DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit het Parlement
De burgerlijke beweging
Britsch-lndië.
in
No. 125
WOENSDAG 28 MEI 1930
HEMELVAARTSDAG.
DE ALKMAARSCHE COURANT
ZAL DONDERDAG 29 MEI (HEMEL
VAARTSDAG) NIET VERSCHIJNEN.
DE DIRECTIE.
Den Haag, 24 Mei 1930.
Op de agenda van de Tweede Kamer voor
heden was de interpellatie van mr. Boon om
trent den radio-zendtijd gebracht. Het ge
volg was, dat de leden buitengewoon talrijk
waren opgekomen en de tribunes tjokvol wa
ren.
Intusschen heeft de Kamer eerst geduren
de enkele uren ander werk afgedaan. Zij is
begonnen met aannemen van de wijziging
der gemeentewet, nadat de heeren Lingbeek
en De Visser kortelijk hun steun hadden ge
motiveerd. De aanneming geschiedde met 64
tegen 17 (antir., St. Ger., comm. en twee
christ. hist.) stemmen.
Bij het wetsontwerp tot goedkeuring van
het protocol nopens den chemischen en bacte-
riologischen oorlog van 17 Juni 192'5 heelt
de heer Zadelhoff (s.d.a.p.) uiteengezet,
waarom zijn fractie aan dit voorstel niet de
minste beteekenis kan hechten, het blijft te
ver beneden de bescheidenste verwachting,
geeft woorden en geen daden, maar sprekers
partij zal in de aanneming er van nieuwe
krachten putten in haar strijd tegen den
oorlog. De heer Marchant (v.d.) kon zich
ook wel met het protocol vereenigen op
grond, dat daarin Nederland het recht be
houdt, om als het door den vijand met che
mische en bacteriologische strijdmiddelen
wordt bestookt, dit slechte voorbeeld te vol
gen. Spr. achtte dit irrationeel en immoreel,
strijdig met het geweten en de christelijke
moraal. Vandaar dat zijn partij tegen zal
stemmen.
De heer Van Dijk (a.r.) protesteert tegen
's heeren Zadelhoffs opvatting; men heeft
tot plicht zijn eigen land te verdedigen. Een
beroep op het geweten gaat hier niet op.
Onze eigen weermacht mag geen weerloos
slachtoffer van bruut geweld worden. Intus
schen erkent spr., dat het gebruik van bacte
riologische strijdmidden finaal moest uitge
sloten zijn. Dat gaat inderdaad tegen ge
weten en moraal in.
De heer De Visser (comm.) achtte het
voorstel een brutaal pogen om de oorlogs
stemming tegen Sovjet-Rusland levendig te
houden. Het humaniseeren van den oorlog is
maar malligheid en het verdrag is slechts
komediespel. Rusland heeft het verdrag wel
uit zedelijke overwegingen geteekend, niette
min zal spr. er tegen stemmen.
De heer Tilanus (c.h.) zou zijn stem aan
het voorstel geven, ook al was hij eenigszins
sceptisch gestemd, omtrent de praktische ge
volgen er van. Spr. is het met het bezwaar
van den heer Van Dijk eens, maar hij drufi
geen amendement in te dienen. Hoe denkt de
regeering er over?
De minister van Buitenlandsche Zaken
verdedigde tegenover den heer Marchant het
beleid der regeering in dezen en waarschuw
de tegen overschatting van de beteekenis van
het wetsvoorstel, wat hij uitvoerig uiteen
zette. Spr. verklaarde zich bereid tot een wij
ziging, waardoor de bacteriologische oorlog
uit het voorbehoud zal wegvallen en diende
een wijziging in dien geest in, vertrouwend
daarmede tegemoet te komen aan de bezwa
ren van den heer Marchant en anderen.
De minister van Defensie, de heer Deckers,
voegde daar een kort woord aan toe, waar
bij hij o.a. de opvatting van den heer Zadel
hoff bestreed. Spr. voegde er aan toe, dat de
Nederl. regeering niet denkt en ongetwijfeld
niet denken zal aan bacteriologische strijd
middelen. Tegen de wijziging van het ont
werp, door zijn collega van Buitenl. zaken
aangebracht, heeft spr. geen enkel bezwaar
De heer Marchant (v.d.) repliceert, is niet
bevredigend door de wijziging der regeering.
De heer Van Dijk (a.r.) geeft eenige door
die wijziging noodzakelijk geworden wijzi
gingen aan. Spr. zet verder uiteen, dat er
verschil bestaat tusschen de consciëntie van
de overheid en die van den onderdaan.
Nadat de heer De Visser (comm.) uitvoe-
«g had gerepliceerd, evenals de heer Tilanus
(c-h.) antwoordde minister Deckers.
Een amendement-Van Dijk tot verbetering
van de redactie van art. 2 van het ontwerp,
wordt vervolgens door den minister van bui
tenl. zaken ongewenscht genoemd, waarop de
neer Van Dijk het terug neemt. Art. 2, in
stemmmg gebracht, wordt aangenomen mei
tegen 23 st. Z.h.st. wordt het ontwerp
goedgekeurd.
Om kwart voor vieren komt eindelijk aan
omtrent 'n*erPe"a*'e van ^en heer Boon
JIm- niet omtrent de aanvaarding van
*/-hr«e eve,nrecÜgheid; enkel wordt voorge-
de inïfVi 5- billijkheid in acht te nemen. Bij
Hstallatie van den Radioraad is daarop
maar de besDfekingen van dat
lichaam vlotten aanvankelijk niet best. Eerst
werd de A.V.R.O. als belangrijkste lichaam
behoorlijk behandeld, doch van orthodoxe
zijde werd daartegen opgekomen en de mi
nister heeft ten slotte de A.V.R.O. benadeeld
ten bate van de V.A.R.A. en de K.R.O.
Maar heeft de minister niet alvorens daartoe
te beslissen, nog eens een conferentie met
de leiders gehouden ten einde den vrede te
bewaren? Jammer. Nu heeft hij op de meest
onbeholpen wijze de verdeeling aangebracht
en spr ziet geen basis waarop deze verdee
ling gevestigd zou kunnen zijn. In een der
bladen wordt gesproken van een verdeeling
tusschen christelijke levensbeginselen en
humanisme, maar die scheiding is evenzeer
er naast. Intusschen heeft de minister den
godsdienst als scheiding genomen en was
daarmede er ook naast, omdat hij daar
mede de A.V.R.O. uitsloot. Deze toch be
hoort tot geen enkele groep, al deelt men ook
partijen bij haar in, waarmede zij niets te
maken heeft. Maar bij haar zijn 240.000
abonné's voor haar tijdschrift aangesloten en
dat is meer dan de andere organisaties sa
men. De A.V.R.O. zou, als zij een vrijzinnige
omroep ware, geen 40000 abonné's hebben
en dat bewijst reeds het algemeene karakter
van deze organisatie. Tot haar behooren tal-
loozen. die met politiek niet willen lastig ge
vallen worden.
In den vreemde staat de omroep in dienst
van geen enkele partij. Politiek is soms zelfs
uitdrukkelijk verboden. Spr. erkent de moei
lijkheid van een behoorlijke verdeeling van
den zendtijd, omdat wij uit een nationaal
oogpunt hopeloos verdeeld zijn. Maar daar
om ware het goed geweest een algemeenen
omroep te allen tijde toe te laten met een
beperkten zendtijd voor speciale richtingen.
De minister kon daartoe echter niet beslui
ten met het oog op de politieke partijen in de
Kamer, en terwijl de meeste zendvereenigin-
geen veelal een uitgedrukt politiek karakter
dragen. Het algemeene program, waarnaar
gestreefd is, is dan niettemin als een parodie
te beschouwen. Alleen de A.V.R.O. is nim
mer afgeweken van het beginsel van een al
gemeen karakter en heeft zich daarmede
zeer verdienstelijk gemaakt. Er zijn dan ook
belangrijke gebeurtenissen, welke geen secta-
rische combinatie op zoo voortreffelijke wijze
als de A.V.R.O. zou kunnen verspreiden. Zij
zal nu verminderde edities moeten uitgeven,
worden weggedrongen door een instelling als
de V.A.R.A., die b.v. den Koninginnedag niet
zou kunnen bedienen. De A.V.R.O. wordt,
zooals spr. met enkele voorbeelden aangeeft,
vaak onrechtvaardig behandeld en zijn kleine
bijzondere omroepvereenigingen boven haar
voorgetrokken.
Andere kleine omroepvereenigingen zijn
daarentegen geheel in den hoek gedrongen
en hebben te zamen een bitter klein percen
tage gekregen. De groote politieke partijen
hebben evenwel ruimschoots zendtijd gekre
gen, waarbij Huizen de Rechtsche zender bij
uitnemendheid is gworden. Maar de recht
sche uitzenders kunnen tusschenbeiden zeer
ongodsdienstig doen, gelijk spr. aantoont,
niet voorlezing van een programma van de
K R.0
Spr. behandelde thans ook de geschiedenis
van de 1071 M. golf, welke Nederland moed
willig schijnt te willen verlaten, waarom de
regeering als 't ware een klacht van de Duit-
sche regeering heeft uitgelokt ten einde met
goed fatsoen deze golf los te laten. Wat is
daarvan de reden? Wil de regeering liever
niet meer over meer zendtijd beschikken? Is
het haar streven de A.V.R.O. zoo min moge
lijk te laten? Spr. klaagt met een beroep op
de vrijheid van consciëntie, dat er feitelijk te
allen tijde de A.V.R.O. moet gehoord kunnen
worden. Die opvatting wordt algemeen ge
huldigd en spr. wijst er met ingenomenheid
op de algemeene protestbeweging, al betreurt
hij sommige minder behoorlijke manifestaties.
Dat in ieder geval geen stroovuurtje, maar
een beweging van beteekenis.
Spr. stelt ten slotte den minister de vol
gende negen vragen:
1. Is de minister van oordeel, dat door de
beschikking van 15 Mei 1530 in Nederland
bij eerbiediging van verschil van inzicht
en overtuiging tusschen hen, die als organi
satie van den omroep gebruik maken een
goed geregelde nationale omroep in het leven
is geroepen?
2. Is de minister niet van oordeel, dat het
gewenscht is in Nederland één algemeene
omroep te krijgen met daarnaast ruime gele
genheid voor bijzondere omroepvereenigin
gen om uit te zenden?
3. Is het juist, dat de minister is afgewe
ken van het advies van den Radioraad in
zake de zendtijdverdeeling en zoo ja, is de
minister bereid mede te deelen, welke over
wegingen daarbij tot leiddraad hebben ge
strekt?
4. Is de minister niet van oordeel, dat in
het gevolgde systeem de bijzondere omroep
vereenigingen met uitzondering van de
V.P.R.O. tezamen een zendtijd hebben ge
kregen, welke geenszins in overeenstemming
is met de cultureele of godsdienstige behoef
ten, die zij meenen te bevredigen?
5. Hoe stelt de minister zich het karakter
voor van de algemeene programma's te ver
zorgen door vier omroepvereenigingen?
6. Is de min. niet overtuigd, d^t zeadver-
132e Jaargang.
ruiming voor Nederland hoogst gewenscht
is en is hij bereid te trachten de golf van
1071 M. blijvend voor Nederland te verkrij
gen?
7. Is het juist, dat in het advies van den
Radioraad niet geadviseerd is over het al of
niet toelaten van het verzoek van de A. V.
R.0. om machtiging tot het bouwen van
een zender voor een exclusieven golf of een
onder-commissie al of niet met toepassing
van het Gleichwellensysteem?
8. Is de minister bereid aan de A. V. R. O.
het bouwen van een Gleichwellensysteem toe
te staan, waardoor de zendtijdgelegenheid
met 50 pCt. zou worden verruimd of voor
zooverre hiertegen gegronde bezwaren moch
ten bestaan aan de A. V, R. O. toe te staan
een zender ingericht voor uitzending op
298 M. en 1875 M. c.q. ook voor 1071 M.?
9. Hoe meent de minister te waken tegen
administratief onrecht bij geschillen gerezen
bij de uitvoering van het Radioreglement en
van de ministerieele beschikking van 15 Mei
1930?
De minister van waterstaat, de heer Reij-
mer, vindt het gelukkig in de gelegenheid te
zijn in het openbaar zijn gedragslijn te mo
gen toelichten. Art. 3 der Telegraafwet, de
z.g. Radiowet, eischt billijkheid bij de bepa
ling van den zendtijd. Dat is het uitgangs
punt der regeling, door heel de Kamer aan
vaard. Op grond hiervan moest het Radio
reglement spoedig in het leven worden ge
roepen ten einde tot een definitieve regeling
te komen in de plaats van de tijdelijke mach
tigingen. De verdeeling van den zendtijd
was wat prof. Kranenburg noemde een ra-
diopuzzle en spr. heeft bij de oplossing
daarvan niet kunnen denken aan eenige be
voordeeling. Op 15 Mei 1.1. werd de verdee
ling van den zendtijd bekend en veel critiek
was daarop losgekomen. Spr. heeft gaarne
advies ontvangen van den Radioraad, maar
zoo ergens dan was Hier verdeeldheid en
spr. moest daarom eigen inzicht volgen. Ne
derland beschikt voor den algemeenen om
roep over 298 en 1075 metergolven. De
1071 Meter golf kan slechts na 6 uur 's
avonds worden gebruikt. De bewering, dat
hij van 1071 M. niet zouden willen gebrui
ken, is onjuist, maar volle beschikking heb
ben we slechte over twee golflengten. De
minister kon bij de verdeeling enkel op eigen
inzicht afgaan, daar de wetgever het hem
volkomen vrij liet, behoudens zijn politieke
verantwoordelijkheid. Maar aan elke gees
tesrichting moest gelegenheid worden gege
ven zich per radio uit te spreken.
De billijkheid moest daarbij in het oog
worden gehouden, principieel is daar niets
tegen in te brengen. Alle daarvoor in aan
merking komende organisaties moesten hun
deel hebben. De Radioraad moest daarvoor
advies geven en dit advies heeft spr. niet in
alle deelen kunnen volgen, maar wel heeft
hij den geest van dit advies gevolgd. Een
deel van den zendtijd is bestemd voor een ge
meenschappelijk program en over de rest
mogen de bijzondere omroepers eigenlijk be
schikken. Voor het gemeenschappelijke pro
gram is 15 pCt. bestemd, onder aangeven
van bepaalde data. Voor de rest van den
zendtijd achtte de Radioraad de vier groote
omroepvereenigingen in de eerste plaats in
aanmerking komen. De kleine vereenigingen
hebben niet meer dan een kleine tijdruimte
noodig en de verdeeling is zoo correct moge
lijk geschied. De vier groote omroepvereeni
gingen kregen te zamen 80 pCt. van den be
schikbaren zendtijd, maar dat was een las
tige zaak en, afwijkende van het advies van
den Radioraad heeft de minister de verdee
ling gedaan naar billijkheid, maar zonder
kans op bevrediging van alle belanghebben
den, verdeeld over vier groote geesterstroo-
mingen.
De A.V.R.O. trad eerst 1928 in werking, de
andere combinaties zijn echter van ouderen
datum en deze hebben zich ontwikkeld tot
levenskrachtige lichamen met talrijke luiste
raars en leden. Zij zijn uit het volksleven
ontstaan en hebben recht op steun. Daarbij
is gelet op geestesstroomingen en niet op po
litiek en spr. zou onbillijk geweest zijn zoo
hij b.v. aan de V.A.R.A. niet meer, aan A.V.
R.0. wat minder had gegeven dan waarover
ze te voren beschikten. Spr. verzekert er ern
stig naar gestreefd te hebben recht te doen
onder samenwerking der betrokken licha
men, op gemeenschappelijk gebied met toege-
kende zelfstandigheid op het gebied der
geestelijke stroomingen. Het algemeene pro
gramma is het bewijs van den ernst van dit
streven. Van monopolies mag men niet spre
ken, van verkregen rechten evenmin.
Spr. is overtuigd als eerlijk man de wet
te hebben uitgevoerd en heeft een goede ver
wachting van de toekomst.
Ten slotte de vragen van den heer Boon
beantwoordend geeft spr. op de eerste vraag
een bevestigend antwoord. De tweede vraag
is vaag maar spr. is geneigd tot een ontken
nend antwoord. De derde en vierde vraag
beantwoordde de min. ontkennend. Wat de
vijfde vraag betreft, spreekt het vanzelf, dat
de politiek geweerd moet worden uit een al
gemeenen omroep. De zesde vraag kan
niet beantwoord worden, de zevende wordt
met „ja" beantwoord. Vraag 8, kan, nu niet
beantwoord worden. Voer vraag moet d«
minister advies inwinnen van den Radioraad.
De voorzitter verdaagt hierop om 6 uur
de vergadering tot heden.
Dagelijksoh overzicht.
De actie, die door Gandhi op touw gezet,
is, en die bedoeld was, om als 't ware het
Engelsche regime omver te werpen, neemt
voortdurend scherpere vormen aan.
Waren in 't begin slechts betoogingen en
het demonstratief zoutwinnen de eenige vor
men van actie, den laatsten tijd komen dage
lijks botsingen voor, die dooden en gewonden
met zich meebrengen. Dat komt natuurlijk
ook, omdat de Engelsche regeering haar
maatregelen krachtiger genomen heeft, dan
aanvankelijk wellicht in haar bedoeling lag.
De strijd duurt dus nog steeds voort, en
het einde is nog lang niet te zien. En even
min kan men voorspellen, of de volgelingen
van Gandhi op den duur succes zullen heb
ben. Voorloopig mogen wij dat wel betwijfe
len, vooral ook, omdat de Hindoes geheel
alleen staan. Zij hebben indertijd verschillen
de pogingen gedaan, om de Mohammedanen
op hun hand te krijgen, echter zonder suc
ces. Een conferentie van Mohammedaansche
leiders heeft eenigen tijd geleden onvoor
waardelijk te kennen gegeven, dat de Mo
hammedaansche bevolking zich niet bij de
beweging van Gandhi zou aansluiten.
Afgescheiden van de actie van den rebel-
'schen hadji Joezamgzai aan de andere zijde
van de Indische grens, heeft de geheele Mo
hammedaansche bevolking zich aan het pa
rool van haar geestelijke leiders gehouden en
de Hindoes aan zichzelf overgelaten.
Nu het conflict tusschen de Hindoes en de
Britscbe regeering steeds ernstiger wordt,
blijkt er onder de Mohammedaansche leiders
de neiging te bestaan, zich vaster om de Brit-
sche regeering te scharen. De invloedrijke
nizam van Hyderabad heeft n.1. tot zijn volk
een manifest gericht, waarin hij o.m. het vol
gende zegt:
Gelijk iedereen, die het eerlijk met Indië
meent, heeft de gang der jongste gebeurte
nissen groote smart en bezorgdheid bij mij
gewekt. De zaken hebben thans 'n zoodanig
stadium bereikt, dat ik in mijn plicht tekort
zou schieten, niet slechts tegenover mijn
staat, doch tegenover Indië en het rijk, in
dien ik langer het stilzwijgen bewaarde, meer
in het bizonder omdat men mij heeft te ver
staan gegeven dat mijn geloofsgenooten naar
leiding van mij uitzien op een tijdstip, dat
een crisis in het bestuur van Indië voor de
deur staat. Op dit oogenblik dient de poging
van allen, in het bizonder van hen die in po
sities van verantwoordelijkheid en vertrou
wen zijn geplaatst, gericht te zijn ap het vin
den van een oplossing van de Indische moei
lijkheden in een regeeringsvorm voor de toe
komst, die den steun van alle verstandige
mannen van alle geloof en politieke overtui
ging zal afdwingen als het best berekend
voor de verzekering van den duurzamen
vrede en welvaart van het land in het alge
meen.
De nizam breekt vervolgens pen lans voor
de te Londen bijeengeroepen „Ronde Tafel
conferentie en besluit als volgt: Laat ieder
een zich verzetten tegen de poging tot het
vernielen van de grondslagen van de orde,
en zich stoutmoedig scharen aan de zijde van
het gevestigd gezag.
Voor de Hindoes is dit manifest wel een
leelijke tegenvaller en zii zullen het dus ook
in de toekomst zonder de Mohammedanen
moeten doen.
Buitenland
Nieuwe bloedige botsingen.
Te Bombay is het gisteren tot nieuwe ern
stige botsingen gekomen. De onlusten begon
nen toen een politiebeambte in het Modamme-
daansche kwartier door een menigte gemoles
teerd werd en zijn toevl- .chf moest zoeken in
een politieposthuis, dat daarop met steenen
bekogeld werd. Het vuur werd daarna op dé
menigte geopend. Toen het publiek daarop
poogde het gebouw in brand te steken liet de
politie militairen aanrukken. Deze troepen
die met auto's arriveerden werden met een
hagelbui van steenen ontvangen. De menigte,
die uit Mohammedanen bestond en was aan
gegroeid tot vier a vijfduizend personen, be
goot de auto's met petroleum en stak ze in
brand. De toestand der politieposthuizen was
voor de aankomst der troepen buitengewoon
critiek geworden, daar de telefoonverbindin-
fen kort tevoren doorgesneden waren. Over
et algemeen is de toestand zeer ernstig te
achten. In de geheele stad wordt door de mi
litairen gepatrouilleerd. Het aantal dooden en
gewonden staat nog niet vast.
Ook te Rangoon is het gisteren opnieuw tot
botsingen gekomen. De politie greep echter
■mt ejtfrgiéjt is sa maakte hierbij herhaalde-
lijk van de vuurwapenen gebruik. In de zie
kenhuizen zijn in totaal 740 personen opge
nomen, die tijdens de onlusten van de laatste
dagen gewond werden. Ook in Rangoon kan
de orde slechts met moeite worden gehand
haafd. Dag en nacht wordt door politie en
militairen patrouille geloopen. Al het werk in
de stad is stopgezet. Met uitzondering van
enkele trams, staat het geheele openbare ver
keer stil.
De botsingen te Dacca.
Naar uit Calcutta gemeld wordt, zijn bij de
botsingen te Dacca gisteren 14 personen ge
dood en 60 gewond Alle verkeer is in de
stad stopgezet, er wordt niet gewerkt. Ver-
sterke politietroepen loopen patrouille en zor
gen voor handhaving der orde.
De berichten in de Engelsche ochtendbla
den bevestigen, dat de onlusten in de ver
schillende Indische steden hun hoogtepunt
nog lang niet hebben bereikt. Het meest cri
tiek acht men den toestand te Bombay. Vol
gens de laatste berichten zijn vier personen
gedood en 69 met ernstige schotwonden in
de ziekenhuizen ter verpleging opgenomen.
De stad is in koortsachtige opwinding. Men
houdt rekening met de ernstigste gebeurte
nissen.
Te Lucknow ontstonden gisteravond even
eens vechtpartijen tusschen Indiërs en poli
tie, waarbij vier personen gedood en velen
gewond werden.
Gisteravond laat werd de staat van beleg
afgekondigd.
In den loop van den dag werden veertien
gewonde politiemannen in het ziekenhuis
opgenomen.
Het aantal slachtoffers van de onlusten t\
Dacca is nog grooter gebleken, dan men oor
spronkelijk dacht. Ook daar is de toestand
zeer critiek.
Te Rangoon is het aantal dooden tot 60
gestegen en bedraagt het aantal gewonden
meer dan 800.
Uit de tallooze bijzonderheden, die gaande
weg aan het licht komen kan het bewijs ge
reconstrueerd worden, dat Kürten inderdaad
op 6 Augustus 1929 te Papendelf Maria
Hahn vermoord heeft. Bijzonder bezwarend
is de vondst van een schop, die hij gebruikt
moet hebben om het lijk van het meisje te
begraven. Ook zijn daderschap in het gevaj-
Albermnan is gebleken en wel uit de z.g.
„moordenaarsbrieven" als uit de aan het licht
gekomen bijzonderheden, die de conclusies,
waartoe ook de „moordcommissie" indertijd
gekomen is, volkomen dekken.
Een zijner slachtoffers heeft hij, na een
mislukte poging tot geweldpleging, geworgd
en vervolgens in de Düssel geworpen. De op
26 Augustus 1929 te Lierenfeld door Zürten
met een mes gestoken Heinrich Kornblum
heeft Kürten bij de confrontatie niet meer
kunnen herkennen, evenmin als mevr. Gartel
en Anna Goldhausen, die op denzelfden dag
door Kürten werden gestoken. Zij schijnen
hem slechts zeer kort te hebben gezien. Daar
Kürten ook dingen schijnt te bekennen, die de
politie niet bekend zijn, verzoekt deze alle
personen, die door Kürten zijn aangevallen
of mishandeld, zich zoo spoedig mogelijk be
kend te maken.
DE ZIEKTE VAN DEN ENGELSCHEN
KONING.
In verband met de ziekte van den koning
wordt nader bekend gemaakt, dat het hier
rheumatiek betreft, die waarschijnlijk het
gevolg is van een bezoek aan de rennen van
New Market, die eenige dagen geleden
plaats hadden. Daar er geen reden tot be
zorgdheid is, zal er geen ziektebulletin wor
den uitgegeven. Deze ongesteldheid houdt
geen verband met de zware ziekte van verle
den jaar.
BIJ BERLIJN KINDEREN ONDER
INSTORTENDEN MUUR.
Door het instorten van een ongeveer 3G
meter langen muur van de school te Lom-
nitzsch bij Halle aan de Saaie, zijn, volgens
berichten uit de Berlijnsche bladen talrijke
schoolkinderen bedolven. 6 kinderen werden
met zware verwondingen onder de puinen
vandaan gehaald, terwijl 10 kinderen licht
verwond werden.
TIEN PERSONEN TE OKLAHAMA IN
EEN ABATTOIR VERBRAND.
Naar uit Oklahama gemeld wordt is in het
abattoir een geweldige brand uitgebroken,
waarbij tien personen om het leven zijn geko
men. Het aantal gewonden is nog niet be
kend. Het gebouw brandde tot den grond
toe af.
BLOEDIGE FAMILIETWIST IN
SOFIA. o t
Naar Berlijnsche bladen uit Sofia melden,
heeft in 't dorp Salali 'n boer, die in onmin
leefde met een bloedverwant een handgra
naat in diens woning geworpen, waardoor
9 personen zwaar gewond werden. Twee der
slachtoffers zijn reeds overleden, terwijl twee
kinderen van dan schrik een verstandaver-
teMkA
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2,50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
de verdeeling van den Radiotijd.
JJ® begint met een korte historische uit-
1 htg van de wordingsgeschiedenis van
Wetsontwerp op de radio-uitzending en
j ,roePorganisaties, waarbij hij er op wees,
u fr Keen enkele bepaling in de wet voor-
tiiri de verdeeling van den zend-
Vragen van den heer Boon.
Hooidredacteur: Tj. N. ADEMA.
minimum
Antwoord van den minister.
DE BURGERLIJKE ACTIE IN
BRITSCH-INDIE.
De Mohammedanen blijven Engeland trouw.
Een manifest van den nizam van Hyderabad.
De toestand te Bombay critiek.
Vechtpartij met de politie.
DE DUSSELDORFSCHE MOORDZAAK.
Nog meer bij zonderheden.