lliMistlt Eoorait. ZIJN LAATSTE WEU Radio-hoekje FEUILLETON. Pr-pvinciaal nieuws ü;L F*. 18 1930 Ifltird twie in dirtigste Jaargang, W oensda? 22 Januari Dondetdag 23 Januari. Hilversum, 1875 M. 10.10.15 Morgen wijding. 12 01—2.— Concert door het A- V. r O-Kwartet. 2.-3.— Gramofoonmuziek. 3 —3.30 Halfuur voor de Ned. Vereen, van Huisvrouwen. Spreker: F. W. Drijver Jr. On derwerp: Wat de vrouw van assurantiën dient te weten. 3.304.Gramofoonmuziek. 4— 5— Ziekenuurtje. 5.30—6.45 Concert door het Omroeporkest. 6.45—7.15 Land- bouwhalfuurtje. Spreker: Dr. T. van Heels- jjergen over: Eenige belangrijke ziekten bij Irippen. 7.157.45 Cursus Fansch. Gevoder- den en conversatie. 7.458.Gramofoon muziek. 8.018.15 Gramofoonmuziek. 8.15 Aansluiting van het Concertgebouw te Am sterdam Het Concertgebouw te Amsterdam Het Concertgebouw-orkest onder leiding vin Bruno Walter. Na afloop: Persberichten. Daarna: Dansmuziek uit Cabaret „La Gaité" te Amsterdam. 12.Sluiting. Huizen, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) (Uitsluitend N. C. R. V.) 8.15—9.30 Concert. 10.1030 Zang door Dameskoortje. 10.30 —11.— Ziekendienst. 11.—11.30 Lezen van Chr. Lectuur. 11.3011.45 Gramofoonmu ziek. 11.4512.30 Voor de Landbouwers 12.30—2.Concert Alt-mezzo, viool, fluit, orgel en piano. 2.2.35 Uitzending voor scholen. 2.453.45 Cursus Fraaie Hand werken. 4.5.— Ziekenuurtje. 5 5.45 Le zing „Over zielkundige invloeden op het proces van de ziekte". (VII). 5 456.30 Or gelconcert. 6.30—7— Lezing over: „Fliere fluiters tusschenkomst" van A. M. de Jong f.—7.30 Lezing over „Methodische toepas sing der muziek bij de behandeling van onge wone personen" van Dr. W. v. d. Wall. 7.30 8.Cursus Maleisch. 8.Sprekers en concert. Orkest. Na afloop: Persberichten. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek 12 20 Concert. M. Fisher, alt. E. Nichol, tenor. L. Weston, viool. A. Lees, harp. 1.20 2.20 Concert op cinema-orgel door R. Foort. 2.50 Uitz. voor scholen. 3.10 Causerie. 3.20 Vesper uit de Westminster Abbey. 4.05 Concert. M. Stevens, sopraan. D. Openshaw, bariton. Het London Ensemble Kwintet. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Voorlezing. 6.35 Nieuws berichten. 6.55 Marktberichten. 7.Piano recital doo:r J. Ching. 7.20—7.40 Lezing. 7.45 Lezing. 8.20 Concert. L. Pcskai, viool. Symphonie Orkest. 9.25 Nieuwsberichten. 9.45 Lezing. 9.55 Vaudeville. 11.10—12.20 Dansmuziek. Parijs ,Jiadio-Paris", 1725 M. 12.50—2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Dansmuziek. 6.55 Gramofoonmuziek. 7.25 Gramofoonmuziek. 8.20 Orkestconcert en soli. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo foonmuziek. 9.3510.35 Gramofoonmuziek. 11.30 Phonola-concert. 12.251.50 Orkest concert. 4.50—5.50 Concert. Orkest, sopraan en cembalo. 7.20 Conectr door Militair Mu ziekkorps. 8.05 „Besuch bei Landois „Hoor spel van Paulheinz Wantzen. Daarna tot 10.20 Dansmuziek. 10.2011.20 Dansmu ziek op gramofoonplaten. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest concert. 2.50—4.50 Concert. Orkest en Operazangeres. 5.105.40 Declamatie. 7.35 —8.20 Balalaika-concert. 8.209.50 „En Forbryder". Tooneelspel in 5 bedrijven van Sven Lange. 9.50—10.15 Solisten-concert. 10.3012.20 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Dansmuziek. 6 50 Gramofoonmuziek. 8.20 Her-uitz. van het concert in het Concertgebouw te Amsterdam. Zeesen, 1635 M. 6.158.45 Lezingen. 8 509.15 Concert. Klein-Koor en declama tie. 9.50—10.05 berichten. 11.20-12.15 Gramofoonmuziek. 12.151250 Berichten 1201.50 Gramofoonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.504.50 Concert uit Berlijn. 4.507.05 Lezingen. 7.20 Voorlezing. 8.05 Orkestconcert. 9.50 Dansles. Daarna tot 11 50: Dansmuziek. GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van politie, Langestraat en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 18, 19, 20 en 21 Januari 1930: Jockeypet, pantoffel, stalenboek, patroon- tasch, handschoenen, banden van mantels, sleutels, geldstukjes. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwerpen als gevonden aangegeven op 18, 19, 20 en 21 Januari 1930: Zwarte herdershond, N. v. d. Veer, Prins („Ueber den Tod hinaus"). Roman van Anny von Panhuys. Uit het Duitsch door W. H. G Bollaard. 19) De professor scheen Walter's gedachten te hebben geraden, want plotseling liet hij diens arm los en voortloopende zei hij droe vig: „Ik had eigenlijk wel kunnen denken, hoe je mijn verhaal zoudt opnemen; had ik daarom maar liever gezwegen." „O, ik geloof elk woord stotterde Walter «n overlegde nog steeds wat hij moest zeggen en doen, „ik weet niet alleen niet „Och, geef je geen moeite Walter, want je gelooft er geen syllabe van. Het spijt me, *ant ik had hoop, dat jij op je jonge schou ders iets van mijn drukkenden last had kun nen overnemen". Berustend zei hij dit. „Je houdt mij voor krankzinnig, dat begrijp ik «est, maar ik herhaal: den ouden Thomas heb ik werkelijk gezien. Ik ben ook niet meer bang voor den dood, neen, nu niet meer; op mijn zaken heb ik orde gesteld, opdat hij eik oogenblik kan komen. Zie je, Walter, daarom wilde ik, niettegenstaande mijn vrouw er anders over dacht, dat nu reeds bet «agagement van jou en Else publiek werd." Edednrik^aat 28; damestaschje. P. van df lL lesnefen Kanaalvak; schaartje, P. met inïwi', Pe'm,ans'aan 2; portemonnaie C Hpnri u?' e r, Zeglis 38; fietspomp sleutel HbU^traatwegc 129Heü0°; schroei ïÏÏali, Schagenstraat 1beu- geltasch met inhoud, S. Olie, Schermerweg r SS? u*5 Vm~ te blagen); kerkboek. G. Snellingberg, Piersonstraat F31porte monnaie met inhoud, W. Klaver. Achterdam iu, ledige portemonnaie, C. Idema, St. Jo- s phstTaat 9. Wanneer men weder in het bezit is van net verloren voorwerp, wordt men verzocht niervan kennis te geven aan het Bureau van politie. ZUIDSCHARWOUDE. De tuinbouwvereeniging „De Toekomst" hj^ld Maandagmiddag in de kolfbaan van „De Rood Leeuw" haar jaarvergadering. De voorzitter, de heer S. de Boer Kz., open de de samenkomst met een uitvoerige rede en zeide ongeveer het volgende: Het is mij een genoegen U hier op onze jaarvergadering van den tuinbouw het wel kom toe te roepen. Het is mij een genoegen; omdat ik weet, dat de zaken op onze jaarver gadering steeds met de meeste animo en ernst worden behandeld. Wij zijn betrekkelijk maar een kleine ver eeniging, een vereeniging die tusschen twee belangrijke veilingen inligt, die vrijwel even spoedig te bereiken zijn, zoodat er allicht eens verdeeldheid zou kunnen ontstaan. Dit is ge lukkig niet het geval. Het is nu reeds 13 jaar dat de twee veilingen naast elkaar bestaan en steeds zijn wij eensgezind gebleven in de keuze. Laat dat zoo blijven, laten wij eensge zind optrekken en laten wij steeds met dat gene naar voren komen, wat wij meenen dat in het belang is van onzen Bond en van onze vereeniging in het bijzonder. De omstandigheden waaronder wij thans vergaderen zijn niet gunstig. De zomer- en herfstmaanden zijn voor onze vereeniging slecht geweest, en het begin van het nieuwe jaar is verre van gunstig. Wij leven steeds in volle verwachting naar de uitslag van de kooltelling op den 15en December. De oogst van onze winterkool begint meestal reeds half October, maar voor half December is er wel zooveel te doen om alles voer den winter klaar te hebben, dat er van opruimen geen sprake is, tenzij er hooge prijzen worden besteed, w at in den regel niet het geval is. Dan als telling bekend is, wordt overwogen hoe men den bes ten tijd kan vinden voor het afzetten van het product tegen goede prijzen. Daarvoor hebben wij haast altijd vriezend weer noodig en dat laat tot heden nog altijd op zich wachten Meermalen hebben wij het genoegen ge had, dat wij met onze jaarvergadering mooi vriezend weer hadden en ieder was enthousiast, dat de kool voor een redelijken prijs verkocht zou worden. Dat is dan ook heel natuurlijk, vooral de laatste jaren zijn de uit komsten van onze winterkool een grooten fac tor voor onze bedrijfsuitkomsten. Het is wel vanzelfsprekend, dat men voor zijn produc ten, waarvan het kweeken hier zooveel zorg en moeite baart, gaarne een loonenden prijs wil ontvangen. Doch het is ook zoo noodig voor het onderhoud van het gezin en om het land weer in goede conditie te brengen voor het ko mende seizoen. Het tuindersvak heeft dit tegen, dat de uitkomsten bijzonder schomme lend kunnen zijn, d.w.z. dat een slecht en een best jaar elkaar soms opvolgen. Het zou een heel wat rustiger gevoel geven als de uit komsten wat zekerder waren. Toch meen ik, dat als wij de jaren door de statistiek nagaan en ook als wij de toestand hier aan den Lan- gendijk bekijken, wij kunnen constaieeren, dat onze tuinbouw ter dege reden van bestaan heeft en dat de tuinbouw hier veel welvaart in dezen streek heeft gebracht. Wij moeten op passen, dat wij dien welstand kunnen behou den en wij moeten den toestand goed bezien. In de eerste plaats wil ik naar voren bren gen: wordt onze cultuur niet te eenzijdig? De opbrengst van de winterkool is hier een grooten factor en nu is het de vraag: stellen wij ons riet te veel afhankelijk van de winter kool? Het teelen van winterkool is niet moei lijk en op vele plaatsen buiten ons centrum kan de-winterkool beter geteeld worden dan hier en meestal op goedkoopere gronden. Het bewaren daarvan is thans nog een beletsel, dat het overal elders gedaan wordt, maar wij weien, dat het heel spoedig kan veranderen Er zijn thans al 15 veilingsvereenigingen in Noord-Holland, waar bewaarkool is. Iedere veiling heeft zijn omtrek, zoodat wij wel kun nen zeggen, dat de Langendijk als de plaats van de bewaarkool groot wordt. Nu zouden wij kunnen zeggen, als het niet meer loonend is, dan zal de omtrek wel weer kleiner worden Dit is, meen ik, niet geheel juist. Het is bij ons een hoofdprodurt en bij de omliggende plaat sen een bijproduct, hetgeen zij voor lageren prijs kunnen verkoopen dan wij, omdat het kwantum dat zij telen per snees, meestal groo- ter is dan bij ons. Wanneer de prijs laag is, De jonge man was ten prooi aan een zon derlinge tegenstrijdigheid van gevoelens. Aan het fantastische verhaal, dat hij zoo even had vernomen, kon hij geen geloof hechten en toch wilde als gevolg van de rus tige, droevige manier van doen van den pro fessor, de gedachte om in den vader van zijn meisje een zielszieke te zien, niet meer stand houden. Eindelijk was hij het met zich zelf eens geworden: „Vergeef me, vader, dat ik u mijn twijfel verried, hoewel dat niet mijn be doeling was", warm en dringend klonk zijn stem „ik geloof u nu ook, maar ben van oordeel, dat er voor hetgeen u hebt ge zien een natuurlijke verklaring moet te vin den zijn." De professor zuchtte: „Denk je, dat ik zelf daaraan ook niet heb gedacht? Hoe ik echter zocht, zoo'n verklaring kon ik niet vinden. „Maar", zijn rechterhand wees naar de overzijde der straat „daar is je hotel, dus ik neem afscheid van je." „Neen, nu breng ik u op mijn beurt een eindje weg, slapen kan ik toch niet na alles, wat de dag van heden mij bracht." „Graag, maar dan nemen we een anderen weg, die je straks regelrecht naar je hotel brengt", antwoordde de professor, zooeven hebben we een paar maal een omweg ge maakt." De beide heeren sloegen den naasten hoek om en bevonden zich nu in de lange Markt- strasse. „4ie doorloopt naar het schilderijen- dan houdt het daar de uitbreiding wel tegen, maar dat is slechts een kwestie van tijd. Het bewaren van kool is hier de laatste jaren zoo hoog opgehaald, dat er in den herfst en in de wintermaanden nergens anders aan gedacht wordt. Met kunst en vliegwerk worden de struiken nog uit den grond getrokken, maar daar houdt het meestal op. Dat voor enkele jaren de sorteering van de reu zenbloemkool ter sprake kwam, was het eerste motief dat er tegen was, er is geen tijd voor, eenmaal per week moet men snijden, maar dan moest dat ook vlug gebeuren. Is het wel goed, dat ons land zoo'n heelen winter, ja, soms tot laat in het voorjaar, aan zijn lot wordt overgelaten? Is het bedrijf ook niet in dien zin buitengewoon veranderd? Is het wel goed, dat er zoo weinig slikmodder uit de slooten gehaald wordt? Meestal word+ gezegd, dat is te duur, dat kan met de kunst mest niet concurreeren, maar dat komt toch zeker omdat er in het bedrijf geen tijd voor is en het met aparte arbeidskrachten te duur wordt. Nu is de vraagwat moeten wij doen en ook: is het noodzakelijk, dat wij ons bedrijf wijzigen? Deze vragen zijn wel moeilijk te beanhvoorden, maar toch als het getij ver loopt, moeten de bakens verzet worden. Iemand uit Aalsmeer deelde mede, toen er ge sproken werd over het kweeken en veilen van chrysanten hier, dat dat zeker heel goed gaan zou, omdlt de chrysant betrekkelijk gemakke lijk gekweekt kan worden en dat de Aalsmeer- sche tuinders zich almeer op fijnere bloemen, die niet zoo gemakkelijk kweeken, gingen toeleggen, omdat in vele groentencentra's het kweeken van bloemen, en dan worden de ge makkelijkste genomen, zoo toenam. Hiermede wil ik zeggen, dat men ook daar de bakens ging verzetten. Nu is bij ons in opkomst de glascultuur en de bloembollencultuur. Om de glascultuur te beginnen is wel gemakkelijker en haast voor nogal veel kapitaal voor noodig, zoodat het niet voor ieder bereikbaar is. Anders was het wel aan te bevelen, want de bedrijfszekerheid wordt er beter door. Een lid hebben wij in onze vereeniging, die het reeds heeft aange- durft om een flink bedrag in de glascultuur te steken en de uitkomsten zijn zeker goed ge weest, want dezen winter is het weer heel wat uitgebreid. Om met het kweeken van tulpen te beginn enis wel gemakkelijker en haast voor iedere beurs te bereiken. Het vorige jaar zijn wij als Bond er toe overgegaan om oc„ bloembollenveilingen te houden. Dit had ten doel, ten eersten dat onze leden, die reeds tulpen kweeken, op eigen vei ling konden veilen tegen een zoo laag moge lijke percentage, maar het had ook ten doel, dat die cultuur zich hier daardoor zou uitbrei den, want een product waar men steeds ver mee van huis moet om te verkoopen, breidt zich meestal niet sterk uit. Ik meen, dat wij die cultuur hier wel kunnen aanbevelen, om dat wij bepaald in een gunstige conditie ver- keeren. Ten eersten willen de bloembollen op ons land wel groeien, ten tweeden kunnen wij onze koolboeten voor niemendal in den zomer pro ductief maken en ten derden worden de bol len van den kleigrond graag gekocht. Het for- ceeren van de bloembollen om in den winter bloemen te trekken voor den verkoop, breidt zich al meer en meer uit en daarvoor zijn de bloembollen van de klei bijzonder geschikt. Het kweeken van bloembollen kunnen wij doen, dat past aan bij ons bedrijf en zooals ik reeds eerder gezegd heb, daarvoor behoeft men niet veel kapitaal te bezitten. Hier zijn er dan ook al heel wat die tulpen kweeken en ik meen, dat wij het ieder kunnen aanraden om er ook, al is het dan ook klein, mee te be ginnen. E>e prijs van de bloembollen is ook terdege aan schommelingen onderhevig, maar toch geeft het gauw, zoo als wij dat noemen een teling. Al eerder is gezegd, het tuinders vak is een mooi vak, doch zooals het thans gaat, zullen er wel zijn, die er de schouders voor op halen en meenen, dat een ander vak zoovee! mooier is, doch de Hollandsche spreuk zegt „Bij alles is wat"; men kijkt er wel op, doch den kern ziet men niet. Toch is ieder vak mooi, als het maar loo nend is, daar gaat het ten slotte om, maar ieder vak zal zijn bekoring missen als het niet betaald wordt. Het is dan ook wel droevig als men met een jaar hard werken ten slotte geen voldoende verdienste heeft, zoodat men zich het noodza kelijkste haast moet ontzeggen, zoowel in het bedrijf als in het gezin. Daarom meen ik, dat het goed is, dat wij een veelzijdiger cultuur krijgen, dat geeft allicht meer bedrijfszeker heid. Ook is het dienstig, dat wij met elkaar al het mogelijke doen om onze producten zoo zuiver mogelijk af te leveren; in hoofdzaak hebben wij met onze producten een voor' sprong. De Noord-Hollandsche kool en uien hebben een goeden naam en dien moeten wij behouden en steeds nog trachten te verbeteren, opdat anderen ons niet onder den voet zullen loopen. Wanneer wij daarin eensgezind optrek ken, dan zullen even goed de slechte en goede jaren elkaar opvolgen, maar het zal door den ant- elkaar de bedrijfszekerheid gunstiger maken. Het sorteeren en verpakken is een gebieden de eisch des tijds en ons eenigste behoud Ik wil de hoop uitspreken, dat wij dit voor jaar onze kool nog voor een redelijken prijs kunnen afzetten, opdat ieder weer in de ge legenheid is zijn land klaar te kunnen maken, zoodat hij weer op een redelijke oogst kan rekenen. In het bijzonder verwelkomde spr. het eere lid burgemeester van Spengler en de pers, waarna hij de vergadering opende. Na de opening werd het jaarverslag door den heer C. de Boer Czn. uitgebracht. Wij ontkenen hieraan dat het over het algemeen een minder gunstig jaar was, vooral de win- terproducten waren slecht in prijs. De ver eeniging heeft thans 93 leden, 2 eere-leden en 6 donateurs. Twee leden hadden bedankt en 1 nieuw lid werd ingeschreven. Ratten- serum werd tweemaal uitgelegd. De nieuwe regeling op het ijshakken voldeed goed, zoo dat aangeboden werd hierop door te gaan. De heer W. Muller bracht namens de com missie, die een onderzoek heeft ingesteld naar het resultaat van poterbewaarplaatsen, het volgende rapport uit: De poterbewaar plaats te Oudkarspel voldoet goed, er is ruimte, licht en lucht; aan de zijkanten met dubbel glas, de breedte is 50 en de lengte 70, totaal 350 M2 oppervlakte, de bakken staan op rekken aan 2 rijen. Bij den heer Jb. Strijbis in de Woudmeer voldeed de bewaarplaats ook goed en be slaat een oppervlakte van 60 M2; er stonden hier pootjesbakken, ook de luchtverfrissching hoewel anders, voldeed eveneens goed. De bewaarplaats in Noord-Scharwoude maakt eveneens een gunstige indruk. De heer P. Zeeman vroeg wat ongeveer de kos ten van oprichting waren, waarop de heer Muller als vermoedelijke prijs opgaf: te Ncord-Scharwoude 16000, te Oudkarspel 12000. De kosten per bak waren te Oud karspel 25 cent en te Noord-Scharwoude 16 cent per bak. De voorzitter bracht den heer Muller dank voor de gegevens en zeide dat deze aange legenheid later weer ter tafel komt. Verder deelde de voorzitter mede dat het uit Italië betrokken kortpootreuzen zaad slechts 3 ons was, zoodat dit aan de 6 opgegeven men- schen van onze afdeeling kan verstrekt wor den. Het zaad heeft 100 pCt. kiemkracht. Ook is uit Italië zilveruien zaad betrokken, n.1. 8 kilo voor de L.G.C., zoodat gegadig den hiervan kunnen profiteeren. Het reuzen- bloemkoolzaad (tuschensoort) is reeds gele verd. Echter kunnen gegadigden nog een hoeveelheid betrekken van hetgeen er aan wezig is. Ten laatste deelde de voorzitter mede, dat alhier heden over 3 weken een film zal ver toond worden, betrekking hebbende op den motor-cursus. Hij raadde ieder belangheb bende ten zeerste aan dezen leerzamen avond bij te wonen. De eindcijfers van de rekening van den penningmeester, den heer H. Schrijver, wa re ontvangsten 703.94, uitgaven 739.14 nadeelig saldo 35.90, vorig jaar in kas 110.13, thans in kas 74.23. De eindcij fers van den kunstmest-administrateur, den heer P. Zeeman, waren ontvangsten 9020.53, uitgaven 9094.52, nadeelig sal do 73.99. Namens de controle-commissie deelde de heer W. Keppel mede dat beide bescheiden accuraat in orde waren. De heer P. Zeeman gaf aangaande de kunstmest-rekening nog eenige nadere in lichtingen. Den penningmeester werd dank gezegd voor zijn goed beheer en de commis sie voor de controle. De voorzitter raadde aan vooral coöperatief kunstmest aan te koo- pen. De analysen gaven wel eens aan dat sommige soorten kunstmest waardeloos zijn. Bij coöperatieve aankoop is dit niet moge museum", lichtte de professor hem in. „Met museum, waar u „Ja", vervolgde de andere, „waar ik ouden Thomas zag." Het ontging Zemikow niet, dat dit woord op nog al korten, afwijzenden toon er uitkwam, een bewijs dus, dat de professor het hem nog eenigszins kwalijk nam, dat hij zoo even wantrouwend tegenover zijn verhaal had gestaan. Dat speet hem en om 'tweer goed te maken zei hij snel: „Nogmaals vraag ik om vergeving, dat ik uw verhaal sceptisch opnam: ik verzeker u, dat ik nu anders oordeel, zoodat u wel kunt begrijpen hoe levendig het mij daarom interesseert de plaats te leeren kennen van de geheimzinnige verschijning, te meer", voegde hij er lachend aan toe, „daar in verband met het late uur de geest weer in een mooi décor zou optre den Bent u misschien van een schaduw ge schrokken, die er in de verte uitzag als een klein mannetje? Dat is meer voorgekomen." De professor schudde het hoofd en ant woordde dat hij den ouden Thomas duidelijk had gezien, precies zoo gekleed als op zijn portret in de directeurskamer. „Dan kan 'tniet anders zijn, of het moet een ongepaste grap zijn geweest", bracht Zernikow in het midden en terwijl beiden over deze zaak bleven denken, vervolgden /ij hun weg langs de Marktstrasse. Sinds zij de villa in de AUeestrasse verlieten, hadden zij slechts weinig menschen ontmoet: de be- Benoeming commissies: kunstmest-com- missie herkozen de heer Jb. Twisker en ge kozen de heer W. Keppel; manden-commis sie herkozen de heeren D. de Geus en Jb. van Twuijver; zetkool-regeling-commissie herkozen de heeren J. Klingeier, P. de Rui ter Czn. en J. Muller. Bestuursverkiezing, herkozen met groote meerderheid de heeren C. de Boer Wzn. en H. Schrijver. Verkiezing bestuurslid L. G. C.. herkozen met zeer groote meerderheid, de heer S. de Beer Kzn. Op de verkiezingen volgden felicitaties. Voorstellen Algemeene Vergadering L.G.C. De heer Jb. Kramer (bestuurslid) behan delde ongeveer het volgende voorstel: Hoe wel het een nieuw idee schijnt en wellicht door U schouderophalend zal ontvangen worden, waag ik het er op het voorstel in uw midden neder te leggen. Bijna in elke ca- tagorie ijvert men voor pensioen voor ouden van dagen, behalve echter voor zelfstandige tuinders. Hij zou daarom en de vraag in de L.G.C.-vergadering behandeld woners der residentie gingen gewoonlijk vroeg ter ruste. Achter zich en tamelijk dichtbij vernamen zij plotseling snelle voetstappen van iemand, die zich toen naar de overzijde der straat be gaf. Daar liep, zoo snel hij maar kou, een man, die spoedig aan de blikken der beide heeren was onttrokken. „Te oordeelen naar de dikte der gestalte is dat mijnheer von Weiden", zei de professor; „je zult hem op den jubileumsdag wel lee ren kennen". Het kwam er op een gedachte- loozen toon uit, alsof hij zoo maar wat zeg gen wilde. Hij verlangde naar het oogenblik, dat hij in zijn slaapkamer zou zijn, want het onderhoud met Walter had hem niet bevre digd. Eigenlijk zou hij niet goed onder woorden hebben kunnen brengen, wat hij zich daarvan had voorgesteld. Hij had ge hoopt, na verteld te hebben wat er op zijn hart lag, een verlichting te hebben bespeurd en nu was 't hem alsof de last, dien hij droeg, nog veel, veel zwaarder drukte dan voorheen „Dat is het museum", zijn uitgestrekte arm wees naar voren. In de duisternis verhieven zich reeds duidelijk de machtige omtrekken van den steenen kolos. Zonder een woord te wisselen, naderden zij het gebouw meer en meer. Een paar lan taarns verspreidden een vaag schijnsel en de breede, gewelfde ingang lag in bijna volledig duister. Plotseling gaf de professor een schreeuw en zijn voeten waren als betooverd wilden zien: hoe te komen tot een pensioen voor de tuinders van deze streek? Spreker zegt van deze streek, opdat dan eventueel deze zaak in den vier-bond zal behandeld kunnen worden. Het is een brandend vraagstuk voor de tuinders, die wel voor de arbeiders moeten plakken, maar er zelf buiten staan. Hij hoop te op den steun der vergadering. (Applaus.) Afgaande op het applaus stelde de voorzitter voor dit punt ter alg. vergadering der L.G.C. onder de oogen te zien, hetwelk door de ver gadering werd goedgevonden. De heer W. Keppel bleek gekant tegen het U.C.B -merk en noemde dit dwang, welke hij gaarne zou zien verdwijnen. De voorzitter antwoordde, dat dit geen dwang is. Het is een besluit dat destijds aan genomen is en dus uitgevoerd moet worden. Men mag de kool verkoopen onder het merk, dat het product toekomt. Over deze materie ontstond nu een breed», gedachtewisseling. Gezien de momenteel lage prijzen die voor de producten gemaakt wor den, zag men gaarne, dat met het voeren van het U.C B.-merk soepelheid betracht werd, wijl anderen die niet zoo zeer konden onder schrijven omdat dit merk zijn waarde in het belang van den afzet moet behouden. De heer Jb. Twiskee besprak het koopmans standpunt met het U.C.B.-merk, waarop de voorzitter antwoordde, dat ook nog kort ge leden een partij van een koopman is afge keurd. Uit de gedachtewisseling stippen wij nog aan, dat de heer P. Zeeman, voorstander van het U.C.B.-merk, een geval ter L.G.C veiling illustreerde, welke aanvoerder verklaarde goede kool te hebben, doch op het verzoek van den veilingleider om dan het U.C.B.-merk aan te hechten, een weigerend antwoord gaf Deze verplichting achtte de heer P. Zeeman niet goed. De voorzitter antwoordde o.m., als het toch een goede soort is, waarom is men dan tegen het U.C.B.-merk? Hij trachtte verder de wen- schelijkheid van 't U.C.B.-merk door de L. G.C. verplichtend gesteld aan te toonen. Alle groenten-centra's hebben het van ons afgekeken, is dat dan geen bewijs van deugde lijkheid? Het is niet om de menschen te pla gen, maar om goed soort aan de veiling fe brengen, daarmede is onze afzet gebaat. De tijdsomstandigheden vragen weliswaar om water in den wijn te doen. Koedijk vraagt het zelfde. Toch moeten wij een standpunt in nemen om voor goede soort te zorgen. De heer Jb. Kramer wees er op, dat het niet de schuld van den veilingleider is, maar een gevolg van een besluit, dat toch bindend is. Dat moet toch uitgevoerd worden Hij zou willen, dat het niet alleen van de L.G.C. uit ging, maar van den geheelen Vier-Bond De voorzitter zeide, dat ook de bloemkool vrij was. Doch nu bedanken de Duitschers er ook voor bloemkool te ontvangen zonder merk. En zoo moet het met de kool ook gaan. Na eenige bespreking werd besloten een schrijven te richten aan de L.G.C. met verzoek het daarheen te leiden, dat bij het voeren van het U.C.B.-merk soepelheid zal betracht wor den en tevens het besluit van 1929, betreffen de genoemd merk. dit ook trachten onder te brengen bij den Vier-Bond. De heer P. Zeeman zou willen, dat beslui ten bij de Prov. Comm. genomen, eerst wer den onderworpen aan het oordeel der tuin ders. De voorzitter antwoordde, dat dit steeds wordt gedaan en vroeg naar feiten. De heer P. Zeeman: De maat der aardap pelen. De voorzitter: Ja, ik meen afkomstig van de Groenten-fruithandelaren-vereeniging. De heer P. Zeeman: Dergelijke besluiten moeten wij eerst onder de oogen zien. De contributie werd na bespreking weer ge regeld zooals het was, n.1. 2 cent per snees wijl machtiging verleend werd om in der herfst nog 1 cent te heffen. De heer J Klingeier wilde liever nu 1 cent en dan later 2 cent voor het reserve-kapi taaltje. Daar men nu niet goed wist, of dit laatste toelaatbaar was, werd op voorstel van den heer P. Zeeman goedgevonden, dit punt.tot aan de volgende vergadering aan te houden. De notulen geven wellicht aan hoe de argu menten luiden van het vormen van het reser vekapitaaltje. De heer Jb. Kramer deelde mede dat het bestuur onlangs ter receptie was geweest bij het 25-jarig huwcliik van den secretaris en er toen gesproken is namens de leden. Op zijn vraag van ue leden of dit goed was, volgde applaus. De heer P. Zeeman refereerde aan de hand van brochures dat het nogal eens voorkomt dat bij de kunstmest-bereiding nogal veel on gelukken gebeuren en hoopte dat men op deze industrie zoo vooruit gaat, dat deze ongelukken voorkomen kunnen worden. Hij beval verder aan aanstonds op de aan te bie den formulieren Thomas Phosphaat te be stellen. De heer W. Verkroost vroeg of op de zet- I aan den grond genageld. De ingenieur was eveneens blijven stil staan en keek verschrikt den professor aan. „Daar, daar!" de wijsvinger van Bernei richtte zich op den museumingang, terwijl zijn lichaam hevig beefde. „Wat dan? ik zie niets", wilde Walter zeggen, maar de woorden bestierven hem op de lippen, want naar den ingang starende, zag hij, dat zich daar in het duister een kleine gestalte afteekende, die nu een voet breedte naar voren trad, zoodat zij in het matte licht van een straatlantaarn duidelij ker zichtbaar werd. Een oud mannetje in kui tenbroek en met een driekanten steek op het hoofd w as 't, dat daar stond en druk met zijn armen in de richting van den professor en Walter wenkte. Een tweede schreeuw liet de professor hoo- ren en op het zelfde oogenblik, nog voordat Zernikow hem kon opvangen, stortte hij, met de linkerhand tegen de hartstreek gedrukt, ruggelings op den grond. Verschrikt boog de jonge man zich over hem heen, die daar met gesloten oogen als een doode lag. Maar het volgende oogenblik rende hij, als aange dreven door een plotseling opkomende ge dachte, naar den ingang van het museum, om den schurk, die zich dergelijke engepaste, gevaarlijke grappen veroorloofde, een af rammeling toe te dienen, die dezen zou heu gen, want geesten bestaan er niet, dus moest het een schepsel van vleesch en bloed zijn. (Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5