DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Dusseldorpsche moordenaar.
IVo. 134
UlliDAG 2? MEI 1930
132e Jaargang.
Dagelijksch overzicht.
Buitenland
De burgerlijke beweging
in Britsch-lndië.
Nog meerdere bijzonderheden over
zijn persoon.
StoomeMj en Ververij
van
Mevrouw
Zendt nu reeds Uw goederen
ter behandeling,
tt i) kunnen nu nog garan-
deere i voor Pinksteren terug.
Onze naam waar borgt U
prima afwerking.
ALKMAARSGHE COURANT
TZ .;'.MDR
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs pet 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het gebeele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN1
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
HEMELVAARTSDAG.
De Alkmaarsche Courant zal Donder
dag, 29 Mei, niet verschijnen.
De Directie.
DE REDEVOERINGEN VAN
MUSSOL1NI.
Een rede met fanfares te Milaan-
Weer „Italië en het buitenland".
Mussolini gaat voort met zijn speech-pro-
ramma. Na Florence en Livorno was Zon-
'ag Milaan aan de beurt. Daar heeft op het
Domplein de Duce een rede gehouden voor
maar 300.000 menschen.
Het begin van zijn rede was een soort in
leiding, die een kort resumé gaf van de rede
voeringen te Florence en Livorno. Mussolini
verklaarde, dat hij lang had nagedacht, al
vorens hij deze redevoeringen had uitgespro
ken. Hij had dus welbewust gesproken en het
doel van zijn speeches was geweest, het Ita-
liaansche volk te beletten, dat het insliep bij
„het geblaat der lammeren, die echter wol
ven zijn" en opdat het zich niet straks bij het
ontwaken geplaatst ziet voor min of meer
tragische verrassingen in zijn geschiedenis.
Men heeft vergelijkingen gemaakt, aldus
Mussolini, maar ik weet niet of ik ze grotesk-
of ridicuur moet noemen.
Men heeft ook gezegd dat mijn reis, die in
heel Italië buitengewoon groote menschen-
menigten heeft bijeengebracht, gemaakt werd
met het oog op den economischen toestand
des lands. Dat is volkomen onjuist. De eco
nomische toestand is niet slechter dan die
van andere landen. De regeering controleert
dien toestand dagelijks; zij heeft reeds de
noodige maatregelen genomen en zal dit
blijven doen.
Mijn regeering, zeide Mussolini, is geen
ministerie maar een regime, waarvan ik het
scheppende hoofd ben en waarvan ik ook- de
verdediger moet zijn, want het wordt miskend
wat zijn leer betreft en in zijn leiders wordt
het door het slijk gesleurd en beleedigd. Dit
zijn geen vage dingen die ik zeg, want wij
zijn voldoende ingelicht over wat men elders
voorbereidt en over den geest die bij sommi
gen onzer buren overheerscht.
Mussolini noemde vervolgens het bericht,
dat de ronde heeft gedaan omtrent het ont
schepen van Italiaansche troepen in Albanië
dwaas en voegde er bij: Wij kunnen ons
tegenover deze bewijzen van een duidelijke
en algeheele kwade trouw geen illusies ma
ken en moeten vooral zorgen dat ons volk
zich geen illusies maakt.
Na er aan herinnerd te hebben dat Italië
vijftien jaar geleden tot den oorlog toetrad
en na zijn verliezen in herinnering te hebben
gebracht, zeide Mussolini dat na veertig
maanden van zeer harde beproevingen de
overwining kwam en niet alleen voor onszelf
Voor degenen die dit in twijfel trekken, heb
ben wij zeer kostbare getuigenissen zelfs
van degenen die wij bestreden. Wij herden
ken, zoo vervolgde Mussolini, dien datum
echter niet om opnieuw haat te wekken, daar
wij ons geheel en al en loyaal met onze voor
malige vijanden hebben verzoend en zelfs
door oprechte vriendschap met sommigen
hunner verbonden zijn, maar wij brengen
dezen datum vooral in herinnering, omdat in
Mei 1915 de Italiaansche revolutie begöu
waardoor het volk ophield toeschouwer te
zijn om ten slotte de eenige hoofdpersoon te
worden op het ioonee! der geschiedenis.
Na herinnerd te hebben ban het begin van
het fascisme, zeide Mussolini dat het Ita
liaansche volk thans volkomen meester is van
zijn lot. „Wij zijn volkomen zeker van onze
toekomst en met dit doel scherpen wij al onze
krachten omdat wij ons nooit door de ge
beurtenissen zullen laten overvallen.
„Wij zijn uit Versailles met een verminkte
overwinning thuisgekomen, maar de over
winning hebben wij nog in onze vuist. Zij
werd verminkt in diplomatieke protocollen,
maar is het niet in onze armen en onze har-
ten.
Aan het slot van zijn rede gaf Mussolini
allen op dezelfde plaats bescheid voor 28
October 1932 „om aan allen te bewijzen dat
wij nog a'tijd zeker zijn van onze toekoms
de naaste zoowel als de verwijderde".
Men kan het Mussolini niet ontzeggen,
dat hij de gave mist, om tot een volksmassa
te spreken. Zijn redevoeringen moeten wel
succes hebben, vooral ook, omdat hij heel
handig de Italiaansche nationaliteit naar
voren brengt. Dat hij echter niet schroomt,
hetzij openlijk, hetzij zijdelings, Frankrijk tot
een erfvijand te betitelen, kan niet an"'ers
dan een groot gevaar gtr-oeind worden. Nu
heeft de duce in zijn laatsie lede wel geen
enkel woord aan zijn geliefd militarisme ge-
Wjid, maar zijn opmerking aan het begin van
z'jn rede, „dat hij in Florence en Livorno
weloverdacht gesproken had, was al duide-
bjk genoeg.
Wakkert Mussolini dus in Italië den oor-
'ogsgeest aan, daar buiten wordt Italië op
steeds grooteren afstand gehouden. Zoodat
we straks wellicht een geïsoleerd Italië krij
gen, dat vol haat en nijd is tegen *11»* waf
Riet-fcjgQstisch is
Een toekomst dus, die er niet rooskleurig
uit ziet.
Twintig personen door een bom
gewond.
Te Amritsar werden tengevolge van een
bomontploffing op een godsdienstige samen
komst twintig personen gewond, waaronder
verscheidene kinderen.
Arrestaties.
Te Lucknow werden dertien aanhangers
van het congres gearresteerd.
Een demonstratie tegen een proces
te Bombay.
Te Bombay moest de politie in verband met
een proces tegen zeven leden van het Indisch
Nationaal Congres tegen een demonstree
rende menigte optreden. Zij arresteerde 36
personen.
Relletjes te Rangoon.
Te Rangoon werden bij ongeregeldheden
uitgelokt door koelies die tijdelijk werkzaam
waren in de havens gedurende een zeelie-
denstaking en geprikkeld waren over het ver
lies van hun werk na het bijleggen van het
conflict, tachtig personen gewond, van wie
drie doodelijk. Dp politie herstelde tenslotte
de orde. Verscheidene winkels werden tenge
volge van de paniek die ontstond gesloten.
Nieuwe strubbelingen.
In Britsch-lndië is het Zondag in verschei
dene steden wederom tot ernstige botsingen
gekomen, waarbij volgens de tot dusverre
ontvangen berichten 16 personen gedood en
ongeveer 300 gewond werden. Te Rangoon
hadden urenlange straatgevechten plaats tus-
schen stakende havenarbeiders en stakings
brekers, die uit andere streken gerequireerd
waren. Bereden politie, die de menigte tracht
te uiteen te drijven, werd met steenen beko
geld, waardoor er verscheidene gewond wer
den. Het verkeer moest worden gestremd.
Alle winkels werden gesloten. Vele omnibus
sen werden door de menigte beschadigd en
huizen met steenen bekogeld. Volgens op
gave zijn er te Rangoon 8 dooden en 90 ge
wonden. Militaire versterking is reeds ontbo
den, terwijl men rekening houdt met de mo
gelijkheid van het afkondigen van den staat
van beleg. Men schrijft de staking, welke
ontstaan is uit looneischen, thans in de twee-
c'e plaats ook toe aan politieke oorzaken.
Bij een botisng te Gujergarhi is een politie
beambte gedood. Te Badala hebben 83 vrij
willigers Zondag opnieuw een aanval op het
zoutdepot ondernomen. Een 53-tal hunner
werd gearresteerd. In de nabijheid van Ah-
medabad is een menigte vrijwilligers op hun
terugkeer van een aanval op het zoutdepot
aldaar door bereden politie aangehouden, die
teruggave van het buitgemaakte zout eischte.
Tijdens het daarop ontstane gevecht werden
100 personen gewond, waarvan 4 ernstig.
Te Bombay is de toestand zoo ernstig, dat
er over gedacht wordt den staat van beleg
af te kondigen.
Wedgewood Benn in het Lagerhuis.
De Minister voor Indië Wedgewood Benn
deelde ,in antwoord op een vraag, door Con
servatieven in het Lagerhuis gesteld, mede
dat het onderhoud van Gandhi met een En-
-gelsch -journalist tendeele aan een vergis
sing is'te wijten, hetgeen niet weer zal voor
komen. Overigens wordt Gandhi thans ge-
vangeii gèhouden op grond van bepalingen,
die niet vergeleken kunnen worden met dis
voor buitengewone vergrijpen. Verder beves
tigde de minister, dat de plaatsvervangende
chef van de Britsche ipolitietroepen aan de
Indische Noordwestelijke grens Zondag jl
gedood is. Bijzonderheden zijn aan de regee
ring nog niet bekend.
Tijdens de debatten over de begrooting
van het Ministerie voor Indië vroeg de Con
servatieve afgevaardigde Milne een besliste
verklaring van de regeering, dat het Brit
sche bestuur in Indië voldoende strijdkrach
ten ter beschikking heeft. De Minister ver
klaarde, dat ondanks de opzienbarende op
schriften in de kranten 'n groóte meerderheid
van het Indische volk in de landelijke dis
tricten haar verplichtingen ten opzichte van
de regèering nakomt.-De prijzen van het In
dische papier zijn op het oogenblik hooger
dan op 1 Januari. De Minister vestigde de
aandacht van het Lagerhuis op de bijzonde
re waardeering, die de Opperbevelhebber in
Indië over de houding der Indische troepen
heeft uitgesproken. De Opperbevelhebber is
op grond Van zijn langdurige ervaringen In
bet Indische legér volkomen overtuigd van
de loyale houding der Indische troepen te
genover het Britsche bewind.
De onlusten te Rangoon.
Bij de onlusten te Rangoon, die sedert
Zondag onafgebroken voortduren, zijn sedert
dien in totaal 26 personen gedood en 600 ge
wond. De politie schijnt thans den toestand
weer eenigszins te beheerschen en hoopt,
dat zij heden incidenten en botsingen zal
kunnen voorkomen. Al het werk in de ha
vens ligt nog stil.
Nieuwe onlusten te Bombay.
Te Bombay zijn gisteravond in de Moham-
medaansche wijk nieuwe onlusten ontstaan.
De politie schoot op de menigte en deze wier
pen met steenen naar de politie. Verscheide
ne personen werden hierbij gewond.
In de ziekenhuizen moesten 21 gewonden
woïden opgenomen, van wie naderhand twee
zijn overleden.
Winkels te Dacca geplunderd-
Te Dacca kwam het eveneens tot botsin
gen. Een aantal personen werd met dolken
neergestoken en eenige winkels werden ge
plunderd. Het aantal dooden bedraagt hier
zes, terwijl het aantal gewonden zeer groot
moet zijn. De politiemacht is hier onvoldoen
de om krachtiger te kunnen ingrijpen en
men heeft den onderkoning ooi versterking
gevraagd.
Een verklaring van de Indische
regeering.
De Indische regeering publiceert een ver
klaring over den huidigen toestand, volgens
welke verklaring in den toestand aan den
Noord-Westelijke grens eenige verbetering
is ingetreden. De regeering heeft een com
missie ingesteld, die een onderzoek zal doen
naar de onlusten te Peshawar en tevens
maatregelen zal voorstellen, waardoor der
gelijke incidenten in de toekomst vermeden
kunnen worden.
DE REDEVOERINGEN VAN
MUSSOLINI.
Fransche persstemmen.
Pertinax wijdt in de „Echo de Paris" een
artikel aan de jongste redevoeringen van
Mussolini; hij oordeelt, dat Frankrijk het
niet zonder meer kan accepteeren, wanneer
Mussolini zich openlijk tegen Frankrijk keert
en dit land met de Italiaansche wraak be
dreigt. Op het oogenblik zijn de twee jaar
geleden begonnen Fransch-Italiaansche be
sprekingen, waardoor urgente problemen
zouden worden opgelost, voor onbepaalden
tijd uitgesteld. Een poging tot verzoening
met een regeering, die besloten is, met
machtsmiddelen te nemen, wat zij door di
plomatie niet krijgen kan, is doelloos.
Het is voor Frankrijk van groote beteeke-
nis, dat het Italiaansche volk zich opzettelijk
op dén oorlog instelt. De Londensche Vloot-
conferentie en de weigering om den Italiaan-
schen eisch van vlootpariteit met Frankrijk
in te willigen, zijn de voornaamste oorza
ken van Mussolini's woede.
In den afgeloopen herfst hebben Hender-
son en MacDonald de besprekingen tusschen
Frankrijk en Italië niet begrepen en ze on
bewust bedorven. Pertinax stelt Henderson
en MacDonald, evenals de vertegenwoordi
gers van de Vereenigde Staten, in hooge ma
te verantwoordelijk voor 't huidige Fransch-
Italiaansche conflict.
Het „Petit Journal" zegt volgens een Ha-
vasbericht, dat men in de rede van den duce
toespelingen vindt op bepaalde weigeringen
veroorzaakt en ingegeven door zekere occul
te invloeden, die de regeering van Rome zou
den hebben gekwetst en verontrust. Het blad
verklaart dat Frankrijk niets van dat al
weet en het ook niet zou goedkeuren. De
overgroote meerderheid der Franschen blijft
ongetwijfeld de meening huldigen dat Mus
solini niet van den oorlog houdt maar van
ganscher harte rechtstreeksche besprekingen
en een entente, tegelijkertijd redelijk en har
telijk wenscht tusschen Frankrijk zooals het
is en Italië zooals het is.
Wraak op de menschheid.
Waarom heeft Kürten gehandeld, zóó als
hij gehandeld heeft? Deze vraag, die een
ieder zich ongetwijfeld stelt, heeft ook de po
litie gesteld en toen den moordenaar voorge
legd. Deze heeft daarop geantwoord, dat hij
zich op de menschheid heeft willen wreken
Met groote bedaardheid legt hij zijn ver
klaringen af. Hij heeft erkend, de schrijver
te zijn van de z.g. „moordbrieven". De her
komst van het gebruikte papier heeft men
nog niet kunnen vaststellen, ook heeft nog
geen schriftonderzoek plaats gehad. Rustig
rookte hij de sigaar, welke de politie hem
aanbood; met synisch fatalisme verklaarde
hij zoo spoedig mogelijk een einde aan de
geschiedenis te willen zien komen, daar zqn
uur toch geslagen is.
Kürten ziet er vrij jeugdig en goed tame
lijk verzorgd uit. Hij is middelmatig groot,
heeft een slank figuur, een frisch gezicht;
zijn haar is keurig gekamd.
Vrouw Kurten helpt de politie.
De ongeveer 40-jarige vrouw van Kürten
Vrijdag door de politie in hechtenis geno
men, later echter weer vrijgelaten Teneinde
haar te onttrekken aan den invloed van het
publiek heeft men haar buiten de stad ge
bracht Vernomen wordt, dat zij een fatsoen
lijke vrouw is, die door hard werken wat
tracht te verdienen. Het schijnt, dat zij gelei
delijk eenig vermoeden heeft gekregen van
de levenswijze van haar man, omdat hij al
tijd 's nachts buitenshuis was. Zij heeft ook
opgemerkt, dat hij van Papendeel met be-
modderde schoenen en vuile kleeren was te
ruggekeerd. Eerst had hij op haar vragen
geantwoord met allerlei uitvluchten, maar
later, toen het net van de politie hem steeds
meer omstrikte- had bii haar bekend dg «e-
zochte moordenaar te zijn. Bij haar arresta
tie deed zij de politie mededeeling van de be
kentenis van haar man en vertelde zij ook
van de afspraak bij de kerk.
De geheele bevolking van de stad is opge
lucht door de arrestatie van den moordenaar:
sinds maanden en maanden had de geheim
zinnige en onvatbare misdadiger een ieder in
spanning en onrust gehouden.
Naar aaleiding van het feit, dat Kürten
zijn laatste slachtoffer niet gedood heeft, het
geen tenslotte de oorzaak van zijn ontdek
king werd, heeft de politie-ambtenaar Mom-
berg, die belast was met de leiding van het
speurwezen, tegenover een journalist erop
gewezen, dat iedere misdadiger tenslotte toch
altijd een fout maakt. Op het begaan van
deze domheid heeft de politie gewacht. Kür
ten heeft waarschijnlijk niet gedacht, dat het
meisje straat en huisnummer van zijn wo
ning zou hebben opgemerkt. Voor hij zijn
misdaad beging, had hij het meisje gevraagd
of zij wist waar hij woonde, waarop zij ge
antwoord had: „Hoe zou ik dat weten, nu je
me in deze groote stad zoo her- en derwaarts
gevoerd heeft?"
Had het meisje niet zulk een antwoord ge
geven, dan lag zij waarschijnlijk als tiende
slachtoffer van Kürten hier of daar begraven
in het Grafenberger Wald...
De z-g. „moordbrieven".
Gistermorgen heeft de uit Berlijn gearri
veerde schriftdeskundige der regeeringsraad
Dr. Schneikert een aanvang gemaakt met
het graphologisch onderzoek der door hem
indertijd verzonden brieven, waarin hij zijn
moorden bekend maakte. Het resultaat van
het onderzoek is echter nog niet bekend.
Een politierapport hierover vermeldt: Het
is bekend, dat Peter Kürten een aantal brie
ven geschreven heeft waarin hij op zijn da
den de aandacht vestigde. Zelf heeft hij hier
over gezegd deze brieven geschreven te heb
ben in de verwachting hierdoor groote on
rust onder het Dusseldorfsche publiek te
scheppen. Opmerkelijk is, dat Kürten zijn
eersten brief naar eigen bekentenis einde
September 1929 geschreven heeft aan de
„Dusseldorfer Stadtanzeiger", welk epistel
hij zelf gepost heeft. De politie heeft echter
nooit iets vernomen over de ontvangst van
dézen brief. Op grond van enkele aan Kür
ten gestelde vragen werd er eerst aan getwij
feld of hij wel de schrijver van deze brieven
was. Toen men hem echter den tekst onder
dezelfde omstandigheden op een gelijksoortig
papier en met eenzelfde potlood had laten
schrijven, bleek een volledige overeenkomst
te bestaan. Daar nu de schrijver der bekende
brieven alleen de werkelijke moordenaar kan
zijn geweest in de gevallen van Maria Hahn
en Gertrud Albermann blijkt ook uit het re
sultaat van dit graphologisch onderzoek, be
halve reeds het tijdens het verhoor verza
melde bewijs, dat in deze beide gevallen
Kürten in elk geval de dader moet zijn.
Vondsten bij Kürten.
Omtrent het onderzoek in de Dusseldorf
sche moordzaak meldt het W. B., dat bij de
huiszoeking in de woning van Kürten ver
schillende documenten en een actetasch zijn
gevonden. Onder een matras van het bed
vond men een spaarbankboekje met een be
drag van ongeveer 5000 M. Ook legde de
politie dé hand op een groote schop, die vol
gens verklaring van Kürten gediend heeft
bij het begraven van het lijk van Marie
Hahn bij Papendell.
Confrontaties
Gisteren is Kürten geconfronteerd met
mevr. Meurer, die hij indertijd met een mes
steek zwaar heeft gewond. Wegens de duis
ternis, die toen heerschte had zij slechts een
oppervlakkige beschrijving van de persoon
van den dader kunnen geven, maar zij her
kende hem tusschen een aantal rechercheurs
aan zijn stem en aan zijn gestalte. Op haar
vraag: „waarom hebt ge me achtervolgd?"
antwoordde Kürten: „om u te vermoorden".
Ook Gertrud Schulte, die indertijd met een
messteek zwaar was gewond, herkende den
dader terstond.
Verder is gebleken, dat Kürten werkelijk
de schrijver is van de talrijkc„moordenaars-
brieven", waarvan indertijd bij herhaling
melding is gemaakt. Zij vertoonen een vol
komen gelijkenis met die, welke men den
verdachte thans heeft laten schrijven. Ook
Kürtens antwoorden op vragen naar dingen
die alleen den briefschrijver bekend konden
zijn, wezen hem als den dader aan.
Het verdere verhoor.
De Dusseldorfsche moordenaar Kürten
heeft gisteren bij een nieuw verhoor belang
rijke verklaringen afgelegd en tevens bekend,
dat hij schuldig is aan twee moorden, waar
van men hem tot nu toe niet had verdacht.
Op 16-jarigen leeftijd vermoorde
hij reeds een meisje.
Hij verklaarde, toen hij 16 jaar was, in
het Grafenbergerwald een meisje te hebben
geworgd. Voorts, anderhalf jaar geleden bij
een inbraak in een café in de omgeving van
Essen een 9-jarig knaapje den hals te hebben
afgesneden.
Hoe hij de moorden pleegden.
Indertijd was een oom uit Amerika onder
verdenking van moord gearresteerd. Uit het
verhoor bleek verder, dat Kürten dei; moord
op de 8-jarige Rosa Ohliger in 1929 niet in
ziin woning heeft begaan, doch 's avonds op
de plaats, waar het lijkje later werd gevon
den. Den volgenden morgen om zes uur be
goot hij het lijkje met petroleum en trachtte
het te verbrandden. Hij ontkende echter on
zedelijke handelingen te hebben gepleegd.
Omtrent den tweevoudigen moord op 25
Augustus 1929, toen men 's morgens in een
groentenbed de met messteken overdekte lijk
jes van de 5-jarige Gertrud Hamacher en de
13-jarige Louise Lenzen vond, vertelde hij,
de beide meisjes op het kermisterrein te heb
ben aangesproken.
Hij was met hun dwars over het veld ge
wandeld en stuurde het oudste meisje weg,
om sigaretten te halen.
Hij had het jongste kind de keel dicht ge
knepen en haar den doodelijken steek toege
bracht.
Toen de 13-jarige Louise terug kwam had
hij haar op dezelfde wijze gedood.
De moord op Maria Hahn.
Ook van den moord op Maria Hahn gaf
Kürten een nauwkeurige beschrijving. Hij
had met het dienstmeisje een liefdesverhou
ding aangeknoopt en verschillende malen
ontspannigslokalen met haar bezocht. Op
den dag van de moord was hij langer dan
gewoonlijk met het meisje in de uitspanning
Stindermülle gebleven. De moord pleegde hij
's avonds midden in het dichtst van het
bosch. 's Nachts groef hij een kuil, sleepte
het lijk uit het bosch en begroef het in den
kuil, dien hij weer dicht wierp.
Hij had besloten het lijk van Maria Hahn
te begraven, omdat hij vreesde dat, indien de
moord onmiddellijk bekend werd, de gasten
van Stindermülle hetn zouden herkennen al3
den man, met wien Maria Hahn het laatst
in gezelschap was geweest.
WEDER EEN MEISfESMOORD TE
DUSSELDORF?
Gistermiddag werd in de Dusseldorfsche
voorstad Flingern in de Hildenerstrasse een
10-jarig dochtertje van de familie Ortmann
geworgd in de ouderlijke wonig aangetrof
fen. De daad moet geschied zijn toen de moe
der in de keuken aan het werk was en het
meisje zich alleen in de kamer bevond. Of
het hier cm een misdaad gaat heeft de re
cherche nog niet kunnen vaststellen, 't Geval
heeft, nu men den dader van de talrijke Dus
seldorfsche moorden gevat meent te hebben,
natuurlijk de noodige consternatie verwekt.
Toch geen moordgeva!.
Een nader bericht meldt, dat het hier geen
moord betreft. Blijkens ingesteld onderzoek
heeft het meisje in afwezigheid der moeder
een sjaal om den hals gebonden. Toen zij
de sjaal iets losser wilde maken, trok zij
hem onbewust vaster aan, met het reeds be
kende gevolg.
DE SPANNING OP MALTA.
„Italië slaat een begeerig oog
naar het eiland", zegt een Mal
tezer minister.
Sir Augustus Bartolo, de Maltezer minis
ter van onderwijs verklaarde in een onder
houd te Londen, dat de gespannen toestand
op Malta moest worden toegeschreven aan
den strijd tusschen nationalisten en consti-
tutionalisten. Italië, zeide hij verder, slaat
zeer begeerige oogen naar Malta en als het
plan tot het doen herleven van het oude Ro-
meinsche rijk eenige beteekenis heeft, dan is
Malta bestemd er de spil van te worden.
Overal in Italië heerscht de opvatting, dat
Malta een Italiaansche irredenta is. Dat is
natuurlijk absurd, zegt spr., maar de gevol
gen der vreedzame Italiaansche penetratie in
Triëst enz. moeten de oogen openen derge
nen, wier taak het is te waken over de groo
te Britsche vesting in het centrum van de
hoofdverkeersader van het rijk.
EEN COMMUNISTISCHE CENTRALE IN
TSJECHO-SLOWAKIJE.
Zestig personen gearresteerd.
De „Tagespost" verneemt uit Laibach, dat
in Laibach, Assling, Marburg, Ayram en
eenige grensplaatsen in het geheel 60 com
munisten zijn gearresteerd, die tot een ge
heime organisatie behoorden.
De hoofdtaak van deze organisatie, die in
Laibach haar centrum had, bestond erin
brochures uit Duitschland en Oostenrijk over
de grens te brengen en voor de verspreiding
in Joegoslavië en de andere Balkanlanden te
^De^entrale te Laibach werd gefinancierd
door de centralen te Berlijn en Weenen; over
Weenen kreeg zij gelden uit Moskou toege
zonden. Alle gearresteerden hebben de hun
ten laste gelegde feiten bekend.