Binnenland Onze Koloniën» Vacanfiegenoegens en reisbrieven. 'welwillende houding tegenover de bijzon dere omroepen aan den dag heeft gelegd en •+ot samenwerking bereid is. ;Wat de V.A.R.A. betreft, is deze bewering wel eenigszins bezijden de waarheid. Toen de tegenwoordige A.V.R.O. nog A. iM.R.o. heette, bestond hier een tweede „neu trale" omroep, de N.O.V., die een circulaire aan bankiers, groot-werkgevers e.d. zond, waarin ze te kennen gaf, dat ze de uitzen dingen der V.A.R.A. als een gevaar be schouwde voor het volk en samenwerking niet de A.N.R.O. zou zoeken om daarna ge zamenlijk dat gevaar te kunnen bestrijden. De, tegenwoordige A.V.R.O. is daardoor een anti-democratische vereeniging gewor den, want het volk mocht alleen datgene hooren, wat de heeren bestuurders der A.V. IrO. goed achtten. Na vele besprekingen heeft de V.A.R.A., die aanvankelijk alleen 's Zaterdagavonds uitzond, ook den Zondagmorgen te harer be schikking gekregen. De regeling van den zendtijd is niettemin nog verre van billijk wanneer men den tijd van de V.A.R.A. vergelijkt met dien van de andere bijzondere omroepen. Ook de A.V.R. O. erkent de rechten van de V.A.R.A., maar was indertijd toch niet bereid om de uren, die ze zelf niet gebruikte, aan de vereeniging die met haar den tijd op den Hilversumschen [zender moest „deelen", af te staan. De A.V.R.O. heeft steeds een uitgesproken vijandige houding tegenover de V.A.R.A. aangenomen. Dat was ook het geval toen destijds de radio-retributie aan de orde werd gesteld. De A.V.R.O. was de meening toegedaan, dat het heffen van belasting uit den booze was en dat de luisteraars zelf moesten bepa len, welke vereeniging hun voorkeur zou hebben. De V.A.R.A. stelde daar tegenover, dat zij |n haar omstandigheden dan in een zeer na- deelige positie verkeerde, omdat de A.V R.O. bijna den geheel en zendtijd bezette. Enfin, de retributie werd niet geheven en ^dere vereeniging trachtte de luisteraars tot zich te trekken. Het resultaat daarvan is, dat de A.V.R.O thans ruim 1ÖO.ÜOO, de K.R.O. 120.000, de N.C.R.V. 80.000 en de V.A.R.A. ruim 85.000 leden telt. De verdeeling van den zendtijd, die in de reruchte schreeuv/vergaderingen wordt voor gesteld als een zaak, die het geheele volk aangaat, is gebaseerd op deze ledenaantal len. Niemand zal de billijkheid daarvan tegen spreken, wanneer hij onbevooroordeeld de kwestie beziet. Maar de A.V.R.O. is aan het kabaal maken geslagen. De vergadering in het Concertgebouw ge leek meer op een van de bekende uitzendingen uit het Stadion. De uitlatingen die daar werden gebezigd, konden niet door den beugel. De heer Boon heeft trouwens in de Kamer bij zijn interpellatie gezegd, dat hij minder fatsoenlijke manifestaties zetreurde. Intusschen zijn ze toch uitgezonden en heeft de V.A.R.A., tegen wie ze in hoofdzaak zijn gericht, niet voldoende de gelegenheid zich te verdedigen. Ook voor de A.V.R.O. zelf lijken mij de toespraken niet gelukkig gesteld. Het is niet mooi, wanneer een zich natio naal noemende vereeniging in een rede van een dominé den minister laat beleedigen en waarin gezegd wordt, dat deze hooge drager van het Gezag in een gekkenhuis behoort. Er is de V.A.R.A. vaak verweten, dat ze te fel in haar uitingen was, maar zoo bont als deze „nationale" bedienaar van Gods woord heeft nog geen enkele spreker het bij ons ge maakt. De A.V.R.O.-actie zal wel gauw tot het verleden behooren, zooals ook de meening was van dr. Ritter, die dit in het begin en het einde van zijn toespraak duidelijk in het licht stelde. Een dergelijke actie is zonder behoorlijke argumenten niet vol te houden. Arbeiders-luisteraars van Alkmaar, be denkt dat de V.A.R.A. geen politieke vereeni ging is, zooals men dat gaarne voorstelt, maar dat de politiek slechts middel is en nooit doel zal worden. De V.A.R.A. is een instelling die aan Uwe ontwikkeling zal medewerken èn daarom Uw steun waard ts. Mijnheer de Redacteur, U nogmaals dan kend voor de mij verleende plaatsruimte, teeken ik een V.A.R.A.-lid. (Het is juist, dat de A.V.R.O.-bijeenkomst slechts toegankelijk was voor luistervinken en dat zij, die een andere opvatting over de verdeeling van den zendtijd hebben, hun af wijkend inzicht daar dus niet naar voren konden brengen. Alleen uit deze overweging geven wij plaats aan dit ingezonden stuk van een V.A. R. A.-lid. Men bedenke evenwel, dat wij ons hier op een terrein vol politieke voetangels en klem men bevinden, dat van debatten over de zendtijdverdeeling het einde vooreerst niet te zien is en dat deze in zooverre vruchteloos zijn, dat niemand zich door anderen zal laten overtuigen, dat zijn standpunt niet het juiste is. Het lijkt ons daarom wenschelijk van elke groep zoo men althans op een woord van verweer tegen het op den A.V.R.O.-avond ge sprokene prijs stelt één ingezonden stuk te plaatsen. Het A.V.R.O.-comité kan daarna desge- wenscht gelegenheid krijgen daarop ten slotte net antwoord te geven. Red. Alkm. Crt.) IV. Door het Duitsche Rijnindustrie gebied naar Remagen. i e beginnen bij Marxloh rijdt men achter eenvolgens door vele industriesteden en eeni- ge tientallen kilometers komt men niet uit het stadsachtige, hoewel de stadsgrenzen nauw keurig zijn aangewezen. In de rij liggen daar: Marxloh; Hamborn; Duisburg-Meiderich; uussern en DuisburgNeudorf, een aaneen schakeling van stadsgedeelten, welke te- samen een Groszstadt vormen, waarin de opperburgemeester van Duisburg verant woordelijk is voor het wel en wee van ruim 400.000 inwoners. De stad zelf geeft een zui vere afspiegeling van de groot-industrie, evenals Hamborn en is tevens, sinds het mid den van de vorige eeuw, enorm vooruitge gaan wat handel, scheepvaart en industrie betreft. Bij het doorrijden der stad aan schouwt men een monument van den geo graaf Gerhard Mercator, terwijl reeds van verre de 96 meter hooge toren van de Sal- vatorkirche als baken dient. Naast het eerst genoemde monument is een groot ruiterstand beeld van Kaiser Wilhelm I opgesteld. Op weg naar Düsseldorf komt men door het stadje Kaiserswerth, waar een zeer oud kerkje staat, de z.g. Stiftskirche, waarin een relequien-schrein is te bezichtigen van 1264. Eveneens zijn de overblijfselen van de sinds de 12é eeuw bestaande burcht „Konings- pfalz" te zien. Voortsnellende op de H. D., met van tijd tot tijd een snerpende waarschuwingskreet van onze brulboei aan de voorzijde tusschen de beide lampen, naderden we dra via klei nere steden, de stad Düsseldorf, welke we echter bij gebrek aan voldoenden tijd' niet nader konden bezichtigen. Van tijd tot tijd staken zeer elegante elec- triciteitsmasten hoog in de lucht. Als baken toonden ze ons, dat we niet te ver van den goeden weg afdwaalden en dat we behoorlijk den Rijnoever volgden. Door Keulen's voor stad Mülheim met 70.000 inwoners, rolden we Keulen binnen en zochten een gunstige gelegenheid den inwendige» mensch te ver sterken. A raison van zooveel stapten we wel voldaan het établissement weer uit, om ver sterkt, onzen tocht door de Domkerk en -torens aan te vangen. Moeizaam en volhar dend klauterden we naar boven en voordat we 518 treden onder ons hadden, vertoonde het zweet des aanschijns zich op onze res pectievelijke schedels. Er waren veel Engel- schen in de Dom en mijn begeleider, nog niet geschrokken, telde een 37 schreden rondom een der steunpilaren waarop de torens rus ten. Prachtig en overweldigend is het bouw werk waaraan ruim 600 jaar is gewerkt, maar waaraan de bouw totaal 300 jaar is stil gelegd. De gebrandschilderde ramen geven aan het uiterlijk een prachtig effect. Het bij zondere van het bouwwerk is de zuivere Gothische stijl, welke overal is behouden. De beide torens zijn geheel uit bewerkt zand steen opgebouwd. Van de laatste jaren is de electrische belichting met schijnwerpers van uit het binnenste der torens. Alleen bij hooge feestelijkheden worden deze ontstoken en heeft eveneens bij de ontruiming van het Rijnland 's nachts om twaalf uur in haar volle glorie gestraald, terwijl de tonen van de grootste klok van Duitschland, ':e Glocke am Rhein" met haar 4 neven klokLn over de stad donderden. „Die Glocke am Rhein" is de nieuwe groote Domklok, welke in de plaats is gekomen voor de Kaiser Wilhelm Glocke, die in de oorlogsjaren is gesmolten. Reeds eerder memoreerden we dat men in Duitsch land van de verloren Krieg de naweeën nog erg ondervindt. Maar de bevolking- heeft onder al deze bezwarende omstandigheden haar liefde voor de uniform nog lang niet verloren. De politie is zeer krijgshaftig uit- gedoscht met helm, groen tuniek, blauwe broek, sabel en revolver. En zeer in fla- granten strijd met de bijna algemeene opinie staat er in Oherammergau het gedenkteeken met alle namen van de in den oorlog geval lenen. Op een groote hardsteenen zuil staan de namen van de heldenzonen van Oberam- mergau, die in de oorlogen van 1812, 1813— opschrift gebeiteld: „Allen Jünglingen, die zijn. Daar onder staat het zeer opmerkelijke opschirft geebiteld: „Allen Jünglingen, die hier vorübergehen, soli's wie ein Geisterruf ertönen: „Auch Du solist so zum Vater- land sthen, wie diese Tapferen hier". Maar voorhands zal van een nieuwe schie- terij, naar ons een waard uit Keulen mede deelde niets komen. Men heeft alleen ten platte lande groote festiviteiten ter gelegen heid van de veelvuldig gehouden schietwed strijden. De diverse kranten, welke o.a. in Adenau, Mannheim, Pforzheim, Friedrichs- haven en Kempten werden ingezien, gaven eenigszins onrustbarende berichten over een rede, welke Mussolini moet hebben gehouden en tusschen de regels door schemerde een reeds aankomende oneenigheid tusschen de Fransche en Italiaansche regeeringen. Enfin, in het hart der Duitschers leeft de uniform nog, maar voorloopig zal van eenige krijgsverrichting der Germaansche zonen wel niet veel komen. Opmerkelijk is wel, dat op onze geheele reis, welke zich toch dwars door geheel West- en Zuid-Duitschland uit strekte, zeer weinig menschen van middel baren leeftijd zijn waargenomen. Ouden van dagen, veel vrouwen, die bijna al het werk doen en de rest jongeren. Jongelieden van tegen de 20 jaar ziet men bijna overal het werk verrichten, hetwelk in Nederland slechts door volslagen vaklieden wordt gedaan. Maar na deze Seitensprung vervolgen we den tocht door Neuss, waar over de onlangs ge reedgekomen éénboogshangbrug werd ge reden. Een prachtig stukje bruggenbouw van behoorlijke afmetingen. Langs den linker overkant heeft men een prachtig gezicht over de rivier. Het weer werd donkerder en de eerste regendruppels teekenden zwarte plek jes op onze bestoven motorjassen. In de Universiteitsstad Bonn regende het zóó danig, dat van de anders spreekwoordelijke bekoorlijkheid weinig terecht kwam Op vallend was wel de groote verscheidenheid van kleurige studentenpetjes en kapjes, welke door alle studeerenden worden gedragen. Kleur en vorm duiden het studiejaar aan, hetgeen voorwaar nog niet zoo'n mal idee genoemd kan worden. Ook in ons land wor den de eerste pogingen waargenomen om eenzelfde regel in te voeren. In Deventer loopen de leerlingen der Koloniale land bouwschool immers reeds met groene petten. Het gevolg van den regen in Bonn was na tuurlijk dat „Davidje" zachter moest tippelen wegens het groote slippingsgevaar, hetgeen niet wegnam, dat op de spiegelgladde as- phaltstraat in het hartje van Oberwinter de mustang den Rijn van ter zijde ging be kijken. Rijder en Duozitter vielen ter bodem en gleden door een straat-substantie welke hier en daar nog sporadisch wordt aange troffen. Davidje glibberde van louter ge noegen een tiental meters verder! Daar ronk- lachte-ie ons tegen, terwijl een hulpvaardige Friseur en eenige omstanders de gekap- sijsde post- en krantenman op de achterste trapstaken zetten. Het liep goed af en weldra reden we verder nalachend over onze glij partij. Tot Remagen volgden we den Rijn om daar voorloopig afscheid1 te nemen van den stroom, welke ons reeds zooveel bekoorlijks geboden had om vervolgens de richting Friedrichshafen, Gasthof „Zum Schwan" van het „Ahrdal" in te slaan. 18 Mei 1930.F. E. LIBERALE STAATSPARTIJ DE VRIJHEIDSBOND. In een der zalen van het Kurhaus te Sche- veningen is Zaterdagmiddag onder zeer groote belangstelling, ónder voorzitterschap van mr. D. Fock, de jaarvergadering van de Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond" geopend. Bij den aanvang der vergadering hield mr. Fock een rede, welke herhaalde malen door applaus werd onderbroken. Na in zijn welkomstwoord gewag te heb ben gemaakt van de onthulling van de Dres- selhuys-bank, kwam mr. Fock tot zijn politie ke beschouwingen. De politieke toestand, dien wij nu beleven, leek spr. niet gelukkig toe. Men moet komen tot een loyale samenwer king van partijen, die werkelijk kunnen en werkelijk willen samenwerken en die teza men een meerderheid achter zich hebben. Al leen op die wijze kan weer een goede parle mentaire toestand geboren worden en dit is toch hetgeen een ieder, die het parlementaire stelsel goed gezind is, wenscht. Eenige der oude rechtsche coalitie-genoo- ten zouden die oude rechtsche coalitie willen doen herleven, maar men weet het reeds lang: de eensgezindheid over principieele kwesties ontbreekt ten eenen male en telkens en telkens blijkt dit weder bij stemmingen, die in de Tweede Kamer worden gehouden. In dit verband herinnerde spr. aan de stem mingen over de principieele amendementen bij de behandeling der gemeentewet. Spr. herinnerde aan het geval-Fruytier. Wij zullen ons, zeide hij, steeds met alle kracht, die in ons is, tegen daden van wille keur, tegen onrecht verzetten. Het optreden van de Eerste Kamer moge een ernstige waarschuwing zijn; die waarschuwing zal naar wij vertrouwen, niet in den wind wor den geslagen. De bestaande ernstige crisis in den land bouw heeft 't Hoofdbestuur doen besluiten een onderzoek in te stellen naar de maatre gelen, welke zouden kunnen worden geno men in verband met die crisis. Het Hoofd bestuur heeft een commissie daarvoor aange wezen, die spoedig haar werk zal aanvan gen. Groote doeltreffende actie moet er zijn. Wij zijn en blijven overtuigd, dat de toe passing van onze beginselen het zedelijk, geestelijk en stoffelijk welzijn van ons volk en van het volk in onze overzeesche gebieds- deelen zal verhoogen en in het algemeen de welvaart van ons land en de overzeesche ge- biedsdeelen zal bevorderen. Spr. wees vervolgens op de verdeeldheid onder de vrijzinnigen waardoor men elkaar stemmen onttrok. En de vrijzinnig-democraten, zoo vroeg spr., hebben zij, nu het algemeen kiesrecht jVoor mannen en vrouwen is ingevoerd, nog i reden van bestaan"? Ja, zegt mr. Marchant, maar spr. waagt dit te betwijfelen. Wij stellen ons tegenover de s.d.a.p., maar dat doen de v.d. ook, want ook zij willen den klassenstrijd niet. Wij streven er naar, zooals ik reeds zeide, om de economisch zwakkeren vooruit te brengen en om voor hen betere levensvoorwaarden te scheppen. Waarop moet dan de samenwerking van alle vrijzinnigen afstuiten? Waarom moeten zij, die zich democraten noemen, zich afgeschei den houden en aldus de positie der vrijzin nigen verzwakken? De leus der eenzijdige ontwapening scheidt ons van de v.d., maar dat is een leus, die zij zelf getoond hebben wel te willen opbergen, wanneer het voor een samenwerking noodig is. Hoe dit zij, wij betreuren de oneenigheid tusschen de vrijzinnigen, die oneenigheid moest er niet zijn. Misschien zal de tijd ko men, dat de vrijzinnig-democraten inzien, dat zij door hun ijver om de lijn der demo cratie scherp te trekken, waardoor zij blij kens hun eigen verklaring onrecht doen, kwaad stichten en dat het beter is de lijn der democratie dadelijk goed en eerlijk te trekken. Spr. behandelde daarna de Indische poli tiek. In het belang der bevolking zelf moet elke revolutionnaire beweging worden tegenge gaan, en tenslotte zij er op gewezen, dat de saamhoorigheid van de rassen, die in Indië wonen, zooveel dit kan behoort te worden bevorderd. Het werk van den Volkenbond en voor den Vrede, het streven naar internationale ont wapening wordt door de partij krachtig ge steund. Wij nemen, aldus spr., met groote belangstelling kennis van de plannen van de Fransche minister van Buitenlandsche Za ken tot het stichten van een Europeeschen Statenbond. Ik roep u allen op, zoo eindigde spr., om ieder in zijn krii^ en omgeving, algemeen de overtuiging bij te brengen, dat de toepas sing van de liberale beginselen strekt tot ge luk van land en volk, en dat dus de liberale vaan moet worden hoog gehouden. En vóór alles geen verdeeldheid, wegens verschil van gevoelen over hetgeen klein en onbeduidend is- er zij eensgezindheid onder de vrijzinni gen Zoekt niet naar hetgeen verdeelt, maar naar hetgeen vereenigt. Na deze rede verhieven de aanwezigen zich van hun zetel en werd het „Wilhelmus" gezongen. De voorzitter hief vervolgens een „Leve de koningin!" aan, wat driewerf werd her haald. Op voorstel van mr. Boon werd de vol gende motie onder algemeene instemming aangenomen: „De Liberale Staatspartij „De Vrijheids bond" enz. spreekt haar diepe verontwaardi ging uit over de beschikking van den minis ter van waterstaat in zake de zendtijdverdee ling, waradoor Nederland 't eenige land ter wereld is, waar geen algemeene omroep ge durende de geheele week zal bestaan; protesteert er voorts met kracht tegen, dat nu de regeering het systeem van verdee ling van den zendtijd over verschillende groepen der bevolking heeft gevolgd het aandeel der liberale groep daarin slechts een kleine fractie van één procent van den tota len zendtijd zal bedragen". Het luid applaus, dat uit de vergadering kwam, bewees, dat deze motie de algemeene instemming had. Huldiging mr Boon. Een der afgevaardigde^, de heer Van Kleef uit Dordrecht, trad hierna op mr. Boon, die achter de bestuurstafel was geze ten, toe, uit naam van een aantal partijge- nooten enniet-partijgenooten, cm het liberale Tweede Kamerlid te huldigen voor den strijd, dien hij gevoerd heeft voor het recht. (Applaus) Met een enkel woord heeft de gehuldigde hierna bedankt. Aan de orde was verbolgens het jaarver slag van den secretaris, dat in zijn geheel is opgenomen in „De Vrijheid" van 13 Mei j.L, waarvoor we dus naar dit blad mogen verwijzen. De vergadering ging alsnu in een huishou delijke bijeenkomst over. Des avonds vereenigden de afgevaardig den zich aan een gemeenschappelijken maal tijd. Besloten werd de openbare vergadering gisteren voort te zetten, welke te 10 uur zou aanvangen met een lezing van ir. J. Koster over „Vrijhandel en Welvaart" uit te stellen tot den namiddag na de huishoudelijke ver gadering. SLAPTE IN HET BEDRIJF. De directie van Swinkels Weverijen te Hel mond heeft Vrijdag, evenals 14 dagen gele den, wederom twintig werklieden ontslagen. IN KOKEND WATER GEVALLEN. Het 3-jarige jongetje A. v. B. te Tilburg is Vrijdag al spelende in een bak met kokend water gevallen. In ernstigen toestand is hei kind naar het ziekenhuis vervoerd, waar hét gisteren aan de gevolgen is overleden. ONWEER. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is ie Kerkrade in de Kasperenstraat, een kindje van 7 maanden der mijnwerkersfamilie S., door den bliksem gedood. MET EEN KANO OMGESLAGEN. Vrijdagavond is de 18-jarige G. F., stoker op een zandtrein bij spoorwegwerken, in de Otwegwetering bij Boskoop met een kano omgeslagen en verdronken. DE PRINS TE BEVERWIJK. Prins Hendrik heeft Zaterdag de opening van het nieuwe Roode Kruisziekenhuis te Beverwijk bijgewoond. Hij werd te Beverwijk ontvangen door het bestuur der afdeeling van het Roode Kruis en den burgemeester van Beverwijk, jhr. J. W. C. Strick van Linscho- ten. Toespraken werden gehouden door den voorzitter der afdeeling Beverwijk van het Roode Kruis, den heer A. H. Ingenhoesz, di recteur der Kon. Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken, en den burgemeester, wel ke door den Prins als voorzitter van het hoofdbestuur werden beantwoord. De Prins reikte het kruis van verdienste van het Roode Kruis uit aan den heer G. W P. Stoutenbeek, voorzitter der financieel; commissie voor den bouw van het ziekenhuis. UIT HET RAAM GEVALLEN. Tijdens afwezigheid der ouders viel Zon dagmiddag een tweejarig meisje, wonende Steenstraat te Nijmegen, aan de achterzijde der woning van de derde verdieping door een geopend raam op de Waalkade. Met een hersenschudding en een beenbreuk is het kind naar St. Canisiusziekenhuis overge bracht. E>e toestand is uiterst zorgwekkend. FABRIEK STOPGEZET. De directie der N.V. Gebrs. van Thiel's Draadnagel-, Klinknagel- en Moerbouten- fabrieken te Helmond en vertegenwoordigers van de werkliedenbonden hebben Vrijdagmid dag met mr. Aalberse als rijksbemiddelaar een conferentie gehouden. Bij de besprekingen werd opgemerkt, dat hier feitelijk geen sprake van een conflict is, maar dat het voor de fabriek een onmogelijkheid was, volgens dén werkgever, verder te werken wegens de ma laise en de dumping van het buitenland. Mr. Aalberse stelde voor, dat de directie en verte genwoordigers van de bonden naar den minister van arbeid, handel en nijverheid zouden gaan. Een conferentie met den minister had denzelfden middag om 3 uur plaats. De mi nister beloofde, de zaak zoo spoedig mogelijk te onderzoeken, doch kon inzake hulpmaat regelen nog geen toezeggingen doen. De fabriek zou Zaterdagmiddag 12 uur ge sloten worden. Ongeveer 250 personen zijn werkloos geworden. Op zijn ongunstigst za! de stopzetting tot 1 Januari duren. Mocht het internationaal draad- en draadnagelver band eerder zijn opgericht dan 1 Januari, dan komen de fabrieken veel vroeger weer in wer king, meent de N. R. Crt. NAAR EEN FEDERATIE VAN ZANGERSBONDEN. Onder voorzi-.erschap van den heer P. Versloot, voorzitter van den bond van koor dirigenten, is Zaterdag in het jaarbeursge bouw een vergadering gehouden in verband met de moeilijkheden in den koorzang. Het doel dezer bijeenkomst was o.a. om tot op richting eener federatie van zangersbonden te geraken. De heer Versloot schetste de talrijke groo te belangen van zangersbonden in federatief verband. De federatie zal moeten worden onderverdeeld in neutrale, confessioneele, politieke en plaatselijke groepen, die hun vertegenwoordigers vinden in het algemeen bestuur, bestaande uit vier leden, in het le ven moeten worden geroepen. Ook bepleitte de heer Versloot de instelling van vier com missies, n.1. een voor de statistiek, voor de pers en propaganda, de zangwedstrijden en tenslotte een commissie ter bestudeering van hft radiovraagstuk- Nadat een korte pauze was gehouden, stel de de voorzitter voor tot stichting van een federatie over te gaan. Verscheiden aanwezigen verklaarden, dat zij thans nog geen bindende afspraken kon den maken; andere afgevaardigden voelden wel voor een federatief verband, maar dan uitsluitend met landelijke bonden. Hiertegen over stonden vertegenwoordigers die uitslui tend heil verwachtten van plaatselijke orga nisaties. De voorzitter oordeelde het tenslotte in verband met de debatten juister, een com missie te benoemen, die nader overleg zal plegen. Alle vertegenwoordigde bonden verklaar den zich bij bestemming met de benoeming van een dergelijke commissie van voorberei ding accoord. Van alle bonden zullen ten hoogste twee vertegenwoordigers toetreden. Als voorzitter dezer commissie treedt op de heer J. A. Krelage (Bond van Arbeiders- zangvereenigingen te Amsterdam). Deze commissie zal haar eerste bijeenkomst hou den op 28 Juni a.$> om halfvier te Utrecht. EEN GEESTDRIJVERSBENDE. Aneta meldt uit Bandoeng: Het legerbestuur ontving een telegram van den gouverneur van Gelebes, meldende, dat de assistent-resident van Loewoe zich den 25sten Mei j.1. met den militairen deta- chements-commandant van Paiopo en een brigade militairen naar Tjerekang, gelegen in de onderafd. Malili, afd. Loewoe, heeft begeven in verband met geestdrijverij van den kant van 'n kamponghoofd, welke had geleid tot geweldpleging, waarvan een politie-agent het slachtoffer was geworden. Voorts hadden de aanhangers van genoemd hoofd zidh schuldig gemaakt aan mishandeling en be- rooving van voorbijgangers. Bij aankomst van de gewapende macht te Tjerekang bleek de bende te zijn gevlucht naar Balantang. Door de militairen omsin geld weigerde de bende zich over te geven. Het kamponghoofd trad zelfs agressief op met gevolg, dat de detachementscommandant en twee bendeleden lichtgewond raakten. Na de schermutseling gaven het hoofd en zijn 27 volgelingen zich over. De oorzaak moet ge zocht worden in geestelijke opzweeperij na afloop van een heidensch feest. De zaak is niet van politieke beteekenis. DE CRIMINALITEIT. Aneta verneemt, dat de criminaliteit h Nederlandsch-Indië in de laatste 10 jaren zeer belangrijk aan het afnemen is. hetgeen blijkt uit de cijfers, betreffende het aantal gevangenen in Nederlandsch-Indië, aan gevende een totaal vari 57.000 in het jaar 1920 en van 40.000 in het jaar 1930. EEN INTELLECTUEELE RGOVER. Het is nu ruim anderhalf jaar geleden, dat Soekaboemi onveilig werd gemaakt door een intellectueelen roover. Geregeld werden er van voorgalerijen koperen meubelstukken gemist, fietsen uit achtergalerijen en achter kamer werden ontvreemd en de politie zocht vruchteloos naar den dader. Totdat het ge luk de politie diende en het pandhuis een in lander aanhield, die koperen potten wilde beleenen. Een huiszoeking bij dien man op Tjiseureuh bracht aan het licht, dat men met den langgezochten roover had te maken. Achmadmoelio, zoo heet de jonge man, toon de een kleine honderd pandbriefjes van fiet sen, snuisterijen etc., welke hij in verschillen de pandhuizen had beleend. Tot zelfs in In- dramajoe en Cheribon werden de gestolen voorwerpen gebracht. Hij werd gevangen gezet, bleek de zoon van een bekenden Indischen arts te zijn en tevoren ambtenaar bij de posterijen te zijn geweest. Achmad wist echter uit de gevangenis te ontsnappen, werd eenige malen te Soekaboe mi gesignaleerd, maar was na dien spoor loos verdwenen. De politie kreeg bericht dat hij via Tandjong Karang naar Palembang was uitgeweken. Eenigen tijd geleden is de politie te Palem bang er in geslaagd hem te arresteeren en onder politiegeleide naar Java terug te bren gen. Begin Mei werd Achmad van Weltevre den naar Soekaboemi gebracht, hij wist ech ter in de buurt van Massing (bij Buitenzorg) met zijn boeien aan uit den trein te springen en te ontvluchten. De politie zoekt thans weder naar dezen intellectueelen boef. EEN GEVAL VAN AMOK. Twee dooden, drie gewonden Uit Tandjong Priok wordt gemeld: Een amokmakende stoker, afkomstig uit Soerabaya, vermoordde aan boord van het s.s. „Op ten Noort" van de Paketvaart Mij. 2 Chineesche koks, terwijl hij 3 Chineezen zwaar verwondde. De dader is gearresteerd. Nader kan nog worden medegedeeld, dat de stoker eerst sedert twee dagen aan boord' van het s.s. „Op ten Noort" werkzaam was. Gewapend met een mes viel hij eerst de 2 Chineesche koks aan, die hij zoodanige ste ken toebracht, dat zij onmiddellijk dood' wa ren, terwijl hij een 3den Chinees zwaar ver wondde. Vervolgens viel de amokmaker 2 andere Chineezen aan, die hij eveneens zeer zware verwondingen toebracht. Intusschen was er zulk een paniek ontstaan, dat diverse andere Chineezen in doodsangst over boord sprongen om zich in het water in veiligheid te brengen. Tenslotte sprong de moordenaar, nog steeds gewapend met zijn mes, eveneens overboord. De 3e officier van de „Op ten Noort", de heer De Bruin, stapte in een bootje en begon een achtervolging. Toen hij! er in geslaagd was den amokmaker te ach terhalen en den man sommeerde zich over te geven, gaf de laatste daaraan geen ge hoor. Integendeel, gebruik makende van zijn mes, trachtte hij zich aan het boord van de sloep op te hijschen. De heer De Bruin gaf hem daarop met een stuk ijzer een slag op het hoofd, zoodat hij gedwongen was los te laten. Een oogenblik later kon hij> ditmaal ongewapend, opgevischt worden, waarna de man werd overmeesterd en vervolgens uitge leverd aan de politie. IDe amokmaker ver klaarde, dat iedereen hem achtervolgde, waardoor hij tenslotte amok had gemaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 7