hij achtte Alexander's verdediging van deze politiek zeer weinig overtuigend. Zij was alleen gebaseerd op het pact van Kellogg, maar als dit de eenige reden is, waarom zou dat dan een andere uitwerking hebben op de andere mogendheden. Klaar blijkelijk vermeerden de andere landen hun kruisers. Engeland kan niet zonder tegen wicht iets opgeven. Een overeenkomst kan alleen door geven en nemen bereikt worden. DE VERGADERING VAN DE ZES UITNOODIGENDE MOGENDHEDEN. De brief van dr. Schacht. De deelneming van de Rijksbank in het kapitaal van de Int. Her- stelbank. In de zitting van de zes uitnoodigende mo gendheden over de Duitsche herstelvraagstuk ken heeft men de aangelegenheid van de deel neming van de Rijksbank aan het kapitaal van de Int. Herstelbank behandeld. Men had de keuze tusschen opneming in het slotprotocol van Den Haag van de ver plichting van de Rijksbank om deel te nemen of wel om dit te regelen door wijziging van de Rijksbankwet. De Duitschers gaven aan deze laatste methode de voorkeur, aangezien dat hun aan genamer was dan de andere oplossing, die met zich mede zou brengen, dat alleen voor Duitschland zulk een speciale bepaling in het slotprotocol zou worden opgenomen. In de Rijksbankwet zullen ook in het bijzon der worden vastgelegd de verplichtingen, die uit hoofde van het Young-plan en van het statuut der Internationale Bank op den per soon van den president der Rijksbank komen te rusten, zulks op verzoek van dr. Schacht. Allen gingen met het Duitsche voorstel ac- coord. Slechts wat de uitwerking betreft, n.1 de formuleering van de aan te brengen wijzi gingen in de Rijksbankwet, wenschte één der crediteurstaten nog een beraadslaging met de juristen. Gisternamiddag te 5 uur zou de commissie van de zes opnieuw bijeenkomen en dan ook het sanctie-vraagstuk, dat gisterochtend, aan gezien Tardieu laat kwam en weer vroeg weg moest, nog niet werd behandeld, bespreken. De vraag van de mobilisatie der Duitsche schuld kwam gisteren niet aan de orde in de bijeenkomst van de zes. Chéron en Molden- hauer zullen daarover samen nog overleg plegen, terwijl ook aan het diner, dat Curtius gisteravond aan de Fransche delegatie aan bood, nog gelegenheid' zou bestaan, dit punt te bespreken. Het vraagstuk van de liquidatie van het verleden is nog niet heelemaal opgelost. In het organisatiecomité voor de Interna tionale Herstelbank werd gisterochtend het „Grundgesetz" besproken. DE BIJEENKOMST VAN GISTER MIDDAG. De behandeling van de Duitsche deelnemin» in h*t kaoitaal van de herstelbank voortgezet. De kwes tie van de sancties. Twee teksten. Omtrent de gistermiddag gehouden verga dering van de zes uitnoodigende Mogend heden vernemen we van Fransche zijde dat zij zich in de eerste plaats hebben beziggehouden met de kwestie van de deelneming van de Reichsbank in de Internationale Bank. De Duitsche delegatie had den tekst voor gesteld om de medewerking van de Reichs bank te verzekeren. Chéron heeft hierop een amendement voorgesteld, waarna de tekst is verwezen naar de redactie-commissie. Boven dien was van Duitsche zijde een aanvulling voorgesteld van bijlage III van het rapport betreffende de Internationale Bank. Omtrent de beginselen is men 't eens geworden, t.w. dat alle wijzigingen welke Duitschland wi! aanbrengen in de bankwetgeving door de Duitsche regeering zullen moeten worden ter kennis gebracht van den Raad van Beheer van de Internationale Bank. Bif verschil van neening kan een scheidsrechterlijke beslis sing volgen. Vervolgens hebben de Duitsche en de Fran sche delegatie aan de vergadering de teksten medegedeeld waarover zij het eens waren ge worden voor het geval dat het plan-Young door de Duitsche regeering mocht worden vernietigd. Deze teksten zijn twee in getal De eerste vormt een artikel IV van het slotproto col en luidt als volgt: Wanneer het nieuwe Plan in werking is. ~Zoodra het nieuwe Plan in werking zal zijn gesteld, zullen het bureau voor de herstel betalingen en de daarmede samenhangende organismen te Berlijn worden opgeheven en nemen de betrekkingen voor de Commissie voor het herstel met Duitschland een einde Onder de werking van het nieuwe Plan, zullen van de functies dezer organismen slechts die in stand blijven welker handhaving door het Plan noodzakelijk wordt gemaakt; dëzè functies zullen worden overgedragen aan de Internationale Bank door tusschen- komst van het beperkte bijzondere comité; de Internationale Bank zal ze uitoefenen onder de voorwaarden en binnen de grenzen van het nieuwe Plan, overeenkomstig de bepalingen van zijn statuten. De bevoegdheden der crediteur-mogend- heden tegenover Duitschland onder de wer king van het nieuwe Plan zullen bepaald zijn volgens dit Plan. Hieromtrent hebben de vertegenwoordigers van de Engelsche, Belgische, Fransche, Ita- liaansche en Japansche regeeringen en de vertegenwoordigers van de Duitsche regee ring de verklaring uitgewisseld welke het on derwerp vormen van de bijlage". Blijkens dit artikel zullen, zoolang het Plan blijft gelden, derhalve de organen, in 't Plan voorzien, werken t.w. 't consultatieve comité, het scheidsgerecht enz. Dit artikel bevat dus het régime zoolang 't Plan in werking blijft. Wanneer Duitschland het Plan mocht schenden. De tweede tekst houdt in de gelijkluidende verklaring van de Belgische, Engelsche, Fransche, Italiaansche en Japansche regeer, en een verklaring van de Duitsche regeerig en betreft het geval dat het Plan door Duitschr land mocht worden vernietigd, de z.g. kwestie van de sancties, welke term echter daarom minder juist is, daar men, slechts heeft willen regelen den nieuwen toestand die in het be doelde geval zou ontstaan. Deze verklaringen vormen een bijlage bij het Ontwerp-Slotprotocol. Ze luiden: De crediteurstaten trekken de be doelingen van de Duitsche regee ring niet in twijfel. De vertegenwoordigers van de Belgische, Engelsche, Fransche, Italiaansche en Japan sche regeering leggen de volgende verklaring af: Het Nieuwe Plan berust op het beginsel dat de volledige en definitieve regeling van 't herstelvraagstuk van gemeenschappelijken belang is voor alle hierbij betrokken landen en dat dit plan de medewerking van al die landen eischt. Zonder wederzijdschen goeden wil en vertrouwen zou het doel van dit plan niet bereikt worden. Het is in dien zin, dat de crediteurstaten in het slotprotocol de plechtige verbintenis van de Duitsche regeering om de annuïteiten dit vastgesteld zijn overeenkomstig de bepalingen van het nieuwe plan te betalen, hebben aange nomen als den waarborg voor de nakoming harer verplichtingen. Zij zijn overtuigd, dat, voor Jt geval dat de uitvoering van het Nieuwe Plan meeningsverschillen of moeilijkheden zou doen ontstaan, de in het Plan zelf voor ziene procedures voldoende zouden zijn om die meeningsverschillen en moeilijkheden op te lossen. Om deze reden bepaalt het slotprotocol dat onder het regime van het Nieuwe Plan de be voegdheden der crediteurstaten zich bepalen tot de bepalingen die het Plan inhoudt. Intusschen blijft er een mogelijk geval denkbaar, dat buiten het raam van de heden onderteekende overeenkomsten valt De credi teurstaten zien zich gedwongen daarmee reke ning te houden, zonder daarmee de bedoelin gen der Duitsche Regeering in twijfel te wil len trekken. Zij achten het onontbeerlijk reke ning te houden met de mogelijkheid dat, in de toekomst, een Duitsche regeering tegen de plechtige verbintenis in vervat in het slotpro tocol van heden, zou overgaan tot handelin gen waaruit haar wil om het Nieuwe Plan te vernietigen zou blijken. De crediteur-regeer in een hebben den olicht de Duitsche regeering te verklaren dat, indien een dergelijk geval zich mocht voordoen waar door het gemeenschappelijk nagestreefde werk in zijn grondslagen zal worden getroffen, een nieuwe toestand zou geschapen worden met bet oog waarop de genoemde cnediteur-reges- ringen reeds thans alle voorbehoud in rechten moeten maken. Intusschen zijn de crediteur-regeeringen zelfs m deze uiterste onderstelling in het be lang van den algemeenen vrede bereid om, al vorens eenige actie te ondernemen, en beroep te deen, voor de constateering en de waardee ring der feiten, op een internationale recht spraak van onbetwist gezag. De crediteur- mogendheid of de crediteur-mogendheden, die zich h'erbij belanghebbend mochten achten, zouden dus aan het Permanente Hof van In ternationale Justitie de vraag voorleggen of de Duitsche regeering daden heeft verricht welke haar opzettelijken wil doen blijken om het nieuwe plan te vernietigen. Duitschland zou reeds nu moeten verklaren dat, in geval het Hof in bevestigenden zin beslist, hét als wettig erkent dat ten einde de uitvoering van de verplichtingen der debiteur- mogendheid te verzekeren, zooals deze voort vloeien uit het nieuwe plan, de crediteur-mo- gendheid of de credteur-mogendheden hun ge heele vrijheid van handelen terugkrijgen. De crediteur-regeeringen zijn overtuigd dat het bedoelde on derstelde geval zich nimmer zal voordoen. Zij zijn er zeker van dat de Duitsche re geering deze overtuiging deelt. Maar zij meenen dat het voor hen een verplichting van oprechtheid is en een plicht tegenover hun betrokken landen om voor het geval dat dit hypothetische geval zich mocht voordoen de voorafgaande verklaring te formuleeren. Een verklaring van Duitsche zijde. De vertegenwoordigers van de Duitsche regeering verklaren hunnerzijds: De Duitsche regeering neemt akte van de verklaring welke voorafgaat van de credi teur-regeeringen, krachtens welke in het ge val dat naar aanleiding van de uitvoering van het nieuwe plan zich meeningsverschil len of moeilijkheden mochten voordoen, de procedures voorzien in het plan voldoende zouden zijn om deze op te lossen. Zij neemt bijgevolg er akte van dat onder de werking van het nieuwe plan de bevoegd heden van de crediteur-mogendheden zullen worden bepaald volgens>de bepalingen van genoemd plan. Wat het tweede gedeelte van bedoelde ver klaring betreft en de onderstelling die er in wordt geformuleerd betreurt de Duitsche re geering dat men een dergelijke eventualiteit op het oog heeft, welke zij wat haar betreft voor onmogelijk houdt. Intusschen, indien een of meer crediteur- mogendheden bij het Permanente Hof van Internationale Justitie de vraag aanhangig maken of daden, uitgaande van de Duitsche regeering, den wil doen blijken om het nieu we plan te vernietigen, is de Duitsche regee ring het eens met de crediteur-mogendhe den om te aanvaarden dat het Permanente Hof hierover beslist en verklaart zij het als wettig te beschouwen ingeval van een beves tigende beslissing van het Hof, dat ten ein de de uitvoering te verzekeren van de finan- cieele verplichtingen der debiteur-mogendhe- den zoals deze voortvloeien uit het nieuwe plan, de crediteur-mogendheid of de credi teur-mogendheden hun volledige vrijheid van handelen terugkrijgen. De vergadering heeft zich met deze teksten vereenigd. De discussie over het vraagstuk, der sancties. In de discussie over de regeling van het sanctievraagstuk heeft, naar in de Engelsche persconferentie is meegedeeld, Tardieu ver klaard, dat een informeele discussie heeft plaats gehad tusschen de Fransche en de En gelsche delegaties, welke tot resultaat had, dat overeenstemming is bereikt in dier voege, dat zooalng het plan in werking is, er van sancties geen sprake kan zijn. Indien de kwestie werd opgeworpen als een gevolg van het verscheuren van het plan door Duitschland kan zij voor het Haagsche Hof worden gebracht en als het Hof een bevesti gende uitspraak doet zullen de crediteursta ten hun vrijheid van handelen herkrijgen. Wirth bevestigde, dat Duitschland de ver klaring heeft aanvaard, hoewel hij meent, dat het geval, daarin voorzien, niet overwogen behoeft te worden. Snowden zeide, dat de onderhandelingen gevoerd zijn tusschen de Fransche en Duit sche delegaties en dat de Engelsche daaraan niet heeft deelgenomen. Zijn eigen opvatting was, dat het zeer jammer was, dat de kwes tie is opgeworpen, maar nu dat eenmaal was geschied meende hij de beide partijen te kun- nen gelukwenschen dat zij een overeenstem ming hebben bereikt op een tekst, die voor beide aannemelijk is. Hij was dan ook bereid de verklaring te aanvaarden voor wat Groot Brittannië be treft. Er was slechts één punt waarover hij nog gaarne klaarheid zou willen hebben. De ver klaring spreekt van een of meer crediteur staten. die zich tot het Haagsche Hof kunnen wenden. Als zulk een geval de verscheuring door Duitschland van het plan zou beseffen, zou het alle crediteurstaten aangaan en zij zullen alle partij zijn in het beroep op het Hof. De tekst schijnt rekening te houden met een verschil tusschen de crediteurstaten en lij nam aan, dat er geen sprake kon zijn van onafhankelijk optreden in andere omstandig- ïeden. Tardieu zette uiteen, dat de bedoeling was elk der crediteurstaten het recht te laten een kwestie voor het Hof te brengen, maar het was altijd mogelijk dat, wat ook het Hof be sliste, de verschillende crediteurstaten hun ositie verschillend konden beschouwen van un politiek standpunt en daarom waren deze woorden opgenomen in den tekst. Wirth bevestigde dit. Snowden zeide, dat hij slechts dezen uit slag gewenscht had en hij kon volkomen te vreden de verklaring aanvaarden op de basis van de gegeven uiteenzetting. Japansche teleurstelling. Uit de bewoordingen der Britsche uitnoo diging tot de vlootconferentie blijkt men in Japan den indruk gekregen te hebben dat de voorbereidende besprekingen bestemd waren om overeenkomsten teweeg te bren gen vóór het houden der conferentie Thans toont men zich teleurgesteld dat de Engelsdh- Japansche besprekingen in niets anders heb ben bestaan dan wisselingen van gedachten. De pers geeft uiting aan deze meening sn er zijn aanwijzingen dat zij ook het officieele standpunt weergeeft hoewel de autoriteiten er het gewicht van pogen te verkleinen. De Amerikaansche marinewerven en de vlootbeperking. De correspondent van de „HeraM-Tribune" te Washington meent te weten dat vier van de acht bestaande marinewerven der V. S. haar poorten wel zouden kunnen sluiten in dien de vlootconferentie te Londen haar goedkeuring hechtte aan uitstel in den aan bouw van pantsersohepen en vermindering van het aantal kruisers. De correspondent van de „New York Times" te Washington meent dat de V. S. waarschijnlijk geneigd zouden zijn hun aan tal pantsersChepen van 18 tot 15 te verminde ren als Groot-Brittannië een dergelijke ver mindering aanvaardde. Gistermiddag heeft in Opper-Silezië een aardschok plaats gehad, die ook in Königs- hütt, aan de overzijde van de grens, merk baar was en ook op verren afstand, westelijk van Beuthen werd1 waargenomen. In de mijn Heinitz-Grube van de Deutsche Giesche-Gesellschaft had een aardstorting plaats. Daar het aan het werk zijnde perso neel gevaar liep, werd onmiddellijk met het bergingswerk begonnen. Op het moment van het ongeluk waren er 22 personen in de mijn. Tien hunner zijn ongedeerd en 6 met liente verwondingen in veiligheid gebracht, terwijl er tot dusverre nog 6 arbeiders vermist wor den. Nader wordt gemeld over het ernstige mijnongeluk in Beuthen, dat tengevolge van het instorten van een pijler een instorting plaats vond, waarbij 20 mijnwerkers in ge vaar kwamen te verkeeren. Door den inge- storten pijler werden 2 arbeiders gedood. Een derde arbeider is nog bedolven, doch klaar blijkelijk niet verwond, daar hij op normale wijze om hulp kan roepen. Men stelt alles in het werk om hem te redden. De toegang is echter geheel ingestort. Verder had nog een instorting plaats, waarbij een man gedood werd en 2 gewond Ook in het gedeelte, waar de betonfirma Walter werkt, is een man gedood, terwijl een ander beklemd raakte. In totaal zijn dus bij het ongeluk 4 perso nen gedood en twee gewond. Het overige personeel heeft zich zoadei hulp in veiligheid kunnen brengen. De reddingswerkzaamheden tot bevrijding van de laatste nog in de Heinitz-mijn inge sloten mijnwerkers te Bauthen werden op heden met kraht voortgezet. Tot nu toe zijn 2 lijken geborgen. Van de thans nog ingeslo ten mijnwerkers is zeker nog één, wellicht zijn er nog twee in leven. BELGIS DE DIEFSTAL VAN EEN POST PAKKET. Zooals gisteren gemeld werd, was dooi een bank te Brussel op 8 Januari j.1. een pak ket, bevattende 80.000 francs aan bankbil jetten verzonden naar een bank te Roer mond, welk pakket daar tot nu toe niet aangekomen. Thans wordt vernomen, dat het vermiste bedrag bestemd was voor de N'ed. Land- bouwfeaak te Roermond, èf

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1