Ilkinimclii Courait
DE
Neen vriend over
sigaretten kun je
mij niets nieuws
vertellen, want ik
weet sinds jaren
dat Chief Whip
de beste voor
mijn gezondheid
isi
t
m iftïTZ' 298 M--JNa 6 uur 1071 M.)
Ook met kurk en goud london
FEUILLETON.
Brievan uit de hoofdstad
ARDATH
ft. 110
Hiriird twee en
Jaargang.
Zaterdag 10 Mei
Radio-hoekje
1930.
Zondag 11 Mei.
Hilversum1071 M. 9.V. A. R. A. Be-
zichten ointrent Postduivenvluchten. 9.05 V.
A. R- A- K. de Wit: „Wat moet men doen om
A. Mededêelingen
van het Instituut voor Arb. Ontwikkeling.
0 48 V. A. R- A. H. Heijenbrock: „Wat ae
niensch dankt aan het dier". 10.15 V. A. R
A. Mei. C. P. v. Asperen v. d. Velde: „De
Moederdag". 10.30 V. A. R. A. Tweede open.
bare les voor Muziekminnende Leeken, door
Hugo de Groot, m. m. v. het V. A. R. A -
Orkest. 12.0112.40 Dr. C. H. Sluiter:
Kolloïden, de reuzen onder de Moleculen"
12.402.— Concert. A. V. R. O.-Octet. 2.—.
2 30 A. V. R. O.-Boekenhalfuurtje. 2.30
33 5 Concert door het Omroeporkest. 3.15—
3 45 „Om het Kampvuur". Kampeerliedjes
idoor jongens en meisjes van de Kampeer'
club der H. B. S. te Den Haag. Inleiding:
Dr. G. Brouwer. Pianobegel.: mevr. Jo
Brouwer van Zanten. 3.454.30 Vervolg
concert Omroeporkest. 4.30—5— Gramo
Joonpl. In de rustpoos: Sportuitsl. 5.—
ifGolfl. 298 M.) V. A. R. A- Gramofoonpl.
5.15 V. A. R. A. Kinderuurtje. 6.30 V. P. R.
O. Wijdingsuur uit de studio. 8.01 A. V. R.
O. Aansl. Concertgebouw te Amsterdam.
(Beethoven-cyclus. Het Concertgebouw-orkest
o. I. v. Dr. W. Mengelberg. In de pauze:
Pers- en sportnieuws. Causerie door H. Rut-
ters over „Beethoven". Daarna: Gramofoon-
platen. 12.— Sluiting.
Huzien, 1875 M. 8.25—9.20 N. C. R. V.
Morgenwijding. 9.55 K. R. O. Klokgelui.
llO.1145 K. R. O. Hoogmis vanuit de St.
ijanskerk te Roosendaal. 11.45—12.— K. R.
O. Gramofoonplaten. 12.K. R. O. Tijd
sein. 12.01—12.20 K. R. O. Vervolg gramo
foonpl. 12.2012.30 K. R. O. Toespraak
door den K. R. O.-voorzitter. 12.301.30
K. R- O. Concert door het K. R. O.-Trio
1130—2.— K. R. O. Godsdienstonderricht.
2.2.30 Herman de Man: Nova et Vetera
van Mgr. Dr. Hensen. 2.304.15 K. R. O.
Concert door het Kon. Muziekkorps uit den
Bosch. 4.15—5.K. R. O. Ziekenlof. 5 50
N. C. R. V. Kerkdienst vanuit de Geref. Kerk
(Oosterkerk) te Utrecht. 7.30—7.55 K. R. O.
Pater A. J. Winkel O. P.: „Het wonder der
openbaring is in haar hoogste uiting het won
der der verlossing in en door Christus, den
Zoon van God, in wien de bovennatuurlijke
openbaring haar afsluiting heeft gevonden",
7.55—8.05 I<. R. O. Voetbaluitsl. 8.05
10.45 K. R. O. Concert door het K. R. O.
orkest. Mej. Lily van Elk, piano. Mej. Caro
line Castendijk, mezzo-sopraan. 9.30 ca. K.
R O. Persber. 10.45—11.— K. R. O. Epiloog
door Klein Koor.
Daventry, 1554.4 M. 2.20 Kerk-cantate
No. 78 van Bach. 3.15 Kinderuurtje. 3.35
Concert. Kwintet. T. Kinniburgh, bas. 4.50
Piano-recital door Marguerite dé Pachmann.
(Mme Labori). 5.205.40 Lezing. 7.15
Kerkdienst. 8.05 Liefdadigheidsoproep 8.10
Nieuwsber. 8.25 Concert. Orkest. H. Nash,
tenor. 9.50 Epiloog. 10.10.20 The Silent
Fellowship.
Parijs „Radio-Paris"1725 M. 11.50 Ge
wijde muziek. 12.201.20 Gramofoonpl.
1.20 Gramofoonpl. 3.50 Gramfooonpl. 5.20
Parijsche avond. 5.50 Dansmuziek. 6.50 Cir
cus Radio Paris. 7.20 Concert. Orkest en
solisten. 8.50 Concert. 9.20 Concert.
Langenberg, 473 M. 6.206.50 Gramo
foonpl. 6.507.50 Orkestconcert. 8.25—9.20
Evangelische Morgenwijding. 10.5011.20
Gramofoonpl. 11.5012.15 Orgelspel door
Jac. Menzen. 12.20—1.50 Orkestconcert.
3.50—4.50 Concert. Orkest en bariton. 4.50
5.20 Gramofoonpl. 7.20 „Hoheit tanzt Wal-
zer". Operette in 3 bedrijven van L. Asscher.
Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Brussel, 508-5 M. 3.20 Verslag van den
voetbalwedstrijd BelgiëIersche Vrijstaat.
4.20 Dansmuziek. 5.50 Gramofoonpl. 7 35
Kamermuziek. Na afloop: gramofoonpl.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—12.20 Or
kestconcert. 2.50—4.50 Concert. Orkest en
zang. 7.20—7.50 „Familiën Hansen". Blij
spel van Jens Locher. 9.3510.35 Concert.
Orkest en vocaal kwartet. 9.05—10.05 Con
cert. Orkest en solisten. 10105—11.50 Dans
muziek.
Zeesen, 1635 M. 10.50 Lezing. 6.20 Or
kestconcert. Klokgelui. 7.20—8.10 Lezingen.
8.10 Morgenwijding. Klokgelui. 9.2510.50
Door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER
61)
„Ik hoop het ook niet, mijnheer", ver
klaarde de portier beleefd, „maar als ik om
half twaalf niets van u heb gehoord, ga ik
zelf naar Scotland Yard."
„Prachtig", verklaarde ik, „maar intus
sehen zou ik om te beginnen wel een taxi
willen hebben."
Ik reed naar het mij opgegeven adres. Het
was een afgelegen, half vergeten straat, wel
ke dood liep en dicht bij de Theems was gele
gen. De enkele huizen, die er stonden waren
wat grooter dan die der omgeving, maar za
gen er wanhopig bouwvallig uit. Het perceel
waarvoor ik tenslotte stilhield grensde aan
een houtloods of juister deze maakte er deel
van uit. Ik stapte uit de taxi en strompelde
naar de voordeur. Op een paar el afstands
van me trachtte een zwarte hond hevig blaf-
f]ch ^os 'e rukken van zijn ketting. Ik
gevoelde me een weinig opgelucht, toen dade-
na mijn kloppen de deur werd geopend.
,v „woont hier de heer Hoffmeyer?" vroeg
^en 0l'd mannetje, dat zich met een kaars
een goedkoopen kandelaar bijlichtte, knik-
^Igend en sloot de deur achter mij. Ik
'j te "iet tot mijn genoegen op, dat hij er
weer de grendels op schoof.
•Waarom doet u dat?" vroeg ik verstoord.
eon^rt 1 5>n T 9r2elcon«rt. 11.20 Orkest
concert. 1.20 Lezing, 1.50 Solisten-concert.
3 20 B?rlrn PÜT' 2j50 Gramofoonplaten.
S 5 tn T°0neel 5 20 Coflcert. Kwin
tet. 5.30—7.20 Lezingen. 7.20 Concert Ba-
tot 11J50 ^ansmuziek?rkeStCOnCert Daarna
Maandag 12 Mei.
10.—10.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con
cert. A.V. R O.-Kwintet. 2.-2.45 Kook-
praatje door P. J. Kers. 2.45—4.30 Aansl.
van het Rembrandt Theater te Amsterdam,
f"6~ Kind^inirtje. 6.01—6.45 Gramo-
toonpl. 6.30 Koersen. 6.45—7.15 A. V R O -
Tooneelhalfuurtje. 7.15—7.45 J. B. Stren-
^e.nJ Walvischvangst voorheen en thans.
M5—8.— Gramofoonpl. 8.01—8.45 Klas
siek concert. Gramofoonpl. 8.45—9.— G. F.
H. Giesbergen: „Over de internationale
teekens in dc spoorboekjes". 9.11.Con-
"r'' Omroeporkest. Hélène Cals, sopraan.
19.Persberichten. Daarna: Vervolg con
cert. 11Gramofoonpl. 12Sluiting.
Huizen1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.)
9.30 Morgenconcert. 10.30ll.
Korte Ziekendienst. 1111.30 Lezen van
Chr. Lectuur. 12.—12.15 Politieber. 12.30—
I.45 Orgelconcert door Jan Zwart. 2^35
3.15 A. J, Herwig: „Het planten van Dahlia-
stekken en de behandeling van Dahlia's".
3.153.45 Knipcursus. 4.5.Ziekenuur-
tje. 5.6.30 Concert. Mevr. Dina Becht, so
praan en declamatie). Hr. W. P, Tump,
viool. Mevr. Betsy van Bloppoel, piano.
6.307.— P. van Renssen: ,,'s-Menschen
begin, Midden en Einde" van Jan Luyken.
7.-7.45 Voor de Rijpere Jeugd. 7.458.
Politieber. 8.11Uitzendavond. Spre
kers: Ds. J. C. Koningsberger: „Het Evan
gelie en de Stadsjeugd" en een spreker na
mens de Vereen, voor Volkenbond en Vre
de. Muzik. medew. van het Chr. Radio-
Orkest. 10.ca. Persber.
Daventry, 1554.4 M. 9.35 Morgenwijding.
10.05 Lezing. 11.20 Orgelspel door T.
Cook. V. Thackeray, alt. 12.35 Concert.
Orkest. 1.20 Uitz. voor scholen. 2.40 Dans
muziek. 3.35 Orkestconcert. 4.35 Kinderuur
tje. 5,20 Lezing. 5.35 Nieuwsber. 6.Viool
recital door E. Kersey. 6.20—6.40 Lezing.
6.45 Fransche les. 7.05 Vaudeville, 8.45 Le-
zinug. 9,05 „Intimate Snapshots" van Lance
Sieveking. 9.5010.30 Dansmuziek. 10.20
10.35 Dansmuziek. 10.3511.20 Dansmu
ziek.
Pari/s „Radio-Paris", 1725 M. 11.50 Gra-
mofoonmuziek. 3.05 Orkestconcert. 7.20
Concert. Orkest en solisten.
Langenberg, 473 M. 6.256.50 Gramo
foonpl. 6.507.50 Orkestconcert. 9.35—
11.15 Gramofoonpl. 11.30 Gramofoonpl
12.251.50 Concert. Orkest en sopraan.
4.505.50 Concert. Orkest en alt. 7.20 Or
kestconcert. 7,50 „Drauss' ist alles so prach
tig". Meiviering, Orkest, madrigaal-koor en
solisten. 8.50 Oude volksdansen. Daarna tot
11.20 Orkestconcert.
Brussel, 508.5 M. 4.20 Dansmuziek. 5.50
Trio-concert. 6.20 Gramofoonpl. 7.35 Con
eert. Orkest en vocale soliste.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest
concert. 2.553.55 Orkestconcert. 7.10
8.30 Herdenking van den dichter Jeppe
Aakjaer. Spreker, declamator en vocale so
listen. 8.308.55 Cello-recital door Rud.
Dietzmann. 8.559.40 Voordracht. 10.
10.20 Piano-recital door G. Seligmann.
Zeesen, 1635 M, 5.50—11.50 Lezingen.
11.5012.15 Gramofoonpl. 12.151.20 Le
zingen. 1.201.50 Gramofoonplaten. 1.50
3.50 Lezingen. 3.504.50 Concert. 4.50
7.20 Lezingen. 7.20 Concert. Sopraan en
piano. 7.50 Her-uitz. Concert van Budapest
Daarna tot 11.50: Dansmuziek.
LXXXVII.
Hel 't was in de Mei.
Amsterdam, viert het lentefeest.
Voorjaarstoileten op de terrassen
der cafés. -— Benzine- en kinder
wagens. -— Tulpenpracht langs
straat en plein, in park en plant
soen. Bloemenweelde en voor
jaarsvreugde in Artis.
Amsterdam viert het lente-feest. Overal in
ons land zijn -de kachels leeggehaald en na
dert „de schoonmaak" haar voltooiing. Als
straks de IJsheiligen ons gedrieën bezoeken
hun bezoek is elk jaar weer een bezoeking
redden wij ons wel met een electrisch- of
petroleum-kacheltje, of met een jumper oi
pullover. Wij zijn nu in Mei en hebben den
winter voor goed afgeschud als een slang
zijn versleten vel. En wij planten bloemen op
's Winters graf. Niet ter vriendelijke herden
king, maar als uiting van onzen fieren
triomf.
„Ik blijf hier maar een paar minuten. Het is
werkelijk niet de moeite waard de deur te
grendelen!"
De man keek mij aan zonder een woord te
zeggen. Hij scheen geen lust te hebben om
te praten, of was daartoe niet in staat. Al
leen toen ik mijn vraag herhaalde, knikte hij
langzaam als iemand, die nauwelijks had be-
repen wat hem was gezegd. Tensiotte zei
ij slechts:
„De heer Hoffmeyer is in zijn kamer en
zal u met genoegen ontvangen."
Ik volgde hem langs zoo armoedige trap
pen en gangen als ik nog nooit in mijn leven
had gezien. De muren waren klam en hier
en daar hing het behangsel in groote vieze
lappen omlaag. Het plafond was vrijwel on-
gewit en de trappen welke wij passeerden
hadden geen loopers. Tet heele huis zag er
afschuwelijk armoedig uit. Tenslotte liet hij
mij binnen in een kleine zitkamer waar een
heer aan een tafel zat te schrijven. Hij keek
op toen ik binnenkwam. Het was Delora.
„Nu", begon hij, „is dat de manier waarop
u uw belofte nakomt."
„Er is daarna iets gebeurd", antwoordde
ik. „Ik heb een telegram van mijn broeder
ontvangen, dat ik niet begrijp."
„Een telegram van uw broeder in Brazi-
lië?"
„Ja, en dat zal u ook wel interesseeren",
antwoordde ik.
Delora keerde zich langzaam in zijn stoel
om en stond op. Het was een groote, schrale
gestalte. Zijn gelaat was gerimpeld en hij
deed onwillekeurig denken aan een in het
nauw gedreven mensch. Maar intussehen
was het de moeite waard waar te nemen, hoe
hij zich dwong om met schijnbare onverschil-
CHIEF
Wij planten bloemen en vieren het lente
feest. Ook in Amsterdam. Wij vieren het
vooral op straat, met kleur en geur en wij
spelen een beetje Parijs. De restaurateurs
hebben reeds in April hun terrassen inge
richt. De rieten stoelen zijn geverfd of ge
lakt, de tafeltjes opgepoetst en nu het Mei-
weer zoelte en bestendigheid heeft gebracht,
vinden rieten stoelen en marmeren tafels
wedijverende klanten.
Amsterdam is een stad van harden arbeid,
van noeste werkers. Maar tusschen de werk
uren wil men wel even ademhalen en er zijn
duizenden menschen, die het nuttige met het
aangename weten te verbinden. Waarom zou
men conferenties in duffe en kille vergader
zalen houden, waarom besprekingen met
zakenrplaies voeren op een saai kantoor wan
neer de hemel blauw, de lucht zoel, de
stoeltjes op de café-terrassen gemakkelijk en
de daar wandelende dames elegant en schoon
zijn? Zeker, de heeren zouden zich door dit
alles van den ernst hunner zaken kunnen la
ten afleiden, maar is dat niet eigenlijk een
voordeel? Neemt men niet de moedigste en
beste besluiten wanneer men opgeruimd van
hart is en de toekomst in een zonnig heden
weerspiegeld ziet? O, als onze gemeenteraad
eens kon vergaderen op de café-terrassen van
Rembrandt- of Leidscheplein! Alles zou vlot
ten en gemakkelijker gaan.
Hollandsche zwaarwichtigheid! Zij be
hoort voor een groot deel tot het verleden en
in ieder geval verloochenen wij haar in dezen
tijd van" de Mei. De Nederlanders reizen
meer en meer en spiegelen zich aan het bui
tenland. Amsterdam heeft met zijn groei zijn
provinciaal karakter verloren en de bewoners
nemen wereldstad-allures aan. De kleerma
kers we?en, dat de Amsterdammer hooge
eischen stelt aan stof en snit, de modiste
weet, dat de dames niet huiverig meer zijn
voor een opvallend hoedje, een erg aparte
model-japon. Men is niet meer zoo schuw als
voorheen. Men wil gezien worden. Wie wel
eens naar een mode-show gaat van een der
groote Amsterdamsche modezaken Hirsch,
De Vries, Gerzon, Greeve etc, etc. weet,
Iigheid naar mij te luisteren.
„Wat seint hij, die broeder van u?"
„Het telegram is op aandrang van Nicho-
las Delora verzonden. Luister, ik zal het u
voorlezen."
Ik las hem het telegram woord voor woord
voor. Toen ik klaar was volstond hij met
een kort knikje.
„Is dat alles?" vroeg hij na een oogen-
blik.
„Ja, maar u zult er uit vernomen hebben,
dat uw broeder zich ongerust maakt, in de
eerste plaats dat u zich niet heeft gehouden
aan uw belofte om hem op de hoogte te hou
den, maar dan ook dat u geen gebruik heeft
gemaakt van een particuliere code, welke
tusschen u was afgesproken."
„De zaak, waarvoor ik hierheen ben ge
gaan", antwoordde Delora kalm, „is van het
allergrootste gewicht, maar ik heb wat be
ters te doen dan naar het telegraafkantoor
te hollen. Nicholas is een zenuwachtig
mensch. In een zaak als deze moest hij vol
staan met geduld te oefenen. Intussehen, nu
hij de tusschenkomst van vreemden heeft ge
vraagd, zal ik hem morgenochtend een tele
gram zenden."
„Uitstekend", antwoordde ik. „Ik mag niet
meer van u verlangen. Ik zal nu zelf aan
mijn broeder een telegram zenden."
„En wat zult u hem daarin mededeelen?"
„Dat ik u heb gesproken, dat u gezond is
en dat hij morgen nader van u zal hooren."
„Waarom zou u seinen?" vroeg Delora.
„Het zal morgen toch wel bijtijds genoeg
zijn?
„Van uw kant bekeken wel", gaf ik toe.
„Maar ik ben nog wat anders van plan. Ik
zal in mijn telegram er bijvoegen dat zoo het
dat het niet gemakkelijk is een plaats te ver
overen. En als daar de voorjaars-modellen
gelanceerd zijn, worden zij niet meer als
voorheen met nieuwsgierigheid en een schuw
griezelen aangegaapt, maar grif gekocht cii
nu. in Mei, ook op straat gebracht.
Amsterdam heeft daarvoor zijn vaste cen
trale punten. Nu de open trams weer rijden,
dev ensters allerwegen openstaan, de gracli-
ten onwelriekend en in hoogere sferen on
doorzichtig worden, nu de bloemen bloeien in
de parken en in de talrijke plantsoenen, die
de stad opfleuren, nu is het 'leven op ds
groote pleinen ontwaakt. Het Rembrandt-
plein, waar het artistenleven zich concen
treert, de wereld der kunstenaars, die vooral
de lichte Muze dienen, heeft zijn eigen aspect
en leeft vooral op in den laten namiddag en
in de avonduren. Want daar de avonduren
geleidelijk in den nacht overgaan en het
lichaam tenslotte toch zijn rust-in-slaap
vergt, zijn de ochtenduren daaraan nog ge
wijd. Maar op het Leidscheplein is het reeds
in den morgentijd druk. En daar, tegenover
„Trianon" en „American", vintd men ook de
meeste afwisseling. Want het Leidscheplein
ligt tegenwoordig, meer dan de Dam, in het
hart van de stad.
Wanneer de trams hun zware lasten tus
schen half negen en tien uur naar de binnen
stad hebben vervoerd en de aaneengesloten
gelederen der wielrijders gedund zijn, vullen
de café-terrassen zich. Wie er komen? Aller
eerst de vreemdelingen uit de naburige ho
tels, die er hun plannen bespreken of uitrus
ten van de vermoeienissen van den vorigen
dag, onder het genot van een kleintje koffie.
Zij' geven aan het plein onmiddellijk iets
exotisch. Want zij zijn anders gekleed dan de
stadgenooten, zij gebaren anders, en hun
dames versmaden lippenstift noch rouge.
Maar ook de Amsterdamsche zakenman is
er. Op weg naar kantoor, en nog vóór Beurs-
tijd, is hij even gaan zitten om een zaken
vriend te ontmoeten en in der haast een
transactie af te doen. De advocaten, die
elkaar in het naburige Paleis van Justitie op
de Prinsengracht verwoed den mantel of
nieuws, dat hij van u morgenochtend hoort,
niet bevredigend is, ik het Braziliaansche ge
zantschap van de zaak op de hoogte zal
brengen en ik haar zal uitleggen waarom ik
dat van plan ben."
Delora's oogen schoten vlammen. Intus
sehen wist hij zich prachtig te houden. Hij
volstond met een diepe buiging voor me te
maken.
„En dus is u voornemens", zeidc hij lang
zaam, „aan onze vrienden daarginds mede te
deelen, dat u mij heeft gesproken? Dat ik,
wat ik openlijk tegenover u erken, mij feite
lijk verstop en mijn nichtje heb alleen gela
ten. U zult ze misschien ook willen inlichten
omtrent onderscheidene gebeurtenissen,
waarvan u, dank zij uw ongelukkige ge
woonte om u met andermans zaken te be
moeien, op de hoogte is geraakt?"
„Natuurlijk", antwoordde ik.
„Natuurlijk niet!" vervolgde Delora met
nadruk.
Er heerschte een oogenblik stilte. Ik keek
Delora eens aan, niet begrijpende wat hij
daarmee bedoelde. Hij staarde mij aan als
een man, die tegenover zijn aartsvijand
staat.
„Mag ik eens vragen, hoe u denkt mij dat
te beletten?" vroeg ik tenslotte.
„Gemakkelijk genoeg!" antwoordde hij met
een grijns. „Er zijn in dit huis Vier mannen,
die aan mijn bevelen onmiddellijk gehoor
zullen geven. Er zijn hier bovendien vijf uit
gangen, waarvan er twee op de rivier uit-
loopen".
„Ik wensch u geluk", antwoordde ik sar
castisch „met zulk een woning zonder weder-,
gade."
Delora slaakte een zucht, terwijl hij ver
toga uitgeveegd hebben of elkaar straks in
de haren zullen zitten, drinken hier broeder
lijk een opwekkend slokje en vergeten hun
geschillen en hun cliënten. En „de artisten
van het Leidscheplein" hebben hier hun vaste
reünie vóór zij zich voor de repetities verza
melen. Wie in de tram voorbijgaat zal al
spoedig op het terras van „American" het
helle groene hoedje van Minny ten Hove be
speuren wanneer zij dezen brief onder
oogen mocht krijgen is het hoedje natuurlijk
ontgroend en zal het jammer genoeg, nooit
meer worden gedragen en hij ontdekt
's middags voor „Trianon" de lichtbruine
Chrysler van Nel Stants. Maar niet alleen
de artisten, ook de Amsterdamsche burgeres
sen geven zich graag, en reeds in de morgen
uren over aan het geraas en geroes van hei
plein, om loom na te droomen van vroegere
genietingen, in een gemakkelijken fauteuil
en onder het rooken van een sigaret. Zij ko
men met hun eigen wagens, want het is ver
wonderlijk hoe groot het percentage is van
de dames-achter-het-stuur, die boodschappen
rijden en de café-terrassen bezoeken. Zij vor
men een klasse op zichzelf, want wie op dat
uur door het Vondelpark mocht wandelen,
ziet er een andere zijde van vrouwelijk Am
sterdam: de dames die hun kinderen „zon
nen" en een ander soort wagen besturen en
die gelukkig nog het talrijkst zijn. Ook daar,
ver van claxons en tramgebel, ver van het
lawaai en de benzine-damp, wordt door vrou
welijk Amsterdam de Mei gevierd, tusschen
bloemen en groen. Daar vermeit de Amster
damsche zich in een kinderlach en heeft zij
haar vrouwelijke en moederlijke zorgen. Ook
zij heeft haar luxe, maar het is een andere en
men mag ook, in goed Hollandsch, van
weelde spreken.
Amsterdam viert de lente elk jaar weer
met het tulpen-feest. Zie hoe de auto's in den
laten namiddag of des avonds, in kransen
van tulp en narcis en hyacinth, uit de duin
streek weerkeeren. Het zijn niet slechts Am
sterdamsche wagens. Van heinde en ver zijn
klaarde: „Ik kan u verzekeren, dat het me
meer kost dan de mooiste suite in het Milan
hotel. Maar wat is er aan te doen, als je
vrienden en bezoekers hebt, die wat te
nieuwsgierig zijn uitgevallen, dan moet je
wel zorgen een geschikte woning daarvoor te
hebben.
„U is een zeer dapper man, mijnheer Delo
ra", merkte ik op.
„Zoo?" antwoordde hij droogjes. „Ik had
altijd gedacht, dat dapperheid zich in een
andere richting bewoog!"
„Maar ik", zeide ik hoofdschuddend,
„vrees, dat ik een lafaard ben. Zelfs toen ik
mij gereed maakte om mijn afspraak met u
na te komen, koesterde ik vrees. Ik was zelfs
zoo bang", vervolgde ik, „dat ik maatrege
len heb genomen om mijn veiligheid te ver
zekeren."
„Uw veiligheid te verzekeren?" herhaalde
hij alsof hij de beteekenis van mijn woorden
niet begreep.
„Ik erken", vervolgde ik, dat het een laf
heid van me was, en ik ben nog overtuigd,
dat het noodelooze voorzorg was Maar ik
heb het gedaan".
Hij werd rood van toorn en riep: „Heb je
misschien wel voor een geleide gezorgd?
Staat de politie misschien buiten?"
„Wel neen, zoo onhandig ben ik niet! Bui
ten staat alleen een taxi, waarvan de chauf
feur de opdracht heeft gekregen niet heen te
gaan vóór ik het hem zelf gezegd heb, cn
verder heb ik een briefje achtergelaten bij
den portier van mijn hotel, hetwelk moet
worden geopend als ik na. anderhalf uur nog
niet terug ben. U ziet", besloot ik op een toon
van verontschuldiging, „dat mijn zenuwen
mij een beetje de baas zijn geweest, en dat ik
de buurt niet kende."
(Wordt vervolgd).