llkiiiiuhi Cosunl. Het Land van Arbed en Hadir. PINKSTERSTORM. Onze Koloniën. Tooneel. Htnlird twee m dertigste Jaargang. Zaterdag 7 Juni Hoe moeten briefomslagen behandeld worden? PpDvincSaal nieuws No. 133 1930 SCHETS NAAR HET LEVEN door H. G. CANNEGIETER (Nadruk verboden). Over het kamp daalde een loodzware ftitte. De zengende lucht van smeulende takken bemoeilijkte het ademen;; 't was het overschot van het kampvuur, dat men bij 't vallen van den avond nog maals zou oprakelen. Broeiende nevelen pakten zich samen tot wolken, die een k.'nde zon. Geen geluid werd gehoord; grauw scherm optrokken voor de ste- "t was het uur van de mid igrust en on der het roerloos slap neerhangende doek van de tenten lagen,bijna bezwijmd, de slapers bijeen. Aart had het benauwd op zijn eenzame wacht. Hij rekte de leden en maakte, om zich te vermannen, een paar gymnasti sche bewegingen. Turend naar een mie- renkolonne, die voor zijn voeten de hei overstak, begon hij gedachtenloos te flui ten, de beginregels van het kamplied, dat hem tot vervelens toe in de ooren ruischte. Eensklaps werd hij opmerkzaam: er naderde iemand tusschen de struiken. Strak wendde hij den blik naar het boschje. „Hannie!" zei hij. Het meisje drentelde op hem toe. „Warm, hé? Er kon wel eens on weer komen!" Ze zette zich naast hem op den heuvel- vormigen rand van de hei, waarop hij zich had geposteerd. „Mooi vanmorgen, dat van Eelke!" Ze geeuwde, nadat ze aldus haar bewonde ring had gelucht. „Een kei van een spreker. En alles waar, wat hij zei." „Geloof je nog aan den vrede? Ik heb er, ondanks alles wat ze beweren, geen cent fiducie meer in. Wat kunnen we doen tegen de geweldige machten van 't militarisme en 't kapitaal. En dan die verwikkelingen in 't verre Oosten. Brrrü 't Is gauwer oorlog dan we met elkaar denken." ,,'t Kan allemaal wel waar zijn. Maar de pacifisten zijn er toch ook nog. En de Internationale. En de Volkenbond „Zeg liever: en de uitputting en 't ge zonde egoïsme. Ja, die kunnen het nog een tijdje tegenhouden, maar dan begint het spel weer van voren af aan. 't Is jammer, maar al ons idealistisch ge zwam blijft ten slotte improductief „Noem jij dat gezwam?! Maar waarom doe je er dan aan mee?" „Och, je moet wel, hé? Je bent nu een maal: jeugd. En dan, je wilt ook wel een beetje gezelligheid. Wat is nou een meisje alleen?" „Nee maar Hannie, ik wist niet, dat je zóó cynisch was. Je meent het ook niet? Je raast maar een beetje, van de warm- t', hè?" „Lieve jongen, ik weet het zélf niet. Ik zal mijn tent maar eens opzoeken om neg een uurtje te maffen." „Waar kom je eigenlijk vandaan, zoo op je eentje?" ,,'k Was al verder gewandeld en merk te te laat, dat ik een heel eind was afge dwaald. Je let er niet op waar je loopt, als je aan 't mijmeren bent „Dus je mijmert toch nog, over al de dingen, welke we hier bespreken?" „Natuurlijk, zeg! Alleen ik kan er niet uitkomen, 't Draait me alles in 't hoofd om en ik ben wel eens bang dat ik er over aan 't malen zal raken: al die pro blemen, waar zoo ontzettend veel kanten aan zitten; lieve God, wat is 't me ook voor een wereld, waarin wij menschen van nu moeten leven. Och-och, wat had den ze 't vroeger dan toch een stuk een voudiger en gemakkelijker dan wij!" „Kom, zoo pessimistisch niet, Han nie! Als je eerst maar eens frisch uitge slapen bent, keert het oude enthousias me wel terug. Je zult het zien, vanavond bij 't kampvuur „Och jongen, als daarvan maar iets komt; we konden wel een zwaar weer krijgen." Ze slenterde door en Aart oogde haar na. Haar moedeloosheid had ook hem gens en meisjes; kinderspel al dat be- klgein: prutswerk, al die tenten met jon- ontstemd. Eensklaps zag hij alles zoo toogen -"n zingen. Ja, misschien had ze gelijk, als ze sprak van gezwam. Wat waren die leiders, een paar nuchtere studenten en kantoormenschen tegen over de machten, die op dit oogenblik de wereldgeschiedenis makten? Wat wisten ze ervan, met al hun geredeneer? Wat haalde je uit, alleen met goede be doelingen? Het wolkenscherm had bijna de zon bereikt. Met een fantastischen gloed kleurde deze het grauw van de lucht; grillige stralen boorde hij door de hem bedreigde nevelen. Het leek een worste ling tusschen de elementen, de grootsche apotheose van een titanenstrijd. Het felle gefonkel deed Aart de oogen neer slaan. Hij spotlachte, toen hij dacht aan hun kinderlijk kampvuurtje. Knutselarij van menschen! Wat kunnen ze tegen de mysterieuze machten, waaraan de we- r^ld, is overgeleverd? En eenklaps vereenzelvigde hij zich met het kampvuur, dat na een laaiendeu brand tot een aschhoop ineen was ge schrompeld. Verstomd was de geest driftige zang. Uitgeput door de over spanning van het gemeenschappelijk getuigen lagen de slapers bezwijmd in hun tenten. En daarboven aan 't zwerk voltrok zich, zonder zjlch ojp het mfthy schengepruts te bekommeren, de wor steling der goden. Er kwam drift in de wolken. Kalei- doskopisch wisselden ze van kleur en gedaante. Aart zag omtrekken in die wielende en werkende kolossen en hij mompelde namen van werelddeelen: Rusland, China, Amerika, IndiëDe grenzen vergleden, de groene en zwavel- kleurige vakken botsten tegen elkaar, omvademden elkaar, palmden elkaar in en vormden nieuwe kaleidoskopische combinaties. In de verte begon de don der te grommen. Een drukkende angst benam Aart den adem. De kosmos verpletterde hem. Wat was tegenover deze onheilspellen de realiteit hun idealistisch geratel? Een windstoot barstte los uit de boschjes. Onrustig dwarrelden vogeltjes op. Aart zette zijn longen open voor de verkwikkende bries. En 't was, of deze zijn moedeloos heid wegblies. Nogmaals ademde hij diep; hij voelde, hoe hij zijn angst en gedruktheid uitstootte en nieuwen moed inzoog. Hij stond op en rekte zich in zijn volle lengte omhoog. Met een tinteling in de leden beklom hij den heuvel, waarop het restant van het kampvuur lag. Op den top gekomen, wendde hij zijn uitdagenden blik naar het wente lende wolkenspel, waaruit reeds de blik sem ging schieten. Hij bereidde zich vóór op den strijd. Hij snakte naar het gigantische avon tuur. Niet langer ontmoedigde hem de worsteling daarboven; thans voelde hij haar als een worsteling in zijn eigen ge moed. Geen tegenstelling langer tusschen kosmos en mensch, maar eenheid, ver wantschap. De electric-'teit, die zich in hem tegenwicht tegen de spanning daar- zijn eigen binnenste samenpakte, schonk boven aan den hemel. Hij verwelkomde den bliksem als een krijgskameraad. Met wellust aanschouwde hij het feller worden van den strijd in de lucht. In zijn volle lengte wierp hij zich op den grond naast het kampvuur en, de han den ender de kin, gaf hij zich over aan de emotie van den opkomenden Pink- sterstorm. Het ging dwars door hem heen: wind, regen, donderslagen. Hij schreeuwde mee in den heksensabbat van 't onweer. Met hoera-roepen begrootte hij het op waaien van tentdoeken, het omverzwie- pen van het gebinte, het verontrust heen en weer vliegen van de dakloos gewor den middagslapers. Elke bliksemflits was hem een genot; terwijl hij verblind van het felle licht, de oogen sloot, zag hij vanen wapperen en las hij de leuzen daarop. En met de stem van de elemen- het kamplied aanhief, van idealisme en ten paarde hij zijn stem, die luidkeels toekomst en menschenplicht Als een razende Roland was de bui over de hei getrokken, die thans kalm en frisch weder lag onder de avondzon. Drujpnat daalde Aart van den heuvel af. Het was, of lichaam en ziel een bad had den genomen. Of hij zichzelf had her vonden in dezen vrede na woesten strijd. Hannie kwam hem tegen met een heel troepje jongens en meisjes. „We gaan alvast hout halen voor het i kampvuur. Doe je mee, Aart?" „Als 't maar wil branden na dien ge weldigen plasregen!" „O, dat zal wel gaan. Dat is allang weer vergeten!" „Zoo. ben je weer optimist geworden, heeft de bui ook jou goed gedaan?" „Jawel, ouwe jongen! Vroolijk-op-dan- ten-strijde En samen het kamplied zingend, trok ken ze den heuvel op. 2'A millioen ton staal per jaar. Het charmante Luxembergsche groother togelijke paar is weer naar zijn vaderland teruggekeerd; laat ons thans, na dit vriende lijke en prettige bezoek aan Nederlands Vorstinne, eenige aandacht wijden aan een der belangrijkste peilers van het zelfstandige Luxemburgsche economische volksbestaan zijn metaalindustrie. Vooraf iets anders ter oriënteering: hoe groot is eigenlijk dat groothertogdom? Het antwoord moet luiden, dat het heele- maal niet groot, doch klein is: ongeveer als onze provincie Drenthe, welke met zijn 2662 K.M.2 oppervlakte Luxemburg in dat opzicht nog met 75 K.M.2 overtreft. De bevolking bestond er, volgens de laatste volkstelling van 1927, in totaal uit 285.524 zielen; zoo men het precies wil weten: 147.597 mannen en 137.927 vrouwen: 48.333 van de totale bevolking waren vreemdelingen (17 pet.); hoofdzakelijk werkzaam in de metaalindus trie. De bevolking is voor het allergrootste deel roomsch-katholiek: tegenover 275.952 aan hangers van dezen godsdienst staan er slechts 4001 protestanten, 1771 joden, 359 lieden welke nog een anderen godsdienst zijn toegedaan en 3441 godsdienstloozen. De bevolkingsdichtheid is in Luxemburg echter vrij groot: 100 menschen per K.M.2; het neemt daarmede de 6e plaats in Europa i, wanneer we althans San Marino, de Azo- ren en Madeira buiten beschouwing mogen laten. De grootste afstand van Noord naar Zuid bedraagt er 82 K.M., idem van Oost naar West 57 K.M. En, om maar meteen met de deur in huis te vallen: dat betrekkelijke kleine groother togdom nu is een der grootste ijzer- en staal- produceerende landen ter wereld! Wanneer men het is een klein statistisch grapje, maar niettemin geoorloofd uitrekent hoe veel kilogrammen gietijzer per hoofd der be volking verschillende landen produceeren, dan overtreft Luxemburg met zijn 9000 K.G./pers. per jaar zelfs verre Belgie (met 440 K.G./pers.) Frankrijk (met 230 K.G pers.) en Duitschland (met 146 K.G./pers.) Evenwel: ook zonder deze, in hun aanwen ding misschien aanvechtbare verhoudingscij- fers is de productie geweldig; hier volgt er tgii staafje van over enkele der laatste jaren. Erts (ton). Ijzer (ton). Staal (ton). 1919 3.112.472 617.422 366.231 1924 5.333.580 2.157.170 1.880.800 1928 7.026.832 2.770.061 2.544.753 Ruim 2Vj millioen ton^staal per jaar dus: men ziet het, dat Luxemburg in het Europee- sche economische concert een der eerste vio len medespeelt, ja, /t heeft zelfs een concert meester geleverd. Want de Luxemburgsche metaalindustrie had een zeer belangrijk aan deel in het tot stand komen van het Inter nationale Staalkartel, waarvan de zetel in öe hoofdstad des groothertogdoms gevestigd was, terwijl een Luxemburgsche staalmag- naat die tevens een voortreffelijk mensch was, Emil Mayrisch, het voorzitterschap er van bekleedde. En na diens dood, tengevol ge van een auto-ongeval, werd wederom een Luxemburger, Aloys Meyer, tot voorzitter van het Staalkartel benoemd. Wanneer men verder nog weet, dat Luxem burg 47 hoogovens heeft, en dat het in 1913 meer gietijzer produceerde dan zijn zooveel grooteren buurman België, terwijl het nu nóg bijna evenveel als België en als Groot- Brittannië produceert; wanneer men bere kend vindt, dat de wereld-gietijzerproductie in 1920 op 78 millioen ton, de wereldstaal productie op 92 millioen ton te schatten is, waarvan Amerika resp. 40 millioen en 48 millioen ton levert, en dat Luxemburg van het restant 2 3/4 millioen ton ijzer en 2)4 millioen ton staal op z'n eentje voortbracht... dan zal men het met ons eens zijn, dat dit naar zijn oppervlakte kleine land met recht zijn plaats inneemt onder de mogendheden, welke meetellen. Voor den wereldoorlog, toen Luxemburg in een zeer innige tol-unie met Duitschland verbonden was (staatkundig is het sinds het Weener Congres 1815 zelfstandig) oriënteerde de metaalindustrie zich, zeer tot haar voordeel, geheel op Duitschland; voor de plm. 95 pet. zijner productie, welke het groothertogdom exporteert, vond het daar een gemakkelijk afzetgebied. Door en na den oorlog werden deze banden verbroken en hoewel tegen zijn aanvankelijk voornemen sloot het groothertogdom een tolverbond met België. De Duitsche maatschappijen konden uit den aard der zaak toen moeilijk blijven be staan en de Luxemburgsche metaalindustrie ging zich op België oriënteeren. Daarbij on clervond zij aanvankelijk vele en soms heel ernstige moeilijkheden, o.a. doordat de Bel gen, geheel tegen den verdragsgeest in, eigen metaalindustrie door speciale spoorwegtarie ven bevoorrechtten. Langzamerhand echter worden deze moeilijkheden opgelost nu. De vreemdeling, die van het vriendelijke centraal-station in stad-Luxemburg komende, öe Avenue de la Liberté opwandelt, vindt daar halverwege aan zijn rechterhand een zeldzaam mooi, in blanken zandsteen opge trokken en met fraai beeldhouwwerk versierd groot gebouw. Boven de ingangspoort staan de letters ARBED gehouwen en wanneer hil den voorbijganger vraagt, wat dit beduidt, dan luidt het antwoord misschien wel: „Die Arbééd, das ist Letzeburg, un' Letzeburg, das ist die Arbééd"... Dat is dan nog wel licht niet zoo heel ver mis ook: dit toch is het hoofdgebouw van Luxemburgs grootste me taalconcern, n.1. de „dciéres Réunies de Bur- bach, Zich, Dudelange", welke met de „So ciétés Terres Rouges" 26 van de 47 hoog ovens exploiteert. De tweede groote maat schappij in den lande luistert naar den naam van HADIR, hetwelk wil zeggen //auts- fourneaux et ,4ciéries de Differdange, St. Ingbert, Zumelange; zij heeft nog 13 hoog ovens in bedrijf. (De effectenbezitter komt de namen Arbed en Hadir wel eens in zijn beursnoteeringen tegen, vermoeden we). Wanneer men tegen het vallen van den avond de Vrijheidsavenue verder afloopt, dan komt men aan de geweldige Adolfsbrug, wel ke de twee wanden van de diepe en breede Petrusse-kloof in één grooten boog overspant. En wendt men, staande midden op die brug, den blik naar het Zuid-Westen, dan is de hemel daar fel-rood gekleurd, als stond zij in brand... Dat is Luxemburgs mijnen- en hoog- ovengebied, 't kanton Esch, waarin 's lands rijkdom en welvaart gegrondvest zijn. En meen nu niet, dat het de schoonheid ontbeert want al is het woeste en minder vruchtbare Noorden des lands de „Oes- ling" voor den toerist misschien aantrek kelijker met zijn oude burchten, steile bergen en uitgestrekte wouden toch heeft ook dit land van ertsmijnen, hoogovens en walswer- ken zijn zanger gevonden in den radicalen idealist prof. Nikolaus Welter1), die in zijn gedichtenbundel „Hochofen" met liefde het „Land der roode aarde bezingt: „Seï gegrüszt mir, Land der roten Erde, Land der Arbeit du!" Inderdaad: Luxemburg is een land van arbeid en welvaren ook dat heeft het met Nederland gemeen. S. S. S. 1) In den wereldoorlog minister van onder wijs; thans inspecteur-generaal van het on derwijs: Luxemburg; daar te lande bekend auteur en schrijver van een belangwekkend boek over Luxemburg in den wereldoorlog: „lm Dienste". ERNSTIG AUTO-ONGELUK. Aneta meldt uit Soerabaja: Als gevolg van te groote snelheid is een taxi bij de brug over de Kali Anak tegen een woning aangereden, waardoor 5 personen verwondingen hebben bekomen. De slachtof fers zijn naar Centraal Burgerlijk Ziekenhuis alhier overgebracht. Twee hunner, een vrouw en een kind zijn aan de bekomen verwondin gen overleden. De chauffeur van de taxi is aangehouden. AANSLAGEN TER OOSTKUST IN 1929. Het orgaan van de Vereeniging van assis tenten in Deli, „De Planter", bevat een vol ledig overzicht van de aanslagen in het jaar 1929, hetwelk voor aanslagen en bedreigin gen in de Gouvernementen Oostkust van Su- matra en Atjeh en Onderhoorigheden, teza men een totaal van 73 aangeeft, waarvan 5 op beheerders van ondernemingen en de rest op assistenten. In 3 gevallen waren deze aanslagen met doodelijken afloop, terwijl in 4 gevallen de slachtoffers zware en in 29 ge De directie van den Persdienst van het Staatsbedrijf der P. T. en T. verzoekt ons op name van het volgende: Het is van het grootste belang voor oeconomische en snelle behandeling van de brieven, enz. door den postdienst, dat omslagen worden gebezigd waarop bovenaan een strook, ter grootte van ongeveer 4 c.M. wordt opengelaten voor het plaatsen van stempelafdrukken, het aanhechten van strookjes voor aangeteekende- en expressestukken, enz. Onderstaande afbeelding geeft van een en ander een duidelijk voorbeeld. HELPT DE POST BIJ VERZENDING VAN UW BRIEVEN vallen lichte verwondingen opliepen. In de 39 overige gevallen had men meer te doen met brutale bedreigingen die zonder resul taat bleven. Het overzicht vermeldt voor 4 gevallen als oorzaak hardhandig en in 14 gevallen on tactvol optreden, terwijl in 38 gevallen de aanslagen dan wel bedreigingen ongemoti veerd waren, aangezien zij een gevolg waren van aanmerkingen wegens brutaal optreden, lijdelijk verzet of luiheid van de zijde der koelies. In 10 gevallen bestond de aanleiding uit loon-, werk- en reëngagements-kwesties, terwijl voor de overige gevallen geen verkla ring kon worden gevonden. 41 aanslagen golden volgens het overzicht jongere assistenten met 3 of minder dienst jaren, 10 aanslagen assistenten met 4 tot 6 dienstjaren, 4 aanslagen assistenten met 6 tot 10 dienstjaren en 18 personen met lan- geren diensttijd. In 51 gevallen hadden de aanvallers of bedreigers nog geen 3 dienst jaren. Van de daders waren 57 Javanen, 1 een Madoerees, 5 Soendaneezen en 10 Chi- neezen. ONGEWENSCHTE PROPAGANDA. Een nieuwaangekomen Javaansche con tractant hield in een ondernemingshospitaai nabij Pangkalaa Brandan een extremistische redevoering, waarbij hij concludeerde tot het hijschen van de nationalistische vlag. De man is daarop onmiddellijk verwijderd en naar Java teruggestuurd. EHEN WERDEN IN HIMMEL GESCHLOSSEN. Een aanklacht. Een Wolff-telegram uit Weenen meldt d.d. 5 Juni: Hedenavond deelde in den Volksschouw burg te Weenen, waar Hasenclever's „Ehen werden im Himmel geschlossen" werd op gevoerd, de dienstdoende politieambtenaar na het eerste bedrijf aan den spelleider mede, dat tegen hem, den schrijver van het stuk en devertolker der hoofdrollen een aanklacht wegens godslastering zal worden ingediend. Het stuk werd ten einde gespeeld. De aan klacht is inmiddels inderdaad ingediend. DE V.V.V.-FEESTEN TE BERGEN. Na een woord van welkom door den voor zitter van de V.V.V., den heer C. F. Zeiler, deelde de voorzitter van de feestcommissie aan de vertegenwoordigers van plaatselijke vereenigingen en buurtcommissies in een in „De Rustende Jager" gehouden vergadering mede, dat een door de V.V.V. gehouden enquête had uitgewezen, dat het grootste aantal leden zich verklaard had voor het or- ganiseeren van een Vrij Bloemencorso op den eersten Woensdag in Augustus. Na ampele bespreking werd besloten dit corso te organiseeren. Reeds werd van eeni ge vereenigingen de toezegging ontvangen voor deelname aan het corso, terwij 1 de an deren toezegden in een Vrijdag a.s. te houden vergadering te zullen mede te deelen of ook op de deelname van hun vereeniging ge rekend kan worden. Inwoners en gasten, alsmede personen van elders zullen in de verschillende rubrieken kunnen uitkomen. Laat men zich reeds thans moeite geven om het corso, dat steeds de gloriedag van Bergen was, weer schitterend te doen slagen Over de prijzen zullen wij een volgend maal mededeeling doen, doch reeds thans kunnen wij verzekeren, dat die niet minder dan vori ge jaren zullen zijn. Voorts werd besloten in de volgende ver gadering een definitieve beslissing te nemen over het houden van een verlichtingsavond in Juli, waarvoor de belangstelling steeds zoo groot was, dat met vrij groote zekerheid ge zegd kan worden, dat ook ditmaal de ver lichtingsavond doorgaat. WARMENHUIZEN. In de jaarlijksche algemeene vergadering van inschrijvers tier Noorder Spaarkas te Warmenhuizen werd door de directie het ver slag uitgebracht ove het boekjaar 1929. Wij ontleen en daaraan het volgende: In het afgeloopen boekjaar zijn de gelden bijna uitsluitend belegd in eerste hypothe ken, waarbij als regel hoogstens 60 pCt. van de voorzichtig getaxeerde waarde werd ver- strekt. Het uitstaande bedrag beliep op 31 Dec. j.I. 360.080 op een getaxeerde waar de van 689-770, dat is dus gemiddeld 52.2 pCt. van de geschatte waarde. De rente en aflossingen werden regelmatig voldaan. Executies hadden niet plaats. De ontwikkeling van het bedrijf was be vredigend. In Spaarkas 1929 werd ingeschre ven voor een bedrag van 96.250, tegen 64.500 in Spaarkas 1928. De winst ad 1548.77 werd geheel voor afschrijving aangewend. Het spaartegoed bedroeg op 31 Dec. 1929 603.484.701/2, De beleggingen der spaar kassen bedroegen 603.558.48, gespecificeerd als volgt: Hypotheken 360.080, effecten 79.741.87, leeningen 8.270, voorschotten aan inschrijvers 112.066.61, deposito 43.400. Tot leden van de Commissie van Toe zicht, wier taak het is den Accountant aan te wijzen, werden benoemd de heeren S. W. Arntz, voorzitter van de K. van K. te Alk maar, ir. W, A- de Graaf, directeur van P. W. te Amsterdam, en P. H. Hilbrand, nota ris te Obdam en tot plaatsvervangers de hee ren mr. J. W..v..d. Heide, notaris te Alk maar, Th. R. Luijckx, notaris te De Rijp en G. C. Bos, burgem. te Egmonbinnen. HERV. TEHUIS VOOR OUDEN VAN DAGEN. Uitbreiding 'van het Tehuis ,,'AvonL licht" 'in 'de classis Hoorn. Donderdag is te Hoorn een buitengewone algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging van hervormde diaconieën in de classis Hoorn „Avondlicht". Aan de orde was een voorstel van het be stuur, om over te gaan tot een nieuwe uit breiding van het Tehuis staande te Zwaag bij Hoorn. De voorzitter, de heer C. A. Meijer, deelde eerst mede, dat als nieuw lid tot de vereeni ging is toegetreden de diaconie van Groote- Broek en dat Bovenkarspel denkelijk ook zal toetreden. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het vertrek van ds. F. W. Boers naar Winsum, werd als lid van het bestuur geko zen ds. W. A. Gestein te Hoogkarspel. De uitbreiding van het tehuis, aldus de voorzitter, is noodzakelijk. Op het oogenblik worden reeds meer dan 90 personen ver pleegd, voor een groot deel diaconie-ver pleegden, maar ook een flink getal particu lieren, die in het tehuis blijvend en pension zijn. Door de nieuwe uitbreiding zal (door vermeerdering van opneming van particulie ren) de prijs voor diaconie-verpleegden be langrijk verlaagd kunnen worden. De heer D. Saai, arch. te Alkmaar, lichtte het tenische gedeelte der uitbreidingsplannen toe, er zullen 24 kamertjes en eenige zieken zalen bijkomen. De directeur, de heer Meere- boer, betoogde ook de noodzaak van vergroo ting. De kosten daarvan zullen ongeveer 70.000 bedragen. Er is uit verschillende bronnen reeds meer dan 60.000 aanwezig. Eenige diaconieën deden tijdens de vergadering mededeeling. dat zij besloten, bij eventueele uitbreiding, nieuwe obligaties te nemen. Het bestuursvoorstel werd met algemeene stemmen aangenomen. BERGEN. Het leggen van kabels in den Oosterweg, Kogendijk en Filarskiweg voor rekening van het Gem. Electriciteitsbearijf alhier is opge- dragen aan den laagsten inschrijver, den heer Jb. Swaan, Dr. van Peltlaan alhier. Bij beschikking van den Min. van De fensie van 27 Mei 1930 is aan den dienst plichtige dezer gemeente Th. Leijen, van de lichting 1929, met ingang van 1 Juli as. voor goed vrijstelling van den dienstplicht verleend, in verband met zijne opleiding tot geestelijke. Door het gemeentebestuur is aan A. de Moei, voerman bij de gemeente-reiniging op zijn verzoek met ingang van 9 Juni a.s. eer vol ontslag als zoodanig verleend. Tentoonstelling van het werk van leerlingen. Gedurende de 3 Pinksterdagen wordt in het schoolgebouw der „Berger Schoolvereeni- ging" wederom een tentoonstelling gehouden van handenarbeid en handwerken der leerlin gen. Tegelijk worden geëxpos'erd de prijzen tener verloting ten bate van het Schoolfonds, bestaande uit werk van artisten uit Bergen en Schoorl, dat belangeloo^voordit dod afgestaan. v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 9