Alknaarscle teuraot.
DE VERDWEHEN DELHI.
Hondird Iwee en dertigste Jaargang.
Radio-hoekje
ra: i i,i,Kim
Rechtsgaken
Provinciaa! nieuw»
Jio. 88 1930.
Maandag 14 April
Dinsdag 15 April
Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M).
■10.10.15 Morgenwijding. 12.2.Con
cert door het A. V. R. O.-Kwintet. 2.-3.
Gramofoonplaten 4.-5.Solisten concert.
Ans Bierman, zang. A. M. Horsman, piano.
5 30—6.Concert uit Café „Moderne" te
Amsterdam. 6.— Tijdsein. Daarna: Vervolg -
concert. 6.30 Va-z Dias: Koersen. 6.45 Con
cert door de Stafmuziek van het 5e Regt. In
fanterie, Amersfoort. 8.01 Aansl. van de
Groote Doelenzaal te Rotterdam. Concert
door het „Orchestre Symphonique" van Pa
tijs onder leiding van Pierre Monteux. Daar-
fia Persberichten en gramofoonpl. 12.— Slui
ting.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.)
8.159.30 Gramofoonplaten. 11.30—12.
Godsdienstig halfuurtje. 12.—12.15 Portie-
berichten. 12.151 15 Concert door K. R.
O.-Trio. 1.152.Gramofoonpl. 2.-3.
.Vrouwenuurtje. 3.3.30 Mevr. F. Steen-
berghe—Engeringh„De Internationale
iJtiie van R.K. Vrouwenbonden en haar 8ste
congres te Rome in Mei 1930". 4.-5.— N.
C R. V. Ziekenuurtje. 5.-6.— Debutanten-
uurtje. Jkvr. Nora von Motz, piano. Lea
iZweers, sopraan. 6.01—6.15 S. Hooy: De
oefenstof voor de internationale gymnastiek-
wedstrijden der UIOCEP Juli a.s. te Ant
werpen". 6.156.45 Gramofoonpl. 6.45
ii7,L5 J. A. Rosier: „Van Ouders en kinderen".
;,7.15—7.45 WelEerw. Zeergel. Heer Dr. R.
Post: „De invoering van het Katholicisme in
liet tegenwoordig Nederland". 7.45—8.—
Politieber. 8.019.30 Lijdensoverweging.
iMannen- en Knapenkoor onder leiding van
jos H. Pickkers. 9.30—9.35 Nieuwsber. 9 35
11.Kamermuziek. Het K. R. O.-kwartet,
piano, viool, Alt en cello. Na afloop gramo-
foonmuziek. 12.Tijdsein en sluiting.
Daventry, 1554.4 M. 9.35 Morgenwijding.
9.50 Nieuwsberichten. 10.05 Lezing. 10.20
Televisie-uitzending. 11.20 Balladenconcert,
alten tenor. 11.50 Concert-orgel bespeling.
11.201.20 Lichte orkestmuziek. 1.20 Ful-
tograph-uitzending. 1.25 Gramofoonmuziek.
,3.20 Orkestconcert. 3.35 Gramofoon. 3.50
Orkest- en orgelconcert. 4.35 Kinderuurtje.
5 20 Voorlezing. 5.35 Nieuwsber. 6.Suites
van Bach, voor cello. 6.20 Lezing. 6.45
Pianoconcert. 7.05 Lezing door Philips
Snowden. 7.30 Entr'acie. 7.35 Symphonie-
concert. 8e Symphonie van Mahler, in de
Queens Hall, Londen. National Orkest en
koor en solisten, onder leiding van Sir Henry
Wood. 9.35 Kersen. 9.45 Lezing. 10.05 Dans
muziek, tot 11.20.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 11.50
I.2Ó Gramofoonplaten. 3.05 Orkestconcert en
soli. 7.20 „Die verkaufte Braut". Opera van
Smetana.
Langetiberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo
foonmuziek. 9.3511.15 Gramofoonpl. 11.30
Gramofoonplaten. 12.251.50 Orkestcon
cert. 4.50—5.50 Orkestconcert. 7.20 Orkest-
concert 8.20 „Prozess Sokrafes". Hoorspel
m 4 bedrijven van Hans Kyser.
Brussel, 508.5 M. 4.20 Trio-concert. 5 50
Gramofoonplaten. 7.35 Gramofoonplaten.
7 50 Symphonieconcert. 7.35 Golfl 238.2 M.:
Concert georganiseerd door de SAROV.
Kalundbcrg. 1153 M. 11.20—1.20 Orkest
concert. 2.20—4.20 Orkestconcert en decla
matie. 7.207.55 Orkestccncert. 7.55—8 10
Liederen-voordracht door Fred. Otto. 8.10
9.Orkestconcert en voordracht. 9.20
9 45 Cello-recital door Rud. Dietzmann.
9.4510.20 Orkestconcert. 10.2011.20
Dansmuziek.
Zeesen, 1635 M. 6.15—11.20 Lezingen.
II.20—12.15 Gramofoonplaten. 12.15
12 50 Berichten. U20--2.— Gramofoonpla
ten. 2.20—3.50 Lezingen. 3.504.50 Con
cert. 4.50—7.20 Lez.r.gen. 7.20 Orkestcon-
cert. 8.Piano-recital. 8.20 Orkestconcert.
9 50 Lezing en berichten
DE ZENDTIJD VAN DE V. A. R. A.
In het gebouw van Kunsten en Weten-
tchappen werd Zondag een druk bezocht de-
monstraftief congres der V. A. R. A. gehou
den waar het woord gevoerd werd door de
heeren Van der Lende, Zwertbroek, Oude
geest en mevr. PothuisSmit. Daar werd een
resolutie aangenomen waarin geëischt wordt
met den grootst mogelijken spoed een einde te
maken aan den thans nog heerschenden
Door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER.
89)
„Met alle genoegen", antwoordde ik.
„Waar denk je heen te rijden?"
Ralph antwoordde een weinig vaag. Hij
had een paar boodschappen te doen en ver
der had hij nog geen bepaald plan ge
vormd. Ik nam na een paar minuten af
scheid van hem en ging de straat op. Ik
liep in Westelijke richting, maar toen ik
een eindje weg was, zag ik onverwachts een
bekende gestalte te voorschijn komen uit
de deur van een groot, van grauwe bak
steen opgetrokken huis. Wij stonden bijna
neus aan neus op het trottoir tegenover
elkaar. Het was de man, wiens leven ik
vermoedelijk had gered nog slechts enkele
uren geleden. Hij nam den hoed voor mij af,
terwijl zijn donkere oogen mij met een vra-
genden blik aankeken.
,,U was toch niet op weg om mij te be
zoeken?" vroeg hij.
Het hoofd schuddend antwoordde ik:
„Niet alleen had ik geen vermoeden waar u
woonde, maar ik ken zelfs uw naam niet."
„Beide feiten kunnen u ook slechts matig
belang inboezemen", antwoordde hij kalm.
Ik keek het huis aan, waaruit hij was ge
komen en merkte op:
„Het wil mii toeschijnen, dat u er diolo.
uiterst onbillijken toestand en aangedrongen
wordt er op de V. A. R. A. haar rechtmatig
toekomenden zendtijd te geven.
DE KATH. RADIO OMROEP.
Een nieuw studiogebouw te Hilversum.
Naar „De Maasboder' meldt, is de K.R.O -
stichting in het bezit gekomen van het ge
bouw der Katholieke Vereeniging te Hilver
sum.
Het ligt in de bedoeling in de naaste toe
komst alle uitzendingen van daar te doen ge
schieden.
Directie en kantoor blijven te Amsterdam
Daar er aan het gebouw te Hilversum
eenige veranderingen moeten geschieden, zal
voorlpopig alleen van de groote zaal worden
gebruik gemaakt door het volledig orkest on
der leiding van den beer Gerritsen.
Met deze zaal, welke een oppervlakte van
ongeveer 300 vierkante meter beslaat, hoopt
men deze week gereed te komen.
VOOR DEN KANTONRECHTER TE
ALKMAAR.
Zitting van Vrijdag 11 April.
Kantonrechter mr. D. Bastert.
DE WIND DRAAIDE IN HET VOORDEEL
VAN EGMOND-BINNEN.
Op 14 Maart stond terecht als verdachte,
de heer M. G., koopman er. landbouwer te
Egmond aan den Hoef, als verdacht van
schuldig aan een aanrijding met zijn vracht
auto te Heer-Hugowaard op den Middelweg
den 13 Nov., waarbij een door den land
bouwer P. Veeken van de Stolpen, gem.
Zijpe, bestuurde luxe auto nog al eenige
schade bekwam. Volgens lezing van den heer
Veeken had de verdachte zonder eenige tee-
kens gegeven te hebben, zijn auto achteruit
over den weg gehaald met het doel de dam,
die toegang gaf tot het erf van den land
bouwer Paulus Oudeman op te rijden. De
heer G. ontkende toen die schuld, daar hij
nog ter zijde van den weg had gestaan en er
nog alle ruimte was gegeven om te kunnen
voorbijrijden. Hij noemde toen verschillende
ooggetuigen, die ook zouden kunnen ver
klaren dat de heer Veeken zeer snel had ge
reden. Teneinde dit verweer te kunnen toet
sen aan den steen der waarheid, werd aan
houding gelast en heden met de behandeling
voortgegaan. De heer G. had zich uit een
oogpunt van wijze voorzorg juridisch laten
bijstaan door een bondsadvocaat in casu
mr. Polak uit Groningen.
Als nieuwe getuigen werden gehoord de
landbouwer Paulus Öudeman en diens 75-
jarige moeder, mej. de weduwe Oudeman.
Voorts de 50-jarige Joh. Schuit, landbou
wersknecht en de 74-jarige landarbeider
Klaas Koomen.
Al de verklaringen van deze nieuw ge
hoorde getuigen waren overwegend in het
voordeel van den heer G.
De heer Paulus Oudeman verklaarde, dat
er ruimte genoeg was geweest om te pas-
seeren. Ook had hij opgemerkt dat de heer
P. Veeken een alcoholischen geur verspreid
de. Hij had de aanrijding niet gezien, maar
wel gehoord. De slag was zeer hevig.
Mej. de Wed. Oudeman deelde mee, dat
de luxe auto een zeer snelle vaart had. Hij
spuwde vuur en vlam en stoom en ze had bij
zich zelf gezegd: Hoe mot dat nag terecht
kqmme. De heer Schut verklaarde dat er
ruimte genoeg was om voorbij te rijden en
bevestigde de verklaring der voorgaande ge
tuigen omtrent de overmatige snelheid.
De auto van den heer Veeken had den
heer Klaas Komen achterop gereden en werd
toen zoo veel gang ontwikkeld, dat Klaas
het niet kon bekijken. Na de aanrijding had
den beide partijen, zoowel Veeken als G. el
kander de schuld gegeven en schadevergoe
ding willen hebben.
Wie wilden die hebben, vroeg de kanton
rechter.
Nou, allebei, zei Klaas laconiek tot ver
maak der aanwezigen.
Na dit getuigenverhoor ontviel den heer
ambtenaar ook nog den laatsten grond,
waarop hij nog eenige bewijslevering had
kunnen baseeren. De ambtenaar zeide thans
zelf te erkennen, dat zijn dagvaarding bij
de huidige constructie niet houdbaar was,
zoodat vrijspraak werd gerequireerd.
Mr. Polack, wiens taak ten zeerste werd
verlicht, zag dan ook grootendeels af van zijn
voorgenomen uitvoerig pleidooi en sloot
zich, wat althans de conclusie betrof, vol
komen aan bij het requisitoir.
De kantonrechter aarzelde dan ook geen
oogenblik, deze-vrijspraak te verleenen, doch
wierp in zijn uitspraak den nadruk op de zijn
inziens hoogst roekelooze, door vele auto
mobilisten aangenomen gewoonte, op wegen,
waarop geen wettelijke snelheidsmaximum
matieke connecties op na houdt."
„Ja, waarom ook niet? Maar", ging hij na
een oogenblik van nadenken voort, „ik zie
niet in, waarom mijn naam een geheim voor
u zou blijven, kapitein Rotherby."
Hij haalde een kaartje uit zijn binnenzak
en bood mij dat aan. Met moeielijk te ver
helen nieuwsgierigheid las ik wat er op
stond:
ALFONSO LAMARTINE.
Braziliaansche Legatie.
12 Porchester Square.
„U is dus een Zuid-Amerikaan?" vroeg ik
haastig.
„Van geboorte wel, doch ik heb mijn le
ven grootendeels te Parijs en Londen ge
sleten."
„Maar u kent den heer Delora uit Brazi
lië dan toch wel?"
„Ik ken de familie. Het zijn menschen van
veel invloed, Ik heb u mij naam doen ken
nen, kapitein", vervolgde hij, „omdat ik niet
zou weten, waarom wij niet open kaart met
elkander zouden spelen. Ik ben nu eenmaal
verplicht belang te stellen in het doen en
laten van den heer Delora en zijn nicht. En
u schijnt op de een of andere wijze verstrikt
te zijn in het net van intriges dat hen om
geeft."
Ik stak een arm onder de zijnen en wij
liepen verder op.
„Laat ik u verzekeren", verklaarde ik,
„dat u het goed heeft geraden. Er bestaat
geen enkele reden, waarom wij geheimen
voor elkander zouden hebben. Ik zou alleen
zoo Zielsgraag willen weten, hoe het moge
lijk is, dat menschen van hun stand connec-
ticfi Hohh^ti met lui als Louis en consorten.
werd toegepast, een ongelimiteerde snelheid
te ontwikkelen, wat ook daar de oorzaak kan
zijn van ernstige ongevallen.
HET SLACHTOFFER VAN EEN
RAMMELEND FORDJE EN BIBBERENDE
WEGSPIEGEL.
De 32-jarige heer Gerrit S., een hande
laar te Alkmaar, wien men een groote ijver
voor de winst van zijn dageiijksch brood niet
mag ontzeggen, reed op 20 Februari in zijn
Ford langs het N.H. Kanaal tusschen Burger
vlotbrug en Schoorldam met als einddoei
Alkmaar, niet vermoedende, dat een grooi
gedeelte van zijn dagelijksche verdiensten in
dreigend gevaar verkeerde.
Achter hem toch reed;, in heel wat comfor
tabeler en meer luxueuzen prachtwagen de
heer dr. Mol, directeur van den Keurings
dienst voor waren te Alkmaar, die door het
geven van daverende signalen poogde de
aandacht van den vrachtford-chauffeur te
trekken, om hem duidelijk te maken dat hij
wilde passeeren. Ook de pogingen van Dr.
Mol om het aanminnig conterfeitsel des hee
ren S. in diens wegspiegel te ontdekken, mis
lukten als gevolg van een vermoedelijk on-
juisten stand, ten eene male. Nabij Schoorl
dam nam Dr. Mol echter zijn kans waar en
wist voor te komen, waarop hij onmiddellijk
den heer S. het teeken gaf te stoppen. E>eze
nog van geen kwaad bewust en.in de mee
ning verkeerend dat die mijnheer zijn hulp
noodig had, voldeed daaraan direct en hoor
de toen tot zijn ontsteltenis, aan welke straf
bare overtreding van art 3 sub c Motor- en
rijwielwet hij zich had^ schuldig gemaakt,
zóodat Dr. Mol, die uit hoofde van zijn kwali
teit als hoofd van den Keuringsdienst ook is
aangesteld als onbezoldigd rijksveldwachter,
zich verplicht achtte tegen hem proces
verbaal op te maken
De heer Gerrit S. stond thans terecht en
werd na het hooren van Dr. Mol, die ver
klaarde vanaf Zijpersluis tot Schoorldam ge
dwongen te zijn geweest in een slakkengange-
tje achter het voertuig van S. aan te rijden,
veroordeeld tot 5 boete of 5 dagen hechte
nis.
DE DOOD GAF MEER VOORDEEL DAN
HET LEVEN.
Evenals het verscheiden van een ver
mogend suikeroompje meer financieel voor
deel brengt aan zijn ongeduldig wachtende
familieleden, dan zijn bloeiende en onver
woestbare gezondheid, brachten hier de
doode konijntjes, door den heer Piet K. en
zijn assistent in de duinen van het vogelwater
te Egmond-Binnen opgedolven méér profijt
aan de schatkist, dan de levende konijntjes,
met toestemming van den pachter van het
jachtrecht opgegraven door de boerenarbei
ders Kool en Wilbrink. Deze levende konijnen
toch waren bestemd voor een poelier te Vel-
sen, terwijl de onmiddellijk na de opdelven
genekte soortgénooten indirect oorzaak wa
ren, dat de delver zonder vergunning Pieter
K- heden werd veroordeeld tot niet minder
dan 20 boete of 20 dagen hechtenis. Deze
zaak kwam reeds de vorige week voor de
groene tafel, doch het werd noodig geacht
alsnog tot versterking van het bewijs, den ge
tuige Wilbrink te hooren.
OP DE RAADSELACHTIGE
ARBEIDSWET HEEFT MENIG
WERKGEVER ZICH SUF GETUURD.
Een te De Rijp gevestigde stucadoors-
patroon, de heer J. P. de K. was in kwaliteit
van verdachte ter verantwoording geroepen
op grond van het geconstateerde feit, dat hij
op 10 Maart aldaar op een bouwwerk een
tweetal knechts, waarvan een zijn eigen zoon,
had laten arbeiden, zonder dat daar op dat
werk op de voorgeschreven wijze aanwezig
was een arbeidslijst en register. De heer de K.
erkende zulks zonder omwegen, doch zeide
in de meening te verkeeren, dat deze formali
teiten onnoodig waren, omdat hij zonder
materiaal werkte in opdracht van den aan
nemer van bedoeld werk, een schoolverbou-
wing. Voorts beriep de verdachte zich op bij
lage M van artikel 9 van het rusttijden- en
arbeidslijstenbesluit, volgens welk artikel be
doelde arbeidslijst niet aanwezig had behoe
ven te zijn. Comparant wees er tevens op, dat
in zijn werkplaats een en ander behoorlijk
overeenkomstig de voorschriften correct bij
gehouden en duidelijk zichtbaar was opge
hangen.
Naar aanleiding van dit verweer werden
de wetten door de competente schriftgeleerden
nog eens nagelaten en kon daarna de stuca-
door, die natuurlijk wel de klok had hooren
luiden, doch zich in de plaatsing van de
klepel had vergist, worden duidelijk gemaakt
dat een arbeidslijst niet behoeft te worden
opgehangen op een karwei, dat binnen een
week afloopt. Duurt zulks langer en dan tot
14 dagen, dan is het noodig dat 'n afschrift
van die arbeidslijst wordt geëxposeerd, maar
Mijn metgezel strekte een hand uit, bleef
stilstaan op het trottoir en riep met een
heftig gebaar uit:
„En u vraagt mij daarnaar? Ik had juist
ehoopt van u inlichtingen op dat punt ie
rijgen! Ik weet niets, absoluut niets! Mijn
opdracht luidt niet anders dan den heer De
lora bij zijn aankomst te Londen te ontvan
gen en hem van dienst te zijn waar dit mo
gelijk is. Ik ga naar het station om hem af
te halen en hij is verdwenen! Ik begeef mij
naar zijn kamers, hij is niet aangekomen!
Zijn nichtje weet van niets. Ik probeer in
zijn kamers binnen te dringen en mijn leven
loopt gevaar."
„Wacht even", zeide ik. „U sprak daar
van een opdracht. Wie had u die gegeven?'
„Mijn regeering", antwoordde hij een
beetje kortaf. „De heer Delora heeft enkele
particuliere zaken van groot belang in En
geland in orde te maken en de regeermg is
daarbij belanghebbende. j
„Weet u iets van zijn nichtje at?
Niets anders dan dat zij een
koorlijke jonge dame schijnt te zijn en een
der rijkste erfgenamen belooft te worden."
„Weet u Lts van vijanden, die hij mis
schien mocht hebben? Staat bijvoorbeeld
die aangelegenheid van hem in verband met
een of andere zaak, welke hem in conjtact
doet komen met menschen als die Louis en
zijn makkers?"
„Ik wil u openhartig bekennen", ant
woordde de jongeman, „dat ik absoluut niet
weet, welke zaken hij hier heeft te doen.
En, wonderlijk genoeg, mijn chef weet het
ook niet. Ik had enkel de opdracht hem af
te halen en ham eiken dag te bezoeken. U
zullen de werkzaamheden ter plaatse nog
langer aanhouden, dan is het beslist nood
zakelijk dat de origineele arbeidslijst wordt
medegebracht en opgehangen op een voor
ieder duidelijk zichtbare plaats.
De ambtenaar waardeerde deze openbare
les in arbeidswetkennis op 2 boete of 2
dagen hechtenis, welken prijs den blijkbaar
nog niet geheel overtuigden leerling niet eens
scheen te vallen, zoodat hij zelfs al het voor
nemen kenbaar maakte, in appèl te willen
gaan, doch de kantonrechter beëindigde ech
ter alle twijfelingen, door verdachte wel
schuldig te verklaren, doch krachtens zijn be
voegdheid, ontleend aan artikel 398 sub 9
Wetb. v. Strafvordering geen straf toe te
passen.
DE IN BOEIEN GEKLUISTERDE
WERKGEVER.
De koopman en handelaar in zaken cum
annexis de heer Karei van Th. te Alkmaar
is een belijder van den Israëlietischen gods
dienst en koestert als zoodanig het rechtma
tig verlangen den sabbathdag ongestoord
met zijn gezin te mogen vieren.
Teneinde alsnu opi dien feestdag niet door
zakenzorg te wordeii gekweld, had hij zijn
twee knechts met wederzijdsch goedvinden
des Vrijdags eenige uren langer aan het
werk in het pakhuis gehouden, dan volgens
de arbeidswet was geoorloofd, wat op 3
April des avonds ten 8.30 door een contro
leerend agent werd geconstateerd met het
onvermijdelijk strafrechterlijk gevolg.
De heer van Th. nog een oude kennis van
den kantonrechter uit de dagen dat hij nog
van een hondenkar gebruik maakte, erkende
de overtreding en gaf de hierboven om
schreven toelichting. Op de opmerking van
dep kantonrechter, dat bedoelde knechts toch
geen Israëlieten waren, repliceerde van Th.,
dat hij zijn zaak des Zaterdags wilde slui
ten om dan ook bevrijd te zijn van toezicht
op het werk. Hem werd geadviseerd onthef
fing aan te vragen, wat hij volgens zijn
eigen mededeeling gemakkelijk kan krijgen
en veroordeeling volgde tot 2.50 boete of
2 dagen.
ZINDELIJKHEID DIENT VOOR
ZEKER DE BAKKER NIET HET
MINST TE BETRACHTEN.
„Kijk eens aan, ik heb je in langen tijd
niet gezien", aldus begroette vriendelijk
den kantonrechter den laatsten aanwezigen
comparant, den 52-jarigen heer Arie O.,
bakker te Alkmaar. Gelukkig niet, antwoord
de de heerO. meer oprecht dan hoffelijk, na
tuurlijk niet persoonlijk, doch ambtshalve
bedoeld, hoewel onze kantonrechter in veel
gevallen zich ook ambtelijk een vriend van
den werkgever heeft getoond.
De heer O. hernieuwe dan de kennisma
king naar aanleiding van het feit, dat op 3
April des namiddags een bakkersgezel,
wiens arbeidstijd ten 5 uur was geëindigd,
door een controleerend politieagent ten 6 uur
10 nog in de bakkerij werkend was aange
troffen. Door den heer O. werd zulks er
kend, doch hij voegde er bij dat bedoelde
knecht geen bakkersarbeid verrichtte, doch
medehielp aan de groote schoonmaak der
bakkerij, die op geregelde tijden moet plaats
hebben en uiteraard eerst kan gebeuren als
het bakken is afgeloopen. Het was natuur
lijk geen aangename gewaarwording, als
men den geheelen dag hard heeft gewerkt,
ten slotte beloond te worden met een bekeu
ring. De kantonrechter kon zich dit ook wel
indenken en gaf den mismoedigen bakker
weer eeniger mate het vertrouwen in de
menschheid terug, door op hem, toen de
ambtenaar 5 boete of 5 dagen was gevor
derd, geenerlei straf toe tee passen, zoodat
voor deze zitting met recht en reden kon
worden gezegd: Eind goed, al goed.
Mondelinge uitspraak van 11 April 1930.
C. O. te Schoorl, P. J. de K. te Purmerend,
D. J. V. te Alkmaar, overtreding Arbeidswet.
De le 6 boete of 6 dagen hechtenis, de 2e
geen straf toegepast, de 3e 4 boete of 4
dagen hechtenis.
J. H. B., J. J. P. de G. te Bergen, over
treding Boterwet. De le 15 boete of 15
dagen hechtenis, de 2e 8 boete of 8 dagen
hechtenis.
M. D. te Egmond aan Zee, straatschending.
Teruggave aan de ouders.
J. v. G. te Hazerswoude, A. M. te Span
broek, overtreding Binnenaanvaringsregle-
ment. De le 3 boete of 3 dagen hechtenis,
de 2e 3 X 3'boete of 3 X 3 dagen hechte
nis.
J. B. te Schoorldam, dronkenschap, 2
boete of 1 dag hechtenis.
J. Z. Ez. te Egmond aan Zee, loopen ver
boden grond, 10 boete of 10 dagen hechte
nis.
P. K. te Egmond aan Zee, overtreding
Jachtwet, 20 boete of 20 dagen hechtenis.
kunt nu zelf oordeelen, hoe ik daarin ge
slaagd ben."
„Heeft u de politie er al in gekend?"
„Neen", antwoordde Lamartine. „Wij
hebben alles naar Brazilië geschreven, met
het verzoek ons telegrafisch te antwoorden.
Intusschen", ging hij een beetje aarzelend
voort, „heeft u het in den afgeloopen nacht
niet getroffen, dat juffrouw Delora het met
dien ploert van een Louis eens was en mee
gedaan heeft aan dien aanslag op mij?"
„Daar geloof ik niets van!"
Met een ietwat cynisch lachje merkte de
jongeman op:
„Toch zou het nog al natuurlijk zijn!"
„U zou toch niet in ernst willen beweren,
dat een jonge dame van den stand van juf
frouw Delora zich zou verlagen om met een
oberkellner samen te zweren."
„Kapitein Rotherby", antwoordde mijn
nieuwe kennis, „ik weet van niets en ik
begrijp niets. Ik weet alleen, dat de ge
schiedenis van Delora mij niet minder dan
mijn chef in groote verlegenheid brengt.
Wij hebben belangrijke mededeelingen voor
den heer Delora en hij is onvindbaar."
„Maar het is toch niet mogelijk, dat ia
Londen een mensch verdwijnt!"
„Een mensch kan overal zoek raken','
antwoordde Lamartine droogjes, „als men
schen als Louis daar belang bij hebben. In
tusschen is het toch niet verstandig van ons
onze wederzijdsche bevindingen met elkaar
te vergelijken, wanneer wij geen van beiden
iets met zekerheid weten. Mocht ik iets
te weten komen omtrent het verblijf van
den heer Delora
Ik reikte hem ijlings mijn kaartje over, er
A. M. te Bergen, S. J. S. te Castricum, V
R. te Zuid-Scharwoude, H. M. v. L. te Rotter
dam, T. K. te Noord-Scharwoude, A. v. d.
W. te Akersloot, C. D., H. G. C., P. S. te Alk
maar, overtreding Politieverordening. De le
en 8e ieder 6 boete of 6 dagen hechtenis, de
2e, 6e, 7e ieder 3 boete of 3 dagen hechte
nis, de 3e en 5e ieder 5 boete of 5 dagen
hechtenis, de 4e 2 boete of 2 dagen ehchte-
nis, de 9e teruggave aan de ouders.
M. G. te Egmond aan den Hoef, J. M. v.
D. te Haarlem, F. B., P. de W. te Bergen,
W. B. te Heiloo, P. A. te de Rijp, W. P. Q.
te Krabbendam, J. de B. te Koedijk, J. K. te
St. Pancras, G. B. te Burgerbrug, C. S. te
Den Helder, L. de G. te Breezand. J. G. te
Zuid- en Noord-Schermer, J. de M. te Zijpe
W. B., H. S.. P. J. S.. G. v. 't V.. P. C. K v.'
D., J. R., A. V., K. v. T., G. S. te Alkmaar,
overtreding Motor- en Rijwielwet. De le vrij
spraak, de 2e 10 boete of 10 dagen hechte
nis, de 3e, 9e, 11e, 17e ieder 3 boete of 3
dagen hechtenis, de 4e, 15e, 18e ieder f 4
boete of 4 dagen hechtenis, de 5e, 7e, Se
ieder f 2 boete of 2 dagen hechtenis, de 6e,
12e, 13e, 14e, 16e en 23e ieder 5 boete of
5 dagen hechtenis, de 10e, 19e ieder 6 boete
of 6 dagen hechtenis, de 20e 7 boete of 7
dagen hechtenis, de 21e geen straf toegepast,
de 22e 2 X 2.50 boete of 2 X 2 dagen
hechtenis.
HEER-HUGOWAARD.
Raadsvergadering.
Om twee uur opent de voorzitter, burge
meester Van Slooten de voltallige vergade
ring. Even wilde spr. vóór tot behandeling
der agenda over te gaan nog memoreeren
dat de werkzaamheden aan het woonwagen
kamp hoek MiddenwegHuygendijk thans
zoodanig opschiet dat spoedig tot beharding
en leggen van een brug kon worden overge
gaan.
Eenige ingekomen stukken werden voor
kennisgeving aangenomen.
De heer J. Liefhebber, hoofd der O.L.
school te Veenhuizen heeft tegen 1 Augus
tus a.s. eervol ontslag aangevraagd wegens
zijn benoeming als hoofd der U.L.O.-school
te Emmen. Met algèmeene stemmen werd het
gevraagde ontslag verleent, terwijl de voor
zitter eenige waardeerende woorden sprak
over de manier waarop de heer Liefhebber
zijn taak als onderwijzer opvatte en daar
bij de hoop uitte, dat we een dergelijk goed
onderwijzer in de plaats zouden krijgen.
Met algemeene stemmen werd goedgevon
den accoord te gaan met het advies der
lichtcommissie terzake een verzoek van D.
Gootjes aan den Boterweg ter verkrijging
van eiectr. licht, en afwijzend op dit verzoek
beschikt.
Van het armbestuur zijn voorstellen inge
komen betreffende verhooging van presen
tiegeld tot 3 per vergadering en verhoo
ging van het salaris van den penningmeester
van 150 op 200. Beide voorstellen wer
den aangenomen, nadat wethouder Krom
heeft toegelicht dat.in een gemeente als de
onze de taak van penningmeester een betrek
king is, die naast veel tijd voor het practi-
sche gedeelte, ook tamelijk veel administratie
eischt, een en ander op een vraag van den
heer Tromp.
Eveneens werd gunstig beslist op een
verzoek van den heer Geusebroek, werkzaam
ter secretarie, om hem een gratificatie toe te
staan over 1930 en besloten daarvoor 400
beschikbaar te stellen.
Op een verzoek van eenige kilbewoners
om plaatsing van een electrisch licht bij C.
Rood, waarop B. en W. gemeend' hadden
aanvankelijk gunstig te moeten te advisee-
ren, werd, gezien het advies der lichtcom
missie in verband met den toestand daar ter
plaatse, die door afwezigheid van slooten
geen gevaar opleverde, afwijzend beschikt.
Van P. Dekker is een herhaald verzoek in
gekomen inzake de verschuldigde verpleeg-
kosten aan het St. Elisabethgesticht en den
dokter te Alkmaar, waardoor hem thans ook
nog een kunstbeen aangeschaft moet wor
den, verklaarde hij niet bij machte te zijp
bedoeld bedrag op te brengen. De voorzitter
wees er op, dat, hoewel reeds in een vorijge
vergadering langdurig hierover gesproken
is, hij nogmaals het geval wil toelichten. De
heer Tromp gevoelde wel iets voor een over
eenkomst, ofschoon hij moet erkennen, dat
de partij ter andere zijde zoo weinig houvast
bood. Wethouder Wijnker zeide, dat bij de
gemeente volstrekt geen onwil is om iets te
doen, mits slechts van de andere zijde iets
van goeden wil bleek. Ook de voorzitter was
van deze meening, doch meende dat men hier
bijvoegende:
„Laten wij elkander op de hoogte houden.
Ik ben daartoe gaarne bereid."
Hij boog en met een vriendelijk handge
baar nam hij afscheid van mij.
HOOFDSTUK XXII.
Ik zag van het plan af om mij reeds il
den ochtend aan het hotel Milan te vervoe
gen, doch omstreeks vijf uur in den namid
dag stapte ik er binnen en gaf aan den ho
telportier mijn kaartje voor juffrouw Delora
af. Hij keek mij een beetje verbaasd aan,
maar ik vertelde hem, dat ik door omstan
digheden gedwongen was mijn bezoek een
paar dagen uit te stellen.
„Vanmorgen heeft juffrouw Delora twee
maal naar u laten vragen, mijnheer, en ik
heb uw adres buiten de stad opgegeven."
„Dat is in orde", antwoordde ik. „Maat
is intusschen de heer Delora al geschikt om
bezoek te ontvangen?"
„Nog niet, mijnheer, 't Is intusschen een
rare geschiedenis met diens terugkeer!
Geen sterveling heeft hem gezien."
Ik knikte, doch ging daar niet verder op
in. Kort daarop kwam de jongen, die mijn
kaartje had bovengebracht, terug met de
boodschap, dat het juffrouw Delora zeer
aangenaam zou zijn als ik boven kwam. Ik
volgde hem naar kamer 157 en vond daar
Felicia alleen. Zij stond van de sofa op,
toen ik binnentrad, en wachtte tot de jon
gen weer verdwenen was. Daarop strekte
zij haar beide handen uit en er lag iets in
haar blik, waaraan ik geen weerstand ver
mocht te bieden. Ik schaamde mij plotse
ling om al mijn booze verdenkingen.
(Wordt vervolgd).