Allmaarscle (wilt.
DE VERDWENEN DELORA.
Radio-hoekje
FEUILLETON.
4
Is Indië een goudland?
Honderd twee en dertigste Jaargang.
Vrijdag 25 April
Provinciaal nieuws
No. 97 193°*
Zaterdag 26 April
Hilversum, 298 M. (Na 1 uur 1071 M.)
10.10.15 Morgenwijding. 12.—2.Con
cert. A. V. R. O-Kwintet. 2—2.30 De voor
naamste studiemuziek voor piano. Extra
halfuurtje door Egb. Veen. 2.303.30 Gra-
mofoonplaten. 4.—4.30 Gramofoonpl. 4,30
5.Sportpraatje door H. Hollander. 5.
5.30 Dr. A. B. F. A. Pondman: „Preven
tief geneeskundige maatregelen voor hen die
naar de Koloniën vertrekken". 5.306.
Gramofoonpl. 6.01—8— Concert door het
Omroeporkest m. m. v. Louis Davids.
8— V. A. R- A. V. A. R. A.-Varia. 8.15
V. A. R. A. Concert. Het V. A. R. A.-Orkest.
iMevr. Joh. v. d. Veen—Wilson, declamatrice.
I. Énglander, Joodsche gezangen. Max Na-
barro, liedjes. 10.Persberichten. 11—
^Liedjes van Max Nabarro en gramofoonpl.
F Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.)
6.15—8.30 Gramofoonpl. 11.3012.
Godsdienstig halfuurtje. 12.12.15 Politie-
ber. 12.151.15 Lunchmuziek. 1.152.
Gramofoonpl. 2.3.15 Kinderuurtje. 4—
'4.30 Cursus Esperanto. 4.30—5— Gramo
foonpl. 5.6— Debutanten-uurtje. 6.01—
jé. 1-5 Sportpraatje door S. P. J. Borsten:
jj^Wat ieder sportman weten moet". 6.15
|6.25 Gramofoonplaten. 6.256.45 Journalis
tiek weekoverzicht door Paul de Waart. 6.45
jjr-7.15 „Sapiens": Kruis en Halve Maan, in
jNoard-AfriKa. III. Dal-el-Islam. 7.15—7 45
Spreker namens het R.K. Werkliedenverbond
in Nederland. 7.458.Politieber. 8—8.30
Gramofoonplaten. 8.30—9.30 Concert. K. R.
Q.-Salon Orkest 9.309.40 Nieuwsber. 9 40
-10.10 Optreden van het Duo Mr. Carter en
liss Corrina 10.1011.10 Vervolg concert.
[1.1011.40 Optreden van Mr. Carter en
liss Corrini. 11.40—12.Gramofoonpl.
12.Tijdsein en sluiting.
Daventry, 1554.4 M. 9.35 Morgenwijding.
110.0510.20 Lezing. 12.20—1.20 Orkest-
ieoncert. 1.50 Gemeenschappelijk zingen en
prkestconcert. 2.Verslag van de F. A. Cup
>Final. Arsenal tegen Huddersfield Town,
J4.05 Orgelbespeling door R. New. 4.35 Kin-
iÖeruurtje. 5.35 Nieuwsber. 6— Sportber.
)6.05 Piano-recital door Niedzielski. 6.20 Le
ning. 6.40 Lezing. 6.50 „Down in the Cane-
jbraike". Plantageliedjes. 7.35 Piano-recital
door M. Cole. 8.05 Lezing. 8.20 Nieuwsber.
fe.45 Toespraken. 9.25 Dansmuziek. 9.50—
111.20 Dansmuziek.
Lange nberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo-
Socnmuziek. 9.35—10.35 Gramofoonplaten.
!l 1.30 Gramofoonplaten. 12.25—1.50 Con-
icert. Orkest en sopraan. 4.50—5.50 Concert
jSchraimmd-trio. 7.20 Vroolijke avond. Daar
na tot 12.20 Dansmuziek,
r Brussel, 508.5 M. 4.20 Gramofoonpl. 5.50
(Trio-concert. 7.35 Concert.
Parijs ,Aadio-Paris", 1725 M. 11.50—1.20
Gramofoonplaten. 3.05 Kinderuurtje. 3.50
Dansmuziek. 8.05 „Le Malade Imaginaire"
!(De Ingebeelde Zieke), toooeelstuk van
lloliêre.
r Kalundborg, 1153 M. 12.05—12.35 Gra-
piofoonpl. 2.504.50 Orkestconcert. In de
pauze: Liederen-voordracht. 7.26—9.50
„Gutter om Bord". Spel met zang en muziek
(n 5 bedrijven. 10.0511.35 Dansmuziek,
i Zeesen, 1635 M. 6.151.20 Lezingen.
ï.20—1.35 Gramofoonpl. 1.35 Uit Londen:
Pavis Cup-wedstrijd EngelandDuitsch-
(and. 3.053.50 Lezing. 3.504.50 Concert.
1.50—7.20 Lezingen. 7.20 Vroolijke avond.
Daarna berichten en tot 11.50 Dansmuziek.
DE ZENDER TE HUIZEN.
I Naar het „Centrum" verneemt heeft het
Directorium van de N-V. de Nederlandsche
Draadlooze Omroep, welke den rechtschen
padio-zender te Huizen exploiteert, in prin
cipe besloten; over te gaan tot aanzienlijke
verbetering en uitbreiding van dit station.
'i De masten zullen aanmerkelijk worden ver
hoogd en door verbetering der modulatie en
bijvoeging van nieuwe lampen, zal de capa
citeit worden opgevoerd. Als resultaat daar
aan zal volgenstechnici de sterkte ongeveer
honderd maal zoo groot kunnen worden.
'Mocht de Minister van Waterstaat ook in
toekomst ruiling van golflengten bevelen,
au zal tevens een installatie worden aange-
acht voor het zenden op de golf van 298
zoodat dan het ruilen van stations tot
j?et verleden zal behooren, meldt het blad.
Met de werkzaamheden zal zoo spoedig
pgelijk worden begonnen.
Door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
„Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER.
48)
„Louis", zeide ik, „mag ik je een
ivraag doen? Ondersteld eens, dat er
geen verandering in de zaken komt en
dat ik op mijn eigen houtje blijf wer
ken, ben je dan van plan te blijven ver
hinderen," dat ik juffrouw Delora ont
moet?"
„Daar heb ik niets mede te maken",
loog Louis mij voor. „Dat gebeurt inge
volge den wensch van haar oom."
„Dank je; ik wilde dat alleen maar
weten."
Ik was klaar met mijn lunch en toen
Louis zag, dat ik mij gereed maakte om
te vertrekken, kwam hij op mij af. Mijn
tafeltje stond in een tamelijk afgelegen
hoekje, zoodat wij feitelijk onder vier
oogon konden spreken.
„Ik moet je nog één vraag doen,
.Louis", zeide ik, „en er is geen enkele
reden waarom je die onbeantwoord zou
laten. Er zijn wetten, welke dienen tot
'handhaving van het recht, er zijn ook
jvetten op zedelijk gebied. Tegenover de
eerste erken ik, dat ik op het oogenblik
aen misdadiger ben, wellicht, gelijk jij
beweert, in jouw macht. Maar daar spre
ken wij niet verder over. Wat ik echter
SBUfiJ^liJöllen wekten is dit: is de
Om het antwoord op die vraag te krijgen
moet iemand natuurlijk niet tot den hoofd
man gaan van eenige goudexplotatie-maat-
schappij. Hij zou antwoorden: natuurlijk is
Indië een goudland, want anders zou mijn
maatschappij er niet zijn. Wanneer de vraag
hierboven staat, hechten wij aan „goud" een
ruimere beteekenis en wenschen na te gaan,
of de rijkdom van bodem en andere hulpmid
delen tot opleving van goederen zoo groot
is, dat het eilandengebied begeerlijk is als
werkplaats voor wie met een bedrijf of han
del of beroep, met'eenige kunde dus voor
maatschappelijken arbeid, kan bijdragen tot
eigen en tot algemeene welvaart.
Bekwaamheid, ijver, geestkracht zijn over
al de onmiskenbare eigenschappen, maar
voor den westerling in de tropen in hoogere
mate. Verder hangt het van allerlei omstan
digheden af, of men er zal slagen en vooral
van de eischen die iemand aan het dage-
lijksch leven stelt. Zijn die hoog, dan wordt
het moeilijk daaraan spoedig te voldoen.
Maar ik wil hier nu geen college geven
over de bruikbaarheid van een westerling
voor Indië en evenmin over de bruikbaarheid
van Indië voor het tevreden leven van den
westerling. Laat ons kijken naar den rijk
dom van bodem en naar de hulpmiddelen
des lands. Want er is veel tegenstrijdigs in
hetgeen men verneemt over de kansen van
velerlei ondernemingen in de tropen, tegen
strijdigs en wisselvalligs. Het geluk van
scheepvaart en van handel hangt goeddeels
af van dat in land- en mijnbouw: het is de
bodem die de welvaart moet brengen.
Een jaar van veel mislukking op de bouw-
velden van inlanders en westersche onder
nemers wordt tevens een ongelukkig jaa
voor handel en scheepvaart. Komt daarbij een
slappe markt, dan raken alom de winsten
schaarsch en sommige ondernemingen wor
den wankel. Toch geen goudland, dat Indië,
kan men dan hoorèn. Juist is die gevolgtrek
king evenwel niet.
Men weet dat de inlandsche bevolking bij
na overal haar eigen voedingsgewas ver
bouwt; zij is gebonden aan de gronden van
de streek en indien die gronden niet zóó
deugdelijk zijn dat er overvloedig rijst van
goede soorten kan worden geteelt, moet zij
tevreden zijn met rijst van mindere soort of
met mais of aardvruchten. En waar de bodem
geen groeikracht heeft, moet de bevolking
varen of visschen of handwerken en ruilen
tegen rijst.
De westersche ondernemer van land- of
tuinbouw is er in zooverre beter aan toe, dat
hij voor zijn teelt de gronden, die hij
wenscht aan te vragen, eerst kan onderzoe
ken. Hij kan het klimaat nagaan, ligging en
gesteldheid van de streek. Vroeger waren de
middelen tot onderzoek van bodem en kli
maat er nagenoeg niet en dikwijls was men
beperkt tot oppervlakkige waarneming. De
gevallen van verkeerde keuze van gronden
voor ondernemingen van landbouwnijver
heid zijn legio geweest en daardoor zijn tien
tallen millioenen verloren.
Ieder weet, welk een gewild voortbrengsel
de tabak is. Neem Deli-tabak, die als dekblad
eik jaar om strijd wordt gevraagd. Er is
Deli-tabak beproefd op Nieuw-Guinea, op
Borneo en elders, maar het blijkt
telkens, d'at het mooie gewas toch
alleen van Deli en Langkat komt. Die twee
landschappen van het gewest Oostkust van
Sumatra zijn betrekkelijk klein en toen onge
veer 60 jaren geleden het welslagen van ta
baksteelt verbazing had gewekt, waren de be
schikbare gronden er spoedig in beslag ge
nomen. Maar toen trachtten velen gronden te
bekomen in naburige landschappen en daar
was dat ondernemen in meerdere of mindere
mate speculatief. Tot in Siak is Deli-tabak ge
plant. De uitdrukking „millioenen van Deli"
raakt nooit van de baan, maar men vergete
niet dat daar ook vele millioenen zijn ver
loren. Noch in Assahan, Koealoe en Siak,
noch in Tamiang bleken de omstandigheden
van bodem en klimaat aanwezig, zooals Deli
en Langkat bieden.
Hetzelfde verschijnsel heeft zich elders in
andere groote cultures voorgedaan. Op Java
zijn bepaalde streken uitnemend geschikt
voor de teelt van suikerriet en daarbuiten
moet men er niet mee beginnen, wil men niet
de kans loopen op teleurstelling. Over 't al
gemeen is West-Java ongeschikt gebleken
voor 't groot-suikerbedrijf. In Midden- en
Oost-Java is de vlakte ook niet overal in ge
lijke mate zoo uitnemend voor de suiker
onderneming als bijvoorbeeld die bezuiden
Soerabaja en die der Vorstenlanden. Waar de
omstandigheden van grond en klimaat minder
gunstig zijn, heeft de ondernemer, ook bij
onderneming, waarbij de heer Delora
thans is betrokken, van een wettelijk
oogpunt beschouwd een zaak van mis-
dadigen aard, of is het enkel een zaak,
waarbij om andere redenen geheimhou
ding is geboden?"
Louis keek een paar oogenblikken zwijgend
voor zich uit en antwoordde ten slotte: „Ik
wil u de waarheid niet onthouden, mijnheer
Volgens de landswetten neemt de heer
Delora deel aan een complot".
„Van politieken aard?"
„Neen, het is een complot dat ten doel
heeft hem en alle andere deelnemers er aan
schatrijk te maken".
„Maar Delora is toch al zeer rijk?"
„Onze vriend beeft gespeculeerd," ant
woordde Louis, „en danig verloren daarbij.
Bovendien houdt hij er van zich in gewaag
de ondernemingen te steken. En mag ik nu
uw antwoord vernemen, kapitein?"
„Er zal strijd tusschen ons zijn, Louis, ik
wil je dat onomwonden zeggen. Moet ik straf
bcloopen omdat ik tegenover Tapilow als
mijn eigen rechter ben opgetreden, welnu
dan ben ik te allen tijde bereid mij daarvoor
te verantwoorden. Wat jou en Delora betreft,
alsmede jullie partijgenooten, wie het dan
ook zijn mogen, betreft, ook tegenover u allen
aanvaard ik den strijd. Ik ben ernstig van
plan, ter wille van het jonge meisje, dat in
dit hotel vertoeft, aan al dat geheim gedoe
een einde tc maken en zoo noodig haar daar
aan te onttrekken".
Louis kneep zijn oogen half dicht en hij
keek mij aan op een wijze, die wel geschik
was iemand vrees aan te jagen.
„Dat spijt mij werkelijk zeide hij. „Zelf»
als u er de voorkeur aan had gegeven onzii-
goed en hard werken, kans op zwakke uit
komsten, zooals het vorige jaar weer k ge
bleken, toen de regenval over het algemeen
onregelmatig was en in vele streken gering.
Ook de rubbercultuur is op weg te be
wijzen, dat een ondernemer niet ongestrait
alle verkrijgbare gronden voor teelt van
rubber kan bestemmen. Nu de oplevering
overdadig is geworden tegenover de markt,
kan slechts die onderneming met een goede
winst werken, die boomen heeft met groote
opbrengst en derhalve tot matigen kostprijs
komen. Rubberlanden met magere gronden
kunnen niet tot hooge opbrengst per boom
komen en moeten, om een matige opbrengst
te houden, bijzondere hulpmiddelen aanwen
den en daarvoor geld uitgeven. Inkrimping
van de rubberteelt zal ongetwijfeld gebeuren
en wel door sluiting van vele ondernemingen
d.w.z. van de zwakke, van wie de natuurlijke
factoren ongunstig zijn.
Het is in de geschiedenis van de koloniën
herhaaldelijk voorgekomen, dat een jonge
cultuur, door hooge marktprijzen begunstigd,
de verwachting van velen hoog spande. Dan
zag men een jacht op gronden en er werd niet
gevraagd naar de gesteldheid. Omdat er wel
bosch stond, nam men maar de vruchtbaar-
beid aan. Die scheen er -dan in de eerste jaren
wel te wezen om vervolgens te dalen. Men
vernieuwde den aanplant, men breidde uit om
op een loonende opbrengst te kunnen blijven,
redmiddelen voor een aantal jaren, maar niet
voor langen duur.
De vruchtbaarheid is voor heel Indië al te
voetstoots aangenomen, vooral wanneer
iemand gronden in erfpacht of in concessie
wist te verkrijgen en daarop gaarne een on
derneming met kapitaal van anderen zag
ontstaan. Voor de inbrengers zijn het voor-
deelige zaken, voor de kapitaalgevers-aan
deelhouders zijn zij het allerminst. Er bestaan
in Indië veel te yeel ondernemingen van land
bouwnijverheid, omdat al te spoedig werd
besloten tot geschiktheid van bodem en kli
maat en omdat concessie- of erfpachtjagers
met de promotors achter zich gretig waren
tot vestiging van kapitaal door hun bemidde
ling. Zij zijn het dan die Indië van een goud
land omlaag halen tot een land van teleur
stelling en verlies.
Overal in Indië vindt men wel delfstoffen,
echter niet overal in zoodanige hoeveelheid
en zoo gelegen dat zij een voordeelige win
ning waarborgen. Niettemin is het kansspel
zeer druk beoefend in den mijnbouw en het
is er zelfs berucht geworden. Oliewinning,
steenkoolwinning, goudwinning bovenal
hebben schatten in den grond gebracht, groo
ier dan die er aan zijn onttrokken.
Wie dat alles overweegt, zal geneigd zijn
op de bovengestelde vraag of Indië een goud
land is, ontkennend antwoorden. Toch zou
dat onredelijk zijn, want Indië is een gebied
met veel rijkdom en groote krachten. Men
moet ze evenwel zoeken, waar zij1 zijn en niet
waar zij slechts schijnen te zijn. Indië is niet
overal vruchtbaar en een onderneming ligt
niet overal goed. Buiten bespreking blijve nu
maar, of de onderneming gemakkelijk ge
noeg en niet te duur haar werkvolk kan ver
krijgen. Buiten Java is het heel moeilijk volk
van de streek zelf op een onderneming te
krijgen, soms is dat geheel onmogelijk.
Het best slaagt de onderneming, die het
geluk heeft een gewas te telen in de streek,
die daartoe bij uitstek door de natuur zelf is
begunstigd. Een voorbeeld daarvan levert
Deli-Langkat voor de tabak; op Java zijn
voor andere tabak de Vorstenlanden en
Djember-Bondowoso bijzonder gunstig. Ove
rigens groeit overal in Indië wel tabak, maar
het welslagen en de eigenschappen van het
gewas zijn anders, althans niet van dien
aard dat de Westersche markt ze op prijs
stelt.
Dergelijke gebieclsmonopolies vindt men in
Indië meer en gelukkig is de ondernemer, die
het voorrecht heeft in zoo n gebied het rechte
gewas te telen. Nergens slaagt de koffie be
ter en geregelder dan op de hoogvlakten van
Indië in Oost-Java: nergens slaagt de thee
beter dan op de hoogvlakte van Pengalengan
bezuiden Bandoeng. Maar in zulke streken
is dan ook alle beschikbare gebied inge
nomen door de groot-cultuur en daar is zij
ook het oudst en het voorspoedigst.
Java is wel het prachtigste eiland van In
dië, prachtig in alle opzichten. In de tweede
plaats moet Sumatra genoemd, waar echter
het gebied met vulkanischen grond, voor
bergcultures den mooisten, beperkt is tot de
hellingen van den Ba-risan. De andere eilan
den zijn voor landbouwnijverheid minder ge
schikt, al zijn er wel complexen te vinden,
waar deze of gene teelt van gewas voor de
wereldmarkt in meerdere of mindere mate
slaagt. Daarmee is natuurlijk geenszins ge
zegd. dat die andere eilanden hun waarde
dig te blijven
„Dat zou mij alleen mogelijk zijn, indien
ik in de gelegenheid werd' gesteld juffrouw
Delora zoo dikwijls te ontmoeten als ik het
wenschte".
„Als dat in orde ware te brengen", zei
Louis nadrukkelijk. „Neen, ik beloof niets!
Ik zeg alleen dat, als dat in orde was te bren
gen, dan zouden wij in ieder geval moeten
afspreken, dat u niet langer uw zoeken naar
Delora zou moeten voortzetten en u niet ver
der met de zaak zou bemoeien".
„Neen, Louis, dat zou ik alleen doen wan
neer ik de overtuiging had' gekregen, dat
juffrouw Delora zelve in deze zaken ge
mengd is geworden. Dan kunnen jullie alle
maal voor mijn part naar den duivel loo-
pen
stelt dus alleen belang in de jonge
dame?" vroeg Louis.
In haar en niemand anders erkende ik
„Óndanks wat je mij hebt medegedeeld en
wat ik heb vermoed1, zou dc^ omstandighcic.,
dat je mij' te Parijs hebt bijgestaan reeds
voldoende voor mij; zijn om mijn schouders
op te halen en door te gaan. Ik ben geen
politieagent en liefst zou ik de taak, om
Delora te ontmaskeren, overlaten aan ande
ren wier werk het is. Maar je moet weten,
Louis, dat ik de vaste overtuiging koester, dat
juffrouw Delora volkomen vreemd is aan al
die dingen, welke het daglicht niet kunnen
verdragen. Als ik hier blijf, is het om ha
rentwil en wanneer ik tracht achter de waar
heid te komen, dan is het eveneens om ha
rentwil".
,,U heeft veel gevoel, mijnheer", merkte
Louis op, terwijl een gliijilachje zijn tanden
deed zien, J
zouden missen. Borneo is over het geheel
niet zeer geschikt voor landbouwnijverheid,
doch het groote eiland is tevens zeer rijk door
zijn bosch, waaruit producten met een waar
de van millioenen jaarlijks worden uitge
voerd om te zwijgen van de olie en de
steenkool.
Hetzelfde mag van Celebes worden gezegd
in de Minahassa kunnen hier en daar cultu
res worden beoefend, maar de groote rijk
dom van het eiland ligt in de geschiktheid
van 't kustland voor den cocospalm en in de
bosschen. In Midden-Celebes is een groote
rijkdom aanwezig van ijzererts: helaas zijn
daar evenals in Zuid-Oost-Borneo omstan
digheden, die de ontginning onraadzaam, al
thans moeilijk maken.
Het groote Oostelijke deel van den ar
chipel, bevattende de Molukken en kleine
Soenda-eilanden, wordt met eenig recht te
genover de westelijke helft als arm geoor
deeld. Maar dat arme eilandengebied heeft
toch ook zijn waarden. Men denke aan den
cocospalm, al gedijt hij niet overal zóó wel,
dat men er met voordeel ondernemingen kan
vestigen, die werkvolk van buiten behoeven
en een westersch beheer. Men vergete vooral
niet, hoezeer de muskaatnoot nergens schoo-
ner gedijt dan op de kleine Band a-groep. een
monopolie dat de natuur er heeft gevestigd.
Van Nieuw-Guinea, tegenwoordig in op
spraak, droomt men meer dan men er van
weet. Wanneer men buiten rekening laat het
bergachtig middendeel, omdat het 100 en
meer kilometers van de kust verwijderd ligt,
dan bedenke men dat de rest niet anders is
dan opgeheven koraal, waarop in den loop
der eeuwen een opslag is gekomen, die op
den schralen bodm een humuslaag heeft ge
bracht. Nog in het noorden, noch in het
zuiden heb ik er een krachtig bosch gezien
en ik betwijfel, of er wel ergens, tenzij in al
te afgelegen oorden, een complex gronden is
te vinden, waar men een bepaalde teelt jaren
achtereen met voordeel kan beoefenen. Daar
om is het onbegrijpelijk, dat er „kolonisten"
uit Indië zich opmaken om daar hun geluk
te beproeven in 'n streek, waar de gezondheid
vele gevaren loopt en waar de hulpmiddelen
volkomen afwezig zijn. Zij zijn wellicht ver
leid door de humuslaag in de bosschen, alsof
die niet vrij snel is verbruikt en alsof de on
dergrond van geen beteekenis is, wanneer
men om bouwgrond vraagt. De Papoea
bevolking en de vreemde elementen uit den
archipel kunnen er voor hun geringe be
hoeften tot voeding wel velden aanleggen,
maar daarmee is dan ook wel alles gezegd.
Wat er buitendien is beproefd door wes
tersch initiatief, was tot mislukking veroor
deeld.
Is Indië een goudland? Zeer zeker: het
voedt 50 of 60 millioen menschen en in menig
deel van den archipel liggen de krachten,
waarmee ondernemers nuttige waren en stof
fen op de wereldmarkt brengen. Maar de
ondernemer moet weten, waar hij zijn taak
zal aanvatten, evenals zijn kunde toereikend
moet zijn. Nergens ter wereld kan men oo
steenen ploegen en wie het desondanks deden,
hebben zich vergist, hebben moeite, geld en
levenslust verspeeld.
DENGAN HORMAT.
HEERHUGOWAARD.
Door de afd. van Het Witte Kruis werd in
het lokaal van den heer Wester een buitenge
woon alg. vergadering uitgeschreven.
Door den voorzitter der afd., den heer W.
Molenaar, werd de vergadering geopend,
waarbij spreker meedeelde, dat deze buiten
gewone vergadering door het bestuur was uit
geschreven in hoofdzaak met het oog op de
candidaatstelling voor lid van het Hoofdbe
stuur, ter voorziening in de vacature van den
heer Prins uit Alkmaar.
Medegedeeld werd, dat dr. Spierings niet
aanwezig kon zijn in verband met het jubi
leum van pastoor De Meuldcr.
Door den voorzitter werd ingeleid een be
spreking met betrekking tot plannen voor het
stichten van een badhuis. In herinnering werd
gebracht, wat hieromtrent in de vorige verg.
was verhandeld en de opdracht aan het be
stuur verstrekt.
Het verslag der afd. van Het Witte Kruis
te Zuid-Scharwoude beti effende de badinrich
ting aldaar, had het optimisme van het be
stuur geheel weggevaagd. Waar in een plaats
met zulk een dichte bevolking als aan den
Langendijk, het afdeelingsbestuur heeft ge
meend te moeten komen met vooistellen tot
opheffing der badinrichting, daar achtte ons
bestuur het gewaagd om de hier bestaande
plannen tot invoering te brengen. Het bestuur
achtte het dan maar beter de badinrichting,
welke hier bestaat, dan maar te laten zoo ze
is. Dit gaf den heer de Jong aanleiding nog
„Veel te veel, Louis," gaf ik toe. „Maar
dat doet er niet toe, wij hebben allen onze
zwakke plekken. Op den een of anderen dag
zal misschien iemand den vinger kunnen
leggen op een zwakke stee bij jou, Louis".
Met een glimlach antwoordde hij„Waar
om ook niet, mijnheer?"
HOOFDSTUKXXVIII.
In mijn apartement wachtte mij een ver
rassing. Ik trof er Felicia aan, terwijl zij
zenuwachtig in mijn kleine zitkamer op en
neer wandelde. Zij bleef staan, zoodra zij mij
zag en snelde op mij af. In mijn vreugde
haar zou onverwachts te zien zou ik haar bij
na in mijn armen gedrukt hebben, als zij niet
achteruit was geweken.
„Felicia!" riep ik uit, „hoe ben je hier
gekomen?"
„Juffrouw Müller is naar beneden ge
gaan om te lunchen, maar ik zeide dat ik
hoofdpijn had en sloopt hierheen in de hoop
je hier te vinden."
„Maar men houdt je gevangen!" riep ik
uit.
„Dat is jouw schuld."
Ik keek haar met verbazing aan. Haar
gelaat baadde in tranen en haar stem trilde
van zenuwachtigheid.
„Ja, jouw schuld! Jij hebt heimelijk een
onderzoek ingesteld naar het doen en laten
van mijn oom. Men heeft je zien praten
met menschen, die het kwade met hem
voor hebben."
„Maar hoe weet je dat, Felicia?" vroeg
ik kalm.
„O, ik weet het zeker! Men heeft het mij
medegedeeld."
eens op het tapijt te brengen het reeds vroeger
geopperde plan voor het scheppen eener
goede, niet gevaarlijke, zwemgelegenheid
nabij de Draai. Door spr. werd erop gewezen,
dat tot nog toe veel gebruik wordt gemaakt
van het gedeelte ringsloot nabij der. Broeker-
hoek, waaraan naar sprekers oordeel vrij wat
gevaar is verbonden. Spr. zou gaarne zien,
dat door het bestuur een onderzoek werd in
gesteld naar de kosten.
Door den voorzitter werd opgemerkt, dat
deze zaak feitelijk geheel buiten de orde is,
terwijl spr. reeds nu de opmerking maakt, dat
over de aanlegkos 'en wei licht nog heen te
komen zou zijn, doch dat het groote bezwaar
het geregeld toezicht zou zijn.
Door den heer Brugman werd nog opge
merkt, dat in deze vergadering toch geen
enkele beslissing hieromtrent genomen zou
kunnen worden.
De voorzitter zegde den heer de Jong toe,
dat van diens opmerking nota zal worden
genomen.
Vervolgens werd aan de orde gesteld: can
didaatstelling voor een lid van het Hoofdbest.
Door den voorzitter werd dit punt toege
licht, waarbij er op gewezen werd, dat reed3
eerder in onze afd. was gesproken over can
didaatstelling van Dr. Spierings, doch dat
deze destijds verklaarde geen candidatuur te
willen aanvaarden tegenover een zitting heb
bend hoofdbestuurslid, wel bij een eventueel
ontstaande vacature. Tevens bracht de voor
zitter ter kennis der vergadering, dat voor de
afd. Haarlem de heer Michels, lid van Ged.
Staten candidaat was gesteld, welke candida
tuur door een naburige afd. was overgeno
men.
Door den heer Brugman werd opgemerkt,
dat onze afd. tellende ongeveer 800 leden
zich reeds vroeger had uitgesproken voor de
candidaatstelling van dr. Spiering, van wien
we hebben ervaren, dat hij zeer veel gevoelt
voor het Witte Kruis en die speciaal voor
onze afd. reeds veel heeft gedaan; bovendien
acht spr. dr. Spierings een uitstekend verte
genwoordiger voor het platteland. Door meer
dere leden werd in gelijken zin gesproken.
Het resultaat was dan ook, dat dr. Spierings
met algemeene stemmen candidaat werd ge
steld. Besloten werd aan de zyster afdee'in-
gen een circulaire te zenden met het verzoek
dezen candidatuur te willen steunen. Wel
jammer werd het gevonden, dat niet eerder
een vergadering uitgeschreven kan worden.
Door het bestuur werd toegezegd de circu
laire zoo spoedig mogelijk aan de zuster-
afdeelingen toe te zenden.
Bij de rondvraag werd door den heer Geu
sebroek gevraagd, waarom de lezing, welke
zou worden gehouden, niet is doorgegaan.
Door den voorzitter werd hierop geant
woord, dat voor het winterseizoen geen datum
daarvoor vastgesteld had kunnen worden,
zoodat het bestuur had besloten, dit uit te
stellen tot het komende winterseizoen.
Door den heer Haster werd ter sprake ge
bracht het afstaan van een lighut door den
vervaardiger, vóór dat deze behoorlijk was
afgewerkt en buiten den magazijnmeester om.
Thans schijnt de patiënt niet in een andere
hut overgebracht te kunnen worden.
Betreffende deze zaak zal door het bestuur
met den maker worden gesproken.
Hierna werd de vergadering door den voor
zitter gesloten met den wensch, dat de candi
daat der afdeeling zitting in het Hoofdbe
stuur zal mogen krijgen.
BERGEN.
Berger Revue Pas maar Op" dcot
jan Tinuner.
Onder groote belangstelling van liet Ber-
gensche publiek werd gisteravond in de Rus
tende Jager opgevoerd de Berger Revue
„Pas maar Op" in drie bedrijven en 17
tafreelen, geschreven door Jan Timmer.
Met recht kon de voorzitter van deze on
langs opgerichte revue- en operettevereeni-
ging, de heer Jo van Vliet, tot zijn genoegen
constateeren, dat de zaal geheel vol was, on
danks het feit, dat de vereeniging slechts
enkele weken geleden werd opgericht. Spr.
deelde mede, dat men niet grocte kunst moest
verwachten, doch dat hier slechts dilettan
ten, waarvan velen voor de eerste keer, op de
planken zouden komen.
Spr. verzocht de aanwezigen, indien zij
waardeering mochten hebben, deze te uiten
aan vrienden en bekenden, oj>dat de vereeni
ging ook een volgende keer weer zoo'n groota
belangstelling mocht ondervinden. (Ap*
plaus.)
Hierna ging het doek open voor het eer
ste bedrijf; de eerste indruk was werkelijk
goed, het maanlandschap met de aardige
maanbewoonstertjes achter ruwe rotsen ver
scholen en met fantastisch licht beschenen
leverde een aardig effect.
Na dit tafreel kwamen de beide clowns
„Wie „men?"
„Dat doet er niet toe!" antwoordde zi,
handenwringend. „Ik weet het zeker en
laat je dat genoeg zijn. Kapitein Rother-
by", vervolgde zij, van toon veranderend,
„ik zou u graag een verzoek willen doen."
„Laat hooren!"
„Ik zou gaarne willen, dat u wegging. Ik
zou liefst willen, dat u niet langer belang
stelde in het doen en laten van mij en de
mijnen."
„Is je dat ernst, Felicia?" vroeg ik.
„Volkomen ernst. Mijn oom heeft liici
een zeer gewichtige opdracht ten uitvoer te
brengen cn u maakt hem de zaak moeilij
ker."
„Felicia, ik vertrouw jc oom niet. Ik ge
loof niet in zijn gewichtige opdracht. Ik ben
overtuigd, dat je zelve wordt misleid."
Zij hief het hoofd op en toorn sprak uit
haar blik.
„Wat dat aangaat", antwoordde zij ver
stoord, „kan ik zelve het best oordcelen.
Als mijn oom een avonturier is, ik ben zijn
nicht. Ik ben één met hem. Begrijp dat
goed. Ik heb de opvatting, dat je hem te
genwerkt, terwijl je meent mij daarmee te
helpen. Dat is een vergissing."
„Felicia", smeekte ik „schenk mij een
beetje meer vertrouwen en dan zal verder
alles glad verloopen."
„Wat wil je dan weten?"
„In de eerste plaats moet je me zeggen,
wanneer je oom uit Zuid-Aincrika is ver
trokken en wanneer hij te Parijs is aange
komen."
„Hij is te Parijs gekomen tien dagen
voor je ons voor het eerst ontmoette ant
woordde zij na een oogenblik aarzelens.
■v -v (Wordt vervolgd).v
jk -*