tlliutstk Cnraii.
Hiriird twee en dertigste Jaargang.
Vrijdag 21 blaart
Stadsnieuws
de overheid en het sociale
v vraagstuk.
Rechtszaken
Sport
ft'. 08 1930.
Rede van den heer Vogelaar, lid
van den Raad, voor de afdeeling
Patrimonium.
Er was -gisteravond slechts een klein geze!-
jchap samengekomen in de bovenzaal van de
rjir. school in de Doelenstraat, waar de heer
j Vogelaar sprak over bovenstaand onder-
ingevangen w erd met het zingen van
ps 72 1, waarna de heer H o y t i n k de
bijeenkomst opende met het lezen van de eer
de dertien verzen van Ps. 72. Na het uit
breken van een gebed sprak de voorzitter
Jen kort openingswoord, waarin hij zijn leed
wezen erover uit, dat film en zang (in „De
Unie") sterker aantrekkingskracht hadden
dan de lezing van dezen avond. Spr. heette
de aanwezigen welkom, speciaal den heer
Vogelaar, die een belangrijk onderwerp als
bovengenoemd had willen inleiden.
De heer Vogelaar, hierna het woord
verkrijgende, stelde voorop, dat hij voor elke
mogelijke vereeniging over sociale vraag
stukken wil optreden, mits men hem vrij laat
in de wijze van behandeling.
Spr. zei nadrukkelijk, dat zijn rede geen
oplossing zal geven voor elk vraagstuk "van
practische politiek, evenmin als men voor
alles een bijbeltekst kan aanhalen ter bepa
ling van zijn richtsnoer.
Onze beginselen zullen ons den weg moe
ten wijzen inzake onze houding ten aanzier.
van de vraag op welk deel van het sociale
leven de overheid heeft in te grijpen. De
historie zal daarbij tevens moeten worden
geraadpleegd. Er wordt wel eens beweerd
dat men ten opzichte van het sociale leven
met een beginsel of een levensbeschouwing
niet te maken heeft, maar spr. ontkende de
juistheid hiervan, betoogende, dat zij die
aldus meenen, daartoe komen ook op grond
van een zekere levensbeschouwing.
Onjuist is het, op grond van den bijbel-
telkst: „Gij zult bij brood alleen niet leven",
te beweren, dat de mensch riu maar het brood
als iets minderwaardigs moet beschouwen
Al is men het erover eens, dat de overheid
zich heeft te bemoeien met het sociale leven,
dan is er toch in elk geval nog verschil over
de vraag van de mate waarin dit zal moeten
geschieden. In verband hiermee wees spr. er
op, dat in 1910 van minister Tahna werd ge
zegd, dat hij socialist zou zijn, omdat hij bij
alles de hulp van vader Staat inriep. Spr
voor zich was van meening, dat Talma 25
jaar zijn tijdgenooten vooruit was, want pas
in onzen tijd beginnen zijn ideeën goed door
te dringen.
Vooral in partijen als de christelijke, waarin
alle lagen der bevolking te zamen zijn,
heerscht meermalen verschil van meening
over de vraag: op welk gebied moet de over
heid al dan niet ingrijpen? Wien de een con
servatief noemt, zal door een ander soms
voor vooruitstrevend worden aangezien.
Wat is nu het sociale vraagstuk van
onzen tijd? Spr. zou meenen. dat men daar
onder heeft te verstaan: „dé rechtspositie
van den vierden stand in het maatschappij-
leven" en hij ging in dezen mee met ds. Slo
temaker de Bruine.
De vierde stand is zeer zeker niet rechte
loos, gelijk spr. aantoonde met een herinne
ring aan de Fransche resolutie, die de vrij
heid bracht van het individu, en de gilden en
vakvereenigingen omver liep.
Door toepassing van stoom in de industrie
ontstond vooral in het midden der 19e eeuw-
een groote categorie van menschen, die geen
andere bron van inkomen had dan den
handenarbeid en al waren voor de wet alle
Nederlanders gelijk, de arbeiders hadden
door het verbod van vakvereenigingen geer.
organen, die hun rechten konden verdedigen.
Ditzelfde gold nu ook wel voor de patroons
maar zij vonden elkaar gemakkelijker, omdat
hun aantal geringer was, zoodat zij veel
sterker stonden. De stem van den aibeider
werd in dien tijd dan ook niet gehoord.
De uitbreiding van de industrie eischte
steeds meer aandacht voor de bedrijven; ma
chines kwamen meer en meer en daarmee
kreeg men den te langen werktijd en den kin
derarbeid. Dit was mogelijk doordat de over
heid zich onthield van inmenging, berustend
cp de levensbeschouwing van het zooge
naamde de-isme, dat in Engeland het eerst
aanhongers vond. Zij gaven toe, dat God de
aanhangers vond. Zij gaven toe, dat God de
men, waar daarmee hield God's werk ook op,
want immers alle krachten die noodig waren
voer het leven, waren aanwezig. Alles wat
men als menschen zou willen verbeteren, zou
verslechtering beteekenen. God zou buiten
het sociale leven moeten worden gehouden en
dus mocht de overheid evenmin ingrijpen
Intusschen had die staatsonthouding tot ge
volg, dat er ten hemelschreiende, toestanden
ontstonden op economisch terrein.
Nu moet men niet in een ander uiterst,
vervallen en zeggen, dat de overheid o\erai
moet ingrijpen. Zij heeft, naar spr s mee
ning, te zorgen, dat er niets verkeerd gaat
De geschiedenis geeft ook voorbeelden van
toestanden, die ontstaan, -als de -overneia
zich overal mee bemoeit. Spr. noemde hier
den tijd uit de middeleeuwen, toen de eigen
lijke staten ontstonden. De staat nam to„n,
om zich te handhaven, alle maatregelen ten
aanzien van het economische leven. Met
voorbeelden toonde spr. aan, welke stratten
b.v. in Frankrijk werden toegepast op hen
die de voorschriften niet opvolgden, n-
hccjfddoel hiervan was de bevordering van
den buitenlancischen handel, waardoor
welvaart des lands zou stijgen.
Overdreven is de lofrede, dat Nedöj'and
aan dergelijk ontreden niet meedeed. ZeKer,
wij lieten wel alle schepen vrij binnen, maar
dat was omdat de tusschenhandel onze tak
van welvaart was. Voor den hande in ma e
etschten de Nederlanders evengoed het ai-
ken-recht op.
De banden, door de overheid aangelegd
d'e ook wel de welvaart bevorderden, werder
later bij gewijzigde omstandigheden vaak
knellend en schadelijk, doordat overheids
voorschriften niet steeds tiidig worden inge
trokken als het tij verandert
Een andere schaduwzijde van het ingrij
pen van den staat in het economische leven
is. dat er steeds meer regelingen zullen ko
men, waardoor gevaar ontstaat, dat hij zich
ook gaat bemoeien met het particuliere en
godsdienstige leven der inwoners. Frankrijk
en Rusland leerden dit.
Spr. concludeerde, dat de historie waar
schuwt tegen de uitersten: geheel of heele-
maal niet ingrijpen der overheid in het
sociale leven
Wij meenen, zei spr., dat de overheid op
haar terrein souverein is, maar dat zij moet
erkennen, dat er aan hare bevoegdheid gren
zen zijn ten aanzien van eveneens door God
ingestelde organen, die hun ontstaan niet aan
de staat hebben te danken (kerk en gezin).
Wel heeft de overheid toe te zien, dat gerech
tigheid heerscht in het maatschappelijt
leven, door het zwakke te steunen. Alleen als
we geen groepen vinden, die de overheid
daarvoor kan gebruiken, mogen daarvoor
wetten worden gegeven. Dit is vooral in "ie
laatste tientallen van jaren meermalen ge
beurd en zeker viervijfde deel van de wetten
ten behoeve van den vierden stand is inge
voerd door christelijke regeeringen.
Nu moeten we niet meenen, dat de werk
gevers nooit '„ebben willen meewerken, neen.
zoo was het niét, we hebben te bedenken, dat
de overheid regelend moest optreden, omdat
er vaak concurrentie-vrees bestond. Spr
dacht hierbij aan de wet op de winkelslui
ting, die de concurrentievoorwaarden voor
allen gelijk maakt.
Dat de ziektewet en de ongevallenwet
moesten worden ingevoerd, was niet het ge
volg van onwil van alle werkgevers om voor
hun personeel te zorgen, maar vond vooral
oorzaak in het feit, dat sommigen zich van
die zorg niet aantrokken en daardoor voor-
deelen hadden boven hen, die zich wel daar
over bekommerden.
In de toekomst kan het zóó worden, dat de
uitvoering van verschillende maatregelen
ten behoeve van den vierden stand kan wor
den opgedragen aan inmiddels op grond van
een of andere wet gevormde organen.
De overheid zal binnen niet al te langen
tijd zich moeten beraden over de vraag of zij
en zoo ja, in hoeverre, collectieve arbeids
overeenkomsten bindend kan blijven verkla
ren.
Zoo ook zal zij hare aandacht moeten
schenken aan de bedrijfsorganisatie en haar
standpunt te dien aanzien moeten bepalen.
Voorzichtigheid past hierbij, want de over
heid moet heseffen, dat zij veel vermag, maar
niet heeft te regelen datgene waaraan de
maatschappij nog geen behoefte heeft, dus
alleen zich heeft te bemoeien met organen,
die uit het leven opkomen.
Spr. hoopte, dat de arbeiders dan anders
doen dan zij nu hebben gedaan ten opzichte
van de ziektewet, waarbij de regeering de
regeling overliet aan de bedrijfsorganisatie
Hiervan nu komt naar spr.'s meening niets
terecht, omdat de administratie uit handen is
gegeven bij Centraal Beheer.
Men moet de organen zelf beheerschen en
de arbeiders hebben te zorgen, dat zij ge
schikte menschen krijgen om de daarin noo-
dige plaatsen te bezitten.
Voorzichtigheid is ook noodig ten aanzien
van de vraag of voor de economische kwestie
sociale kennis noodig is. De overheid moet
vragen of de invoering van gewenschte
maatregelen mogelijk is ook in economisch
opzicht. Vaak is het al voorgekomen, dat
iemand, die allerlei maatregelen bepleitte, de
mogelijkheid van invoering daarvoor als
hij op een verantwoordelijke plaats zich
daarvan rekenschap moest geven moest
ontkennen op grond van economische moei
lijkheden.
Aan het eind van zijn betoog gaf de heer
Vogelaar een kort resumé van het naar voren
gebrachte.
Een drietal der aanwezigen maakte ge
bruik van de gelegenheid om vragen te stel
len en opmerkingen te maken naar aanlei
ding van het gesprokene.
De heer Vogelaar antwoordde uitvoe
rig, waarbij verschillende punten uit zijn
rede nog nader werden toegelicht.
Nadat de heer H o y t i n k een woord van
dank had gesproken, sloot de heer Voge
laar de bijeenkomst met dankzegging.
RECLASSEERING EN HET WERK DER
VEREENIGING „HET HOOGELAND".
Wanneer een vereeniging tegenwoordig
een propaganda-avond geeft, dan kan men er
vrij zeker vn op aan. dat er films worden
vertoond, om het gesprokene toe te lichten
en den indruk ervan te versterken.
Zoo was het ook het geval met de pro
paganda-avond die de vereniging „Het
Hoogland" gisteravond in de vrij goed be
zette zaal van de Unie gaf.
Ais. openingslied werd verzocht te zingen
Psalm 119 3, waarna de heer K. Haytema,
die den avond leidde, voor ging in gebed.
Vervolgens hield de heer Haytema een
korte openingsspeech, waarin hij de aan
wezige!} welkom heette, en de dames, die deze
propagSnda-vergadering hadden georgani
seerd, dankte.
Spr. ging even het doel van de reclassee-
ring na. De reclasseering streeft er naar om
hen. die van het goede spoor zijn afgeweken,
weer op het rechte pad terug te brengen. De
personen die voor reclasseering in aanmer
king komen, kunnen in drie groepen worden
verdeeld:
1. Zij die buiten de gevangenis worden
gehouden
•2. Zij die buiten de gevangenis worden
gehouden, maar onder verschillende voor
waarden moeten leven-
3. Zij die voorwaardelijk in vrijherd zijn
gesteld en zij die na het beemdigen van hun
straftijd niet direct aan de maatschappij kun
nen worden teruggegeven.
Spr. vertelde hoe lief hem dit schijnbaar
ondankbare werk in den loop der jaren
was geworden en lichtte dit met een voor
beeld uit de gevangenis te Alkmaar toe. Het
verheugde spr. dat door minister Donner het
werk van de reclasseering zeer werd gewaar
deerd. hetgeen tot uitdrukking kwam m hooge
subsidies. Hij hoopte dat deze avond vreugde
mocht afwerpen en verklaarde hierna de ver-
gadering voor geopend.
De heer A. Hofstede begon met het geven
van een overzicht van de oprichting en groei
^De opriSting vond plaats in 1392. als een
gevolg van besprekingen op de stichting
..Neerbosch en een brochure van Dr Wage
naar; verschillende hooggeplaatste personen
interesseerden zich voor de vereeniging, o.a.
de graaf van Limburg Stirum. met wiens fi-
nancieelen steun Beekbergen bij Apeldoorn
werd gekocht. In de 37 jaren die sinds dien
verloopen zijn, werden nog 2 andere reclas-
seeringshuiznt gesticht, namelijk Filadelfia te
Vries (Dr.) en de Wilhelminahoeve te Opende
(Gr.) Op de Wilhekninahoeve, waar plaats is
voor 55 personen, wordt uitsluitend reclas-
seeringsarbeid verricht. Het is een boerderij,
terwijl Filadelfia een tuinbouwbedrijf is, waar
ook de matrassenindustrie beoefend wordt.
Filadelfia biedt plaats aan 50 personen. Er
huist een gemengde bevolking, d.w.z. er zijn
landloopers. bedelaars, drankzuchtigen e.a.
samengebracht. Dit is ook het geval met Beek
bergen. Ook hier worden matrassen gemaakt.
Het hoofdbedrijf is veeteelt en landbouw
60 menschen Vinden er een onderdak.
Spreker ging de moeilijkheden die de re-
classeeringsarbeid oplevert na, wees op de
vele ellende die de drank schept en hoe ze de
oorzaak is van veel zonde en eindigde ten
slotte met de opwekking steun te verleenen
aan dit werk, zoowel geestelijk (door bidden)
als materieel (door geldelijken steun, als lid
van het „Drie-cents Fonds"), om de afge-
dwaalden terug te brengen in de maatschap
pij, zooals een goede herder het afgedwaalde
schaap opzoekt en het weer bij de kudde
brengt.
Een koortje, samengesteld uit jongedames
van de afd. van het Drie-cents Fonds, gaf
hierna een paar liederen ten beste.
De avond werd verder gevuld met de
vertooning van een drietal films, elk van een
stichting, die den toeschouwer een goed
denkbeeld gaven van het sympathieke werk
dat daar verricht wordt. Vele aardige ta-
freeltjes uit het leven van de gereclasseerden
kreeg men zoo te zien.
Alle gezindten worden opgenomen; het
aantal verpleegden bedroeg over 1928 278,
met een aantal verpleegdagen van 35273.
Nog werden een paar nummertjes ge
zongen, die met een hartelijk applaus beloond
werden.
De heer Haytema sprak daarna een dank
woord aan de aanwezigen, vooral aan de
jongedames die haar medewerking met het
zingen hadden verleend, en aan den heer Hof
stede, waarna deze dankte.
KINDERMISHANDELING.
Een zeer ernstig gevalvan kindermishan
deling is voor de rechtbank te Haarlem be
handeld. Terecht stond de 44-jarige D. M. te
Broek in Waterland, wien ten laste was ge
legd, dat hij in Februari 1929, dus in de kou
de dagen van het vorige jaar, zijn dertien
jarig stiefdochtertje Grietje in een onver
warmd kamertje op een ledikant nad gelegd,
zonder voor voldoende dekking te zorgen, ten
gevolge waarvan het kind zeer zwaar licha
melijk letsel heeft bekomen. Haar beide voeten
waren w.e. afgevroren, met het gevolg, dat
beide beenen onder de knie geamputeerd dien
den te worden. De stiefvader, die zich des
wege te verantwoorden had en die gistermor
gen in de beklaagdenbank zat, scheen zich de
zaak niet erg aan te trekken. Hoewel het ver
hoor der gehiigen bezwarende bijzonderheden
opleverde, glimlachte hij en maakte zoo nu en
dan met heldere stem een opmerking.
De burgemeester van Broek in Waterland,
de heer J. P e e r e b o o m, als eerste getuige
gehoord, verklaarde op 28 Februari bericht
te hebben ontvangen, dat in het gezin van M.
van een kind de voeten bevroren waren. Hij is
toen, vergezeld van den veldwachter, gaan
kijken en bevond, dat inderdaad zulks het ge
val was Op getuige maakte het den indruk,
dat het kind werd verwaarloosd. Verd. had,
indien hij in die koude daarom had gevraagd,
zeker dekens kunnen krijgen, indien hij ze niet
bezat.
President tot verd.: Hebt u daarvoor
moeite gedaan?
Verdachte; Neen, eerst niet veel. Ze
zijn ook moeilijk te krijgen.
Get. vertelde verder, dat verd. 25 per
week verdiende, benevens 10 kostgeld van
zijn zoon ontving.
De volgende getuige, de heer Paree,
arts te Broek in Waterland, heeft het kind be
handeld. Zich beroepende op zijn ambtsge
heim, weigerde hij nadere mededeelingen te
doen, waarover zich een uitvoerig debat tus-
schen hem en den president ontspon. Getuige
bleef echter bij zijn weigering.
Veldwachter Kamminga verklaarde,
dat het 14-jarig dochtertje uit het gezin M.
een eenigszins achterlijk kind en bovendien
niet heekmaal zindelijk is.
Het werd daarom door het overige deel van
het gezin geschuwd en leefde eenzaam op een
kamertje. Buren hebben getuige gewaar
schuwd, dat het kind opgesloten werd gehou
den en daarom hield hij zijn aandacht op de
familie M. gevestigd. Toen get. van het ge
beurde hoorde, is hij onmiddellijk naar het
huis gegaan en heeft een uitgebreid onder
zoek ingesteld. Het meisje sliep in een ledi-
kantje, dat op eer, onverwarmd op het Oos
ten gelegen kamertje stond, met als eenige
dekking een gescheurd shawltje en een kin-
derjas. De overige gezinsleden sliepen in een
eenigszins verwarmde kamer, welke op het
Zuiden is gelegen en hadden vrij behoorlijke
dekking tot hun beschikking. Het kind kon
zich niet toedekken en ongetw ijfeld is het ten
gevolge daarvan bevroren. Ook deze getuige
heeft den indruk, dat het arme schepsel vol
komen is verwaarloosd Toen het uit het zie
kenhuis was ontslagen, liet men het, daar het
natuurlijk niet meer loopen kon, op de handen
door het huis kruipen. Thans is het kind on
der toezicht van den Voogdijraad in een ge
sticht gebracht.
President tot verd.Bleef het kind wel
eens den heelen dag op de kamer?
Verd.: Ja, soms kwam ze in vier dagen
niet beneden, maar dat moest zij toch zelf we
ten. ze kon toch komen.
President:Zij durfde niet, omdat zij
schandelük werd behandeld.
Verd. zeide nog. dat het kind soms
's nachts naar beneden sloop, waarop de p r e-
sident hem toevoegdeOmdat het ver
kleumd was en honger had.
Vervolgens las de griffier een verklaring
van den stiefmoeder voor, die meent dat het
kind wel een behoorlijk leven had.
Verdachte; Zij kon krijgen wat ze
wou.
Pres.: Maar alles werd haar als een
hond voorgezet.
Het O. M. betreurde het, dat dr Paree
zich op zijn ambtsgeheim heeft beroepen
Men mist nu een onontbeerlijke verklaring
van de stiefmoeder voor, die meent dat het
dat de zaak wordt uitgesteld, ten einde een
anderen medicus te dagvaarden. De presi
dent deelde hierna mede, dat de rechtbank-
besloten heeft de zaak voor onbepaalden tijd
aan te houden.
„DE WITTE STAD".
Gistermorgen stond voor het kantonge
recht te Zwolle terecht de vertegenwoordiger
van de N.V. Alg. Bouw en Exploitatie Mij.
„De Witte Stad" wegens het ten verkoop in
voorraad hebben van zoogenaamde spaar-
bonnen ad 5 ter verkrijging van een drie
procent obligatie in genoemde Mij. Deze
bonnen zijn genummerd en zouden meedin
gen naar'gelijke prijzen en premiën als
uitgeloot in een klasse der 451ste Nederland-
sche Staatsloterij.
Tegen verdachte werd veertien dagen
hechtenis geëischt.
HEFFING VOOR EEN WEGENFONDS
MET BINDEND?
In een procedure tegen de gemeente Blari-
cum over stortingen in het Wegenfonds bij
het bekomen van bouwvergunning heeft het
O. M. van de rechtbank te Amsterdam ge
concludeerd, dat het vonnis van den kanton
rechter te Hilversum, waarbij de heffing ten
behoeve van het z.g. Wegenfonds onverbin
dend is verklaard, ook in hooger beroep moet
worden bekrachtigd.
De uitspraak is bepaald op 28 April as
NA TWAALF JAREN.
En nu vrijgesproken, omdat de ge
tuigen de zaak vergeten zijn.
De recidivist, die in verzet was gekomen
van een in 1919 bij verstek tegen hem gewe
zen vonnis waarbij hij wegens rijwieldief
stal tot zes maanden gevangenisstraf was
veroordeeld, werd gisteren door de Vijfde
Kamer der Amsterdamsche Rechtbank, over
eenkomstig den eisch van het O.M., vrijge
sproken. De getuigen hadden verklaard niets
meer van de zaak te weten.
LOODDIEFSTAL.
De Haarlemsche rechtbank heeft gisteren
een man, verdacht van verduistering van
drieduizend pond lood, te Haarlem vrijge
sproken. De eisch luidde een jaar gevange
nisstraf.
ONDER DEN NAAM VAN EEN
ANDER GESTOLEN?
Uit een lade van een tafel, die geplaatst
was in een kamer, achter den winkel van P
Poppe te Rotterdam, was indertijd een be
drag van y 110 gestolen. Het zijn echter de
bijkomstige omstandigheden, die wat kleur
aan deze zaak gaven. Als verdacht van de
zen diefstal heeft zich te verantwoorden ge
had de 26-jarige bloemist W. S. V., recidivist
en gedetineerd.
In deze zaak had hij een verkeerden naam
opgegeven, waarvan de houder van dien
naam de onaangename gevolgen heeft onder
vonden
De Tel. vertelt er het volgende van:
Verdachte had aan een 18-jarig meisje,
dat als bediende in den winkel werkte, ver
teld, dat hij een goede betrekking had en dat
hij haar ook wel aan een baantje daar kon
helpen. Dat moet verklaren, waarom ver
dachte op een morgen, dat de patroon niet
thuis was, in den winkel verscheen. Toeval
lig had een loodgieter verdachte in de kamer
gezien waar de tafel stond met het geld er
in. Het meisje wist echter niet beter of haar
vriend heette Willy C. en het gevolg van het
opgeven van dien naam is geweest, dat een
assistent-analist van dien naam gedurende
24 uur opgesloten was geweest.
Verdachte ontkende den diefstal. Hij kon,
naar hij beweerde, zooveel geld verdienen
als hij wilde, dus hij had dit geld niet noo
dig.
De verklaringen van het meisje waren
echter zoo bezwarend voor verdachte, dat
het O.M. waargenomen door mr. E. D. H.
Schutter, het bewijs wettig en overtuigend
geleverd achtte en tegen verdachte, dien hij
een gevaarlijk mensch noemde, een gevange
nisstraf van een jaar en zes maanden
eischte.
De verdediger mr. P. H. M. Hoogenbergh
achtte het bewijs niet geleverd en legde een
anoniemen brief over, waarin gezegd wordt,
dat verdachte onschuldig is.
Uitspraak 1 April.
VERDUISTERINGEN.
Een commissionnair in effecten
voor de rechtbank.
De Vierde Kamer der Amsterdamsche
Rechtbank verordeelde op 6 December 1.1.
een commissionnair in effecten, wegens twee
verduisteringen van hem, voor den aankoop
van andere stukken, in onderpand gegeven
effecten, tot één jaar en vier maanden gevan
genisstraf, met aftrek der geheele preventie
ve hechtenis, die van 23 April 1929 duurt.
Verdachte teekende hooger beroep aan
van dit vonnis; het O.M., dat jaar had
gevorderd met aftrek van zes maanden voor
arrest, apelleerde niet.
Voor het Amsterdamsche Gerechtshof, dat
gisteren van de zaak kennis nam, voerde
verdachte hetzelfde verweer als voor de
Rechtbank, t.w.: ik had het recht te doen wat
ik deed, want de stukken waren krachtens de
algemeene voorschriften voor rekeninghou
ders mijn eigendom geworden en ik had er
alleen voor te zorgen, dat het geld aan mijn
cliënten werd afgedragen.
Negen getuigen werden gehoord.
Eisch dezelfde straf als in eerste instantie.
Uitspraak 3 April.
OPLICHTING OF VERDUISTERING.
Een gewezen advocaat en procureur, thans
zonder beroep, te Den Haag, heeft gisteren
voor de Haagsche rechtbank terecht gestaan
terzake van oplichting subs. verduistering
van een bedrag van 3000 aan effecten, ge
pleegd in November 1928 als bestuurder van
de sociëteit „De City Club", ten nadeele van
den boekhouder van die sociëteit, die dat
geld als borgstelling had moeten storten.
Voordat met de behandeling der zaak
werd aangevangen, werd door verdachtes
raadsman, mr. Pauwen, nietigheid der dag
vaarding gepleit en betoogd, dat het O. M
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie
Langestraat en aldaar te bevragen op aile
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol
gende voorwerpen als gevonden g ede po
neerd op: 17, 18 en 19 Maart 1930.
Fabriekspenning; kwast van een paraphiie;
boothaak; hondenpenning; blauwe ceintuur:
houten pijp; rozenkrans; zakmes; porie
monnaie met inhoud; geldstuk; sleutels;
handschoenen; banden van mantels.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen. als gevonden aangegeven op 17. 18 en
19 Maart 1030.
Padvindersriem, W. Tullenaar, Nieuw-
poortslaan 76; nagelgarnituur, J Op de
Weegh, Toussaintstraat 11; Hollandsche
herder. C. Swaan, v. d. Woudestraat 43;
bankbiljet, A A. v. d- Gulik. Westerlaantje 3;
handwarmer. H. Lind, Snaarmanslaan 21;
geldstukje. H. Kooiman. Dijkgriafstraat 9;
heerenhandschoen. M Daalder, Friescheweg
13; stofjas. A. Prins Laat 155; boek. de
Graaf, Breedstraat 3; vulpotlood H. Naber,
Nieuwpoortslaan 87; vulpotlood. W. Koning,
Kennemerstraatweg 161; sleutel, M. Stade-
gaard, Druivenlaan 15; horloge, J Tjeertjes,
Achterstraat 39; kinderdoekje. J. Wijnker,
Zeglis 83; zwarte hond. K. Bads. Kennemer
straatweg 106; waterleidingslang, G. de Rie,
Liefdelaan; belastingmerk. H Kampen Heul
18; ringetje. A. Smit, Noordervaart 26,
Oudorp; haapen, A. Zwaap. K. v. 't Veer-
straat 20; heerendas. T. Rasch. V isscherslaan
23; belastingmerk. G. Blauw 2e Landdwars-
straat 28; melktrechter. W. Houtkooper,
Zuiderhoutlaan 24; kinderportemonnaie. B.
Kusch, Leeuwenhoekstraat 8; bierkistjes. J.
Sevat, Stuartstraat 9; autoslinger. B. Beem-
sterboer. Hofstraat 20.
niet-ontvankelijk moet worden verklaard om
formeele redenen. Pleiter verzocht, de inder
tijd bevolen schorsing van de voorloopige
hechtenis ten aanzien van dezen verdachte t?
veranderen in een bevel tot opheffing daai
van.
Het O. M., waargenomen door mr. Pol
man, betwistte, dat dagvaarding nietig
zou zijn en eveneens de opgeworpen nict-ont
vankelijkheid te zijnen aanzien.
De rechtbank begaf zich hierop in raad
kamer en besloot daarna de zaak vnoi onbe
paalden tijd uit te stellen.
VERDUISTERING.
De boekhouder van de coöp. „Vooruit
gang" te Wormerveer, tegen wien wegens
verduistering van eenige duizenden guldens,
een gevangenisstraf van eenige maander
was geëischt, werd gisteren door de recht
bank tot een jaar gevangenisstraf veroor
deeld.
Voetbal.
DE SCHOOLWEDSTRIJDEN.
Deze wedstrijden mogen zich steeds ir
grootere belangstelling verheugen. Vooi
1930 (te houden in Maart en April met fi
nales op Julianadag) hebben ditmaal inge
schreven 21 elftallen van het voortgezet on
derwijs en 16 elftallen van het lager onder
wijs. In totaal dus 37 elftallen, of wel 11
ploegen meer dan het vorige jaar. Dit is wel
een bewiijs dat het schoolvoetbal bij de jeugd
ten zeerste in den smaak valt.
Na gehouden loting zijn de groepen aldii3
ingedeeld
A Voortgezet Onderwijs (leef
tijd niet ouder dan 19 jaar):
Groep Al: 1. Ambachtschool I, 2. H.B.S.
I, 3. Rijkskweekschool 1, 4. Ambachts Avond
school 1, 5. Handelsschool 1, 6. Gijmnasium
1. 7. Handelsavondschool 1.
Groep A2: 1. Ambachtsschool 11, 2. Am
bachtsschool IV, 3. H.B.S. 111, 4. Ambachts
school 1, 5. Handelsschool I, 6. Gymnasium
Handelsschool II.
Groep A3: 1. H.B.S. V, 2. Julianaschool,
3. Ambachtsschool VI, 4. Ambachtsschool V,
5 H.B.S. IV, 6. U.L.O. (Alkmaar), 7. U.L.O.
(Heiloo).
B LagerOnderwijs (leeftijd niet
ouder dan 14 jaar):
Groep BI: 1. Eerste Elftal 3e Gem. Sch..
2. Julianaschool, 3. Eerste elftal 6e Gem.
School, 4 Eerste elftal L. S. Sint Pancras, 5.
Eerste Elftal 4e Gem. School, 6. L. S.
Schoorl, 7. L. S. Koedijk.
Groep BH: 1. Tweede Elftal L. S., Sint
Pancras, 2. Gem School 8, 3. Gem. School
9, 4. Tweede Elftal 4e Gem. School, 5. Wil-
heltninaschool, 6 Tweede Elftal 6e Gem
School, 7. Gem. School 2, 8. Tweede Elfta
3e Gem. School, 9. Gem. School 1
Het programma voor Zaterdag 22 Maart
a.s. luidt als volgt:
Al: 23 Ambachtsschool IH.B.S. I.
34 V« Rijkskweekschool—Amb. Avond
school I.
AII 23 Ambachtsschool IIAmbachts
school IV, 31/»4l/« H.B.S. IIAmbachts
school 111.
AHI: 23 H.B.S. VJulianaschool,
31 41 Ambachtsschool VI—Ambachts
school V.
Deze wedstrijden worden gehouden op het
Gem. Sportpark. De toegang is voor ieder
vrij. Gezien de groote propagandistische
waarde van deze wedstrijden zal het wel
niet aan belangstelling ontbreken.
Woensdag 26 Maart beginnen de wed
strijden der Lagere scholen.
DE REVUE DER SPORTEN.
De Revue der Sporten bevat deze week na
tuurlijk een uitvoerig verslag van de district
wedstrijden te Groningen. Groothoff heeft er
het geheele middeiJ>lad mee gevuld, terw ijl
verscheidene kiekje het geheel verlevendigen.
Adriani Engels verslaat den wedstrijd D.
E. C.Haarlem op de beken-de prettige ma
nier.
Een heel belangrijk artikel is dat van
Groothoff over speltactiek, waarin de taak
van den vleugelspeler en van den halfback
uitvoerig besproken wordt. De Alcmarianen
moeten dit artikeltje maar eens goed lezen.
Nu Blauw-Wit kampioen geworden is n
de tweede afdeeling, is in dit nummer de ge
schiedenis van deze vereeniging opgenomen,
waarin we verschillende aardige bijzonder
heden vermeld zien. Verder nog enkele klei
nere bijdragen en verschillende foto's van de
sportgebeurtenissen der laatste week. De
Revue ziet er dus weer goed uit!