Amerikaansche notities.
EEN GOED
ZAKENMAN
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
Provinciaal nieuws
STELT ALLES IN HET WERK OM ZIJN
OMZET STEEDS HOOGER OP TE VOE
REN.- ZEER ZEKER ZAL HIJ DE PUBLI
CITEIT VAN EEN ZEER VEEL GELEZEN
DAGBLAD ONONTBEERLIJK WETEN. -
NEEMT DIT EENS IN OVERWEGING EN
SLUIT EEN REGELCONTRACT BIJ DE
ALKMAARSCHE COURANT. DIE IN ALLE
KRINGEN HAAR LEZERS TELT.
as
Vacantiegenoegens en
Reisbrieven.
V -■! I II I III. l.l
W ARMENHUIZEN.
Gemeenteraad.
Vergadering van den raad der gemeente
Warmenhuizen op Donderdag 5 Juni n.m. 3
uur. Aanwezig waren alle leden.
Voorzitter was de heer Nolet, burgemees
ter.
Ingekomen stukken.
Rekening, balans en verslag over 1929 van
•het gemeentelijk tuinbouwbedrijf. Voorge
steld wordt de rekening vast te stellen in ont
vangst en uitgaaf op 4 809,37, nadeelig
saldo 797,66. De bijdrage in het verlies te
betalen door de gemeente vast te stellen op
398,83 zijnde 50 pet. van het geleden ver
lies. De andere 50 pet. worden door de I ro-
vincie, veilingsvereeniging en Gem. Haren-
karspel gedragen. r
Hierover vroeg weth. Swan of net me
zijn nut kon hebben te laten weten waarin
die verliezen bestaan. Hierna deed de voo -
zitter voorlezing van het verslag dat hooid-
zakelijk hierop neerkomt, dat niet tegenstaan
de er in het voorjaar 300.000 koolplanten
waren afgeleverd waarvoor 2500 was ont
vangen de tomatenteelt zoodanig was tegen
gevallen wat opbrengst en prijs aanging dat
deze teelt 2000 beneden de begrooting
bleef
Een verzoek van J. Mosteling te Schoorl-
dam om ingevolge art. 13 der L.O. wet 1920
'over 1929 een tegemoetkoming te mogen ont
vangen voor het bezoeken van 2 kinderen op
de r-k. scholen alhier. Voorgesteld wordt
ieene tegemoetkoming te verleenen van
15 83
Alsvoren van J. Beukers te Schoorldam.
Te behandelen na afloop van het jaar 1930.
De jaarrekening van "het gasbedrijf over
i4929 sluitende met een voordeelig saldo van
2811,1314, te behandelen bij de gemeente-
rckcfliti2[ 1929.
Voorgesteld wordt aan den gemeentege
neesheer en de wijkverpleegster eene gratifi
catie toe te kennen van 25, resp. voor het
iverstrekken van verbandmiddelen en assisten
tie bij het inenten van plm. 400 personen te
gen alastrim. ui
t Voorgesteld wordt tot onbezoldigd ambte
naar van den burgerl. stand te benoemen, J.
Dalenberg.
Alle ingekomen stukken werden aangeno-
men en vastgesteld. MeitedetUag,„.
Door Ged. Staten is volgens de wet op de
financieele verhouding het door de letter u
voorgestelde bedrag voor deze gemeente be
paald op 64974,48, het bedrag der gemid
delde opbrengst, bedoeld in art. 17 le lid
van het K. B. van 4 Nov. 1929
f 18971,52 en de gemiddelde opbrengst be
doeld in art. 18, le lid, op nihil.
B. en W. kunnen zich met deze besluiten
vereenigen en stelden voor niet in hooger be
roep te gaan.
De vereeniging van Ned. Gemeenten deel
de mede, dat de uitkeering uit het Gemeente
fonds volgens hare berekening over 31 ver
moedelijk zal bedragen 23172,14. Z. h. s
goedgekeurd.
De voordracht in de vacature J. Kraak-
man luidt! 1. A. Kraakman Jr.2. W Dek*
jrer Hz.
Deze voordracht welke was opgemaakt
door het burgerlijk armbestuur was in zijn
geheel zoo door B. en W. overgenomen. Bij
de daarop volgende stemming kreeg de heer
'A. Kraakman 5 stemmen en de heer W. Dek
ker Hzn. 2 stemmen zoodat gekozen is de
heer A. Kraakman.
Voorgesteld werd tot boventallig tijdelijk
onderwijzeres aan de O. L. School (Dorp)
te benoemen Mej. C. M. Molenaar. De be
noeming wordt geacht te zijn ingegaan 1
Mei 1930. w
Met algemeene stemmen werd me]. Mole
naar daarna gekozen.
Voorgesteld wordt het vermenigvuldigings-
cijfer 1930/1931 vast te stellen op 1,4.
Allereerst werd door den voorzitter dit
voorstel toegelicht.
Naast de reeds bestaande bronnen van in
komen dezer gemeente wordt er geraamd dat
er 27500 uit de belasting moet komen.
Over het belastingjaar 1929/30 is er opge
bracht door de ingezetenen niet-tuinders
16684 en hadden de tuinders 14174 aan
belasting betaald.
Aangezien de tuinders nu in minder gun
stige conditie verkeeren dan het vorige jaar
was de gedachte dat hun belastingopbrengst
nu 1/3 zou zijn en deze was geschat op
5000 en dat van de niet-tuinders waaron
der begrepen zijn de burgers op hetzelfde als
'het vorig zijnde 16.600. Totaal dus
V 21600.
Aangezien de uitgaven niet minder zijn ge
worden, moesten die andere 6000 op een
andere manier worden gevonden door het
verm. cijfer te brengen van 1.1 op 1-4, dus
bijna 1/4 hooger en daarnaast moesten
2000 van het tekort zijnde bedrag van het
Burg Armbestuur worden verschoven naar
een volgend jaar.
Het zou misschien mogelijk zijn, met 1.25
te volstaan maar om aan den voorzichtigen
kant te blijven, hadden B. en W. voorgesteld
dit maar te brengen op 1-4.
De heer Molenaar xon zich er niet mee
vereenigen dat er 2000 wordt verschoven
naar een volgend jaar en dat dan de tuin
ders die toch al in een ongunstige conditie
verkeeren doordat hun aanslag per jaar
wordt berekend en niet over bijv. 3 jaren met
een best jaar meer moeten betalen dan het
gemiddelde.
De heer Slot vroeg inlichtingen waar die
4350 aan schuld vandaan komt van het
Burg. Armbestuur en vermeende dat van het
belastingoverschot van 4000 van het vorig
jaar daar die schuld wel aan betaald had
kunnen zijn, welke toen 1800 bedroeg en
nu was vermeerderd met 2500. Hij was
het met den heer Molenaar eens, dat een
tuinder met een best jaar van 6000 in
komen méér belasting betaalt al betaald hij
het volgend jaar niets, dan toch er slechts
aan toe is dan wie elk jaar voor 3000
wordt aangeslagen. Daarna volgde een ge
dachtewisseling met den voorzitter en den
heer Slot over het overschot van verleden
jaar en het te kort van het Burg. Armbestuur.
De heer Slot was er ook tegen, dat die
'f 2000 wordt verschoven naar een volgend
-jaar.
Hierop werd door den voorzitter en den
secretaris de zaak besproken en nagetekend,
dat er 2000 wordt gevonden daardoor. Het
voorstel werd daarna ingetrokken om dat
bedrag niet op een volgend jaar te schuiven
en verder zonder stemming werd de ver
hooging aangenomen.
Voorgesteld werd uit het reservefonds een
bedrag van 700 beschikbaar te stellen voor
den aankoop van ammoniakschuit en J 600
voor aanschaffing van een calorimeter. Ver
der werd voorgesteld de straatlantaarns,
welke nu 's avonds doorbranden ook den ge-
heelen zomer te laten branden.
Op voorstel van wethouder de Groot zullen
de kosten van het laten branden der lantaarns
in de zomer worden opgevraagd en het voor
stel van den heer Nannes om de lantaarns
1 Y> uur voor en na zonsondergang op te ste
ken worden besproken met den gasdirecteur.
Voorgesteld werd eene geldleening aan te
gaan groot 13.000 voor den aankoop van
grond en den bouw van een ambtswoning, te
gen een rente van ten hoogste 5 pCt. en af te
lossen in 30 jaren.
Voorgesteld werd aan B. W. A. Sötemann
een halt jaar onthteffing van hondenbelas
ting 1930 te verleenen tot een bedrag van
ƒ3.
De voorzitter deelde mede, dat reeds een
aanbieding was ingekomen welke lager was
dan 5 pCt.
Beide punten der agenda werden aange
nomen.
De rondvraag leverde weinig bijzonders op.
Weth. de Groot vroeg of de landhuur al
zoowat binnen is en zou anders willen dat de
borgen daarvoor werden aangesproken.
Daarop antwoordde de voorzitter, dat er
urm ÏOOO achterstallig was. Hij beloofdfe
dat de huurders nog eens zullen worden aan
gespoord en desnoods een termijn zou worden
gesteld.
De heer Slot vroeg hoe het stond met het
paardepad in de oude wal of dit soms wacht
op de werkloozen en hij zeide dat er steeds
klachten zijn bij het vaarwater langs de
Stoos.
De voorzitter zeide over beide gevallen zijn
medewerking toe.
De heer van Rijn beklaagde zich over het
stuk fabrieksstraat waar hij en den voorzitter
wonen.
Daarop stelde de heer Slot voor, dat de bu
ren dit onder elkander maar moesten uitvech
ten.
Ten slotte zei weth. Swan nog, dat er in
het polderbestuur geklaagd was over het
snelle varen der motorboot, waarover de
voorzitter mededeelde, dat de politie er
streng op zou letten. Ook vroeg weth. Swan
of de nieuwe straat op het land van Seven-
huijsen al een naam was toegedacht. Hij zou
deze straat willen laten noemen naar den
overleden burgemeester Burger, wat in ge
dachte zal worden gehouden. B. en W. zullen
te zijn-er tijd met een voorstel komen.
Daarna werd de vergadering gesloten.
trachten te voorzien. Toen op het einde
van de middeleeuwen de teruggang van
het handelsverkeer tusschei- Augsburg
en Venetië doze bron van inkomsten te
niet deed gaan moest wel het heden nog
bloeiende bedrijf van de houtsnijkunst
zijn oapgang hebben gemaakt. Hoe dit
bedrijf eigenlijk in het dorp kwam is
niet met zekerheid te zeggen en kan
niet werden nagegaan. Zoolang Ober-
ammergau in de geschiedenis wordt ge
noemd wordt ook reeds gewag gemaakt
van het feit dat de bewoners zich met
do houtsnijkunst bezig hielden, en dat
reeds van de vroegste tijden veel aan
het volksleven is onttleend en er haar
stempel op drukte en tot een der bedui-
denste ambachten werd. Zonder die ge
schooldheid in de houtsnijkunst zouden
de 01?erammergauers zeker niet in staat
zijn geweest de Passiespelen vol te hou
den en haar tot de huidige kunsthoogte
op te voeren en het daarbij alleen met
eigen krachten zoover te ontwikkelen.
In de middeleeuwen tot de negentien
de eeuw droegen de bewoners hun wa
ren op zoogenaamde Kraxen door het
land en men had eigen handelsverte
genwoordigers aan de kusten van
Noord en Oostzee, in Zweden en in St.
Petersburg. Zelfs tot de westxusten van
Zuid Amerika strekte zich de handels
betrekkingen uit. In het begin van de
negentiende eeuw werden ze echter door
de politieke ommezwaai in de Napoleo-
nische tijd weer geheel opgeheven.
Tegenwoordig worden deze handelsza
ken hoofdzakelijk door relaties en com
missionairs tot stand gebracht, van
welke heden ten dage de oudste en be-
langi ijkste die van de firma Guido Lang
sel Erben van 1775 is.
De houtsnijwerkkunst is de Oberam-
mergauers aangeboren. De kinderen
worden reeds van jongs af aan in de
houtsnijkunst ingewijd en zij leer en de
figuren zoo snijden als hun vader het
cok reeds deed. Vandaar dat sedert
eeuwen het eenvoudige primitieve, de
gesneden beelden en groepen uit Ober-
ammergau kenmerkte. Onder leiding
van hooger onttwikkelde geestelijken
van het nabij gelegen Ettaler klooster
kwam het meer religieuse in hun kunst,
terwijl de laatste jaren een houtsnij-
school het ambacht in nieuwe banen
leidt, zoo zal het niet meer voorkomen,
dat een volslagen houtsnijder uitslui
tend een Christuskop kan snijden, zon
der in staat te zijn één krul haar meer
of minder aan de beeltenis toe te voegen,
zooals dat vroeger vaak het geval is ge
weest.
De Passiespelen.
Passiespelen zijn geestelijke drama's,
kruis, Partenkirchen, de pestheiligen
Sebastian en Rochus de kapel aan de
noordzijde van de markt. Kohlgrub
heeft een kerk op het pestkerkhof ge
bouwd.
Oberammergau heeft echter zijn pest-
belofte voor eeuwig gedaan „Een gehei
ligd spel". Reeds waren er vele slacht
offers gevallen en velen droegen nog de
kenteekenen der ziekte met zich. Echter
nadat de raden van 6 en 12, van den raad
van Oberammergau, de belafte hadden
die te spelen, is naar verluidt, geen
gedaan alle 10 jaren de passionstrage-
mensch meer aan die ziekte gestorven.
In het jaar 1634 werd voor het eerst
naar de door Da* enberger vernieuwden
tekst de Oberammergauer passiespelen
gespeeld.
Zoo zijn nu dus 300 jaar verloopen
waarin de gemeente Oberammergau
haar b. ofte heeft gestand gedaan. Niet
altijd is het gemakkelijk geweest de
spelen te houden en groote geldelijke
offers heeft het de gemeente gekost om
haar belofte stand te doen. De belangrij
ke verliezen werden echter gemeen
schappelijk door de bewoners en kerk
gedragen. Ook op andere wijze heeft
Oberammergau voor de vervulling van
haar passiebelofte groote offers ge
bracht. Het ihéater met dc garderobe
moest nieuw gebouw worden. Reeds
voor 30 jaren v/as door de regeering de
toezegging gedaan om hulp.
Men schrok echter voor de geweldige
kosten. Ware Oberammergau door de
koopmanschap beheerscht, zooals dat
zoo vaak wordt medegedeeld, dan had
de zucht om geld te verdienen het de
nieuwbouw zeker in de hand kunnen
werken. Maar he toude ideaal zegevier
de en de offervaardigheid van de leven
de generaties verwezenlijkte de zeker
heid het voortbestaan der spelen. Zoo
worden dan ook dit jaar de passiespelen
te Oberammergau wederom opgevoerd.
In de afgeloopen 10 jaar is de bevol
king niet voor de millioenen uit het
Dollarland bezweken, die het geheel
spel wilden verfilmen. De eenigste ma
nier om deze spelen te kunnen bijwo
nen blijft dus een bezoek aan Oberam
mergau.
F. F.
Verhuizen is ons lot.
De New-Yorkers en daarmee bedoel ik
vooral de bewoners van appartementen
zijn hartstochtelijke verhuizers. Terwijl wij
op ons gemak een aardig huis of een deel
daarvan uitzoeken en dat voor lengte van
jaren huren, vinden wij het gewoonlijk een
3ÖC
VI.
De bewoners.
De bewoners van Oberamergau (2281)
behooren tot de oudbeierschc stammen
terwijl hun tongval licht naar het
Schwabische overhelt. Ze bezitten veel
kunstgevoel en bezitten voor de religieu
ze kunstuitingen eenzelfde ontwikkeld
gevoel als alle Beiersche bergbewoners
welke uiting vindt in de smaakvolle
kleederdracht en in de sierlijke bouw
trant en de veelkleurige beschildering
der huizen. Ook de bieziekaliteit der be
woners is bekend. De in vroegere jaren
zeer gunstige ligging van het dorp aan
een der hoofdhandelsstraten der wereld
zullen er wellicht toe hebben bijgedra
gen om de kunstuitingen en de smaak
in Oberammergau meer te ontwikkelen
dan in eenig ander gedeelte van het
land. De invloed van Italië op de kunst
die vooral in de middeleeuwon over-
heerschend was, wordt ook in andere
streken welke in de middeleeuwen aan
aan handelsstraten lagen opgemerkt.
(Bijv. in het Inndal). Ook heeft de ver
menging met Romaansch bloed plaats
gehad. Donkere, zuidelijke typen zijn er
niet zeldzaam en vooral onder de vrou
wen tte bekennen. De bewoners van
Oberammergau zijn niet in die maten
veehandelaren en boeren als in zoovele
andere Zuid Beiersche gebieden (Bijv.
Allegau en Chiemgau). De bodemarmoe-
de bcgunstige geenszins het landbouw
bedrijf. Slechts de boschbouw is van
meer beduidende omvang. De gewich-
titgste bron van inkomsten was echter
in vroegere dagen de Rotttstraat waarop
do zonen van Oberammergau als drij
vers en voerknechten in hun onderhoudt
welke het lijden van Jezus tot onderwerp
hebben. Zij werden in de middeleeuwen
veelvuldig opgevoerd. Naast de Evange
liën leverden de legenden en theologi
sche commentaren de stof, zoodat zij na
dien tijd meer en meer verdwenen. In
enkele Katholieke streken van Duitsch-
land en Oostenrijk, bijv. in de Beiersche-,
Tiroler- en Salzburger alpen bleven ze
bestaan, gedeeltelijk in hun naieven
Middeleeuwschen vorm, gedeeltelijk
omgewerkt. Toch namen zij ook daar
langzamerhand af. Ten tijde van Karei
Theodoor en Max Joseph I werden zij
zelfs in Beieren verboden. De oorzaken
welke het verbieden der passiespelen
tot gevolg hadden, moeten hebben gele
gen in de meer en meer in zwang ko
mende profane volkstooneelen in vroe
gere eeuwen. Toch bleven deze spelen,
die immers geest en gemoed boeiden, in
het volksleven voortbestaan. Het verhe
ven vredes- en verlossingswerk van het
Christelijk geloof, het groote schokken
de drama van het lijden, het sterven en
de opstanding van den Heiland bleef
een prachtig onderwerp, dat deze men-
schen bleef boeien.
Het passiespel van Oberammergau is
niet eerst van 1634, want er zijn deelen
van oeroude text uit de 15e eeuw ge
vonden. Maar in 1634 is het passiespel
voor de gemeente een heilige plicht ge
worden. Het werd een vervulling van
een in grootsten nood gedane belofte.
In de jaren van 1632 woedde in de
dalen van den Loisach en der Ammer
de pest. In alle omringende plaatsen
viel enontzettend veel slachtoffers. In
de Kohlgrub bevindt zich een opschrift
uit 1633: „Nur 2 Baar Ehevolk gantz
und gar, Aus der Gemainde gesuilde
war."
Garmisch had in Hign tijd zijn pest
ramp, wanneer het een of ander niet voor
ziene gebrek aan rust of comfort, ons dwingt
den huisheer mee te deelen, dat we van domi
cilie gaan veranderen. Weer al die last van
een huis zoeken, inpakken, uitpakken, gor
dijnen laten veranderen, adres verandering
bij de post en de kranten opgeven, onbekende
leveranciers in de buurt en wat niet al
schrikken ons terug. De New-Yorker voelt
daar allemaal niet voor! In het algemeen
hebben de Amerikanen een groote voorliefde
voor reizen en trekken, vandaag zitten zij in
New-York en een week later wonen zij in
Californië, komt het verlangen om de wereld
te zien en rond te reizen niet uit hetzelfde
beginsel voort? Misschien is het nog een
herinnering uit den tijd der oude voortrekkers
of anders het ontembare Amerikaansche vrij
heidsgevoel, zich niet door grenzen gebonden
te weten. Voor de stadsbewoners gaat het net
zoo op, wie vandaam in Manhattan woont,
zit het volgend jaar in de Bronx of Queens
of ergens anders in Greater New-York. Ik
ken er zelfs, die principieel elk jaar verhui
zen en dat klinkt gekker dan het in werkelijk
heid is.
De huur van onze appartementen en hui
zen hier gaat bij jaarcontract. Dit is nog een
overblijfsel uit den oorlogstijd, want vóór
dien nam men kamers bij de week of de
maand. In de laatste oorlogsjaren, toen ook
hier een prijsstijging plaats vond op ieder
terrein, gingen de janitors of conciërges er
een gewoonte van maken om elke week of
maand een schepje op den prijs te doen En
de huurders, die bij het groeiende woningge
brek liever hielden wat ze hadden, betaalden
en bleven. Het werd echter zoo erg, dat het
gemeentebestuur er een wet door kreeg
waarbij de huurders een jaarcontract voor
een vasten prijs kregen bij de inhuring. Deze
bepaling bestaat nog en is nu in het voor
deel van de huiseigenaren, aangezien er veel
meer gebouwd en dus veel grooter keus is
In de praktijk is het niet zoo erg, want in
dien men acht van de twaalf .maanden in het
apartement gewoond heeft, kan dit o-eru«t
verlaten worden zonder dat een proces "daar
van het gevolg zal zijn. In vergelijk tot d»
zoogenaamde scnade voor den huiseigenaar
is een proces nog veel te lang en te kostbaar
tenzij men millionair is! Velen blijven dim
van Mei tot Januari op het eene adres en
verhuizen dan naar een volgend, waar zi
tot September blijven om dan weer een der-a;
op te zoeken.
Vele van onze bezwaren gaan hier niet oo
Het gemiddelde Amerikaansche huishouder
mist onze overdaad van artikelen en snuiste'
rijen, waarmede wij onze kamers gezelli?
maken. Wij zouden de meeste interieurs kaal
noemen met het hoognoodige aan den muur
geen in de weg staande tafeltjes met breek'
bare waar er op en geen portretten 0p dè
piano, die altijd neiging tot omvallen vertoo-
nen. Misschien komt het omdat men hier veel
meer uithuizig is of omdat de huisvrouw geen
tijd en geen lust heeft haar dagelijksch'e
werkzaamheden nog grooter te maken dan ze
al zijn, genoeg zij, dat inpakken en uitpak
ken niet zoo'n omvangrijk werk is als bij on«
Verder vindt men in het nieuwe apartement
de lampen, rolgordijnen, het gasfornius en
de ijskast, om een paar kleinigheden te noe
men, kant en klaar staan te wachten, omdat
ze bij het huis hooren en is de eerste' dag in
de nieuwe omgeving niet zulk een incon-
veniet als bij ons. Verhuizen zelf is niet duur
afscheid nemen van de oude buren en visites
maken bij de nieuwe is niet noodig, omdat
men nooit weet wie links, rechts, boven en be
neden wonen en daar ook nooit eenige moeite
toe doet. De winkels in de nieuwe buurt zijn
zoo goed als zeker van dezelfde maatschao-
pijen en handelaars als aan het oude adres
Een kruideniersfirma als Daniël Reevers
heeft bij de duizenden filialen door de stad
en zoo is het volgens het systeem van stan
daardiseering eigenlijk overal.
Verschil van spijt doet eten en de een»
maal zit men op een apartement, waar dé
zon volop schijnt, maar waar geij lift in het
huis en linkerburen, die tot den vroegen mor
gen fuiven. De andere keer kijkt men op een
donkere binnenplaats uit, woont gelijkvloers
en heeft een conciërge, die veel te warm
stookt. Een van de voornaamste redenen
voor het vele verhuizen is echter, dat men
zijn nieuwe apartement altijd grondig
schoongemaakt en geheel geverfd en behan
gen krijgt. En het grappige van de zaak is,
dat men bij een verblijf van drie jaar in de
zelfde vuile, ongeverfde boel blijft zitten,
omdat de huisbaas het dan niet noodig oor
deelt. Nu is het in New-York zoo droog van
atmosfeer en zoo stoffig, dat alle lichte verf
in minder dan geen tijd grauw ziet en na
een winter, wanneer de radiatoren van de
centrale verwarming nog eens goed gesput
terd en gestoomd hebben tegen den muur,
ziet het er gewoonlijk ontoonbaar uit. Het
eene radicale middel tegen een tweeden win
ter ingaan in zulk een omgeving is verhui
zen.
Dan bestaat er nog een andere N.Yorksche
plaag, die men soms door te verhuizen kan
ontgaan en dat is die van het ongedierte. De
druk bewoonde binnenstad heeft ontzettend
veel last van ratten, kakkerlakken en wand
luizen en aangezien deze parasieten zich niet
alleen bepalen tot de armere wijken in de
lagere East Side, maar heel geregeld voor
komen in de grootste huizen van fatsoenlijke
bewoners durf ik er zoo openlijk over te
schrijven. Natuurlijk wordt er een verwoede
strijd tegen gestreden en wanneer die maar
regelmatig volgehouden wordt, kan een huis
vrij van het gedierte gehouden worden. Oe
firma's ter verdelging zijn tegenwoordig hy
permodern ingericht en gassen een kamer
uit zonder levensgevaar voor de buren te
veroorzaken. De ratten worden uit den aard
der zaak mee,r aan de straten van de water
kant gevonden, maar doordat Manhattan
een eiland is en de overige districten Bronx,
Brooklyn, Queens en Richmond alle door
water omgeven zijn, is de rattenplaag vrij
groot.
In een stad als New-York, waar alle na
tionaliteiten met al hun deugden en gebreken
opeen gehoopt wonen, zitten heel wat men-
schen, die het met reinheid en zindelijkheid
niet al te nauw nemen en de gevolgen laten
zich raden. Wanneer men het geluk heeft in
een apart staand huis met niemand dan zijn
eigen familie te wonen, zooals schrijver de
zes, dan is het een klein kunstje om van on-
gewenscht bezoek verschoond te blijven. De
vaderlandsche orde en zindelijkheid van on
derhuis en keuken zijn doodsvijanden van het
gespuis, dat een apart zintuig schijnt te
hebben, want mijn rechterburen, die ook in
een alleen staand huis wonen, maar van
Oost-Europeesche afkomst zijn, klagen zelfs
over ratten en de rest! Nu hebben we ook
andere ondervindingen gehad: wij hebben
op gemeubileerde en ongemeubileerde ka
mers en apartementen gewoond en daar zon
gen we e enheel ander liedje. In heilige on
wetendheid omtrent het bestaan en het uiter
lijk van een kakkerlak, keken wij de eerste
dagen verbaasd in het keukentje rond, waar
het des avonds leefde, wanneer we het licht
aanstaken. Eindelijk ondervroeg ik den ja-
nitor over deze levendige bevolking en die
ried met met een geringschattend lachje^een
verdelgingsmiddel van de „cockroaches te
koopen. Ik kocht en verdelgde en kocht nieuw
en bleef verdelgen, totdat ik ontdekte, dat
het onbegonnen werk was. Ik verdelgde me
de bewoners van onze keuken, maar van net
heele huis, ja misschien van een paar hui
zen ver weg.
Al die kamers en appartementen staan
door buizen van gas, water en verwarming,
om niet de barsten en reten in de v'oe'
en muren te vergeten, met elkaar in conn-
tie voor kakkerlakken-toerisme en indien in
liet ongeluk heeft menschelijke medebew
ners in het huis te hebben, die er zien w-
nig van aantrekken, is een plaatselijke v
delging niet minder dan onbegonnen v»
Ik ken een jong Hollandsch echtpaar,
twee jaar geleden in de stad kwam w
en waarvan zij vooral van de echte ou
wetsche kraakzindelijkheid was. Zij z°c
een gloednieuwe apartccnentenkazerne j
die eigenlijk nog niet afgebouwd was,
zij er al introkken. Alles keurig in de
nog nooit te voren bewoond, geen bais
schueren, geen ongedierte. Het is goe°
gaan tot een paar maanden geleden»
alleen zagen de muren er ontoonbaa