DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad FIAT en NASH AUTOMOBIELEN A. DAM Co. Uit het Parlement Ao. HV ZATERDAG 10 MEI 1930 132e Jaargang. De verloren zoon begint zich weer thuis te voelen. De dagen van het vette kalf zijn geteld. De kofferkino is een gevaarvoor de voorbijgangers. Scharloo, Alkmaar, Tel. 490. Garage-ruimte yoor 60 Automobielen. Dagelijksch overzicht. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. roSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK: Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. fn mijn isolement ligt mijn kracht, heeft eens een groot staatsman gezegd, maar hij zou het zeker niet verkondigd hebben als hij lid der Alkmaarsche Afdeeling van de S.D.A P. was en tot de groep der ontevreden raads leden behoorde, die in een koppige bui on langs gezamenlijk het politieke bijltje er bij neergelegd hebben. Er zijn hier nog altijd twee groepen, die door allerlei misverstanden en door te wei nig waardeering van elkanders arbeid recht tegenover elkaar staan en men weet, dat hei partijbestuur nog kort geleden verklaard beeft, dat de grootste groep niet bereid was [haar medewerking aan een speciale commis sie van onderzoek te verleenen. Maar inmiddels schijnt men op de Con gresvergadering te Groningen tot de ontdek king gekomen te zijn, dat ook hierbij weer van een afschuwelijk misverstand sprake is en dat de oppositiegroep in Alkmaar niet zoo halsstarrig is als men algemeen wel gedacht had, zoodat deze zich daarna weer bereid verklaarde de Alkmaarsche geschillen dooi de daarvoor benoemde commissie te laten onderzoeken en dus weldra zal worden uit gemaakt of de klove, welke de groep-Bonse- ina van de groep Westerhof scheidt werkelijk wel zoo breed is, dat er niet een brug over valt te bouwen. Blijkbaar in afwachting van de komende verbroederingsdagen had de Soc. Dem raadsfractie Donderdagmiddag in den Raad een andere houding tegenover den heer Van Drunen aangenomen, dan in de vorige zit ting het geval was. Wel troonde deze nog niet als een verloren geraakt en teruggevonden dierbaar familie lid tusschen zijn fractiegenooten, maar het was toch merkbaar, dat het dikste ijs een beetje was gebroken. Zijn buurman liet hem niet meer zoo'n groot gedeelte van zijn edelachtbaren rug zien, de heer Van Drunen kreeg antwoord als hij het waagde eens een opmerking te maken en het is zelfs voorgekomen, dat een der Soc. Dem. in den Raad het betoog van zijn nieuwen fractiegenoot met een woord van instemming onderstreept heeft. Desondanks geeft de heer Van Drunen tot dusver herhaaldelijk blijk, dat hij in dit sta dium der afdeelingsgeschillen als raadslid niets anders dan een marionet is, die alleen zijn armen en beenen mag bewegen als de efdeeling aan de touwtjes heeft getrokken. Dat is kort geleden gebleken toen hij ge noodzaakt werd een aantal schriftelijke vra gen terug te nemen en het kwam in de laat ste raadszitting nog duidelijker naar voren toen de heer Van Drunen plechtig de verkla ring aflegde, dat hij weliswaar geconstateerd had, dat de Raad sinds zijn vertrek belang rijk in kwaliteit achteruit gegaan was, maar dat hij daarmede niet bedoeld had, dat de oorzaak hiervan was te zoeken in de veran dering welke zijn eigen fractie ondergaan had Of de heer Van Drunen het er door een dergelijke verklaring waarvoor zijn frac tie thans verantwoordelijk is beter op ge maakt heeft, valt ernstig te betwijfelen. Hoe kleiner het groepje wordt waarvan men de seniele aftakeling constateert, des te meer kunnen zij, die tot dat groepje behooren deze critiek op zich zelf van toepassing ach ten en het is geen wonder, dat de heer Wol dendorp zich liet verleiden tot de veronder stelling, dat de heer Van Drunen zeker be doeld Had te zeggen, dat de kwaliteit van den Raad er niet beter op was geworden sinds hij de heer Van Drunen zelf daarin weer zitting had genomen. Hoogstwaarschijnlijk zal de heele geschie denis een storm in een glas water blijken en heeft de heer Van Drunen zij het dan met minder gelukkig gekozen woorden alleen maar willen zeggen, dat de Raadsvergade ringen heel wat minder interessant zijn nu politieke veteranen als de heeren Westerhof er> Kusters volkomen uit het strijdperk zijn verdwenen. Wat trouwens ook duidelijk uit de zeer geringe belangstelling op de publieke tribune 's te constateeren. Sinds er in het buitenland enkele branden m bioscooptheaters zijn voorgekomen, waar bij kinderen den dood vonden is het niet te verwonderen, dat men zich van de zijde van ouders en onderwijzers wel eens afgevraagd beeft of het wel verantwoord is een paar honderd kinderen in de schoolbioscoop bijeen 'e brengen. Waar aan de hier gevestigde cinema's zeer strenge eischen inzake brandvrije cabine's en een voldoend aantal gemakkelijk bereikbare nood deuren gesteld zijn, is het geen wonder, at de schoolbioscoop daarbij vergeleken een allesbehalve vertrouwbaren indruk maakt. Men brengt hier de kinderen bijeen op de zolderverdieping van de Handelsschool, dus op een hooggelegen zaal, die slechts langs trappen door de binnenzijde van het gebouw te bereiken is. Bovendien wordt hier gebruik gemaakt van een zoogenaamde kofferkino en nu moge een dergelijke instrument als zeer vertrouwbaar bekend staan, het valt ons toch moeilijk de verzekering van den burgemeester te geloo- ven, dat het gevaar hier minder groot is dan bij de duurdere projectietoestellen in de brandvrije cabine's onzer stedelijke bioscoop theaters. Volgens 's Raads voorzitter kan men bi; het in brand geraken van een film, een kof ferkino eenvoudig dichtslaan en door een raam naar buiten werpen. Hoe het een arge- loozen wandelaar zal vergaan, die onver wachts een brandende kofferkino op zijn hoofd krijgt zullen we hier maar niet verder nagaan, maar zelfs dit als afdoend aange_ wezen middel bleek waardeloos toen Mej Carels mededeelde, dat er in de bewuste zaal geen enkel raam is dat daarvoor in aanmer king kan komen. Intusschen gaf ook de burgemeester toe, dat de toestand hier allesbehalve ideaal is en hij bevestigde nogmaals, dat B. en W. reeds ernstige pogingen in het werk stelden om het vraagstuk der schoolbioscoop zoo spoedig mogelijk tot een betere oplssing te brengen. Ten mej. Carels voorstelde tot zoolang de vertooningen in de thans gebruikte localiteit stop te zetten, stond de raad natuurlijk voor een moeilijke beslissing. Waar zich hier tot dusver nog geen enkel ongeval heeft voorgedaan is het begrijpelijk, dat men zich niet te veel door vrees wil laten beïnvloeden, maar hiertegenover staat, dat thans op den Raad de volle verantwoordelijk heid rust voor alles wat op dezen bioscoop zolder wellicht zal kunnen gebeuren. Behalve de interpellante benevens de heer Bülens en Mevrouw Helleman, bracht slechts haar trouwe fractiegenoot de heer Sietsma, zijn stem vóór dit voorstel uit. Waar mej. Carels en de heer Sietsma op politiek gebied een paar Siameesche tweelin gen zijn, die elkaar onder allerlei omstandig heden hulp en bijstand beloofd hebben, valt het niet te verwonderen dat de heer Sietsma zoo nu en dan door den voorzitter of een der raadsleden in een verstrooide bui als „meneer Carels" wordt aangesproken. Het is nog niet zoo lang geleden, dat ver schillende fracties in onzen raad zich voor de belasting betalende burgerij verdienstelijk trachtten te maken door voorstellen waarbij het vermenigvuldigingscijfer voor de plaatse lijke inkomstenbelasting nog lager gesteld werd dan B. en W. het aan den Raad had den voorgedragen. Thans was het omgekeerde het geval en hield de heer Van Drunen een langdurig be toog om niet tot verlaging van den factor over te gaan. Hij betoogde eenerzijds aan de hand van een overzichtsstaatje, dat de voor gestelde belastingverlaging zoo gering was, dat menschen met een klein inkomen daar door slechts enkele centen per week kunnen besparen en stelde daarnaast zijn conclusie dat een belastingvermindering als nu reeds drie jaren achtereen had plaats gevonden de gemeente arm zou maken en de oorzaak zou zijn, dat vele in sociaal opzicht nuttige wer ken niet tot uitvoering kunnen komen. Hij verweet het college, dat het de laatste jaren meer afgebroken dan gebouwd heeft en verlangde blijkbaar terug naar de jaren met hooge belastingciifers, toen de wethouder van financiën er een fokkerij van steenen spaar- varkentjes op na hield, die helaas de een na den ander weer aan de dure huishouding der gemeente ten offer ziin gevallen. Natuurlijk hebben verschillende leden van het voormalige elftal, tot welks nieuwe cap tain de heer Vogelaar benoemd schijnt, met voldoening geconstateerd, dat, dank zij hun financieel beleid, de belastingbetalers de laat ste drie jaren telkens met verlaging van den factor verblijd konden worden en dat er daar naast toch heel wat tot stand is gekomen. De heer Thomsen herinnerde o.a. aan den bouw van het Ziekenhuis, de overkapping van de graanmarkt, het maken van de Roo- torenbrug, den bouw van nieuwe scholen al zijn helaas andere onderwijsinrichtingen en het Bureau van beroepskeuze uit de ge meente verdwenen de groote verbetering van het Sportpark, den bouw van Gy°V nastieklokalen en den verkoop van het nei- looër bosch. Inderdaad kan niet gezegd worden, dat de laatste jaren zich kenmerken door een alge- heelen stilstand op het gebied van sociale voorzieningen en wij vermoeden, dat, al is de verlaging vooral voor de kleinere inkomens maar gering, vele belastingbetalers toch lie ver het achtste deel van een ei dan een leegen dop zullen ontvangen. Gelukkig hebben B. en W. besloten gelei delijk over te gaan tot het opruimen van krotwoningen en een 22-tal dezer onmensche- 1 ijke verblijfplaatsen is thans door het College aangewezen om na afloop van den wette- lijken termijn zoo spoedig mogelijk met den grond gelijk gemaakt te worden, waarna er ongetwijfeld nog meerdere zullen volgen Wie wel eens eeq ontdekkingsreis gemaakt heeft door sloppen en stegen van onze ge meente en ook web eens de „Noordzee", de beruchte woningtmurt bij de Oude Gracht heeft doorkruist, weet wel, dat er op het gebied van woningtoestanden in Alkmaar nog heel wat te verbeteren is en kan derge lijke besluiten niet anders dan ten zeerste toe juichen. Wij dringen er krachtig op aan, dat met de afbraak van de oude, de bouw van nieuwe., goedkoope arbeiderswoningen gelijken treo houdt en dat de huren, desnoods met gemeen telijken steun, zoo laag gemaakt worden, dat de daklooze krotbewoners niet tevergeefs naar onderdak zullen zoeken. Het nieuwe bouwplan van „Rochdale", die met gemeentelijken steun 42 arbeiderswonin gen wil bouwen verdient in dit opzicht zeker de belangstelling van het College. De ijverige en bekwame directeur van den Plantsoendienst, de heer Hoek, wiens ad viezen men ook in Andere gemeenten zeer op prijs blijkt te stellen, is door zijn hulp vaardigheid de dupe geworden van eenige kleinere bloemistenpatroons, die hem er van beschuldigen, dat hij hen op ontoelaatbare wijze concurrentie aandoet. Als voorbeeld daarvan wordt o.a. aange haald, dat hij met materieel en personeel be hulpzaam is geweest bij het rooien van een grooten boom op den Kennemerstraatweg, welke boom particulier eigendom was en. ook, dat hij een wagen met korven en werklieden -heeft laten rijden in de richting van den Vennewatersweg, welke, naaf €6n aantal on tevreden adressanten bewereft;Tf)estemd was om behulpzaam te zijn bij dé 'beplantingen van het Runxputje onder de gemeente Heiloo. Wethouder Leesberg heeft al in het licht gesteld, dat het vellen van den bewusten boom gevaar voor het verkeer opleverde en dat de kleine bloemisten dit werkje toch niet hadden kunnen opknappen. De tocht naar den Vennewatersweg was niets anders dan een expeditie naar Castricum, waar de heer Hoek, in het belang van den plantsoendienst, geregeld planten en struiken ruilt met den opzichter van het Prov. Landgoed. B. en W. hebben den heer Hoek aange schreven er nauwlettend voor te waken, dat belanghebbenden ingezetenen geen concurren tie wordt aangedaan, maar de directeur van den Plantsoendienst en zijn personeel schij nen desondanks aan een spionnagesysteem onderworpen te zijn met de zekerheid, dat alles wat niet dadelijk verklaarbaar is, ver keerd uitgelegd wordt en er opnieuw een adres aan den Raad wordt gezonden. Niet het minst voor den heer Hoek ver heugen wij ons er over, dat de meerderheid van den Raad besloot over deze kwestie een prae-advies van B. en W. aan te vragen. In dit nummer van onze courant heeft de heer Hoek weer geheel belangeloos een waardevol advies over een der voornaamste kamerplanten gegeven en wij zijn er van overtuigd, dat zeer velen zijn bereidwillig heid om allen die zijn raad vragen ter wille te zijn, op de juiste waarde weten te stellen. De voortdurende vervolging waarvan deze hoofdambtenaar 'het slachtoffer is, begint langzamerhand wel een zeer onsympathiek karakter te krijgen. De bouw van twee nieuwe Fröbelscholen, die thans lokalen voor 48 leerlingen zullen krijgen, alsmede het besluit een brug over de Molentocht te maken, bewijzen zeker wel, dat de gemeente met haar tijd mee- gaat. Toen onze voorvaderen in de binnenstad straten van de breedte van het Payglop en de Houttil projecteerden konden zij niet voor zien welk een belemmering deze voor het latere snelverkeer zouden vormen. Toen het Rijk weinige jaren geleden de Friesche brug vernieuwde en deze op dezelfde breedte, ot liever op dezelfde smalte liet, was te voor zien, dat duizenden guldens noodeloos ver spild werden omdat deze brug binnen af- zienbaren tijd toch weer door een breedere moet worden vervangen. Dat alles maakt het besluit van B. en W. om de nieuwe brug over de Molentocht liever te breed dan te smal te maaen tot een daad van wijs beleid. Regeeren is vooruitzien en het is beter dat een nieuwe brug te breed is en een te groote doorvaartwijdte heeft dan wanneer, zooals de heer Sietsma dat verlangde, die brug uit sluitend op het tegenwoordige verkeer ter plaatse is berekend. Weldra bleek, dat zuinigheidsoverwegin gen de drijfveeren voor zijn betoog waren en dat hij voor het te besparen geld nog een andere brug wilde bouwen. Daar dit bedrag slechts voor een halve brug toereikend zou zijn en een halve brug een onding is, ging de heer Sietsma ten slotte met de voorstellen van het college accoord. Waar B. en W. het blijkbaar gewenscht achten, dat de gehuwde ingezetenen met ge noegen aan hun trouwdag terugdenken, werd besloten dat de charterkamer, waarin ten stadbuize de huwelijken worden vol trokken, een mooie betimmering zal krijgen, zoodat de gedachte aan het verblijf in dit vertrek bij alle echtgenooten nog lang in aangename herinnering zal blijven. UIT HET PARLEMENT. Den Haag, 9 Mei 1930. De Eerste Kamer heeft heden de behande ling van de Indische Begrooting voortgezet en als de heeren op Vrijdag niet steeds vroeg naar huis wilden, ware ze ook wel afgeloo- pen. Maar toen om half vier minister De Graaff met zijn antwoord aan de leden ge reed was, wilde de heer Mendels (s.d.a.p.) repliceeren. En dat zou zooveel tijd in beslag nemen de heer Mendels is nooit kort van stof dat de voorzitter het raadzaam vond de verdere behandeling tot Dinsdag aan te houden. Dan moet de Katner toch bijeen ko men tot bespreking van de Surinaamsche Begrooting en wat er nog verder aan de or de mocht komen. Nadat vanmorgen de heer Janssen als woordvoerder der katholieke fractie een wel willend woord in verband met de begrooting had gesproken, kwam de heer Fock aan het woord. Deze leider der liberalen moge hoog van jaren zijn en een veelbewogen leven ach ter den rug hebben, men zou hem onrecht aandoen zoo men hem oud heette. Met jeug dige kracht heeft hij een strafrede gehouden tegen den heer Mendels, die in de vergade ring van Donderdag den staf had gebroken over wat hij noemde het régime-De Graaff— Fock, den tijd dat de heer Fock gouverneur- generaal van Ned.-Indië was, terwijl de heer E>e Graaff het ambt van minister ver vulde. Voorop stellende, dat in die dagen minister en gouverneur-generaal steeds in gemeen overleg hebben gehandeld, heeft de heer Fock er nadruk op gelegd, dat die tijd heilzaam voor Indië was geweest. In de eer ste plaats heeft hij de financiën van Indië in orde moeten brengen, aan de vlottende schuld een einde gemaakt, de begrooting weer sluitende gemaakt, belastingverhoo- ging doorgevoerd zonder de belangen der inlandsche bevolking te schaden, onnoodige openbare werken verhinderd, overbodig per soneel afgedankt en intusschen zooveel mo gelijk de cultureele belangen der bevolking behartigd,, voor het onderwijs, ook het hoo- ger onderwijs, gezorgd en niets in den weg gelegd aan de vrije uiting der gedachten. Zonder een lofrede op zich zeiven te houden heeft hij geprotesteerd tegen de legende, dat het régime, dat we zooeven aanduidden, een ramp voor Indië zou zijn geweest en de fei ten, welke hij noemde waren zoo duidelijk, dat het den heer Mendels moeilijk zal val len er met succes tegen op te komen. De raad, dien de heer Fock hem ten slotte gaf om niet zonder degelijk onderzoek met der gelijke beweringen aan te komen, was niet vriendelijk, maar gerechtvaardigd. Nadat de heer Anema (a.-r.) een pleidooi had gehouden voor bevordering van de Zon dagsrust, in de eerste plaats bij de cultures, hebben we een zeer geleerde maar misschien hier niet al te zeer ter zake doende rede van den Leidschen hoogleeraar Kranenburg (v.-d.) over het rechtsbeginsel, waarop ons bestuur over Indië berust, mogen aanhooren. Daarop kwam de minister van koloniën aan het woord. Deze heeft het goed recht van ons bewind over Indië verdedigd met een verwij zing naar de historie en een erkenning van den feitelijken toestand van heden, terwijl hij als zijn doelstelling beschouwde zijn taak om te zorgen voor het cultureel en materieel belang van de bevolking, waarbij hij zelfs niet aan een mogelijke scheiding van Indië van Nederland mocht of wilde denken. Aan wat hij verder zeide het was op de pers tribune niet altijd gemakkelijk hem te vol gen ontleenen wij vooreerst, dat het be zoek, dat de koning van Siam en andere hoofden van naburige staten aan onzen gou verneur-generaal brengen van alle politieke beteekenis ontbloot is en de heer Mendels daar ten onrechte wat achter zoekt, dat het optreden der Indische regeering tegen de TN.I. zijn volkomen instemming heeft, dat hij ernstig voortwerkt aan een reorganisatie van het binnenlandsch bestuur, dat hij blijft aansturen op een organisatie van een pro vincie Sumatra, dat hij gaarne met de leiders der Indische cultuurondernemingen tot een compromis wil komen in zake de poenale sanctie, dat hij niet minder dan de heer Loh- man zich heeft geërgerd over het optreden van een der gedelegeerden ter Geneefsche Arbeidsconferentie, die een onjuiste voorstel- 'ing van die poenale sanctie heeft gegeven n dat hij met den heer Anema overtuigd is van de noodzakelijkheid van een regeling van de Zondagsrust vooral bij de cultures, maar dit een zeer moeilijke materie is. Met de strafpredicatie van den heer Fock stemde Kenners bewonderen de ge- ruischloosheid en de prachtige samenstelling van den motor, als mede den bouw van het Chassis en de elegantie van de carros serie. De Alleen-Vertegenwoordigers voor Alkmaar en Omstreken: Reparaties worden aan onze eigen werkplaatsen door be kwame vaklieden het voor- deeligst uitgevoerd. hij natuurlijk ten volle in, maar hij voegde er niets aan toe. Gelijk wij in den aanvang zeiden, zal de heer Mendels daar Dinsdag op terugkomen. OOSTENRIJK'S BINNENLANDSCHE ONTWAPENING. Dat er in Oostenrijk sinds geruimen tijd spanning bestaat ten aanzien van de pogin gen van den leider der Oostenrijksche regee ring om te komen tot binnenlandsche ontwa pening, is van algemeene bekendheid. De noodzakelijkheid van die ontwapening dringt meer en meer, nu de zoogenaamde wapenschouwingen voor de politieke partijen elkaar steeds vlugger opvolgen. De toene mende bewapening van socialisten en hunne tegenstanders wordt een steeds grooter ge vaar voor de rust in het land, wat o.a. den vorigen Zondag nog bleek in het stadje St. Pollen, nabij Weenen. De „N. Fr. Presse" schrijft dan ook te recht, dat het zoo niet lager kan voortgaan De groote vraag is echter of het den auto riteiten zal gelukken een eventueel wettelijk voorschrift tot het afgeven van wapenen in de praktijk door te voeren een probleem, voor welks oplossing bondskanselier Schober ongetwijfeld al zijn tact en handigheid, waarover hij blijkbaar in groote mate be schikt, zal noodig hebben. Ook de „Frankf. Ztg" wijd een artikel aan het vraagstuk. Haar correspondent schrijft o.m.: Het is de vraag of de gouverneurs van Stiermarken, Tirol en Neder-Oostenrijk be reid zullen blijken om krachtige maatregelen te nemen tot opruiming van de wapendepots van de door hen beschermde burgerwachten. Het orgaan van den Landbond stelt voor, dat het verleenen van machtiging voor het bezit van mitrailleuses, geschut enz. niet bij1 de gouverneurs, maar bij den Bond zal be rusten. Van soc.-dem. zijde word de vrees geuit, dat de actie uit zai loopen op eenzijdige ont wapening van den (soc.) „Schutzbund", ja zelfs dat de landsregeeringen de aan de soc. vereenigingen ontnomen wapenen op het kri tieke oogenblik aan de burgerwachen zullen uitleveren. Een eenzijdige ontwapening zou echter niet tot ontspanning leiden. Een wederzijdsche grondige ontwapening zou den toestand aanmerkelijk verbeteren, in dien dan tevens geheime invoer van nieuwe wapenen onmogelijk werd gemaakt en de mi litaire optochten, oefeningen enz. der politie ke schutterijen werden verboden. Alleen op die wijze meent de correspon dent, zou het, zoo gevaarlijke, militaire ka rakter aan den politieken strijd in Oostenrijk ontnomen kunnen worden. Gegeven de spanning onder de politieke tegenstanders, wordt met eenige vrees de verdere ontwikkeling van den toestand tege moet gezien, vooral ook in verband met plan nen, welke ontworpen, zouden zijn om met het soc. hoofdkwartier te Weenen afdoende af te rekenen. Ongetwijfeld zal de Oostenrijksche regee ring haar uiterste krachten inspannen om te komen tot de binnenlandsche ontwapening, want zij ziet daarin vrijwel het eenige middel om de economische en financieele belangen van het land te dienen. Volgens dr. Schober, den leider der regee ring, immers zou die binnenlandsche bewa pening met haar voortdurend gevaar voor botsingen een ernstig bezwaar zijn voor het buitenland tegen geldbeleggingen in het oude Oostenrijk. HIJSCHBLOK OP HET HOOFD, GEKREGEN. Gister is te Lage-Zwaluwe op de scheeps werf van gebr. Gelijns aan den Moerdijk een haak van een takelblok, waarmede een ijzeren plaat was omliooggeheschen, gebro ken. Het zware stuk ijzer kwam neer op het lichaam van den scheepsklinker W. de H.f die zoo ernstig gewond werd, dat hij in zorg- wekkenden toestand naar het ziekenhuis te Breda is vervoerd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1