AlkiaarscliG Esnrant. ZIJN U IATS1 E WEI (SC H. DE HEERENBAAI Brieven nit de hoofdstad lliom i Wé M JL 'M pp m t m iMgrd twee en dertigste Jaargang, t= lie. 21 1930 />a<erdae 25 Januari ^g= ts Radio-hoekje Zondag 26 Januari. Hilversum, 1875 M. 9.V. A. R. A. Gra mofoonmuziek. 9.40 V. A. R. A. Lezing. 10.V A. R. A. Lezing. 10.15 V. A. R. A. Gramofoonmuziek. 10.30 V. P. R. O. Kerk uitzending vanuit de Kapelkerk te Alkmaar. 12.0112.45 A- V. R. O. Lezingreeks over muzikale meesterwerken door Casper Hö- weler. 12.45—2.Concert door het A. V. R O-Octet. SoloA'ioolBoris Lensky. 2.— 2.30 A. V. R. O.-Boekenhalfuurtje. Dr. P. H Ritter Jr. over de Gedenkschriften van Mr. P J. Troelstra. 2.30 Aansluiting van het Con certgebouw te Amsterdam. Het Concertge bouw Orkest onder leiding van Bruno Wal- ter. Solisten: Willem Andriessen en Bruno Walter. Na afloop van het concert tot 5 uur: Gramofoonmuziek In de rustpoozen: Sport uitslagen van Vaz Dias. 5.V. A. R. A Wekelijksch nieuws. 5.15 V. A. R. A. Kinder uurtje. 6 V. A. R. A. Concert. Orkest, or gel en viool. 7.308.A. V. R. O.-Radio Tooneel. Studio-opvoering van „Verspilde Ge negenheid" door Zotheid's Ernst. Radio- schets uit het leven van een clown naar ,4'Appél du Clown". Bewerkt door de A. V. R. O-staf. 8.Tijdsein, pers- en sport nieuws. 8.15—9.— Opera-uitzending: „Bas- tfien en Bastienne". Kom. Opera in één be drijf van W. A. Mozart. Personen: Bastien ne: Hélène Cals,; Bastien: Louis van Tulder; Colas: Henri Bloemgarten. 9.—9.15 Gra inofoonmuziek. 9.15—11— Concert door het Omroeporkest m. m. v. het Russische Theater gezelschap „Arlekin". 11.— Gramofoonmu ziek. 12.— Sluiting. Huizen, 1071 M. 8.25—9.20 N. C. R. V. Morgenwijding. 9.5510.K. R. O. Klok gelui. 10.—11.30 K. R. O. Uitzending van de Hoogmis uit de kerk der Paters Carmelieten te Oss. 11.30—12.— K. R. O. Gramofoon muziek. 12.0112.30 K. R. O. Gramofoon muziek. 12.30—1.30 K. R. O. Concert door het K. R- O.-Trio. 1.30—2.30 K. R. O. Le zing over: De toekomstige Basiliek op de Heilige Landstichting. 2.2.30 K. R O. Le zing over „Het Museum van den Arbeid". 2.30—4.30 K. R. O. Concert. Orgel en zan geres. 4.30—5.— K. R. O. Ziekenhalfuurtje. 5.50 N. C. R. V. Kerkdienst vanuit de Ned. Herv. kerk (Groote Kerk) te Den Haag. 7 30 7.55 K. R. O. Lezing over: Carnaval. 7.55 8.K. R. O. Voetbaluitslagen. 8.018 05 K. R. O.-Voetbaluitslagen. 8.058.20 Praatje door den Voorzitter. 8.2010.45 K. R. O. Epiloog door Klein Koor. 9.30 ca. Persberichten. Daventry, 1554.4 M. 3.20 Kerk-cantate van Bach. Orgel, orkest, vocale- en instrumentale solisten. 4.10 Bijbellezing. 4.25- 4.45 Kin deruurtje. 4.50 Concert. Orkest. W. Primrose, viool. 6.05—6.35 Piano-recital door E. Isaacs. 8.15 Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheids- oproep. 9.15 Nieuwsberichten. 9.25 Concert. Hongaarsch Strijkkwartet. I. Phillipowsky, piano. 10.50 Epiloog. Pari/s „Radio-Paris"1725 M. 12.20 Reli gieuse causerie en gewijde muziek. 1.20 Gra mofoonmuziek. 2.20 Gramofoonmuziek. 3.20 Concert. 5.20 Gramofoonmuziek. 6.50 Gra mofoonmuziek. 7.35 Gramofoonmuziek. 7.50 Poppenkast Radio-Paris. 8.20 Concert. Or kest en vocale solisten. 10.20 Orkestconcert. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo foonmuziek. 8.25—9.20 Morgenwijding. 12.201.50 Orkestconcert. 2.503.20 Vroo- lijk programma. 3.505 20 Concert uit Stutt gart. Orkest en tenor. 7.20 Bijeenkomst van het Carnevals-Gezelschap „Rheinlander". Daarna tot 11.20: Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.20—12.20 Or kestconcert. 2.504.50 Concert. Orkest en pianiste. 4.505.20 Kinderuurtje. 1.20— 8.35 Orkestconcert en declamatie. 8 358 55 Con cert. Opera-zangeres. 8.5510.05 Concert. Orkest en instrumentale solisten. 10.05 11.50 Dansmuziek Brussel, 508-5 M. 5.20 Dansmuziek 6.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Concert. Orkest en solisten. Zeesen, 1635 M. 6.208.15 Lezingen. 8.15 Klokkenspel. 8.20 Morgenwijding en klokgelui. 9.2011.20 Lezingen. 11.20 Con cert. Orkest, sopraan en harp. 1.20 Lezing. 1 50 Gramofoonmuziek. 2.20 Bobslee-kam pioenschap. Uitz. vanuit Caux sur Montreux 2.50 Lezing. 3.20 Gramofoonmuziek. 3.40 Concert uit Breslau. 5.208.20 Her-uitz van Langenberg. Na afloop: Berichten en tot 11.50 Dansmuziek. Maandag 28 Januari, ndvresum, 1875 M. 10.—10.15 Morgen- 11.15-11.45 Wat zullen onze kin deren lezen? Spreekster: Mej. de Gaay Fort man. 12.15—2.— Concert door het A. V. R. <J.-Kwartet. 2.-2.45 Kookpraatje door P. J. K„e„rSji -d5430 Aansluiting van het Rem- nrandt-pieater te Amsterdam. 5.6.Kin- deruurtje. 6.016.45 Gramofoonmuziek. („Ueber den Tod hinaus"). Roman van Anny von Panhuys. Uit het Duitsch door W H. C. Bollaard. 221 Zoo ongeveer zou Pieter de Ruyter op nieuwsgierige vragen hebben geant woord althans indien hij, zoo als reeds gezegd, geantwoord zou hebben. Hij had met Ada na zijn vertrek uit Nederland in Duitschland rondgereisd, totdat hij eindelijk besloot zich in het rustige Schneiditz te vestigen, waar het hem 't best beviel. Het kleine, toevallig leegstaande huis aan het begin van de Slotsteeg stond hem aan en hij infor meerde aan wien het toebehoorde. „Aan mijnheer von Weiden, die het indertijd geëerfd heeft en het graag zou willen verkoopen of verhuren, maar dat g-ng niet zoo gemakkelijk, omdat de Slotsteeg in een kwaden reuk stond'gaf men hem ten antwoord. Dat beviel hem, want dan kreeg hij het Luisie zeker tegen een^la^en huur prijs, dacht de Ruyter. ïij ging von Wei den bezoeken en werd het met dezen spoedig over den prijs eens, want de eigenaar was blij nog iets voor het huis te krijeen. dat reeds zoo lang leeg stond. Weldra was het huisje door den be roemden tooneelspeler, van wien nie- wEngelsch beginners. 8019.Vereenigingsuurtje. Jl'33™11?5 Mannenkoor „Orpheus" en de Uir. Harmonievereen. „Sursum Corda". 9.— Concert door het Omroeporkest. Karei Willeke, fluit. 10.15 Persberichten. 11. Gramofoonmuziek. 12.— Sluiting Huizen, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) (Uisluitend N. C. R. V.) 8.15—9.30 Con cert. 10.30—11.Ziekendienst. 11.11.30 Lezen. 11.3012.30 Concert. Zang, viool, cello en piano. 12.301.45 Orgelconcert. 2 2.35 Uitzending voor scholen. 2.45 3.15 Lezing over: De rozen in onzen tuin. J 153.45 Knipcursus. 4.5.Ziekenuur- tje. 5.6.30 Concert. Viool, cello en piano 6.30—6.40 Koersen. 6.407.10 Muziek- praatje. 7.108.Voor de rijpere jeugd 8-10.Concert. Koor en orkest. Sprekers. 10.15—10.45 Radiodokter. 10.4511. Gramofoonmuziek. 11.Sluiting. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Orgelconcert door E. T. Cook. I. Rai- nier, viool. 1.35 Orkestconcert. 2.20 Uitz. voor scholen. 2.35 Lezing. 2.50 Lezing. 3.25 Lezing. 3.40 Dansmuziek. 4.35 Orkestcon cert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 7— Cello-recital door I James. 7.20—7.40 Lezing. 7.45 Fransche les. 8.05 Concert. R. Goodacre, alt. C. Shar- pe, cello. Militair Orkest. 9.20 Nieuwsber. 9.40 Lezing. 10.35 Concert The Templars, zang. R. Dolmetsch, spinet. 11.20—12.20 Dansmuziek. Pariis Radio-Paris1725 M. 12.50— 2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert en de clamatie. 6.55 Gramofoonmuziek. 8.20 Too- neeluitz. en concert. Instrumentale solisten. Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo foonmuziek. 9.3510.30 Gramofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.25—1.50 Ór- kestconcert. 4.505.50 Kamermuziek. Piano en bariton. 7.20 Concert. Orkest en cellist Intermezzo: Zang door Koor en vocale solis ten. Na afloop van het concert tot 11.20 Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest concert. 2.55—4.55 Orkestconcert en decla matie. 7.30—8.Concert door Strijkorkest. 8.-9.45 Tooneeluitzending. 10.—1030 Piano-recital door Folmer Jensen. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek 8.35 Concert. Orkest en vocale-solisten. Zeesen, 1635 M. 6.1511.45 Lezingen. 11.50—12.15 Gramofoonmuziek. 12.15 1.20 Berichten. 1.201.50 Gramofoonmu ziek. 1.503.05 I ezingen. 3.05—3.20 Voor de vrouw. Alt, viool en piano. 3.203.50 Le zing. 3.504.50 Concert uit Berlijn. 4.50 7.20 Lezing.en 7.20 ..Fra Diavolo". Opera in 3 bedrijven van D. F. E. Auber. 9.50 Dans les. Daarna tot 11 50 Dansmuziek. WriIXKTON PUZZLEN. Onze Derde Januari-opgave. Het geheim der acht blokletters. Deze puzzle is zeer gewaardeerd, en velen hebben hun oplossing ingezonden. Enkele hadden niet het kleinst mogelijke aantal zet ten gevonden. Dit is n.1. 23. Van hen die een oplossing inzonden in meerdere zetten, kon den wij de oplossing niet goedkeuren. Wanneer de letters bij den aanvang als volgt liggen: G. E. F. H. C. B. D. X. A. gaat men als volgt te werk om de alphabeti sche volgorde te verkrijgen. Men verschuift achtereenvolgens: A, B, F, E, C, A, B, F, E, C, A, B, D, H, G. A, B, D, H, G, D, E, F (23 zetten). Zoo heel moeilijk was deze opgave niet. Wij hebben voor Februari een verplaatsings- puzzle in voorraad, die heel wat meer hoofd breken zal kosten. Onze Nieuwe Opgave. (No. 4 der Januari- serie, no. 8 sedert de instelling der nieuwe regeling). Tot besluit van de Januari-serie een niet zoo heel moeilijke opgave, n.1. het schaak bord en de 8 voorwerpen (damstukken, pionnen, fiches, of d.) Door de beperkende voorwaarden is deze opgave een geheel nieuwe en niet te ver warren met een vroeger reeds gepubliceerde opgave. Plaats de 8 voorwerpen op een vierkant mand in de kleine residentie iets wist, en zijn dochter betrokken en thans woon den zij er ongeveer een jaar, maar be halve den nuiseigenaar en diens schoon zoon den schilder Hans Walschmann die Ada geschilderd had kenden zij zoo goed al$ niemand. Alleen een werk vrouw, die in di buurt woonde, kwam dagelijks voor het grove werk en om het eten uit een nabijgelegen restaurant te halen. Vader en dochter leefden uitsluitend voor elkaar, vonden ruimschoots vol doeling in de liefde, die zii elkaar toedroe gen en gingen geheel op in hun toe komstplannen. Pieter de Ruyter be- heerschte de Duitsche taal zeer goed, las vele Duitsche bladen en ging soms, als het donker begon te w-orden, met Ada uit. Het lezen en uitgaan noemde hij „studies maken". Vol enthousiasme en ijver schreef hij aan zijn stuk, dat „De Spion" zou heeten. De hoofdpersoon daarin was een vrouw, die altijd zóó op trad, dat men van haar slechts het hoofd zag; óf zij boog zich uit een venster, ter wijl zij door een donker overgordijn, dat achter haar om haar schouders lag, als toevallig omhuld was, óf zij stak haar hoofd door de half geopende deur, óf wel keek zij over een kamerscherm. Nu was de Ruyter met de laatste acte gereed en las die zijn dochter voor. Ada leunde in een lagen schommel- stoei, om haar schouders droeg zij een bont gekleurde Turksche sjaal, waar boven haar prachtig hoofd zich verhief, bord met 64 vakken en wel zóó, dat: le. Op geen enkele, horizontale, verticale of schuine rij, twee voorwerpen staan. 2e. Geen drie voorwerpen op één rechte lijn staan, d.w.z. wanneer de eerste twee voor werpen op het eerste vak der eerste rij, en het tweede vak der derde rij staan, mag het derde niet op het derde vak van de vijfde rij, omdat men dan door die drie voorwerpen een rechte lijn zou kunnen trekken. Hoe ziet het bord met de acht voorwerpen er uit. als aan de beide bovenstaande voor waarden is voldaan? Oplossingen liefst zoo vroegtijdig moge lijk, doch uiterlijk voor Vrijdag 31 Jan 12 uur aan den Puzzle-Redacteur van de Alkmaarsche Courant. Het mechanisch verkeer. Verbree ding wegen der brengt geen baat. Decentralisatie en vermenigvuldi ging. Winkeluitbreiding. Ver plaatsing van het station W.P. De ,/ingbaan" als redder in den nood. Maar ook de auto ver menigvuldigt zich. De fout van Napoleon. Nu Amsterdam gedompeld is in geur van benzine, in walm van olie want terwijl wij dit schrijven wordt de R.A.I. voorbereid en als de lezer dezen brief onder oogen krijgt is de tentoonstelling geopend (wij hopen daar over binnen enkele dagen verslag uit te bren gen) nu Amsterdam dus in het teeken van de auto staat, willen wij nog enkele proble men van het mechanische stadsverkeer bespre ken. Het mechanische verkeer. Ja, was dat er maar. Wij zouden een heel eind in de goede richting komen. Wij twijfelen er ook niet aan, of de steden zullen, over honderd jaar, daar op ingericht zijn en dan heeft men geen ver- keersbepalingen meer van noode. Men stelle zich naar een stad voor met mechanisch op- en nederwaarts bewogen trappen, met rollende trottoirs, waarop de wandelaar zich voortbe weegt met verdriedubbelde snelheid en met allerlei nu nog ondenkbare gemakken en ver snellingsmiddelen om de verbinding tusschen centrum en peripherie te bespoedigen. Laat ons evenwel niet te optimistisch zijn. Ondanks de métro, die duizenden en duizen den voetgangers verzwelgt en in andere stads gedeelten uitwerpt, weet de Parijsche verkeers politie geen raad met het auto-probleem. En zelfs de Amerikaansche steden, die minder dan wij met de eischen van stedenschoon en architectuur rekening behoeven te houden, kunnen met hun onder- en boven-grondsche sporen ternauwernood een houdbaren toe stand scheppen. Vermoedelijk zal men in de toekomst dan ook tot een ander redmiddel overgaan. Parijs leert ons, dat men er niet komt met het verbreeden der straten, met het doorbreken van oude stadsgedeelten, met het aanleggen van breede boulevards. Zóó breed kan men de verkeerswegen niet maken, of de aanzwellende stroom van voertuigen vult en óvervult ze. Wij behoeven daartoe niet eens buitenlands te gaan. De nieuw ontworpen weg van Amsterdam naar 't Gooi was, toen men de plannen opmaakte, vermoedelijk een modelverkeersweg. Maar straks, als die route in gebruik genomen wordt, zal men bemer- pen, dat men er niet hard op vooruit kan ko men, omdat het wegdek veel te smal is. En ternauwernood was de prachtige brug over den IJsel geopend, die Zwolle met het westen des lands een vaste verbinding geeft, of men hoort critiek op de breedte van het wegdek. Het rij vlak van de brug is 7 M„ en dat heet, voor druk autoverkeer, te smal. Ongetwijfeld. Maar toen men, vele jaren geleden, de brug op deze breedte ontwierp, was het wegdek rij kelijk breed. En als men het nu, in 1930, op N.V. BE ALKMAABSCHE STOON-WASCH'EM STRURIRRICHTSNC WESTERWEG ALKMAAR wmmm, Telef. 445 Toen de vader aan het eind was geko men, russte zijn onder de rimpelige oog leden uitkomende blik met spanning op zijn dochter, als vorschend, of zij met het gehoorde wel tevreden was. Ada keek peinzend voor zich heen; in haar geest klonk na, wat de vader had voorgelezen en haar le endig brein ver werkte reeds welke indruk die acte in staat zou zijn op de groote menigte te maken, en zij dacht dat die indruk niet anders dan voortreffelijk zou zijn, wan neer het haar kunst zou gelukken alles uit den inhoud van het stuk te halen wat er in lag. Wanneer dat haar gelukte! Het moest gelukken, haar gansche geluk hing daarvan af. Zij zou dan beroemd worden en van haar naam zou glans uitstralen. Reeds de gedachte alleen was haar een zoete zwijmel. Het leven had haar overigens niets te bieden, want liefde zou nooit een man voor haar met haar mismaakte lichaam kun nen voelen. Maar haar wonderschoone hoofd, dat zou de mannen betooveren, zij zouden et van droomen en het nimmer vergeten. „U hebt het mooiste gezicht, dat ik ooit heb gezien en dat ooit bestond", had Welschmann. de portretschilder, haar gezegd, toen deze eens met zijn dikken schoonvader von Weiden in het kleine huis was gekomen. Hij had Ada daarop verzocht hem te vergunnen haar hoofd te mogen schilderen. Na er met haar vader over gesproken te hebben willigde zij zijn verzoek in, echter onder voorwaarde, dat de sch.lder er met niemand over zou spreken en niemand het portret mocht zien, zoolang 15 M. breedte had aangelegd, zouden onze nakomelingen even hard klagen als wij. Want I 15 M. is veel te smal voor het verkeer dat over I 15 jaar bestaat. Men zal dan ook, tenminste in de groote steden, zijn toevlucht moeten nemen tot decen tralisatie, d.w.z. tot het vermenigvuldigen der centrale punten, zoodat men als het ware, in- plaats van één groote stad, een stedengroep vortm. Ten deele wordt reeds in deze richting gewerkt. Iedere kleine stad bezit éér. post kantoor, één secretarie, één politiebureau, één station. Door het vermenigvuldigen van deze gebouwen en inrichtingen doet men een goe den stap in de richting der decentralisatie en hier te Amsterdam is dit, door het openen van hoofd-postkantoren in de vier windstreken, reeds bevorderd. Bovendien heetf men in elke wijk bijkanforen en niemand is dus aangewe zen op het hoofdkantoor. Zoo hebben wij ook meer dan één station, zoodat niet het geheel reizigersverkeer den weg over den Dam en het Damrak behoeft te nemen. Ook de winke liers hebben zich naar de teekenen des tijds ingericht, zoodat de kooplustige burgers en burgeressen zich niet in dichte drommen naar het centrum behoeven te bewegen voor ieder wisse-wasje. Van het midden tot ver in de bui tenwijken strekken zich de winkelgalerijen uit Alléén de verdeeling is nog verre van ideaal en de groote firma's, de beroemde en zeer geliefde winkels, verzuimen nog te vaak zich te decentraliseeren. Zij breiden de be staande gebouwen door het verzwelgen van belendende perceelen uit, inplaats van nieuwe filialen in de buitenwijken te openen. In ditve rband zal 't geen geringe verwon dering wekken, ddt er plannen bestaan om het station Weesperpoort te sloopen. Want dit station heeft een belangrijke functie in de verbinding met het zuiden des lands. Het geldt hier echter minder een afbreken en opheffen dan wel een verplaatsing. Het kop- station W. P. is, als bouwwerk, geen sieraad, als spoorweg-emplacement verouderd, en het is bovendien, nu de stad zich rondom heeft uitgebreid, een hinderlijke sta-in-den-weg. Het nieuwe station voor het Amstelkwartier zal vermoedelijk verrijzen tegenover de Bcr- lage-brug, die in het verlengde van de Am- stellaan wordt gebouwd en zal een der be langrijkste stations van de stad kunnen wor den, aan de verhoogde ringbaan. Die ringbaan wordt, in de toekomst, van het grootste belang en zal het Centraal-Sta- tion aanmerkelijk ontlasten. Ten eerste loopt deze baan over een hoogen dijk en viaducten, zoodat de spoorwegkruisingen, die thans zoo belemmerend zijn voor het verkeer, komen te vervallen. Langs die ringbaan kunnen verscheidene stations komen, zoodat men van en aan Zuid, West en Oost vertrekken en arriveeren kan zonder den langen rit met auto of tram dwars door de binnenstad te hoeven te maken. Langs de ringbaan zal men verwijderde stadsgedeelten kunnen be reiken, langs een omweg inderdaad, maar desondanks veel sneller dan met de tram. Langs die ringbaan kan ook de Haarlem- sche tram worden geleid en misschien ook wel de Gooische tram. Meer dan met dui zend extra verkeersagenten bereikt men met deze ringbaan een verlichting en opluchting in het stadsverkeer. Wij vreezen echter, dat het nog zeer lang duren zal eer men dezen idealen toestand verkregen heeft en daar al zulke nieuwe plannen hier in Amsterdam uit een zeer schrale beurs bekostigd moeten worden, zal het prachtige plan wel niet op ideale wijze worden verwezenlijkt. Vermoedelijk krijgen wij weldra meer te hooren over deze stappen in de richting van de decentralisatie, waardoor men de binnen stad als het ware van te intensief verkeer ontlast. Het ongeluk is, dat de uitvoering van zulke plannen altijd te veel tijd kost. dat men er bij de stads- en verkeers-ontwikke- ling mee ten achter is, dat men nooit vóór kan komen. Tegen den tijd dat de ringbaan gereed is; dat de stations aan de peripherie der stad voltooid zijn en in gebruik genomen kunnen worden; dat er autowegen voor in- terlocaal snelverkeer rondom de hoofdstad aangelegd zijn, tegen dien tijd is het auto park van ons vaderland zóó dicht bevolki, dat er toch weer onoverkomelijke moeilijk heden opdagen, en dat Amsterdam opnieuw wordt tot het verkeers-kluwen, dat niet te ontwarren is. Ja, wanneer wij een voorzie nige en vérziende overheid bezaten.Maar zou zulk een overheid toekomstplannen, plan nen gebaseerd op toekomstmogelijkheden ten uitvoer kunnen brengen De Amsterdamsche burgerij bestaat voor een groot gedeelte uit ongeloovige Thomassen, die alleen hun beurs trekken als zij door zeer reëele toestanden worden overtuigd. En is dit een karakter trek, waardoor de Amsterdammers zich van andere schepselen onderscheiden? Wij geloo- ven het niet. Met eenige leedvermaak kunnen wij de worsteling der Parijsche autoriteiten met de verkeers-problemen in de Ville Lu- haar vader en zij te Schneiditz woonden „Wij keeren eenter weldra naar Nederland terug", voegde zij er aan toe en Welschmann nam de voorwaarde gaarne aan, want zoo'n onbeschrijfelijk mooi hoofd zou hij wel nooit meer in zijn leven ontmoeten. Wanneer Ada tegen dat het donker werd met haar vader soms ging wandelen, droeg zij een dichten sluier vaor het gezicht; dat deed zij omdat ze van vroeger wist hoe pijn lijk bewonderende blikken konden zijn, waarin zich medelijden mengde. Zij, in wie een kunstenaarsziel woonde, die krachtig genoeg was om zich hoog te verhef fen boven alledaagsche opvattingen; zij wenschte geen medelijden en had dat ook niet noodig. En thans, nu haar vader het voor haar geschreven stuk gereed had, had zij eerst recht geen medelijden noodig. Nu zou ze weldra naar het zonnige land der kunst trekken en de weg, die daarheen leidde, had hij, haar innig geliefde vader, de tooneelspe- ler Pieter de Ruyter, wiens naam in het va derland zoo'n machtigen klank had, haar be reid. „En noemt men de beste namen, „Dan wordt ook de mijne genoemd". Deze dichtregels van Heine had de Ruyter op zich zelf van toepassing kunnen achten Nog steeds rusten de oogen van den vader, op antwoord wachtend, op de dochter. Eindelijk hief Ada haar gebogen hoofd op en knikte met een zachten glimlach den vader toe. „Het is u schitterend gelukt, het stuk is be wonderenswaardig ongebouwd en de intrige effectvol." xxut yeswi I«sstuft Utrpïe /^OUW^\ ECHTE FRIESCHE 20-50cf. per ons (M* Waw.4 pon"*" o> tymapt Uur WinkeZiee 'it paJpe HHJ SEDERT 17H mière gadeslaan. Ja, ja, zoo gaat het als men niet in de toekomst ziet. En als Napo leon maar aan de automobiel had gedacht maar de groote Keizer kon zelfs niet geloo- ven in de stoomboot en verwierp plannen om stoomschepen te bouwen, hoewel hij met een stoomvloot het gehate Engeland toch de finitief had kunnen overwinnen als Na poleon I maar aan de automobiel had ge dacht, zou hij gelast hebben, dat alle hui zen op palen, 5 M. boven den beganen grond zouden worden gebouwd. Welk eei ruimte zou men dan voor het verkeer beho» den hebb:n! Amsterdam, Januari 1930. EMERGO. Schaakrubriek OPLOSSING PROBLEEM 265 1. Lc2 Kd5 2. c4 mat 2. Kf5 3. d4 mat 1. Pc8 2. Db5 mat 1. - b5 2. Tc5 mat 1. Tf5 2. c4 mat i, OPLOSSING EINDSPEL 328. 1. a7 Te8 2. Lc6 Tf8 3. a8D Ta8 4. La8 Dd3 5. Kb3 a4f 6 Ka2 c2 7. Le4f Ke4 8. Kb2 Kd3 9. Kcl en op 9Kc3 of 9d3 is Wit pat. Na 1. a7 Tel volgt 2. Le4 Te4 3. a8D en Zwart verliest OPLOSSING EINDSPEL 329. 1. f3 Te5 2. Pb6 Ta5 3. Pe6 Ke5 4. Pc4 en wint. PROBLEEM No. 266. A. L u d a n y i ®U* iP fS j tt-t$ p w1 mm" ^4 'm 1 k 1 k H -f WP' WA. a bc del g h Tweezet. EINDSPEL No. 330. C a 1 v HHP .fgp kMM idl abcdefgh Wit speelt en wint. Haar fijne handen, door welker blankheid de fijne blauwe aderen heen schenen, speelden met de dikke franje van de sjaal. „Uw liefde voor mij, vader, leidde uw hand, die de pen vasthield". Zij stond op en wijd haar armen uitbreidend riep zij met een heldere, juichen de stem uit: „Eindelijk is het dan zoo ver, mijn levensdroom zal waarheid worden!" Heel dicht kwam zij bij hem en knieid voo^ hem neer, zijn hoofd naar zich toe halend. „Vader, ik weet niet hoe ik onder woorden moet brengen, om u te zeggen hoe gelukkig ik ben, dat het u gelukt is7'. Haar stralende oogen keken hem aan en half fluis terend vervolgde zij: „Aanvankelijk vreesde ik somtijds, dat u niet zoudt slagen, dat u niet de begaafdheid zoudt bezitten om zoo iets tot stand te brenges, maar reeds na de eerste tafereelen, die u mij voorlas, week mijn vrees en maakte plaats voor hoop, die op zoo'n glansrijke wijze waarheid werd". Luider en vuriger werd haar stem: „En nu keeren wij terug naar ons lieve Nederland, waar onze voorvader zulk een macht bezat en als wij daar zijn, zullen ook de dagen uwer macht weer beginnen, u zult de harten der menschen met uw kunst veroveren en duizenden zullen Pieter de Ruyter, den groote ntooneelspeler, toejuichen en zich gelukkig achten, dat hij hen niet voor altijd heeft verlaten. En tege lijk met u zal ik komen', een visionnaire trek kwam over haar gelaat, „eensklaps sta ik daar. Mijn hoofd, mijn mooie hoofd en mijn talent zullen tot de menschen spreken en zij zullen mij vereeren, moeten mij bewonderen en zich heel klein gevoelen tegenover mijn hoofd en mijn talent". Zij liet haar vader en stond op: „Want ook ik ben een de Ruvter en daarom zal ook ik machtig zijn". - 'Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5