AlkiaarscliG Esnrant.
ZIJN U
IATS1
E
WEI
(SC
H.
DE
HEERENBAAI
Brieven nit de hoofdstad
lliom
i Wé
M JL
'M pp
m t m
iMgrd twee en dertigste Jaargang,
t=
lie. 21 1930
/>a<erdae 25 Januari
^g= ts
Radio-hoekje
Zondag 26 Januari.
Hilversum, 1875 M. 9.V. A. R. A. Gra
mofoonmuziek. 9.40 V. A. R. A. Lezing.
10.V A. R. A. Lezing. 10.15 V. A. R. A.
Gramofoonmuziek. 10.30 V. P. R. O. Kerk
uitzending vanuit de Kapelkerk te Alkmaar.
12.0112.45 A- V. R. O. Lezingreeks over
muzikale meesterwerken door Casper Hö-
weler. 12.45—2.Concert door het A. V.
R O-Octet. SoloA'ioolBoris Lensky. 2.—
2.30 A. V. R. O.-Boekenhalfuurtje. Dr. P. H
Ritter Jr. over de Gedenkschriften van Mr. P
J. Troelstra. 2.30 Aansluiting van het Con
certgebouw te Amsterdam. Het Concertge
bouw Orkest onder leiding van Bruno Wal-
ter. Solisten: Willem Andriessen en Bruno
Walter. Na afloop van het concert tot 5 uur:
Gramofoonmuziek In de rustpoozen: Sport
uitslagen van Vaz Dias. 5.V. A. R. A
Wekelijksch nieuws. 5.15 V. A. R. A. Kinder
uurtje. 6 V. A. R. A. Concert. Orkest, or
gel en viool. 7.308.A. V. R. O.-Radio
Tooneel. Studio-opvoering van „Verspilde Ge
negenheid" door Zotheid's Ernst. Radio-
schets uit het leven van een clown naar
,4'Appél du Clown". Bewerkt door de A. V.
R. O-staf. 8.Tijdsein, pers- en sport
nieuws. 8.15—9.— Opera-uitzending: „Bas-
tfien en Bastienne". Kom. Opera in één be
drijf van W. A. Mozart. Personen: Bastien
ne: Hélène Cals,; Bastien: Louis van Tulder;
Colas: Henri Bloemgarten. 9.—9.15 Gra
inofoonmuziek. 9.15—11— Concert door het
Omroeporkest m. m. v. het Russische Theater
gezelschap „Arlekin". 11.— Gramofoonmu
ziek. 12.— Sluiting.
Huizen, 1071 M. 8.25—9.20 N. C. R. V.
Morgenwijding. 9.5510.K. R. O. Klok
gelui. 10.—11.30 K. R. O. Uitzending van de
Hoogmis uit de kerk der Paters Carmelieten
te Oss. 11.30—12.— K. R. O. Gramofoon
muziek. 12.0112.30 K. R. O. Gramofoon
muziek. 12.30—1.30 K. R. O. Concert door
het K. R- O.-Trio. 1.30—2.30 K. R. O. Le
zing over: De toekomstige Basiliek op de
Heilige Landstichting. 2.2.30 K. R O. Le
zing over „Het Museum van den Arbeid".
2.30—4.30 K. R. O. Concert. Orgel en zan
geres. 4.30—5.— K. R. O. Ziekenhalfuurtje.
5.50 N. C. R. V. Kerkdienst vanuit de Ned.
Herv. kerk (Groote Kerk) te Den Haag. 7 30
7.55 K. R. O. Lezing over: Carnaval. 7.55
8.K. R. O. Voetbaluitslagen. 8.018 05
K. R. O.-Voetbaluitslagen. 8.058.20
Praatje door den Voorzitter. 8.2010.45 K.
R. O. Epiloog door Klein Koor. 9.30 ca.
Persberichten.
Daventry, 1554.4 M. 3.20 Kerk-cantate van
Bach. Orgel, orkest, vocale- en instrumentale
solisten. 4.10 Bijbellezing. 4.25- 4.45 Kin
deruurtje. 4.50 Concert. Orkest. W. Primrose,
viool. 6.05—6.35 Piano-recital door E.
Isaacs. 8.15 Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheids-
oproep. 9.15 Nieuwsberichten. 9.25 Concert.
Hongaarsch Strijkkwartet. I. Phillipowsky,
piano. 10.50 Epiloog.
Pari/s „Radio-Paris"1725 M. 12.20 Reli
gieuse causerie en gewijde muziek. 1.20 Gra
mofoonmuziek. 2.20 Gramofoonmuziek. 3.20
Concert. 5.20 Gramofoonmuziek. 6.50 Gra
mofoonmuziek. 7.35 Gramofoonmuziek. 7.50
Poppenkast Radio-Paris. 8.20 Concert. Or
kest en vocale solisten. 10.20 Orkestconcert.
Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo
foonmuziek. 8.25—9.20 Morgenwijding.
12.201.50 Orkestconcert. 2.503.20 Vroo-
lijk programma. 3.505 20 Concert uit Stutt
gart. Orkest en tenor. 7.20 Bijeenkomst van
het Carnevals-Gezelschap „Rheinlander".
Daarna tot 11.20: Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—12.20 Or
kestconcert. 2.504.50 Concert. Orkest en
pianiste. 4.505.20 Kinderuurtje. 1.20— 8.35
Orkestconcert en declamatie. 8 358 55 Con
cert. Opera-zangeres. 8.5510.05 Concert.
Orkest en instrumentale solisten. 10.05
11.50 Dansmuziek
Brussel, 508-5 M. 5.20 Dansmuziek 6.20
Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35
Concert. Orkest en solisten.
Zeesen, 1635 M. 6.208.15 Lezingen.
8.15 Klokkenspel. 8.20 Morgenwijding en
klokgelui. 9.2011.20 Lezingen. 11.20 Con
cert. Orkest, sopraan en harp. 1.20 Lezing.
1 50 Gramofoonmuziek. 2.20 Bobslee-kam
pioenschap. Uitz. vanuit Caux sur Montreux
2.50 Lezing. 3.20 Gramofoonmuziek. 3.40
Concert uit Breslau. 5.208.20 Her-uitz van
Langenberg. Na afloop: Berichten en tot
11.50 Dansmuziek.
Maandag 28 Januari,
ndvresum, 1875 M. 10.—10.15 Morgen-
11.15-11.45 Wat zullen onze kin
deren lezen? Spreekster: Mej. de Gaay Fort
man. 12.15—2.— Concert door het A. V. R.
<J.-Kwartet. 2.-2.45 Kookpraatje door P. J.
K„e„rSji -d5430 Aansluiting van het Rem-
nrandt-pieater te Amsterdam. 5.6.Kin-
deruurtje. 6.016.45 Gramofoonmuziek.
(„Ueber den Tod hinaus").
Roman van Anny von Panhuys.
Uit het Duitsch door W H. C. Bollaard.
221
Zoo ongeveer zou Pieter de Ruyter op
nieuwsgierige vragen hebben geant
woord althans indien hij, zoo als reeds
gezegd, geantwoord zou hebben.
Hij had met Ada na zijn vertrek uit
Nederland in Duitschland rondgereisd,
totdat hij eindelijk besloot zich in het
rustige Schneiditz te vestigen, waar het
hem 't best beviel. Het kleine, toevallig
leegstaande huis aan het begin van de
Slotsteeg stond hem aan en hij infor
meerde aan wien het toebehoorde.
„Aan mijnheer von Weiden, die het
indertijd geëerfd heeft en het graag zou
willen verkoopen of verhuren, maar dat
g-ng niet zoo gemakkelijk, omdat de
Slotsteeg in een kwaden reuk stond'gaf
men hem ten antwoord.
Dat beviel hem, want dan kreeg hij
het Luisie zeker tegen een^la^en huur
prijs, dacht de Ruyter. ïij ging von Wei
den bezoeken en werd het met dezen
spoedig over den prijs eens, want de
eigenaar was blij nog iets voor het huis
te krijeen. dat reeds zoo lang leeg stond.
Weldra was het huisje door den be
roemden tooneelspeler, van wien nie-
wEngelsch
beginners. 8019.Vereenigingsuurtje.
Jl'33™11?5 Mannenkoor „Orpheus" en de
Uir. Harmonievereen. „Sursum Corda". 9.—
Concert door het Omroeporkest. Karei
Willeke, fluit. 10.15 Persberichten. 11.
Gramofoonmuziek. 12.— Sluiting
Huizen, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
(Uisluitend N. C. R. V.) 8.15—9.30 Con
cert. 10.30—11.Ziekendienst. 11.11.30
Lezen. 11.3012.30 Concert. Zang, viool,
cello en piano. 12.301.45 Orgelconcert.
2 2.35 Uitzending voor scholen. 2.45
3.15 Lezing over: De rozen in onzen tuin.
J 153.45 Knipcursus. 4.5.Ziekenuur-
tje. 5.6.30 Concert. Viool, cello en piano
6.30—6.40 Koersen. 6.407.10 Muziek-
praatje. 7.108.Voor de rijpere jeugd
8-10.Concert. Koor en orkest. Sprekers.
10.15—10.45 Radiodokter. 10.4511.
Gramofoonmuziek. 11.Sluiting.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Orgelconcert door E. T. Cook. I. Rai-
nier, viool. 1.35 Orkestconcert. 2.20 Uitz.
voor scholen. 2.35 Lezing. 2.50 Lezing. 3.25
Lezing. 3.40 Dansmuziek. 4.35 Orkestcon
cert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing. 6.35
Nieuwsberichten. 7— Cello-recital door I
James. 7.20—7.40 Lezing. 7.45 Fransche
les. 8.05 Concert. R. Goodacre, alt. C. Shar-
pe, cello. Militair Orkest. 9.20 Nieuwsber.
9.40 Lezing. 10.35 Concert The Templars,
zang. R. Dolmetsch, spinet. 11.20—12.20
Dansmuziek.
Pariis Radio-Paris1725 M. 12.50—
2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert en de
clamatie. 6.55 Gramofoonmuziek. 8.20 Too-
neeluitz. en concert. Instrumentale solisten.
Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo
foonmuziek. 9.3510.30 Gramofoonmuziek.
11.30 Gramofoonmuziek. 12.25—1.50 Ór-
kestconcert. 4.505.50 Kamermuziek. Piano
en bariton. 7.20 Concert. Orkest en cellist
Intermezzo: Zang door Koor en vocale solis
ten. Na afloop van het concert tot 11.20
Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest
concert. 2.55—4.55 Orkestconcert en decla
matie. 7.30—8.Concert door Strijkorkest.
8.-9.45 Tooneeluitzending. 10.—1030
Piano-recital door Folmer Jensen.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonmuziek 8.35 Concert. Orkest en
vocale-solisten.
Zeesen, 1635 M. 6.1511.45 Lezingen.
11.50—12.15 Gramofoonmuziek. 12.15
1.20 Berichten. 1.201.50 Gramofoonmu
ziek. 1.503.05 I ezingen. 3.05—3.20 Voor
de vrouw. Alt, viool en piano. 3.203.50 Le
zing. 3.504.50 Concert uit Berlijn. 4.50
7.20 Lezing.en 7.20 ..Fra Diavolo". Opera in
3 bedrijven van D. F. E. Auber. 9.50 Dans
les. Daarna tot 11 50 Dansmuziek.
WriIXKTON
PUZZLEN.
Onze Derde Januari-opgave.
Het geheim der acht blokletters.
Deze puzzle is zeer gewaardeerd, en velen
hebben hun oplossing ingezonden. Enkele
hadden niet het kleinst mogelijke aantal zet
ten gevonden. Dit is n.1. 23. Van hen die een
oplossing inzonden in meerdere zetten, kon
den wij de oplossing niet goedkeuren.
Wanneer de letters bij den aanvang als
volgt liggen:
G. E. F.
H. C. B.
D. X. A.
gaat men als volgt te werk om de alphabeti
sche volgorde te verkrijgen. Men verschuift
achtereenvolgens: A, B, F, E, C, A, B, F, E,
C, A, B, D, H, G. A, B, D, H, G, D, E, F
(23 zetten).
Zoo heel moeilijk was deze opgave niet.
Wij hebben voor Februari een verplaatsings-
puzzle in voorraad, die heel wat meer hoofd
breken zal kosten.
Onze Nieuwe Opgave. (No. 4 der Januari-
serie, no. 8 sedert de instelling der nieuwe
regeling).
Tot besluit van de Januari-serie een niet
zoo heel moeilijke opgave, n.1. het schaak
bord en de 8 voorwerpen (damstukken,
pionnen, fiches, of d.)
Door de beperkende voorwaarden is deze
opgave een geheel nieuwe en niet te ver
warren met een vroeger reeds gepubliceerde
opgave.
Plaats de 8 voorwerpen op een vierkant
mand in de kleine residentie iets wist,
en zijn dochter betrokken en thans woon
den zij er ongeveer een jaar, maar be
halve den nuiseigenaar en diens schoon
zoon den schilder Hans Walschmann
die Ada geschilderd had kenden zij
zoo goed al$ niemand. Alleen een werk
vrouw, die in di buurt woonde, kwam
dagelijks voor het grove werk en om het
eten uit een nabijgelegen restaurant te
halen.
Vader en dochter leefden uitsluitend
voor elkaar, vonden ruimschoots vol
doeling in de liefde, die zii elkaar toedroe
gen en gingen geheel op in hun toe
komstplannen. Pieter de Ruyter be-
heerschte de Duitsche taal zeer goed, las
vele Duitsche bladen en ging soms, als
het donker begon te w-orden, met Ada
uit. Het lezen en uitgaan noemde hij
„studies maken". Vol enthousiasme en
ijver schreef hij aan zijn stuk, dat „De
Spion" zou heeten. De hoofdpersoon
daarin was een vrouw, die altijd zóó op
trad, dat men van haar slechts het hoofd
zag; óf zij boog zich uit een venster, ter
wijl zij door een donker overgordijn, dat
achter haar om haar schouders lag, als
toevallig omhuld was, óf zij stak haar
hoofd door de half geopende deur, óf wel
keek zij over een kamerscherm.
Nu was de Ruyter met de laatste acte
gereed en las die zijn dochter voor.
Ada leunde in een lagen schommel-
stoei, om haar schouders droeg zij een
bont gekleurde Turksche sjaal, waar
boven haar prachtig hoofd zich verhief,
bord met 64 vakken en wel zóó, dat:
le. Op geen enkele, horizontale, verticale
of schuine rij, twee voorwerpen staan.
2e. Geen drie voorwerpen op één rechte
lijn staan, d.w.z. wanneer de eerste twee voor
werpen op het eerste vak der eerste rij, en
het tweede vak der derde rij staan, mag het
derde niet op het derde vak van de vijfde rij,
omdat men dan door die drie voorwerpen een
rechte lijn zou kunnen trekken.
Hoe ziet het bord met de acht voorwerpen
er uit. als aan de beide bovenstaande voor
waarden is voldaan?
Oplossingen liefst zoo vroegtijdig moge
lijk, doch uiterlijk voor Vrijdag 31 Jan 12 uur
aan den Puzzle-Redacteur van de Alkmaarsche
Courant.
Het mechanisch verkeer. Verbree
ding wegen der brengt geen baat.
Decentralisatie en vermenigvuldi
ging. Winkeluitbreiding. Ver
plaatsing van het station W.P.
De ,/ingbaan" als redder in den
nood. Maar ook de auto ver
menigvuldigt zich. De fout van
Napoleon.
Nu Amsterdam gedompeld is in geur van
benzine, in walm van olie want terwijl wij
dit schrijven wordt de R.A.I. voorbereid en
als de lezer dezen brief onder oogen krijgt is
de tentoonstelling geopend (wij hopen daar
over binnen enkele dagen verslag uit te bren
gen) nu Amsterdam dus in het teeken van
de auto staat, willen wij nog enkele proble
men van het mechanische stadsverkeer bespre
ken.
Het mechanische verkeer. Ja, was dat er
maar. Wij zouden een heel eind in de goede
richting komen. Wij twijfelen er ook niet aan,
of de steden zullen, over honderd jaar, daar
op ingericht zijn en dan heeft men geen ver-
keersbepalingen meer van noode. Men stelle
zich naar een stad voor met mechanisch op- en
nederwaarts bewogen trappen, met rollende
trottoirs, waarop de wandelaar zich voortbe
weegt met verdriedubbelde snelheid en met
allerlei nu nog ondenkbare gemakken en ver
snellingsmiddelen om de verbinding tusschen
centrum en peripherie te bespoedigen.
Laat ons evenwel niet te optimistisch zijn.
Ondanks de métro, die duizenden en duizen
den voetgangers verzwelgt en in andere stads
gedeelten uitwerpt, weet de Parijsche verkeers
politie geen raad met het auto-probleem. En
zelfs de Amerikaansche steden, die minder
dan wij met de eischen van stedenschoon en
architectuur rekening behoeven te houden,
kunnen met hun onder- en boven-grondsche
sporen ternauwernood een houdbaren toe
stand scheppen. Vermoedelijk zal men in de
toekomst dan ook tot een ander redmiddel
overgaan. Parijs leert ons, dat men er niet
komt met het verbreeden der straten, met het
doorbreken van oude stadsgedeelten, met het
aanleggen van breede boulevards. Zóó breed
kan men de verkeerswegen niet maken, of de
aanzwellende stroom van voertuigen vult en
óvervult ze. Wij behoeven daartoe niet eens
buitenlands te gaan. De nieuw ontworpen
weg van Amsterdam naar 't Gooi was, toen
men de plannen opmaakte, vermoedelijk een
modelverkeersweg. Maar straks, als die route
in gebruik genomen wordt, zal men bemer-
pen, dat men er niet hard op vooruit kan ko
men, omdat het wegdek veel te smal is. En
ternauwernood was de prachtige brug over
den IJsel geopend, die Zwolle met het westen
des lands een vaste verbinding geeft, of men
hoort critiek op de breedte van het wegdek.
Het rij vlak van de brug is 7 M„ en dat heet,
voor druk autoverkeer, te smal. Ongetwijfeld.
Maar toen men, vele jaren geleden, de brug
op deze breedte ontwierp, was het wegdek rij
kelijk breed. En als men het nu, in 1930, op
N.V. BE ALKMAABSCHE
STOON-WASCH'EM
STRURIRRICHTSNC
WESTERWEG ALKMAAR
wmmm, Telef. 445
Toen de vader aan het eind was geko
men, russte zijn onder de rimpelige oog
leden uitkomende blik met spanning op
zijn dochter, als vorschend, of zij met
het gehoorde wel tevreden was.
Ada keek peinzend voor zich heen; in
haar geest klonk na, wat de vader had
voorgelezen en haar le endig brein ver
werkte reeds welke indruk die acte in
staat zou zijn op de groote menigte te
maken, en zij dacht dat die indruk niet
anders dan voortreffelijk zou zijn, wan
neer het haar kunst zou gelukken alles
uit den inhoud van het stuk te halen
wat er in lag. Wanneer dat haar gelukte!
Het moest gelukken, haar gansche geluk
hing daarvan af. Zij zou dan beroemd
worden en van haar naam zou glans
uitstralen.
Reeds de gedachte alleen was haar een
zoete zwijmel. Het leven had haar overigens
niets te bieden, want liefde zou nooit een man
voor haar met haar mismaakte lichaam kun
nen voelen. Maar haar wonderschoone hoofd,
dat zou de mannen betooveren, zij zouden et
van droomen en het nimmer vergeten.
„U hebt het mooiste gezicht, dat ik ooit heb
gezien en dat ooit bestond", had Welschmann.
de portretschilder, haar gezegd, toen deze
eens met zijn dikken schoonvader von Weiden
in het kleine huis was gekomen. Hij had Ada
daarop verzocht hem te vergunnen haar
hoofd te mogen schilderen. Na er met haar
vader over gesproken te hebben willigde zij
zijn verzoek in, echter onder voorwaarde, dat
de sch.lder er met niemand over zou spreken
en niemand het portret mocht zien, zoolang
15 M. breedte had aangelegd, zouden onze
nakomelingen even hard klagen als wij. Want I
15 M. is veel te smal voor het verkeer dat over I
15 jaar bestaat.
Men zal dan ook, tenminste in de groote
steden, zijn toevlucht moeten nemen tot decen
tralisatie, d.w.z. tot het vermenigvuldigen der
centrale punten, zoodat men als het ware, in-
plaats van één groote stad, een stedengroep
vortm. Ten deele wordt reeds in deze richting
gewerkt. Iedere kleine stad bezit éér. post
kantoor, één secretarie, één politiebureau, één
station. Door het vermenigvuldigen van deze
gebouwen en inrichtingen doet men een goe
den stap in de richting der decentralisatie en
hier te Amsterdam is dit, door het openen van
hoofd-postkantoren in de vier windstreken,
reeds bevorderd. Bovendien heetf men in elke
wijk bijkanforen en niemand is dus aangewe
zen op het hoofdkantoor. Zoo hebben wij ook
meer dan één station, zoodat niet het geheel
reizigersverkeer den weg over den Dam en
het Damrak behoeft te nemen. Ook de winke
liers hebben zich naar de teekenen des tijds
ingericht, zoodat de kooplustige burgers en
burgeressen zich niet in dichte drommen naar
het centrum behoeven te bewegen voor ieder
wisse-wasje. Van het midden tot ver in de bui
tenwijken strekken zich de winkelgalerijen uit
Alléén de verdeeling is nog verre van
ideaal en de groote firma's, de beroemde en
zeer geliefde winkels, verzuimen nog te vaak
zich te decentraliseeren. Zij breiden de be
staande gebouwen door het verzwelgen van
belendende perceelen uit, inplaats van nieuwe
filialen in de buitenwijken te openen.
In ditve rband zal 't geen geringe verwon
dering wekken, ddt er plannen bestaan om het
station Weesperpoort te sloopen. Want dit
station heeft een belangrijke functie in de
verbinding met het zuiden des lands. Het
geldt hier echter minder een afbreken en
opheffen dan wel een verplaatsing. Het kop-
station W. P. is, als bouwwerk, geen sieraad,
als spoorweg-emplacement verouderd, en het
is bovendien, nu de stad zich rondom heeft
uitgebreid, een hinderlijke sta-in-den-weg.
Het nieuwe station voor het Amstelkwartier
zal vermoedelijk verrijzen tegenover de Bcr-
lage-brug, die in het verlengde van de Am-
stellaan wordt gebouwd en zal een der be
langrijkste stations van de stad kunnen wor
den, aan de verhoogde ringbaan.
Die ringbaan wordt, in de toekomst, van
het grootste belang en zal het Centraal-Sta-
tion aanmerkelijk ontlasten. Ten eerste loopt
deze baan over een hoogen dijk en viaducten,
zoodat de spoorwegkruisingen, die thans zoo
belemmerend zijn voor het verkeer, komen
te vervallen. Langs die ringbaan kunnen
verscheidene stations komen, zoodat men
van en aan Zuid, West en Oost vertrekken
en arriveeren kan zonder den langen rit met
auto of tram dwars door de binnenstad te
hoeven te maken. Langs de ringbaan zal
men verwijderde stadsgedeelten kunnen be
reiken, langs een omweg inderdaad, maar
desondanks veel sneller dan met de tram.
Langs die ringbaan kan ook de Haarlem-
sche tram worden geleid en misschien ook
wel de Gooische tram. Meer dan met dui
zend extra verkeersagenten bereikt men met
deze ringbaan een verlichting en opluchting
in het stadsverkeer. Wij vreezen echter, dat
het nog zeer lang duren zal eer men dezen
idealen toestand verkregen heeft en daar al
zulke nieuwe plannen hier in Amsterdam
uit een zeer schrale beurs bekostigd moeten
worden, zal het prachtige plan wel niet op
ideale wijze worden verwezenlijkt.
Vermoedelijk krijgen wij weldra meer te
hooren over deze stappen in de richting van
de decentralisatie, waardoor men de binnen
stad als het ware van te intensief verkeer
ontlast. Het ongeluk is, dat de uitvoering
van zulke plannen altijd te veel tijd kost. dat
men er bij de stads- en verkeers-ontwikke-
ling mee ten achter is, dat men nooit vóór
kan komen. Tegen den tijd dat de ringbaan
gereed is; dat de stations aan de peripherie
der stad voltooid zijn en in gebruik genomen
kunnen worden; dat er autowegen voor in-
terlocaal snelverkeer rondom de hoofdstad
aangelegd zijn, tegen dien tijd is het auto
park van ons vaderland zóó dicht bevolki,
dat er toch weer onoverkomelijke moeilijk
heden opdagen, en dat Amsterdam opnieuw
wordt tot het verkeers-kluwen, dat niet te
ontwarren is. Ja, wanneer wij een voorzie
nige en vérziende overheid bezaten.Maar
zou zulk een overheid toekomstplannen, plan
nen gebaseerd op toekomstmogelijkheden ten
uitvoer kunnen brengen De Amsterdamsche
burgerij bestaat voor een groot gedeelte uit
ongeloovige Thomassen, die alleen hun beurs
trekken als zij door zeer reëele toestanden
worden overtuigd. En is dit een karakter
trek, waardoor de Amsterdammers zich van
andere schepselen onderscheiden? Wij geloo-
ven het niet. Met eenige leedvermaak kunnen
wij de worsteling der Parijsche autoriteiten
met de verkeers-problemen in de Ville Lu-
haar vader en zij te Schneiditz woonden
„Wij keeren eenter weldra naar Nederland
terug", voegde zij er aan toe en Welschmann
nam de voorwaarde gaarne aan, want zoo'n
onbeschrijfelijk mooi hoofd zou hij wel
nooit meer in zijn leven ontmoeten.
Wanneer Ada tegen dat het donker werd
met haar vader soms ging wandelen, droeg
zij een dichten sluier vaor het gezicht; dat
deed zij omdat ze van vroeger wist hoe pijn
lijk bewonderende blikken konden zijn, waarin
zich medelijden mengde.
Zij, in wie een kunstenaarsziel woonde, die
krachtig genoeg was om zich hoog te verhef
fen boven alledaagsche opvattingen; zij
wenschte geen medelijden en had dat ook niet
noodig. En thans, nu haar vader het voor
haar geschreven stuk gereed had, had zij
eerst recht geen medelijden noodig. Nu zou
ze weldra naar het zonnige land der kunst
trekken en de weg, die daarheen leidde, had
hij, haar innig geliefde vader, de tooneelspe-
ler Pieter de Ruyter, wiens naam in het va
derland zoo'n machtigen klank had, haar be
reid.
„En noemt men de beste namen,
„Dan wordt ook de mijne genoemd".
Deze dichtregels van Heine had de Ruyter
op zich zelf van toepassing kunnen achten
Nog steeds rusten de oogen van den vader,
op antwoord wachtend, op de dochter.
Eindelijk hief Ada haar gebogen hoofd op
en knikte met een zachten glimlach den vader
toe.
„Het is u schitterend gelukt, het stuk is be
wonderenswaardig ongebouwd en de intrige
effectvol."
xxut yeswi
I«sstuft Utrpïe
/^OUW^\
ECHTE FRIESCHE
20-50cf. per ons
(M* Waw.4 pon"*" o>
tymapt Uur WinkeZiee 'it paJpe HHJ
SEDERT 17H
mière gadeslaan. Ja, ja, zoo gaat het als
men niet in de toekomst ziet. En als Napo
leon maar aan de automobiel had gedacht
maar de groote Keizer kon zelfs niet geloo-
ven in de stoomboot en verwierp plannen
om stoomschepen te bouwen, hoewel hij met
een stoomvloot het gehate Engeland toch de
finitief had kunnen overwinnen als Na
poleon I maar aan de automobiel had ge
dacht, zou hij gelast hebben, dat alle hui
zen op palen, 5 M. boven den beganen
grond zouden worden gebouwd. Welk eei
ruimte zou men dan voor het verkeer beho»
den hebb:n!
Amsterdam, Januari 1930.
EMERGO.
Schaakrubriek
OPLOSSING PROBLEEM 265
1. Lc2 Kd5 2. c4 mat
2. Kf5 3. d4 mat
1. Pc8 2. Db5 mat
1. - b5 2. Tc5 mat
1. Tf5 2. c4 mat i,
OPLOSSING EINDSPEL 328.
1. a7 Te8 2. Lc6 Tf8 3. a8D Ta8 4. La8 Dd3
5. Kb3 a4f 6 Ka2 c2 7. Le4f Ke4 8. Kb2
Kd3 9. Kcl en op 9Kc3 of 9d3 is
Wit pat.
Na 1. a7 Tel volgt 2. Le4 Te4 3. a8D en
Zwart verliest
OPLOSSING EINDSPEL 329.
1. f3 Te5 2. Pb6 Ta5 3. Pe6 Ke5 4. Pc4 en
wint.
PROBLEEM No. 266.
A. L u d a n y i
®U* iP fS j
tt-t$ p w1
mm" ^4 'm
1 k 1 k H -f
WP'
WA.
a bc del g h
Tweezet.
EINDSPEL No. 330.
C a 1 v
HHP .fgp kMM
idl
abcdefgh
Wit speelt en wint.
Haar fijne handen, door welker blankheid
de fijne blauwe aderen heen schenen, speelden
met de dikke franje van de sjaal. „Uw liefde
voor mij, vader, leidde uw hand, die de pen
vasthield". Zij stond op en wijd haar armen
uitbreidend riep zij met een heldere, juichen
de stem uit: „Eindelijk is het dan zoo ver, mijn
levensdroom zal waarheid worden!"
Heel dicht kwam zij bij hem en knieid
voo^ hem neer, zijn hoofd naar zich toe
halend. „Vader, ik weet niet hoe ik onder
woorden moet brengen, om u te zeggen hoe
gelukkig ik ben, dat het u gelukt is7'. Haar
stralende oogen keken hem aan en half fluis
terend vervolgde zij: „Aanvankelijk vreesde ik
somtijds, dat u niet zoudt slagen, dat u niet
de begaafdheid zoudt bezitten om zoo iets tot
stand te brenges, maar reeds na de eerste
tafereelen, die u mij voorlas, week mijn vrees
en maakte plaats voor hoop, die op zoo'n
glansrijke wijze waarheid werd". Luider en
vuriger werd haar stem: „En nu keeren wij
terug naar ons lieve Nederland, waar onze
voorvader zulk een macht bezat en als wij
daar zijn, zullen ook de dagen uwer macht
weer beginnen, u zult de harten der menschen
met uw kunst veroveren en duizenden zullen
Pieter de Ruyter, den groote ntooneelspeler,
toejuichen en zich gelukkig achten, dat hij
hen niet voor altijd heeft verlaten. En tege
lijk met u zal ik komen', een visionnaire trek
kwam over haar gelaat, „eensklaps sta ik
daar. Mijn hoofd, mijn mooie hoofd en mijn
talent zullen tot de menschen spreken en zij
zullen mij vereeren, moeten mij bewonderen
en zich heel klein gevoelen tegenover mijn
hoofd en mijn talent". Zij liet haar vader
en stond op: „Want ook ik ben een de Ruvter
en daarom zal ook ik machtig zijn".
- 'Wordt vervolgd.)