DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit het Parlement VRIJDAG 21 MAART 1930 132e Jaargang. Dagelijksch overzicht. fiuitenland Begrafenissen en transporten worden correct uitgevoerd door A. DAM CO. Telef. 490. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalvi Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. «B j*Ö. 65 Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Zij, die zich met 1 April a.s. voor minstens 3 maanden op d't blad abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. DE DIRECTIE. Den Haag, 20 Maart 1930. 1 Ongeveer vijf jaar geleden verbood een ambtenaar der Arbeidsinspectie aan de fir ma Jamin het gebruik van petroleumkachels tot verwarming van hare winkels. De firma berustte daar niet in en het kwam tot een rechtszaak, waarbij ten slotte de Hooge Raad besliste, dat de Arbeidswet een derge lijke delegatie van macht aan een ambtenaar niet toeliet. Dat had in de wet moeten zijn opgenomen. Het gevolg van dit arrest is he den door de Tweede Kamer in openbare be handeling genomen. De regeering had na melijk, om aan deze lacune der wet tegemoet te komen, een wijziging van de Arbeidswet voorgesteld, waardoor het wél mogelijk werd gemaakt, dat een inspecteur van den arbeid een dergelijk verbod geeft. Bovendien had de regeering van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal technische verbete ringen in de Arbeidswet aan te brengen. Dit ontwerp heeft heden het onderwerp van beraadslaging in de Tweede Kamer uit gemaakt en het is nog niet afgehandeld, zoo dat de vergadering van morgen nog wel yoor een belangrijk deel er door in beslag zal worden genomen. Niet dat de beraadsla gingen van groot gewicht zijn, het tegen deel kan met meer grond worden verklaard, maar er werd, door Mr. Boon (Lib.), be toogd, dat de wetswijziging, waarbij de de legatie van macht aan een arbeidsinspecteur werd vastgesteld in strijd met de Grondwet zou zijn en een dergelijke bewering lokt al tijd tot tegenspraak uit. Zoo is heden dan ook lang en breed gesproken over de vraag der grondwettigheid en toen van alle kanten, o.a. door de heeren Aalberse (r.k.), Slotema- ker (c.h.) en Nolens (r.k.) werd verzekerd, dat het met de grondwettigheid volkomen in den haak was, heeft de heer Boon, zij het ook nog met tegenzin, zijn bewering terug genomen. Intusschen had het debat aanlei ding gegeven tot de opmerking, dat het toch niet in orde was, dat verzet tegen een beslis sing van een ambtenaar der inspectie niet zou behandeld worden buiten het departe ment. De minister zag daar geen ernstig be zwaar tegen, maar hij wilde wel, naar hij beloofde, overwegen de mogelijkheid om een zelfstandig optredend orgaan of persoon aan te wijzen, die in hoogste instantie zal te beslissen hebben. Als we nu maar een zelf standige administratieve rechtspraak had- de" Ve meenen onze lezers een verslag van de opmerkingen omtrent de technische verbete ringen te kunen besparen. Maar morgen komt er een punt aan de orde, dat wat meer de aandacht zal trekken. De heer Drop (s.d a.p.) heeft n.1. een amendement op een der artikelen voorgesteld ten einde aan de toon kunstenaars in café's en dergelijke, een vriien Zondag te waarborgen. De discussie daar over kan wel interessant worden, vooral wanneer de vraag wordt opgeworpen, of de belanghebbenden zelf wel erg gesteld er op zullen zijn om op den dag der beste verdien sten gedwongen rust te moeten genieten. De Eerste Kamer heeft heden een aanvang gemaakt met de behandeling van de begrooting van Buitenlandsche Zaken. Een vijftal sprekers hebben er voor het mee- rendeel uitvoerige redevoeringen aan ge wijd. In het kort resumeerend vermelden we, dat de eerste spreker, de heer Briet (a.r.) ge wezen heeft op de groote beteekenis van den Volkenbond, waarschuwde tegen erkenning van Sovjet-Rusland en een afkeurend oordeel uitsprak over de dwaasheid, dat het Neder- landsch paviljoen op de Antwerpsche ten toonstelling prijkt met de benaming ,,Pays" Bas" De heer Van Lanschot (r.k.) drong aan op een spoedige totstandkoming van een trac- taat met België, maar tevens drukte hij dc regeering op het hart om van haar thans ingenomen standpunt geen duimbreed af te wijken en b.v. nooit bereid te zijn tot net graven van het Moerdijkkanaal. De heer Koster (lib.) achtte dat kanaal ook volkomen overbodig om aan Antwerpen een verbinding met den Rijn te bezorgen. Dat kan veel beter geschieden door het ont worpen kanaal van Antwerpen naar Lui' te verlengen via Maastricht naar Duitse land. f. De heer Dr. Savornin Lohman (c.h.) heelt een uitvoerige uiteenzetting gegeven van e noodzakelijkheid, dat de regeering eg - over België op haar standpunt blijft staan en tegenover de eischen van dat land niet bereid zal zijn tot concessies. Belgie heett niets te eischen en zoolang het dat mettem n doet, zal er van geen nieuw tractaat spraki kUDe€heeZr,Van der Lande (r.k.) beeft in een weloverdacht betoog uiteengezet, dat ms er een commissie van deskundigen werd oe- noemd om de verschillende punten van mee- ningverschil tusschen Nederland en België te onderzoeken, deze spoedig uit den weg zouden zijn geruimd en dan een tractaat glad tot stand zou kunnen komen. Morgen voortzetting. HET CONFLICT TUSSCHEN HET DUITSCHE RIJK EN THURINGEN. De houding van minister Severing. Sinds twee dagen bestaat er tusschen het Duitsche rijk en Thüringen een oorlogstoe stand, weliswaar niet in den vorm van groote legers, die tegen elkaar oprukken, maar in den vorm van een ernstig meeningsverschil tusschen de rijksregeering en die van Thü ringen. Het optreden van Severing, den rijksmi nister van binnenlandsche zaken, tegen de regeering te Weimar schijnt namelijk door alle leden van het rijkskabinet te worden goedgekeurd. Men zegt zelfs, dat Groener, de minister der rijksweerbaarheid, het ini tiatief tot de actie tegen het weerspannige land heeft genomen. De regeering van Thüringen heeft tot nu toe nog geen officieele mededeelingen inzake het conflict met het rijk gepubliceerd, alleen dr. Frick zou hebben verklaard den brief van Severing te beschouwen als een uiting van hartstocht en het heele geval niet tragisch op te vatten. Frick zou voorts de verwach ting hebben geuit, dat het rijk ondanks de bedreigingen van Severing de subsidie voor de Thüringsche politie zal blijven uitkeeren, aangezien deze subsidie is vastgesteld in een door een tusschen het rijk en Thüringen ge troffen overeenkomst. Het rijksdepa-rtement van financiën verzekert echter uitdrukkelijk, dat Thüringen van 1 April af geen verdere subsidie voor zijn politie dient te verwachten. Ook andere bedragen, waarop dit land aan spraak meent te kunnen maken, zullen niet worden uitgekeerd. Het is echter niet alleen de nationaal socialistische propaganda bij de politie, die door de rijksregeering met stijgende bezorgd heid werd gadegeslagen. Men maakt zich ook ernstig ongerust over de eigenaardige onderwijstoestanden, die op het oogenblik in Thüringen heerschen. Dr. Frick heeft den laatsten tijd herhaaldelijk partij gekozen voor de nationaal socialistische leerlingen der Thüringsche scholen die in een conflict met hun directeuren waren gekomen. In de gegeven omstandigheden bestaat er volgens de opvatting in kringen van de rijks regeering slechts één mogelijkheid, waardoor 't conflict met Thüringen uit de wereld kan worden geholpen, namelijk door het ontslag van dr. Frick. Severing heeft in den brief, dien hij aan de regeering te Weimar heeft gestuurd, duidelijk verklaard, dat de politie van Thüringen slechts dan weder zou wor den gesubsidieerd, indien het rijk zekerheid zal hebben verkregen, dat de rust en orde zal worden gehandhaafd. Men hoopt thans te Berlijn, dat de Duit sche volkspartij, die in Thüringen naast de nationaal socialisten in de regeering zijn, een einde aan den bestaande toestand zal maken door eenvoudig te weigeren langer met dr. Frick samen te werken. Nader vernemen wij, dat de regeering van Thüringen den brief van rijksminister Seve ring gisteren heeft beantwoord. In het ant woord wordt medegedeeld, dat de jeugdorga nisaties aan de Thüringsche scholen, wier bestaan aanleiding tot bezwaren van 't rijk har gegeven, geenszins een doel beoogen, dat in strijd is met. de. grondwet. Voorts wordt uitdrukkelijk verklaard, dat de Thüringsche regeering nimmer besluiten heeft genomen om den brief van minister Severing onbeant woord te laten. Het feit, dat tot gistermorgen geen antwoord naar Berlijn werd gestuurd, is volgens meening van de regeering te Wei mar geen reden om de uitbetaling van de subsidies voor de politie in Thüringen te staken. Sinds het aan het bewind komen van het tegenwoordige kabinet is bij de politie in Thüringen geen nieuwe beambte benoemd De regeering te Weimar is van meening, dat het optreden van Severing aanleiding zaï geven tot 'n overbodige ongerustheid in het land en bovendien nadeelig zal kunnen zijn voor het prestige van Thüringen. HET PLAN-YOUNG IN DE FRANSCHF. KAMER. Verzet van Paul Boncour. In terventie van Tardieu. Ont werp naar de commissie van fi nanciën verwezen. Bij het begin der Kamerzitting van giste ren heeft Peret, de minister van justitie, het wetsontwerp igediend tot ratificatie van de Haagsche overeenkomst en het plan-Young. Hij verzocht namens de regeering het wets ontwerp naar de commissie van de finan ciën te verwijzen. Paul Boncour, de voorzitter van de Ka- •mercommissie voor buitenlandsche zaken, verzette zich hiertegen en verklaarde dat al interesseert het ontwerp de commissie voor de financiën in hooge mate, het nochtans ook de commissie voor buitenlandsche zaken min of meer aangaat. Al heeft het een aan zienlijke financieele beteekenis, zoo heeft het aan den anderen kant ook politieke beteeke nis, n.1. met betrekking tot de ontruiming van het Rijnland. Men kan zich ook geen conflict tusschen de beide Kamercommissies denken, doch het ontwerp dient naar van zelf spreekt ter goedkeuring naar de com missie voor buitenlandsche zaken te worden verwezen. Hierop antwoordde Tardieu dat hij met Paul Boncour accoord gaat dat het ontwerp zoowel financieele als politieke beteekenis heeft, doch het kan met het oog op het rap port erover slechts naar één commissie wor den verwezen. De andere commissie kan slechts om haar advies worden gevraagd. Tardieu moest de aandacht der Kamer op de volgende kwestie vestigen: Het ontwerp draagt vóór alles een financieel karakter want het is een tegenhanger van het wets ontwerp over de schulden van Frankrijk dat afgehandeld is. Het Fransche parlement heeft een wet goedgekeurd, die Frankrijk den plicht oplegt zijn schulden te betalen. Thans betreft het een wetsontwerp dat de inkomsten daarvoor waarborgt. Hij is het evenwel ook met Paul Boncour eens dat het ontwerp ook van politiek standpunt moet worden beschouwd, n.1. met betrekking tot de ontruiming van het Rijnland. Het plan-Young is, of men wil of niet, de vervanging van het eene stelsel door een ander, en wel de vervanging van de gedwon gen garanties door een stelsel van indirecte garanties. Op den dag, waarop 'n deel der Duitsche schuld onder de anonieme massa van houders van internationale fondsen wordt ondergebracht, zal de schadevergoe dingsschuld van Duitschland met de Duit sche openbare schuld samenvallen. Op dien dag zal Frankrijk in de plaats van gedwon gen garanties financieele garanties bezitten in den vorm van het Duitsche crediet. Het plan-Young zal pfa levende werkelijkheid zijn wanneer het eerste deel der Young-obli- gaties zal zijn gemobiliseerd. Men kan on der de gunstige omstandigheden pas in Mei tot het onderbrengen van deze eerste tranche overgaan. Anders zou men tot November moeten wachten In Mei moet echter de eerste tranche geëmitteerd worden en op dat tijd stip moet de Haagsche overeenkomst gerati ficeerd zijn, opdat de Bank voor Internatio nale Betalingen kan worden georganiseerd. Wanneer het Fransche parlement de mobili satie van het eerste deel in Mei wenscht, dan is het dringend noodig dat de ratificatie door Kamer en Senaat ten laatste den 6en April is geschied. De voorzitter der financieele commissie Malvy verklaarde het met Paul Boncour en de regeering eens te zijn dat het wetsont werp met het oog op het uitbrengen van een grondig rapport naar de financieele commis sie wordt verwezen en dat de commissie van buitenlandsche zaken om advies wordt ge vraagd. In dien zin werd besloten. DE VLOOTCONFERENTIE TE LONDEN. Briand wenscht niet naar het weer te zitten kiiken. Briand is gisteren naar Parijs vertrokken, naar hij zeide, omdat het nutteloos is, in zijn hotel te blijven zitten om uit het venster naar het weer te kijken. Hij zou terugkomen zoodra er werk voor hem was. Een politiek verdrag tusschen Amerika en Japan. De opperbevelhebber van de Japansche vloot heeft een politiek verdrag voorgesteld tusschen Amerika en Japan voor het gebied van den Stillen Oceaan. Volgens bericht van de bladen gelooft de opperbevelhebber, dat door een dergelijk verdrag de tegenstellin gen tusschen beide landen, die op de Lon- densche Conferentie aan den dag zijn getre den, kunnen worden weggenomen. De conferentie op haar laatste beenen? Het is duidelijk dat de Britsche gedelegeer den ter Vlootconferentie met den actieven steun der Amerikanen bezig zijn met een uiterstkrachtige poging om uit de Fransch- Italiaansche impasse te geraken, die de Vlootconferentie ophoudt. MacDonald en Alexander hebben twee uur lang geconfe reerd met Stimson en Morrow en de deskun digen. Later dineerde MacDonald met Briand. Gisteren zetten de deskundigen hun ar beid voort, terwijl MacDonald een conferen tie had met Grandi. Men koestert nog altijd de hoop, dat tegen het einde van de week in den toestand een gunstige wending komt. Algemeen is men het er over eens dat de tegenwoordige toe stand niet eindeloos kan voortduren en dat, wil de conferentie nog resultaten opleveren, er eind van deze week vorderingen moeten worden gemaakt. Waarop de Franschen wachten. Een lid van de Fransche delegatie ver klaart, dat Frankrijk op het antwoord van Italië wacht betreffende zijn definitief vloot- program en van Groot-Brittannië betreffen de een pact tot versterking van den vrede in Europa. De bespoediging of vertraging van den terugkeer van Tardieu en Briand hangt af van de ontwikkeling der gebeurtenissen hier. Brittannië en de Middellandsche Zee. In het Lagerhuis vroeg gistermiddag een der leden of men er verezekerd van kon zijn, dat de regeering geenerlei verplichting zou aangaan waarin een sanctie of een blokka de in de Middellandsche Zee zouden zijn opgesloten die verder zouden gaan dan de letter van het Convenant van den Volken bond. MacDonald antwoordde, dat de regeering geenerlei kwestie betreffende sancties of een blokkade in de Middellandsche Zee had overwogen of besproken. LORD BALFOUR'S OVERLIJDEN. Het stoffelijk overschot naar Londen overgebracht. Het stoffelijk overschot van Lord Balfour is gisteravond in een rouwauto geplaatst, welke van Woking naar Londen is vertrok ken, vanwaar het per trein naar Whitting- ham in Schotland zal worden vervoerd om Zaterdag te worden begraven. De Volkenbond bij de begrafenis vertegenwoordigd. Sir Eric Drummond, de secretaris-gene raal van den Volkenbond, en Avenol, de on- der-secretaris-generaal, zullen naar het Hbl. meldt, den Volkenbond vertegenwoordigen bij de teraardebestelling van Lord Balfour Hulde der partijleiders in het parlement. In het Lagerhuis is gisteren op indruk wekkende en ontroerende wijze door alle partijleiders hulde gebracht aan de nage dachtenis van Lord Balfour. MacDonald wees op de groote hoedanig heden van Balfour, die in zijn laatste levens jaren meer invloed dan ooit tevoren op het Britsche leven heeft geoefend. Baldwin verklaarde dat het karakteris tieke van Balfour gedurende zijn geheele le ven zijn zeldzame physieke en moreele moed was. Geen fijner intellect, geen grooter dia lecticus is ooit in de politiek werkzaam ge weest. Van Asquith, den liberalen leider, is §ezegd dat hij de laatste Romein was; van alfour kan worden gezegd dat hij de laat ste Athener was. Lloyd George, de leider der liberalen, stel de Balfour op een lijn met Gladstone als de geweldigste parlementaire debater, die ooit in het Huis had gehoord. Drie gebeurtenis sen zullen zijn naam in de historie doen voortleven lo. de Washingtonsche Conferentie; 2o. de Balfour-declaratie; 3o. de nota over de oorlogsschulden. In het Hoogerhuis sprak behalve Lord Parmoor, Lord Salisbury en Lord Beachamp resp. de leider der Arbeiderspartij, conser vatieven en liberalen, ook de Aartsbisschop van Canterbury. DE PETROLEUMBRANDEN TE MORENI. Weer een ontploffing. Bij de pogingen om de nu reeds sedert ze ven maanden brandende petroleumputten te Moreni te blusschen is gisteren, doordat gas ontvlamde, een nieuwe ontploffing ont staan, waardoor zes arbeiders ernstige brandwonden hebben opgeloopen. De arbei ders konden slechts met moeite door hun kameraden uit de brandende omgeving ge red worden. Door de ontploffing drongen de gassen in de bluschgangen, waardoor het blus- schingswerk nog meer bemoeilijkt werd. MME. HANAU. Voortzetting der voedselweigering Mme. Hanau is gisteren opnieuw kunst matig gevoed. Prof. Achard, bijgestaan door twaalf verplegers, diende haar een weinig koffie met melk toe. Mme. Hanau dicteerde opnieuw een brief, gericht tot de kamer van inbeschuldiging stelling. waarin zij den vasten wil uitspreekt de voedselweigering voort te zetten. MOORDENAAR IN FRANKRIJK GEEXECUTEERD. Masselis, de „schrik van Haubourdin", die ter dood is veroordeeld wegens moord op twee meisjes, is gistermorgen vroeg te Douai geëxecuteerd. AUTOBANDIETEN. Een rijke buit. Gemaskerde en gewapende bandieten dron gen een bank bij Longford (Ierland) binnen, stelden een employé buiten gevecht en ver dwenen per auto met medeneming van 8000 DIEFSTAL VAN EEN OUD HANDSCHRIFT. De dief ingerekend. Bij een antiquariaatsboekhandel te Frank fort bood onlangs een jongmensch een per kamenten handschrift uit de 12de eeuw te koop aan. Daar er geen redenen waren om aan diefstal te denken, kocht de boekhandc laar het oude manuscript. Toevallig zag hij echter nauwelijks een half uur later in een publicatie het pas door hem gekochte hand schrift beschreven, dat aan een bibliotheek behoorde, waar men het verlies van het handschrift blijkbaar nog niet had opge merkt. De verkooper, die op een van de op brengst van zijn gestolen goed gekocht mo- torrijwiel er van door was, kon nog denzelf den dag worden ingerekend en de bestolen bibliotheek is al weer in h°t bezit van haar eigendom. LEVENSLANG. Verleden jaar heeft een boerenzoon t« Kornenburg bij Weenen een ijzerdraad over een weg gespannen en die in verbinding ge bracht met een electrische leiding, waar een stroom van 20.000 volt doorging. De jon gen had het gemunt op een ouderen stief broer, die langs dien weg moest komen. In derdaad is deze gekomen en door den stroom gedood. Voordien waren echter twee andere boerezoons, die de moordenaar niet verwacht had, den weg afgekomen, die eveneens aan den noodlottigen draad den dood hadden gevonden. De moordenaar wilde zijn stief broer uit den weg helpen om de dubbele re den, dat hij dan volledig erfgenaam van zijn vader zou worden en dat hij zou kunnen trouwen. Een ongeschreven wet wil n.1. dat een boerenzoon in die streken niet trouwt voordat zijn oudere broeders hem voorge gaan zijn en de stiefbroer dacht aan geea trouwen. De moordenaar, die eerst bij de po litie bekend had, doch voor den vechter ont kende, is veroordeeld tot levenslange gevan genisstraf. DE BIOSCOOPBPAND IN MANDSIOERHE. De oorzaak der ramp», Een Reuter-bericht uit Sjanghai meldt, dat de slachtoffers van den bioscoopbrand te Kirin, in Mandsjoerije, voor het meerendeel vrouwen en kinderen zijn. De brand ont stond door kortsluiting. De vlammen ver spreidden zich met groote snelteid en omhul den spoedig het gebouw. Er ontstond een verschrikkelijke paniek, doordat de uitgan gen waren gegrendeld en de vensters geslo ten. NOODLOTTIGE BRAND. Verscheiden dooden en gewonden. De plaats Bandagsja aan de Kaspische Zee is door een geweldigen brand voor het grootste deel verwoest. Er liggen 394 hui zen in puin. Verscheiden menschen werden gedood en een groot aantal gewond. DE ZAAK ALMAZOFF Aanvullend onderzoek gelast. Men herinnert zich (wellicht, want het is alweer een aantal maanden geleden) de zaak van den kleermaker Almazoff te Parijs, die in October van verleden jaar werd aange houden onder verdenking zekeren Rigaud vermoord te hebben; hij zou diens lijk in 'n koffer hebben gepakt en naar Rijssel hebben verzonden. Almazoff alias Almazian hield zijn onschuld vol. Terloops zij er er hierbij aan herinnerd dat hij er zich over beklaagde door de politie te zijn mishandeld. De vorige week had de advocaat-generaal, uit overweging dat het onderzoek na al die maanden nog niet volledig was geweest, een aanvullend onderzoek gevraagd, hetgeen den verdediger van Almazoff aanleiding gaf d'ens buiten-vervolgingstelling te vragen. De Kamer van inbeschuldigingstelling heeft evenwel dit verzoek van de hand gewe zen en het door den advocaat-generaal ge vraagde onderzoek gelast. Er waren tijdens het onderzoek contradeskundigen benoemd, die niets ten nadeele van den verdachte had den kunnen vinden. Deze contra-deskundigen zullen nu een onderzoek moeten insteller naar de bloedvlekken o.m. op de broek vai den verdachte aangetroffen. PRINS DANILO EN „HET VROOLIJKE „WEEUWTJE". Proces tegen film-maatschappij. De Metro Goldwyn Film Maatschappij had een film gemaakt van Lehar's operette „Die lustige Witwe" waarin de hoofdpersoon, die het weeuwtje het hof maakt, veel gelijkenis vertoonde met prins Danilo van Montenegro, een broeder van dc koningin van Italië (al heette dan het land waar de film speelde, Monteblanco). Dit vond althans de prins, die de filmmaatschappij een proces aandeed en maar vast een schadevergoeding eischte van 500.000 francs in afwachting van de defini tieve vaststelling door deskundigen van het hem berokkende nadeel. Voor den prins trad „bien étonnes de se trouwer ensemble", de bekende socialist Paul Boncour als raadsman op. Deze voerde aan dat de film blijkens het landschap, de uniformen enz. in Montenegro speelde. De details waren aangegeven door dengeen, die het scenario had samengesteld, Eric von Stroheim, die militair attaché is ge weest in Montenegro. In deze Montenegrijn- sche omlijsting v as aan den prins een lach wekkende rol toebedeeld. Hij werd er smoor dronken en dansend op een tafel in een amu sementsgelegenheid in voorgesteld. De deken der erde van advocaten, Henri Robert, betoogde namens de filmmaatschap pij, dat het niet om prins Danilo ging maar om een geheel denkbeeldig oereoon,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1