Ikiumti Courant. m i M.r ros. DE VEDDU UI, Hendard twee en dertigste Jaargang. Oinsdag: 15 April Radio-hoekje Stadsnieuws Ziekenfonds Alkmaar en Omstreken. IJ JU. Woensdag 16 Apr'l. Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) 10.10.15 Morgenwijding. 12.2.Con cert door het A. V. R. O.-Kwintet. 2.-4.— Gramofoonmuziek. 4.4.30 De voornaamste iludlemuziek voor piano, uitgevoerd door Eg- hert Veen. Toelichting door Louis Schmiat. 5.—5.30 Mr. M. J. C. Vrij„Kalender her vorming". 5.30 Concert door het Orkest van het Rembrandt Theater te Amsterdam. 6.30 Vaz Dias: Koersen. 7.—-7.30 Recital door Jean Devert, alt-viool. 7.30—8.— Gramo foonpl. 8.018.30 Dr. G. A. Dudok: „Een ontmoeting met John Galsworthy. 8.30—9.15 Kamermuziek door „Het Nederlandsch Trio" (Sam Swaap, Charles van Isterdael en Paul Fi'enkel). 9.1511.Concert door het Om roeporkest. 10— Persberichten. 11— Gra mofoonpl. 12.Sluiting. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R V.) 8.15—9.30 Concert. 10.3011.Zieken- dienst. 11.11.30 Gramofoonpl. 11.30 12.30 Harmoniumbespeling door M. F. Jur- jaanz. 12.12.15 Politieber. 12.30—2. Concert. Jan Richters, viool. Pieter de Vries, fluit. Mej. Ellen Sandow, piano en kerkorgel. 2.-2.45 Concert. Mevr. Willy Cantévan Amerongen, sopraan. Jan Kesen, viool. Alex. Adema, piano. 2.45—3.15 Lezen van Chr. iLectuur. 3.154.15 Versterkt concert. 4.15 5.Gramofoonplaten. 5.6.Kinderuur tje. 6.6.30 Cursus Radio techniek. 6.30 7.Lezing over versch. techn. onderwerpen. 7.7.45 Voor de Rijpere Jeugd. 7.458. Politieber. 8.11.Spreker. Muzik. medew. door het Chr. Radio-orkest. 10— Persber. Daventry, 1554.4 M. 9.35 Morgenwijding. 9 50 Nieuwsber. 10.05 Lezing 10.20 Televi- sie-uitz. 11.20 Gramofoon. 12.20 Licht or kestconcert. 1.201.50 Baüadenconcert, alt en tenor. 3.20 Dansmuziek. 4.05 Concert orgelbespeling. 4.35 Kinderuurtje. 5.20 Ac- tueele causerie. 5.35 Nieuwsberichten 6 Suite's van Bach voor ceilo. 6.20 Causerie 6.45 Causerie. 7.05 Vaudeville. Variëté. 8.20 Nieuwsber. 8.45 Lezing. 9.Paul Robesön, de negerzanger. 9.20 Zweedsch Nationaal programma. Muziek en zang. 10.2011.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1728 M. 11.50— I.20 Gramofoonplaten. 3.05 Concert door Kwintet. 7.20 „La Bohème". Opera van G. Puccini. 8.50 Concert. Orkest en cello. Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo foonmuziek. 9.3511.15 Gramofoonpl. 11.30 Gramofoonpl. 12.251.50 Concert. Orkest en klarinet. 4.505.50 Orkestconcert. 8.05 Zweedsche avond. Orkest en sopraan. Daar na tot 11.20 Orkestconcert. Brussel, 508.5 M. 4.90 Dansmuziek. 5.50 Trio-concert. 6.20 Gramofoonpl 7.35 Orkest concert. 8.05 „Le Jeu de la Passion" (Passie spel) van Theo Fleischmann. 8.30 Orkestcon. eert. Kalundborg, 1153 M. 2.504.50 Orkest- concert en declamatie. 7.35S.30 Concert Zang, piano en viool. S.309.30 Orkestcon cert. 9.5010.15 Orkestconcert. 10.25 12.20 Dansmuziek. Zeesen, 1635 M. 6.1511.20 Lezingen. II.20—12.15 Gramofoonpi. 12.1512.50 Lezingen. 1.20—1.50 Gramofoonpl. 2.05— 2.50 Jeugdtooneel. 2.503.50 Lezingen. 3.504.50 Concert. 4.50—7.50 Lezingen. 7.50 Zweedsch nationaal programma. Or kestconcert. 8.35 Concert op 2 vleugels. 9.50 ^ridge-les. Daarna: Orkestconcert. V. A. R. A.-PROGRAMS OP „NATIONALE" DAGEN. Gelijk men weet, heeft de minister van Waterstaat onlangs aan de V. A. R. A. het volgende gevraagd a. den avond van Zaterdag 19 April den verjaardag van Prins Hendrik aan de A- V. R. O. af te staan; b. een regeling te treffen, dat op den avond van Zaterdag 30 April het laatste ge deelte de A. V. R. O. en het eerste gedeelte de V. A. R. A. zou uitzenden. Van de zijde van de V. A. R. A. werd hiertegen bezwaar gemaakt, omdat reeds maatregelen genomen waren, welke een uit zending, in het bizonder op 19 dezer, niet meer ongedaan konder. maken. Het Hbl. verneemt thans, dat de minister bepaald heeft, dat op de avonden van 19 en 30 April de Hilversumsche zender ter be schikking van de V. A. R. A. zal zijn. Door E. PHILLIPS OPPENHEIM, Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. 40) „Dus u is toch maar teruggekomen?" zei- de zij vriendelijk- „Ik vind dat zeer aardig van u, kapitein. Ik heb het eenzaam, ja heusch, zeer eenzaam. Ik gevoel mij zenuw achtig en niet op mijn gemak", ging zij voort, naast mij staand en tot mij opziende. „U kunt zich dat wel voorstellen, kapitein. Ik had mij al zoovele jaren verheugd op deze reis naar Londen, en nu is alles in de war gestuurd en gevoel ik mij diep onge lukkig." „En uw oom?" „Och, men heeft mij voorgelogen!" riep zij uit. „Hij is niet terug. Ik ben geheel al leen. Hij komt niet hier en men staat mij niet toe naar hem toe te gaan. Maar wilt u niet gaan zitten, kapitein? U heeft toch geen haast? U gaat toch niet direct weer weg?" „wel neen, vooral nu niet!" stelde ik haar gerust. „Ik heb weer eens ervaren, dat de wereld toch geweldig klein is. Ik kom hier een formeele visite maken namens mijn broeder, die invalide is." Zij keek mij met stomme verbazing aan en verklaarde mij niet te begrijpen. Ik vér- telde h>sr van den brief van njijn broeder UtVO.NDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van politie, Langestraat en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de na volgende voorwerpen als gevonden gedepo neerd op 11, 12, 13 en 14 April 1930: Rozen krans; hondenpenning; horlogekettinkje; handschoenen; sleutels; banden van mantels en jassen Aanwezig en te bevragen bij de navolgen de ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 11, 12, 13 en 14 April 1930: Rijwiel, Jonker, Havenkantoor (Accijnstoren) des voorin, tusschen 9 en 10 uur; portemonnaietje, P. Boots, Leeghwaier- straat 23a; kammetje, E. Schreuder, Snaar- manslaan 69; portemonnaie met inhoud, C. Jonker, Trompstraat 10; portemonnaie L. de Boer, Eikelenbergstraat 15; portemonnaie met inhoud, P. v. d Werfhout, Boterstraat 20; paar gymschoenen, J. Duits, Oudorper- dijkje; sierspeld, H. de Groot, Baanstraat 22; belastingmerk in étui, J. Slikker, Heemraad- straat 2; kerkboekje, G. Westerik, Limmer- hoek 12; kokertje met geld, J. Boots, Station straat 70; bos sleutels, J. v. d Horst, Station straat 51; padvindersriem, N. P. Stam, Tulp straat 8a. 'Wanneer men weder in het bezit is van het verloren voorwerp, wordt men verzocht hiervan kennis te geven aan het Bureau van politie. Gisteravond vergaderde in hotel „Proot" ó.e afdeeling Alkmaar en Omstreken van het Algemeen Afdeelingsziekenfonds van de Ne- derlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. De vergadering was druk bezocht. Nadat de voorzitter, de heer dr. Schröder, de aanwezigen met een enkel woord welkom had toegeroepen en de notulen van de twee laatst gehouden vergaderingen waren goed gekeurd en geteekend, volgde het jaarverslag van den secretaris-penningmeester, den heer B. H. J. Schouten. Uit dit verslag, dat zeer uitvoerig en overzichtelijk was, stippen wij het volgende aan: Het jaar 1929 is voor de afdeeling rijk aan gebeurtenissen geweest, die. van groot belang zullen blijken te zijn voor de eerst volgende jaren. Waar er een vrij groote zekerheid bestond, dat het overschot van Alkmaar niet voldoen de was, om het tekort van het geheele fonds te dekken, zoodat in de toekomst uit het re servefonds geput zou moeten worden, werd er op de algemeene vergadering reeds op ge zinspeeld, dat bij de tegenwoordige eischen der verzekerden en deelnemers contributie- verhooging onder de oogen moest worden gezien. De vertegenwoordigers waren in be ginsel niet tegen verhooging, als hun echter de noodzakelijkheid daarvan maar bleek. Waar de schaal 't eerste half jaar reeds naar een tekort overhelde, meende het bestuur, dat de tijd gekomen was, om besprekingen te houden over die tekorten. Ook een verzoek van de tandartsen om uitbreiding van hun hulp aan verzekerden en daardoor verhoo ging hunner onkosten, eischte besprekingen In September werd een rapport over deze besprekingen uitgebracht, waarin de conclu sie werd getrokken, dat het wenschelijk zou zijn, dat een financieele scheiding van Alk maar en de buitengemeenten tot stand kwam. Waar het reglement die scheiding toe staat, besloot het bestuur, dat overtuigd was dat zoo'n scheiding ten goede zou komen aan allen, in overleg met alle deelnemers, die scheiding door te voeren, zoodat vanaf 1 Januari 1930 het fonds twee administra ties voert. Mede een gevolg van deze actie was de oprichting van een vereeniging van apotheek houdend-geneeskundigen binnen het gebied van het fonds. Reeds in den loop van het jaar 1929 bleek het der specialisten-vereeniging, dat de pre mie, waarvoor het Fonds de leden bij deze vereeniging had herverzekerd, zeer zeker te laag was en dat een verhooging van die premie noodzakelijk is geworden. Het bestuur meende een contributieverhoo- ging toen zoo urgent, dat een buitengewone algemeene vergadering in December bijeen geroepen werd. Op deze vergadering werd de wekelijksche bijdrage van alle verzeker den verhoogd, in Alkmaar met 2 en in de buitengemeenten met 1 cent. Dat Alkmaar hoogere contributie heft, komt omdat de vergadering meende, dat de verzekerden te Alkmaar uitgebreider tand heelkundige hulp wenschten. Voor de buiten gemeenten waren aan het verstrekken van uit Zuid-Amerika en zij luisterde met be langstelling, waar tusschen zich ook een weinig vrees mengde. „Toch wel wonderlijk, maar intusschen ook wel aardig, verklaarde zij, toen ik ge ëindigd was. „Maar vertel me eens, heeft uw broeder in zijn brief het over oom Mau- rice of over oom Ferdinand?" „Hij heeft geen van beide voornamen ge noemd, heeft alleen verklaard, dat een der heeren Delora met zijn nichtje een bezoek aan Londen zou brengen en hij verzocht ons al wat in zijn vermogen lag te doen om hun het verblijf zoo aangenaam mogelijk te ma ken. Maar toen ik hierheen ging, is bij mij onderweg een idee opgekomen." „En dat is?" „Waarom zou u niet met mij medegaan naar Norfolk, naar mijn tante? Als ik haar inlicht, zal zij dadelijk een telegram aan u zenden en dan zouden wij allen tezamen op Feitham, in het huis van mijn broeder in Norfolk, eenigen tijd kunnen doorbrengen. Hier gevoel u zich niet op uw gemak en verveelt u zich doodelijk. Waarbij dan nog komt", liet ik er met nadruk op volgen, „dat u hier in aanraking komt met men- schen, waarmee u liefst niets moest te ma ken hebben." „Als het me maar mogelijk was!" zeide zij met een zucht, „als het me maar mogelijk was!" „Waarom niet? De heer Delora brengt aan Londen een bezoek met een introduc tie, welke bij voorbaat voor mij een verbod inhoudt om critiek ilit te oefenen op nfli l vrienden en kermissen, hoe wonderlijk die dergelijke hulp nog al bezwaren verbonden. Pogingen om de geneeskundige verzorging der armlastigen te Alkmaar aan het Fonas op te dragen, mislukten. Een woord van dank werd gebracht aan de vertegenwoordigers, die niet herkozen werden. Het fonds telde op 31 Dec. van het vorig jaar 25438 leden en 15257 kinderen en op 31 Dec. j.1. resp. 27199 en 16305, van wie 12957 betalenden. Aan wekelijksche bijdragen werd in het afgeloopen boekjaar ontvangen f 363.664.26, waarvan een bodenlocn werd betaald van 24054.21. Alkmaar betaalde bovendien als extra bij drage 4951.82, terwijl, ingevolge besluit van de algemeene vergadering, het exploi tatie-verlies over 1928, zijnde 5325.36, door Alkmaar werd bijgepast. De uitgaven beliepen een totaal van 92449.38, hierbij inbegrepen het nadeelig saldo van 1928, groot 6718.79. Het boektekort bedraagt thans 12066.91. Het jaarverslag eindigde met een hartelijk woord van afscheid aan den heer Smit, die wegens vertrek aftrad als bestuurslid voor de verzekerden. De rekening over 1929 was door de com missie, belast met de controle der boeken en bescheiden, geheel in orde bevonden en den penningmeester werd daarop décharge verleend. Bestuursverkiezing. Aan de orde was punt 5 der agenda: be stuursverkiezing wegens periodiek aftreden van de heeren dr. van E>am en Schouten, waarvan de eerste zich niet beschikbaar had gesteld. De heer Schouten werd met alge meene stemmen herkozen en ook dr. v. Dam werd herkozen. Dr. v. Dam echter wenschte zijn eenma°' genomen besluit niet te veran deren en verklaarde op een vraag van den heer Heringa, dat o m. de minder prettige er varingen in de bestuursvergaderingen van den laatsten tijd hem noodzaakten, weg te gaan. Het ziekenfonds is een krachtige instelling geworden en spr. hoopte, dat het het fonds goed zal gaan. Aan zijn besluit is echter niets meer te veranderen. Bij de tweede vrije stemming, die hierop volgde, werd tot bestuurslid gekozen dr. A. v. Kleeff, die echter niet aanwezig was. Hem zal het besluit van de vergadering toe gezonden worden. De voorzitter wijdde daarna eenige woor den aan het scheidend bestuurslid dr. v. Dam. Deze heeft 16 jaar de belangen van het ge heele ziekenfonds naar zijn beste weten be hartigd. Zijn ideaal was, het ziekenfonds krachtig te maken, in de eerste plaats voor de verzekerden en daarna voor de deelnemers. Dr. v. Dam heeft er aan mee gewerkt, dat het fonds thans zoo groot en krachtig ge worden is. (Applaus). Dr. v. Dam dankte en sprak de beste wen schen uit voor het A. A. 1. A. (Applaus). Daarna kwam de verkiezing van 3 be stuursleden uit de vertegenwoordigers en van 3 plaatsvervangers aan de beurt. Gekozen werden de heeren Greeuw, Kan sen en Langedijh als bestuursleden en de heeren Bouman, Bonsema en Willemse tot plaatsvervangende bestuursleden. In de commissie tot nazien der rekening en verantwoording over 1939 werd herbe noemd de heer Bouman. Verder moest een bestuurslid gekozen worden wegens het bedanken van den heer Schröder, den tegenwoordigen voorzitter. Dr. Blok (Bergen) vroeg wat de oorzaak is, dat de voorzitter als bestuurslid bedankt, waarom hij, die het schip altijd zoo goed be stuurd heeft, dit nu gaat verlaten. De voorzitter: Ik had deze vraag verwacht en heb daarom reeds vooraf het volgende antwoord op schrift gesteld „Het is altijd het streven van ons bestuur geweest er voor te zorgen, dat de genees kundige behandeling der verzekerden zou voldoen aan alle eischen, die men aan een goede verzorging zou mogen stellen. Ik ben overtuigd, dat wij geslaagd zijn: ik ken niet een ziekenfonds, dat met het onze op gelijke hoogte staat. Zonder strijd hebben wij niet altijd geleefd maar met vreugde en voldoe ning kan ik vaststellen, dat in den boezem van het bestuur nooit strijd ontbrand is; verschil van meening, verschil van inzicht, heeft in onze bestuursvergaderingen nooit tot een bitter woord aanleiding gegeven: door bespreking en overleg kwamen we tot over eenstemming. Den strijd, dien we dikwijls te voeren had den, gold meestentijds de deelnemers, de ge neeskundigen. Herhaaldelijk had het bestuur met hèn verschil van meening. En het kostte wel eens moeite en volharding om zulke meeningsverschillen uit den weg te ruimen; kring ook moge zijn. Eén ding staat voor mij vast en dat is, dat u hier niet alleen mag blijven, om op het compas te zeilen van een oberkellner, om feitelijk naar de pijpen te dansen van menschen, van wier bestaan u zich zelfs niet bewust mocht zijn. Kom, wees flink en ga met mij mede!" Een blosje kleurde haar wangen en haar oogen glinsterden van opwinding. „Ik ben hier tot niets nut!" riep ze uit. „Waarom zou ik niet? En gaat u dah ook mede, kapitein Rotherby?" „Ik zou u daarheen brengen en ik zou mijn beste beentje voorzetten om u het le ven zoo prettig mogelijk te doen zijn." „Nu, dan vraag ik, of ik mag! Vanavond no£'r 1» „Aan wien? Aan Louis „Neen", antwoordde zij hoofdschuddend. „Aan mijn oom." „Ziet u hem dan?' „Hij zal telefoneeren, hij heeft het be- 10 Ilf boog mij naar haar toe en omvatte haar beide handen. „Felicia", zeide ik boudweg, „ik ben een vriend van u. De brief, waarover ik met u heb gesproken, levert daarvoor het bewijs. Ik wil alleen het goede voor je. Deel mij toch mede, welke reden uw oom kan heb ben om zich op deze allerwonderlijkste wij ze te gedragen en zich ook maar één oogen- blik af te geven met menschen van het al looi van Louis en zijn vrienden." Elk spoor van opgewektheid verdween weer van haar gelaat en zij zag er weer even bleek en somber uit als te voren. daarbij zijn wel eens woorden gesproken en geschreven, die beter gezwegen waren. Bittere en bitse woorden kunnen wel kwet sen, maar mannen zijn toch ook in staat ze te vergeven en te vergeten Anders staat het, wanneer de opmerkin gen aan het adres van het bestuur het karak ter van krenking gaan aannemen: dan krijgt het gevoel van eigenwaarde een duw. Naar mijn overtuiging behoeven we ons daaraan niet bloot te stellen. We hebben vele jaren achtereen de moeilijkheden achter de schermen uit den weg der deelnemers ge ruimd. Voorzoover onze geldmiddelen het toelaten, hebben wij met de wenschen van iedereen rekening gehouden en toegestaan, wat maar mogelijk was. Maar we hebben dan ook wel eens erop moeten wijzen, ervoor moeten waarschuwen, dat ook wij ons geld maar eenmaal kunnen uitgeven; dat de eischen, die aan onze draagkracht worden gesteld, ook wel eens te hoog kunnen zijn. Dergelijke mededeelingen vallen niet altijd in goede aarde, en de antwoorden daarop zijn verre van vriendelijk. Het komt mij voor, dat de deelnemers niet voldoende zich rekenschap ervan geven, dat het bestuur nagenoeg belangeloos zijn zor gen aan het fonds geeft, opdat ook voor hen. deelnemers, het fonds is een instelling, die hun bij de behandeling van de zieken veel gemak verschaft en hun een vrij behoor lijk inkomen waarborgt. Juist, omdat we dat bereikt hebben, verwachten we, behalve har telijke medewerking, ook welwillendheid van onze deelnemers. Nu deze welwillendheid vaak te wenschen overlaat en er in de ont vangen brieven een toon wordt aangesla gen, die voor meer dan een van ons grievend is, heb ik me genoodzaakt gevoeld, als be stuurslid te bedanken. Dr. Vogelenzang (Oudkarspel) vroeg of het de meerderheid der deelnemers is die zich zoo uitlaat. Is het niet het geval, dan is er toch nog geen reden om het schip te verlaten. De voorzitter zeide, dat het de groep huisartsen betreft. Er komt eens een eind aan de leidzaamheid, die een mensch bezit U kent mij lang genoeg, om te weten, dat ik de strijd niet vrees, maar dan moet het ook een behoorlijke strijd zijn. Er zijn thans woorden gezegd en geschreven, die van on welwillendheid getuigen. Dit staat spr niet aan en men moet nu maar zien een ander te vinden. Dr. Blok (Bergen) vroeg, of het, nu het afhangt van een kleine groep menschen niet wenschelijk is, den betreffenden brief naar voren te brengen. Spr. acht het daar het Zie kenhuis zich toch uitstrekt van Den Helder tot Beverwijk, een belangrijke kwestie. Den voorzitter leek het niet verstan dig den betreffenden brief openbaar te maken. Dr. Korteweg (Alkmaar) onderschreef de meening van de heeren Blok en Vogelen zang en diende de volgende motie in: „De Algemeene vergadering van het Afd. Ziekenfonds Alkmaar en Omstreken, met groote teleurstellin g kennis genomen hebbende, van het besluit van dr. Schröder om als voorzitter van het A. A. Z. A. en O., stelt zich geen partij in zakelijke mee ningsverschillen, die bestaan tusschen de voorzitter en een deel der artsen, deelne mers aan het ziekenfonds, maar spreekt als haar overtuiging uit, dat deze zakelijke meeningsverschillen op andere wijze behooren te worden opgelost, dan door het bedanken van dr. Schröder als voorzitter, (applaus) en dringen met klem bij dr. Schröder aan, in ernstige overweging te willen ne men, zijn ontslagbrief terug te nemen en gaat over tot de orde van den dag". (Applaus). Dr. Korteweg drong erop aan, deze motie in stemming te brengen. De heer Bouman meende dat de voorzit ter een onaanvechtbaar bouwvast heeft aan zijn besluit. Hij heeft zich echter laten leiden door motieven, waar de vertegenwoordigers niets van wisten. De vertegenwoordigers heb ben nooit anders dan met blijdschap zich over de leiding van dr. Schröder verheugt, en dat het ziekenfonds thans zoo'n hoog niveau be reikt heeft, is voor een groot deel aan de lei ding van dr. Schröder te danken. Welke woor den, aldus spr., zal ik aanwenden om U te be wegen, dat gij wederom met blijdschap Uw taak als voorzitter zal aanvaarden. Het doet ons zeer leed, ook wat betreft dr. van Dam, dat dit besluit tot bedanken, zoo vast staat. Namens alle vertegenwoordigers vroeg spr. dr. Schröder dat hij niet het besluit van dr. van Dam zal volgen. (Applaus). Dr. P a m ij e r sprak namens de ver. van Alkmaarsche huisartsen, en zeide, dat hij het karakterloos zou vinden, als die brief zou worden ingetrokken, 't is een besluit van een „Ik kan het u niet zeggen", antwoordde zij ten slotte. „Ik kan dat niet, omdat ik het niet durf! Ik heb het beloofd! U moet niet vergeten, dat oom zoovele jaren te Parijs heeft vertoefd „En ik meende, dat hij linea recta uit Zuid-Amerika naar Europa was gekomen! „Jawel, maar daarvóór moet u niet ver geten!" riep zij haastig uit. „Hij houdt nu eenmaal van geheimzinnigheid. Hij vindt het aardig om met wonderlijke menschen in aanraking te komên. En ik geloof ook voegde zij er aan toe, „dat hij op het oogen- blik zaken onderhanden heeft, welke ter wille van andere menschen geheim moeten worden gehouden. Ja, ik begrijp best, dat u dit alles erg vreemd moet toeschijnen. Maar ik hoop, dat u zult aannemen, dat ik vol dankbaarheid voor uw vriendelijkheid ben en u graag alles zou mededeelen als ik het mocht?" „Ik moet wel gelooven, wat u mij mede deelt", zeide ik met een zucht. „Maar in ieder geval zal ik geduld oefenen tot u iets van uw oom heeft gehoord." „Heeft u uw kamer weer genomen?" vroeg zij een weinig schuchter. „Neen, maar ik zal daarvoor zorgen. Ik hoop evenwel, dat het maar voor één nacht zal wezen. Morgen zijn we om dezen tijd op weg naar Norfolk, als alles loopt als ik wensch." Er werd op de deur getikt. Zij schrok op en keek mij met ongerust gelaat aan. Haast onmiddellijk daarna ging de deur open. Het was Louis, die met een menukaart in de hand binneutrarfl Hü rtiU -net eei» vergadering. Spr. wil ronduit spreken In December schreven wij een brief aan het be stuur, waarin tot uiting kwam, dat wij niet tevreden waren, met de wijze waarop hij de belangen van de Alkmaarsche huisartsen in het bestuur behartigde. Dr. Schröder stelde ons toen eenige vragen, welke wij toen hebben beantwoord, en we dachten dat daarmede de zaak uit was. Collega Schröder moet zelf het besluit nemen, hij weet nu onze meening. Spr. zou het karakterloos vinden als spr. niet voor zijn meening zou uitkomen. De voorzitter had de vragen van de Alk maarsche huisartsenvereeniging beantwoord. Het gaat echter niet om deze brief, maar om een brief, die het bestuur van de Alkm. Huis- artsenver. geschreven heeft aan het bestuur van het A. A. Z. A. en welke voor spr. aan. leiding was, om zijn ontslag te nemen. Spr. achtte het echter niet verstandig deze brief voor Je lezen. Nu de voorzitter van de Alkm. Huisartsenver. gezegd heeft, dat hij het ka rakterloos zou vinden, dien brief terug te ne men, vindt spr. daarin te meer aanleiding om zijn besluit te handhaven. Dr. Hoogenboom (Alkmaar) merkte op, dat er een minderheid was in de Huisart senver. waartoe ook spr. behoorde. Spr. wil wel in het midden brengen, dat die brief de reactie was van een vergadering der huis artsen, en dat de stemming van die vergade-, ring misschien oorzaak is geweest, dat de be- treffende brief zoo scherp gesteld was. Nu- achteraf deze consequentie eruit getrokken wordt, wilde spr. dit betreuren. Dit zeide hij niet als secretaris, maar als collega van den voorzitter; spr. was het eens met de hulde aan diens beleid gebracht en het deed hem leed dat de brief zoo scherp gesteld was. Spr. wilde aannemen, dat het de laatste druppel was, die de emmer deed overloopen, doch hoopte dat spr.'s woorden en de stemming op deze vergadering ertoe mochten leiden, dat, de voorzitter op zijn besluit terug kome. Dr. van der Sluis constateerde, dat niet alleen de verzekerden, doch ook de apo theekhoudend-geneeskundigen prijs stellen op het aanblijven van den voorzitter. Daar de brief niet de meening weergeeft van alle stadsartsen, hoopte spr. dat de voorzitter op zijn besluit zou terug komen, Spr. had tame lijk veel met den voorzitter samengewerkt en was ervan overtuigd, dat deze steeds eerlijk handelde en graag zijn meening voor een' betere pijs gaf. D. Korteweg verzocht zijn' motie in stemming te brengen. Dr. P a m e ij e r kwam op tegen de bewe ring van dr. v. d. Sluis, dat de brief niet <te meening weergaf van alle stadsartsen. Alle vragen zijn categorisch beantwoord»; de tweede brief is niet aan collega Schröder, doch aan het voltallige bestuur geschreven, Dr. Spierings zei, dat heel het be stuur de importantie van het schrijven ge voeld heeft, doch daar spr. het niet wensche lijk vond, dat alle drie medici tegelijk uit het bestuur traden, is spr. aangebleven. De heer Schouten had het ook beter gedacht, dat ook hij niet als bestuurslid heen ging. Spr. wil echter met genoegen be danken en zijn plaats inruimen voor een an der. De heer Bonsema: Maar wat is er dan toch geschreven? Als die brief grievend is mogen de vertegenwoordigers toch wel we ten,'Av at daarin staat. Dr. Blok stelde voor, een vertrouwens commissie te benoemen, om de partijen bij elkaar te houden en te trachten misverstan den recht te zetten. De voorzitter: Er zijn geen misver standen. De voorzitter van de Alkm. Huis artsenvereeniging betoogt, dat die brief, die bij het bestuur is ingekomen, de stemming weergeeft van de vergadering waarop alle Alkmaarsche Huisartsen tegenwoordig wa ren. Dr. van Leeuwen: 't Was slechts een tijdelijke stemming. Dr. van der Sluis wilde de motie van dr. Korteweg in stemming brengen, om daar na een motie te stellen tot benoeming yan een verzoeningscommissie. De voorzitter: Er is van geen ver zoening sprake. De voorzitter van de Huis artsenver. blijft erbij, dat die brief de mee ning weergeeft van alle huisartsen. Ook spc» zou daarom zijn besluit handhaven. Spr, wilde wel de motie in stemming brengen, doch zijn besluit stond onherroepelijk vast. Eenige stemmen: Zoolang die brief er ligt. Dr. P a m e ij e r vond het meer dan be lachelijk als door een stemming over deze motie de zelfstandigheid wordt aangetast van de huisartsen, die daardoor hun invloed op de vergadering zouden verliezen. Hier door zou een buitengewoon precedent ge schapen worden, dat niet toelaatbaar is. De heer Greeuw was tegen de motieniet in principe, doch omdat deze te laat gesteld beetje verbazing aan, maar ik was overtuigd dat hij van mijn bezoek af wist en dat hij nu eens kwam kijken, wat dit beteekende. Met een vriendelijke buiging zeide hij enkel: „U is al weer vroeg teruggekeerd, mijnheer.^ „Het was maar een kort uitstapje, Louis", antwoordde ik. „Maar waarom heb je dat cartonnetje meegebracht?" ging ik voort, naar het menu wijzend. „Hoop je, dat er een diner zal worden gesteld? Juffrouw Delora gaat met mij ergens anders dineeren." Mijn toon was opzettelijk een weinig agressief, maar Louis bleef onverstoorbaar, terwijl hij opmerkte: „Juffrouw Delora heeft een tafel in he» café besproken. Ik ben zelf hierheen ge- gaan om een behoorlijk menu aan de hand te doen. Ik hoop toch, dat zij ons niet zal teleurstellen." Zij keek mij bedroefd aan. Er was iets dat ik niet begreep op haar gelaat te lezen. Ik wist op dat oogenblik alleen, dat ik ja zou zeggen op al wat zij zou voorstellen. Willen wij dan maar hier beneden eten?' vroeg zij. „Louis zal wel voor een diner ia de puntjes zorgen. Daarna word ik per tele foon opgeroepen en weel ik of ïk gaan kan of niet." De humor van het geval trok mij aan ei ik antwoordde: „met genoegen.' Louis maakte een buiging en scheen tt» de eerste oogenblikken totaal op te gaan ia de aanteekeningen, welke hij schreei of het menu, dat hij medegebracht had. Deatr.e bood hii het mij met een buiging aan. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5