CooranL
m
Radio-hoekje
Brievan nit de hoofdstad
Honderd twee en dertigste Jaargang.
Zaterdag 15 Februari
U SM WEU
PUZZLEN
«v DE ALKMAARSCHE
STOOM WASCH EN
STOOKINRICHTING
Schaakrubriek
ai
lÉil
Ho. 39 193°-
Zondag 16 Februari.
Hilversum, 1875 M. 8.15—8.45 A. V. R.
O. Lezing over het bovenzinnelijke in mensch
en wereld. Het onsterielijkheidsgeloof door
alle tijden. Spreker: K. H. Noest Jr. 9.—
V. A. R- A. Orgelspel. 9.30 V. A. R. A- Le
zing. 9.45 V. A. R. A. Declamatie. 10.15 V.
jJr. A. Concert. Orkest en declamatie. 12.01
12-45 A. V. R. O. Lezingreeks over muzi
kale meesterwerken door Casper Höweler
12.45—2.— Concert door het A. V. R. O.-
Octet. Solo-viool: Boris Lensky. 2.2.30 A.
V. R- O -Boekenhalfuurtje. Geerten Gossaert
over Dr. P. C. Boutens. 2.30 Aansl. van het
Concertgebouw te Amsterdam. Het Concert
gebouw Orkest onder leiding van Hermann
Abendroth. Na afloop: Gramofoonmuziek. In
de rustpoos: Sportuitslagen. 5.— V. A. R. A.
Wekelijksch nieuws. 5.15 V. A. R. A. Kinder-
«urtje. 6.V. P. R. O. Voor de rijpere jeugd
6.30 Kerkuitz. V. P. R. O. Vanuit de Ned.
Herv. Kerk te Zaandam. 8.— A. V. R. O.
Tijdsein, pers- en sportnieuws. 8.15 Concert
door het Omroeporkest. Miss Marie Dare,
cello. August Leopolder en Otto Graef,
piano-duettisten). 9.3010.— Declamatie
door Kommer Kleyn. „Beatrys" van P. C.
Boutens. Met de muziek van Alex. Voormo
len. Aan den vleugelEgbert Veen. 10.
Vervolg concert. 11.Gramofoonmuziek.
IJ2.— Sluiting.
Huizen, 1071 Al. 8.30—9.30 K. R. O.
Worgen wijding. 9.50 N. C. R V. Kerkdienst
vanuit de Geref. Kerk te Zwijndrecht. 12 30
—1.30 K. R. O. Concert door het K. R O.-
Trio. 1.302.K. R. Godsdienstonder
richt. 2.2.30 Lezing over: Het Emigratie-
vraagstuk K. R. O 2.303.20 K. R. O. Con
cert. Salon-orkest, zang en piano. 3.203.45
K. R. O. Zang en piano. 3.45—4.30 K. R. O.
Concert. Salon-orkest. 4.305.— K. R. O.
Ziekenhalfuurtje. 5.5/15 Zakenzender Vaz
Dias. 5.20 N. C. R. V.Kerkdienst in „Con-
cordia" te Bussum 7.30—7 55 K. R. O. Le
zing over: Astrologie. 7.558.05 K. R. O.
Voetbaluitslagen. 8.05—8.20 K.R.O. Lezing,
over: Heer zonnenschijn 8.20—10.45 K. R.
O. Orkestconcert 10.4511.Epiloog door
het K. R. O-Klein Koor.
Davenlry, 1554.4 M. 3.20 Kerk-cantate No.
19 van Bach. 4.05 Bijbellezing. 4.20 Kinder
uurtje. 4.35 Lezing. 4.50 Concert. Orkest. K.
Winter, sopraan. 6.056.35 Piano-recitai
door Fr. Oshorn. 6.50 Kerkdienst. 8.20 Kerk
dienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10
Nieuwsberichten. 9.25 Concert. Orkest. L.
White, tenor. 10.50 Epiloog.
Parijs „Radic-Paris"1725 Af. 12 50 Ge
wijde muziek door koor. 1.202.20 Gramo
foonmuziek. 2.20 Gramofoonmuziek. 3.20 Or
kestconcert. 5.20 Gramofoonmuziek. 6 50
Dansmuziek. 7.35 Gramofoonmuziek. 7.50
Circus Radio-Paris. 8.20 Orkestcor.cert. 9.05
Eerste bedrijf vai. „Die Walküre" van Rich.
Wagner. 10.20 Dansmuziek.
Langenberg, 473 Af. 6.20—7.20 Gramo
foonmuziek 8.259.20 Morgenwijding.
11.2012.15 Concert. Koor, vocale en in
strumentale soli. 12.201.50 Concert. Or
kest, vicol en harp. 3.053.30 Gramofoon
muziek. 3.50 „Die Sternschuppe". Vroolijk
droomspel van Theo Toller. Muziek van
Hans Ebert. 7.30—9.20 Damensitzung der
Grosse Karnevals-Gesellschaft Düsseldorf.
Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Kalundbcrg, 1153 Af. 11.20—12.20 Or
kestconcert. 2.504.50 Trio-concert. 4 50
5.20 Kinderuurtje. 7.208.05 Orkestconcert.
8.059.20 „Clown mod sin Vilje". Blijspel
in 3 bedrijven van Koi.rad Maril. 9.20
10.20 Vervolg orkestconcert. 10.2011.50
Dansmuziek.
Brussel, 508.5 Af- 2.50 Orkestconcert m.
m. v. vocale solist. 5.20 Dansmuziek. 6.20
Viool-recital. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35
Concert. Orkest en vocale solisten.
Zeesen, 1635 Af. 6.208.15 Lezingen 8.15
Klokkenspel en Morgenwijding. Daarna:
Klokgelui. 10.2010.50 Lezing. 10.50 Or
kestconcert. 12.502.15 Lezingen. 2.15 Lie
deren-voordracht door tenor. 2.50 Voorlezing.
3.30 Orkestconcert. 4.50 Gramofoonmuziek.
5.20—7.15 Lezingen. 7.30 Damensitzung der
Grosse Karnevalsgesellschaft te Keulen.
Daarna tot 11.50: Dansmuziek.
Maandag 17 Februari.
Hilversum, 1875 M. 10.—10.15 Morgen
wijding. 11.15—11.45 Wat zullen onze kinde
ren lezen? Spr.Dr. H. B. F. Westerouen
van Meeteren over: Schoolboeken. 12.15
2.Concert door het A. V. R O.-Trio 2.
2.45 Kookpraatje door P. J. Kers. 2.45
FK1ILLKTON.
(„Ueber den Tod hinaus").
Roman van Anny von Panhuys.
Lit het Duitsch door W H C. Bollaard.
40)
»Ja, mijn man was tegenover Maurer dik
wijls heel mededeelzaam"
..Ziet u welLaten wij, als u 't goed vindt,
den ouden Maurer eens binnenroepen, dan zai
'k hem een beetje aan den tand voelen. Baat 't
niet, dan schaadt 't ook niet?''
Mevrouw Berner belde en Maurer kwam
binnen Zijn gladgeschoren huisknechtenge-
^cht stond onbewegelijk, evenals altijd wan
neer mevrouw hem riep. Hij wist, dat de vroe
«ere hofdame, freule Stormberg, dit zoo
wenschte, omdat zij het van goed afgerichte
tv.'en altijd zou gewend was geweest
wachtende op een bevel, bleef Maurer bt;
deur staan, iraar mevrouw Berner wenkte
nem'binnen te komen.
Mijnheer Pohl", zij duidde met haar han
lf.de richting waar deze zat, „is een jeugd-
nend van mijn man. Hij zou je graag een
Paar vragen willen 3tellen, die ik je verzoek
Ie beste weten te beantwoorden.
beetje verbazing teekende zich op het ge-
2i5em-braAdt'Th^ter te Amsterdam. Film-
v\ <Vt~~ ^eruurtje. 6.01-6.45
u O -Tooneelhalfuurtje. Mevr. Fenna
2* Banddoozen" van Jo Man-
8 m' o ^7 En?elsch voor beginners.
De Vereen,g!n«suurtje uit Schiedam.
De Zangvereen. „Gemengd Koor" en het
Harmonie-Orkest „Oefening baart Kunst".
vVrainw00mnuziek- 915 Aansluiting
van het M uziek-Lyceum te Amsterdam. Lotte
Muskens-Sleure, sopraan. Jaap Stotijn,
hobo. Bram Mendes, alt Henk van Wezel,
cello. Annie Vleming, alt. Paul Lowwer, fluit.
Joh. van Heil, clarinet. Alex. Moszkowsky,
l J"da, viool. 10.15 Persberichten.
1 U.2o Concert door het Omroeporkest. Daar
na: Gramofoonmuziek. 12.Sluiting.
Huizen, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
(Uitsluitend N. C. R. V.) 8.15—9.— Concert.
10.30—11.— Ziekendienst. 11.—11.30 Lezen.
11.3012.30 Concert. Zang, viool, cello en
piano. 12.30—1.45 Orgelconcert. 2.2.35
Uitz. voor scholen. 2.453.15 Lezing over:
Het gras in den tuin en vervangplanten voor
gras. 3.153.45 Knipcursus. 4.5.Zie-
kenuurtje. 5.6.30 Concert. Sopraan, bariton
en piano. 6.30—6.40 Koersen. 6.40—7.10 JLe-
zing over: Ho,.? Wat? Waarom? 7.10—7.40
Accordeon-concert. 7.408.10 Causerie over:
Ara's, Papegaaien, Parkieten enz. 810 Uit-
zendavond. Concert door Koor en orkest, le
zingen. 10.Persberichten.
Davenlry, 1554.4 Af. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20
Orgelconcert door E. T. Cook. H. Sail, bas.
I.35—2.20 Orkestconcert. 2.20 Uitz. voor
scholen. 3.25 Gramofoonmuziek. 3.40 Dans
muziek. 4.35 Orkestconcert. 5.35 Kinderuur
tje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 7.—
Zang door G. Parker, bariton. 7.207.40 Le
zing. 7.45 Spaansche causerie. 8.05 Vaude
ville. 9.20 Nieuwsberichten. 9.40 ca. Lezing.
10.15 Concert. Orkest. E. Kersey, viool
II.20—12.15 Dansmuziek.
Parijs .Aadie-Paris". 1725 M. 12.50—2.20
Gramofoonmuziek. 4.05 Orkestconcert. 6.55
Gramofoonmuziek. 7.40 Gramofoonmuziek.
8.20 Concert en tooneel.
Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo
foonmuziek. 9.3510.30 Gramofoonmuziek.
11.30 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Con
cert. Orkest en klarinet. 4.505.50 Concert.
Vocale en instrumentale soli. 7.208.45 Con
cert. Orkest en cellist. 8.50 Concert uit Ant
werpen. Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Kalundbcrg, 1153 M. 11.201.20 Orkest
concert. 2.55—4.55 Concert. Orkest en decla
mator. 7.208.35 Orkestconcert en declama
tie. 8.35—9.10 Viool-recital. 9.25—9.45 Zang
door concerzangeres. 9.4510.20 Concert
door Strijkkwartet. 10.2011.20 Dansmu
ziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonmuziek. 8.35 Concert. 8.50 Con
cert. Orkest, koor en vocale solisten.
Zeesen. 1635 M. 615—11.50 Lezingen.
11.5012.15 Gramofoonmuziek. 12.15
12.50 Nieuwsberichten. 1.201.50 Gramo
foonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.50—4.50
Concert uit Berlijn. 4.508.20 Lezingen.
8.20 Concert. Cello en bas. 8.55 Gramofoon
muziek. Daarna: Berichten en tot 11.50
Dansmuziek.
duld noodig hebben om het goede ant
woord te kunnen vinden.
Ziehier de som:
Onze Tweede Februari-Opgave.
De 16 woorden.
Dezè opgave was heel wat gemakke
lijker dan die der autogarage. Uit de ge
geven begin- en eindletters en de reeks
der ontbrekenden vond men spoedig de
16 woorden en de „vlooteonferentie".
De woorden volgen hieronder:
leven
atlas
brood
troon
outer
fiche
proef
kunst
tafel
beest
p a r t ij
steel
r et e
titel
vliet
preek
Alle goede oplossers hebben natuur
lijk hun puntenaantal weer met één ver
meerderd.
Onze Nieuwe Opgave (No. 3 der Fe-
bruari-serie, No. 11 sedert de instelling
du- nieuwe regeling).
De geheimzinnige vermenigvuldi
gingssom.
Onze nieuwe puzzle ziet er schijnbaar
eenvoudig uit. Maar wanneer men gaat
probeeren om aan de twee voorwaarden
te voldoen, dan zal menigeen al zijn ge
zicht van den huisknecht af, maar door een
lichte buiging gaf hij te kennen, dat hij zou
doen, wat mevrouw van hem verlangde.
„Maurer", begon Pohl op jovialen toon,
,,ik weet dat wijlen de professor niet stijf met
je omging en dat hij dikwijls met je praatte
Daarom zou het mogelijk zijn, dat je ons een
inlichting kunt geven over iets waarover ik
ik bedoel mevrouw Berner, haar dochter
en ik ons vruchteloos het hoofd breken.
Maurers' gezicht stond weer strak als al
tijd, maar innerlijk groeide zijn verbazing. Wat
zou er op die inleiding wel volgen!
„Ik zal kort zijn", vervolgde Pohl op den-
zelfden vriendelijken toon, „en je verraden,
dat de orofessor kort voor zijn dood een groot
gedeelte van zijn vermogen, dat op de bank,
die onder mijn directie staat, was gedepo
neerd, daarvan heeft algenomen en dat dit
geld spoorloos is verdwenen. Natuurlijk moe
ten wij nu te weten zien te komen waar het is
gebleven. Misschien heeft de professor zich
hierover tegenover u op de een of andere wijze
uitgelaten, zoodat wij hierdoor op het spoor
zouden kunnen komen toen keek hij
Maurer vragend aan.
„Het spijt mii zeer mijnheer antwoord-
deze deze on^-'ddelüjk.
„Denk eens heel scherp na vervolgde Pohl,
„misschien schiet je wat te binnen. Al is
't maar woord, een handeling van den pro
fessor je zult begrijpen, dat door het zoek
raken van het geld mevrouw en haar dochter
We vermenigvuldigen een getal van
twee cijfers met één van drie cijfers en
krijeen als uitkomst een getal van vijf
cijfers.
Nauwkeurig bekeken blijken het juist
de cijfers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 0, te zijn,
die we noodig hebben.
De tweede voorwaarde is echter, dat
het getal van twee cijfers op het getal
van drie cijfers moet gedeeld kunnen
worden (dus zonder rest).
De volgende oplossing zou dus b.v. niet
goedgekeurd kunnen worden:
78 X 345 26910.
Hier zijn precies alle cijfers gebruikt,
maar 78 is niet deelbaar op 345.
Wie vindt de eenige goede oplossing?
Inzendingen liefst zoo vroegtijdig mo
gelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 21 Febr.
12 uur aan den Pnzzle Redacteur van de
Alkmaarsche Courant.
Nogmaals: HET ROKIN.
„Meneer", zei mijn sigarenhandelaar in de
Kalverstraat, die eigenlijk meer mijn sigaret-
tenleverancier is, terwijl hij zich met zijn min-
zaamsten glimlach, zoet als vier schepjes
suiker in een klein kopje thee, over de toon
bank boog. mieneer, voelt u iets voor de dem
ping van het Rokin?" En toen ik een weife
lend antwoord gaf, begon hij te pleiten o,
erbarmelijk, machteloos, met zielige argumen
ten, zonder logica vóór de demping en aan
te dringen op het onderteekenen van het dem-
pings-adres.
Want, lezer, er is-thans een Rokin-bewe-
ging met betrekking tot het beweginglooze
Rokin, welke een volksbeweging dreigt te wor
den. De houding van mijn sigaretten-trawant
is maar een symptoon. De golven der harts
tochten slaan hoog op en het Rokin slaat zijn
verglaasde blikken verbaasd ten hemel, want
het weet niet wat golven zijn.
Het Rokin is verbaasd. Het heeft eeuw na
eeuw vreedzaam tusschen zijn kaden geslui
merd en niet zooals de Rijn „langs zijn boor
den gerold". Die Rijn, die „de stranden kust
of scheurt de dijken, de wereld splitst in
koninkrijken, en 't vorstelijk rechtsgebied be
paalt", zooals Borger zong, met dien Rijn
heeft het niets gemeen willen hebben dan,
nu ja, een beetje water. En nu laat men den
Rijn ongemoeid en hem, den vreedzame, wil
men verstikken in droog zand?! Dat wekt
meer dan verbazing, dat wekt verontwaardi
ging. Maar de wereld is nu eenmaal rijk aan
onrechtvaardigheid.
Intusschen, het Rokin blijft kalm als immer
Men mag het zijn pontje ontnemen, het komt
niet in opstand. Een paar maal per jaar, in
peripden van hoogwater, toont het zijn macht
door de „stille zijde" onder water te zetten,
maar het blijft bij een bedreiging. Tot een
werkelijke overstrooming wil het zich niet lee-
nen. Daartoe is het te zeer een .ordentelijk
stadgenoot. Het draagt op zijn rustigen rug
de veerbootje naar de provincie, en het motor
bootje van de „rondvaart", het weerspiegelt
's avonds de maan en den glans der reclame-
lichten, die hoog boven de huizen oplaaien,
en het hunkert nog geenszins naar een eer
lijke begrafenis.
En toch staat die voor de deur. Want steeds
klemmender wordt de kreet: „Dempt het Ro
kin!" De Bond van Bedrijfsautohouders in
Nederland heeft er zich vóór gespannen en
voert een actie met woord en daad. Overal in
de stad ziet men biljetten aangaplakt of flad
deren papiertjes met de leus der demping. De
roep om demping wordt met allerminst ge-
WESTEN'NMAAR
een belangrijke schade lijden".
Peinzend keek Maurer voor zich heen.
„Neen mijnheer", verklaarde hij opnieuw, „ik
weet niets. Zeker, de professor was altijd vrien
delijk en goed jegens mij" Maurer's stem om
floerste zich lichtelijk „en dikwijls vertelde
hij mij van allerlei, maar in den laatsten tijd
was hij nogal gesloten
„Gaf de professor je ook een reden op voor
zijn reis naar Berlijn? vroeg Pohl.
„Zeker, hij wilde een schilderij, waarop men
hem opmerkzaam had gemaakt, voor het mu
seum koopen".
Mevrouw Berner wisselde een snellen blik
met Pohl. Waarom had de overledene toch te
genover iedereen die uitvlucht als dekmantel
voor zijn reis verzonnen, een reis, die hij, zooals
nu bleek, uitsluitend had verzonnen om het
geld te halen? De weduwe had wel gelijk toen
ze zei, dat haar man haar nog na zijn dood een
raadsel ter oplossing had voorgelegd. En toch
was de overledene bij zijn leven nooit een
vriend van geheimznnig doen geweest.
„Weet je ook niet, Maurer, of de professor,
nadat hij weer uit Berlijn terug was, buitens
huis ergens heen is geweest, waarvan niemand
iets wist of
Hij kon zijn zin niet voltooien, een geluid, dat
over Maurer's lippen kwam, deed hem opkij
ken.
Mevrouw Berner en Pohl keken vol spanning
naar Maurer, wiens gezicht verried, dat hem
juist iets te binnen schoot, dat misschien van
dempte stem aangeheven en griezilige optoch
ten doorkruisen 's lands hoofdstad. Natuurlijk-
zijn het optochten van auto's en deze auto's
prijken met indrukwekkende opschriften ove.-
verkeersnood en geur-ellende, of met spook
achtige prenten. De genoemde bond \an auto
houders wordt gesteund door de 35-jarige
„Vereeniging Rokin", die eveneens op een eer
volle begrafenis aandringt.
Het Rokin mag om deze 35-jarige ijveraar
ster glimlachen, het Rokin, dat grijs is van
ouderdom, ja, dat er was vóór de stad er was;
het mag prat gaan op zijn ouderdom, maar
het zal todi wel eens onder zijn onbewogen
oppervlak rillen. Want de mensch is een ge
vaarlijke buurman.
„Wat heeft men", zal het Rokin lispelen,
„mijn voorouders niet al aangedaan! Eerst
heeft een onverlaat de vaart van mijn groot
vader Amstel gestremd door het werpen van
een dam, die nu „de" Dam is, waaraan de
stad zijn naam ontleend. Toen heeft men het
andere einde ten deele gedempt en op het eer
tijds glorierijke Dam-rak een Beurs gebouwd.
Zal men werkelijk de moed hebben zich nu
aan mij vergrijpen? En op welke vooze gron
den! Want waarmede argumenteeren mijn
vijanden? De Bedrijfsautohouders zeggen,
dat ik de atmosfeer bederf, dat ik onwelvoege
lijk riek. Eilieve, verspreiden ook de auto's
geen zonderlinge luchtjes? Wat ik uitadem is
tenminste de lucht van den oud-vaderland-
sches grond, van gezonde Hollandsche mod
der, de modder van het polderland, die alle
Amsterdammers wat zijn zij anders dan
polderjongens aangenaam moet zijn. En
de auto's? Zij vervullen de straten met olie-
en benzine-dampen, die de keel prikkelen en
de longen bevuilen. Zij werpen bij zonnig
weer wolken stom omhoog, die milliarden
bacillen bevatten; zij kledderen bij regenweer
de voorbijgangers vol modder, dezelfde mod
der, die ik rustig in mijn boezem berg en
waarmede ik niemand lastig val. Laten zij nu
maar thuis bliiven met hun lasterpraatjes. Als
daar weer zoo'n onverlaat, zoo'n dempings
maniak zijn stem verheft, zou ik alleen, iro
nisch, willlen reageeren met een echt Amster-
damsch „Hei zeit wat". Ik ben beu van de
herrie en ga weer slaoen. Wellicht moet ik het
nog vel eeuwen doen".
Aldus het Rokin, en wij kunnen het onze
sympathie niet onthouden in deze ure des ge-
vaars.
Maar toch wij vreezen, dat zijn laatste
uur geslagen heeft. De volksbeweging is te
sterk en de ambtenaren van Publieke Werken
hebben zich nu eenmaal demping voorgeno
men. Hetgeen zeggen wil, dat B. en W. rustig
wachten en uitkijken tot zij zeker zijn van een
meerderheid en dan pats komt de
voordracht en ligt het Rokin tegen den grond
of liever ónder den grond. Geen historisch
verleden is tegen zulk een tactiek bestand.
En de schriiver dezer regelen, zelfs hij
weifelt onder de pressie der omstandigheden.
Ieder stadgenoot moet thans wel zijn houding
bepalen, sinds hij geen garage meer passeeren
kan of aldaar lanterfantende chauffeurs bie
den hem, ter teekening, een adres aan, dat
aan den gemeenteraad is gericht; sindt hij
geen sigaret meer aansteken kan zonder Ro
Ion-tol te betalen aan zijn winkelier. Tot no**
toe heb ik de moeilijkheid ontweken. „Waarde
heer", aldus heb ik op den aandrang van
mijn tabaksleverancier geantwoord, „als auto
mobilist ben ik voorstander van demping,
maar als bewoner van Amsterdam, ja, meer
nog, ais Amsterdammer van geboorte, ben ik
er glad tegen. Begrijp dus, dat ik mijn pen
tot het plaatsen van de begeerde handteeks-
ning niet besturen kan".
Nu kan ik mijn automobiel verkoopen, maar
mijn geboorte is niet te verhandelen. Dus ben
ik geneigd tegen demping te zijn. Aan den an
deren kant, de tijd gaat vooruit en wij leven
nu eenmaal in een periode van mechanisch
verkeer. Men moet met zijn tijd weten mede
te gaan en een stad is gee museum. Dus wel
dempen. Ofschoon, weloverdacht, juist omdat
wij in een tijd van mechanisch verkeer leven,
een anderen weg dan demping wellicht de
voorkeur verdient. Want, niet waar, als de
verkeersstroom thans de demping van het
Rokin vergt, zal hij vermoedelijk over tien
jaar dc Dam als parkeerterrein opeiscben en
zal men verlangen dat Jacob van Campen's
wondere schepping, het Paleis-Raadhuis,
wordt gesloopt Want als men eenmaal be
gint met het stadsschoon aan de verkeers-
eischen op te offeren, waar is dan het einde?
Me ziet, het is niet gemakkelijk om het ten
opzichte van dit vraagstuk met zichzelf eens
te worden en in ieder geval dank ik mijn goed
gesternte, dat ik geen raadszetel bezit. Nu
hoef ik het lot van ons Rokin niet te bezege
len.
Overigens, het wil mij voorkomen, dat de
tijd tot het nemen van een beslissing nog niet
heel en al rijp is. Er zijn nog altijd stedebouw
kundigen, die met zéér vernuftige en aanne
melijke plannen voor den dag komen, plan
nen, waarin met behoud van het water ge
rekend is, en er zijn nog altijd mannen van
gezag, die hun veto over de dempingsplan
nen laten hooren.
belang was.
„Ik weet natuurlijk niet", zei hij weifelend,
„of hetgeen ik weet te vertellen, met dat geld
iets te maken beeft."
„Vertel maar op", moedigde Pohl hem "n,
„de geringste aanwijzing kan voor ons nuttig
zijn."
„Ja, maar 't is een zonderlinge geschiedenis."
Maurer trok aan de knoopen van zijn jas, alsof
dit hem op weg zou helpen hoe te beginnen.
Een goed redenaar was hij niet maar einde
lijk meende hij te weten hoe van wal te steken
en op de kortemanier, die hem eigen was, ver
telde hij het navolgende: in den voormiddag
van den dag na de reis naar Berlijn werd het
portret van den professor uit huis gehaald, om
naar het museum te worden gebracht en toen
hij met de mannen, die dat zouden doen, in het
salon kwam waar het portret stond, had hij
zich er over verbaasd, dat daar nog een licht
brandde. Er moest des avonds of 's nachts
iemand zijn geweest, die vergeten had het uit te
draaien. Toen hij, Maurer, de luiken opende,
zag hij bij het zich omwenden hoe de professor,
die inmiddels ook was binnengekomen, met de
punt van zijn voet een stuk papier onder een
fauteuil schoof.
Hier werd de spreker eenigszins verlegen:
men spreekt immers ongaarne over eigen
nieuwsgierigheid! Maar in dit geval moest hij
die wel bekennen. Na een korte aarzeling ver
volgde hij: „ik wou graag weten, wat dat voor
papier was, dat blijkbaar niemand mocht zien
Maar vroeg of laat gebeurt op het romme
lig bereden Rokin een ijzingwekkend ongeluk,
dat vele menschenlevens kost, en dan is er
geen houden meer aan. Want een ordelooze,
levensgevaarlijke, tuchtelooze bende is het
gerij en geros op 't Rokin zeer zeker.
Amsterdam, Febr. '30. EMERGO.
Oplossing eindspel 383
(H. Rinck)
1. Pg4f Kd6 2. Pf6 Te5f 3. Kf4 en wint
Op 2. Lb4f volgt Kc7!
Oplossing tweezet 268
(J. Cumpen).
1. Kd6. Lg3+ 2. Pg3 mat.
1. Lglf 2. Df3 mat.
1. P. speelt 2. Dh2 mat.
Men lette op dat na 1. Kc5 volgt 1. ,t
Lgl
Probleem 269.
abcdefgh
Tweezet.
Eindspel 336.
(Dr. E. Lasker).
-mi -m, - m
m% At ÜP
y/M*m
Wem,
'ff'W/
40'
h'm§®Jp®
Jsf wè -m
m m
wm gg
a b o d e f g
Wit: Maroczy.
Er volgde na
1Te4
2. Db3 Kh8
3. Ph4 Pd4
4. Dh3 Tc2
5. g6 Lc6
6. Pf3 hfc
7. Pe6 Pe6
8. Lh6 Th4
Wit geeft op.
Eindspel 335
(auteur mij onbekend).
F g TT
Wit speelt en wint.
Wij laten hier volgen een partij uit
Karlsbadertournooi zooals wij dit von
den in de W. S. van December 1929.
Wit: Nimzowitsch.
Zw.: Dr. Tartakower.
Kcnings-Indisch.
1. d4 Pf6
2. c4 g6
3. f3 Iets nieuws. Meestal speelt
men hier Pc3
3Lg7
4- e4 d6 Wellicht is hier beter
4c5 5. d5 d6 6. Ld3 e6
7. Pe2 en 0—0.
5. Pc3 0—C
6. Le3 Pbd7
7. Ph3 Om via f2 en d3 een vijan
delijk Paard eventueel af
te ruilen.
7. e5
8. d5 a5
9. Pf2 b6
10. Dd2 Pc5
en toen ik mij bukte de professor stond juist
met den rug naar mij toe en vlug onder den
fauteuil keek, bemerkte ik, dat het papier een
bankbiljet van duizend mark was."
„Ben je daar zeker van vroeg mevrouw
Berner gejaagd, terwijl Pohl ingespannen zat na
te denken over wat hij vernam.
„Jawel, mevrouw, heel zeker, het was een
oankbiljel van duizend mark", antwoordde
Maurer beleefd maar beslist. „Daarop moest
ik de mannen tot aan de huisdeur geleiden en
toen ik in het salon terugkwam, was de profes
sor verdwenen en het bankbiljet ook."
„Zonderling vond Pohl en wendde zich lot
mevrouw Berner, die ademloos naar Maurer
had zitten luisteren.
En daar valt me nog iets in, wat er ook hij
behoort", zei Maurer bescheiden.
Een handbeweging van den bankdirecteur
noodigde hem uit ongedwongen door te praten.
Maurer vertelde nu wat hij nog meer wist.
Dienzelfden voormiddag, na het gebeurde met
het bankbiljet, vroeg juffrouw Else hem of hij
des nachts in het salon was geweest, want zij
had duidelijk gehoord, dat iemand sluipender-
wijze voorbij haar kamerdeur was gegaan en
toen meende zij de deur van het salon te heb
ben hooren knarsen. „Die knarst altijd erg,
niettegenstaande ik haar dikwijls smeer".
„En verder?" vroeg Pohl haastig, terwijl me
vrouw Berner met steeds stijgende aandacht
naar Maurer luisterde.
(Wordt vervolgd).