Amerikaansche notities. EEN GOED ZAKENMAN ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT Provinciaal nieuws STELT ALLES IN HET WERK OM ZIJN OMZET STEEDS HOOGER OP TE VOE REN.- ZEER ZEKER ZAL HIJ DE PUBLI CITEIT VAN EEN ZEER VEEL GELEZEN DAGBLAD ONONTBEERLIJK WETEN. - NEEMT DIT EENS IN OVERWEGING EN SLUIT EEN REGELCONTRACT BIJ DE ALKMAARSCHE COURANT. DIE IN ALLE KRINGEN HAAR LEZERS TELT. as Vacantiegenoegens en Reisbrieven. V -■! I II I III. l.l W ARMENHUIZEN. Gemeenteraad. Vergadering van den raad der gemeente Warmenhuizen op Donderdag 5 Juni n.m. 3 uur. Aanwezig waren alle leden. Voorzitter was de heer Nolet, burgemees ter. Ingekomen stukken. Rekening, balans en verslag over 1929 van •het gemeentelijk tuinbouwbedrijf. Voorge steld wordt de rekening vast te stellen in ont vangst en uitgaaf op 4 809,37, nadeelig saldo 797,66. De bijdrage in het verlies te betalen door de gemeente vast te stellen op 398,83 zijnde 50 pet. van het geleden ver lies. De andere 50 pet. worden door de I ro- vincie, veilingsvereeniging en Gem. Haren- karspel gedragen. r Hierover vroeg weth. Swan of net me zijn nut kon hebben te laten weten waarin die verliezen bestaan. Hierna deed de voo - zitter voorlezing van het verslag dat hooid- zakelijk hierop neerkomt, dat niet tegenstaan de er in het voorjaar 300.000 koolplanten waren afgeleverd waarvoor 2500 was ont vangen de tomatenteelt zoodanig was tegen gevallen wat opbrengst en prijs aanging dat deze teelt 2000 beneden de begrooting bleef Een verzoek van J. Mosteling te Schoorl- dam om ingevolge art. 13 der L.O. wet 1920 'over 1929 een tegemoetkoming te mogen ont vangen voor het bezoeken van 2 kinderen op de r-k. scholen alhier. Voorgesteld wordt ieene tegemoetkoming te verleenen van 15 83 Alsvoren van J. Beukers te Schoorldam. Te behandelen na afloop van het jaar 1930. De jaarrekening van "het gasbedrijf over i4929 sluitende met een voordeelig saldo van 2811,1314, te behandelen bij de gemeente- rckcfliti2[ 1929. Voorgesteld wordt aan den gemeentege neesheer en de wijkverpleegster eene gratifi catie toe te kennen van 25, resp. voor het iverstrekken van verbandmiddelen en assisten tie bij het inenten van plm. 400 personen te gen alastrim. ui t Voorgesteld wordt tot onbezoldigd ambte naar van den burgerl. stand te benoemen, J. Dalenberg. Alle ingekomen stukken werden aangeno- men en vastgesteld. MeitedetUag,„. Door Ged. Staten is volgens de wet op de financieele verhouding het door de letter u voorgestelde bedrag voor deze gemeente be paald op 64974,48, het bedrag der gemid delde opbrengst, bedoeld in art. 17 le lid van het K. B. van 4 Nov. 1929 f 18971,52 en de gemiddelde opbrengst be doeld in art. 18, le lid, op nihil. B. en W. kunnen zich met deze besluiten vereenigen en stelden voor niet in hooger be roep te gaan. De vereeniging van Ned. Gemeenten deel de mede, dat de uitkeering uit het Gemeente fonds volgens hare berekening over 31 ver moedelijk zal bedragen 23172,14. Z. h. s goedgekeurd. De voordracht in de vacature J. Kraak- man luidt! 1. A. Kraakman Jr.2. W Dek* jrer Hz. Deze voordracht welke was opgemaakt door het burgerlijk armbestuur was in zijn geheel zoo door B. en W. overgenomen. Bij de daarop volgende stemming kreeg de heer 'A. Kraakman 5 stemmen en de heer W. Dek ker Hzn. 2 stemmen zoodat gekozen is de heer A. Kraakman. Voorgesteld werd tot boventallig tijdelijk onderwijzeres aan de O. L. School (Dorp) te benoemen Mej. C. M. Molenaar. De be noeming wordt geacht te zijn ingegaan 1 Mei 1930. w Met algemeene stemmen werd me]. Mole naar daarna gekozen. Voorgesteld wordt het vermenigvuldigings- cijfer 1930/1931 vast te stellen op 1,4. Allereerst werd door den voorzitter dit voorstel toegelicht. Naast de reeds bestaande bronnen van in komen dezer gemeente wordt er geraamd dat er 27500 uit de belasting moet komen. Over het belastingjaar 1929/30 is er opge bracht door de ingezetenen niet-tuinders 16684 en hadden de tuinders 14174 aan belasting betaald. Aangezien de tuinders nu in minder gun stige conditie verkeeren dan het vorige jaar was de gedachte dat hun belastingopbrengst nu 1/3 zou zijn en deze was geschat op 5000 en dat van de niet-tuinders waaron der begrepen zijn de burgers op hetzelfde als 'het vorig zijnde 16.600. Totaal dus V 21600. Aangezien de uitgaven niet minder zijn ge worden, moesten die andere 6000 op een andere manier worden gevonden door het verm. cijfer te brengen van 1.1 op 1-4, dus bijna 1/4 hooger en daarnaast moesten 2000 van het tekort zijnde bedrag van het Burg Armbestuur worden verschoven naar een volgend jaar. Het zou misschien mogelijk zijn, met 1.25 te volstaan maar om aan den voorzichtigen kant te blijven, hadden B. en W. voorgesteld dit maar te brengen op 1-4. De heer Molenaar xon zich er niet mee vereenigen dat er 2000 wordt verschoven naar een volgend jaar en dat dan de tuin ders die toch al in een ongunstige conditie verkeeren doordat hun aanslag per jaar wordt berekend en niet over bijv. 3 jaren met een best jaar meer moeten betalen dan het gemiddelde. De heer Slot vroeg inlichtingen waar die 4350 aan schuld vandaan komt van het Burg. Armbestuur en vermeende dat van het belastingoverschot van 4000 van het vorig jaar daar die schuld wel aan betaald had kunnen zijn, welke toen 1800 bedroeg en nu was vermeerderd met 2500. Hij was het met den heer Molenaar eens, dat een tuinder met een best jaar van 6000 in komen méér belasting betaalt al betaald hij het volgend jaar niets, dan toch er slechts aan toe is dan wie elk jaar voor 3000 wordt aangeslagen. Daarna volgde een ge dachtewisseling met den voorzitter en den heer Slot over het overschot van verleden jaar en het te kort van het Burg. Armbestuur. De heer Slot was er ook tegen, dat die 'f 2000 wordt verschoven naar een volgend -jaar. Hierop werd door den voorzitter en den secretaris de zaak besproken en nagetekend, dat er 2000 wordt gevonden daardoor. Het voorstel werd daarna ingetrokken om dat bedrag niet op een volgend jaar te schuiven en verder zonder stemming werd de ver hooging aangenomen. Voorgesteld werd uit het reservefonds een bedrag van 700 beschikbaar te stellen voor den aankoop van ammoniakschuit en J 600 voor aanschaffing van een calorimeter. Ver der werd voorgesteld de straatlantaarns, welke nu 's avonds doorbranden ook den ge- heelen zomer te laten branden. Op voorstel van wethouder de Groot zullen de kosten van het laten branden der lantaarns in de zomer worden opgevraagd en het voor stel van den heer Nannes om de lantaarns 1 Y> uur voor en na zonsondergang op te ste ken worden besproken met den gasdirecteur. Voorgesteld werd eene geldleening aan te gaan groot 13.000 voor den aankoop van grond en den bouw van een ambtswoning, te gen een rente van ten hoogste 5 pCt. en af te lossen in 30 jaren. Voorgesteld werd aan B. W. A. Sötemann een halt jaar onthteffing van hondenbelas ting 1930 te verleenen tot een bedrag van ƒ3. De voorzitter deelde mede, dat reeds een aanbieding was ingekomen welke lager was dan 5 pCt. Beide punten der agenda werden aange nomen. De rondvraag leverde weinig bijzonders op. Weth. de Groot vroeg of de landhuur al zoowat binnen is en zou anders willen dat de borgen daarvoor werden aangesproken. Daarop antwoordde de voorzitter, dat er urm ÏOOO achterstallig was. Hij beloofdfe dat de huurders nog eens zullen worden aan gespoord en desnoods een termijn zou worden gesteld. De heer Slot vroeg hoe het stond met het paardepad in de oude wal of dit soms wacht op de werkloozen en hij zeide dat er steeds klachten zijn bij het vaarwater langs de Stoos. De voorzitter zeide over beide gevallen zijn medewerking toe. De heer van Rijn beklaagde zich over het stuk fabrieksstraat waar hij en den voorzitter wonen. Daarop stelde de heer Slot voor, dat de bu ren dit onder elkander maar moesten uitvech ten. Ten slotte zei weth. Swan nog, dat er in het polderbestuur geklaagd was over het snelle varen der motorboot, waarover de voorzitter mededeelde, dat de politie er streng op zou letten. Ook vroeg weth. Swan of de nieuwe straat op het land van Seven- huijsen al een naam was toegedacht. Hij zou deze straat willen laten noemen naar den overleden burgemeester Burger, wat in ge dachte zal worden gehouden. B. en W. zullen te zijn-er tijd met een voorstel komen. Daarna werd de vergadering gesloten. trachten te voorzien. Toen op het einde van de middeleeuwen de teruggang van het handelsverkeer tusschei- Augsburg en Venetië doze bron van inkomsten te niet deed gaan moest wel het heden nog bloeiende bedrijf van de houtsnijkunst zijn oapgang hebben gemaakt. Hoe dit bedrijf eigenlijk in het dorp kwam is niet met zekerheid te zeggen en kan niet werden nagegaan. Zoolang Ober- ammergau in de geschiedenis wordt ge noemd wordt ook reeds gewag gemaakt van het feit dat de bewoners zich met do houtsnijkunst bezig hielden, en dat reeds van de vroegste tijden veel aan het volksleven is onttleend en er haar stempel op drukte en tot een der bedui- denste ambachten werd. Zonder die ge schooldheid in de houtsnijkunst zouden de 01?erammergauers zeker niet in staat zijn geweest de Passiespelen vol te hou den en haar tot de huidige kunsthoogte op te voeren en het daarbij alleen met eigen krachten zoover te ontwikkelen. In de middeleeuwen tot de negentien de eeuw droegen de bewoners hun wa ren op zoogenaamde Kraxen door het land en men had eigen handelsverte genwoordigers aan de kusten van Noord en Oostzee, in Zweden en in St. Petersburg. Zelfs tot de westxusten van Zuid Amerika strekte zich de handels betrekkingen uit. In het begin van de negentiende eeuw werden ze echter door de politieke ommezwaai in de Napoleo- nische tijd weer geheel opgeheven. Tegenwoordig worden deze handelsza ken hoofdzakelijk door relaties en com missionairs tot stand gebracht, van welke heden ten dage de oudste en be- langi ijkste die van de firma Guido Lang sel Erben van 1775 is. De houtsnijwerkkunst is de Oberam- mergauers aangeboren. De kinderen worden reeds van jongs af aan in de houtsnijkunst ingewijd en zij leer en de figuren zoo snijden als hun vader het cok reeds deed. Vandaar dat sedert eeuwen het eenvoudige primitieve, de gesneden beelden en groepen uit Ober- ammergau kenmerkte. Onder leiding van hooger onttwikkelde geestelijken van het nabij gelegen Ettaler klooster kwam het meer religieuse in hun kunst, terwijl de laatste jaren een houtsnij- school het ambacht in nieuwe banen leidt, zoo zal het niet meer voorkomen, dat een volslagen houtsnijder uitslui tend een Christuskop kan snijden, zon der in staat te zijn één krul haar meer of minder aan de beeltenis toe te voegen, zooals dat vroeger vaak het geval is ge weest. De Passiespelen. Passiespelen zijn geestelijke drama's, kruis, Partenkirchen, de pestheiligen Sebastian en Rochus de kapel aan de noordzijde van de markt. Kohlgrub heeft een kerk op het pestkerkhof ge bouwd. Oberammergau heeft echter zijn pest- belofte voor eeuwig gedaan „Een gehei ligd spel". Reeds waren er vele slacht offers gevallen en velen droegen nog de kenteekenen der ziekte met zich. Echter nadat de raden van 6 en 12, van den raad van Oberammergau, de belafte hadden die te spelen, is naar verluidt, geen gedaan alle 10 jaren de passionstrage- mensch meer aan die ziekte gestorven. In het jaar 1634 werd voor het eerst naar de door Da* enberger vernieuwden tekst de Oberammergauer passiespelen gespeeld. Zoo zijn nu dus 300 jaar verloopen waarin de gemeente Oberammergau haar b. ofte heeft gestand gedaan. Niet altijd is het gemakkelijk geweest de spelen te houden en groote geldelijke offers heeft het de gemeente gekost om haar belofte stand te doen. De belangrij ke verliezen werden echter gemeen schappelijk door de bewoners en kerk gedragen. Ook op andere wijze heeft Oberammergau voor de vervulling van haar passiebelofte groote offers ge bracht. Het ihéater met dc garderobe moest nieuw gebouw worden. Reeds voor 30 jaren v/as door de regeering de toezegging gedaan om hulp. Men schrok echter voor de geweldige kosten. Ware Oberammergau door de koopmanschap beheerscht, zooals dat zoo vaak wordt medegedeeld, dan had de zucht om geld te verdienen het de nieuwbouw zeker in de hand kunnen werken. Maar he toude ideaal zegevier de en de offervaardigheid van de leven de generaties verwezenlijkte de zeker heid het voortbestaan der spelen. Zoo worden dan ook dit jaar de passiespelen te Oberammergau wederom opgevoerd. In de afgeloopen 10 jaar is de bevol king niet voor de millioenen uit het Dollarland bezweken, die het geheel spel wilden verfilmen. De eenigste ma nier om deze spelen te kunnen bijwo nen blijft dus een bezoek aan Oberam mergau. F. F. Verhuizen is ons lot. De New-Yorkers en daarmee bedoel ik vooral de bewoners van appartementen zijn hartstochtelijke verhuizers. Terwijl wij op ons gemak een aardig huis of een deel daarvan uitzoeken en dat voor lengte van jaren huren, vinden wij het gewoonlijk een 3ÖC VI. De bewoners. De bewoners van Oberamergau (2281) behooren tot de oudbeierschc stammen terwijl hun tongval licht naar het Schwabische overhelt. Ze bezitten veel kunstgevoel en bezitten voor de religieu ze kunstuitingen eenzelfde ontwikkeld gevoel als alle Beiersche bergbewoners welke uiting vindt in de smaakvolle kleederdracht en in de sierlijke bouw trant en de veelkleurige beschildering der huizen. Ook de bieziekaliteit der be woners is bekend. De in vroegere jaren zeer gunstige ligging van het dorp aan een der hoofdhandelsstraten der wereld zullen er wellicht toe hebben bijgedra gen om de kunstuitingen en de smaak in Oberammergau meer te ontwikkelen dan in eenig ander gedeelte van het land. De invloed van Italië op de kunst die vooral in de middeleeuwon over- heerschend was, wordt ook in andere streken welke in de middeleeuwen aan aan handelsstraten lagen opgemerkt. (Bijv. in het Inndal). Ook heeft de ver menging met Romaansch bloed plaats gehad. Donkere, zuidelijke typen zijn er niet zeldzaam en vooral onder de vrou wen tte bekennen. De bewoners van Oberammergau zijn niet in die maten veehandelaren en boeren als in zoovele andere Zuid Beiersche gebieden (Bijv. Allegau en Chiemgau). De bodemarmoe- de bcgunstige geenszins het landbouw bedrijf. Slechts de boschbouw is van meer beduidende omvang. De gewich- titgste bron van inkomsten was echter in vroegere dagen de Rotttstraat waarop do zonen van Oberammergau als drij vers en voerknechten in hun onderhoudt welke het lijden van Jezus tot onderwerp hebben. Zij werden in de middeleeuwen veelvuldig opgevoerd. Naast de Evange liën leverden de legenden en theologi sche commentaren de stof, zoodat zij na dien tijd meer en meer verdwenen. In enkele Katholieke streken van Duitsch- land en Oostenrijk, bijv. in de Beiersche-, Tiroler- en Salzburger alpen bleven ze bestaan, gedeeltelijk in hun naieven Middeleeuwschen vorm, gedeeltelijk omgewerkt. Toch namen zij ook daar langzamerhand af. Ten tijde van Karei Theodoor en Max Joseph I werden zij zelfs in Beieren verboden. De oorzaken welke het verbieden der passiespelen tot gevolg hadden, moeten hebben gele gen in de meer en meer in zwang ko mende profane volkstooneelen in vroe gere eeuwen. Toch bleven deze spelen, die immers geest en gemoed boeiden, in het volksleven voortbestaan. Het verhe ven vredes- en verlossingswerk van het Christelijk geloof, het groote schokken de drama van het lijden, het sterven en de opstanding van den Heiland bleef een prachtig onderwerp, dat deze men- schen bleef boeien. Het passiespel van Oberammergau is niet eerst van 1634, want er zijn deelen van oeroude text uit de 15e eeuw ge vonden. Maar in 1634 is het passiespel voor de gemeente een heilige plicht ge worden. Het werd een vervulling van een in grootsten nood gedane belofte. In de jaren van 1632 woedde in de dalen van den Loisach en der Ammer de pest. In alle omringende plaatsen viel enontzettend veel slachtoffers. In de Kohlgrub bevindt zich een opschrift uit 1633: „Nur 2 Baar Ehevolk gantz und gar, Aus der Gemainde gesuilde war." Garmisch had in Hign tijd zijn pest ramp, wanneer het een of ander niet voor ziene gebrek aan rust of comfort, ons dwingt den huisheer mee te deelen, dat we van domi cilie gaan veranderen. Weer al die last van een huis zoeken, inpakken, uitpakken, gor dijnen laten veranderen, adres verandering bij de post en de kranten opgeven, onbekende leveranciers in de buurt en wat niet al schrikken ons terug. De New-Yorker voelt daar allemaal niet voor! In het algemeen hebben de Amerikanen een groote voorliefde voor reizen en trekken, vandaag zitten zij in New-York en een week later wonen zij in Californië, komt het verlangen om de wereld te zien en rond te reizen niet uit hetzelfde beginsel voort? Misschien is het nog een herinnering uit den tijd der oude voortrekkers of anders het ontembare Amerikaansche vrij heidsgevoel, zich niet door grenzen gebonden te weten. Voor de stadsbewoners gaat het net zoo op, wie vandaam in Manhattan woont, zit het volgend jaar in de Bronx of Queens of ergens anders in Greater New-York. Ik ken er zelfs, die principieel elk jaar verhui zen en dat klinkt gekker dan het in werkelijk heid is. De huur van onze appartementen en hui zen hier gaat bij jaarcontract. Dit is nog een overblijfsel uit den oorlogstijd, want vóór dien nam men kamers bij de week of de maand. In de laatste oorlogsjaren, toen ook hier een prijsstijging plaats vond op ieder terrein, gingen de janitors of conciërges er een gewoonte van maken om elke week of maand een schepje op den prijs te doen En de huurders, die bij het groeiende woningge brek liever hielden wat ze hadden, betaalden en bleven. Het werd echter zoo erg, dat het gemeentebestuur er een wet door kreeg waarbij de huurders een jaarcontract voor een vasten prijs kregen bij de inhuring. Deze bepaling bestaat nog en is nu in het voor deel van de huiseigenaren, aangezien er veel meer gebouwd en dus veel grooter keus is In de praktijk is het niet zoo erg, want in dien men acht van de twaalf .maanden in het apartement gewoond heeft, kan dit o-eru«t verlaten worden zonder dat een proces "daar van het gevolg zal zijn. In vergelijk tot d» zoogenaamde scnade voor den huiseigenaar is een proces nog veel te lang en te kostbaar tenzij men millionair is! Velen blijven dim van Mei tot Januari op het eene adres en verhuizen dan naar een volgend, waar zi tot September blijven om dan weer een der-a; op te zoeken. Vele van onze bezwaren gaan hier niet oo Het gemiddelde Amerikaansche huishouder mist onze overdaad van artikelen en snuiste' rijen, waarmede wij onze kamers gezelli? maken. Wij zouden de meeste interieurs kaal noemen met het hoognoodige aan den muur geen in de weg staande tafeltjes met breek' bare waar er op en geen portretten 0p dè piano, die altijd neiging tot omvallen vertoo- nen. Misschien komt het omdat men hier veel meer uithuizig is of omdat de huisvrouw geen tijd en geen lust heeft haar dagelijksch'e werkzaamheden nog grooter te maken dan ze al zijn, genoeg zij, dat inpakken en uitpak ken niet zoo'n omvangrijk werk is als bij on« Verder vindt men in het nieuwe apartement de lampen, rolgordijnen, het gasfornius en de ijskast, om een paar kleinigheden te noe men, kant en klaar staan te wachten, omdat ze bij het huis hooren en is de eerste' dag in de nieuwe omgeving niet zulk een incon- veniet als bij ons. Verhuizen zelf is niet duur afscheid nemen van de oude buren en visites maken bij de nieuwe is niet noodig, omdat men nooit weet wie links, rechts, boven en be neden wonen en daar ook nooit eenige moeite toe doet. De winkels in de nieuwe buurt zijn zoo goed als zeker van dezelfde maatschao- pijen en handelaars als aan het oude adres Een kruideniersfirma als Daniël Reevers heeft bij de duizenden filialen door de stad en zoo is het volgens het systeem van stan daardiseering eigenlijk overal. Verschil van spijt doet eten en de een» maal zit men op een apartement, waar dé zon volop schijnt, maar waar geij lift in het huis en linkerburen, die tot den vroegen mor gen fuiven. De andere keer kijkt men op een donkere binnenplaats uit, woont gelijkvloers en heeft een conciërge, die veel te warm stookt. Een van de voornaamste redenen voor het vele verhuizen is echter, dat men zijn nieuwe apartement altijd grondig schoongemaakt en geheel geverfd en behan gen krijgt. En het grappige van de zaak is, dat men bij een verblijf van drie jaar in de zelfde vuile, ongeverfde boel blijft zitten, omdat de huisbaas het dan niet noodig oor deelt. Nu is het in New-York zoo droog van atmosfeer en zoo stoffig, dat alle lichte verf in minder dan geen tijd grauw ziet en na een winter, wanneer de radiatoren van de centrale verwarming nog eens goed gesput terd en gestoomd hebben tegen den muur, ziet het er gewoonlijk ontoonbaar uit. Het eene radicale middel tegen een tweeden win ter ingaan in zulk een omgeving is verhui zen. Dan bestaat er nog een andere N.Yorksche plaag, die men soms door te verhuizen kan ontgaan en dat is die van het ongedierte. De druk bewoonde binnenstad heeft ontzettend veel last van ratten, kakkerlakken en wand luizen en aangezien deze parasieten zich niet alleen bepalen tot de armere wijken in de lagere East Side, maar heel geregeld voor komen in de grootste huizen van fatsoenlijke bewoners durf ik er zoo openlijk over te schrijven. Natuurlijk wordt er een verwoede strijd tegen gestreden en wanneer die maar regelmatig volgehouden wordt, kan een huis vrij van het gedierte gehouden worden. Oe firma's ter verdelging zijn tegenwoordig hy permodern ingericht en gassen een kamer uit zonder levensgevaar voor de buren te veroorzaken. De ratten worden uit den aard der zaak mee,r aan de straten van de water kant gevonden, maar doordat Manhattan een eiland is en de overige districten Bronx, Brooklyn, Queens en Richmond alle door water omgeven zijn, is de rattenplaag vrij groot. In een stad als New-York, waar alle na tionaliteiten met al hun deugden en gebreken opeen gehoopt wonen, zitten heel wat men- schen, die het met reinheid en zindelijkheid niet al te nauw nemen en de gevolgen laten zich raden. Wanneer men het geluk heeft in een apart staand huis met niemand dan zijn eigen familie te wonen, zooals schrijver de zes, dan is het een klein kunstje om van on- gewenscht bezoek verschoond te blijven. De vaderlandsche orde en zindelijkheid van on derhuis en keuken zijn doodsvijanden van het gespuis, dat een apart zintuig schijnt te hebben, want mijn rechterburen, die ook in een alleen staand huis wonen, maar van Oost-Europeesche afkomst zijn, klagen zelfs over ratten en de rest! Nu hebben we ook andere ondervindingen gehad: wij hebben op gemeubileerde en ongemeubileerde ka mers en apartementen gewoond en daar zon gen we e enheel ander liedje. In heilige on wetendheid omtrent het bestaan en het uiter lijk van een kakkerlak, keken wij de eerste dagen verbaasd in het keukentje rond, waar het des avonds leefde, wanneer we het licht aanstaken. Eindelijk ondervroeg ik den ja- nitor over deze levendige bevolking en die ried met met een geringschattend lachje^een verdelgingsmiddel van de „cockroaches te koopen. Ik kocht en verdelgde en kocht nieuw en bleef verdelgen, totdat ik ontdekte, dat het onbegonnen werk was. Ik verdelgde me de bewoners van onze keuken, maar van net heele huis, ja misschien van een paar hui zen ver weg. Al die kamers en appartementen staan door buizen van gas, water en verwarming, om niet de barsten en reten in de v'oe' en muren te vergeten, met elkaar in conn- tie voor kakkerlakken-toerisme en indien in liet ongeluk heeft menschelijke medebew ners in het huis te hebben, die er zien w- nig van aantrekken, is een plaatselijke v delging niet minder dan onbegonnen v» Ik ken een jong Hollandsch echtpaar, twee jaar geleden in de stad kwam w en waarvan zij vooral van de echte ou wetsche kraakzindelijkheid was. Zij z°c een gloednieuwe apartccnentenkazerne j die eigenlijk nog niet afgebouwd was, zij er al introkken. Alles keurig in de nog nooit te voren bewoond, geen bais schueren, geen ongedierte. Het is goe° gaan tot een paar maanden geleden» alleen zagen de muren er ontoonbaa

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 10