INDIGESTIE
I
V'. den weg ook op het uitbreidingsplan ge
zet? Wij hebben het nog niet gezien.
Spr. vond het goed. dat de krant erover
heeft geschreven en dat er protest-stemme;1
zijn opgegaan en dat men niet gewacht heeft
tot de paaltjes er stonden. Als men daaroo
gewacht had. dan zouden de moeilijkheden
om het weer af te wimpelen, nog grooter ge
weest zijn.
Spr. ziet in alles een taktiek, die hij niet be
grijpt. Men moet er geen doekjes om winden
en niet zeggen, dat men voor den weg is me*,
behoud van het bosch. Wanneer die oplos
sing er was, dan zou die hier zeker zijn ge
geven, maar niemand heeft er kans toe ge
zien om dit te doen, zonder het eenige plekje,
wat voor de toekomst van Bergen behouden
moet blijven, te behouden. Wie vooruit ziet,
ziet, dat spoedig alle grond in Bergen, be
halve de grond, die het gemeentebestuur in
handen tracht te krijgen, bebouwd zal zijn
Alle mooie boschjes en paadje6 langs de
wegen gaan er aan. Dit is het mooiste stukje,
waarop wij de hand kunnen leggen en wij
mogen de rust in de natuur daar niet ver
storen. Spr. waarschuwt den heer Zeiler om
geen wegmaniak te worden.
In het advies van B. en W. staat, dat de-
weg een belang is voor het toerisme. Als het
toerisme zoo'n stukje weg noodig heeft, dan
staat het al heel slecht met het toerisme.
Spr. wil terwille daarvan geen ton uit
geven en meent, dat zoo'n weg voor het toe
risme voor de belastingbetalers te duur ge
kocht is.
Spr. gevoelt er voor, om het verkeer in het
dorp te ontlasten, maar het is niet noodig
om daarvoor, wat er nog aan bosch en dui
nen is, te versnipperen. Bovendien ontlast de
weg het verkeer niet. Het verkeer, dat van
Alkmaar komt, is het voornaamste verkeer.
In verhouding is het verkeer, dat van Castri
cum en Schoorl komt, maar een klein gedeel
le. Doch al was dit niet zoo. dan nog zou
spr.'s standpunt niet veranderen. Dit zou
alleen het geval zijn, wanneer er geen andere
oplossing was te vinden. Maar zoover is het
niet.
Nu kan men zegg.n: „Degenen, die van
Castricum komen, kunnen dan gauwer in
Schoorl komen en omgekeerd". Maar de toe
risten, die haast hebben, volgen dit weggetje
niet, maar nemen den weg voor snelverkeer
langs den straatweg en het Kanaal. Wij
moeten toegeven aan de verkeerseischen,
maar niet aan de eischen voor het toergenoe-
gen. Wij moeten in Bergen leven van de
genen, die in Bergen komen en die hier in de
pensions verblijven, maar niet van degenen,
Öie van Castricum door Bergen naar Schoorl
rijden om er als toermaniakken een potje
bier te drinken.
Men komt niet naar Bergen om er auto te
Tijden. Als ze daarvoor komen, zijn ze mis.
Bovendien is het stukje weg als toerattractie
te gering. B. en W. hebben zelf in het slot
van hun advies te kennen gegeven, dat bo
vendien het doorgaand verkeer op een an
dere wijze geleid kan worden, al blijkt hier
van niets uit de stukken van de Staten. Daar
uit blijkt alleen, dat B. en W. dezen weg heb
ben voorgesteld. Spr. moet nog zien, waar
om Ged. St. bezwaar hebben gemaakt tegen
het doortrekken van de Komlaan, wat veel
goedkooper is en het geheele bosch ongerept
laat. Het is spr. dan ook een raadsel, waar
om B. en W. zeggen, dat Ged. St aan dezen
weg de voorkeur hebben gegeven. De geheele
zaak is voor hem een duistere zaak.
Men zal straks zeggen, dat de weg moet
komen om het natuurschoon te ontsluiten.
Maar dit is geen natuurschoon ontsluiten er.
spr. wil Bergen daaraan dan ook niet opof
feren, omdat dit juist beteekent het brengen
van ongewenscht verkeer in één van de wei
nige plekjes, die wij als natuurschoon kun
nen behouden. Juist door den weg dreigt er
niets meer ~ver te blijven. Wij moeten zuinig
zijn met hetgeen wij nog hebben.
De heer Ze i 1 e r: We zullen alle huizen
aan de Eeuwige Laan moeten afbreken!
De heer H e m e 1 r ij kDaar heb ik
geen bezwaar tegen, want dan ga ik ergens
anders zitten. Als het mogelijk was om een
pad te laten over mijn terrein naar het ach
tergelegen bosch, dan zijn wij daarvoor on
middellijk bere cl.
Bergen verlieJ al zeer veel, doch spr. ziet
geen middel om dit tegen gaan. Wanneer
het mogelijk was, hadden c'j huizen aan de
Eeuwige laan er nooit moeten komen.
Spr. haalt nog aan een artikel in het Han
delsblad, waarin gewaarschuwd wordt tegen
overdreven aankoop van natuurreservaten,
maar men zegt ook; „Bespaar ons tenmin
ste lintbebouwing".
De heer Zeiler. Daarmee ben ik het
eens.
Dr. H e m e l r ij k wenschte in geen geval, 't
gevaarlijke experiment te wagen. Het nut er
van heeft men hem niet duidelijk kunnen ma
ken, de kosten er voor zijn ontzaggelijk hoog
en spr. vraagt, of het verantwoord is om een
dergelijke som uit te geven voor zoo'n futiel
doel.
Is het verantwoord, waar het natuurschoon
meer en meer verdwijnt, om een ton uit te
geven voor een weg met zoo'n twijfelachtig
belang? Is het niet beter, die ton te besteden,
om nog eens zoo'n terrein te koopen?
Spr. durft dit niet aan. Hij herinnere eraan,
dat men het in comité er meermalen over
gehad heeft, dat voor de bebouwing van de
7 H.A. ten W. van de Sparrelaan het door
kruisen van de Sparrelaan en de verbreeding
van de Jan Willemlaan niet te vermijden is
De eenige oplossing om dat te voorkomen is,
ook die 7 H.A. aan te koopen en niet te be
bouwen. Ieder, die de keus heeft, om ook dit
terrein te koopen of den weg te krijgen, za-
toch zeker het terrein kiezen.
Wanneer de weg een Prov. belang was,
clan zou dit wel eens naar voren zijn ge
bracht, maar wij hebben daarover nimmer
iets gehoord.
Spr slotconclusie is, dat de weg aanleg
gen. zonder het natuurschoon te schenden,
onmogelijk is. Wanneer het gelukte, den
weg om te leggen, dan zou het practisch een
toerweggetje worden en dan zou het belang
van dien weg nog zeer gering zijn. Spr. on
dersteunt dan ook het voorstel om als Ge
meenteraad aan Prov. St. te verzoeken, de
zen weg van het Prov. Wegenplan af te
voeren.
Spr. wil er nog aan toevoegen, dat het
zelts niet gewenscht is, dat de Prov. den
veg voor eigen rekening maakt.
De heer Apeldoorn kwam op tegen
de voorstelling, alsof er door B_. Cfl W. qd
een geheime manier gewerkt is. In comité
vergadering was de weg wel degelijk naar
voren gebracht Spr. was overtuigd, dat.
wanneer de protest-vergadering in de Rus
tende Jager er niet was geweest, de zaak
niet zooveel stof zou hebben opgejaagd en
dat de raadsleden uit zeker niet zouden heb
ben gedaan. De kruisingen van de Sparre
laan waren ons goed bekend.
Dr. H e m e 1 r ij k: Als een gevaar.
Weth. Apeldoorn; „De Raad wist
van B. en W., dat de weg er zou komen en
spr. gevoelt wel voor dien weg, evenals de
heer Zeiler; niet door het Reigerbosch en
niet door het bosch, maar achter het bosch
om, omdat die weg beteekenis heeft voor het
doorloopende verkeer. Het behoeft geen weg
van 20 M. breed te worden.
Spr. oordeelde, dat de raadsleden terug
moesten nemen, dat het College hen er eigen
lijk in had laten loopen. In de comité-verga
dering is de weg wel degelijk besproken.
Dr. H e m e 1 r ij kDat is niet juist.
De heer Apeldoorn: Met een enkel
woord is er over gesproken, toen de aankoop
van het boschcomplex ter tafel kwam.
Het had toen op den weg van de raadsle
den gelegen, als zij er zóó tegen waren, als
nu naar voren komt, om te zeggen: „Hoe
wordt die weg gemaakt?"
Het College zou dan zeker geantwoord
hebben; dat het dit met zekerheid nog niet
weet. Nu de vergadering in de Rus is ge
weest, meenen de heeren van den Raad vrij
uit te gaan. Misschien hebben ze daar wel
wat veel gezegd.
Verschillende stemmen: De
raadsleden hebben niets gezegd.
Dr. H e m e 1 r ij k: De Burgemeester
heeft daar gesproken namens B. en W.
De heer Apeldoorn: Ik protesteer er
tegen, dat nu B. en W. in de schoenen wordt
geschoven, dat deze den Raad er in hebben
laten loopen. Spr. ziet in den weg niet zoo'n
groot bezwaar. Men moet toch bedenken, dat
er in Bergen nog 1500 H.A. ligt, waar men
kan wandelen.
Spr. gelooft niet, dat die weg zoo vreeselijk
storend zal zijn, maar 't kan zijn, dat het door
hem verkeerd bekeken wordt.
De heer Zeiler merkte op, dat in comité-
vergadering, toen de weg ter sprake is ge
bracht, niemand één woord gezegd heeft. Pas
na de protest-vergadering zijn daartegen stem
men opgegaan.
Dr H e m e 1 r ij k: U vergist zich. In comité is
gesproken over de al- of niet-bebouwing. B. cn
W. hebben niet gezegd, dat zij verzocht heb
ben, dien weg op het Prov, wegenplan te plaat
sen. Wij hebben gedacht aan de mogelijkheid,
dat daar een weg zal komen, maar dat die weg
op het Wegenplan kwam, wisten wij niet.
Wanneer dit gezegd was geworden, dan had
allicht één van de leden gezegd: „Dit moet in
het publiek besproken worden." Het zou
royaler van B. en W. geweest zijn, wanneer die
dit gezegd hadden; wij hebben het zóó ver
staan, dat er van eenig plan geen sprake was.
Al mijn mederaadsleden zullen erkennen, dat
niemand onzer gedacht heeft, dat het zoover
was, als wij door de protest-vergadering ver
namen.
Spr. neemt het den heer Apeldoorn kwalijk,
dat hij er nu doekjes om windt.
De heer Martin was het met den heer
Zeiler eens, dat er in comité over den weg ge
sproken is. Spr. wil zoo goed het een zeggen
als het ander, al is ook hij tegenstander, dat de
weg er komt. Misschien hebben we allemaal
geslapen, maar geen van ons heeft er iets
over gezegd, ook Hemelrijk niet, al erkent spr.,
dat deze drie maal helderder is dan hij.
Spr. hoopt, dat ook B. en W. hun best - illen
doen om te voorkomen, dat de weg langs den
duinvoet, door het bosch, er komt.
Ook spr. had de protest-vergadering bijge
woond. Daarvóór was nog iemand bij hem ge
weest om inlichtingen, doch hij kon die niet
geven, hij moest draaien; zelfs heeft hij zich
□og de moeite getroost om daarover met den
secretaris op het Gemeentehuis te spreken,
doch deze zeide; „Ik weet nergens van" en
achteraf bleek op de vergadering, dat er toch
ruchtbaarheid aan het gesprokene was gege
ven. Spr. was een liefhebber van wandelen,
doch, vóór hij den bebouwden kant af is,
houdt hij zijn hart vast, als hij met zijn zeven
kindertjes in het hoekje is, waar hij de kinde
ren vrij kan laten loopen en waar hij niet naar
hen behoeft om te kijken. Als de weg dadr
komt, zijn ze daar ook niet meer veilig en spr,
hoopt dan ook, dat B. en W. van zienswijze
veranderen.
De heer Blank zou het ook jammer vinden,
als het bosch er kwam. De gemeente heeft
getracht, het bosch in handen te krijgen en om
daar nu een weg in te maken, druischt tegen
alles in. Het bosch wordt gekocht, om het als
bosch te bewaren.
De heer S w a a g betoogde nog, dat de Bur
gemeester in comité alleen had gezegd, dat de
mogelijkheid bestond, dat er in de verre toe
komst een weg kwam; een vasten vorm ervan
bestond er niet.
De Voorzitter zeide, dat hij de protest
vergadering als toehoorder had bijgewoond.
Hij had daar zijn meening uiteen gezet en het
standpunt, zooals dat door B. en W. onder de
oogen was gezien, naar waarheid en juist weer
gegeven. Ook heb ik er nog aan toegevoegd,
wat er m. i. aan de motie mankeerde.
Spr. kon begrijpen, dat het voor raadsleden
niet prettig was, waar hun geheimhouding was
opgelegd, niet te kunnen uitspreken en te er
varen, dat het gesprokene toch naar voren is
gekomen.
Dat Ged. St. erover gerept hebben, is niet
onze schuld, maar bracht de consequentie met
zich. Tenslotte wil ik toch dit vertellen, dat de
details niet bekend zijn geworden. In dit op
zicht zullen wij ons nog wel eens meer iets
moeten laten welgevallen, wanneer het welbe
grepen belang van de gemeente meebrengt, dat
wij een gevoel van onaangenaamheid, door te
moeten zwijgen, krijgen.
Spr. vindt het niet plezierig, dat Dr. Hemel
rijk gesproken heeft over kwalijk nemen en
verkeerd voorstellen. Dit lijkt hem niet juist.
Het is niet in orde om de zaak voor te stellen,
alsof B. en W. geen kans hebben gezien den
weg te krijgen, anders dan zonder bebouwing.
Pit is bezijden de waarheid. Het initiatief voor
het aankoopen van het bosch is uitgegaan van
B en W. met de grootst mogelijke medewer
king van den Raad. Wat gezegd is over wegen
liefhebberij, laat spr. buiten beschouwing. Ber
gen heeft deelgenomen aan de actie van Ge
meentebesturen, om den weg van Castricuni
tot Schoorl op het Weieaplan te krijgen. Sjjr.
heeft het niet over dat stukje weg, maar over
den geheelen weg.
Het standpunt van Ged. St. is. dat de ge
meenten voor de wegen door de dorpen zelf
moeten zorgen. Prov. St. kijken in het groot,
waar wegen noodig zijn.
Als tweede punt komt erbij: „Hoe moeten
die worden aangelegd?"
Spr. acht het zeer gewenscht, dat er een
overheidslichaam is, dat de zaak regelt. Dan
kan het van een flink standpunt bezien wor
den en kan men verhinderen, dat een Ge
meentebestuur ter wille van particuliere be
langen het algemeen belang schaadt. Het
geldt hier geen primaire weg; die worden
door het Rijk aangelegd. Het is ook geen
Prov. weg, want die maakt de Prov. zelf. Het
betreft hier een weg, die nuttig is voor de
streek en waarvoor de Prov. subsidie ver
leent. Wij hebben gezegd, dat wij een verbin
ding wenschen, die loopt van Egmond naar
Schoorl. Nu zijn er menschen, di> zeggen:
„Als ze in Schoor! komen, komen ze niet in
Bergen".
Maar dat is fout; iedere streek moet de
belangstelling trekken, die ze waard is en
Bergen heeft in dit opzicht niets te vreezen.
Op de vraag, hoe de weg moet loopen,
hebben wij gezegd: „Wij zullen ons voegen
naar liet Prov. wegenplan".
Wij zijn geen menschen, die zeggen: „De
weg moet beslist langs dat huis of dat café
gaan"
Toen wij den weg vrij van bebouwing kon
den houden, verviel o.i. het grootste bezwaar
tegen den weg. Wij hebben verder het oor
deel gaarne gelaten aan dengene, die de
plannen ontwerpt. Wij hebben het voorbe
houd gemaakt, dat er niet aan gebouwd mag
worden.
De zaak staat dus andersom als er in de
stukken van de staten gezegd wordt. Wij
hebben gezegd: „Welke weg maakt ons niet
uit, maar ten aanzien van dezen weg maken
wij de voorwaarde, dat er niet aan gebouwd
mag worden. De weg behoeft geen race-baan
te zijn.
De staten kozen dezen weg, omdat hij aan
sluit op de keerbaan. Waar de weg nog niet
is uitgepaald, is-het onmogelijk, een afkeu
rend oordeel uit te spreken over hetgeen ge
zegd is in het Wegenplan. Toen er gesproken
is over het aankoopen van het bosch als na
tuurreservaat, hebben wij gezegd, dat wij niet
wisten, welken weg Prov. Staten zouden kie
zen, maar wel hebben wij gezegd, dat de mo
gelijkheid bestaat, dat daar een weg zal
komen. Wij hebben ook gezegd, dat, als daar
een weg komt, dat daaraan dan niet gebouwd
zal worden. Wij zeiden, dat de mogelijkheid
bestaat, dat in de verdere toekomst daar een
weg kwam en anders staat de zaak ook nu
nog niet.
Dat de weg op het Prov. Wegenplan is
gezet, daarvoor hebben wij het Prov. Be
stuur niet anders dan dankbaar te zijn.
Nu is er gezegd dat, als die weg een ton
kost,, wij dat geld beter voor wat anders
kenden besteden.
Maar zoo staat de zaak niet. Wij zijn niet
van plan een ton uit te geven voor dien weg.
Het zal er zeker van afhangen, of in dezen de
tijd nijpt. Dan zullen wij zeggen: „Wat kost
die weg en wat krijgen wij er voor terug?" en
dan pas zal het zaak zijn om als gemeentebe
stuur te beslissen of wij al of niet die stap
kunnen wagen. Sterk over nagedacht, hoe de
weg er zal komen, is er niet, maar wel heb
ben we gezegd: „De weg moet onbebouwd
blijven en zal niet door het bosch, maar om
den duinrand loopen". Dit is ook met een af
gevaardigde van natuurmonumenten bespro
ken.
Voor zoover de weg om de duinen loopt,
zal het een juweel worden en globaal ge
dacht, het rustig cachet van het bosch niet
schaden. De Heerenweg naar Egmond is ook
een prachtige weg en niemand zal zeggen, dat
die het natuurschoon schaadt.
Dr. Hemelrijk: Dat is een natuurijke
afscheiding tusschen de duinen en het polder
land.
De voorzitter: Wanneer de weg zou
komen langs den duinvoet,dan zou ik dat
ook betreuren, maar wanneer bij komt door
de valleitjes in de duinen, dan zou het zeker
een van de mooiste wegen worden en dan zou
ik willen adviseeren: „Verhinder de stappen,
die worden gedaan bij Ged. Staten om af te
breken, hetgeen de Staten hebben gedaan in
samenwerking met de gemeenten om de be
langen te dienen, die erin naar voren zijn ge
bracht".
Laat men de zaak toch rustig overwegen.
Wanneer wij voorstellen doen om den weg te
maken, komt de zaak aan de orde en kunnen
de bezwaren naar voren worden gebracht.
Om reeds nu te zeggen: „De weg behoort
er niet te komen", is zeker voorbarig. Wij
zouden hoogstens kunnen zeggen: „Wij
wenschen het plan uitgewerkt te zien en
wanneer het niet blijkt te beantwoorden aan
het doel, omdat het te groote schade op
levert, zullen wij er van afzien. Zeker gaan
wij er dan allemaal mee accoord, maar die
laatste overtuiging hebben wij nu nog niet.
Dr. Hemelrijk vond het een delicate
kwestie. Het is hi*r een strijd van tweeërlei
belang; n.L het gemeentebelang om het na
tuurschoon te behouden en het belang van de
grondexploitanten om den grond te exploi-
teeren.
De voorzitter: Maar de weg wordt
toch niet bebouwd.
Dr. H e m e 1 r ij k Het gaat om den aan
koop van het bosch, om dit te behouden.
Maar het belang van de grondeigenaren is,
zooveel mogelijk terrein te bebouwen Er is
nog heel wat meer grond en als daar geen
weg komt, dan wordt het moeilijker, om dien
meerderen grond te bebouwen. Er is voor ons
dus alle reden, om op onze „qui vive" te
zijn.
Uit uw mond hebben wij nu gehoord, dat
de voorstelling, die Ged. Staten van de zaak
geven, niet juist is, maar dan is het niet de
Provincie geweest, die den eisch van niet-
bebouwing heeft gesteld.
De voorzitter: Zeker, ik heb die no
tulen nooit gelezen.
Dr. H e m e 1 r ij k Laten wij daarover niet
verder twisten. Het staat anders gedrukt,
maar als U beweert, dat het precies anders om
is, dan blijft er toch de weg en ook daarvan
kan ik het nut niet inzien en daarom blijf ik
er bij. de Prov. te verzoeken, dezen weg van
het Wegenplan af te voeren, omdat er een j
andere mogelükheid i$, die ook door U in het
advies erkend wordt; laten wij die dus vast
houden.
De voorzitter erkende, dat financieel
voor de gemeente het doortrekken van de
Komlaan veel voordeeliger is. maar hij meen
de, dat het de gemeente niet paste om te zeg
gen: „Alleen voor dien weg verleenen wij
medewerking".
Dr. H e m e 1 r ij k Nu het Prov. bestuur
den weg heeft gewild en niet het Gemeente
bestuur, is er des te meer reden, de Prov. te
verzoeken, den weg van het plan af te nemen
De meerderheid van den Raad vindt die op
lossing beter, voordeeliger en juister en het
natuurschoon wordt er niet door verstoord
Spr. bleef dan ook bij zijn voorstel.
De voorzitter -zeide nog, dat op het
uitbreidingsplan de weg nog maar met een
zwart lijntje staat aangegeven Als dit plan
ter visie wordt gelegd, kan de Raad altijd nog
zeggen: „Dat gaat niet."
Laat men de zaak dan echter eerst uitpalen
en dan tot oordeelen overgaan.
De Raad kan daarvoor advies krijgen van
lichamen, die daarvoor bevoegd zijn.
Dr. Hemelrijk begreep niet, dat de
voorzitter zóó op den weg staat, terwijl er
zoo'n aigemeene tegenstand is.
De voorzitter: Wij zitten om het alge
meen belang te vertegenwoordigen. Wanneer
mij de overtuiging wordt gegeven, dat de
beste weg is die, zooals Prov. Staten die heb
ben afgezet en in vogelvlucht is dit het geval,
dan dienst m.i. het Gemeentebestuur mede te
werken en dan moet dit niet verzoeken, daar
op terug te komen.
De heer Bogtraan merkte naar aanlei
ding van de opmerking van Dr. Hemelrijk,
dat het een belang is van de grondeigenaren,
op, dat het dan ook een economisch belang
is. Wanneer Bergen zichzelf wil onderhou
den, dan moet het de vestiging van gegoede
ingezetenen bevorderen en dus Bergen pas
send maken voor die gegoedp ingezetenen.
Spr. wil daarom een mooie heenweg voor het
toerisme.
Dr. Hemelrijk: Dus U bent ook eigen
lijk voor bebouwing aan dien weg.
De heer Bogtman: Neen, ik ben voor
dien weg als toerweg.
De heer Zeiler: De bedoeling van den
weg is: een toerweg om daardoor de mooie
natuur te ontsluiten. Het groote verkeer komt
van Alkmaar, maar komt hoe langer hoe
meer langs den mooien duinweg; ook nu de
weg nog in een deplorabelen toestand ver
keert, wordt het verkeer langs dien weg met
den dag drukker. Als die weg klaar is, zaJ
men eens zien, hoe het verkeer met den dag
toeneemt en spr. gelooft, niet te overdrijven,
als hij zegt, dat binnen enkele jaren het ver
keer langs dien weg driensaal grooter zal
zijn als thans. Menschen, die toeren, zoeken
de mooie natuur. Spr. is ervan overtuigd, dat
de Eeuwigelaan straks het verkeer niet kan
verzwelgen en daarom blijft hij voorstander
van den weg, die Noord en Zuid verbindt.
Spr. vroeg of het niet op den weg van B. en
W. lag, afgezien van het feit, of de weg er nu
of over 10 jaar komt, om het tracé te bepalen
en een teekening van den weg te maken, zon
der het natuurschoon te schaden. De actie
had dan het nut gehad, dat men daardoor bij
elkander was gebracht, want ondanks het
verschil van inzicht, gelooft spr. niet, dat
iemand in Bergen het natuurschoon wil scha
den, want dit zou zijn het slachten van de kip,
die de gouden eieren legt. Wij staan niet ver
van elkander, wij verschillen slechts over een
onderdeel. Als de weg tijdelijk gelegd kan
worden, niet door het bosch, maar er omheen,
en Dr. Hemelrijk ging eens met spr. Ford je
over den weg of hij toerde er over per fiets,
dan is spr. ervan overtuigd, dat zelfs deze
zal zeggen: „Die wil ik niet meer missen".
De voorzitter kon begrijpen, dat de
heeren het ijzer willen smeden. Laat men dus
de zaak onder de oogen zien.
Namens B. en W. stelt spr. voor, uit den
Raad een commissie van drie personen te be
noemen, die met B en W. het tracé bekijken
en concludeeren, of het goed is of verwerpe
lijk. Dan was er z.i. reden om over den weg
met Ged. Staten in overleg te treden en heeft
spr. er niet het minste bezwaar tegen. Men
kan dan op gedocumenteerde gronden het
verzoek doen.
Dr. H e m e 1 r ij k meende, dat dit voorstel
gedaan had moet it worden, voor de zaak zoo
ver was. Nu was het z.i. daarvoor te laat. De
weg staat er niet op als een toerweg, maar als
een onderdeel van het Prov. Wegenplan. Het
Berger belang vordert dit toerweggetje niet.
Elke poging, om de duinen met wegen te
doorkruisen, vindt spr. te gevaarlijk. Spr.
handhaaft dan ook zijn voorstel.
De heer Brugman kon met het voorstel
van B. en W. wel meegaan. In de vergadering
had spr. een oogenblik gedacht, toen hij
hoorde, dat raadsleden niet van den weg af
wisten, of hij helderziend was geweest. Spr
heeft er n.1. wel van geweten.
De heer Swaag: Doordat uw fractiege
noot U heeft ingelicht.
De heer Brugman: Daar heeft U gelijk
aan, maar nu ik den heer Martin heb ge
hoord, trek ik dit in. Ook ik ben voor het be
houd van het natuurschoon en was reeds ja
renlang voor den aankoop van de terreinen,
maar hier werd wel reclame gemaakt, om
borden weg te krijgen, maar nooit om het
bosch te koopen. Met volle medewerking van
de grondbezitters hebben wij nu beslag kun
nen leggen op het terrein. Het was spr. be
kend, dat de Prov waterleiding ook wat doet
in de duinen en spr. gelooft, dat de Prov. v a-
terleiding ook behoefte heeft aan den weg en
daarin hebben wij niets te zeggen. Spr. is dan
ook vóór het voorstel van den voorzitter en
wil in de commissie menschen benoemen, die
tegen den weg zijn en dan kijken, of er in die
richting iets gedaan kan worden.
De voorzitter oordeelde, dat de Raad
niet kan oordeelen over iets, zonder het te
hebben gezien. B. en W. hadden met belang
stelling naar het wegenplan uitgekeken en
waren verheugd, dat de weg erop stond.
De heer S w a a g gevoelde niets voor de
commissie. Z.i. was dit een gevaarlijk experi
ment en alleen een poging om op een andere
manier een gunstige beslissing te krijgen Wij
zijn. aldus spr., met den toestand wel bekend
en weten daarom, dat het schadelijk is, als
daar een weg komt. Spr. is er vóór, om het
Kosch in bezit te krijgen, maar wenscht onder
'een voorwaarde mede te werken, dat er daar
en weg komt. Hii handhaafde dan ook het
voorstel om Ged. Staten te verzoeken, den
weg vati het plan af te voeren.
Dr. u - me l r ji k oordeelde, dat het coaj-1
Sedert foren heb ik hevig aan indigestie ee.
leien. Ik probeerde verschillende ger.eesmiddeSn
maar niets hielp. Ik kocht een kleinen fleert
Kruschen en dat scheen mij goed te doen. Daan*
gebruikte ik vier groote flacons en voel me nÜ
perfect. Ik ondervond, dat het mij bevrijdde van
dat gevoel van opgeblazenheid, dat Ik kreeS.
zoodra ik iets gegeten had. Daarom neem ik nZ
Kruschen eiken morgen. Ik had erg veel last van
krampen, maar ik voel mij nu prachtig gezond
2 Sept. 1929. Mevr. E. C. D teL
(Origlneele brief ter Inzage).
Indigestie wordt veroorzaakt, doordat de
maag- en verteringssappen niet worden &fm.
voerd. Dit beeft ten gevolge, dat het voedsel ln
plaats van door het lichaam opgenomen te
worden, zich Inwendig ophoopt en gaat gisten,
waardoor schadelijke, giftige stoffen ontstaan^
Wanneer de verteringssappen hun normaien
weg volgen, zult geen klachten meer hebben.
En het ls juist Kruschen, dat een snelle en
blijvende verlichting brengt van Indigestie. Door
de onmiddellijke uitwerking der zes minerale zou
ten van Kruschen wordt de loop der onmisbare
sappen bevorderd en geregeld. En dat beteekent
een verlossend einde der Indigestie, zoodat 0 weer
alles kunt eten, zonder ook maar ln 't minst
bang behoeven te zijn voor de vroegere, onaan
gename gevolgen. Kruschen Salts ls verkrijgbaar
bij alle Apothekers en Drogisten f 0.90 en 1 eo
per flacon.
promis-voorstel van den voorzitter alleen zin
had voor hen, die daar een weg willen. Spr.
wil daar onder geen voorwaarde een weg.
De voorzitter meende, dat het niet
over een compromis ging. Het gaat er alleen
om, of de weg daar zal schaden en dit zal
onder de oogen moeten worden gezien.
De heer Den Das betoogde dat volgens
de teekening de weg niet anders kan loopen
dan langs den voet der duinen en door het
Reigerbosch.
Wanneer men te lang met het verzoek
wacht en de gemeente heeft subsidie voor den
weg vanaf Egmond uit het Wegenfonds
geaccepteerd, dan wordt het later vee! moeilij
ker, uit een moreel oogpunt om zich nog te
gen den geprojecteerden weg door het bosch
te verzetten.
Spr. wil dan ook probeeren om den weg af
te voeren en de .vomlaan door te trekken.
Ook is er nog een andere mogelijkheid van
Prov. Staten.
De voorzitter: Neèn, dat is een ont-
werp van. den Hoofdingenieur, maar de weg
kwam op het Wegenplan niet voor.
De heer Den Das: Maar wij dienen er
ernstig voor te waken, dat de weg door het
bosch er niet komt.
De voorzitter oordeelde, dat de heer
Den Das vergat, dat, toen de kwestie aanhan
gig werd gemaakt door verschillende gemeen
tebesturen, den geheelen weg van Castricum
tot Schoorl niet op het Prov. Wegenplan
stond. Het is ook mogelijk, dat door het feit,
dat de weg vanaf de Franschman tot de Zuid
laan zoo gunstig was voor de verbinding van
Zuid tot Noord, van invloed is geweest, dat
de weg Van Castricum tot Schoorl op het
Prov. Wegenplan is geplaatst en dat door af
voering daarvan moeilijkheden zouden kun
nen ontstaan.
B. en W. hadden dan ook de bedoeling om
de zaak te laten loopen, aangezien tijd wel
raad schaft. De Raad wil nu de koe bij de
horens vatten, maar op welke gronden wil
men nu zeggen, dat de weg er niet moet ko
men? Op grond van het schenden van het
natuurschoon?
De heer Den Das: Ja.
De voorzitter: Maar de gemeente
Bergen heeft er ook groot belang bij, dat de
duinweg van Egmond op het Weger
pian is geplaatst. Spr. dringt daarom aan op
het aannemen van het voorstel van B en W.
Dr. H e m e 1 r ij k wil eerst stemmen over
de door den heer Den Das en Swaag inge
diende motie.
De voorzitter meende, dat het voorstel
van B. en W. den voorrang verdiende.
De heer Den Das voerde hiertegen aan,
dat het andere voorstel het vérstrekkendste
was. Wanneer de Raad beslist, dat er toch
een weg mag komen, dan was hij voor het
voorstel van B. en W., terwijl hij daartegen
zal stemmen, als dit het eerst in stemming
komt.
De voorzitter gaf om andere redenen
de voorkeur aan het voorstel van B. en W.
De heer Swaag wenschte alle gevolgen te
aanvaarden, als de weg er maar niet komt.
Spr. bleef er op aandringen om 't verststrek-
kendste voorstel het eerst in stemming te
brengen.
Dr H e m e 1 r ij k en de heer Den Das
oordeelden dit ook het zuiverste, waarop het
voorstel
om. Prov. Staten te verzoeken den
den weg van het Wegenplan af te
voeren, werd aangenomen met 7
tegen 4 stemmen.
Tegen stemden de Wethouders en de hee
ren Brugman en Zeiler; vóór de heeren Bal-
tus, Swaag, Den Das, Dr. Hemelrijk, Dirk-
son. Blank en Martin.
De ta'rijke bezoekers van de publieke tribuni
verlieten hierop onmiddellijk met blijde ge
zichten de Raadszaal.
OUDKARSPEL.
B en W. hebben, op hun verzoek, eervA
ontsla? verleend aan de heeren P- Eecen rzfl
en P. Kroon Azn„ als brandmeesters, ingaan
de 1 Mei 1930
Docr de politie is dezer dagen tegen
vijf motorvaarders procesverbaal opge
maakt, wegens overtreding van de maximum
snelheid in de Burggracht. In die gracht mag
volgens de politieverordening van de Banne
Oudkarspel niet geen grootere snelheid wor
den gevaren, dan 3 K M. per uur Naar wil
vernemen zullen bij het bestuur der Banne
pogingen worden aangevoerd dit maximum
gewijzigd te krijgen in b.v 6 K.M.. omdat «e
practisch onmogelijk is met geen grootere
snelheid dan 3 K M. te varen. We kunnen ons
het bezwaar van eigenaars van motorvaar
tuigen hee! goed begrijpen, als men weet,
vaartuigen, met de kloet voortbewogen, een
snelheid van KM j>er uur halen.
Zoolang echter het artikel i*
zigd, zü men oj) zijn hoede.