DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad
FIAT en NASH AUTOMOBIELEN
A. DAM Co.
Uit het Parlement
Ao. HV
ZATERDAG 10 MEI 1930
132e Jaargang.
De verloren zoon begint zich weer thuis te voelen.
De dagen van het vette kalf zijn geteld.
De kofferkino is een gevaarvoor de voorbijgangers.
Scharloo, Alkmaar, Tel. 490.
Garage-ruimte yoor 60 Automobielen.
Dagelijksch overzicht.
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. roSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK:
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
fn mijn isolement ligt mijn kracht, heeft
eens een groot staatsman gezegd, maar hij
zou het zeker niet verkondigd hebben als hij
lid der Alkmaarsche Afdeeling van de S.D.A
P. was en tot de groep der ontevreden raads
leden behoorde, die in een koppige bui on
langs gezamenlijk het politieke bijltje er bij
neergelegd hebben.
Er zijn hier nog altijd twee groepen, die
door allerlei misverstanden en door te wei
nig waardeering van elkanders arbeid recht
tegenover elkaar staan en men weet, dat hei
partijbestuur nog kort geleden verklaard
beeft, dat de grootste groep niet bereid was
[haar medewerking aan een speciale commis
sie van onderzoek te verleenen.
Maar inmiddels schijnt men op de Con
gresvergadering te Groningen tot de ontdek
king gekomen te zijn, dat ook hierbij weer
van een afschuwelijk misverstand sprake is
en dat de oppositiegroep in Alkmaar niet zoo
halsstarrig is als men algemeen wel gedacht
had, zoodat deze zich daarna weer bereid
verklaarde de Alkmaarsche geschillen dooi
de daarvoor benoemde commissie te laten
onderzoeken en dus weldra zal worden uit
gemaakt of de klove, welke de groep-Bonse-
ina van de groep Westerhof scheidt werkelijk
wel zoo breed is, dat er niet een brug over
valt te bouwen.
Blijkbaar in afwachting van de komende
verbroederingsdagen had de Soc. Dem
raadsfractie Donderdagmiddag in den Raad
een andere houding tegenover den heer Van
Drunen aangenomen, dan in de vorige zit
ting het geval was.
Wel troonde deze nog niet als een verloren
geraakt en teruggevonden dierbaar familie
lid tusschen zijn fractiegenooten, maar het
was toch merkbaar, dat het dikste ijs een
beetje was gebroken.
Zijn buurman liet hem niet meer zoo'n groot
gedeelte van zijn edelachtbaren rug zien, de
heer Van Drunen kreeg antwoord als hij het
waagde eens een opmerking te maken en het
is zelfs voorgekomen, dat een der Soc. Dem.
in den Raad het betoog van zijn nieuwen
fractiegenoot met een woord van instemming
onderstreept heeft.
Desondanks geeft de heer Van Drunen tot
dusver herhaaldelijk blijk, dat hij in dit sta
dium der afdeelingsgeschillen als raadslid
niets anders dan een marionet is, die alleen
zijn armen en beenen mag bewegen als de
efdeeling aan de touwtjes heeft getrokken.
Dat is kort geleden gebleken toen hij ge
noodzaakt werd een aantal schriftelijke vra
gen terug te nemen en het kwam in de laat
ste raadszitting nog duidelijker naar voren
toen de heer Van Drunen plechtig de verkla
ring aflegde, dat hij weliswaar geconstateerd
had, dat de Raad sinds zijn vertrek belang
rijk in kwaliteit achteruit gegaan was, maar
dat hij daarmede niet bedoeld had, dat de
oorzaak hiervan was te zoeken in de veran
dering welke zijn eigen fractie ondergaan
had
Of de heer Van Drunen het er door een
dergelijke verklaring waarvoor zijn frac
tie thans verantwoordelijk is beter op ge
maakt heeft, valt ernstig te betwijfelen.
Hoe kleiner het groepje wordt waarvan
men de seniele aftakeling constateert, des te
meer kunnen zij, die tot dat groepje behooren
deze critiek op zich zelf van toepassing ach
ten en het is geen wonder, dat de heer Wol
dendorp zich liet verleiden tot de veronder
stelling, dat de heer Van Drunen zeker be
doeld Had te zeggen, dat de kwaliteit van den
Raad er niet beter op was geworden sinds
hij de heer Van Drunen zelf daarin
weer zitting had genomen.
Hoogstwaarschijnlijk zal de heele geschie
denis een storm in een glas water blijken en
heeft de heer Van Drunen zij het dan met
minder gelukkig gekozen woorden alleen
maar willen zeggen, dat de Raadsvergade
ringen heel wat minder interessant zijn nu
politieke veteranen als de heeren Westerhof
er> Kusters volkomen uit het strijdperk zijn
verdwenen.
Wat trouwens ook duidelijk uit de zeer
geringe belangstelling op de publieke tribune
's te constateeren.
Sinds er in het buitenland enkele branden
m bioscooptheaters zijn voorgekomen, waar
bij kinderen den dood vonden is het niet te
verwonderen, dat men zich van de zijde van
ouders en onderwijzers wel eens afgevraagd
beeft of het wel verantwoord is een paar
honderd kinderen in de schoolbioscoop bijeen
'e brengen.
Waar aan de hier gevestigde cinema's zeer
strenge eischen inzake brandvrije cabine's en
een voldoend aantal gemakkelijk bereikbare
nood deuren gesteld zijn, is het geen wonder,
at de schoolbioscoop daarbij vergeleken een
allesbehalve vertrouwbaren indruk maakt.
Men brengt hier de kinderen bijeen op de
zolderverdieping van de Handelsschool, dus
op een hooggelegen zaal, die slechts langs
trappen door de binnenzijde van het gebouw
te bereiken is.
Bovendien wordt hier gebruik gemaakt van
een zoogenaamde kofferkino en nu moge een
dergelijke instrument als zeer vertrouwbaar
bekend staan, het valt ons toch moeilijk de
verzekering van den burgemeester te geloo-
ven, dat het gevaar hier minder groot is dan
bij de duurdere projectietoestellen in de
brandvrije cabine's onzer stedelijke bioscoop
theaters.
Volgens 's Raads voorzitter kan men bi;
het in brand geraken van een film, een kof
ferkino eenvoudig dichtslaan en door een
raam naar buiten werpen. Hoe het een arge-
loozen wandelaar zal vergaan, die onver
wachts een brandende kofferkino op zijn
hoofd krijgt zullen we hier maar niet verder
nagaan, maar zelfs dit als afdoend aange_
wezen middel bleek waardeloos toen Mej
Carels mededeelde, dat er in de bewuste zaal
geen enkel raam is dat daarvoor in aanmer
king kan komen.
Intusschen gaf ook de burgemeester toe,
dat de toestand hier allesbehalve ideaal is
en hij bevestigde nogmaals, dat B. en W.
reeds ernstige pogingen in het werk stelden
om het vraagstuk der schoolbioscoop zoo
spoedig mogelijk tot een betere oplssing te
brengen.
Ten mej. Carels voorstelde tot zoolang de
vertooningen in de thans gebruikte localiteit
stop te zetten, stond de raad natuurlijk voor
een moeilijke beslissing.
Waar zich hier tot dusver nog geen enkel
ongeval heeft voorgedaan is het begrijpelijk,
dat men zich niet te veel door vrees wil laten
beïnvloeden, maar hiertegenover staat, dat
thans op den Raad de volle verantwoordelijk
heid rust voor alles wat op dezen bioscoop
zolder wellicht zal kunnen gebeuren.
Behalve de interpellante benevens de heer
Bülens en Mevrouw Helleman, bracht slechts
haar trouwe fractiegenoot de heer Sietsma,
zijn stem vóór dit voorstel uit.
Waar mej. Carels en de heer Sietsma op
politiek gebied een paar Siameesche tweelin
gen zijn, die elkaar onder allerlei omstandig
heden hulp en bijstand beloofd hebben, valt
het niet te verwonderen dat de heer Sietsma
zoo nu en dan door den voorzitter of een der
raadsleden in een verstrooide bui als „meneer
Carels" wordt aangesproken.
Het is nog niet zoo lang geleden, dat ver
schillende fracties in onzen raad zich voor de
belasting betalende burgerij verdienstelijk
trachtten te maken door voorstellen waarbij
het vermenigvuldigingscijfer voor de plaatse
lijke inkomstenbelasting nog lager gesteld
werd dan B. en W. het aan den Raad had
den voorgedragen.
Thans was het omgekeerde het geval en
hield de heer Van Drunen een langdurig be
toog om niet tot verlaging van den factor
over te gaan. Hij betoogde eenerzijds aan de
hand van een overzichtsstaatje, dat de voor
gestelde belastingverlaging zoo gering was,
dat menschen met een klein inkomen daar
door slechts enkele centen per week kunnen
besparen en stelde daarnaast zijn conclusie
dat een belastingvermindering als nu reeds
drie jaren achtereen had plaats gevonden de
gemeente arm zou maken en de oorzaak zou
zijn, dat vele in sociaal opzicht nuttige wer
ken niet tot uitvoering kunnen komen.
Hij verweet het college, dat het de laatste
jaren meer afgebroken dan gebouwd heeft en
verlangde blijkbaar terug naar de jaren met
hooge belastingciifers, toen de wethouder van
financiën er een fokkerij van steenen spaar-
varkentjes op na hield, die helaas de een na
den ander weer aan de dure huishouding der
gemeente ten offer ziin gevallen.
Natuurlijk hebben verschillende leden van
het voormalige elftal, tot welks nieuwe cap
tain de heer Vogelaar benoemd schijnt, met
voldoening geconstateerd, dat, dank zij hun
financieel beleid, de belastingbetalers de laat
ste drie jaren telkens met verlaging van den
factor verblijd konden worden en dat er daar
naast toch heel wat tot stand is gekomen.
De heer Thomsen herinnerde o.a. aan den
bouw van het Ziekenhuis, de overkapping
van de graanmarkt, het maken van de Roo-
torenbrug, den bouw van nieuwe scholen
al zijn helaas andere onderwijsinrichtingen
en het Bureau van beroepskeuze uit de ge
meente verdwenen de groote verbetering
van het Sportpark, den bouw van Gy°V
nastieklokalen en den verkoop van het nei-
looër bosch.
Inderdaad kan niet gezegd worden, dat de
laatste jaren zich kenmerken door een alge-
heelen stilstand op het gebied van sociale
voorzieningen en wij vermoeden, dat, al is de
verlaging vooral voor de kleinere inkomens
maar gering, vele belastingbetalers toch lie
ver het achtste deel van een ei dan een leegen
dop zullen ontvangen.
Gelukkig hebben B. en W. besloten gelei
delijk over te gaan tot het opruimen van
krotwoningen en een 22-tal dezer onmensche-
1 ijke verblijfplaatsen is thans door het College
aangewezen om na afloop van den wette-
lijken termijn zoo spoedig mogelijk met den
grond gelijk gemaakt te worden, waarna er
ongetwijfeld nog meerdere zullen volgen
Wie wel eens eeq ontdekkingsreis gemaakt
heeft door sloppen en stegen van onze ge
meente en ook web eens de „Noordzee",
de beruchte woningtmurt bij de Oude Gracht
heeft doorkruist, weet wel, dat er op het
gebied van woningtoestanden in Alkmaar
nog heel wat te verbeteren is en kan derge
lijke besluiten niet anders dan ten zeerste toe
juichen.
Wij dringen er krachtig op aan, dat met de
afbraak van de oude, de bouw van nieuwe.,
goedkoope arbeiderswoningen gelijken treo
houdt en dat de huren, desnoods met gemeen
telijken steun, zoo laag gemaakt worden, dat
de daklooze krotbewoners niet tevergeefs
naar onderdak zullen zoeken.
Het nieuwe bouwplan van „Rochdale", die
met gemeentelijken steun 42 arbeiderswonin
gen wil bouwen verdient in dit opzicht
zeker de belangstelling van het College.
De ijverige en bekwame directeur van den
Plantsoendienst, de heer Hoek, wiens ad
viezen men ook in Andere gemeenten zeer op
prijs blijkt te stellen, is door zijn hulp
vaardigheid de dupe geworden van eenige
kleinere bloemistenpatroons, die hem er van
beschuldigen, dat hij hen op ontoelaatbare
wijze concurrentie aandoet.
Als voorbeeld daarvan wordt o.a. aange
haald, dat hij met materieel en personeel be
hulpzaam is geweest bij het rooien van een
grooten boom op den Kennemerstraatweg,
welke boom particulier eigendom was en. ook,
dat hij een wagen met korven en werklieden
-heeft laten rijden in de richting van den
Vennewatersweg, welke, naaf €6n aantal on
tevreden adressanten bewereft;Tf)estemd was
om behulpzaam te zijn bij dé 'beplantingen
van het Runxputje onder de gemeente Heiloo.
Wethouder Leesberg heeft al in het licht
gesteld, dat het vellen van den bewusten
boom gevaar voor het verkeer opleverde en
dat de kleine bloemisten dit werkje toch niet
hadden kunnen opknappen. De tocht naar
den Vennewatersweg was niets anders dan
een expeditie naar Castricum, waar de heer
Hoek, in het belang van den plantsoendienst,
geregeld planten en struiken ruilt met den
opzichter van het Prov. Landgoed.
B. en W. hebben den heer Hoek aange
schreven er nauwlettend voor te waken, dat
belanghebbenden ingezetenen geen concurren
tie wordt aangedaan, maar de directeur van
den Plantsoendienst en zijn personeel schij
nen desondanks aan een spionnagesysteem
onderworpen te zijn met de zekerheid, dat
alles wat niet dadelijk verklaarbaar is, ver
keerd uitgelegd wordt en er opnieuw een
adres aan den Raad wordt gezonden.
Niet het minst voor den heer Hoek ver
heugen wij ons er over, dat de meerderheid
van den Raad besloot over deze kwestie een
prae-advies van B. en W. aan te vragen.
In dit nummer van onze courant heeft de
heer Hoek weer geheel belangeloos een
waardevol advies over een der voornaamste
kamerplanten gegeven en wij zijn er van
overtuigd, dat zeer velen zijn bereidwillig
heid om allen die zijn raad vragen ter wille
te zijn, op de juiste waarde weten te stellen.
De voortdurende vervolging waarvan deze
hoofdambtenaar 'het slachtoffer is, begint
langzamerhand wel een zeer onsympathiek
karakter te krijgen.
De bouw van twee nieuwe Fröbelscholen,
die thans lokalen voor 48 leerlingen zullen
krijgen, alsmede het besluit een brug over
de Molentocht te maken, bewijzen zeker
wel, dat de gemeente met haar tijd mee-
gaat.
Toen onze voorvaderen in de binnenstad
straten van de breedte van het Payglop en de
Houttil projecteerden konden zij niet voor
zien welk een belemmering deze voor het
latere snelverkeer zouden vormen. Toen het
Rijk weinige jaren geleden de Friesche brug
vernieuwde en deze op dezelfde breedte, ot
liever op dezelfde smalte liet, was te voor
zien, dat duizenden guldens noodeloos ver
spild werden omdat deze brug binnen af-
zienbaren tijd toch weer door een breedere
moet worden vervangen.
Dat alles maakt het besluit van B. en W.
om de nieuwe brug over de Molentocht
liever te breed dan te smal te maaen tot een
daad van wijs beleid.
Regeeren is vooruitzien en het is beter dat
een nieuwe brug te breed is en een te groote
doorvaartwijdte heeft dan wanneer, zooals
de heer Sietsma dat verlangde, die brug uit
sluitend op het tegenwoordige verkeer ter
plaatse is berekend.
Weldra bleek, dat zuinigheidsoverwegin
gen de drijfveeren voor zijn betoog waren en
dat hij voor het te besparen geld nog een
andere brug wilde bouwen. Daar dit bedrag
slechts voor een halve brug toereikend zou
zijn en een halve brug een onding is, ging
de heer Sietsma ten slotte met de voorstellen
van het college accoord.
Waar B. en W. het blijkbaar gewenscht
achten, dat de gehuwde ingezetenen met ge
noegen aan hun trouwdag terugdenken,
werd besloten dat de charterkamer, waarin
ten stadbuize de huwelijken worden vol
trokken, een mooie betimmering zal krijgen,
zoodat de gedachte aan het verblijf in dit
vertrek bij alle echtgenooten nog lang in
aangename herinnering zal blijven.
UIT HET PARLEMENT.
Den Haag, 9 Mei 1930.
De Eerste Kamer heeft heden de behande
ling van de Indische Begrooting voortgezet
en als de heeren op Vrijdag niet steeds vroeg
naar huis wilden, ware ze ook wel afgeloo-
pen. Maar toen om half vier minister De
Graaff met zijn antwoord aan de leden ge
reed was, wilde de heer Mendels (s.d.a.p.)
repliceeren. En dat zou zooveel tijd in beslag
nemen de heer Mendels is nooit kort van
stof dat de voorzitter het raadzaam vond
de verdere behandeling tot Dinsdag aan te
houden. Dan moet de Katner toch bijeen ko
men tot bespreking van de Surinaamsche
Begrooting en wat er nog verder aan de or
de mocht komen.
Nadat vanmorgen de heer Janssen als
woordvoerder der katholieke fractie een wel
willend woord in verband met de begrooting
had gesproken, kwam de heer Fock aan het
woord. Deze leider der liberalen moge hoog
van jaren zijn en een veelbewogen leven ach
ter den rug hebben, men zou hem onrecht
aandoen zoo men hem oud heette. Met jeug
dige kracht heeft hij een strafrede gehouden
tegen den heer Mendels, die in de vergade
ring van Donderdag den staf had gebroken
over wat hij noemde het régime-De Graaff—
Fock, den tijd dat de heer Fock gouverneur-
generaal van Ned.-Indië was, terwijl de
heer E>e Graaff het ambt van minister ver
vulde. Voorop stellende, dat in die dagen
minister en gouverneur-generaal steeds in
gemeen overleg hebben gehandeld, heeft de
heer Fock er nadruk op gelegd, dat die tijd
heilzaam voor Indië was geweest. In de eer
ste plaats heeft hij de financiën van Indië
in orde moeten brengen, aan de vlottende
schuld een einde gemaakt, de begrooting
weer sluitende gemaakt, belastingverhoo-
ging doorgevoerd zonder de belangen der
inlandsche bevolking te schaden, onnoodige
openbare werken verhinderd, overbodig per
soneel afgedankt en intusschen zooveel mo
gelijk de cultureele belangen der bevolking
behartigd,, voor het onderwijs, ook het hoo-
ger onderwijs, gezorgd en niets in den weg
gelegd aan de vrije uiting der gedachten.
Zonder een lofrede op zich zeiven te houden
heeft hij geprotesteerd tegen de legende, dat
het régime, dat we zooeven aanduidden, een
ramp voor Indië zou zijn geweest en de fei
ten, welke hij noemde waren zoo duidelijk,
dat het den heer Mendels moeilijk zal val
len er met succes tegen op te komen. De
raad, dien de heer Fock hem ten slotte gaf
om niet zonder degelijk onderzoek met der
gelijke beweringen aan te komen, was niet
vriendelijk, maar gerechtvaardigd.
Nadat de heer Anema (a.-r.) een pleidooi
had gehouden voor bevordering van de Zon
dagsrust, in de eerste plaats bij de cultures,
hebben we een zeer geleerde maar misschien
hier niet al te zeer ter zake doende rede van
den Leidschen hoogleeraar Kranenburg
(v.-d.) over het rechtsbeginsel, waarop ons
bestuur over Indië berust, mogen aanhooren.
Daarop kwam de minister van koloniën aan
het woord. Deze heeft het goed recht van ons
bewind over Indië verdedigd met een verwij
zing naar de historie en een erkenning van
den feitelijken toestand van heden, terwijl hij
als zijn doelstelling beschouwde zijn taak
om te zorgen voor het cultureel en materieel
belang van de bevolking, waarbij hij zelfs
niet aan een mogelijke scheiding van Indië
van Nederland mocht of wilde denken. Aan
wat hij verder zeide het was op de pers
tribune niet altijd gemakkelijk hem te vol
gen ontleenen wij vooreerst, dat het be
zoek, dat de koning van Siam en andere
hoofden van naburige staten aan onzen gou
verneur-generaal brengen van alle politieke
beteekenis ontbloot is en de heer Mendels
daar ten onrechte wat achter zoekt, dat het
optreden der Indische regeering tegen de
TN.I. zijn volkomen instemming heeft, dat
hij ernstig voortwerkt aan een reorganisatie
van het binnenlandsch bestuur, dat hij blijft
aansturen op een organisatie van een pro
vincie Sumatra, dat hij gaarne met de leiders
der Indische cultuurondernemingen tot een
compromis wil komen in zake de poenale
sanctie, dat hij niet minder dan de heer Loh-
man zich heeft geërgerd over het optreden
van een der gedelegeerden ter Geneefsche
Arbeidsconferentie, die een onjuiste voorstel-
'ing van die poenale sanctie heeft gegeven
n dat hij met den heer Anema overtuigd is
van de noodzakelijkheid van een regeling
van de Zondagsrust vooral bij de cultures,
maar dit een zeer moeilijke materie is. Met
de strafpredicatie van den heer Fock stemde
Kenners bewonderen de ge-
ruischloosheid en de prachtige
samenstelling van den motor, als
mede den bouw van het Chassis
en de elegantie van de carros
serie.
De Alleen-Vertegenwoordigers
voor Alkmaar en Omstreken:
Reparaties worden aan onze
eigen werkplaatsen door be
kwame vaklieden het voor-
deeligst uitgevoerd.
hij natuurlijk ten volle in, maar hij voegde
er niets aan toe.
Gelijk wij in den aanvang zeiden, zal de
heer Mendels daar Dinsdag op terugkomen.
OOSTENRIJK'S BINNENLANDSCHE
ONTWAPENING.
Dat er in Oostenrijk sinds geruimen tijd
spanning bestaat ten aanzien van de pogin
gen van den leider der Oostenrijksche regee
ring om te komen tot binnenlandsche ontwa
pening, is van algemeene bekendheid.
De noodzakelijkheid van die ontwapening
dringt meer en meer, nu de zoogenaamde
wapenschouwingen voor de politieke partijen
elkaar steeds vlugger opvolgen. De toene
mende bewapening van socialisten en hunne
tegenstanders wordt een steeds grooter ge
vaar voor de rust in het land, wat o.a. den
vorigen Zondag nog bleek in het stadje St.
Pollen, nabij Weenen.
De „N. Fr. Presse" schrijft dan ook te
recht, dat het zoo niet lager kan voortgaan
De groote vraag is echter of het den auto
riteiten zal gelukken een eventueel wettelijk
voorschrift tot het afgeven van wapenen in
de praktijk door te voeren een probleem,
voor welks oplossing bondskanselier Schober
ongetwijfeld al zijn tact en handigheid,
waarover hij blijkbaar in groote mate be
schikt, zal noodig hebben.
Ook de „Frankf. Ztg" wijd een artikel
aan het vraagstuk. Haar correspondent
schrijft o.m.:
Het is de vraag of de gouverneurs van
Stiermarken, Tirol en Neder-Oostenrijk be
reid zullen blijken om krachtige maatregelen
te nemen tot opruiming van de wapendepots
van de door hen beschermde burgerwachten.
Het orgaan van den Landbond stelt voor,
dat het verleenen van machtiging voor het
bezit van mitrailleuses, geschut enz. niet bij1
de gouverneurs, maar bij den Bond zal be
rusten.
Van soc.-dem. zijde word de vrees geuit,
dat de actie uit zai loopen op eenzijdige ont
wapening van den (soc.) „Schutzbund", ja
zelfs dat de landsregeeringen de aan de soc.
vereenigingen ontnomen wapenen op het kri
tieke oogenblik aan de burgerwachen zullen
uitleveren.
Een eenzijdige ontwapening zou echter
niet tot ontspanning leiden.
Een wederzijdsche grondige ontwapening
zou den toestand aanmerkelijk verbeteren, in
dien dan tevens geheime invoer van nieuwe
wapenen onmogelijk werd gemaakt en de mi
litaire optochten, oefeningen enz. der politie
ke schutterijen werden verboden.
Alleen op die wijze meent de correspon
dent, zou het, zoo gevaarlijke, militaire ka
rakter aan den politieken strijd in Oostenrijk
ontnomen kunnen worden.
Gegeven de spanning onder de politieke
tegenstanders, wordt met eenige vrees de
verdere ontwikkeling van den toestand tege
moet gezien, vooral ook in verband met plan
nen, welke ontworpen, zouden zijn om met het
soc. hoofdkwartier te Weenen afdoende af te
rekenen.
Ongetwijfeld zal de Oostenrijksche regee
ring haar uiterste krachten inspannen om te
komen tot de binnenlandsche ontwapening,
want zij ziet daarin vrijwel het eenige middel
om de economische en financieele belangen
van het land te dienen.
Volgens dr. Schober, den leider der regee
ring, immers zou die binnenlandsche bewa
pening met haar voortdurend gevaar voor
botsingen een ernstig bezwaar zijn voor het
buitenland tegen geldbeleggingen in het
oude Oostenrijk.
HIJSCHBLOK OP HET HOOFD,
GEKREGEN.
Gister is te Lage-Zwaluwe op de scheeps
werf van gebr. Gelijns aan den Moerdijk
een haak van een takelblok, waarmede een
ijzeren plaat was omliooggeheschen, gebro
ken. Het zware stuk ijzer kwam neer op het
lichaam van den scheepsklinker W. de H.f
die zoo ernstig gewond werd, dat hij in zorg-
wekkenden toestand naar het ziekenhuis te
Breda is vervoerd,