INDIGESTIE I V'. den weg ook op het uitbreidingsplan ge zet? Wij hebben het nog niet gezien. Spr. vond het goed. dat de krant erover heeft geschreven en dat er protest-stemme;1 zijn opgegaan en dat men niet gewacht heeft tot de paaltjes er stonden. Als men daaroo gewacht had. dan zouden de moeilijkheden om het weer af te wimpelen, nog grooter ge weest zijn. Spr. ziet in alles een taktiek, die hij niet be grijpt. Men moet er geen doekjes om winden en niet zeggen, dat men voor den weg is me*, behoud van het bosch. Wanneer die oplos sing er was, dan zou die hier zeker zijn ge geven, maar niemand heeft er kans toe ge zien om dit te doen, zonder het eenige plekje, wat voor de toekomst van Bergen behouden moet blijven, te behouden. Wie vooruit ziet, ziet, dat spoedig alle grond in Bergen, be halve de grond, die het gemeentebestuur in handen tracht te krijgen, bebouwd zal zijn Alle mooie boschjes en paadje6 langs de wegen gaan er aan. Dit is het mooiste stukje, waarop wij de hand kunnen leggen en wij mogen de rust in de natuur daar niet ver storen. Spr. waarschuwt den heer Zeiler om geen wegmaniak te worden. In het advies van B. en W. staat, dat de- weg een belang is voor het toerisme. Als het toerisme zoo'n stukje weg noodig heeft, dan staat het al heel slecht met het toerisme. Spr. wil terwille daarvan geen ton uit geven en meent, dat zoo'n weg voor het toe risme voor de belastingbetalers te duur ge kocht is. Spr. gevoelt er voor, om het verkeer in het dorp te ontlasten, maar het is niet noodig om daarvoor, wat er nog aan bosch en dui nen is, te versnipperen. Bovendien ontlast de weg het verkeer niet. Het verkeer, dat van Alkmaar komt, is het voornaamste verkeer. In verhouding is het verkeer, dat van Castri cum en Schoorl komt, maar een klein gedeel le. Doch al was dit niet zoo. dan nog zou spr.'s standpunt niet veranderen. Dit zou alleen het geval zijn, wanneer er geen andere oplossing was te vinden. Maar zoover is het niet. Nu kan men zegg.n: „Degenen, die van Castricum komen, kunnen dan gauwer in Schoorl komen en omgekeerd". Maar de toe risten, die haast hebben, volgen dit weggetje niet, maar nemen den weg voor snelverkeer langs den straatweg en het Kanaal. Wij moeten toegeven aan de verkeerseischen, maar niet aan de eischen voor het toergenoe- gen. Wij moeten in Bergen leven van de genen, die in Bergen komen en die hier in de pensions verblijven, maar niet van degenen, Öie van Castricum door Bergen naar Schoorl rijden om er als toermaniakken een potje bier te drinken. Men komt niet naar Bergen om er auto te Tijden. Als ze daarvoor komen, zijn ze mis. Bovendien is het stukje weg als toerattractie te gering. B. en W. hebben zelf in het slot van hun advies te kennen gegeven, dat bo vendien het doorgaand verkeer op een an dere wijze geleid kan worden, al blijkt hier van niets uit de stukken van de Staten. Daar uit blijkt alleen, dat B. en W. dezen weg heb ben voorgesteld. Spr. moet nog zien, waar om Ged. St. bezwaar hebben gemaakt tegen het doortrekken van de Komlaan, wat veel goedkooper is en het geheele bosch ongerept laat. Het is spr. dan ook een raadsel, waar om B. en W. zeggen, dat Ged. St aan dezen weg de voorkeur hebben gegeven. De geheele zaak is voor hem een duistere zaak. Men zal straks zeggen, dat de weg moet komen om het natuurschoon te ontsluiten. Maar dit is geen natuurschoon ontsluiten er. spr. wil Bergen daaraan dan ook niet opof feren, omdat dit juist beteekent het brengen van ongewenscht verkeer in één van de wei nige plekjes, die wij als natuurschoon kun nen behouden. Juist door den weg dreigt er niets meer ~ver te blijven. Wij moeten zuinig zijn met hetgeen wij nog hebben. De heer Ze i 1 e r: We zullen alle huizen aan de Eeuwige Laan moeten afbreken! De heer H e m e 1 r ij kDaar heb ik geen bezwaar tegen, want dan ga ik ergens anders zitten. Als het mogelijk was om een pad te laten over mijn terrein naar het ach tergelegen bosch, dan zijn wij daarvoor on middellijk bere cl. Bergen verlieJ al zeer veel, doch spr. ziet geen middel om dit tegen gaan. Wanneer het mogelijk was, hadden c'j huizen aan de Eeuwige laan er nooit moeten komen. Spr. haalt nog aan een artikel in het Han delsblad, waarin gewaarschuwd wordt tegen overdreven aankoop van natuurreservaten, maar men zegt ook; „Bespaar ons tenmin ste lintbebouwing". De heer Zeiler. Daarmee ben ik het eens. Dr. H e m e l r ij k wenschte in geen geval, 't gevaarlijke experiment te wagen. Het nut er van heeft men hem niet duidelijk kunnen ma ken, de kosten er voor zijn ontzaggelijk hoog en spr. vraagt, of het verantwoord is om een dergelijke som uit te geven voor zoo'n futiel doel. Is het verantwoord, waar het natuurschoon meer en meer verdwijnt, om een ton uit te geven voor een weg met zoo'n twijfelachtig belang? Is het niet beter, die ton te besteden, om nog eens zoo'n terrein te koopen? Spr. durft dit niet aan. Hij herinnere eraan, dat men het in comité er meermalen over gehad heeft, dat voor de bebouwing van de 7 H.A. ten W. van de Sparrelaan het door kruisen van de Sparrelaan en de verbreeding van de Jan Willemlaan niet te vermijden is De eenige oplossing om dat te voorkomen is, ook die 7 H.A. aan te koopen en niet te be bouwen. Ieder, die de keus heeft, om ook dit terrein te koopen of den weg te krijgen, za- toch zeker het terrein kiezen. Wanneer de weg een Prov. belang was, clan zou dit wel eens naar voren zijn ge bracht, maar wij hebben daarover nimmer iets gehoord. Spr slotconclusie is, dat de weg aanleg gen. zonder het natuurschoon te schenden, onmogelijk is. Wanneer het gelukte, den weg om te leggen, dan zou het practisch een toerweggetje worden en dan zou het belang van dien weg nog zeer gering zijn. Spr. on dersteunt dan ook het voorstel om als Ge meenteraad aan Prov. St. te verzoeken, de zen weg van het Prov. Wegenplan af te voeren. Spr. wil er nog aan toevoegen, dat het zelts niet gewenscht is, dat de Prov. den veg voor eigen rekening maakt. De heer Apeldoorn kwam op tegen de voorstelling, alsof er door B_. Cfl W. qd een geheime manier gewerkt is. In comité vergadering was de weg wel degelijk naar voren gebracht Spr. was overtuigd, dat. wanneer de protest-vergadering in de Rus tende Jager er niet was geweest, de zaak niet zooveel stof zou hebben opgejaagd en dat de raadsleden uit zeker niet zouden heb ben gedaan. De kruisingen van de Sparre laan waren ons goed bekend. Dr. H e m e 1 r ij k: Als een gevaar. Weth. Apeldoorn; „De Raad wist van B. en W., dat de weg er zou komen en spr. gevoelt wel voor dien weg, evenals de heer Zeiler; niet door het Reigerbosch en niet door het bosch, maar achter het bosch om, omdat die weg beteekenis heeft voor het doorloopende verkeer. Het behoeft geen weg van 20 M. breed te worden. Spr. oordeelde, dat de raadsleden terug moesten nemen, dat het College hen er eigen lijk in had laten loopen. In de comité-verga dering is de weg wel degelijk besproken. Dr. H e m e 1 r ij kDat is niet juist. De heer Apeldoorn: Met een enkel woord is er over gesproken, toen de aankoop van het boschcomplex ter tafel kwam. Het had toen op den weg van de raadsle den gelegen, als zij er zóó tegen waren, als nu naar voren komt, om te zeggen: „Hoe wordt die weg gemaakt?" Het College zou dan zeker geantwoord hebben; dat het dit met zekerheid nog niet weet. Nu de vergadering in de Rus is ge weest, meenen de heeren van den Raad vrij uit te gaan. Misschien hebben ze daar wel wat veel gezegd. Verschillende stemmen: De raadsleden hebben niets gezegd. Dr. H e m e 1 r ij k: De Burgemeester heeft daar gesproken namens B. en W. De heer Apeldoorn: Ik protesteer er tegen, dat nu B. en W. in de schoenen wordt geschoven, dat deze den Raad er in hebben laten loopen. Spr. ziet in den weg niet zoo'n groot bezwaar. Men moet toch bedenken, dat er in Bergen nog 1500 H.A. ligt, waar men kan wandelen. Spr. gelooft niet, dat die weg zoo vreeselijk storend zal zijn, maar 't kan zijn, dat het door hem verkeerd bekeken wordt. De heer Zeiler merkte op, dat in comité- vergadering, toen de weg ter sprake is ge bracht, niemand één woord gezegd heeft. Pas na de protest-vergadering zijn daartegen stem men opgegaan. Dr H e m e 1 r ij k: U vergist zich. In comité is gesproken over de al- of niet-bebouwing. B. cn W. hebben niet gezegd, dat zij verzocht heb ben, dien weg op het Prov, wegenplan te plaat sen. Wij hebben gedacht aan de mogelijkheid, dat daar een weg zal komen, maar dat die weg op het Wegenplan kwam, wisten wij niet. Wanneer dit gezegd was geworden, dan had allicht één van de leden gezegd: „Dit moet in het publiek besproken worden." Het zou royaler van B. en W. geweest zijn, wanneer die dit gezegd hadden; wij hebben het zóó ver staan, dat er van eenig plan geen sprake was. Al mijn mederaadsleden zullen erkennen, dat niemand onzer gedacht heeft, dat het zoover was, als wij door de protest-vergadering ver namen. Spr. neemt het den heer Apeldoorn kwalijk, dat hij er nu doekjes om windt. De heer Martin was het met den heer Zeiler eens, dat er in comité over den weg ge sproken is. Spr. wil zoo goed het een zeggen als het ander, al is ook hij tegenstander, dat de weg er komt. Misschien hebben we allemaal geslapen, maar geen van ons heeft er iets over gezegd, ook Hemelrijk niet, al erkent spr., dat deze drie maal helderder is dan hij. Spr. hoopt, dat ook B. en W. hun best - illen doen om te voorkomen, dat de weg langs den duinvoet, door het bosch, er komt. Ook spr. had de protest-vergadering bijge woond. Daarvóór was nog iemand bij hem ge weest om inlichtingen, doch hij kon die niet geven, hij moest draaien; zelfs heeft hij zich □og de moeite getroost om daarover met den secretaris op het Gemeentehuis te spreken, doch deze zeide; „Ik weet nergens van" en achteraf bleek op de vergadering, dat er toch ruchtbaarheid aan het gesprokene was gege ven. Spr. was een liefhebber van wandelen, doch, vóór hij den bebouwden kant af is, houdt hij zijn hart vast, als hij met zijn zeven kindertjes in het hoekje is, waar hij de kinde ren vrij kan laten loopen en waar hij niet naar hen behoeft om te kijken. Als de weg dadr komt, zijn ze daar ook niet meer veilig en spr, hoopt dan ook, dat B. en W. van zienswijze veranderen. De heer Blank zou het ook jammer vinden, als het bosch er kwam. De gemeente heeft getracht, het bosch in handen te krijgen en om daar nu een weg in te maken, druischt tegen alles in. Het bosch wordt gekocht, om het als bosch te bewaren. De heer S w a a g betoogde nog, dat de Bur gemeester in comité alleen had gezegd, dat de mogelijkheid bestond, dat er in de verre toe komst een weg kwam; een vasten vorm ervan bestond er niet. De Voorzitter zeide, dat hij de protest vergadering als toehoorder had bijgewoond. Hij had daar zijn meening uiteen gezet en het standpunt, zooals dat door B. en W. onder de oogen was gezien, naar waarheid en juist weer gegeven. Ook heb ik er nog aan toegevoegd, wat er m. i. aan de motie mankeerde. Spr. kon begrijpen, dat het voor raadsleden niet prettig was, waar hun geheimhouding was opgelegd, niet te kunnen uitspreken en te er varen, dat het gesprokene toch naar voren is gekomen. Dat Ged. St. erover gerept hebben, is niet onze schuld, maar bracht de consequentie met zich. Tenslotte wil ik toch dit vertellen, dat de details niet bekend zijn geworden. In dit op zicht zullen wij ons nog wel eens meer iets moeten laten welgevallen, wanneer het welbe grepen belang van de gemeente meebrengt, dat wij een gevoel van onaangenaamheid, door te moeten zwijgen, krijgen. Spr. vindt het niet plezierig, dat Dr. Hemel rijk gesproken heeft over kwalijk nemen en verkeerd voorstellen. Dit lijkt hem niet juist. Het is niet in orde om de zaak voor te stellen, alsof B. en W. geen kans hebben gezien den weg te krijgen, anders dan zonder bebouwing. Pit is bezijden de waarheid. Het initiatief voor het aankoopen van het bosch is uitgegaan van B en W. met de grootst mogelijke medewer king van den Raad. Wat gezegd is over wegen liefhebberij, laat spr. buiten beschouwing. Ber gen heeft deelgenomen aan de actie van Ge meentebesturen, om den weg van Castricuni tot Schoorl op het Weieaplan te krijgen. Sjjr. heeft het niet over dat stukje weg, maar over den geheelen weg. Het standpunt van Ged. St. is. dat de ge meenten voor de wegen door de dorpen zelf moeten zorgen. Prov. St. kijken in het groot, waar wegen noodig zijn. Als tweede punt komt erbij: „Hoe moeten die worden aangelegd?" Spr. acht het zeer gewenscht, dat er een overheidslichaam is, dat de zaak regelt. Dan kan het van een flink standpunt bezien wor den en kan men verhinderen, dat een Ge meentebestuur ter wille van particuliere be langen het algemeen belang schaadt. Het geldt hier geen primaire weg; die worden door het Rijk aangelegd. Het is ook geen Prov. weg, want die maakt de Prov. zelf. Het betreft hier een weg, die nuttig is voor de streek en waarvoor de Prov. subsidie ver leent. Wij hebben gezegd, dat wij een verbin ding wenschen, die loopt van Egmond naar Schoorl. Nu zijn er menschen, di> zeggen: „Als ze in Schoor! komen, komen ze niet in Bergen". Maar dat is fout; iedere streek moet de belangstelling trekken, die ze waard is en Bergen heeft in dit opzicht niets te vreezen. Op de vraag, hoe de weg moet loopen, hebben wij gezegd: „Wij zullen ons voegen naar liet Prov. wegenplan". Wij zijn geen menschen, die zeggen: „De weg moet beslist langs dat huis of dat café gaan" Toen wij den weg vrij van bebouwing kon den houden, verviel o.i. het grootste bezwaar tegen den weg. Wij hebben verder het oor deel gaarne gelaten aan dengene, die de plannen ontwerpt. Wij hebben het voorbe houd gemaakt, dat er niet aan gebouwd mag worden. De zaak staat dus andersom als er in de stukken van de staten gezegd wordt. Wij hebben gezegd: „Welke weg maakt ons niet uit, maar ten aanzien van dezen weg maken wij de voorwaarde, dat er niet aan gebouwd mag worden. De weg behoeft geen race-baan te zijn. De staten kozen dezen weg, omdat hij aan sluit op de keerbaan. Waar de weg nog niet is uitgepaald, is-het onmogelijk, een afkeu rend oordeel uit te spreken over hetgeen ge zegd is in het Wegenplan. Toen er gesproken is over het aankoopen van het bosch als na tuurreservaat, hebben wij gezegd, dat wij niet wisten, welken weg Prov. Staten zouden kie zen, maar wel hebben wij gezegd, dat de mo gelijkheid bestaat, dat daar een weg zal komen. Wij hebben ook gezegd, dat, als daar een weg komt, dat daaraan dan niet gebouwd zal worden. Wij zeiden, dat de mogelijkheid bestaat, dat in de verdere toekomst daar een weg kwam en anders staat de zaak ook nu nog niet. Dat de weg op het Prov. Wegenplan is gezet, daarvoor hebben wij het Prov. Be stuur niet anders dan dankbaar te zijn. Nu is er gezegd dat, als die weg een ton kost,, wij dat geld beter voor wat anders kenden besteden. Maar zoo staat de zaak niet. Wij zijn niet van plan een ton uit te geven voor dien weg. Het zal er zeker van afhangen, of in dezen de tijd nijpt. Dan zullen wij zeggen: „Wat kost die weg en wat krijgen wij er voor terug?" en dan pas zal het zaak zijn om als gemeentebe stuur te beslissen of wij al of niet die stap kunnen wagen. Sterk over nagedacht, hoe de weg er zal komen, is er niet, maar wel heb ben we gezegd: „De weg moet onbebouwd blijven en zal niet door het bosch, maar om den duinrand loopen". Dit is ook met een af gevaardigde van natuurmonumenten bespro ken. Voor zoover de weg om de duinen loopt, zal het een juweel worden en globaal ge dacht, het rustig cachet van het bosch niet schaden. De Heerenweg naar Egmond is ook een prachtige weg en niemand zal zeggen, dat die het natuurschoon schaadt. Dr. Hemelrijk: Dat is een natuurijke afscheiding tusschen de duinen en het polder land. De voorzitter: Wanneer de weg zou komen langs den duinvoet,dan zou ik dat ook betreuren, maar wanneer bij komt door de valleitjes in de duinen, dan zou het zeker een van de mooiste wegen worden en dan zou ik willen adviseeren: „Verhinder de stappen, die worden gedaan bij Ged. Staten om af te breken, hetgeen de Staten hebben gedaan in samenwerking met de gemeenten om de be langen te dienen, die erin naar voren zijn ge bracht". Laat men de zaak toch rustig overwegen. Wanneer wij voorstellen doen om den weg te maken, komt de zaak aan de orde en kunnen de bezwaren naar voren worden gebracht. Om reeds nu te zeggen: „De weg behoort er niet te komen", is zeker voorbarig. Wij zouden hoogstens kunnen zeggen: „Wij wenschen het plan uitgewerkt te zien en wanneer het niet blijkt te beantwoorden aan het doel, omdat het te groote schade op levert, zullen wij er van afzien. Zeker gaan wij er dan allemaal mee accoord, maar die laatste overtuiging hebben wij nu nog niet. Dr. Hemelrijk vond het een delicate kwestie. Het is hi*r een strijd van tweeërlei belang; n.L het gemeentebelang om het na tuurschoon te behouden en het belang van de grondexploitanten om den grond te exploi- teeren. De voorzitter: Maar de weg wordt toch niet bebouwd. Dr. H e m e 1 r ij k Het gaat om den aan koop van het bosch, om dit te behouden. Maar het belang van de grondeigenaren is, zooveel mogelijk terrein te bebouwen Er is nog heel wat meer grond en als daar geen weg komt, dan wordt het moeilijker, om dien meerderen grond te bebouwen. Er is voor ons dus alle reden, om op onze „qui vive" te zijn. Uit uw mond hebben wij nu gehoord, dat de voorstelling, die Ged. Staten van de zaak geven, niet juist is, maar dan is het niet de Provincie geweest, die den eisch van niet- bebouwing heeft gesteld. De voorzitter: Zeker, ik heb die no tulen nooit gelezen. Dr. H e m e 1 r ij k Laten wij daarover niet verder twisten. Het staat anders gedrukt, maar als U beweert, dat het precies anders om is, dan blijft er toch de weg en ook daarvan kan ik het nut niet inzien en daarom blijf ik er bij. de Prov. te verzoeken, dezen weg van het Wegenplan af te voeren, omdat er een j andere mogelükheid i$, die ook door U in het advies erkend wordt; laten wij die dus vast houden. De voorzitter erkende, dat financieel voor de gemeente het doortrekken van de Komlaan veel voordeeliger is. maar hij meen de, dat het de gemeente niet paste om te zeg gen: „Alleen voor dien weg verleenen wij medewerking". Dr. H e m e 1 r ij k Nu het Prov. bestuur den weg heeft gewild en niet het Gemeente bestuur, is er des te meer reden, de Prov. te verzoeken, den weg van het plan af te nemen De meerderheid van den Raad vindt die op lossing beter, voordeeliger en juister en het natuurschoon wordt er niet door verstoord Spr. bleef dan ook bij zijn voorstel. De voorzitter -zeide nog, dat op het uitbreidingsplan de weg nog maar met een zwart lijntje staat aangegeven Als dit plan ter visie wordt gelegd, kan de Raad altijd nog zeggen: „Dat gaat niet." Laat men de zaak dan echter eerst uitpalen en dan tot oordeelen overgaan. De Raad kan daarvoor advies krijgen van lichamen, die daarvoor bevoegd zijn. Dr. Hemelrijk begreep niet, dat de voorzitter zóó op den weg staat, terwijl er zoo'n aigemeene tegenstand is. De voorzitter: Wij zitten om het alge meen belang te vertegenwoordigen. Wanneer mij de overtuiging wordt gegeven, dat de beste weg is die, zooals Prov. Staten die heb ben afgezet en in vogelvlucht is dit het geval, dan dienst m.i. het Gemeentebestuur mede te werken en dan moet dit niet verzoeken, daar op terug te komen. De heer Bogtraan merkte naar aanlei ding van de opmerking van Dr. Hemelrijk, dat het een belang is van de grondeigenaren, op, dat het dan ook een economisch belang is. Wanneer Bergen zichzelf wil onderhou den, dan moet het de vestiging van gegoede ingezetenen bevorderen en dus Bergen pas send maken voor die gegoedp ingezetenen. Spr. wil daarom een mooie heenweg voor het toerisme. Dr. Hemelrijk: Dus U bent ook eigen lijk voor bebouwing aan dien weg. De heer Bogtman: Neen, ik ben voor dien weg als toerweg. De heer Zeiler: De bedoeling van den weg is: een toerweg om daardoor de mooie natuur te ontsluiten. Het groote verkeer komt van Alkmaar, maar komt hoe langer hoe meer langs den mooien duinweg; ook nu de weg nog in een deplorabelen toestand ver keert, wordt het verkeer langs dien weg met den dag drukker. Als die weg klaar is, zaJ men eens zien, hoe het verkeer met den dag toeneemt en spr. gelooft, niet te overdrijven, als hij zegt, dat binnen enkele jaren het ver keer langs dien weg driensaal grooter zal zijn als thans. Menschen, die toeren, zoeken de mooie natuur. Spr. is ervan overtuigd, dat de Eeuwigelaan straks het verkeer niet kan verzwelgen en daarom blijft hij voorstander van den weg, die Noord en Zuid verbindt. Spr. vroeg of het niet op den weg van B. en W. lag, afgezien van het feit, of de weg er nu of over 10 jaar komt, om het tracé te bepalen en een teekening van den weg te maken, zon der het natuurschoon te schaden. De actie had dan het nut gehad, dat men daardoor bij elkander was gebracht, want ondanks het verschil van inzicht, gelooft spr. niet, dat iemand in Bergen het natuurschoon wil scha den, want dit zou zijn het slachten van de kip, die de gouden eieren legt. Wij staan niet ver van elkander, wij verschillen slechts over een onderdeel. Als de weg tijdelijk gelegd kan worden, niet door het bosch, maar er omheen, en Dr. Hemelrijk ging eens met spr. Ford je over den weg of hij toerde er over per fiets, dan is spr. ervan overtuigd, dat zelfs deze zal zeggen: „Die wil ik niet meer missen". De voorzitter kon begrijpen, dat de heeren het ijzer willen smeden. Laat men dus de zaak onder de oogen zien. Namens B. en W. stelt spr. voor, uit den Raad een commissie van drie personen te be noemen, die met B en W. het tracé bekijken en concludeeren, of het goed is of verwerpe lijk. Dan was er z.i. reden om over den weg met Ged. Staten in overleg te treden en heeft spr. er niet het minste bezwaar tegen. Men kan dan op gedocumenteerde gronden het verzoek doen. Dr. H e m e 1 r ij k meende, dat dit voorstel gedaan had moet it worden, voor de zaak zoo ver was. Nu was het z.i. daarvoor te laat. De weg staat er niet op als een toerweg, maar als een onderdeel van het Prov. Wegenplan. Het Berger belang vordert dit toerweggetje niet. Elke poging, om de duinen met wegen te doorkruisen, vindt spr. te gevaarlijk. Spr. handhaaft dan ook zijn voorstel. De heer Brugman kon met het voorstel van B. en W. wel meegaan. In de vergadering had spr. een oogenblik gedacht, toen hij hoorde, dat raadsleden niet van den weg af wisten, of hij helderziend was geweest. Spr heeft er n.1. wel van geweten. De heer Swaag: Doordat uw fractiege noot U heeft ingelicht. De heer Brugman: Daar heeft U gelijk aan, maar nu ik den heer Martin heb ge hoord, trek ik dit in. Ook ik ben voor het be houd van het natuurschoon en was reeds ja renlang voor den aankoop van de terreinen, maar hier werd wel reclame gemaakt, om borden weg te krijgen, maar nooit om het bosch te koopen. Met volle medewerking van de grondbezitters hebben wij nu beslag kun nen leggen op het terrein. Het was spr. be kend, dat de Prov waterleiding ook wat doet in de duinen en spr. gelooft, dat de Prov. v a- terleiding ook behoefte heeft aan den weg en daarin hebben wij niets te zeggen. Spr. is dan ook vóór het voorstel van den voorzitter en wil in de commissie menschen benoemen, die tegen den weg zijn en dan kijken, of er in die richting iets gedaan kan worden. De voorzitter oordeelde, dat de Raad niet kan oordeelen over iets, zonder het te hebben gezien. B. en W. hadden met belang stelling naar het wegenplan uitgekeken en waren verheugd, dat de weg erop stond. De heer S w a a g gevoelde niets voor de commissie. Z.i. was dit een gevaarlijk experi ment en alleen een poging om op een andere manier een gunstige beslissing te krijgen Wij zijn. aldus spr., met den toestand wel bekend en weten daarom, dat het schadelijk is, als daar een weg komt. Spr. is er vóór, om het Kosch in bezit te krijgen, maar wenscht onder 'een voorwaarde mede te werken, dat er daar en weg komt. Hii handhaafde dan ook het voorstel om Ged. Staten te verzoeken, den weg vati het plan af te voeren. Dr. u - me l r ji k oordeelde, dat het coaj-1 Sedert foren heb ik hevig aan indigestie ee. leien. Ik probeerde verschillende ger.eesmiddeSn maar niets hielp. Ik kocht een kleinen fleert Kruschen en dat scheen mij goed te doen. Daan* gebruikte ik vier groote flacons en voel me nÜ perfect. Ik ondervond, dat het mij bevrijdde van dat gevoel van opgeblazenheid, dat Ik kreeS. zoodra ik iets gegeten had. Daarom neem ik nZ Kruschen eiken morgen. Ik had erg veel last van krampen, maar ik voel mij nu prachtig gezond 2 Sept. 1929. Mevr. E. C. D teL (Origlneele brief ter Inzage). Indigestie wordt veroorzaakt, doordat de maag- en verteringssappen niet worden &fm. voerd. Dit beeft ten gevolge, dat het voedsel ln plaats van door het lichaam opgenomen te worden, zich Inwendig ophoopt en gaat gisten, waardoor schadelijke, giftige stoffen ontstaan^ Wanneer de verteringssappen hun normaien weg volgen, zult geen klachten meer hebben. En het ls juist Kruschen, dat een snelle en blijvende verlichting brengt van Indigestie. Door de onmiddellijke uitwerking der zes minerale zou ten van Kruschen wordt de loop der onmisbare sappen bevorderd en geregeld. En dat beteekent een verlossend einde der Indigestie, zoodat 0 weer alles kunt eten, zonder ook maar ln 't minst bang behoeven te zijn voor de vroegere, onaan gename gevolgen. Kruschen Salts ls verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten f 0.90 en 1 eo per flacon. promis-voorstel van den voorzitter alleen zin had voor hen, die daar een weg willen. Spr. wil daar onder geen voorwaarde een weg. De voorzitter meende, dat het niet over een compromis ging. Het gaat er alleen om, of de weg daar zal schaden en dit zal onder de oogen moeten worden gezien. De heer Den Das betoogde dat volgens de teekening de weg niet anders kan loopen dan langs den voet der duinen en door het Reigerbosch. Wanneer men te lang met het verzoek wacht en de gemeente heeft subsidie voor den weg vanaf Egmond uit het Wegenfonds geaccepteerd, dan wordt het later vee! moeilij ker, uit een moreel oogpunt om zich nog te gen den geprojecteerden weg door het bosch te verzetten. Spr. wil dan ook probeeren om den weg af te voeren en de .vomlaan door te trekken. Ook is er nog een andere mogelijkheid van Prov. Staten. De voorzitter: Neèn, dat is een ont- werp van. den Hoofdingenieur, maar de weg kwam op het Wegenplan niet voor. De heer Den Das: Maar wij dienen er ernstig voor te waken, dat de weg door het bosch er niet komt. De voorzitter oordeelde, dat de heer Den Das vergat, dat, toen de kwestie aanhan gig werd gemaakt door verschillende gemeen tebesturen, den geheelen weg van Castricum tot Schoorl niet op het Prov. Wegenplan stond. Het is ook mogelijk, dat door het feit, dat de weg vanaf de Franschman tot de Zuid laan zoo gunstig was voor de verbinding van Zuid tot Noord, van invloed is geweest, dat de weg Van Castricum tot Schoorl op het Prov. Wegenplan is geplaatst en dat door af voering daarvan moeilijkheden zouden kun nen ontstaan. B. en W. hadden dan ook de bedoeling om de zaak te laten loopen, aangezien tijd wel raad schaft. De Raad wil nu de koe bij de horens vatten, maar op welke gronden wil men nu zeggen, dat de weg er niet moet ko men? Op grond van het schenden van het natuurschoon? De heer Den Das: Ja. De voorzitter: Maar de gemeente Bergen heeft er ook groot belang bij, dat de duinweg van Egmond op het Weger pian is geplaatst. Spr. dringt daarom aan op het aannemen van het voorstel van B en W. Dr. H e m e 1 r ij k wil eerst stemmen over de door den heer Den Das en Swaag inge diende motie. De voorzitter meende, dat het voorstel van B. en W. den voorrang verdiende. De heer Den Das voerde hiertegen aan, dat het andere voorstel het vérstrekkendste was. Wanneer de Raad beslist, dat er toch een weg mag komen, dan was hij voor het voorstel van B. en W., terwijl hij daartegen zal stemmen, als dit het eerst in stemming komt. De voorzitter gaf om andere redenen de voorkeur aan het voorstel van B. en W. De heer Swaag wenschte alle gevolgen te aanvaarden, als de weg er maar niet komt. Spr. bleef er op aandringen om 't verststrek- kendste voorstel het eerst in stemming te brengen. Dr H e m e 1 r ij k en de heer Den Das oordeelden dit ook het zuiverste, waarop het voorstel om. Prov. Staten te verzoeken den den weg van het Wegenplan af te voeren, werd aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de Wethouders en de hee ren Brugman en Zeiler; vóór de heeren Bal- tus, Swaag, Den Das, Dr. Hemelrijk, Dirk- son. Blank en Martin. De ta'rijke bezoekers van de publieke tribuni verlieten hierop onmiddellijk met blijde ge zichten de Raadszaal. OUDKARSPEL. B en W. hebben, op hun verzoek, eervA ontsla? verleend aan de heeren P- Eecen rzfl en P. Kroon Azn„ als brandmeesters, ingaan de 1 Mei 1930 Docr de politie is dezer dagen tegen vijf motorvaarders procesverbaal opge maakt, wegens overtreding van de maximum snelheid in de Burggracht. In die gracht mag volgens de politieverordening van de Banne Oudkarspel niet geen grootere snelheid wor den gevaren, dan 3 K M. per uur Naar wil vernemen zullen bij het bestuur der Banne pogingen worden aangevoerd dit maximum gewijzigd te krijgen in b.v 6 K.M.. omdat «e practisch onmogelijk is met geen grootere snelheid dan 3 K M. te varen. We kunnen ons het bezwaar van eigenaars van motorvaar tuigen hee! goed begrijpen, als men weet, vaartuigen, met de kloet voortbewogen, een snelheid van KM j>er uur halen. Zoolang echter het artikel i* zigd, zü men oj) zijn hoede.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6