llknifKti CiiraiL DE De leiding aan de Alkmaarsche Veiling. H5U1LLET0N. Rechtszaken Hifldsrd twee en dertigste Jaargang. Diaisdag 13 Mei Radio-hoekje Mw- ',J°7 ConLt^r' Iftfc De meerderheid van den handel ontevreden over den gang van zaken Jfo. 112 1930 Woensdag 14 Mei. Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) 1010.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con cert. A. V. R. O.-Kwintet. 2.-3.— Gramo- foonmuziek. 3.-4.— Naaicursus. 4.—4.30 Pe voornaamste stufliemuziek voor piano, uit gevoerd door Egbert Veen. Toelichting door Tnuis Schmidt. 5.5.30 Gramofoonpl. 5.30 Concert. A. V. R. O.-Octet. 6— Tijd- «ein. 6.01 Vervolg concert. 6.30 Koersen. 6.45 __7.15 Italiaanseh: Beginners. 7.157.45 Italiaansch: Gevorderden. 7.45—8.— Gra mofoonpl. 8.— Radio-Tooneel. „Dulcy helpt". Blijspel in 3 bedrijven van G. S. Kaufman en M. Connelly. In de pauze: Persber. Na af loop: Gramofoonpl. 12.— Sluiting. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.) e j 59-30 Concert. 10.3011.Zieken- dienst. 11.—11.30 Gramofoonpl. 11.30— 112.30 Harmoniumbespeling door M. F. Jur- iaanz. 12.12.15 Politieber. 12.30—2. Concert. Mevr. Maria Hoving—van Driel, coloratuurzangeres). Hr. J. H. G. Bley, orgel. 2.2.45 Concert. Frits Meyerse, zang. Dirk Vos, viool. Mevr. Hanny Helderman- Smit, piano. 2.45—3.15 Lezen van Chr. Lec tuur. 3.15—4.15 Vervolg concert. 4.155. Gramofoonpl. 5.-6.— Kinderuurtje. 6.— 6.30 Gramofoonpl. 6.30—7.Cursus Radio techniek. 7.—7.10 Causerie door J. J. Ver- ■meeren over den cursus Fransche Handels- corresp. 7.10—7.15 Gramofoonpl. 7.157.45 IA. Th. Knuttel: „Gods Vrijwilligers". 7.45 8.— Politieber. 8.8.30 Concert. Hilver- sutnsch Politie Muziek-gezelschap „Excel sior". 8.30—8.45 Jb. J. Fris: „Iets over iRadio-Distributie". 8.459.10 Vervolg con cert. 9.10—9.30 Gramofoonpl. 9.3010. Vervolg concert. 10.Nieuwsber. 10.10 ijl Gramofoonpl. Daventry, 1554.4 M. 9.35 Morgenwijding. 10.05 Lezing. 11.20 Gramofoonpl. 12.20 Concert. Orkest. 1.20 Concert. J. Tucker, alt. J. Topping, tenor. 1.50 Uitz. voor scholen. 2.50 Orkestconcert. 4.20 Gramofoonpl. 4.35 Kinderuurtje. 5.20 Lezing. 5.35 Nieuwsber. 6.— Viool-recital door E. Kersey. 6.20 6.40 Lezing. 6.45 Lezing. 7.05 Concert. Or koe4st ^n;9,?0f acre'naJ- 8Nieuwsberichten. tet. 7.20 Solisten-concert en declamatie Langenberg, 473 M. 6.25-6.50 Gramo- io°35 r 6;5<)~7-50 Orkestconcert. 9.35— ,if7PLrnam° 0nPu 10-4(>-l 1 -20 Muziek- uitzendmg voor scholen. 11.30 Gramofoonpl «riIfO Concert. Orkest, koor en vocale rprf n kamermuziek. 7 20 Con- rwoil piano en tenor- Daarna tot 11.20 Orkestconcert. Brussel, 508.5 M. 4.20 Dansmuziek. 5.50 1 rio-concert. 6.20 Gramofoonpl. 7.35 Orkest concert. 7.50 Fragmenten uit „De Regiments dochter Opera-comique van Donizetti. Or kest^ en solisten. Kalundborg, 1153 M. 2.50—3.50 Orkest concert en voordracht. 7.-8.45 Herdenking van den componist J. P. E. Hartmann. Spre- ker en solisten. Koor. 8.459.45 Declamatie. Toespraak. 10.05—10.35 Sonaten-concert. Viool en piano. 10.3511.50 Dansmuziek. 1 Zeesen, 1635 M. 5.50—11.20 Lezingen. 11.2012.15 Gramofoonpl. 12.1512.50 Berichten. 1.201.50 Gramofoonpl. 2.05 3 50 Lezingen. 3.50—4.50 Concert. 4.50— 7 20 Lezingen. 7.20 Vroolijke avond1 uit Mün- chen. 9.50 Kaartspel: Kuhnken und Tausend. Daarna tot 1.50 Dansmuziek. HET RADIO-REGLEMENT. De algemeene maatregel van bestuur, be doeld in artikel 3ter der telegraaf- en tele- foonwet 1904 het z.g. radioreglement is door de koningin bekrachtigd. De maat regel is afgekondigd in het Staatsblad 169 van heden 12 Mei en reed in werking op den weeden dagt na dien der afkondiging, dat is dus Woensdag 14 Mei a.s. De inhoud betreft, naar wij' bij1 informatie vernamen, n i e t de verdeel ing van den zenc tijd. ZOMERTIJD. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ALKMAAR BRENGEN TER ALGEMEENE KENNIS, DAT IN DEN NACHT VAN 14 OP 15 MEI AAN- STAANDE TEN 2 UUR DE STADS KLOKKEN EEN UUR ZULLEN WOR DEN VOORUIT GEZET. Alkmaar, Mei 1930. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, WENDELAAR, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. Men herinnert zich dat verleden Donder dag op initiatief van de koopliedenvereeni- ging „Steunt Elkander" een vergadering werd gehouden, waarin verschillende klach ten over den gang van zaken aan de Alk maarsche Exportveiling naar voren kwa men. De voornaamste daarvan waren wel, dat de aanvoerders geen baas zouden zijn over hun artikel, dat aan de koopers werd voorgeschreven hoeveel ze van een bepaald artikel hadden te koopeen en ten derde, dat door een fout in de organisatie niet mogelijk was een goed overzicht van het aangevoerde te krijgen, waardoor de handel gedwongen werd al het aangevoerde na te gaan en te noteeren, zoodat de tijd die met de laatst ingevoerde veilingwijze gewonnen werd, weer verloren gaat. Met deze klachten werden de aangesloten organisaties in kennis gesteld, waarbij zij tevens werden uitgenoodigd tot een opnieuw te houden vergHering, waarin wederom over een en ander zou worden ge sproken en middelen zouden worden be raamd om aan het euvel een einde te maken Deze tweede vergadering werd gister avond in ,,'t Gulden Vlies" gehouden. Van de aangezochte organisaties waren slechts aanwezig de besturen van de Onafhankelij ke Organisatie van Tuinderspatroons en de L. T. B. De Grossiersvereeniging had be richt gezonden niet aanwezig te zullen zijn, terwijl het bestuur van de veiling had geant woord geen prijs te stellen op deze vergade ring. Zij deelde tevens mede, voor kennisge ving te hebben aangenomen de mededeeling van „Steunt Elkander", waarbij de destijds toegezegde medewerking voor den huidigen gang van zaken aan de veiling werd opge zegd. In totaal waren er veertien heeren aan wezig. Als voorzitter trad op de heer J. H. Geels, voorzitter van „S. E." Hij deelde bij de opening mede. dat het bestuur had on derzocht het gezegde van den heer Pander Door E. PHILLIPS 0PPENHE1M. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. 63) Ik bleef op den rand van mijn bed zitten wachten. Er waren nog geen tien minuten verloopen of de telefoon ging over en het was Ashley weder. „Ik bel u van uw zitkamer uit op, mijn heer. Er is hier geen sterveling, maar er is wel iemand geweest, want de kamerdeur was geopend. Voor zoover ik kan nagaan js er niets weggenomen, maar men heeft een lesch met chloroform laten vallen en die is gebroken, zoodat de vloeistof over den vloer van uw slaapkamer is gevloeid. Ik heb bovendien den sterken indruk gekregen, dat iemand door de eene deur de kamer heeft verlaten, toen ik uw zitkamer binnen- iwam. „Ban kom ik maar dadelijk zelf eens kij- kUede me Z°° sPoet*'£ mogelijk aan- i ^k vroeg mezelven juist af, mijnheer, of v u zou radcn dat te doen- Het uiterlijk "dien man stond mij niet aan, en ik vrees 1 hij niet veel goeds in den zin had. Hij P nV ergens in het hotel zitten." haaldV*6 ZC^' er n'ets overhoop is ge- "V-lstrekt niets, mijnheer. Neen, hij w*m niet om te stelen!" een, dan kan ik wel begrijpen, dat hij in de vorige vergadering als zou de handel in het algemeen (de groothandel) wel voor de tegenwoordige manier van veilen zijn Het was nu gebleken, dat de Amsterdamsche handelaren voor 90 pet. daar tegen zijn, de Helderschen allemaal en dat er slechts één was, die een neutraal standpunt innam. Spr constateerde dat er van de mededeel ingen van den heer Pander niet veel overbleef. Spr. releveerde vervolgens de besprekin gen van de vorige vergadering en meende dat wijziging van den toestand geen uitstel kan lijden. De heer Bakker, secretaris van „Steunt Elkander", deelde mede een gesprek te heb ten gehad met den veilingleider, den heer Mak, die daarbij o.a. had gezegd te zullen volharden met de nu gevolgde wijze van veilen; als 't er op aankwam zou hij den kleinhandel geheel uit de veiling bannen. De voorzitter was overtuigd, dat de veiling in dien geest zal beslissen, als het testuur ervan den aandeelhouders daartoe het voorstel doet. De heer W o k k e stelde in het licht, dat de regeling van thans was ingevoerd, om dat de vorige te duur werd. De aanvoerders hadden alleen eenige vrees gehad ten aan zien van de ruimte. Het had hen genoegen gedaan, dat de handel met de nieuwe manier accoord was gegaan. Aan de nieuwe rege ling mankeert wel iets, maar als we nu weer naar het oude teruggaan, krijgen we ook het duurdere terug en bovendien den langen duur van de veiling. Men zou moeten zien een re geling te krijgen, die allen kan bevredigen De voorzitter maakte duidelijk dat de handel zich had vereenigd met de nieuwe regeling, in de hoop dat er meer ruimte zou komen. Men had erop gerekend, dat de kis- tenloods zou worden ingericht voor exposi tieruimte. Spr. stond nog eenige oogenblik- ken stil bij de moeilijkheid voor de koopers om het gekochte van het veilingterrein weg in het schild voerde. Misschien heb je wel gelijk. Ik zal niet vóór morgenochten ko men." „Nu, als er nog wat gebeurt, mijnheer, zal ik het u dadelijk laten weten. Wel te rus ten, mijnheer." Ik kroop weer onder de wol, maar kon niet dadelijk den slaap vatten. Er viel geen oogenblik aan te twijfelen, of mijn onbeken- I de bezoeker had gehandeld op instigatie van Delora, terwijl het doel van zijn bezoek was geweest te voorkomen, dat ik het tele gram verzond, dat intusschen al weg was. Ik stond op om te controleeren, of mijn deur wel goed was gesloten. Ik moet tot mijn schande bekennen, dat ik op dat oogenblik een huivering van vrees door mijn leden voelde gaan. Ik twijfeld er ook geen oogenblik meer aan, of die Delora was zoo niet een bedrieger, dan toch deelnemer aan een of andere ernstige misdaad. En Fe- licia! Ik bekeek de zaak van alle kanten. Het was niet aan te nemen, dat Delora niets meer zou zijn dan een gewone bedrie ger. Felicia had er geen bezwaar tegen om met hem te reizen. Zij kende hem als haar oom en hij moest ook wel haar oom zijn, tenzij ze mij ook had bedrogen. Ik voelde het bloed in mijn aderen stollen bij die ge dachte en ik wierp haar dan ook verre van mij. Felicia was onwrikbaar boven alle ver denking verheven!Misschien was Delora door Louis en zijn vrienden medegcsleept in de onderneming, welke eze dan ook mocht zijn. In ieder geval zou de dag van morgen de waarheid brengen. Ik was daarvan te meer overtuigd, omdat Delora mij slechts één dag uitstel had verzocht. Kort daarop viel ik weer in slaap en ik werd eerst wak- te krijgen, reden waarom aangedrongen mag worden, dat niet slechts voor een deel der koopers (zooals thans gebeurt) de artikelen worden weggevoerd, maar voor allen. Bij den huidigen toestand zal dat moeten vast- loopen zoodra we komen in den tijd van de groote aanvoeren. Verschillende kooplieden blijven al weg wegens de moeilijkheden aan deze veiling. Men kan de aanvoeren niet vol doende nagaan en daardoor ontstaat ook schade voor de aanvoerders, want de goede artikelen brengen dan niet op wat ze waard zijn, omdat de koopers ze niet te zien krijgen. Als de monsters door de veiling gaan, is aan dit bezwaar tegemoet gekomen. Aan de Alk maarsche veiling komen te veel soorten arti kelen om alles voldoende te kunnen nagaan. Deze veelheid van artikelen maakt deze vei ling tot een unicum in Nederland en is mede oorzaak dat zij nooit een veiling uitsluitend voor den groothandel kan worden. Zij is en blijft grootendeels op den kleinhandel aan gewezen. De heer W o k k e meende, dat het voor de kooplieden uit Den Helder nog wel doen lijk is om te noteeren, omdat zij niet zooveel noodig zijn. De Amsterdammers daarente gen zouden den heelen aanvoer moeten op schrijven. De voorzit ter merkte o-p, dat de Heldersche kooplieden toch allemaal tegen het huidige systeem van veilen zijn. De heer Pander was er wel voorstander van, maar die heeft nog niets gekocht. Spr. toonde met eenige voorbeelden aan hoe er stroppen wa ren geleden tengevolge van het niet opschrij ven van de aanvoeren, iets wat vaak wordt nagelaten om de groote moeilijkheid die daaraan verbonden is. De heer K o n ij n had nog niet ervaren dat goede artikelen voor te lage prijzen weg gaan, zooals de voorzitter had gezegd. De heer Laan begreep niet dat er nog tuinders zijn, die voldaan kunnen wezen over de tegenwoordige regeling. Verkoop „voor de klok" achtte spr. veel beter. Hij deelde mede wel gezien te hebben, dat een partij spinazie was blijven staan, ofschoon zij beter was dan veel van wat wel verkocht was geworden en hij meende dat dti een gevolg was van het niet opschrijven. Van de bestuurstafel werd opgemerkt, dat het veilen tegenwoordig niet vlugger gaat dan vroeger. De spr. had vandaag (Maan dag) nog van 10 uur tot half vier op de vei ling moeten zijn. De heer E 1 i o n geloofde niet dat men er met besprekingen op deze manier zal komen. Het gaat meest over de techniek van het vei len en die kan geregeld worden tusschen aanvoerders en afnemers, al geloofde spr. niet dat dit met het veilingbestuur van nu gelukken zal. Indertijd bleek reorganisatie van de veiling noodig, omdat de tuinder meer medezeggenschap op den gang van zaken moest hebben. Maar zoodra was de reorga nisatie niet ingevoerd of de bordjes werden verhangen, er bleek iets anders achter te zit ten. Groote partijen producten worden in handen gespeeld van enkele vrienden, die daarna aan de kleinere koopers voor de con sumptie kunnen verkoopen. Natuurlijk wordt dit door het bestuur der veiling ontkend en dan is er moeilijk tegen te vechten. Als de wederzijdsche belanghebbenden elkaar slechts dekten, zou dat bestuur zich wel min der plaatsen op het standpunt van baas en knecht. Baas moeten de aanvoerders zijn en de kooplieden, maar die anderen, die zich daartusschen stellen, spelen den baas. Als men nu nog maar vlot en redelijk kon ver koopen, zou dit misschien nog zoo erg niet zijn, maar zoo is het helaas niet. Bij het hui-1 dige regiem aan de veiling zijn slechts enke len gebaat. Spr. zou het eerlijker vinden, als men open kaart speelde en erkende, dat men liever alleen met den groothandel te doen heeft. Het malle optreden van den veilinglei der, aldus spr., doet aanvoerders en koopers naar elders gaan. Wij moeten hebben men schen die voor tuinder en koopman willen op treden en geen menschen, die dwingende voorschriften geven. Zoolang de toestand blijft zooals hij nu is, zoolang zal er ook ruzie zijn en al zal het waar zijn, dat elk systeem zijn bezwaren heeft, het kan toch anders dan het nu gaat. De organisatie, waarvan spr. voorzit ter is, heeft ook bezwaren tegen de veiling zooals die nu is en heeft die aan het bestuur ervan kenbaar gemaakt. Verlangd wordt: recht om de goederen eenmaal op te houden, waarvoor 2 lA pet. zal worden betaald, ter wijl bij de tweede maal veilen zooveel zal worden bijgepast, dat het volle percentage opgebracht wordt; voor het gebruik van fust zal bovendien 3 cent worden betaald. Wij willen voor alles betalen, zei spr., maar wenschen baas te blijven in eigen huis. Wij ker, toen de knecht van mijn broeder mij kwam waarschuwen, dat mijn bad klaar was. Om half tien begaf ik mij, na met mijn broeder krijgsraad te hebben gehouden naar het Braziliaansche gezantschap. Ik gaf er mijn kaartje af en verzocht den heer La- martine te spreken. Na enkele oogenblikken verscheen deze en mij de hand toestekend riep hij: „Zoo kapitein Rotherby, komt u wat nieuws brengen? „Ik ben er niet zeker van, of het nieuws voor u is", antwoordde ik, „ik wilde u even over dien Delora gesproken hebben". „Ga zitten", zei de heer Lamartine. Ik had graag gewild, dat u mij den vorigen keer, dat we elkander ontmoetten, uw volle vertrouwen had geschonken. „Om u de waarheid te zeggen, ben ik niet overtuigd, dat ik u nu iets kom mededeelen, dat u nog niet wist. Maar er zijn een paar bijzonderheden, welke mij wel de moeite waard leken om er met u over te praten „Het doet me werkelijk genoegen, dat u dit heeft gedaan, kapitein. Er is iets ge beurd in verband met bedoelden persoon, dat, naar ik vrees, tot zeer ernstige moei lijkheden kan leiden. Ik weet nu meer dan toen ik op het Charing Station om u en juf frouw Delora heen drentelde, en in den loop van den dag hoop ik nog meer te weten". „Ik zou mij over de gansche zaak niet meer warm gemaakt hebben", ging ik voort, „als ik niet een telegram had ontvangen van mijn broeder te Rio de Janeiro, betref fende deze familie. Hij had indertijd in een brief mij verzocht ze een beleefdheid te be wijzen en ze eens op te zoeken. Maar zijn telegram behelsde het verzoek, namens een ouderen broeder van Delora, dezen op te hebben vóór 15 Mei antwoord gevraagd op onze wenschen. Parallel met de bezwaren van de kooplie den loopt het verlangen dat de betrokken or ganisaties in overleg met het veilingbestuur de te veilen kwantums vaststellen, geregeld in verband met het seizoen en de rol die een product op een bepaald oogenblik in den handel speelt. Intusschen was spr. van meening dat met verzoeken langs redelijken weg weinig of niets zal worden bereikt. De veiling houdt geen rekening met de verlangens van de menschen, die er hun brood moeten verdie nen, men schrijft liefst dwingend voor en wie zich daaraan niet wil onderwerpen, kan weg blijven. Vooral ,de laatste drie jaar heeft zich dit regiem sterk ontwikkeld, maar ook daar vóór was de toestand niet ideaal. Spr. con stateerde dat er aan de Alkmaarsche veiling een persoonlijk regiem heerscht en zoolang er niet iemand aan het hoofd staat die de zaak als zaak wil beheeren, zal er weinig van terecht komen, omdat deze veiling geen in strument is in handen van de tuinders om op een goede wijze van hunne producten af te komen. De voorzitter zeide dat het hem be kend is, dat verschillende tuinders reeds met hunne producten naar de veiling te Bever wijk gaan. Spr. stelde in het licht, dat het doel moet zijn te koopen tegen den prijs dien een artikel waard is en voorts dat men kan koopen wat men noodig heeft. Dat is het belang zoowel van den tuinder als van den kooper. De heer Van Doorn ,had gemeend dat de wijze van veilen van tegenwoordig slechts een proef was. De voorzitter beaamde dit en stelde vast, dat men hier thans niet heeft de manier van 's-Gravenzande, zooals wel de bedoeling is geweest. De heer W o k k e Als er een veilingleider was, die meeleefde met de belangen van den kleinhandel en den aanvoerder, 'zou hij zelf zien, dat het nu niet goed gaat met de veiling. Spr. stelde vast, dat Alkmaar geen veiling heeft voor den groothandel, maar voor de consumptie. De v o o r z i 11 e r zei, dat de toestand zoo is, dat de leider tegen de aanvoerders zegt: „zet je goed daar maar neer" en tegen den handel: „zooveel moet je nemen". De vraag is nu maar of men zich nog langer zal moe ten laten ringelooren door één persoon. Stemmen: Neen. De heer Reuzenaar opperde de idee om aan de gemeente te vragen om een ter rein, om daar dan de groenten te verkoopen. De heer E 1 i o n vond dit een zeer naieve gedachte. De gemeente Alkmaar zou z.i. aan het vestigen van een verkoopgelegenheii naast de bestaande veiling zooveel mogelijk bezwaren in den weg leggen. De gedelegeer de der gemeente, zoo vervolgde spr., heeft er voor gezorgd, dat de veilingleider ons alle mogelijke narigheid kan aandoen. Hij speelt in de veiling een rol, die hem niet toe komt. Hij heeft toch alleen toe te zien, dat het geld dat de gemeente er in stak, goed be steed wordt, maar hij doet veel meer De heer Mak, veilingleider, zou niet kunnen doen wat hij doet, als hij niet zeker was van den steun van den heer Thomsen. Uitvoerig betoogde spr., dat de verschil lende organisaties niet de juiste personen hebben afgevaardigd' in het veilingbestuur. Zij lappen de meening hunner medeleden een voudig aan hun laars, Dat dient anders te worden. De voorzitter zag ook geen heil in het vragen om een terrein bij de gemeente. Zij zal z. i. geen medewerking verleenen om een andere veiling op te richten. De heer E 1 i o n was er toch wel voor, da de bij de veiling aangesloten organisaties zich tot den gemeenteraad wenden met een uiteenzetting van den huidigen toestand aan de veiling. Spr. was overtuigd,, dat de klach ten dan wel weerklank zullen vinden; thans dekt de Raad zich geheel met wat de heer Thomsen zegt. De voorzitter meende dat de veiling staat of valt met de aanvoeren van de leden van den L. T. B. en zou willen afwachten het resultaat van de bespreking van de geuite klachten in de verschillende organisaties. De L. T. B. is wel de belangrijkste hiervan. „Algemeen Belang" legt heelemaal geen ge wicht in de schaal, de bestuurders daarvan hebben allen functies bij de veiling, en de vioe-voorzitter van Schoorl gaat met zijn as perges naar Beverwijk en met de aardbeien naar Heiloo. (Teekenen van afkeuring). De heer Kon ij n betoogde, dat bij de te- zoeken, na te gaan wat hij uitvoerde en dit te berichten. Ik kwam tot de ontdekking, dat hij met een bijzondere opdracht naar Europa was gekomen en dat hij zijn broe der van den stand van zaken op de hoogte had moeten houden. Hij had dat niet ge daan en ook geen gebruik gemaakt van den particulieren code, welken zijn broeder met hem was overeengekomen." „Dat is werkelijk interessant", erkende Lamartine. „Ik ben nu naar u toe gegaan", vervolgde ik, „omdat ik na de ontvangst van het tele gram de overtuiging heb gekregen, dat De lora betrokken is bij een of andere geheime onderneming, waarvan de beslissende crisis elk oogenblik is te verwachten. Ik trof hem in den afgeloopen nacht aan in een al- lerjammerlijkste krotwoning in Bermondsey nabij de Theems. Hij bood mij tienduizend pond aan, als ik niet antwoordde op het telegram van mijn broeder. Ik vermoed, dat hij gaarne alles in het werk zou hebben ge steld mij vast te houden, als ik niet voor mijn bezoek aan hem de noodige voorzorgs maatregelen had genomen." „Heeft u eenig idee omtrent den aard van dat geheime zaakje?" „Ik kan er mij geen voorstelling van ma ken. In één opzicht schijnt hij den Chinee- schen gezant er bij gehaald te hebben. Ik heb ze tenminste eenige malen samen ge zien. Maar dat is toch niet meer dan een vermoeden. Ik kan u evenwel nog een an dere inlichting geven", vervolgde ik, „en dat is, dat de Chineesche gezant met Delora onlangs een bezoek aan Newcastle hebben gebracht." „Ik weet alles", verklaarde Leraartine genwoordige regeling aan de veiling dt tuinders wèl baas zijn in eigen huis. Dat men na het ophouden van een artikel dit niet meer mag verkoopen in Alkmaar, vond spr. niet af te keuren. Men kan er dan immers nog mee naar een andere veiling gaan. Verschillende heeren vonden de gewraakte bepaling een aantasten van den eigendom op het product. Over deze kwestie werd een langdurige discussie gevoerd, waarbij de heer Van Doorn o.a. zei, dat de heer Konijn alleen zijn persoonlijke belangen zag. Tegenover den heer Konijn kwam de heer E 1 i o n op voor het recht om uit een organi satie te loopen en desnoods een nieuwe te stichten, als blijkt dat de belangen die men beoogt niet veilig meer zijn. Dit nu was het geval met de tuindersvereeniging „Algemeen Belang", toen hare bestuursleden allen em- ploye's van de veiling werden. De heer Konijn was zelf indertijd toch ook uit die vereeniging geloopen. Aan het eind van de besprekingen, die langzamerhand zeer uitvoerig werden, zei de voorzitter, dat hij niet vertrouwen durfde af te wachten wat de Onafh. Tuinders organisatie en de L. T. B. op de klachten zouden antwoorden. Hij hoopte die antwoor den te mogen ontvangen over uiterlijk twee weken. Dan zou een derde vergadering aan de kwestie gewijd kunnen worden en zou men kunnen bespreken wat er gedaan kan en moet worden om de redelijke verzoeken in gewilligd te krijgen. Als dat niet langs den organisatorischen weg kan, dan moet het maar anders. Spr. sloot hierna de vergadering met een woord van dank voor de gevoerde bespre kingen en het uitspreken van de hoop dat op de te houden derde vergadering ook de nu afwezige belanghebbende organisaties ver tegenwoordigd zullen zijn. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. STRAFZITTING VAN VRIJDAG 9 MEI 1930. DE PRINCIPIEELE BESLISSING VAN DE BAAN GESCHOVEN. Alvorens mr. Bastert, de kantonrechter, zijn taak aanvaardde, werden een tweetal zaken, voor 14 dagen door den waarnemenden functionnaris, mr. de Groot, behandeld en door dezen aangehouden door hem voortgezet en wel in de eerste plaats de overtreding van het winkel-werktijden besluit, tenlaste gelegde aan mej K. v. D., onderneemster van het bekende couponhuis aan de Langestraat, in weike zaak thans de verbalisant werd ge hoord. Bij die voortgezette behandeling bleek dan ook uit de ruiterlijke verklaring van den gehoorden getuige, dat inderdaad een on- juisten datum was gerelateerd, zoodat voor mej. v. D. vrijspraak werd gerequireerd en uitgesproken. Dit was natuurlijk niet in overeenstemming van mej. van "D., die wel vrijspraak verlangde, doch op juridische en niet op formeele gronden en dus een princi- pieele uitspraak had gewenscht. Waar zulks thans niet mogelijk was, werd haar gead viseerd, zich opnieuw te laten verbaliseeren, zoodat een reprise van dit strafzaakje in de toekomst niet is uitgesloten. Wij houden intusschen de blocnote gereed en de potloodpunt scherp. HIJ HAD INTUSSCHEN WAT WATER IN ZIJN WIJN GEDAAN. De hypohêse, dat omstandigheden den mensch vormen, kwam heden ook weer duide lijk naar voren in het tweede optreden van den heer Pieter D., een niet onvermakelijk exemplaar van het genus straatnegocianien, welke heer zich voornamelijk bewoog in de kamferballetjesbranche en tijdelijk ter afwik keling van zijn zaken in dit deel der provin cie zijn intrek had genomen in een gerenom meerd volkshotel aan de Voormeer alhier. De heer D. stond 25 April terecht ter zake het venten zonder vergunning te Egmond a. Zee en had toen niet alleen dit feit heftig ontkend, doch in een keurig gestyleerde schriftelijke verdediging den verbalisant ten Bruggecate beschuldigd een valsch proces verbaal te hebben opgemaakt, zoodat hij le dier zake een strafvervolging eischte van een zoo onbetrouwbaren politieman. De waarn. kantonrechter achtte het toen natuurlijk noo dig, dat 'n confrontatie plaats had tusschen verdachte en verbalisant en werd heden, nu alle acteurs aanwezig bleken, dit gewichtig proces optima forma voortgezet. De heer D werd uitgenoodigd zijn pleidooi nog eens te declameeren, doch hoewel ten zeerste ge- glimlachend, „op één ding na en dat zullen we te weten komen vóór de dag ten einde is. Onze vriend Delora heeft hoog spel ge speeld en ik weet op het oogenblik nog niet, of hij aan de winnende of aan de verliezen de hand is." „Maar nu u zoo vriendelijk is mij op te zoeken", ging hij voort, „zou ik het aange naam vinden, als wij een tijdje van elkan ders gezelschap genoten. Mag ik u bijvoor beeld uitnoodigen hedenmiddag een uut mijn gast te willen zijn bij den lunch in het Milan Hotel?'; „Bij Louis?" vroeg ik grimmig. „Ik geloof niet, dat Louis het ons lastig zal maken. Ik meen zelfs, dat we kans heb ben hem vandaag niet aan het werk te zien." „Ik zal gaarne uw uitnoodiging aanne men", verklaarde ik, „maar er is één ding dat ik eerst moet doen." Lamartine keek mij eens aandachtig aan en vroeg toen: „U wilt zeker nog eens een bezoek bren gen aan juffrouw Delora?" Het zou dwaasheid geweest zijn het te ontkennen en dus knikte ik toestemmend. „Nu", zei hij, „dat is nogal natuurlijk. Juffrouw Delora is een bekoorlijke jonge dame en, voor zoover ik weet, heeft zij alle vertrouwen in haar oom. Maar intusschen geloof ik niet, kapitein, dat de omgeving van het Milan Hotel op dit oogenblik wel zeer veilig voor u is." „Op dit uur van den dag", merkte ik op, „kan men wel voldoende op zijn qui vive zijn." „Daar heeft u gelijk in. Maar zeg, kapi tein, om hoe laat heeft u dat telegram van u gister verzonden?" y-*" - Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5