DAGBLAD VOOR
ALKMAAR
EN
OMSTREKEN.
Uit het Parlement
VRIJDAG 21 MAART 1930
132e Jaargang.
Dagelijksch overzicht.
fiuitenland
Begrafenissen en transporten
worden correct uitgevoerd door
A. DAM CO. Telef. 490.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalvi Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
«B
j*Ö. 65
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Zij, die zich met 1 April a.s. voor
minstens 3 maanden op d't blad abon-
neeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers franco en gratis.
DE DIRECTIE.
Den Haag, 20 Maart 1930.
1 Ongeveer vijf jaar geleden verbood een
ambtenaar der Arbeidsinspectie aan de fir
ma Jamin het gebruik van petroleumkachels
tot verwarming van hare winkels. De firma
berustte daar niet in en het kwam tot een
rechtszaak, waarbij ten slotte de Hooge
Raad besliste, dat de Arbeidswet een derge
lijke delegatie van macht aan een ambtenaar
niet toeliet. Dat had in de wet moeten zijn
opgenomen. Het gevolg van dit arrest is he
den door de Tweede Kamer in openbare be
handeling genomen. De regeering had na
melijk, om aan deze lacune der wet tegemoet
te komen, een wijziging van de Arbeidswet
voorgesteld, waardoor het wél mogelijk
werd gemaakt, dat een inspecteur van den
arbeid een dergelijk verbod geeft. Bovendien
had de regeering van de gelegenheid gebruik
gemaakt om een aantal technische verbete
ringen in de Arbeidswet aan te brengen.
Dit ontwerp heeft heden het onderwerp
van beraadslaging in de Tweede Kamer uit
gemaakt en het is nog niet afgehandeld, zoo
dat de vergadering van morgen nog wel
yoor een belangrijk deel er door in beslag
zal worden genomen. Niet dat de beraadsla
gingen van groot gewicht zijn, het tegen
deel kan met meer grond worden verklaard,
maar er werd, door Mr. Boon (Lib.), be
toogd, dat de wetswijziging, waarbij de de
legatie van macht aan een arbeidsinspecteur
werd vastgesteld in strijd met de Grondwet
zou zijn en een dergelijke bewering lokt al
tijd tot tegenspraak uit. Zoo is heden dan
ook lang en breed gesproken over de vraag
der grondwettigheid en toen van alle kanten,
o.a. door de heeren Aalberse (r.k.), Slotema-
ker (c.h.) en Nolens (r.k.) werd verzekerd,
dat het met de grondwettigheid volkomen in
den haak was, heeft de heer Boon, zij het
ook nog met tegenzin, zijn bewering terug
genomen. Intusschen had het debat aanlei
ding gegeven tot de opmerking, dat het toch
niet in orde was, dat verzet tegen een beslis
sing van een ambtenaar der inspectie niet
zou behandeld worden buiten het departe
ment. De minister zag daar geen ernstig be
zwaar tegen, maar hij wilde wel, naar hij
beloofde, overwegen de mogelijkheid om een
zelfstandig optredend orgaan of persoon
aan te wijzen, die in hoogste instantie zal te
beslissen hebben. Als we nu maar een zelf
standige administratieve rechtspraak had-
de"
Ve meenen onze lezers een verslag van de
opmerkingen omtrent de technische verbete
ringen te kunen besparen. Maar morgen
komt er een punt aan de orde, dat wat meer
de aandacht zal trekken. De heer Drop (s.d
a.p.) heeft n.1. een amendement op een der
artikelen voorgesteld ten einde aan de toon
kunstenaars in café's en dergelijke, een vriien
Zondag te waarborgen. De discussie daar
over kan wel interessant worden, vooral
wanneer de vraag wordt opgeworpen, of de
belanghebbenden zelf wel erg gesteld er op
zullen zijn om op den dag der beste verdien
sten gedwongen rust te moeten genieten.
De Eerste Kamer heeft heden een
aanvang gemaakt met de behandeling van
de begrooting van Buitenlandsche Zaken.
Een vijftal sprekers hebben er voor het mee-
rendeel uitvoerige redevoeringen aan ge
wijd. In het kort resumeerend vermelden we,
dat de eerste spreker, de heer Briet (a.r.) ge
wezen heeft op de groote beteekenis van den
Volkenbond, waarschuwde tegen erkenning
van Sovjet-Rusland en een afkeurend oordeel
uitsprak over de dwaasheid, dat het Neder-
landsch paviljoen op de Antwerpsche ten
toonstelling prijkt met de benaming ,,Pays"
Bas"
De heer Van Lanschot (r.k.) drong aan op
een spoedige totstandkoming van een trac-
taat met België, maar tevens drukte hij dc
regeering op het hart om van haar thans
ingenomen standpunt geen duimbreed af te
wijken en b.v. nooit bereid te zijn tot net
graven van het Moerdijkkanaal.
De heer Koster (lib.) achtte dat kanaal
ook volkomen overbodig om aan Antwerpen
een verbinding met den Rijn te bezorgen.
Dat kan veel beter geschieden door het ont
worpen kanaal van Antwerpen naar Lui'
te verlengen via Maastricht naar Duitse
land. f.
De heer Dr. Savornin Lohman (c.h.) heelt
een uitvoerige uiteenzetting gegeven van e
noodzakelijkheid, dat de regeering eg -
over België op haar standpunt blijft staan
en tegenover de eischen van dat land niet
bereid zal zijn tot concessies. Belgie heett
niets te eischen en zoolang het dat mettem n
doet, zal er van geen nieuw tractaat spraki
kUDe€heeZr,Van der Lande (r.k.) beeft in een
weloverdacht betoog uiteengezet, dat ms er
een commissie van deskundigen werd oe-
noemd om de verschillende punten van mee-
ningverschil tusschen Nederland en België
te onderzoeken, deze spoedig uit den weg
zouden zijn geruimd en dan een tractaat
glad tot stand zou kunnen komen.
Morgen voortzetting.
HET CONFLICT TUSSCHEN HET
DUITSCHE RIJK EN THURINGEN.
De houding van minister Severing.
Sinds twee dagen bestaat er tusschen het
Duitsche rijk en Thüringen een oorlogstoe
stand, weliswaar niet in den vorm van groote
legers, die tegen elkaar oprukken, maar in
den vorm van een ernstig meeningsverschil
tusschen de rijksregeering en die van Thü
ringen.
Het optreden van Severing, den rijksmi
nister van binnenlandsche zaken, tegen de
regeering te Weimar schijnt namelijk door
alle leden van het rijkskabinet te worden
goedgekeurd. Men zegt zelfs, dat Groener,
de minister der rijksweerbaarheid, het ini
tiatief tot de actie tegen het weerspannige
land heeft genomen.
De regeering van Thüringen heeft tot nu
toe nog geen officieele mededeelingen inzake
het conflict met het rijk gepubliceerd, alleen
dr. Frick zou hebben verklaard den brief van
Severing te beschouwen als een uiting van
hartstocht en het heele geval niet tragisch
op te vatten. Frick zou voorts de verwach
ting hebben geuit, dat het rijk ondanks de
bedreigingen van Severing de subsidie voor
de Thüringsche politie zal blijven uitkeeren,
aangezien deze subsidie is vastgesteld in een
door een tusschen het rijk en Thüringen ge
troffen overeenkomst. Het rijksdepa-rtement
van financiën verzekert echter uitdrukkelijk,
dat Thüringen van 1 April af geen verdere
subsidie voor zijn politie dient te verwachten.
Ook andere bedragen, waarop dit land aan
spraak meent te kunnen maken, zullen niet
worden uitgekeerd.
Het is echter niet alleen de nationaal
socialistische propaganda bij de politie, die
door de rijksregeering met stijgende bezorgd
heid werd gadegeslagen. Men maakt zich
ook ernstig ongerust over de eigenaardige
onderwijstoestanden, die op het oogenblik in
Thüringen heerschen. Dr. Frick heeft den
laatsten tijd herhaaldelijk partij gekozen
voor de nationaal socialistische leerlingen
der Thüringsche scholen die in een conflict
met hun directeuren waren gekomen.
In de gegeven omstandigheden bestaat er
volgens de opvatting in kringen van de rijks
regeering slechts één mogelijkheid, waardoor
't conflict met Thüringen uit de wereld kan
worden geholpen, namelijk door het ontslag
van dr. Frick. Severing heeft in den brief,
dien hij aan de regeering te Weimar heeft
gestuurd, duidelijk verklaard, dat de politie
van Thüringen slechts dan weder zou wor
den gesubsidieerd, indien het rijk zekerheid
zal hebben verkregen, dat de rust en orde
zal worden gehandhaafd.
Men hoopt thans te Berlijn, dat de Duit
sche volkspartij, die in Thüringen naast de
nationaal socialisten in de regeering zijn, een
einde aan den bestaande toestand zal maken
door eenvoudig te weigeren langer met dr.
Frick samen te werken.
Nader vernemen wij, dat de regeering van
Thüringen den brief van rijksminister Seve
ring gisteren heeft beantwoord. In het ant
woord wordt medegedeeld, dat de jeugdorga
nisaties aan de Thüringsche scholen, wier
bestaan aanleiding tot bezwaren van 't rijk
har gegeven, geenszins een doel beoogen, dat
in strijd is met. de. grondwet. Voorts wordt
uitdrukkelijk verklaard, dat de Thüringsche
regeering nimmer besluiten heeft genomen
om den brief van minister Severing onbeant
woord te laten. Het feit, dat tot gistermorgen
geen antwoord naar Berlijn werd gestuurd,
is volgens meening van de regeering te Wei
mar geen reden om de uitbetaling van de
subsidies voor de politie in Thüringen te
staken. Sinds het aan het bewind komen van
het tegenwoordige kabinet is bij de politie in
Thüringen geen nieuwe beambte benoemd
De regeering te Weimar is van meening, dat
het optreden van Severing aanleiding zaï
geven tot 'n overbodige ongerustheid in het
land en bovendien nadeelig zal kunnen zijn
voor het prestige van Thüringen.
HET PLAN-YOUNG IN DE FRANSCHF.
KAMER.
Verzet van Paul Boncour. In
terventie van Tardieu. Ont
werp naar de commissie van fi
nanciën verwezen.
Bij het begin der Kamerzitting van giste
ren heeft Peret, de minister van justitie, het
wetsontwerp igediend tot ratificatie van de
Haagsche overeenkomst en het plan-Young.
Hij verzocht namens de regeering het wets
ontwerp naar de commissie van de finan
ciën te verwijzen.
Paul Boncour, de voorzitter van de Ka-
•mercommissie voor buitenlandsche zaken,
verzette zich hiertegen en verklaarde dat al
interesseert het ontwerp de commissie voor
de financiën in hooge mate, het nochtans
ook de commissie voor buitenlandsche zaken
min of meer aangaat. Al heeft het een aan
zienlijke financieele beteekenis, zoo heeft het
aan den anderen kant ook politieke beteeke
nis, n.1. met betrekking tot de ontruiming
van het Rijnland. Men kan zich ook geen
conflict tusschen de beide Kamercommissies
denken, doch het ontwerp dient naar van
zelf spreekt ter goedkeuring naar de com
missie voor buitenlandsche zaken te worden
verwezen.
Hierop antwoordde Tardieu dat hij met
Paul Boncour accoord gaat dat het ontwerp
zoowel financieele als politieke beteekenis
heeft, doch het kan met het oog op het rap
port erover slechts naar één commissie wor
den verwezen. De andere commissie kan
slechts om haar advies worden gevraagd.
Tardieu moest de aandacht der Kamer op
de volgende kwestie vestigen: Het ontwerp
draagt vóór alles een financieel karakter
want het is een tegenhanger van het wets
ontwerp over de schulden van Frankrijk
dat afgehandeld is. Het Fransche parlement
heeft een wet goedgekeurd, die Frankrijk
den plicht oplegt zijn schulden te betalen.
Thans betreft het een wetsontwerp dat de
inkomsten daarvoor waarborgt. Hij is het
evenwel ook met Paul Boncour eens dat het
ontwerp ook van politiek standpunt moet
worden beschouwd, n.1. met betrekking tot
de ontruiming van het Rijnland.
Het plan-Young is, of men wil of niet, de
vervanging van het eene stelsel door een
ander, en wel de vervanging van de gedwon
gen garanties door een stelsel van indirecte
garanties. Op den dag, waarop 'n deel der
Duitsche schuld onder de anonieme massa
van houders van internationale fondsen
wordt ondergebracht, zal de schadevergoe
dingsschuld van Duitschland met de Duit
sche openbare schuld samenvallen. Op dien
dag zal Frankrijk in de plaats van gedwon
gen garanties financieele garanties bezitten
in den vorm van het Duitsche crediet. Het
plan-Young zal pfa levende werkelijkheid
zijn wanneer het eerste deel der Young-obli-
gaties zal zijn gemobiliseerd. Men kan on
der de gunstige omstandigheden pas in Mei
tot het onderbrengen van deze eerste tranche
overgaan. Anders zou men tot November
moeten wachten In Mei moet echter de eerste
tranche geëmitteerd worden en op dat tijd
stip moet de Haagsche overeenkomst gerati
ficeerd zijn, opdat de Bank voor Internatio
nale Betalingen kan worden georganiseerd.
Wanneer het Fransche parlement de mobili
satie van het eerste deel in Mei wenscht, dan
is het dringend noodig dat de ratificatie
door Kamer en Senaat ten laatste den 6en
April is geschied.
De voorzitter der financieele commissie
Malvy verklaarde het met Paul Boncour en
de regeering eens te zijn dat het wetsont
werp met het oog op het uitbrengen van een
grondig rapport naar de financieele commis
sie wordt verwezen en dat de commissie van
buitenlandsche zaken om advies wordt ge
vraagd.
In dien zin werd besloten.
DE VLOOTCONFERENTIE TE
LONDEN.
Briand wenscht niet naar het
weer te zitten kiiken.
Briand is gisteren naar Parijs vertrokken,
naar hij zeide, omdat het nutteloos is, in
zijn hotel te blijven zitten om uit het venster
naar het weer te kijken. Hij zou terugkomen
zoodra er werk voor hem was.
Een politiek verdrag tusschen
Amerika en Japan.
De opperbevelhebber van de Japansche
vloot heeft een politiek verdrag voorgesteld
tusschen Amerika en Japan voor het gebied
van den Stillen Oceaan. Volgens bericht van
de bladen gelooft de opperbevelhebber, dat
door een dergelijk verdrag de tegenstellin
gen tusschen beide landen, die op de Lon-
densche Conferentie aan den dag zijn getre
den, kunnen worden weggenomen.
De conferentie op haar laatste
beenen?
Het is duidelijk dat de Britsche gedelegeer
den ter Vlootconferentie met den actieven
steun der Amerikanen bezig zijn met een
uiterstkrachtige poging om uit de Fransch-
Italiaansche impasse te geraken, die de
Vlootconferentie ophoudt. MacDonald en
Alexander hebben twee uur lang geconfe
reerd met Stimson en Morrow en de deskun
digen. Later dineerde MacDonald met
Briand.
Gisteren zetten de deskundigen hun ar
beid voort, terwijl MacDonald een conferen
tie had met Grandi.
Men koestert nog altijd de hoop, dat tegen
het einde van de week in den toestand een
gunstige wending komt. Algemeen is men
het er over eens dat de tegenwoordige toe
stand niet eindeloos kan voortduren en dat,
wil de conferentie nog resultaten opleveren,
er eind van deze week vorderingen moeten
worden gemaakt.
Waarop de Franschen wachten.
Een lid van de Fransche delegatie ver
klaart, dat Frankrijk op het antwoord van
Italië wacht betreffende zijn definitief vloot-
program en van Groot-Brittannië betreffen
de een pact tot versterking van den vrede in
Europa. De bespoediging of vertraging van
den terugkeer van Tardieu en Briand hangt
af van de ontwikkeling der gebeurtenissen
hier.
Brittannië en de Middellandsche
Zee.
In het Lagerhuis vroeg gistermiddag een
der leden of men er verezekerd van kon zijn,
dat de regeering geenerlei verplichting zou
aangaan waarin een sanctie of een blokka
de in de Middellandsche Zee zouden zijn
opgesloten die verder zouden gaan dan de
letter van het Convenant van den Volken
bond.
MacDonald antwoordde, dat de regeering
geenerlei kwestie betreffende sancties of een
blokkade in de Middellandsche Zee had
overwogen of besproken.
LORD BALFOUR'S OVERLIJDEN.
Het stoffelijk overschot naar
Londen overgebracht.
Het stoffelijk overschot van Lord Balfour
is gisteravond in een rouwauto geplaatst,
welke van Woking naar Londen is vertrok
ken, vanwaar het per trein naar Whitting-
ham in Schotland zal worden vervoerd om
Zaterdag te worden begraven.
De Volkenbond bij de begrafenis
vertegenwoordigd.
Sir Eric Drummond, de secretaris-gene
raal van den Volkenbond, en Avenol, de on-
der-secretaris-generaal, zullen naar het Hbl.
meldt, den Volkenbond vertegenwoordigen
bij de teraardebestelling van Lord Balfour
Hulde der partijleiders in het
parlement.
In het Lagerhuis is gisteren op indruk
wekkende en ontroerende wijze door alle
partijleiders hulde gebracht aan de nage
dachtenis van Lord Balfour.
MacDonald wees op de groote hoedanig
heden van Balfour, die in zijn laatste levens
jaren meer invloed dan ooit tevoren op het
Britsche leven heeft geoefend.
Baldwin verklaarde dat het karakteris
tieke van Balfour gedurende zijn geheele le
ven zijn zeldzame physieke en moreele moed
was. Geen fijner intellect, geen grooter dia
lecticus is ooit in de politiek werkzaam ge
weest. Van Asquith, den liberalen leider, is
§ezegd dat hij de laatste Romein was; van
alfour kan worden gezegd dat hij de laat
ste Athener was.
Lloyd George, de leider der liberalen, stel
de Balfour op een lijn met Gladstone als de
geweldigste parlementaire debater, die ooit
in het Huis had gehoord. Drie gebeurtenis
sen zullen zijn naam in de historie doen
voortleven
lo. de Washingtonsche Conferentie; 2o.
de Balfour-declaratie; 3o. de nota over de
oorlogsschulden.
In het Hoogerhuis sprak behalve Lord
Parmoor, Lord Salisbury en Lord Beachamp
resp. de leider der Arbeiderspartij, conser
vatieven en liberalen, ook de Aartsbisschop
van Canterbury.
DE PETROLEUMBRANDEN TE
MORENI.
Weer een ontploffing.
Bij de pogingen om de nu reeds sedert ze
ven maanden brandende petroleumputten te
Moreni te blusschen is gisteren, doordat
gas ontvlamde, een nieuwe ontploffing ont
staan, waardoor zes arbeiders ernstige
brandwonden hebben opgeloopen. De arbei
ders konden slechts met moeite door hun
kameraden uit de brandende omgeving ge
red worden.
Door de ontploffing drongen de gassen
in de bluschgangen, waardoor het blus-
schingswerk nog meer bemoeilijkt werd.
MME. HANAU.
Voortzetting der voedselweigering
Mme. Hanau is gisteren opnieuw kunst
matig gevoed. Prof. Achard, bijgestaan door
twaalf verplegers, diende haar een weinig
koffie met melk toe.
Mme. Hanau dicteerde opnieuw een brief,
gericht tot de kamer van inbeschuldiging
stelling. waarin zij den vasten wil uitspreekt
de voedselweigering voort te zetten.
MOORDENAAR IN FRANKRIJK
GEEXECUTEERD.
Masselis, de „schrik van Haubourdin",
die ter dood is veroordeeld wegens moord
op twee meisjes, is gistermorgen vroeg te
Douai geëxecuteerd.
AUTOBANDIETEN.
Een rijke buit.
Gemaskerde en gewapende bandieten dron
gen een bank bij Longford (Ierland) binnen,
stelden een employé buiten gevecht en ver
dwenen per auto met medeneming van 8000
DIEFSTAL VAN EEN OUD
HANDSCHRIFT.
De dief ingerekend.
Bij een antiquariaatsboekhandel te Frank
fort bood onlangs een jongmensch een per
kamenten handschrift uit de 12de eeuw te
koop aan. Daar er geen redenen waren om
aan diefstal te denken, kocht de boekhandc
laar het oude manuscript. Toevallig zag hij
echter nauwelijks een half uur later in een
publicatie het pas door hem gekochte hand
schrift beschreven, dat aan een bibliotheek
behoorde, waar men het verlies van het
handschrift blijkbaar nog niet had opge
merkt. De verkooper, die op een van de op
brengst van zijn gestolen goed gekocht mo-
torrijwiel er van door was, kon nog denzelf
den dag worden ingerekend en de bestolen
bibliotheek is al weer in h°t bezit van haar
eigendom.
LEVENSLANG.
Verleden jaar heeft een boerenzoon t«
Kornenburg bij Weenen een ijzerdraad over
een weg gespannen en die in verbinding ge
bracht met een electrische leiding, waar een
stroom van 20.000 volt doorging. De jon
gen had het gemunt op een ouderen stief
broer, die langs dien weg moest komen. In
derdaad is deze gekomen en door den stroom
gedood. Voordien waren echter twee andere
boerezoons, die de moordenaar niet verwacht
had, den weg afgekomen, die eveneens aan
den noodlottigen draad den dood hadden
gevonden. De moordenaar wilde zijn stief
broer uit den weg helpen om de dubbele re
den, dat hij dan volledig erfgenaam van zijn
vader zou worden en dat hij zou kunnen
trouwen. Een ongeschreven wet wil n.1. dat
een boerenzoon in die streken niet trouwt
voordat zijn oudere broeders hem voorge
gaan zijn en de stiefbroer dacht aan geea
trouwen. De moordenaar, die eerst bij de po
litie bekend had, doch voor den vechter ont
kende, is veroordeeld tot levenslange gevan
genisstraf.
DE BIOSCOOPBPAND IN
MANDSIOERHE.
De oorzaak der ramp»,
Een Reuter-bericht uit Sjanghai meldt, dat
de slachtoffers van den bioscoopbrand te
Kirin, in Mandsjoerije, voor het meerendeel
vrouwen en kinderen zijn. De brand ont
stond door kortsluiting. De vlammen ver
spreidden zich met groote snelteid en omhul
den spoedig het gebouw. Er ontstond een
verschrikkelijke paniek, doordat de uitgan
gen waren gegrendeld en de vensters geslo
ten.
NOODLOTTIGE BRAND.
Verscheiden dooden en gewonden.
De plaats Bandagsja aan de Kaspische
Zee is door een geweldigen brand voor het
grootste deel verwoest. Er liggen 394 hui
zen in puin. Verscheiden menschen werden
gedood en een groot aantal gewond.
DE ZAAK ALMAZOFF
Aanvullend onderzoek gelast.
Men herinnert zich (wellicht, want het is
alweer een aantal maanden geleden) de zaak
van den kleermaker Almazoff te Parijs, die
in October van verleden jaar werd aange
houden onder verdenking zekeren Rigaud
vermoord te hebben; hij zou diens lijk in 'n
koffer hebben gepakt en naar Rijssel hebben
verzonden. Almazoff alias Almazian hield
zijn onschuld vol. Terloops zij er er hierbij
aan herinnerd dat hij er zich over beklaagde
door de politie te zijn mishandeld.
De vorige week had de advocaat-generaal,
uit overweging dat het onderzoek na al die
maanden nog niet volledig was geweest, een
aanvullend onderzoek gevraagd, hetgeen den
verdediger van Almazoff aanleiding gaf
d'ens buiten-vervolgingstelling te vragen.
De Kamer van inbeschuldigingstelling
heeft evenwel dit verzoek van de hand gewe
zen en het door den advocaat-generaal ge
vraagde onderzoek gelast. Er waren tijdens
het onderzoek contradeskundigen benoemd,
die niets ten nadeele van den verdachte had
den kunnen vinden. Deze contra-deskundigen
zullen nu een onderzoek moeten insteller
naar de bloedvlekken o.m. op de broek vai
den verdachte aangetroffen.
PRINS DANILO EN „HET VROOLIJKE
„WEEUWTJE".
Proces tegen film-maatschappij.
De Metro Goldwyn Film Maatschappij had
een film gemaakt van Lehar's operette „Die
lustige Witwe" waarin de hoofdpersoon, die
het weeuwtje het hof maakt, veel gelijkenis
vertoonde met prins Danilo van Montenegro,
een broeder van dc koningin van Italië (al
heette dan het land waar de film speelde,
Monteblanco). Dit vond althans de prins, die
de filmmaatschappij een proces aandeed en
maar vast een schadevergoeding eischte van
500.000 francs in afwachting van de defini
tieve vaststelling door deskundigen van het
hem berokkende nadeel. Voor den prins trad
„bien étonnes de se trouwer ensemble", de
bekende socialist Paul Boncour als raadsman
op. Deze voerde aan dat de film blijkens het
landschap, de uniformen enz. in Montenegro
speelde. De details waren aangegeven door
dengeen, die het scenario had samengesteld,
Eric von Stroheim, die militair attaché is ge
weest in Montenegro. In deze Montenegrijn-
sche omlijsting v as aan den prins een lach
wekkende rol toebedeeld. Hij werd er smoor
dronken en dansend op een tafel in een amu
sementsgelegenheid in voorgesteld.
De deken der erde van advocaten, Henri
Robert, betoogde namens de filmmaatschap
pij, dat het niet om prins Danilo ging maar
om een geheel denkbeeldig oereoon,