liliiiistlt Courant. ZIJN LÉSTE BI PKIHI.IAITON. ^INRICHTING Brieven nit de hoofdstad jjmierd twee en dertigste Jaargang. 7>alerdag: 11 Februari Radio-hoekje fi PUZZLEN Onze Februari-excursie. WESTERWEO ALKMAAR HEEREN-BAAI) 45 193°- Zendag 23 Februari. Hilversum, 1875 Al. 9.V. A. R. A. Or- rclspel 9.30 V. A. R. A. Lezing. 9.45 V. A. Declamatie. 10.15 V. A- R- A. Orgel- loei 10.30 V. P. R. O. Kerkuitz. vanuit het Ophouw van den Ned. Protestanten Bond te f aren. 12.01—12.30 A. V. R. O. Lezing door f L. Musquetier over: Oceaanvluchten- rnee en Luchtvaart-ontwikkeling. 12.30—2.— roncert door het A. V. R. O.-Octet. Boris •Lenskv. solo-viool. 2.2.30 A. V. R. O.- iRockenhalf uurtje. Prof. Dr. P. Valkhof f over: ■Nieuwe Fransche literatuur. 2.30 Aansluiting van het Concertgebouw te Amsterdam. Abon- „ements-Concert door het Concertgebouw Orkest. Na afloop: Gramofoonmuziek. 4.30 4 45 Waarom ben ik van meening dat het Ro- lin gedempt moet worden, door E. de Vries. 4 45—5.Gramofoonmuziek. In de rust poos: Sportuitslagen. 5 V. A. R. A. Weke- liiksch nieuws. 5.15 Kinderuurtje. 6.— Or kestconcert en orgel-solo 7.30—8.A. V. R. O. Gramofoonmuziek. 8.Tijdsein A. V. R. o'-klok, pers- en sportnieuws. 8.15 Inleiding tot het zangspel „Het Gouden Kruis" door Louis Schmidt. 8.30 „Het Gouden Kruis". Romantisch Zangspel in 2 bedrijven naar het Fransch van H. S. v. Mosenthal Muziek van le-naz Brüll. Solisten: Louis van Tulder, Wil lem Ravelli, Hélène Cals, Betty v. d. Bosch— Schmidt en Jac. Ph. Caro. Daarna: Gramo foonmuziek. 12.— Sluiting. Huizen, 1071 Af. 8.25-9.20 N. C. R. V. Morgenwijding. 9.45 Klokkengelui. 9.50 Uit zending van de Hoogmis uit de St. Lebuinus kerk te Deventer. 12.—12.30 K R. O. Gramo foonmuziek. 12.30—1.30 K. R. O. Concert door het K. R. O.-Trio. 1.30—2— Lezing over- „Het land van de eeuwige Lente: Dal- matie". K. R. O. 2—2.30 K. R. O. Lezing over: „Hedendaagsche Ketterijen" van Anton van Duinkerken. 2.304.30 K. R. O. Con cert door Mannenkoor. In de pauze: Gramo foonmuziek. 4.305.K. R. O. Ziekenhalf uurtje. 5.5.15 Zakenzender Scheveningen 5.20 N. C. R. V. Kerkdienst vanuit de Geref Kerk te Nieuwendiik (N.-Br.) 7.30—7.55 K R. O. Lezing over: „Nederland's oudste be woners". 7.55—8— K. R. O. Voetbaluitsla gen. 8.Tijdsein K. R. O.-klok. 8.018.05 K. R. O. Voetbaluitslagen. 8.058.20 K. R C. Praatje door den voorzitter. 8.209.30 K R. O. Orkestconcert. 9.309.40 K. R. O Nieuwsberichten. 9.4011.K. R. O. „De bruiloft van Jeannette". Opera comique in 1 bedrijf. Muziek van Victor Massé. 11. 11.15 K. R.O. Epiloog door Klein Koor. Dcventry. 1554.4 Af. 3.20 Kerkcantate No. 126 van Bach. 4.05 Bijbellezing. 4.20 Kinderuurtje. 4.50 Concert. Militair Orkest D. Notie, bariton. W. Small, viool. 6.05 6.35 Zang door Elena Gerhardt. 8.15 Kerk dienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Nieuwsber. 9.25 Concert. Orkest. A. Morri- «on, piano. 10.50 Epiloog. Parijs „Radio-Paris", 1725 Af. 12.20 Reli gieuse causerie en gewijde muziek. 12.50 Con cert. 1.20 Concert. 2.20 Gramofoonmuziek. 3.20 Concert. 5.20 Gramofoonmuziek. 6.50 Dansmuziek. 7.35 Gramofoonmuziek. 7.50 Circus Radio-Paris. 8.20 Concert. Orkest en selisten. 10.20 Dansmuziek. Lcngenberg, 473 Af. 6.207.20 Gramo- fco-muziek. S.25—9.20 Katholieke morgen wijding. 11.50—12.15 Muzikale causerie. 12.20—1.50 Concert. Orkest en cither-vir- tuoos. 3.50—4.50 Concert door Dubbelkwar- tet. 4.50—5.45 Hoorspel „Dr. Dolittles Aben- teuer (5)". 6.50 „De Bruiloft van Figaro" Kom. Opera in 4 bedrijven van W. A. Mo- zarl. Daarna tot 11.20: Dansmuziek. Kahindbcrg, 1153 Af. 11.20—12.20 Orkest- concert. 1.50—3.50 Orkestconcert m. m. v. violist. 7.20—8.05 „Geniet fra Odsherred" Blijspel in 1 bedrijf van Erik Bögh. 8.05— 8.35 Pianoduetten. 8.55—10.05 Concert. Or kest en instrumentale solisten. 10.0511 50 Dansmuziek. Brussel. 508J Af. 2.50 Orkestconcert. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Viool recital. 6.50 Gramo foonmuziek. 8.35 Concert. Orkest, vocale so liste. Zeestn, 1635 Af. 6.20—8.15 Leznigen. 8.15 Klokkenspel. 8.20 Morgenwijding en klokge lui. 9.2510.50 „Berichten en lezing. 10.50 Concert. Tenor en orkest. 12.50 Berichten. 1.20 Dr. Dolittles Abenteuer" XI. Die grosse Seeschnecke. Hoorspel bewerkt door E. Schiffer en H. Kasack. 2.20 Concert. A. zing. 6." („Ueber den Tod hinaus"). Roman van Anny von Panhuys. tlit het Duitsch door W H. C. Bollaard. 461 Het jonge meisje stemde met het voorstel in en nam met een vriendelijken handdruk af scheid. Juist toen Else uit de huisdeur kwam, ont moete zij Wal ter. „Heb je alles afgedaan, lieveling??' vroeg hij teeder en terwijl zij nahst den rijzigen. stevig gebouwen man door de zich reeds in duisternis hullende straten liep, vertelde zij hem wat ze zooeven bij den advocaat had ge hoord en zij wisselden daarover onderlins van gedachten. Walter dacht in stilte, dat het vandaag wel een dag van verrass ngen voor de beide vrouwen was. want ook hij had haar ^n belangrijke mededeeling te doen. voor zichtig tastte hij naar zijn portefeuille waarin de schriftelijke bekentenis van von Weiden *as opgeborgen. Ja, vandaag nog zouden nievrouw Berner en Else vernemen, wat er zie.. V1 dien nacht afspeelde. Mevrouw Berner kon d5n wel niet anders dan haar wantrouwen Voor goed begraven. at een gelukkig gevoel van rust verschat- tf. hem het bezit van het papier, dat hij vor vie-.den gedwongen had hem ter hand te - ]en- Ja, dat wantrouwen van mevrouw 'er" j" had hem erg gehinderd en diep gegriefd. Ais Rebner viool. W. Rebner. niano. 3.20 Voorle- 3.50 Concert. 5.20—6.20 Lezingen. ;VJ.ainzer Karnevals Sitzung. Uit Mainz 50 Uit Breslau: Orkestconcert. Daarna: Berichten en tot 11.50 Dansmuziek. Af aartdag 24 Februari Hilversum, 1875 Af. 10—10.15 Morgen wijding. 111511.45 Wat zullen onze kin deren lezen? Spreekster: Mevr. J. Riemens— Reurslag over: Nieuwe kinderboeken. 12.15 —2.— Concert door het A. V. R. O.-Trio. 2.-2.45 Kookpraatje door P. J. Kers. 2.45— 4.30 Aansluiting van het Rembrandt Theater te Amsterdam. 5.-6— Kinderuurtje. 6.01— 6.45 Gramofoonmuziek. 6.45—7.15 A. V. R. O.-Tooneelhalfuurtje. Tooneeloverzicht door A. Schilp. 7.157.45 Engelsch voor be- inners 8.019.Kamermuziek door het aydn-kwartet. 9.Concert door het Om roeporkest. 9.30 A. V. R. O.-Radio Tooneel „De Vluchteling die terug kwam om te vluchten". Muzikaal geïllustreerde dialoog van James Yoland. 0.50 Vervolg concert. 10.Persberichten. Na afloop van het con cert: Gramofoonmuziek. 12.Sluiting. Huizen, 298 Af. (Na 6 uur 1071 M.) (Uitsluitend N. C. R. V.) 8.15—9.— Morgen concert. 10.3011.Korte Ziekendienst. 11.—11.30 Lezen. 11.30-12.30 Concert. Zang, viool, cello en piano. 12.30—1.45 Or- elconcert. 2.2.35 Uitz voor scholen. 2.45 .15 Lezing over: „Kamerplanten. Cactus sen". 3.153.45 Cursus Knippen. 4.5. Ziekenuurtje. 5.6.Concert. 2 violen en alt-viool. 6.306.40 Koersen. 6.407.10 Le zing over: „Namen en uitdrukkingen in de muziek". 7.108.Uurtje voor de rijpere Jeugd. 8.9.Gewijde muziek. Sopraan, alt en orgel. 9.9.30 Lezing over: „De be- teekenis van de Vereen, van Kerkvoogdijen in de Ned. Herv. Xerk in onzen tijd". 9.30 10.Concert. 2 fluiten, harp en piano. 10. 10.30 Bezoek van den radio-dokter. 10.30 11Vervolg concert 10.Persber. Daventry, 1554.4 Af. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Orgelconcert door E. T. Cook. I. Roe, sopraan. 1.35 Orkestconcert. 2.20 Uitzending voor scholen. 3.25 Gramofoonmuziek. 3.40 Dansmuziek. 4.35 Orkestconcert. 5.35 Kin deruurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten 7.Concert door Strijkkwartet. 7.207 40 Lezing. 7.45 Fransche conversatie. 8.05 Con cert. Militair Orkest. L. Gowings, tenor. A Pini, cello. 9.20 Nieuwsberichten. 9.40 Le zing. 10.15 Orgelconcert door G. D. Gun ningham. 10.55 Voorlezing. 11.3512.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris", 1725 Af. 12 50— 2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. 6.55 Gramofoonmuziek 7.40 Gramofoonmuziek. 8.20 Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 473 Af. 6.20—7.20 Gramo foonmuziek. 9.35—10.30 Gramofoonmuziek. 11.f0 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Orkest concert. 4.505.50 Orkestconcert. 7.20— 8.15 Orkestconcert en solo-instrum. 8.20 Cabaret. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Kalundborg, 1153 Af. 11.20-1.20 Orkest concert. 2.554.55 Orkestconcert en decla matie. 7.20—9.05 Concert. Koor, orkest, so listen en declamator. 9.2011.20 Dansmu ziek. Brussel, 508.5 Af. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.35 Concert. Orkest en celliste. 10.05 Dansmuziek. (Gramofoonpla ten). Zeesen, 1635 Af. 6.15—11.45 Lezingen en berichten. 11.50—12.15 Gramofoonmuziek 12.15—12.50 Berichten. 1.20—1.50 Gramo foonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.504.50 Concert, uit Leipzig. 4 50—7.20 Lezingen 7.20 Orkestconcert. 7 45 Lezing. 3.05 Kamer muziek door Strijkkwartet. DaarnaBerichten en Dansmuziek. Onze Derde Febrnarl-Opgave. De geheimzinnige Vermenigvuldigsom. Verschillende oplossers hebben ons verrast met de inzending van het goede antwoord. We hadden niet gedacht, dat zij er in zouden slagen de goede oplos sing te vinden. Maar er zijn volhardende zoekers bij de velen, die in deze rubriek belang stellen. Zij geven den moed niet gauw op. Een getal van twee cijfers vermenig vuldigd met een getal van drie cijfers geeft een uitkomst van vijf cijfers. Het getal van twee cijfers is deelbaar op dat van drie en het geheel bevat juist tien verschillende cijfers. De eenige goede oplossing is 27 X 594 16038. 594 is juist 22 X 27 en elk der cijfers 1 2, 3, 4. 5, 6, 7, 8, 9 en 0 wordt maar een maal gebruikt. Naar aanleiding van eenige vragen over de vorige puzzle, deelen wij gaarne mede, dat „boordvoor „brood" en „toorn" voor „troon" natuurlijk ook goed waren. Onze Nieuwe Opgave. fNo 4 der Febr.- serie, no. 12 sedert de instelling der nieuwe regeling). De Gevaarlijke expeditie. Een kapitein had van zijn afdeeling van 30 man de helft noodig voor een ge vaarlijke expeditie. Nu bestond de afdee ling uit 15 blanke en 15 inlanders, en toen de kapitein zei, dat hij om eerlijk te zijn, zou aftellen en elke tiende man op expeditie moest wist slimme Hein de dertig man zoo op een rij te zetten, dat juist de 15 inlanders voor de expeditie werden aangewezen. Hoe moet de rij worden opgesteld? (Men stelle de blanken voor door cirkels en de inlanders door kruisjes. De kapi tein begint bij no. 1 te tellen en telkens moet de tiende uitvallen en is daarmee aangewezen voor de expeditie. Bij 't eind gekomen begint hij weer vooraan.) Oplossingen lieft zoo vroegtijdig mo gelijk doch uiterlijk tot Vrijdag 28 Febr. 12 uur aan den Puzzle Redacteur van de Alkmaarsche Courant. iets drukkend had hij het voortdurend ge voeld sinds de professor stierf, maar nu kon hij het van zich afwerpen. Goddank, dat het nu zoover was, dacht hij in stilte met blijd schap, want hij achtte hetgeen bij den beiden vrouwen te vertellen had van veel, veel grooter gewicht, dan wat Else van den advocaat had vernomen. Thuisgekomen, verzocht het meisje hem in de woonkamer op haar te wachten. Zij gunde zich den tijd niet hoed en mante! af te leggen, maar holde dadelijk naar de kamer harer moeder, waar deze nog op den divan half sla pend, half wakker uitgestrekt lag. Zij schrok van Eise's haastig binnenkomen. Een beetje geërgerd over de stoornis sloeg ze de lange wimpers, die als zijden franje haar oogen omgaven, op. „Else, een andermaal heb ik liever, dat je eerst voorzichtig klopt." „Ik heb 't vergeten, moeder, want het nieuws, dat ik meebreng, laat ik mijn hersens geen ruimte om aan iets anders te denken". Mevrouw Berner maakte een onverschillige beweging en trok het zijden kussen, waarop haar'hoofd lag, recht. „Ik maak me van je nieuws geen groote illusie." „Luitser dan even, moeder, dan zult u zeker van oordeel veranderen." „Voor het oogenblik interesseert mij uit sluitend te weten, waar het geld is gebleven zei ze op eenigszins geprikkelden toon. „Nu, dat zult u heel gauw vernemen. Met een ruk zat mevrouw Brrner overeinö en vol spanning keek ze naar ha?r do:h »r Bijna woordelijk dce'de Else het on. r houd met den advocaat mede. Toen Else met haar verhaal klaar was, De winter is weer zoo goed als heenge gaan en we willen hopen, dat de IJsgo- din hem niet weer naar onze streken toezendt. Dan zullen we spoedig de sneeuwklokjas en crocussen voor den dag zien komen en weer kunnen luiste ren naar het getierelier van den leeuwe rik. Want op den eersten den besten mooien dag in Februari, soms ook al in Januari, vliegt deze vogel -al klapwie kend zoo hoog in de lucht, dat je hem soms niet met net oog kunt vinden. Maar je hoort hem best, en dan krijg je een gevoel, of het reeds lente is, en je kijkt rond, of er al gras en bloemen zijn en of de boomen nog geen bladeren dra gen. Doch, we moeten nog wat wachten, maar eiken dag toch zien we, «dat het vooruit gaat: de knopjes zwellen meer en ineer, de groene spruitjes komen uit de aarde, vele vogels, die gingen, toen de barre winterman in aantocht was, komen langzamerhand weer terug. Wat zullen we het dan druk krijgen, want we gaan dan nesten en eieren be kijken, we willen jonge en oude vogels leeren kennen, bloemen en planten be- studeeren, vlinders, rupsen en torren bezien, en ook zelfs kikvorschen, sala manders en visschen trachten te vinden, zoodat we dan wel tijd te kort zullen hebben. Maar dan zullen we enkele vo gels, die nu nog bij ons leven, niet meer kunnen zien, en daarom haasten we ons thans te wandelen langs den Zuiderzee dijk, waar zich steeds veel vertoont. We loopen den dijk op langs den pol dermolen, die het overtollige water naar buiten maalt. Hier bij de zeesluis gaan we behoedzaam rond kijken, want daar is dikwijls wat moois te zien. Zie, daar vliegt reeds wat uit de sluis! 't Is een vogel met groene en blauwe veeren op rug en vleugels en hij vliegt met fladderende beweeingen bijna ra kelings over de oppervlakte van het water. Ha, daar zet hij zich neer op het kantje van een visschersboot. We gaan TELEF. 445 «amanm ademde de moeder diep en sprak toen„Onge tv ijfeld zullen wij door dit door je vader nage laten papier iets omtrent het geld vernemen] maar", klonk 't plotseling weer twijfelmoedig, „misschien bevat het niets anders dan de een of andere bestemming van het portret, om dat je vader het openmaken van de enveloppe afhankelijk stelde van de eventueele terug vordering van het portret". Haar aanvankelijk opgewekter stemming scheen weer voor een lichte neerslachtigheid te wijken Toen viel haar zijwaarts dwalende blik in een soiegel en elastisch ging ze over eind s'aan. ,]Nu, we zullen wel zien hoe het loopt", zei ze vluchtig, „ik ga me verkleeden." Zij stond dicht voor den spiegel en trok en schoof zoo'n beetje aan heur haar. „Goed dat mijn kansel door dat liggen op den divan niet erg in de war is geraakt", met welgevallen bewonderde zij haar in kunstige golven en krullen opgemaakt haar. Else beet zich op de lippen O, zulke op pervlakkige opmerkingen harer moeder stieten haar zoo tegen de borst, als die zich zoo onmiddellijk aansloten bij een ernstig gesprek. „Ik ga mijn hoed en mantel ophangen zei ze, zich naar de deur wendend, en voeg de er nog aan toe: „Walter is ook weer hier, in de woonkamer", en van een grooten, in- nigen wensch plotseling geheel vervuld liep ze een paar schreden naar haar moeder toe en toen klonk zoo lief en dringend over haar lippen: „Och moeder, wees vriendelijk tegen Walter, doe 't voor mij, doe 't voor vader, die zoo veel van hem hield en doe 't ook 1 voor Walter zelf; hij is zoo goed, hij is de nu achter den dijk langs en dan zullen we onze kijkers op hem richten. Maar voorzichtig dan! We kruipen meer dan we loopen bij den dijk op enja. hii zit er nog. Je zou zoo niet zeggen, dat het een vogel is, zoo stil zit hij in het water j te kijken. Hij verzet geen poot. Maar dat kan hij ook niet best doen, want zijn pootjes zijn heel zwak. vooral de teenen, en daarvan zijn de buitenste en de mid delste voor de helft aan elkander ge groeid. De bek is eigenlijk veel te groot en de kop te dik voor zoo'n kleinen vo gel. maar de veeren zijn keurig; daar aan zou je biina zeggen, dat het dier in de tropen en niet bij ons en in nog kou dere streken thuis behoort We kunnen nu heel goed zien, dat de vogel prachtig donkergroen is op bovenkon en nek. af gewisseld met blauwgroene dwarsvlek- ken. De rug is metaalblauw en verder zijn de bovendeelen blauw en groen in allerhande schakeeringen en hier en daar versierd met lichtblauwe stippen. De vederen der onderdeden zijn fraai roestrood, aan de keel b:jna wit. Wat nu? Daar laat het dier zich par does in het water vallen. Zie, daar komt het weer en het heeft een vischje in den grooten snavel! Nu vliegt de vogel weg, stellig om het lekkere boutje in een ver borgen hoekje naar binnen te slaan. Ja, toen we meenden, dat de Ijsvogel, want zoo is zijn naam en Alcedo ispida noemen de geleerde menschen hem, op het kantje van de boot zat te dutten, staarde hij onafgebroken in het water, en wee het vischje, dat dan in zijn nabijheid komt. Onherroepelijk is het een kind des doods! De Ijsvogel stort zich niet naar eneden, alvorens zeker van de vangst te zijn. We willen nu maar nie< meer naar het dier omzien, daar we het nu al heel mooi hebben kunnen bekijken en misschien zijn we in den komenden zomer wel zoo gelukkig, om een nest van zoo'n vogel te vinden. Dan nu eens verder gewandeld. In de zee zwemmen groote en kleine meeuwen, mantel- en zilvermeeuwen, storm- en kapmeeuwen, die we ook al eens aan het strand gezien hebben, en in 't afvoerkanaal aan den binnenkant van den dijk zien we vele eenden van verschillende soorten. Maar wat witte diertje loopt daar op den dijk? Zie, daar draaft het vooruit, nu naar omlaag en daar verdwijnt het tusschen de groote steenen van de zee wering. Wat een aardig diertje is het, lang en dun en z'n staartje droeg het in een boogje, het einde er van is met een zwart kwastje versierd. Ja, wel is het een aardig dier, maar jammer is het, dat het een brutale en veel vernielende roo- ver is. De naam er van is Hermelijn en nu verslindt het wel eens ratten en muizen, maar veel meer vogels, konijnen en ha zen, ook kan het dier, dat bijzonder vlug is, veel schade aanrichten in hoender hokken. Je zou zou zeggen, dat zoo'n klein beest een haas, die zeer veel groo ter is, nimmer kan dooden. Het Herme- lijntje springt daartoe den haas op den rug, bijt hem met zijn scherpe tandjes den halsslagader open en zwelgt het hazebloed met volle teugen. Hoe hard de haas ook loopt, het kleine monster houdt hem vast en zuigt net zoo lang, tot de arme martelaar dood neervalt. Ook heb ik eens een nest van een hermelijn open gegraven, waaruit wel 16 vogelvleugels en een veel grooter aantal vogelpootjes te voorschijn kwamen. Nu ge zooveel leelijks van dezen klei nen carnivoor weet, kunt ge stellig niet veel van hem houden. Ja, ge zoudt hem nog wel eens willen zien, doch hij zit goed verborgen in zijn nest onder de groote keien, en stellig zal hij niet weer voor den dag komen, zoo lang wij hier zijn. Hij weet wel, dat de menschen hem geen goed hart toedragen en daarom vreest hij ze. Toch moet ik nog van het roovertje vertellen, dat het in den zomer een ander jasje draagt, dan des winters. Nu hebben we gezien dat het dier heele- maal wit is, met uitzondering van het zwarte kwastje aan den taart, 's Zomers is de bovenzijde van het lichaam en ook van den staart bruinrood, de onderzijde blijft geelachtig wit en het kwastje is altijd zwart. Nu moeten we nog gauw eenige vogels bekijken, want anders is de tijd voor heden voorbij. Ziet ge daar in zee dien tamelijk groo- beste, de liefste van alle menschen". Gansch haar jonge, innige liefde klonk ju belend, als heldere, juichend klokketonen door haar woorden heen. Een oogenblik was mevrouw Berner van streek als een machtige, aanrollende golf kwam die innige bede harer dochter op haar aan en toen dacht zij aan den tijd, dat ze, lange, lange jaren geleden, eens met on geveer dezelfde woorden haar ouders smeekte, zich hartelijk tegenover Alex Ber ner te betoonen, omdat zij den talentvollen kunstenaar met zijn fijnen geest liefhad, om dat hij met zijn slanke gestalte, zijn zielvolle oogen, zoo hartveroverend in haar jonge leege leven van hofdame was gekomen, om dat zijn warm gevoel als een zoele lente wind het starre ijs van het hofleven deed smelten. Ze schrok: nu was hij dood, de man die haar eens een gansche wereld van liefde zou geven en zij leefde, was kerngezond een heimelijke blik vloog naar den spie gel en ze was blij te leven, verheugde zich over haar schoonheid, maakte toe komstplannen en dacht in stilte al aan een anderen man, wiens vereering zij zich openlijk liet welgevallen, overlegde al welk een behagelijk leven en wat een luxe zijn rijkdom haar kon verschaffen. En toch had ze haar man eens zeer, zeer liefgehad, maar langzaa mwas haar liefde gewoonte gewor den en gewoonte stompt af. Langzamerhand was voor den in de laatste jaren erg sukke leden echtgenoot niet meer overgebleven dan een groot medelijden, dat zich van tijd i tot tijd uitte in overmatig hulpvaardige I vriendelijkheid. Zi)« dood had haar oprecht ECHTE FRJESCHE '~A 20-50ct per ons j v—90 Vraagt Uw Winkelier 'n pakje D*E ten vogel, zw art op de bovendeelen en grijs op kop en hals? Beschouw eens door den kijker het onderste gedeelte van den hals. O wee! daar duikt de vo gel onder water. Waar zou hij nu weer boven komen? Ja, daar is hij en nu zien we, dat hij op den onderhals een lang, bruin gekleurd veld heeft en dat de zij den van krop en romp groenzwart zijn met witte lengtestrepen. Wip! weg is hij weer. Ja, duiken kan deze vogel uitste kend en daarom heet hij ook Zeeduiker en naar de roode vlek op den hals Rood- kelige Zeeduiker. We hebben ook nog andere zeeduikers, maar die komen vee) zeldzamer voor dan de roodkelige soort. Toch is het nog wel een gelukje geweest, dat we zoo'n dier in het volwassen kleed hebben gezien, want meest zijn het jonge dieren, die hier voorkomen. Die hebben nog geen keelvlek en de rugvederen zijn met heel kleine, witte stippen versierd. Zouden dat ook ^eeduikers zijn, die kleine vogels? Kijk. herhaaldelijk ver dwijnen ze en dan komen ze weer boven, om alleen den kop en een gedeelte van den rug te laten zien. Nu. duikers zijn het wel, al worden ze niet tot de zeedui kers gerekend. Eigenlijk zijn het Futen en hier zien we de kleinste soort, die Dcdaars en ook wel Kleine Duiker en Hagelzakje genoemd word,. De vederen van zijn buik zijn mooi zacht en zijde achtig wit; de rug is nu vaal, maar in den zomer bruinzwart, met vuurrood aan den hals. Reigers, Oeverpiepers, Zeeëenden en Sneeuwgorsen zien we mede, doch die ontmoeten we ook mg wel in het najaar. J. DAALDERT Dz. ZEVENHONDERDVIJFTIGDUIZEND. Het geschenk van den ooievaar. Het geduld, dat beloond wordt. Ambtenaren zonder humor. Maar de burgemeester grijpt in. Een gewichtige zuigeling. Is er reden voor vreugde en trots? Het derde kwart van ons millioen is vol. Wij hebben den lang verbeiden 750.000sten bur ger de vorige week feestelijk binnengehaald en, zooals men verwacht en gehoopt had, door bemiddeling van den ooievaar! Want het had ook anders kunnen uitkomen. De 750.000ste inwoner van de hoofdstad had een grijsaard kunnen zijn, die zijn verhuis- biljet op het critieke moment door het loket tet secretarie schoof, zonder eenig vermoeden van de eer, die hem te beurt gingen vallen; of een zeer gefortuneerde voorname dame, die van een der Geldersche, Overijselsche of Sticht- sche landgoederen naar de hoofdstad was ver huisd en die zeer vreemd opgezien zou hebben, als men haar een grijsgestreepte pantalon voor haar vader en eenige luiermanden en pakjes kindermeel thuis had gezorgd. De 750.0ü00ste had ook een rasechte boef kunnen zijn, van buiten naar de hoofdstad getrans porteerd 0 mhier zijn gevangenisstraf uit te zitten. Hij zou ongetwijfeld, met den cipie** Frosch, uit „Die Fledermaus", uitgeroepen hebben: „So ein fideles Gefangnis Es ge- fallt mir hier sehr gut!", wanneer men den dag na zijn aankomst een hoogen zijden hoed, een spaarbrief met 500 gulden, een japon voor zijn moeder en vier flesschen champagne in zijn cel had gebracht. De goede gevers van de talrijke geschen ken voor den lang verwachten burger hadden hun cadeaux nu eenmaal voor een zuigeling bestemd, vast overtuigd als zij waren, dat zijn eerste Amsterdamsche rustplaats het kraam bed zcu zijn. En gelukkig heeft men ten stad huize kans gezien eenigermate in den loop der gebeurtenissen in te grijpen en voor de feeste lijkheid een zuigeling aan te wijzen, wien» ouders de geschenken best benutten kunnen. Eerlijk gezegd, die zuigeling heeft zich lang laten wachten. Toen men zich verleden jaar hier op zijn komst ging voorbereiden en iedereen met zijn gaven kwam aandragen, werd men spoedig door sombere berichten uit het Gemeentelijk Bureau voor Statistiek ver ontrust. De ooievaar stak dezen zomer zijn kop tuschen zijn vlerken en ging een dutje doen. De Dood volgde echter zijn voorbeeld niet en bleef onvermoed oogsten en al vestig' den zich duizenden uit de ommelanden bin nen de grenzen van de hoofdstad, er waren leed gedaan, maar niet gebroken. Ja, dat was er geworden van al dien machtigen hartstocht van vroeger! Haar kind zou het niet anders vergaan, ook haar groote liefde zou langs de smalle, uitgesleten treden van de dagelijksche sleur afdalen tot gewoonte, tot dikwijls zoo ontzettend afmattende ge woonte. Zeker, er zullen wel andere huwelijken zijnMaar ze had nu geen tijd daarover na te denken, want Else's vragend naar haar toegebogen kopje herinnerde haar, dat haar dochter eigenlijk een antwoord, ja een belofte verwachtte. Aangstig, als tastende ontmoette Else s blik de hare. Waarom zweeg haar moeder zoo lang? Was haar verzoek dan zoo vermetel geweest, was het haar moeder zoo moeilijk er aan te vol doen? Reeds wilde zij zich afwenden, toen mevrouw Berner haar hand op Else's schou der legde. „Laten we er nu niet over praten kind. Ik wil graag mijn best doen om vriendelijk je gens Walter te zijn, maar mijn wantrouwen kan ik met den besten wil niet van mij af zetten. Dat zal ik niet kunnen, voordat hij mij heeft verteld, wat er dien nacht tus schen hem en je vader is voorgevallen, want dat er iets gebeurd is, staat bij mij vast als een paal boven water." Else zuchtte en er kwam een trek van berusting om haar mond- Wat baatte al dat gepraat? Te overtuigen was haar moeder toch niet en helaas kwelde haar zelf me nigmaal dezelfde gedachte, die haar moeder maar niet losliet, een gedachte, die Elss toch niet mocht uitspreken, want ware lief de moet blind var vertrouwen zijn. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 9