DAGBLAD VOOR ALKMAAR
OMSTREKEN
De Tweede Haagsche Conferentie.
Buitenland
MIJNRAMP INÖPPER-SILEZIE.
Ao. 13
UOADERDAG 16 JAXITARI 1930
132e Jaargang.
Dagelijksch overzicht.
De regeling van het herstelvraagstuk.
Het nieuwe plan.
DE A.S, VLOOTCONFERENTIE.
Vier dooden entwee gewonden.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.-,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, oost
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
DE A.S. VLOOTCONFERENTIE.
De opvatting van Engeland.
Kritiek van burggraaf Bridgeman.
Nu de aanvangsdatum van de vlootcon
ferentie nadert, komen de berichten over de>
.voorbesprekingen in de verschillende landen
binnen. Zoo heeft de Engelsche regeering
gisteren een verklaring afgelegd, waarin zij
zegt, dat het doel voor ligt, een maximum-
beperking der vlootbewapeningen tot stand
te brengen, overeenkomende met de inter
nationale veiligheid, onder vermijding van
voorstellen, die de kansen op een overeen
komst zouden verminderen en er voortdu
rend aan denkende, dat de uitgebreidheid van
bet Britsche Rijk en deszelfs afhankelijkheid
van de Vloot voor de bescherming van haar
Zeehandel en scheepvaartverbindingen. Een
rechtvaardiging voor de verwachting, dat een
dergelijke vermindering veilig kan worden
doorgevoerd, kan in de eerste plaats gevon
den worden in de talrijke overeenkomsten
voor het verzekeren van de veiligheid, die
sinds den oorlog onderteekend zijn Het
iVolkenbondspact, het verdrag van Washing
ton, dat van Locarno, de Facultatieve Clau
sule en het Kellogg Pact zijn de belang
rijkste dezer verdragen, doch behalve deze
zijn er tal van regionale overeenkomsten
waaraan de onderteekenende mogendheden
veel gewicht hechten voor het handhaven
van den wereldvrede. Het gezamenlijk effect
van deze overeenkomsten wordt algemeen
gevoeld als een stap in de richting van
ivloot-ontwapening, want, volgens de mee-
ming der regeering moet de militaire kracht
in eenig verband staan tot het onmiddellijk
oorlogsgevaar, dat ten gevolge van deze
overeenkomsten verminderd is en het is een
slechte staatkunde een grooter bewapening
te handhaven dan noodzakelijk is. De Engel
sche regeering is van meening, dat de ge
vaarlijke neiging der laatste jaren om de
vlootbewapening der wereld uit te breiden
tot een wedloop kan leiden, tenzij er een
einde aan gemaakt wordt.
Er zijn drie wegen, waarop het probleem
der vlootbeperking kan worden benaderd.
Ten eerste door vermindering der bestaande
vloten. Ten tweede door vermindering der
door de verschillende regeeringen goedge
keurde vlootprogramma en ten derde door
verlenging van den levensduur der bestaande
schepen.
Met betrekking tot de slagschepen bepaalde
het verdrag van Washington hun levensduur
op twintig jaren. Wanneer deze tijd op de
a.s. conferentie kan worden uitgebreid tot
25 jaren, dan zal het resultaat een verminde
ring zijn.
Wat het kruiserprobleem betreft, dat is
voornamelijk een probleem van verdeeling
der tonnage over de categorieën en van het
komen tot een overeenkomst inzake het even
wicht tusschen de volkeren, wat het aantal
kruisers betreft. Wanneer zonder de veilig
heid op te offeren een overeenstemming kan
worden bereikt op dit gebied, die een einde
maakt aan den bewapeningswedloop, dan
wordt de kracht en de invloed van de poli
tieke overeenkomsten tot het voorkomen van
den oorlog automatische versterkt, en de lans
op een vollediger ontwapening,wanneer de
tijd komt voor het herzien der overeenkom
sten, vergroot.
Bij het aangaan van deze conferentie grond
vest de Britsche regeering zich derhalve op
de onderstelling, dat voor een aanzienlijk tijd
perk de vrede veilig is en dat het gevoel alleen
reeds, dat een vlootovereenkomst bereikt is,
het gevoel van veiligheid zal versterken
Zelfs wanneer het resultaat der conferentie
niet aan alle verwachtingen voldoet van hen,
oie de verantwoording dragen voor het sa
menkomen der conferentie, is de Britsche re
geering toch vastbesloten alles te doen wat in
haar macht is om de wereld te toonen, dat zij
bereid is stap voor stap voorwaarts 'e gaan
naar een bevredigende oplossing van het
ontwapeningsprobleem. Doch alles hargt af
van internationale overeenstemming. Enge
land zal geen stappen doen in de richting
van ontwapening alleen ter wille van 't ge
baar. Alles wat redelijkerwiize gedaan kon
worden in dien zin is gedaan Engeland kan
alleen voortgaan op voorwaarde dat andere
volkeren in overeenstemming daarmede voort
gaan en elke overeenkomst die het resultaat
zal zijn van de Conferentie moet werkelijk
internationale politiek vertegenwoordigen.
Een internationale overeenkomst inzak' ver
lenging van levensduur en vermindering van
afmeting en kanonnensterkte van nieuwe
slagschepen gebouwd ter vervanging van
oude zou een groote stap voorwaarts zijn
Een overeenkomst betreffende aantal af
metingen en verdeeling der kruisers zou
eveneens een zeer waardevolle vooruitgang
zijn Aangaande de onderzeeërs voeit de
'Engelsche regeering veel voor algeheele af
schaffing, doch wanneer dat niet bereikt kan
worden streeft zij naar vermindering der af
meting en van het aantal tot een minimum.
Hier echter komt de kwestie weer op van
het scheppen van een bevredigend evenwicht
tusschen de volkeren en het bespreken van
dit punt op de conferentie zal van het hoog
ste belang zijn. Men is er zich ten volle van
bewust, dat wanneer de gezichtspunten der
afzonderlijke naties met te veel klem naar
voren worden gebracht, dit de kans op
waardevolle resultaten zou kunnen ver
nietigen.
Voor zoover het de Britsche regeering be
treft, zij gaat ter conferentie, bereid die
voorstellen gunstig in ontvangst te nemen,
welke niet alleen haar eigen standpunt ver
tegenwoordigen doch ook die welke een
gunstigen basis scheppen voor het bereiken
van een algemeene overeenkomst.
Burggraaf Bridgeman, de eerste lord der
admiraliteit uit het kabinet Baldwin, heeft
op een vergadering van de vlootvereeniging
over de vlootconferentie gesproken en ge
zegd, dat het kruiserprobleem evenals in 1927
ook nu weer het moeilijkste probleem is. De
Engelsche bouwpolitiek bestond uit lang
zame vervanging en in de volgende 10 jaar
zouden 35 van de Engelsche kruisers ver
ouderd zijn. Drt maakte de opschorting van
den bouw van twee kruisers, waarmede reeds
begonnen was, zonder eenig equivalent van
de andere mogendheden, zeer verontrustend.
Bridgeman oefende voorts kritiek op
Alexander's mededeeling, dat Engeland be
reid is zijn aantal kruisers tot 50 terug te
brengen. Hij achtte Alexander's verdediging
van deze politiek zeer weinig overtuigend.
Zij was alleen gebaseerd op het pact van
Kellogg, maar als dit de eenige reden is,
waarom zou dat dan een andere uitwerking
hebben op de andere mogendheden. Klaar
blijkelijk vermeerden de andere landen hun
kruisers. Engeland kan niet zonder tegen
wicht iets opgeven. Een overeenkomst kan
alleen door geven en nemen bereikt worden.
DE VERGADERING VAN DE ZES
UITNOODIGENDE MOGENDHEDEN.
De brief van dr. Schacht.
De deelneming van de Rijksbank
in het kapitaal van de Int. Her-
stelbank.
In de zitting van de zes uitnoodigende mo
gendheden over de Duitsche herstelvraagstuk
ken heeft men de aangelegenheid van de deel
neming van de Rijksbank aan het kapitaal
van de Int. Herstelbank behandeld.
Men had de keuze tusschen opneming in
het slotprotocol van Den Haag van de ver
plichting van de Rijksbank om deel te nemen
of wel om dit te regelen door wijziging van
de Rijksbankwet.
De Duitschers gaven aan deze laatste
methode de voorkeur, aangezien dat hun aan
genamer was dan de andere oplossing, die
met zich mede zou brengen, dat alleen voor
Duitschland zulk een speciale bepaling in het
slotprotocol zou worden opgenomen.
In de Rijksbankwet zullen ook in het bijzon
der worden vastgelegd de verplichtingen, die
uit hoofde van het Young-plan en van het
statuut der Internationale Bank op den per
soon van den president der Rijksbank komen
te rusten, zulks op verzoek van dr. Schacht.
Allen gingen met het Duitsche voorstel ac-
coord. Slechts wat de uitwerking betreft, n.1
de formuleering van de aan te brengen wijzi
gingen in de Rijksbankwet, wenschte één der
crediteurstaten nog een beraadslaging met de
juristen.
Gisternamiddag te 5 uur zou de commissie
van de zes opnieuw bijeenkomen en dan ook
het sanctie-vraagstuk, dat gisterochtend, aan
gezien Tardieu laat kwam en weer vroeg weg
moest, nog niet werd behandeld, bespreken.
De vraag van de mobilisatie der Duitsche
schuld kwam gisteren niet aan de orde in de
bijeenkomst van de zes. Chéron en Molden-
hauer zullen daarover samen nog overleg
plegen, terwijl ook aan het diner, dat Curtius
gisteravond aan de Fransche delegatie aan
bood, nog gelegenheid' zou bestaan, dit punt
te bespreken.
Het vraagstuk van de liquidatie van het
verleden is nog niet heelemaal opgelost.
In het organisatiecomité voor de Interna
tionale Herstelbank werd gisterochtend het
„Grundgesetz" besproken.
DE BIJEENKOMST VAN GISTER
MIDDAG.
De behandeling van de Duitsche
deelnemin» in h*t kaoitaal van de
herstelbank voortgezet. De kwes
tie van de sancties.
Twee teksten.
Omtrent de gistermiddag gehouden verga
dering van de zes uitnoodigende Mogend
heden vernemen we van Fransche zijde dat zij
zich in de eerste plaats hebben beziggehouden
met de kwestie van de deelneming van de
Reichsbank in de Internationale Bank.
De Duitsche delegatie had den tekst voor
gesteld om de medewerking van de Reichs
bank te verzekeren. Chéron heeft hierop een
amendement voorgesteld, waarna de tekst is
verwezen naar de redactie-commissie. Boven
dien was van Duitsche zijde een aanvulling
voorgesteld van bijlage III van het rapport
betreffende de Internationale Bank. Omtrent
de beginselen is men 't eens geworden, t.w.
dat alle wijzigingen welke Duitschland wi!
aanbrengen in de bankwetgeving door de
Duitsche regeering zullen moeten worden ter
kennis gebracht van den Raad van Beheer
van de Internationale Bank. Bif verschil van
neening kan een scheidsrechterlijke beslis
sing volgen.
Vervolgens hebben de Duitsche en de Fran
sche delegatie aan de vergadering de teksten
medegedeeld waarover zij het eens waren ge
worden voor het geval dat het plan-Young
door de Duitsche regeering mocht worden
vernietigd. Deze teksten zijn twee in getal De
eerste vormt een artikel IV van het slotproto
col en luidt als volgt:
Wanneer het nieuwe Plan in werking is.
~Zoodra het nieuwe Plan in werking zal
zijn gesteld, zullen het bureau voor de herstel
betalingen en de daarmede samenhangende
organismen te Berlijn worden opgeheven en
nemen de betrekkingen voor de Commissie
voor het herstel met Duitschland een einde
Onder de werking van het nieuwe Plan,
zullen van de functies dezer organismen
slechts die in stand blijven welker handhaving
door het Plan noodzakelijk wordt gemaakt;
dëzè functies zullen worden overgedragen
aan de Internationale Bank door tusschen-
komst van het beperkte bijzondere comité; de
Internationale Bank zal ze uitoefenen onder
de voorwaarden en binnen de grenzen van het
nieuwe Plan, overeenkomstig de bepalingen
van zijn statuten.
De bevoegdheden der crediteur-mogend-
heden tegenover Duitschland onder de wer
king van het nieuwe Plan zullen bepaald zijn
volgens dit Plan.
Hieromtrent hebben de vertegenwoordigers
van de Engelsche, Belgische, Fransche, Ita-
liaansche en Japansche regeeringen en de
vertegenwoordigers van de Duitsche regee
ring de verklaring uitgewisseld welke het on
derwerp vormen van de bijlage".
Blijkens dit artikel zullen, zoolang het Plan
blijft gelden, derhalve de organen, in 't Plan
voorzien, werken t.w. 't consultatieve comité,
het scheidsgerecht enz. Dit artikel bevat dus
het régime zoolang 't Plan in werking blijft.
Wanneer Duitschland het Plan mocht
schenden.
De tweede tekst houdt in de gelijkluidende
verklaring van de Belgische, Engelsche,
Fransche, Italiaansche en Japansche regeer,
en een verklaring van de Duitsche regeerig en
betreft het geval dat het Plan door Duitschr
land mocht worden vernietigd, de z.g. kwestie
van de sancties, welke term echter daarom
minder juist is, daar men, slechts heeft willen
regelen den nieuwen toestand die in het be
doelde geval zou ontstaan.
Deze verklaringen vormen een bijlage bij
het Ontwerp-Slotprotocol.
Ze luiden:
De crediteurstaten trekken de be
doelingen van de Duitsche regee
ring niet in twijfel.
De vertegenwoordigers van de Belgische,
Engelsche, Fransche, Italiaansche en Japan
sche regeering leggen de volgende verklaring
af:
Het Nieuwe Plan berust op het beginsel
dat de volledige en definitieve regeling van
't herstelvraagstuk van gemeenschappelijken
belang is voor alle hierbij betrokken landen
en dat dit plan de medewerking van al die
landen eischt. Zonder wederzijdschen goeden
wil en vertrouwen zou het doel van dit plan
niet bereikt worden.
Het is in dien zin, dat de crediteurstaten in
het slotprotocol de plechtige verbintenis van
de Duitsche regeering om de annuïteiten dit
vastgesteld zijn overeenkomstig de bepalingen
van het nieuwe plan te betalen, hebben aange
nomen als den waarborg voor de nakoming
harer verplichtingen. Zij zijn overtuigd, dat,
voor Jt geval dat de uitvoering van het Nieuwe
Plan meeningsverschillen of moeilijkheden
zou doen ontstaan, de in het Plan zelf voor
ziene procedures voldoende zouden zijn om die
meeningsverschillen en moeilijkheden op te
lossen.
Om deze reden bepaalt het slotprotocol dat
onder het regime van het Nieuwe Plan de be
voegdheden der crediteurstaten zich bepalen
tot de bepalingen die het Plan inhoudt.
Intusschen blijft er een mogelijk geval
denkbaar, dat buiten het raam van de heden
onderteekende overeenkomsten valt De credi
teurstaten zien zich gedwongen daarmee reke
ning te houden, zonder daarmee de bedoelin
gen der Duitsche Regeering in twijfel te wil
len trekken. Zij achten het onontbeerlijk reke
ning te houden met de mogelijkheid dat, in
de toekomst, een Duitsche regeering tegen de
plechtige verbintenis in vervat in het slotpro
tocol van heden, zou overgaan tot handelin
gen waaruit haar wil om het Nieuwe Plan te
vernietigen zou blijken.
De crediteur-regeer in een hebben den olicht
de Duitsche regeering te verklaren dat, indien
een dergelijk geval zich mocht voordoen waar
door het gemeenschappelijk nagestreefde werk
in zijn grondslagen zal worden getroffen, een
nieuwe toestand zou geschapen worden met
bet oog waarop de genoemde cnediteur-reges-
ringen reeds thans alle voorbehoud in rechten
moeten maken.
Intusschen zijn de crediteur-regeeringen
zelfs m deze uiterste onderstelling in het be
lang van den algemeenen vrede bereid om, al
vorens eenige actie te ondernemen, en beroep
te deen, voor de constateering en de waardee
ring der feiten, op een internationale recht
spraak van onbetwist gezag. De crediteur-
mogendheid of de crediteur-mogendheden, die
zich h'erbij belanghebbend mochten achten,
zouden dus aan het Permanente Hof van In
ternationale Justitie de vraag voorleggen of
de Duitsche regeering daden heeft verricht
welke haar opzettelijken wil doen blijken om
het nieuwe plan te vernietigen.
Duitschland zou reeds nu moeten verklaren
dat, in geval het Hof in bevestigenden zin
beslist, hét als wettig erkent dat ten einde de
uitvoering van de verplichtingen der debiteur-
mogendheid te verzekeren, zooals deze voort
vloeien uit het nieuwe plan, de crediteur-mo-
gendheid of de credteur-mogendheden hun ge
heele vrijheid van handelen terugkrijgen.
De crediteur-regeeringen zijn
overtuigd dat het bedoelde on
derstelde geval zich nimmer zal
voordoen.
Zij zijn er zeker van dat de Duitsche re
geering deze overtuiging deelt. Maar zij
meenen dat het voor hen een verplichting
van oprechtheid is en een plicht tegenover
hun betrokken landen om voor het geval dat
dit hypothetische geval zich mocht voordoen
de voorafgaande verklaring te formuleeren.
Een verklaring van Duitsche zijde.
De vertegenwoordigers van de Duitsche
regeering verklaren hunnerzijds:
De Duitsche regeering neemt akte van de
verklaring welke voorafgaat van de credi
teur-regeeringen, krachtens welke in het ge
val dat naar aanleiding van de uitvoering
van het nieuwe plan zich meeningsverschil
len of moeilijkheden mochten voordoen, de
procedures voorzien in het plan voldoende
zouden zijn om deze op te lossen.
Zij neemt bijgevolg er akte van dat onder
de werking van het nieuwe plan de bevoegd
heden van de crediteur-mogendheden zullen
worden bepaald volgens>de bepalingen van
genoemd plan.
Wat het tweede gedeelte van bedoelde ver
klaring betreft en de onderstelling die er in
wordt geformuleerd betreurt de Duitsche re
geering dat men een dergelijke eventualiteit
op het oog heeft, welke zij wat haar betreft
voor onmogelijk houdt.
Intusschen, indien een of meer crediteur-
mogendheden bij het Permanente Hof van
Internationale Justitie de vraag aanhangig
maken of daden, uitgaande van de Duitsche
regeering, den wil doen blijken om het nieu
we plan te vernietigen, is de Duitsche regee
ring het eens met de crediteur-mogendhe
den om te aanvaarden dat het Permanente
Hof hierover beslist en verklaart zij het als
wettig te beschouwen ingeval van een beves
tigende beslissing van het Hof, dat ten ein
de de uitvoering te verzekeren van de finan-
cieele verplichtingen der debiteur-mogendhe-
den zoals deze voortvloeien uit het nieuwe
plan, de crediteur-mogendheid of de credi
teur-mogendheden hun volledige vrijheid van
handelen terugkrijgen.
De vergadering heeft zich met deze teksten
vereenigd.
De discussie over het vraagstuk,
der sancties.
In de discussie over de regeling van het
sanctievraagstuk heeft, naar in de Engelsche
persconferentie is meegedeeld, Tardieu ver
klaard, dat een informeele discussie heeft
plaats gehad tusschen de Fransche en de En
gelsche delegaties, welke tot resultaat had,
dat overeenstemming is bereikt in dier voege,
dat zooalng het plan in werking is, er van
sancties geen sprake kan zijn. Indien de
kwestie werd opgeworpen als een gevolg
van het verscheuren van het plan door
Duitschland kan zij voor het Haagsche Hof
worden gebracht en als het Hof een bevesti
gende uitspraak doet zullen de crediteursta
ten hun vrijheid van handelen herkrijgen.
Wirth bevestigde, dat Duitschland de ver
klaring heeft aanvaard, hoewel hij meent, dat
het geval, daarin voorzien, niet overwogen
behoeft te worden.
Snowden zeide, dat de onderhandelingen
gevoerd zijn tusschen de Fransche en Duit
sche delegaties en dat de Engelsche daaraan
niet heeft deelgenomen. Zijn eigen opvatting
was, dat het zeer jammer was, dat de kwes
tie is opgeworpen, maar nu dat eenmaal was
geschied meende hij de beide partijen te kun-
nen gelukwenschen dat zij een overeenstem
ming hebben bereikt op een tekst, die voor
beide aannemelijk is.
Hij was dan ook bereid de verklaring te
aanvaarden voor wat Groot Brittannië be
treft.
Er was slechts één punt waarover hij nog
gaarne klaarheid zou willen hebben. De ver
klaring spreekt van een of meer crediteur
staten. die zich tot het Haagsche Hof kunnen
wenden. Als zulk een geval de verscheuring
door Duitschland van het plan zou beseffen,
zou het alle crediteurstaten aangaan en zij
zullen alle partij zijn in het beroep op het
Hof.
De tekst schijnt rekening te houden met
een verschil tusschen de crediteurstaten en
lij nam aan, dat er geen sprake kon zijn van
onafhankelijk optreden in andere omstandig-
ïeden.
Tardieu zette uiteen, dat de bedoeling was
elk der crediteurstaten het recht te laten een
kwestie voor het Hof te brengen, maar het
was altijd mogelijk dat, wat ook het Hof be
sliste, de verschillende crediteurstaten hun
ositie verschillend konden beschouwen van
un politiek standpunt en daarom waren
deze woorden opgenomen in den tekst.
Wirth bevestigde dit.
Snowden zeide, dat hij slechts dezen uit
slag gewenscht had en hij kon volkomen te
vreden de verklaring aanvaarden op de basis
van de gegeven uiteenzetting.
Japansche teleurstelling.
Uit de bewoordingen der Britsche uitnoo
diging tot de vlootconferentie blijkt men in
Japan den indruk gekregen te hebben dat
de voorbereidende besprekingen bestemd
waren om overeenkomsten teweeg te bren
gen vóór het houden der conferentie Thans
toont men zich teleurgesteld dat de Engelsdh-
Japansche besprekingen in niets anders heb
ben bestaan dan wisselingen van gedachten.
De pers geeft uiting aan deze meening sn er
zijn aanwijzingen dat zij ook het officieele
standpunt weergeeft hoewel de autoriteiten
er het gewicht van pogen te verkleinen.
De Amerikaansche marinewerven
en de vlootbeperking.
De correspondent van de „HeraM-Tribune"
te Washington meent te weten dat vier van
de acht bestaande marinewerven der V. S.
haar poorten wel zouden kunnen sluiten in
dien de vlootconferentie te Londen haar
goedkeuring hechtte aan uitstel in den aan
bouw van pantsersohepen en vermindering
van het aantal kruisers.
De correspondent van de „New York
Times" te Washington meent dat de V. S.
waarschijnlijk geneigd zouden zijn hun aan
tal pantsersChepen van 18 tot 15 te verminde
ren als Groot-Brittannië een dergelijke ver
mindering aanvaardde.
Gistermiddag heeft in Opper-Silezië een
aardschok plaats gehad, die ook in Königs-
hütt, aan de overzijde van de grens, merk
baar was en ook op verren afstand, westelijk
van Beuthen werd1 waargenomen.
In de mijn Heinitz-Grube van de Deutsche
Giesche-Gesellschaft had een aardstorting
plaats. Daar het aan het werk zijnde perso
neel gevaar liep, werd onmiddellijk met het
bergingswerk begonnen. Op het moment van
het ongeluk waren er 22 personen in de mijn.
Tien hunner zijn ongedeerd en 6 met liente
verwondingen in veiligheid gebracht, terwijl
er tot dusverre nog 6 arbeiders vermist wor
den.
Nader wordt gemeld over het ernstige
mijnongeluk in Beuthen, dat tengevolge van
het instorten van een pijler een instorting
plaats vond, waarbij 20 mijnwerkers in ge
vaar kwamen te verkeeren. Door den inge-
storten pijler werden 2 arbeiders gedood. Een
derde arbeider is nog bedolven, doch klaar
blijkelijk niet verwond, daar hij op normale
wijze om hulp kan roepen. Men stelt alles in
het werk om hem te redden. De toegang is
echter geheel ingestort.
Verder had nog een instorting plaats,
waarbij een man gedood werd en 2 gewond
Ook in het gedeelte, waar de betonfirma
Walter werkt, is een man gedood, terwijl een
ander beklemd raakte.
In totaal zijn dus bij het ongeluk 4 perso
nen gedood en twee gewond.
Het overige personeel heeft zich zoadei
hulp in veiligheid kunnen brengen.
De reddingswerkzaamheden tot bevrijding
van de laatste nog in de Heinitz-mijn inge
sloten mijnwerkers te Bauthen werden op
heden met kraht voortgezet. Tot nu toe zijn
2 lijken geborgen. Van de thans nog ingeslo
ten mijnwerkers is zeker nog één, wellicht
zijn er nog twee in leven.
BELGIS
DE DIEFSTAL VAN EEN POST
PAKKET.
Zooals gisteren gemeld werd, was dooi
een bank te Brussel op 8 Januari j.1. een pak
ket, bevattende 80.000 francs aan bankbil
jetten verzonden naar een bank te Roer
mond, welk pakket daar tot nu toe niet
aangekomen.
Thans wordt vernomen, dat het vermiste
bedrag bestemd was voor de N'ed. Land-
bouwfeaak te Roermond, èf