Ikiumti Courant.
m i M.r ros.
DE VEDDU UI,
Hendard twee en dertigste Jaargang.
Oinsdag: 15 April
Radio-hoekje
Stadsnieuws
Ziekenfonds Alkmaar en
Omstreken.
IJ JU.
Woensdag 16 Apr'l.
Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
10.10.15 Morgenwijding. 12.2.Con
cert door het A. V. R. O.-Kwintet. 2.-4.—
Gramofoonmuziek. 4.4.30 De voornaamste
iludlemuziek voor piano, uitgevoerd door Eg-
hert Veen. Toelichting door Louis Schmiat.
5.—5.30 Mr. M. J. C. Vrij„Kalender her
vorming". 5.30 Concert door het Orkest van
het Rembrandt Theater te Amsterdam. 6.30
Vaz Dias: Koersen. 7.—-7.30 Recital door
Jean Devert, alt-viool. 7.30—8.— Gramo
foonpl. 8.018.30 Dr. G. A. Dudok: „Een
ontmoeting met John Galsworthy. 8.30—9.15
Kamermuziek door „Het Nederlandsch Trio"
(Sam Swaap, Charles van Isterdael en Paul
Fi'enkel). 9.1511.Concert door het Om
roeporkest. 10— Persberichten. 11— Gra
mofoonpl. 12.Sluiting.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R V.)
8.15—9.30 Concert. 10.3011.Zieken-
dienst. 11.11.30 Gramofoonpl. 11.30
12.30 Harmoniumbespeling door M. F. Jur-
jaanz. 12.12.15 Politieber. 12.30—2.
Concert. Jan Richters, viool. Pieter de Vries,
fluit. Mej. Ellen Sandow, piano en kerkorgel.
2.-2.45 Concert. Mevr. Willy Cantévan
Amerongen, sopraan. Jan Kesen, viool. Alex.
Adema, piano. 2.45—3.15 Lezen van Chr.
iLectuur. 3.154.15 Versterkt concert. 4.15
5.Gramofoonplaten. 5.6.Kinderuur
tje. 6.6.30 Cursus Radio techniek. 6.30
7.Lezing over versch. techn. onderwerpen.
7.7.45 Voor de Rijpere Jeugd. 7.458.
Politieber. 8.11.Spreker. Muzik. medew.
door het Chr. Radio-orkest. 10— Persber.
Daventry, 1554.4 M. 9.35 Morgenwijding.
9 50 Nieuwsber. 10.05 Lezing 10.20 Televi-
sie-uitz. 11.20 Gramofoon. 12.20 Licht or
kestconcert. 1.201.50 Baüadenconcert, alt
en tenor. 3.20 Dansmuziek. 4.05 Concert
orgelbespeling. 4.35 Kinderuurtje. 5.20 Ac-
tueele causerie. 5.35 Nieuwsberichten 6
Suite's van Bach voor ceilo. 6.20 Causerie
6.45 Causerie. 7.05 Vaudeville. Variëté. 8.20
Nieuwsber. 8.45 Lezing. 9.Paul Robesön,
de negerzanger. 9.20 Zweedsch Nationaal
programma. Muziek en zang. 10.2011.20
Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1728 M. 11.50—
I.20 Gramofoonplaten. 3.05 Concert door
Kwintet. 7.20 „La Bohème". Opera van G.
Puccini. 8.50 Concert. Orkest en cello.
Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo
foonmuziek. 9.3511.15 Gramofoonpl. 11.30
Gramofoonpl. 12.251.50 Concert. Orkest
en klarinet. 4.505.50 Orkestconcert. 8.05
Zweedsche avond. Orkest en sopraan. Daar
na tot 11.20 Orkestconcert.
Brussel, 508.5 M. 4.90 Dansmuziek. 5.50
Trio-concert. 6.20 Gramofoonpl 7.35 Orkest
concert. 8.05 „Le Jeu de la Passion" (Passie
spel) van Theo Fleischmann. 8.30 Orkestcon.
eert.
Kalundborg, 1153 M. 2.504.50 Orkest-
concert en declamatie. 7.35S.30 Concert
Zang, piano en viool. S.309.30 Orkestcon
cert. 9.5010.15 Orkestconcert. 10.25
12.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1635 M. 6.1511.20 Lezingen.
II.20—12.15 Gramofoonpi. 12.1512.50
Lezingen. 1.20—1.50 Gramofoonpl. 2.05—
2.50 Jeugdtooneel. 2.503.50 Lezingen.
3.504.50 Concert. 4.50—7.50 Lezingen.
7.50 Zweedsch nationaal programma. Or
kestconcert. 8.35 Concert op 2 vleugels. 9.50
^ridge-les. Daarna: Orkestconcert.
V. A. R. A.-PROGRAMS OP
„NATIONALE" DAGEN.
Gelijk men weet, heeft de minister van
Waterstaat onlangs aan de V. A. R. A. het
volgende gevraagd
a. den avond van Zaterdag 19 April den
verjaardag van Prins Hendrik aan de
A- V. R. O. af te staan;
b. een regeling te treffen, dat op den avond
van Zaterdag 30 April het laatste ge
deelte de A. V. R. O. en het eerste gedeelte
de V. A. R. A. zou uitzenden.
Van de zijde van de V. A. R. A. werd
hiertegen bezwaar gemaakt, omdat reeds
maatregelen genomen waren, welke een uit
zending, in het bizonder op 19 dezer, niet
meer ongedaan konder. maken.
Het Hbl. verneemt thans, dat de minister
bepaald heeft, dat op de avonden van 19 en
30 April de Hilversumsche zender ter be
schikking van de V. A. R. A. zal zijn.
Door E. PHILLIPS OPPENHEIM,
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER.
40)
„Dus u is toch maar teruggekomen?" zei-
de zij vriendelijk- „Ik vind dat zeer aardig
van u, kapitein. Ik heb het eenzaam, ja
heusch, zeer eenzaam. Ik gevoel mij zenuw
achtig en niet op mijn gemak", ging zij
voort, naast mij staand en tot mij opziende.
„U kunt zich dat wel voorstellen, kapitein.
Ik had mij al zoovele jaren verheugd op
deze reis naar Londen, en nu is alles in de
war gestuurd en gevoel ik mij diep onge
lukkig."
„En uw oom?"
„Och, men heeft mij voorgelogen!" riep
zij uit. „Hij is niet terug. Ik ben geheel al
leen. Hij komt niet hier en men staat mij
niet toe naar hem toe te gaan. Maar wilt u
niet gaan zitten, kapitein? U heeft toch
geen haast? U gaat toch niet direct weer
weg?"
„wel neen, vooral nu niet!" stelde ik
haar gerust. „Ik heb weer eens ervaren, dat
de wereld toch geweldig klein is. Ik kom
hier een formeele visite maken namens
mijn broeder, die invalide is."
Zij keek mij met stomme verbazing aan
en verklaarde mij niet te begrijpen. Ik vér-
telde h>sr van den brief van njijn broeder
UtVO.NDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de na
volgende voorwerpen als gevonden gedepo
neerd op 11, 12, 13 en 14 April 1930: Rozen
krans; hondenpenning; horlogekettinkje;
handschoenen; sleutels; banden van mantels
en jassen
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen,
als gevonden aangegeven op 11, 12, 13 en
14 April 1930: Rijwiel, Jonker, Havenkantoor
(Accijnstoren) des voorin, tusschen 9 en 10
uur; portemonnaietje, P. Boots, Leeghwaier-
straat 23a; kammetje, E. Schreuder, Snaar-
manslaan 69; portemonnaie met inhoud, C.
Jonker, Trompstraat 10; portemonnaie L. de
Boer, Eikelenbergstraat 15; portemonnaie
met inhoud, P. v. d Werfhout, Boterstraat
20; paar gymschoenen, J. Duits, Oudorper-
dijkje; sierspeld, H. de Groot, Baanstraat 22;
belastingmerk in étui, J. Slikker, Heemraad-
straat 2; kerkboekje, G. Westerik, Limmer-
hoek 12; kokertje met geld, J. Boots, Station
straat 70; bos sleutels, J. v. d Horst, Station
straat 51; padvindersriem, N. P. Stam, Tulp
straat 8a.
'Wanneer men weder in het bezit is van het
verloren voorwerp, wordt men verzocht
hiervan kennis te geven aan het Bureau van
politie.
Gisteravond vergaderde in hotel „Proot"
ó.e afdeeling Alkmaar en Omstreken van het
Algemeen Afdeelingsziekenfonds van de Ne-
derlandsche Maatschappij tot bevordering
der Geneeskunst.
De vergadering was druk bezocht.
Nadat de voorzitter, de heer dr. Schröder,
de aanwezigen met een enkel woord welkom
had toegeroepen en de notulen van de twee
laatst gehouden vergaderingen waren goed
gekeurd en geteekend, volgde
het jaarverslag
van den secretaris-penningmeester, den heer
B. H. J. Schouten. Uit dit verslag, dat zeer
uitvoerig en overzichtelijk was, stippen wij
het volgende aan:
Het jaar 1929 is voor de afdeeling rijk
aan gebeurtenissen geweest, die. van groot
belang zullen blijken te zijn voor de eerst
volgende jaren.
Waar er een vrij groote zekerheid bestond,
dat het overschot van Alkmaar niet voldoen
de was, om het tekort van het geheele fonds
te dekken, zoodat in de toekomst uit het re
servefonds geput zou moeten worden, werd
er op de algemeene vergadering reeds op ge
zinspeeld, dat bij de tegenwoordige eischen
der verzekerden en deelnemers contributie-
verhooging onder de oogen moest worden
gezien. De vertegenwoordigers waren in be
ginsel niet tegen verhooging, als hun echter
de noodzakelijkheid daarvan maar bleek.
Waar de schaal 't eerste half jaar reeds naar
een tekort overhelde, meende het bestuur, dat
de tijd gekomen was, om besprekingen te
houden over die tekorten. Ook een verzoek
van de tandartsen om uitbreiding van hun
hulp aan verzekerden en daardoor verhoo
ging hunner onkosten, eischte besprekingen
In September werd een rapport over deze
besprekingen uitgebracht, waarin de conclu
sie werd getrokken, dat het wenschelijk zou
zijn, dat een financieele scheiding van Alk
maar en de buitengemeenten tot stand kwam.
Waar het reglement die scheiding toe
staat, besloot het bestuur, dat overtuigd was
dat zoo'n scheiding ten goede zou komen
aan allen, in overleg met alle deelnemers,
die scheiding door te voeren, zoodat vanaf
1 Januari 1930 het fonds twee administra
ties voert.
Mede een gevolg van deze actie was de
oprichting van een vereeniging van apotheek
houdend-geneeskundigen binnen het gebied
van het fonds.
Reeds in den loop van het jaar 1929 bleek
het der specialisten-vereeniging, dat de pre
mie, waarvoor het Fonds de leden bij deze
vereeniging had herverzekerd, zeer zeker te
laag was en dat een verhooging van die
premie noodzakelijk is geworden.
Het bestuur meende een contributieverhoo-
ging toen zoo urgent, dat een buitengewone
algemeene vergadering in December bijeen
geroepen werd. Op deze vergadering werd
de wekelijksche bijdrage van alle verzeker
den verhoogd, in Alkmaar met 2 en in de
buitengemeenten met 1 cent.
Dat Alkmaar hoogere contributie heft,
komt omdat de vergadering meende, dat de
verzekerden te Alkmaar uitgebreider tand
heelkundige hulp wenschten. Voor de buiten
gemeenten waren aan het verstrekken van
uit Zuid-Amerika en zij luisterde met be
langstelling, waar tusschen zich ook een
weinig vrees mengde.
„Toch wel wonderlijk, maar intusschen
ook wel aardig, verklaarde zij, toen ik ge
ëindigd was. „Maar vertel me eens, heeft
uw broeder in zijn brief het over oom Mau-
rice of over oom Ferdinand?"
„Hij heeft geen van beide voornamen ge
noemd, heeft alleen verklaard, dat een der
heeren Delora met zijn nichtje een bezoek
aan Londen zou brengen en hij verzocht ons
al wat in zijn vermogen lag te doen om hun
het verblijf zoo aangenaam mogelijk te ma
ken. Maar toen ik hierheen ging, is bij mij
onderweg een idee opgekomen."
„En dat is?"
„Waarom zou u niet met mij medegaan
naar Norfolk, naar mijn tante? Als ik haar
inlicht, zal zij dadelijk een telegram aan u
zenden en dan zouden wij allen tezamen op
Feitham, in het huis van mijn broeder in
Norfolk, eenigen tijd kunnen doorbrengen.
Hier gevoel u zich niet op uw gemak en
verveelt u zich doodelijk. Waarbij dan nog
komt", liet ik er met nadruk op volgen,
„dat u hier in aanraking komt met men-
schen, waarmee u liefst niets moest te ma
ken hebben."
„Als het me maar mogelijk was!" zeide
zij met een zucht, „als het me maar mogelijk
was!"
„Waarom niet? De heer Delora brengt
aan Londen een bezoek met een introduc
tie, welke bij voorbaat voor mij een verbod
inhoudt om critiek ilit te oefenen op nfli l
vrienden en kermissen, hoe wonderlijk die
dergelijke hulp nog al bezwaren verbonden.
Pogingen om de geneeskundige verzorging
der armlastigen te Alkmaar aan het Fonas
op te dragen, mislukten.
Een woord van dank werd gebracht aan
de vertegenwoordigers, die niet herkozen
werden.
Het fonds telde op 31 Dec. van het vorig
jaar 25438 leden en 15257 kinderen en op
31 Dec. j.1. resp. 27199 en 16305, van wie
12957 betalenden.
Aan wekelijksche bijdragen werd in het
afgeloopen boekjaar ontvangen f 363.664.26,
waarvan een bodenlocn werd betaald van
24054.21.
Alkmaar betaalde bovendien als extra bij
drage 4951.82, terwijl, ingevolge besluit
van de algemeene vergadering, het exploi
tatie-verlies over 1928, zijnde 5325.36, door
Alkmaar werd bijgepast.
De uitgaven beliepen een totaal van
92449.38, hierbij inbegrepen het nadeelig
saldo van 1928, groot 6718.79.
Het boektekort bedraagt thans 12066.91.
Het jaarverslag eindigde met een hartelijk
woord van afscheid aan den heer Smit, die
wegens vertrek aftrad als bestuurslid voor
de verzekerden.
De rekening over 1929 was door de com
missie, belast met de controle der boeken en
bescheiden, geheel in orde bevonden en den
penningmeester werd daarop décharge
verleend.
Bestuursverkiezing.
Aan de orde was punt 5 der agenda: be
stuursverkiezing wegens periodiek aftreden
van de heeren dr. van E>am en Schouten,
waarvan de eerste zich niet beschikbaar had
gesteld. De heer Schouten werd met alge
meene stemmen herkozen en ook dr. v. Dam
werd herkozen. Dr. v. Dam echter wenschte
zijn eenma°' genomen besluit niet te veran
deren en verklaarde op een vraag van den
heer Heringa, dat o m. de minder prettige er
varingen in de bestuursvergaderingen van
den laatsten tijd hem noodzaakten, weg te
gaan.
Het ziekenfonds is een krachtige instelling
geworden en spr. hoopte, dat het het fonds
goed zal gaan. Aan zijn besluit is echter
niets meer te veranderen.
Bij de tweede vrije stemming, die hierop
volgde, werd tot bestuurslid gekozen dr.
A. v. Kleeff, die echter niet aanwezig was.
Hem zal het besluit van de vergadering toe
gezonden worden.
De voorzitter wijdde daarna eenige woor
den aan het scheidend bestuurslid dr. v. Dam.
Deze heeft 16 jaar de belangen van het ge
heele ziekenfonds naar zijn beste weten be
hartigd. Zijn ideaal was, het ziekenfonds
krachtig te maken, in de eerste plaats voor
de verzekerden en daarna voor de deelnemers.
Dr. v. Dam heeft er aan mee gewerkt, dat
het fonds thans zoo groot en krachtig ge
worden is. (Applaus).
Dr. v. Dam dankte en sprak de beste wen
schen uit voor het A. A. 1. A. (Applaus).
Daarna kwam de verkiezing van 3 be
stuursleden uit de vertegenwoordigers en
van 3 plaatsvervangers aan de beurt.
Gekozen werden de heeren Greeuw, Kan
sen en Langedijh als bestuursleden en de
heeren Bouman, Bonsema en Willemse tot
plaatsvervangende bestuursleden.
In de commissie tot nazien der rekening
en verantwoording over 1939 werd herbe
noemd de heer Bouman.
Verder moest een bestuurslid gekozen
worden wegens het bedanken van den heer
Schröder, den tegenwoordigen voorzitter.
Dr. Blok (Bergen) vroeg wat de oorzaak
is, dat de voorzitter als bestuurslid bedankt,
waarom hij, die het schip altijd zoo goed be
stuurd heeft, dit nu gaat verlaten.
De voorzitter: Ik had deze vraag
verwacht en heb daarom reeds vooraf het
volgende antwoord op schrift gesteld
„Het is altijd het streven van ons bestuur
geweest er voor te zorgen, dat de genees
kundige behandeling der verzekerden zou
voldoen aan alle eischen, die men aan een
goede verzorging zou mogen stellen. Ik ben
overtuigd, dat wij geslaagd zijn: ik ken niet
een ziekenfonds, dat met het onze op gelijke
hoogte staat. Zonder strijd hebben wij niet
altijd geleefd maar met vreugde en voldoe
ning kan ik vaststellen, dat in den boezem
van het bestuur nooit strijd ontbrand is;
verschil van meening, verschil van inzicht,
heeft in onze bestuursvergaderingen nooit tot
een bitter woord aanleiding gegeven: door
bespreking en overleg kwamen we tot over
eenstemming.
Den strijd, dien we dikwijls te voeren had
den, gold meestentijds de deelnemers, de ge
neeskundigen. Herhaaldelijk had het bestuur
met hèn verschil van meening. En het kostte
wel eens moeite en volharding om zulke
meeningsverschillen uit den weg te ruimen;
kring ook moge zijn. Eén ding staat voor
mij vast en dat is, dat u hier niet alleen mag
blijven, om op het compas te zeilen van een
oberkellner, om feitelijk naar de pijpen te
dansen van menschen, van wier bestaan u
zich zelfs niet bewust mocht zijn. Kom,
wees flink en ga met mij mede!"
Een blosje kleurde haar wangen en haar
oogen glinsterden van opwinding.
„Ik ben hier tot niets nut!" riep ze uit.
„Waarom zou ik niet? En gaat u dah ook
mede, kapitein Rotherby?"
„Ik zou u daarheen brengen en ik zou
mijn beste beentje voorzetten om u het le
ven zoo prettig mogelijk te doen zijn."
„Nu, dan vraag ik, of ik mag! Vanavond
no£'r 1»
„Aan wien? Aan Louis
„Neen", antwoordde zij hoofdschuddend.
„Aan mijn oom."
„Ziet u hem dan?'
„Hij zal telefoneeren, hij heeft het be-
10 Ilf boog mij naar haar toe en omvatte
haar beide handen.
„Felicia", zeide ik boudweg, „ik ben een
vriend van u. De brief, waarover ik met u
heb gesproken, levert daarvoor het bewijs.
Ik wil alleen het goede voor je. Deel mij
toch mede, welke reden uw oom kan heb
ben om zich op deze allerwonderlijkste wij
ze te gedragen en zich ook maar één oogen-
blik af te geven met menschen van het al
looi van Louis en zijn vrienden."
Elk spoor van opgewektheid verdween
weer van haar gelaat en zij zag er weer
even bleek en somber uit als te voren.
daarbij zijn wel eens woorden gesproken en
geschreven, die beter gezwegen waren.
Bittere en bitse woorden kunnen wel kwet
sen, maar mannen zijn toch ook in staat ze
te vergeven en te vergeten
Anders staat het, wanneer de opmerkin
gen aan het adres van het bestuur het karak
ter van krenking gaan aannemen: dan krijgt
het gevoel van eigenwaarde een duw.
Naar mijn overtuiging behoeven we ons
daaraan niet bloot te stellen. We hebben vele
jaren achtereen de moeilijkheden achter de
schermen uit den weg der deelnemers ge
ruimd. Voorzoover onze geldmiddelen het
toelaten, hebben wij met de wenschen van
iedereen rekening gehouden en toegestaan,
wat maar mogelijk was. Maar we hebben dan
ook wel eens erop moeten wijzen, ervoor
moeten waarschuwen, dat ook wij ons geld
maar eenmaal kunnen uitgeven; dat de
eischen, die aan onze draagkracht worden
gesteld, ook wel eens te hoog kunnen zijn.
Dergelijke mededeelingen vallen niet altijd in
goede aarde, en de antwoorden daarop zijn
verre van vriendelijk.
Het komt mij voor, dat de deelnemers niet
voldoende zich rekenschap ervan geven, dat
het bestuur nagenoeg belangeloos zijn zor
gen aan het fonds geeft, opdat ook voor
hen. deelnemers, het fonds is een instelling,
die hun bij de behandeling van de zieken
veel gemak verschaft en hun een vrij behoor
lijk inkomen waarborgt. Juist, omdat we dat
bereikt hebben, verwachten we, behalve har
telijke medewerking, ook welwillendheid van
onze deelnemers. Nu deze welwillendheid
vaak te wenschen overlaat en er in de ont
vangen brieven een toon wordt aangesla
gen, die voor meer dan een van ons grievend
is, heb ik me genoodzaakt gevoeld, als be
stuurslid te bedanken.
Dr. Vogelenzang (Oudkarspel) vroeg
of het de meerderheid der deelnemers is die
zich zoo uitlaat. Is het niet het geval, dan
is er toch nog geen reden om het schip te
verlaten.
De voorzitter zeide, dat het de groep
huisartsen betreft. Er komt eens een eind aan
de leidzaamheid, die een mensch bezit U
kent mij lang genoeg, om te weten, dat ik
de strijd niet vrees, maar dan moet het
ook een behoorlijke strijd zijn. Er zijn thans
woorden gezegd en geschreven, die van on
welwillendheid getuigen. Dit staat spr niet
aan en men moet nu maar zien een ander te
vinden.
Dr. Blok (Bergen) vroeg, of het, nu het
afhangt van een kleine groep menschen niet
wenschelijk is, den betreffenden brief naar
voren te brengen. Spr. acht het daar het Zie
kenhuis zich toch uitstrekt van Den Helder
tot Beverwijk, een belangrijke kwestie.
Den voorzitter leek het niet verstan
dig den betreffenden brief openbaar te maken.
Dr. Korteweg (Alkmaar) onderschreef
de meening van de heeren Blok en Vogelen
zang en diende de volgende motie in:
„De Algemeene vergadering van het
Afd. Ziekenfonds Alkmaar en Omstreken,
met groote teleurstellin g kennis
genomen hebbende, van het besluit van dr.
Schröder om als voorzitter van het A. A. Z.
A. en O.,
stelt zich geen partij in zakelijke mee
ningsverschillen, die bestaan tusschen de
voorzitter en een deel der artsen, deelne
mers aan het ziekenfonds,
maar spreekt als haar overtuiging uit,
dat deze zakelijke meeningsverschillen op
andere wijze behooren te worden opgelost,
dan door het bedanken van dr. Schröder
als voorzitter, (applaus)
en dringen met klem bij dr. Schröder
aan, in ernstige overweging te willen ne
men, zijn ontslagbrief terug te nemen
en gaat over tot de orde van den dag".
(Applaus).
Dr. Korteweg drong erop aan, deze
motie in stemming te brengen.
De heer Bouman meende dat de voorzit
ter een onaanvechtbaar bouwvast heeft aan
zijn besluit. Hij heeft zich echter laten leiden
door motieven, waar de vertegenwoordigers
niets van wisten. De vertegenwoordigers heb
ben nooit anders dan met blijdschap zich over
de leiding van dr. Schröder verheugt, en dat
het ziekenfonds thans zoo'n hoog niveau be
reikt heeft, is voor een groot deel aan de lei
ding van dr. Schröder te danken. Welke woor
den, aldus spr., zal ik aanwenden om U te be
wegen, dat gij wederom met blijdschap Uw
taak als voorzitter zal aanvaarden. Het doet
ons zeer leed, ook wat betreft dr. van Dam,
dat dit besluit tot bedanken, zoo vast staat.
Namens alle vertegenwoordigers vroeg spr.
dr. Schröder dat hij niet het besluit van dr.
van Dam zal volgen. (Applaus).
Dr. P a m ij e r sprak namens de ver. van
Alkmaarsche huisartsen, en zeide, dat hij het
karakterloos zou vinden, als die brief zou
worden ingetrokken, 't is een besluit van een
„Ik kan het u niet zeggen", antwoordde
zij ten slotte. „Ik kan dat niet, omdat ik het
niet durf! Ik heb het beloofd! U moet niet
vergeten, dat oom zoovele jaren te Parijs
heeft vertoefd
„En ik meende, dat hij linea recta uit
Zuid-Amerika naar Europa was gekomen!
„Jawel, maar daarvóór moet u niet ver
geten!" riep zij haastig uit. „Hij houdt nu
eenmaal van geheimzinnigheid. Hij vindt
het aardig om met wonderlijke menschen in
aanraking te komên. En ik geloof ook
voegde zij er aan toe, „dat hij op het oogen-
blik zaken onderhanden heeft, welke ter
wille van andere menschen geheim moeten
worden gehouden. Ja, ik begrijp best, dat
u dit alles erg vreemd moet toeschijnen.
Maar ik hoop, dat u zult aannemen, dat ik
vol dankbaarheid voor uw vriendelijkheid
ben en u graag alles zou mededeelen als ik
het mocht?"
„Ik moet wel gelooven, wat u mij mede
deelt", zeide ik met een zucht. „Maar in
ieder geval zal ik geduld oefenen tot u iets
van uw oom heeft gehoord."
„Heeft u uw kamer weer genomen?"
vroeg zij een weinig schuchter.
„Neen, maar ik zal daarvoor zorgen. Ik
hoop evenwel, dat het maar voor één nacht
zal wezen. Morgen zijn we om dezen tijd
op weg naar Norfolk, als alles loopt als ik
wensch."
Er werd op de deur getikt. Zij schrok op
en keek mij met ongerust gelaat aan. Haast
onmiddellijk daarna ging de deur open. Het
was Louis, die met een menukaart in de
hand binneutrarfl Hü rtiU -net eei»
vergadering. Spr. wil ronduit spreken In
December schreven wij een brief aan het be
stuur, waarin tot uiting kwam, dat wij niet
tevreden waren, met de wijze waarop hij de
belangen van de Alkmaarsche huisartsen in
het bestuur behartigde. Dr. Schröder stelde
ons toen eenige vragen, welke wij toen hebben
beantwoord, en we dachten dat daarmede de
zaak uit was. Collega Schröder moet zelf het
besluit nemen, hij weet nu onze meening. Spr.
zou het karakterloos vinden als spr. niet voor
zijn meening zou uitkomen.
De voorzitter had de vragen van de Alk
maarsche huisartsenvereeniging beantwoord.
Het gaat echter niet om deze brief, maar om
een brief, die het bestuur van de Alkm. Huis-
artsenver. geschreven heeft aan het bestuur
van het A. A. Z. A. en welke voor spr. aan.
leiding was, om zijn ontslag te nemen. Spr.
achtte het echter niet verstandig deze brief
voor Je lezen. Nu de voorzitter van de Alkm.
Huisartsenver. gezegd heeft, dat hij het ka
rakterloos zou vinden, dien brief terug te ne
men, vindt spr. daarin te meer aanleiding om
zijn besluit te handhaven.
Dr. Hoogenboom (Alkmaar) merkte
op, dat er een minderheid was in de Huisart
senver. waartoe ook spr. behoorde. Spr. wil
wel in het midden brengen, dat die brief de
reactie was van een vergadering der huis
artsen, en dat de stemming van die vergade-,
ring misschien oorzaak is geweest, dat de be-
treffende brief zoo scherp gesteld was. Nu-
achteraf deze consequentie eruit getrokken
wordt, wilde spr. dit betreuren. Dit zeide hij
niet als secretaris, maar als collega van den
voorzitter; spr. was het eens met de hulde
aan diens beleid gebracht en het deed hem
leed dat de brief zoo scherp gesteld was. Spr.
wilde aannemen, dat het de laatste druppel
was, die de emmer deed overloopen, doch
hoopte dat spr.'s woorden en de stemming op
deze vergadering ertoe mochten leiden, dat,
de voorzitter op zijn besluit terug kome.
Dr. van der Sluis constateerde, dat
niet alleen de verzekerden, doch ook de apo
theekhoudend-geneeskundigen prijs stellen op
het aanblijven van den voorzitter. Daar de
brief niet de meening weergeeft van alle
stadsartsen, hoopte spr. dat de voorzitter op
zijn besluit zou terug komen, Spr. had tame
lijk veel met den voorzitter samengewerkt en
was ervan overtuigd, dat deze steeds eerlijk
handelde en graag zijn meening voor een'
betere pijs gaf.
D. Korteweg verzocht zijn' motie in
stemming te brengen.
Dr. P a m e ij e r kwam op tegen de bewe
ring van dr. v. d. Sluis, dat de brief niet <te
meening weergaf van alle stadsartsen.
Alle vragen zijn categorisch beantwoord»;
de tweede brief is niet aan collega Schröder,
doch aan het voltallige bestuur geschreven,
Dr. Spierings zei, dat heel het be
stuur de importantie van het schrijven ge
voeld heeft, doch daar spr. het niet wensche
lijk vond, dat alle drie medici tegelijk uit het
bestuur traden, is spr. aangebleven.
De heer Schouten had het ook beter
gedacht, dat ook hij niet als bestuurslid
heen ging. Spr. wil echter met genoegen be
danken en zijn plaats inruimen voor een an
der.
De heer Bonsema: Maar wat is er dan
toch geschreven? Als die brief grievend is
mogen de vertegenwoordigers toch wel we
ten,'Av at daarin staat.
Dr. Blok stelde voor, een vertrouwens
commissie te benoemen, om de partijen bij
elkaar te houden en te trachten misverstan
den recht te zetten.
De voorzitter: Er zijn geen misver
standen. De voorzitter van de Alkm. Huis
artsenvereeniging betoogt, dat die brief, die
bij het bestuur is ingekomen, de stemming
weergeeft van de vergadering waarop alle
Alkmaarsche Huisartsen tegenwoordig wa
ren.
Dr. van Leeuwen: 't Was slechts een
tijdelijke stemming.
Dr. van der Sluis wilde de motie van
dr. Korteweg in stemming brengen, om daar
na een motie te stellen tot benoeming yan
een verzoeningscommissie.
De voorzitter: Er is van geen ver
zoening sprake. De voorzitter van de Huis
artsenver. blijft erbij, dat die brief de mee
ning weergeeft van alle huisartsen. Ook spc»
zou daarom zijn besluit handhaven. Spr,
wilde wel de motie in stemming brengen,
doch zijn besluit stond onherroepelijk vast.
Eenige stemmen: Zoolang die brief er
ligt.
Dr. P a m e ij e r vond het meer dan be
lachelijk als door een stemming over deze
motie de zelfstandigheid wordt aangetast
van de huisartsen, die daardoor hun invloed
op de vergadering zouden verliezen. Hier
door zou een buitengewoon precedent ge
schapen worden, dat niet toelaatbaar is.
De heer Greeuw was tegen de motieniet
in principe, doch omdat deze te laat gesteld
beetje verbazing aan, maar ik was overtuigd
dat hij van mijn bezoek af wist en dat hij nu
eens kwam kijken, wat dit beteekende. Met
een vriendelijke buiging zeide hij enkel: „U
is al weer vroeg teruggekeerd, mijnheer.^
„Het was maar een kort uitstapje, Louis",
antwoordde ik. „Maar waarom heb je dat
cartonnetje meegebracht?" ging ik voort,
naar het menu wijzend. „Hoop je, dat er een
diner zal worden gesteld? Juffrouw Delora
gaat met mij ergens anders dineeren."
Mijn toon was opzettelijk een weinig
agressief, maar Louis bleef onverstoorbaar,
terwijl hij opmerkte:
„Juffrouw Delora heeft een tafel in he»
café besproken. Ik ben zelf hierheen ge-
gaan om een behoorlijk menu aan de hand
te doen. Ik hoop toch, dat zij ons niet zal
teleurstellen."
Zij keek mij bedroefd aan. Er was iets
dat ik niet begreep op haar gelaat te lezen.
Ik wist op dat oogenblik alleen, dat ik ja
zou zeggen op al wat zij zou voorstellen.
Willen wij dan maar hier beneden eten?'
vroeg zij. „Louis zal wel voor een diner ia
de puntjes zorgen. Daarna word ik per tele
foon opgeroepen en weel ik of ïk gaan kan
of niet."
De humor van het geval trok mij aan ei
ik antwoordde: „met genoegen.'
Louis maakte een buiging en scheen tt»
de eerste oogenblikken totaal op te gaan ia
de aanteekeningen, welke hij schreei of
het menu, dat hij medegebracht had. Deatr.e
bood hii het mij met een buiging aan.
(Wordt vervolgd)