Ilkinimclii Courait DE Neen vriend over sigaretten kun je mij niets nieuws vertellen, want ik weet sinds jaren dat Chief Whip de beste voor mijn gezondheid isi t m iftïTZ' 298 M--JNa 6 uur 1071 M.) Ook met kurk en goud london FEUILLETON. Brievan uit de hoofdstad ARDATH ft. 110 Hiriird twee en Jaargang. Zaterdag 10 Mei Radio-hoekje 1930. Zondag 11 Mei. Hilversum1071 M. 9.V. A. R. A. Be- zichten ointrent Postduivenvluchten. 9.05 V. A. R- A- K. de Wit: „Wat moet men doen om A. Mededêelingen van het Instituut voor Arb. Ontwikkeling. 0 48 V. A. R- A. H. Heijenbrock: „Wat ae niensch dankt aan het dier". 10.15 V. A. R A. Mei. C. P. v. Asperen v. d. Velde: „De Moederdag". 10.30 V. A. R. A. Tweede open. bare les voor Muziekminnende Leeken, door Hugo de Groot, m. m. v. het V. A. R. A - Orkest. 12.0112.40 Dr. C. H. Sluiter: Kolloïden, de reuzen onder de Moleculen" 12.402.— Concert. A. V. R. O.-Octet. 2.—. 2 30 A. V. R. O.-Boekenhalfuurtje. 2.30 33 5 Concert door het Omroeporkest. 3.15— 3 45 „Om het Kampvuur". Kampeerliedjes idoor jongens en meisjes van de Kampeer' club der H. B. S. te Den Haag. Inleiding: Dr. G. Brouwer. Pianobegel.: mevr. Jo Brouwer van Zanten. 3.454.30 Vervolg concert Omroeporkest. 4.30—5— Gramo Joonpl. In de rustpoos: Sportuitsl. 5.— ifGolfl. 298 M.) V. A. R. A- Gramofoonpl. 5.15 V. A. R. A. Kinderuurtje. 6.30 V. P. R. O. Wijdingsuur uit de studio. 8.01 A. V. R. O. Aansl. Concertgebouw te Amsterdam. (Beethoven-cyclus. Het Concertgebouw-orkest o. I. v. Dr. W. Mengelberg. In de pauze: Pers- en sportnieuws. Causerie door H. Rut- ters over „Beethoven". Daarna: Gramofoon- platen. 12.— Sluiting. Huzien, 1875 M. 8.25—9.20 N. C. R. V. Morgenwijding. 9.55 K. R. O. Klokgelui. llO.1145 K. R. O. Hoogmis vanuit de St. ijanskerk te Roosendaal. 11.45—12.— K. R. O. Gramofoonplaten. 12.K. R. O. Tijd sein. 12.01—12.20 K. R. O. Vervolg gramo foonpl. 12.2012.30 K. R. O. Toespraak door den K. R. O.-voorzitter. 12.301.30 K. R- O. Concert door het K. R. O.-Trio 1130—2.— K. R. O. Godsdienstonderricht. 2.2.30 Herman de Man: Nova et Vetera van Mgr. Dr. Hensen. 2.304.15 K. R. O. Concert door het Kon. Muziekkorps uit den Bosch. 4.15—5.K. R. O. Ziekenlof. 5 50 N. C. R. V. Kerkdienst vanuit de Geref. Kerk (Oosterkerk) te Utrecht. 7.30—7.55 K. R. O. Pater A. J. Winkel O. P.: „Het wonder der openbaring is in haar hoogste uiting het won der der verlossing in en door Christus, den Zoon van God, in wien de bovennatuurlijke openbaring haar afsluiting heeft gevonden", 7.55—8.05 I<. R. O. Voetbaluitsl. 8.05 10.45 K. R. O. Concert door het K. R. O. orkest. Mej. Lily van Elk, piano. Mej. Caro line Castendijk, mezzo-sopraan. 9.30 ca. K. R O. Persber. 10.45—11.— K. R. O. Epiloog door Klein Koor. Daventry, 1554.4 M. 2.20 Kerk-cantate No. 78 van Bach. 3.15 Kinderuurtje. 3.35 Concert. Kwintet. T. Kinniburgh, bas. 4.50 Piano-recital door Marguerite dé Pachmann. (Mme Labori). 5.205.40 Lezing. 7.15 Kerkdienst. 8.05 Liefdadigheidsoproep 8.10 Nieuwsber. 8.25 Concert. Orkest. H. Nash, tenor. 9.50 Epiloog. 10.10.20 The Silent Fellowship. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 11.50 Ge wijde muziek. 12.201.20 Gramofoonpl. 1.20 Gramofoonpl. 3.50 Gramfooonpl. 5.20 Parijsche avond. 5.50 Dansmuziek. 6.50 Cir cus Radio Paris. 7.20 Concert. Orkest en solisten. 8.50 Concert. 9.20 Concert. Langenberg, 473 M. 6.206.50 Gramo foonpl. 6.507.50 Orkestconcert. 8.25—9.20 Evangelische Morgenwijding. 10.5011.20 Gramofoonpl. 11.5012.15 Orgelspel door Jac. Menzen. 12.20—1.50 Orkestconcert. 3.50—4.50 Concert. Orkest en bariton. 4.50 5.20 Gramofoonpl. 7.20 „Hoheit tanzt Wal- zer". Operette in 3 bedrijven van L. Asscher. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Brussel, 508-5 M. 3.20 Verslag van den voetbalwedstrijd BelgiëIersche Vrijstaat. 4.20 Dansmuziek. 5.50 Gramofoonpl. 7 35 Kamermuziek. Na afloop: gramofoonpl. Kalundborg, 1153 M. 11.20—12.20 Or kestconcert. 2.50—4.50 Concert. Orkest en zang. 7.20—7.50 „Familiën Hansen". Blij spel van Jens Locher. 9.3510.35 Concert. Orkest en vocaal kwartet. 9.05—10.05 Con cert. Orkest en solisten. 10105—11.50 Dans muziek. Zeesen, 1635 M. 10.50 Lezing. 6.20 Or kestconcert. Klokgelui. 7.20—8.10 Lezingen. 8.10 Morgenwijding. Klokgelui. 9.2510.50 Door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER 61) „Ik hoop het ook niet, mijnheer", ver klaarde de portier beleefd, „maar als ik om half twaalf niets van u heb gehoord, ga ik zelf naar Scotland Yard." „Prachtig", verklaarde ik, „maar intus sehen zou ik om te beginnen wel een taxi willen hebben." Ik reed naar het mij opgegeven adres. Het was een afgelegen, half vergeten straat, wel ke dood liep en dicht bij de Theems was gele gen. De enkele huizen, die er stonden waren wat grooter dan die der omgeving, maar za gen er wanhopig bouwvallig uit. Het perceel waarvoor ik tenslotte stilhield grensde aan een houtloods of juister deze maakte er deel van uit. Ik stapte uit de taxi en strompelde naar de voordeur. Op een paar el afstands van me trachtte een zwarte hond hevig blaf- f]ch ^os 'e rukken van zijn ketting. Ik gevoelde me een weinig opgelucht, toen dade- na mijn kloppen de deur werd geopend. ,v „woont hier de heer Hoffmeyer?" vroeg ^en 0l'd mannetje, dat zich met een kaars een goedkoopen kandelaar bijlichtte, knik- ^Igend en sloot de deur achter mij. Ik 'j te "iet tot mijn genoegen op, dat hij er weer de grendels op schoof. •Waarom doet u dat?" vroeg ik verstoord. eon^rt 1 5>n T 9r2elcon«rt. 11.20 Orkest concert. 1.20 Lezing, 1.50 Solisten-concert. 3 20 B?rlrn PÜT' 2j50 Gramofoonplaten. S 5 tn T°0neel 5 20 Coflcert. Kwin tet. 5.30—7.20 Lezingen. 7.20 Concert Ba- tot 11J50 ^ansmuziek?rkeStCOnCert Daarna Maandag 12 Mei. 10.—10.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con cert. A.V. R O.-Kwintet. 2.-2.45 Kook- praatje door P. J. Kers. 2.45—4.30 Aansl. van het Rembrandt Theater te Amsterdam, f"6~ Kind^inirtje. 6.01—6.45 Gramo- toonpl. 6.30 Koersen. 6.45—7.15 A. V R O - Tooneelhalfuurtje. 7.15—7.45 J. B. Stren- ^e.nJ Walvischvangst voorheen en thans. M5—8.— Gramofoonpl. 8.01—8.45 Klas siek concert. Gramofoonpl. 8.45—9.— G. F. H. Giesbergen: „Over de internationale teekens in dc spoorboekjes". 9.11.Con- "r'' Omroeporkest. Hélène Cals, sopraan. 19.Persberichten. Daarna: Vervolg con cert. 11Gramofoonpl. 12Sluiting. Huizen1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.) 9.30 Morgenconcert. 10.30ll. Korte Ziekendienst. 1111.30 Lezen van Chr. Lectuur. 12.—12.15 Politieber. 12.30— I.45 Orgelconcert door Jan Zwart. 2^35 3.15 A. J, Herwig: „Het planten van Dahlia- stekken en de behandeling van Dahlia's". 3.153.45 Knipcursus. 4.5.Ziekenuur- tje. 5.6.30 Concert. Mevr. Dina Becht, so praan en declamatie). Hr. W. P, Tump, viool. Mevr. Betsy van Bloppoel, piano. 6.307.— P. van Renssen: ,,'s-Menschen begin, Midden en Einde" van Jan Luyken. 7.-7.45 Voor de Rijpere Jeugd. 7.458. Politieber. 8.11Uitzendavond. Spre kers: Ds. J. C. Koningsberger: „Het Evan gelie en de Stadsjeugd" en een spreker na mens de Vereen, voor Volkenbond en Vre de. Muzik. medew. van het Chr. Radio- Orkest. 10.ca. Persber. Daventry, 1554.4 M. 9.35 Morgenwijding. 10.05 Lezing. 11.20 Orgelspel door T. Cook. V. Thackeray, alt. 12.35 Concert. Orkest. 1.20 Uitz. voor scholen. 2.40 Dans muziek. 3.35 Orkestconcert. 4.35 Kinderuur tje. 5,20 Lezing. 5.35 Nieuwsber. 6.Viool recital door E. Kersey. 6.20—6.40 Lezing. 6.45 Fransche les. 7.05 Vaudeville, 8.45 Le- zinug. 9,05 „Intimate Snapshots" van Lance Sieveking. 9.5010.30 Dansmuziek. 10.20 10.35 Dansmuziek. 10.3511.20 Dansmu ziek. Pari/s „Radio-Paris", 1725 M. 11.50 Gra- mofoonmuziek. 3.05 Orkestconcert. 7.20 Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 473 M. 6.256.50 Gramo foonpl. 6.507.50 Orkestconcert. 9.35— 11.15 Gramofoonpl. 11.30 Gramofoonpl 12.251.50 Concert. Orkest en sopraan. 4.505.50 Concert. Orkest en alt. 7.20 Or kestconcert. 7,50 „Drauss' ist alles so prach tig". Meiviering, Orkest, madrigaal-koor en solisten. 8.50 Oude volksdansen. Daarna tot 11.20 Orkestconcert. Brussel, 508.5 M. 4.20 Dansmuziek. 5.50 Trio-concert. 6.20 Gramofoonpl. 7.35 Con eert. Orkest en vocale soliste. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest concert. 2.553.55 Orkestconcert. 7.10 8.30 Herdenking van den dichter Jeppe Aakjaer. Spreker, declamator en vocale so listen. 8.308.55 Cello-recital door Rud. Dietzmann. 8.559.40 Voordracht. 10. 10.20 Piano-recital door G. Seligmann. Zeesen, 1635 M, 5.50—11.50 Lezingen. 11.5012.15 Gramofoonpl. 12.151.20 Le zingen. 1.201.50 Gramofoonplaten. 1.50 3.50 Lezingen. 3.504.50 Concert. 4.50 7.20 Lezingen. 7.20 Concert. Sopraan en piano. 7.50 Her-uitz. Concert van Budapest Daarna tot 11.50: Dansmuziek. LXXXVII. Hel 't was in de Mei. Amsterdam, viert het lentefeest. Voorjaarstoileten op de terrassen der cafés. -— Benzine- en kinder wagens. -— Tulpenpracht langs straat en plein, in park en plant soen. Bloemenweelde en voor jaarsvreugde in Artis. Amsterdam viert het lente-feest. Overal in ons land zijn -de kachels leeggehaald en na dert „de schoonmaak" haar voltooiing. Als straks de IJsheiligen ons gedrieën bezoeken hun bezoek is elk jaar weer een bezoeking redden wij ons wel met een electrisch- of petroleum-kacheltje, of met een jumper oi pullover. Wij zijn nu in Mei en hebben den winter voor goed afgeschud als een slang zijn versleten vel. En wij planten bloemen op 's Winters graf. Niet ter vriendelijke herden king, maar als uiting van onzen fieren triomf. „Ik blijf hier maar een paar minuten. Het is werkelijk niet de moeite waard de deur te grendelen!" De man keek mij aan zonder een woord te zeggen. Hij scheen geen lust te hebben om te praten, of was daartoe niet in staat. Al leen toen ik mijn vraag herhaalde, knikte hij langzaam als iemand, die nauwelijks had be- repen wat hem was gezegd. Tensiotte zei ij slechts: „De heer Hoffmeyer is in zijn kamer en zal u met genoegen ontvangen." Ik volgde hem langs zoo armoedige trap pen en gangen als ik nog nooit in mijn leven had gezien. De muren waren klam en hier en daar hing het behangsel in groote vieze lappen omlaag. Het plafond was vrijwel on- gewit en de trappen welke wij passeerden hadden geen loopers. Tet heele huis zag er afschuwelijk armoedig uit. Tenslotte liet hij mij binnen in een kleine zitkamer waar een heer aan een tafel zat te schrijven. Hij keek op toen ik binnenkwam. Het was Delora. „Nu", begon hij, „is dat de manier waarop u uw belofte nakomt." „Er is daarna iets gebeurd", antwoordde ik. „Ik heb een telegram van mijn broeder ontvangen, dat ik niet begrijp." „Een telegram van uw broeder in Brazi- lië?" „Ja, en dat zal u ook wel interesseeren", antwoordde ik. Delora keerde zich langzaam in zijn stoel om en stond op. Het was een groote, schrale gestalte. Zijn gelaat was gerimpeld en hij deed onwillekeurig denken aan een in het nauw gedreven mensch. Maar intussehen was het de moeite waard waar te nemen, hoe hij zich dwong om met schijnbare onverschil- CHIEF Wij planten bloemen en vieren het lente feest. Ook in Amsterdam. Wij vieren het vooral op straat, met kleur en geur en wij spelen een beetje Parijs. De restaurateurs hebben reeds in April hun terrassen inge richt. De rieten stoelen zijn geverfd of ge lakt, de tafeltjes opgepoetst en nu het Mei- weer zoelte en bestendigheid heeft gebracht, vinden rieten stoelen en marmeren tafels wedijverende klanten. Amsterdam is een stad van harden arbeid, van noeste werkers. Maar tusschen de werk uren wil men wel even ademhalen en er zijn duizenden menschen, die het nuttige met het aangename weten te verbinden. Waarom zou men conferenties in duffe en kille vergader zalen houden, waarom besprekingen met zakenrplaies voeren op een saai kantoor wan neer de hemel blauw, de lucht zoel, de stoeltjes op de café-terrassen gemakkelijk en de daar wandelende dames elegant en schoon zijn? Zeker, de heeren zouden zich door dit alles van den ernst hunner zaken kunnen la ten afleiden, maar is dat niet eigenlijk een voordeel? Neemt men niet de moedigste en beste besluiten wanneer men opgeruimd van hart is en de toekomst in een zonnig heden weerspiegeld ziet? O, als onze gemeenteraad eens kon vergaderen op de café-terrassen van Rembrandt- of Leidscheplein! Alles zou vlot ten en gemakkelijker gaan. Hollandsche zwaarwichtigheid! Zij be hoort voor een groot deel tot het verleden en in ieder geval verloochenen wij haar in dezen tijd van" de Mei. De Nederlanders reizen meer en meer en spiegelen zich aan het bui tenland. Amsterdam heeft met zijn groei zijn provinciaal karakter verloren en de bewoners nemen wereldstad-allures aan. De kleerma kers we?en, dat de Amsterdammer hooge eischen stelt aan stof en snit, de modiste weet, dat de dames niet huiverig meer zijn voor een opvallend hoedje, een erg aparte model-japon. Men is niet meer zoo schuw als voorheen. Men wil gezien worden. Wie wel eens naar een mode-show gaat van een der groote Amsterdamsche modezaken Hirsch, De Vries, Gerzon, Greeve etc, etc. weet, Iigheid naar mij te luisteren. „Wat seint hij, die broeder van u?" „Het telegram is op aandrang van Nicho- las Delora verzonden. Luister, ik zal het u voorlezen." Ik las hem het telegram woord voor woord voor. Toen ik klaar was volstond hij met een kort knikje. „Is dat alles?" vroeg hij na een oogen- blik. „Ja, maar u zult er uit vernomen hebben, dat uw broeder zich ongerust maakt, in de eerste plaats dat u zich niet heeft gehouden aan uw belofte om hem op de hoogte te hou den, maar dan ook dat u geen gebruik heeft gemaakt van een particuliere code, welke tusschen u was afgesproken." „De zaak, waarvoor ik hierheen ben ge gaan", antwoordde Delora kalm, „is van het allergrootste gewicht, maar ik heb wat be ters te doen dan naar het telegraafkantoor te hollen. Nicholas is een zenuwachtig mensch. In een zaak als deze moest hij vol staan met geduld te oefenen. Intussehen, nu hij de tusschenkomst van vreemden heeft ge vraagd, zal ik hem morgenochtend een tele gram zenden." „Uitstekend", antwoordde ik. „Ik mag niet meer van u verlangen. Ik zal nu zelf aan mijn broeder een telegram zenden." „En wat zult u hem daarin mededeelen?" „Dat ik u heb gesproken, dat u gezond is en dat hij morgen nader van u zal hooren." „Waarom zou u seinen?" vroeg Delora. „Het zal morgen toch wel bijtijds genoeg zijn? „Van uw kant bekeken wel", gaf ik toe. „Maar ik ben nog wat anders van plan. Ik zal in mijn telegram er bijvoegen dat zoo het dat het niet gemakkelijk is een plaats te ver overen. En als daar de voorjaars-modellen gelanceerd zijn, worden zij niet meer als voorheen met nieuwsgierigheid en een schuw griezelen aangegaapt, maar grif gekocht cii nu. in Mei, ook op straat gebracht. Amsterdam heeft daarvoor zijn vaste cen trale punten. Nu de open trams weer rijden, dev ensters allerwegen openstaan, de gracli- ten onwelriekend en in hoogere sferen on doorzichtig worden, nu de bloemen bloeien in de parken en in de talrijke plantsoenen, die de stad opfleuren, nu is het 'leven op ds groote pleinen ontwaakt. Het Rembrandt- plein, waar het artistenleven zich concen treert, de wereld der kunstenaars, die vooral de lichte Muze dienen, heeft zijn eigen aspect en leeft vooral op in den laten namiddag en in de avonduren. Want daar de avonduren geleidelijk in den nacht overgaan en het lichaam tenslotte toch zijn rust-in-slaap vergt, zijn de ochtenduren daaraan nog ge wijd. Maar op het Leidscheplein is het reeds in den morgentijd druk. En daar, tegenover „Trianon" en „American", vintd men ook de meeste afwisseling. Want het Leidscheplein ligt tegenwoordig, meer dan de Dam, in het hart van de stad. Wanneer de trams hun zware lasten tus schen half negen en tien uur naar de binnen stad hebben vervoerd en de aaneengesloten gelederen der wielrijders gedund zijn, vullen de café-terrassen zich. Wie er komen? Aller eerst de vreemdelingen uit de naburige ho tels, die er hun plannen bespreken of uitrus ten van de vermoeienissen van den vorigen dag, onder het genot van een kleintje koffie. Zij' geven aan het plein onmiddellijk iets exotisch. Want zij zijn anders gekleed dan de stadgenooten, zij gebaren anders, en hun dames versmaden lippenstift noch rouge. Maar ook de Amsterdamsche zakenman is er. Op weg naar kantoor, en nog vóór Beurs- tijd, is hij even gaan zitten om een zaken vriend te ontmoeten en in der haast een transactie af te doen. De advocaten, die elkaar in het naburige Paleis van Justitie op de Prinsengracht verwoed den mantel of nieuws, dat hij van u morgenochtend hoort, niet bevredigend is, ik het Braziliaansche ge zantschap van de zaak op de hoogte zal brengen en ik haar zal uitleggen waarom ik dat van plan ben." Delora's oogen schoten vlammen. Intus sehen wist hij zich prachtig te houden. Hij volstond met een diepe buiging voor me te maken. „En dus is u voornemens", zeidc hij lang zaam, „aan onze vrienden daarginds mede te deelen, dat u mij heeft gesproken? Dat ik, wat ik openlijk tegenover u erken, mij feite lijk verstop en mijn nichtje heb alleen gela ten. U zult ze misschien ook willen inlichten omtrent onderscheidene gebeurtenissen, waarvan u, dank zij uw ongelukkige ge woonte om u met andermans zaken te be moeien, op de hoogte is geraakt?" „Natuurlijk", antwoordde ik. „Natuurlijk niet!" vervolgde Delora met nadruk. Er heerschte een oogenblik stilte. Ik keek Delora eens aan, niet begrijpende wat hij daarmee bedoelde. Hij staarde mij aan als een man, die tegenover zijn aartsvijand staat. „Mag ik eens vragen, hoe u denkt mij dat te beletten?" vroeg ik tenslotte. „Gemakkelijk genoeg!" antwoordde hij met een grijns. „Er zijn in dit huis Vier mannen, die aan mijn bevelen onmiddellijk gehoor zullen geven. Er zijn hier bovendien vijf uit gangen, waarvan er twee op de rivier uit- loopen". „Ik wensch u geluk", antwoordde ik sar castisch „met zulk een woning zonder weder-, gade." Delora slaakte een zucht, terwijl hij ver toga uitgeveegd hebben of elkaar straks in de haren zullen zitten, drinken hier broeder lijk een opwekkend slokje en vergeten hun geschillen en hun cliënten. En „de artisten van het Leidscheplein" hebben hier hun vaste reünie vóór zij zich voor de repetities verza melen. Wie in de tram voorbijgaat zal al spoedig op het terras van „American" het helle groene hoedje van Minny ten Hove be speuren wanneer zij dezen brief onder oogen mocht krijgen is het hoedje natuurlijk ontgroend en zal het jammer genoeg, nooit meer worden gedragen en hij ontdekt 's middags voor „Trianon" de lichtbruine Chrysler van Nel Stants. Maar niet alleen de artisten, ook de Amsterdamsche burgeres sen geven zich graag, en reeds in de morgen uren over aan het geraas en geroes van hei plein, om loom na te droomen van vroegere genietingen, in een gemakkelijken fauteuil en onder het rooken van een sigaret. Zij ko men met hun eigen wagens, want het is ver wonderlijk hoe groot het percentage is van de dames-achter-het-stuur, die boodschappen rijden en de café-terrassen bezoeken. Zij vor men een klasse op zichzelf, want wie op dat uur door het Vondelpark mocht wandelen, ziet er een andere zijde van vrouwelijk Am sterdam: de dames die hun kinderen „zon nen" en een ander soort wagen besturen en die gelukkig nog het talrijkst zijn. Ook daar, ver van claxons en tramgebel, ver van het lawaai en de benzine-damp, wordt door vrou welijk Amsterdam de Mei gevierd, tusschen bloemen en groen. Daar vermeit de Amster damsche zich in een kinderlach en heeft zij haar vrouwelijke en moederlijke zorgen. Ook zij heeft haar luxe, maar het is een andere en men mag ook, in goed Hollandsch, van weelde spreken. Amsterdam viert de lente elk jaar weer met het tulpen-feest. Zie hoe de auto's in den laten namiddag of des avonds, in kransen van tulp en narcis en hyacinth, uit de duin streek weerkeeren. Het zijn niet slechts Am sterdamsche wagens. Van heinde en ver zijn klaarde: „Ik kan u verzekeren, dat het me meer kost dan de mooiste suite in het Milan hotel. Maar wat is er aan te doen, als je vrienden en bezoekers hebt, die wat te nieuwsgierig zijn uitgevallen, dan moet je wel zorgen een geschikte woning daarvoor te hebben. „U is een zeer dapper man, mijnheer Delo ra", merkte ik op. „Zoo?" antwoordde hij droogjes. „Ik had altijd gedacht, dat dapperheid zich in een andere richting bewoog!" „Maar ik", zeide ik hoofdschuddend, „vrees, dat ik een lafaard ben. Zelfs toen ik mij gereed maakte om mijn afspraak met u na te komen, koesterde ik vrees. Ik was zelfs zoo bang", vervolgde ik, „dat ik maatrege len heb genomen om mijn veiligheid te ver zekeren." „Uw veiligheid te verzekeren?" herhaalde hij alsof hij de beteekenis van mijn woorden niet begreep. „Ik erken", vervolgde ik, dat het een laf heid van me was, en ik ben nog overtuigd, dat het noodelooze voorzorg was Maar ik heb het gedaan". Hij werd rood van toorn en riep: „Heb je misschien wel voor een geleide gezorgd? Staat de politie misschien buiten?" „Wel neen, zoo onhandig ben ik niet! Bui ten staat alleen een taxi, waarvan de chauf feur de opdracht heeft gekregen niet heen te gaan vóór ik het hem zelf gezegd heb, cn verder heb ik een briefje achtergelaten bij den portier van mijn hotel, hetwelk moet worden geopend als ik na. anderhalf uur nog niet terug ben. U ziet", besloot ik op een toon van verontschuldiging, „dat mijn zenuwen mij een beetje de baas zijn geweest, en dat ik de buurt niet kende." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5