liliiiistlt Courant.
ZIJN LÉSTE BI
PKIHI.IAITON.
^INRICHTING
Brieven nit de hoofdstad
jjmierd twee en dertigste Jaargang.
7>alerdag: 11 Februari
Radio-hoekje
fi
PUZZLEN
Onze Februari-excursie.
WESTERWEO ALKMAAR
HEEREN-BAAI)
45 193°-
Zendag 23 Februari.
Hilversum, 1875 Al. 9.V. A. R. A. Or-
rclspel 9.30 V. A. R. A. Lezing. 9.45 V. A.
Declamatie. 10.15 V. A- R- A. Orgel-
loei 10.30 V. P. R. O. Kerkuitz. vanuit het
Ophouw van den Ned. Protestanten Bond te
f aren. 12.01—12.30 A. V. R. O. Lezing door
f L. Musquetier over: Oceaanvluchten-
rnee en Luchtvaart-ontwikkeling. 12.30—2.—
roncert door het A. V. R. O.-Octet. Boris
•Lenskv. solo-viool. 2.2.30 A. V. R. O.-
iRockenhalf uurtje. Prof. Dr. P. Valkhof f over:
■Nieuwe Fransche literatuur. 2.30 Aansluiting
van het Concertgebouw te Amsterdam. Abon-
„ements-Concert door het Concertgebouw
Orkest. Na afloop: Gramofoonmuziek. 4.30
4 45 Waarom ben ik van meening dat het Ro-
lin gedempt moet worden, door E. de Vries.
4 45—5.Gramofoonmuziek. In de rust
poos: Sportuitslagen. 5 V. A. R. A. Weke-
liiksch nieuws. 5.15 Kinderuurtje. 6.— Or
kestconcert en orgel-solo 7.30—8.A. V. R.
O. Gramofoonmuziek. 8.Tijdsein A. V. R.
o'-klok, pers- en sportnieuws. 8.15 Inleiding
tot het zangspel „Het Gouden Kruis" door
Louis Schmidt. 8.30 „Het Gouden Kruis".
Romantisch Zangspel in 2 bedrijven naar het
Fransch van H. S. v. Mosenthal Muziek van
le-naz Brüll. Solisten: Louis van Tulder, Wil
lem Ravelli, Hélène Cals, Betty v. d. Bosch—
Schmidt en Jac. Ph. Caro. Daarna: Gramo
foonmuziek. 12.— Sluiting.
Huizen, 1071 Af. 8.25-9.20 N. C. R. V.
Morgenwijding. 9.45 Klokkengelui. 9.50 Uit
zending van de Hoogmis uit de St. Lebuinus
kerk te Deventer. 12.—12.30 K R. O. Gramo
foonmuziek. 12.30—1.30 K. R. O. Concert
door het K. R. O.-Trio. 1.30—2— Lezing
over- „Het land van de eeuwige Lente: Dal-
matie". K. R. O. 2—2.30 K. R. O. Lezing
over: „Hedendaagsche Ketterijen" van Anton
van Duinkerken. 2.304.30 K. R. O. Con
cert door Mannenkoor. In de pauze: Gramo
foonmuziek. 4.305.K. R. O. Ziekenhalf
uurtje. 5.5.15 Zakenzender Scheveningen
5.20 N. C. R. V. Kerkdienst vanuit de Geref
Kerk te Nieuwendiik (N.-Br.) 7.30—7.55 K
R. O. Lezing over: „Nederland's oudste be
woners". 7.55—8— K. R. O. Voetbaluitsla
gen. 8.Tijdsein K. R. O.-klok. 8.018.05
K. R. O. Voetbaluitslagen. 8.058.20 K. R
C. Praatje door den voorzitter. 8.209.30 K
R. O. Orkestconcert. 9.309.40 K. R. O
Nieuwsberichten. 9.4011.K. R. O. „De
bruiloft van Jeannette". Opera comique in 1
bedrijf. Muziek van Victor Massé. 11.
11.15 K. R.O. Epiloog door Klein Koor.
Dcventry. 1554.4 Af. 3.20 Kerkcantate
No. 126 van Bach. 4.05 Bijbellezing. 4.20
Kinderuurtje. 4.50 Concert. Militair Orkest
D. Notie, bariton. W. Small, viool. 6.05
6.35 Zang door Elena Gerhardt. 8.15 Kerk
dienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10
Nieuwsber. 9.25 Concert. Orkest. A. Morri-
«on, piano. 10.50 Epiloog.
Parijs „Radio-Paris", 1725 Af. 12.20 Reli
gieuse causerie en gewijde muziek. 12.50 Con
cert. 1.20 Concert. 2.20 Gramofoonmuziek.
3.20 Concert. 5.20 Gramofoonmuziek. 6.50
Dansmuziek. 7.35 Gramofoonmuziek. 7.50
Circus Radio-Paris. 8.20 Concert. Orkest en
selisten. 10.20 Dansmuziek.
Lcngenberg, 473 Af. 6.207.20 Gramo-
fco-muziek. S.25—9.20 Katholieke morgen
wijding. 11.50—12.15 Muzikale causerie.
12.20—1.50 Concert. Orkest en cither-vir-
tuoos. 3.50—4.50 Concert door Dubbelkwar-
tet. 4.50—5.45 Hoorspel „Dr. Dolittles Aben-
teuer (5)". 6.50 „De Bruiloft van Figaro"
Kom. Opera in 4 bedrijven van W. A. Mo-
zarl. Daarna tot 11.20: Dansmuziek.
Kahindbcrg, 1153 Af. 11.20—12.20 Orkest-
concert. 1.50—3.50 Orkestconcert m. m. v.
violist. 7.20—8.05 „Geniet fra Odsherred"
Blijspel in 1 bedrijf van Erik Bögh. 8.05—
8.35 Pianoduetten. 8.55—10.05 Concert. Or
kest en instrumentale solisten. 10.0511 50
Dansmuziek.
Brussel. 508J Af. 2.50 Orkestconcert. 5.20
Dansmuziek. 6.20 Viool recital. 6.50 Gramo
foonmuziek. 8.35 Concert. Orkest, vocale so
liste.
Zeestn, 1635 Af. 6.20—8.15 Leznigen. 8.15
Klokkenspel. 8.20 Morgenwijding en klokge
lui. 9.2510.50 „Berichten en lezing. 10.50
Concert. Tenor en orkest. 12.50 Berichten.
1.20 Dr. Dolittles Abenteuer" XI. Die grosse
Seeschnecke. Hoorspel bewerkt door E.
Schiffer en H. Kasack. 2.20 Concert. A.
zing.
6."
(„Ueber den Tod hinaus").
Roman van Anny von Panhuys.
tlit het Duitsch door W H. C. Bollaard.
461
Het jonge meisje stemde met het voorstel
in en nam met een vriendelijken handdruk af
scheid.
Juist toen Else uit de huisdeur kwam, ont
moete zij Wal ter.
„Heb je alles afgedaan, lieveling??' vroeg
hij teeder en terwijl zij nahst den rijzigen.
stevig gebouwen man door de zich reeds in
duisternis hullende straten liep, vertelde zij
hem wat ze zooeven bij den advocaat had ge
hoord en zij wisselden daarover onderlins
van gedachten. Walter dacht in stilte, dat het
vandaag wel een dag van verrass ngen voor
de beide vrouwen was. want ook hij had haar
^n belangrijke mededeeling te doen. voor
zichtig tastte hij naar zijn portefeuille waarin
de schriftelijke bekentenis van von Weiden
*as opgeborgen. Ja, vandaag nog zouden
nievrouw Berner en Else vernemen, wat er zie..
V1 dien nacht afspeelde. Mevrouw Berner kon
d5n wel niet anders dan haar wantrouwen
Voor goed begraven.
at een gelukkig gevoel van rust verschat-
tf. hem het bezit van het papier, dat hij vor
vie-.den gedwongen had hem ter hand te -
]en- Ja, dat wantrouwen van mevrouw 'er" j"
had hem erg gehinderd en diep gegriefd. Ais
Rebner viool. W. Rebner. niano. 3.20 Voorle-
3.50 Concert. 5.20—6.20 Lezingen.
;VJ.ainzer Karnevals Sitzung. Uit Mainz
50 Uit Breslau: Orkestconcert. Daarna:
Berichten en tot 11.50 Dansmuziek.
Af aartdag 24 Februari
Hilversum, 1875 Af. 10—10.15 Morgen
wijding. 111511.45 Wat zullen onze kin
deren lezen? Spreekster: Mevr. J. Riemens—
Reurslag over: Nieuwe kinderboeken. 12.15
—2.— Concert door het A. V. R. O.-Trio.
2.-2.45 Kookpraatje door P. J. Kers. 2.45—
4.30 Aansluiting van het Rembrandt Theater
te Amsterdam. 5.-6— Kinderuurtje. 6.01—
6.45 Gramofoonmuziek. 6.45—7.15 A. V. R.
O.-Tooneelhalfuurtje. Tooneeloverzicht door
A. Schilp. 7.157.45 Engelsch voor be-
inners 8.019.Kamermuziek door het
aydn-kwartet. 9.Concert door het Om
roeporkest. 9.30 A. V. R. O.-Radio Tooneel
„De Vluchteling die terug kwam om te
vluchten". Muzikaal geïllustreerde dialoog
van James Yoland. 0.50 Vervolg concert.
10.Persberichten. Na afloop van het con
cert: Gramofoonmuziek. 12.Sluiting.
Huizen, 298 Af. (Na 6 uur 1071 M.)
(Uitsluitend N. C. R. V.) 8.15—9.— Morgen
concert. 10.3011.Korte Ziekendienst.
11.—11.30 Lezen. 11.30-12.30 Concert.
Zang, viool, cello en piano. 12.30—1.45 Or-
elconcert. 2.2.35 Uitz voor scholen. 2.45
.15 Lezing over: „Kamerplanten. Cactus
sen". 3.153.45 Cursus Knippen. 4.5.
Ziekenuurtje. 5.6.Concert. 2 violen en
alt-viool. 6.306.40 Koersen. 6.407.10 Le
zing over: „Namen en uitdrukkingen in de
muziek". 7.108.Uurtje voor de rijpere
Jeugd. 8.9.Gewijde muziek. Sopraan,
alt en orgel. 9.9.30 Lezing over: „De be-
teekenis van de Vereen, van Kerkvoogdijen in
de Ned. Herv. Xerk in onzen tijd". 9.30
10.Concert. 2 fluiten, harp en piano. 10.
10.30 Bezoek van den radio-dokter. 10.30
11Vervolg concert 10.Persber.
Daventry, 1554.4 Af. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Orgelconcert door E. T. Cook. I. Roe,
sopraan. 1.35 Orkestconcert. 2.20 Uitzending
voor scholen. 3.25 Gramofoonmuziek. 3.40
Dansmuziek. 4.35 Orkestconcert. 5.35 Kin
deruurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten
7.Concert door Strijkkwartet. 7.207 40
Lezing. 7.45 Fransche conversatie. 8.05 Con
cert. Militair Orkest. L. Gowings, tenor. A
Pini, cello. 9.20 Nieuwsberichten. 9.40 Le
zing. 10.15 Orgelconcert door G. D. Gun
ningham. 10.55 Voorlezing. 11.3512.20
Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 Af. 12 50—
2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. 6.55
Gramofoonmuziek 7.40 Gramofoonmuziek.
8.20 Concert. Orkest en solisten.
Langenberg, 473 Af. 6.20—7.20 Gramo
foonmuziek. 9.35—10.30 Gramofoonmuziek.
11.f0 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Orkest
concert. 4.505.50 Orkestconcert. 7.20—
8.15 Orkestconcert en solo-instrum. 8.20
Cabaret. Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 Af. 11.20-1.20 Orkest
concert. 2.554.55 Orkestconcert en decla
matie. 7.20—9.05 Concert. Koor, orkest, so
listen en declamator. 9.2011.20 Dansmu
ziek.
Brussel, 508.5 Af. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonplaten. 8.35 Concert. Orkest en
celliste. 10.05 Dansmuziek. (Gramofoonpla
ten).
Zeesen, 1635 Af. 6.15—11.45 Lezingen en
berichten. 11.50—12.15 Gramofoonmuziek
12.15—12.50 Berichten. 1.20—1.50 Gramo
foonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.504.50
Concert, uit Leipzig. 4 50—7.20 Lezingen
7.20 Orkestconcert. 7 45 Lezing. 3.05 Kamer
muziek door Strijkkwartet. DaarnaBerichten
en Dansmuziek.
Onze Derde Febrnarl-Opgave.
De geheimzinnige Vermenigvuldigsom.
Verschillende oplossers hebben ons
verrast met de inzending van het goede
antwoord. We hadden niet gedacht, dat
zij er in zouden slagen de goede oplos
sing te vinden. Maar er zijn volhardende
zoekers bij de velen, die in deze rubriek
belang stellen. Zij geven den moed niet
gauw op.
Een getal van twee cijfers vermenig
vuldigd met een getal van drie cijfers
geeft een uitkomst van vijf cijfers. Het
getal van twee cijfers is deelbaar op dat
van drie en het geheel bevat juist tien
verschillende cijfers.
De eenige goede oplossing is
27 X 594 16038.
594 is juist 22 X 27 en elk der cijfers 1
2, 3, 4. 5, 6, 7, 8, 9 en 0 wordt maar een
maal gebruikt.
Naar aanleiding van eenige vragen
over de vorige puzzle, deelen wij gaarne
mede, dat „boordvoor „brood" en
„toorn" voor „troon" natuurlijk ook
goed waren.
Onze Nieuwe Opgave. fNo 4 der Febr.-
serie, no. 12 sedert de instelling der
nieuwe regeling).
De Gevaarlijke expeditie.
Een kapitein had van zijn afdeeling
van 30 man de helft noodig voor een ge
vaarlijke expeditie. Nu bestond de afdee
ling uit 15 blanke en 15 inlanders, en
toen de kapitein zei, dat hij om eerlijk te
zijn, zou aftellen en elke tiende man op
expeditie moest wist slimme Hein de
dertig man zoo op een rij te zetten, dat
juist de 15 inlanders voor de expeditie
werden aangewezen.
Hoe moet de rij worden opgesteld?
(Men stelle de blanken voor door cirkels
en de inlanders door kruisjes. De kapi
tein begint bij no. 1 te tellen en telkens
moet de tiende uitvallen en is daarmee
aangewezen voor de expeditie. Bij 't eind
gekomen begint hij weer vooraan.)
Oplossingen lieft zoo vroegtijdig mo
gelijk doch uiterlijk tot Vrijdag 28 Febr.
12 uur aan den Puzzle Redacteur van de
Alkmaarsche Courant.
iets drukkend had hij het voortdurend ge
voeld sinds de professor stierf, maar nu kon
hij het van zich afwerpen. Goddank, dat het
nu zoover was, dacht hij in stilte met blijd
schap, want hij achtte hetgeen bij den beiden
vrouwen te vertellen had van veel, veel grooter
gewicht, dan wat Else van den advocaat had
vernomen.
Thuisgekomen, verzocht het meisje hem in
de woonkamer op haar te wachten. Zij gunde
zich den tijd niet hoed en mante! af te leggen,
maar holde dadelijk naar de kamer harer
moeder, waar deze nog op den divan half sla
pend, half wakker uitgestrekt lag.
Zij schrok van Eise's haastig binnenkomen.
Een beetje geërgerd over de stoornis sloeg ze
de lange wimpers, die als zijden franje haar
oogen omgaven, op.
„Else, een andermaal heb ik liever, dat je
eerst voorzichtig klopt."
„Ik heb 't vergeten, moeder, want het
nieuws, dat ik meebreng, laat ik mijn hersens
geen ruimte om aan iets anders te denken".
Mevrouw Berner maakte een onverschillige
beweging en trok het zijden kussen, waarop
haar'hoofd lag, recht. „Ik maak me van je
nieuws geen groote illusie."
„Luitser dan even, moeder, dan zult u zeker
van oordeel veranderen."
„Voor het oogenblik interesseert mij uit
sluitend te weten, waar het geld is gebleven
zei ze op eenigszins geprikkelden toon.
„Nu, dat zult u heel gauw vernemen.
Met een ruk zat mevrouw Brrner overeinö
en vol spanning keek ze naar ha?r do:h »r
Bijna woordelijk dce'de Else het on. r
houd met den advocaat mede.
Toen Else met haar verhaal klaar was,
De winter is weer zoo goed als heenge
gaan en we willen hopen, dat de IJsgo-
din hem niet weer naar onze streken
toezendt. Dan zullen we spoedig de
sneeuwklokjas en crocussen voor den
dag zien komen en weer kunnen luiste
ren naar het getierelier van den leeuwe
rik. Want op den eersten den besten
mooien dag in Februari, soms ook al in
Januari, vliegt deze vogel -al klapwie
kend zoo hoog in de lucht, dat je hem
soms niet met net oog kunt vinden.
Maar je hoort hem best, en dan krijg je
een gevoel, of het reeds lente is, en je
kijkt rond, of er al gras en bloemen zijn
en of de boomen nog geen bladeren dra
gen. Doch, we moeten nog wat wachten,
maar eiken dag toch zien we, «dat het
vooruit gaat: de knopjes zwellen meer
en ineer, de groene spruitjes komen uit
de aarde, vele vogels, die gingen, toen
de barre winterman in aantocht was,
komen langzamerhand weer terug.
Wat zullen we het dan druk krijgen,
want we gaan dan nesten en eieren be
kijken, we willen jonge en oude vogels
leeren kennen, bloemen en planten be-
studeeren, vlinders, rupsen en torren
bezien, en ook zelfs kikvorschen, sala
manders en visschen trachten te vinden,
zoodat we dan wel tijd te kort zullen
hebben. Maar dan zullen we enkele vo
gels, die nu nog bij ons leven, niet meer
kunnen zien, en daarom haasten we ons
thans te wandelen langs den Zuiderzee
dijk, waar zich steeds veel vertoont.
We loopen den dijk op langs den pol
dermolen, die het overtollige water naar
buiten maalt. Hier bij de zeesluis gaan
we behoedzaam rond kijken, want
daar is dikwijls wat moois te zien.
Zie, daar vliegt reeds wat uit de sluis!
't Is een vogel met groene en blauwe
veeren op rug en vleugels en hij vliegt
met fladderende beweeingen bijna ra
kelings over de oppervlakte van het
water. Ha, daar zet hij zich neer op het
kantje van een visschersboot. We gaan
TELEF. 445 «amanm
ademde de moeder diep en sprak toen„Onge
tv ijfeld zullen wij door dit door je vader nage
laten papier iets omtrent het geld vernemen]
maar", klonk 't plotseling weer twijfelmoedig,
„misschien bevat het niets anders dan de een
of andere bestemming van het portret, om
dat je vader het openmaken van de enveloppe
afhankelijk stelde van de eventueele terug
vordering van het portret".
Haar aanvankelijk opgewekter stemming
scheen weer voor een lichte neerslachtigheid
te wijken Toen viel haar zijwaarts dwalende
blik in een soiegel en elastisch ging ze over
eind s'aan. ,]Nu, we zullen wel zien hoe het
loopt", zei ze vluchtig, „ik ga me verkleeden."
Zij stond dicht voor den spiegel en trok en
schoof zoo'n beetje aan heur haar. „Goed dat
mijn kansel door dat liggen op den divan niet
erg in de war is geraakt", met welgevallen
bewonderde zij haar in kunstige golven en
krullen opgemaakt haar.
Else beet zich op de lippen O, zulke op
pervlakkige opmerkingen harer moeder
stieten haar zoo tegen de borst, als die zich
zoo onmiddellijk aansloten bij een ernstig
gesprek.
„Ik ga mijn hoed en mantel ophangen
zei ze, zich naar de deur wendend, en voeg
de er nog aan toe: „Walter is ook weer hier,
in de woonkamer", en van een grooten, in-
nigen wensch plotseling geheel vervuld
liep ze een paar schreden naar haar moeder
toe en toen klonk zoo lief en dringend over
haar lippen:
„Och moeder, wees vriendelijk tegen
Walter, doe 't voor mij, doe 't voor vader,
die zoo veel van hem hield en doe 't ook
1 voor Walter zelf; hij is zoo goed, hij is de
nu achter den dijk langs en dan zullen
we onze kijkers op hem richten. Maar
voorzichtig dan! We kruipen meer dan
we loopen bij den dijk op enja. hii
zit er nog. Je zou zoo niet zeggen, dat het
een vogel is, zoo stil zit hij in het water j
te kijken. Hij verzet geen poot. Maar dat
kan hij ook niet best doen, want zijn
pootjes zijn heel zwak. vooral de teenen,
en daarvan zijn de buitenste en de mid
delste voor de helft aan elkander ge
groeid. De bek is eigenlijk veel te groot
en de kop te dik voor zoo'n kleinen vo
gel. maar de veeren zijn keurig; daar
aan zou je biina zeggen, dat het dier in
de tropen en niet bij ons en in nog kou
dere streken thuis behoort We kunnen
nu heel goed zien, dat de vogel prachtig
donkergroen is op bovenkon en nek. af
gewisseld met blauwgroene dwarsvlek-
ken. De rug is metaalblauw en verder
zijn de bovendeelen blauw en groen in
allerhande schakeeringen en hier en
daar versierd met lichtblauwe stippen.
De vederen der onderdeden zijn fraai
roestrood, aan de keel b:jna wit.
Wat nu? Daar laat het dier zich par
does in het water vallen. Zie, daar komt
het weer en het heeft een vischje in den
grooten snavel! Nu vliegt de vogel weg,
stellig om het lekkere boutje in een ver
borgen hoekje naar binnen te slaan.
Ja, toen we meenden, dat de Ijsvogel,
want zoo is zijn naam en Alcedo ispida
noemen de geleerde menschen hem, op
het kantje van de boot zat te dutten,
staarde hij onafgebroken in het water, en
wee het vischje, dat dan in zijn nabijheid
komt. Onherroepelijk is het een kind des
doods! De Ijsvogel stort zich niet naar
eneden, alvorens zeker van de vangst
te zijn.
We willen nu maar nie< meer naar het
dier omzien, daar we het nu al heel mooi
hebben kunnen bekijken en misschien
zijn we in den komenden zomer wel zoo
gelukkig, om een nest van zoo'n vogel
te vinden.
Dan nu eens verder gewandeld.
In de zee zwemmen groote en kleine
meeuwen, mantel- en zilvermeeuwen,
storm- en kapmeeuwen, die we ook al
eens aan het strand gezien hebben, en
in 't afvoerkanaal aan den binnenkant
van den dijk zien we vele eenden van
verschillende soorten.
Maar wat witte diertje loopt daar op
den dijk? Zie, daar draaft het vooruit,
nu naar omlaag en daar verdwijnt het
tusschen de groote steenen van de zee
wering. Wat een aardig diertje is het,
lang en dun en z'n staartje droeg het in
een boogje, het einde er van is met een
zwart kwastje versierd. Ja, wel is het
een aardig dier, maar jammer is het, dat
het een brutale en veel vernielende roo-
ver is.
De naam er van is Hermelijn en nu
verslindt het wel eens ratten en muizen,
maar veel meer vogels, konijnen en ha
zen, ook kan het dier, dat bijzonder vlug
is, veel schade aanrichten in hoender
hokken. Je zou zou zeggen, dat zoo'n
klein beest een haas, die zeer veel groo
ter is, nimmer kan dooden. Het Herme-
lijntje springt daartoe den haas op den
rug, bijt hem met zijn scherpe tandjes
den halsslagader open en zwelgt het
hazebloed met volle teugen. Hoe hard de
haas ook loopt, het kleine monster houdt
hem vast en zuigt net zoo lang, tot de
arme martelaar dood neervalt. Ook heb
ik eens een nest van een hermelijn open
gegraven, waaruit wel 16 vogelvleugels
en een veel grooter aantal vogelpootjes
te voorschijn kwamen.
Nu ge zooveel leelijks van dezen klei
nen carnivoor weet, kunt ge stellig niet
veel van hem houden. Ja, ge zoudt hem
nog wel eens willen zien, doch hij zit
goed verborgen in zijn nest onder de
groote keien, en stellig zal hij niet weer
voor den dag komen, zoo lang wij hier
zijn. Hij weet wel, dat de menschen hem
geen goed hart toedragen en daarom
vreest hij ze. Toch moet ik nog van het
roovertje vertellen, dat het in den zomer
een ander jasje draagt, dan des winters.
Nu hebben we gezien dat het dier heele-
maal wit is, met uitzondering van het
zwarte kwastje aan den taart, 's Zomers
is de bovenzijde van het lichaam en ook
van den staart bruinrood, de onderzijde
blijft geelachtig wit en het kwastje is
altijd zwart.
Nu moeten we nog gauw eenige vogels
bekijken, want anders is de tijd voor
heden voorbij.
Ziet ge daar in zee dien tamelijk groo-
beste, de liefste van alle menschen".
Gansch haar jonge, innige liefde klonk ju
belend, als heldere, juichend klokketonen
door haar woorden heen.
Een oogenblik was mevrouw Berner van
streek als een machtige, aanrollende
golf kwam die innige bede harer dochter op
haar aan en toen dacht zij aan den tijd, dat
ze, lange, lange jaren geleden, eens met on
geveer dezelfde woorden haar ouders
smeekte, zich hartelijk tegenover Alex Ber
ner te betoonen, omdat zij den talentvollen
kunstenaar met zijn fijnen geest liefhad, om
dat hij met zijn slanke gestalte, zijn zielvolle
oogen, zoo hartveroverend in haar jonge
leege leven van hofdame was gekomen, om
dat zijn warm gevoel als een zoele lente
wind het starre ijs van het hofleven deed
smelten.
Ze schrok: nu was hij dood, de man die
haar eens een gansche wereld van liefde
zou geven en zij leefde, was kerngezond
een heimelijke blik vloog naar den spie
gel en ze was blij te leven, verheugde
zich over haar schoonheid, maakte toe
komstplannen en dacht in stilte al aan
een anderen man, wiens vereering zij zich
openlijk liet welgevallen, overlegde al welk
een behagelijk leven en wat een luxe zijn
rijkdom haar kon verschaffen. En toch had
ze haar man eens zeer, zeer liefgehad, maar
langzaa mwas haar liefde gewoonte gewor
den en gewoonte stompt af. Langzamerhand
was voor den in de laatste jaren erg sukke
leden echtgenoot niet meer overgebleven
dan een groot medelijden, dat zich van tijd
i tot tijd uitte in overmatig hulpvaardige
I vriendelijkheid. Zi)« dood had haar oprecht
ECHTE FRJESCHE '~A
20-50ct per ons j
v—90
Vraagt Uw Winkelier 'n pakje D*E
ten vogel, zw art op de bovendeelen en
grijs op kop en hals? Beschouw eens
door den kijker het onderste gedeelte
van den hals. O wee! daar duikt de vo
gel onder water. Waar zou hij nu weer
boven komen? Ja, daar is hij en nu zien
we, dat hij op den onderhals een lang,
bruin gekleurd veld heeft en dat de zij
den van krop en romp groenzwart zijn
met witte lengtestrepen. Wip! weg is hij
weer. Ja, duiken kan deze vogel uitste
kend en daarom heet hij ook Zeeduiker
en naar de roode vlek op den hals Rood-
kelige Zeeduiker. We hebben ook nog
andere zeeduikers, maar die komen vee)
zeldzamer voor dan de roodkelige soort.
Toch is het nog wel een gelukje geweest,
dat we zoo'n dier in het volwassen kleed
hebben gezien, want meest zijn het jonge
dieren, die hier voorkomen. Die hebben
nog geen keelvlek en de rugvederen zijn
met heel kleine, witte stippen versierd.
Zouden dat ook ^eeduikers zijn, die
kleine vogels? Kijk. herhaaldelijk ver
dwijnen ze en dan komen ze weer boven,
om alleen den kop en een gedeelte van
den rug te laten zien. Nu. duikers zijn
het wel, al worden ze niet tot de zeedui
kers gerekend. Eigenlijk zijn het Futen
en hier zien we de kleinste soort, die
Dcdaars en ook wel Kleine Duiker en
Hagelzakje genoemd word,. De vederen
van zijn buik zijn mooi zacht en zijde
achtig wit; de rug is nu vaal, maar in
den zomer bruinzwart, met vuurrood
aan den hals.
Reigers, Oeverpiepers, Zeeëenden en
Sneeuwgorsen zien we mede, doch die
ontmoeten we ook mg wel in het najaar.
J. DAALDERT Dz.
ZEVENHONDERDVIJFTIGDUIZEND.
Het geschenk van den ooievaar.
Het geduld, dat beloond wordt.
Ambtenaren zonder humor. Maar
de burgemeester grijpt in. Een
gewichtige zuigeling. Is er reden
voor vreugde en trots?
Het derde kwart van ons millioen is vol. Wij
hebben den lang verbeiden 750.000sten bur
ger de vorige week feestelijk binnengehaald
en, zooals men verwacht en gehoopt had,
door bemiddeling van den ooievaar!
Want het had ook anders kunnen uitkomen.
De 750.000ste inwoner van de hoofdstad had
een grijsaard kunnen zijn, die zijn verhuis-
biljet op het critieke moment door het loket tet
secretarie schoof, zonder eenig vermoeden van
de eer, die hem te beurt gingen vallen; of een
zeer gefortuneerde voorname dame, die van
een der Geldersche, Overijselsche of Sticht-
sche landgoederen naar de hoofdstad was ver
huisd en die zeer vreemd opgezien zou hebben,
als men haar een grijsgestreepte pantalon
voor haar vader en eenige luiermanden en
pakjes kindermeel thuis had gezorgd. De
750.0ü00ste had ook een rasechte boef kunnen
zijn, van buiten naar de hoofdstad getrans
porteerd 0 mhier zijn gevangenisstraf uit te
zitten. Hij zou ongetwijfeld, met den cipie**
Frosch, uit „Die Fledermaus", uitgeroepen
hebben: „So ein fideles Gefangnis Es ge-
fallt mir hier sehr gut!", wanneer men den
dag na zijn aankomst een hoogen zijden hoed,
een spaarbrief met 500 gulden, een japon voor
zijn moeder en vier flesschen champagne in
zijn cel had gebracht.
De goede gevers van de talrijke geschen
ken voor den lang verwachten burger hadden
hun cadeaux nu eenmaal voor een zuigeling
bestemd, vast overtuigd als zij waren, dat zijn
eerste Amsterdamsche rustplaats het kraam
bed zcu zijn. En gelukkig heeft men ten stad
huize kans gezien eenigermate in den loop der
gebeurtenissen in te grijpen en voor de feeste
lijkheid een zuigeling aan te wijzen, wien»
ouders de geschenken best benutten kunnen.
Eerlijk gezegd, die zuigeling heeft zich
lang laten wachten. Toen men zich verleden
jaar hier op zijn komst ging voorbereiden en
iedereen met zijn gaven kwam aandragen,
werd men spoedig door sombere berichten uit
het Gemeentelijk Bureau voor Statistiek ver
ontrust. De ooievaar stak dezen zomer zijn
kop tuschen zijn vlerken en ging een dutje
doen. De Dood volgde echter zijn voorbeeld
niet en bleef onvermoed oogsten en al vestig'
den zich duizenden uit de ommelanden bin
nen de grenzen van de hoofdstad, er waren
leed gedaan, maar niet gebroken. Ja, dat
was er geworden van al dien machtigen
hartstocht van vroeger! Haar kind zou het
niet anders vergaan, ook haar groote liefde
zou langs de smalle, uitgesleten treden van
de dagelijksche sleur afdalen tot gewoonte,
tot dikwijls zoo ontzettend afmattende ge
woonte.
Zeker, er zullen wel andere huwelijken
zijnMaar ze had nu geen tijd daarover
na te denken, want Else's vragend naar
haar toegebogen kopje herinnerde haar, dat
haar dochter eigenlijk een antwoord, ja een
belofte verwachtte. Aangstig, als tastende
ontmoette Else s blik de hare. Waarom
zweeg haar moeder zoo lang? Was haar
verzoek dan zoo vermetel geweest, was het
haar moeder zoo moeilijk er aan te vol
doen? Reeds wilde zij zich afwenden, toen
mevrouw Berner haar hand op Else's schou
der legde.
„Laten we er nu niet over praten kind. Ik
wil graag mijn best doen om vriendelijk je
gens Walter te zijn, maar mijn wantrouwen
kan ik met den besten wil niet van mij af
zetten. Dat zal ik niet kunnen, voordat hij
mij heeft verteld, wat er dien nacht tus
schen hem en je vader is voorgevallen, want
dat er iets gebeurd is, staat bij mij vast als
een paal boven water."
Else zuchtte en er kwam een trek van
berusting om haar mond- Wat baatte al dat
gepraat? Te overtuigen was haar moeder
toch niet en helaas kwelde haar zelf me
nigmaal dezelfde gedachte, die haar moeder
maar niet losliet, een gedachte, die Elss
toch niet mocht uitspreken, want ware lief
de moet blind var vertrouwen zijn.
(Wordt vervolgd.)