Alkmit Coirant.
FONGERS
LANDBOUW in VEETEELT.
Radio-hoekje
FEUILLETON.
De betalende logé.
Loidensch aanteekenbotk.
Hmlird twee en dertigste Jaargang.
Woensdag' 11 Juni
i6>
Wie rekent
kiest
Provinciaal nieuws
jf». 135 1930
Donderdag 12 juni.
Hilversum, 298 Af. (Na 6 uur 1071 M.)
10.10.15 Morgenwijding. 12.2.~ Con
cert. A. V. R. O-Kwintet. 2.3.Gramo
foonpl. 3.3.30 Anton Verheijen declameert.
3.30—4.— Gramofoonplaten. 5.30—6.45
Aansl. Theater Tuschinski te Amsterdam.
6.30 Koersen. 6.457.15 F. Hessel: Een
pleidooi voor de uilen. 7.15—8.— Concert.
Omroeporkest. 8.30 Radio-tooneel. "De Can-
didatuur van Bommel". Blijspel van Doctor
Juris. Na afloop: Persber. 11— Gramofoon
platen. 12.Sluiting.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.)
8.159.30 Concert. 10.10.30 Zang door
Dameskoortje. 10.3011.Ziekendienst.
11.11.30 Lezen door mej. Doyen. 11.30
12.30 Voor de landbouwers. 12.12.15 Po-
litieber. 12.30—2.— Concert. Mevr. Greta de
Knegt—ter Haar, sopraan. G. C. Wilmink,
viool. Mej. Rie Beute, piano. 2.2.45 Gramo
foonplaten. 2.453.45 Cursus Fraaie Hand
werken. 4.5.Ziekenuurtje. 5..6.Gra
mofoonplaten. 6.7.Orgelconcert door
Egb. A. Vos. 7.15—7.45 W. Th. C. Zimmer-
man: „Enkhuizen en de Zuiderzeevisscherij-
itentoonstelling 1930". 7.45—8.— Politieber.
8.—11 Evangelisatie-samenkomst in het
kerkgebouw van de Baptisten-Gemeente te
Amsterdam. Sprekers: Ds. J. Jeronimus en
Ds. B. Plantinga. Muzik. medewerking: het
Gemeentelijk Zangkoor „De Lofstem". Mej.
J. v. Velden, orgel. Daarna persberichten.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding
10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20
Concert. P. Andérson, mezzo-sopraan. Sextet.
I.20 Orgelspel door R. Foort. 2.20—2.50
Gramofoonpl. 3.20 Kerkdienst. 4.05 Concert.
S. Logan, bariton. Trio. 5.35 Kinderuurtje.
6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 6.55
Marktberichten. 7.7.45 Herdenking van
het feit dat the Rt. Hon. David Lloyd George
M. P. vóór 40 jaar zijn intrede in het Par
lement deed. 7.Piano-duo's door E. Bart-
lett en R. Robertson. 7.207.40 Lezing. 7 45
Lezing. 8.05 Concert. Militair Orkest. N.
Venner, bariton. 9.20 Nieuwsberichten. 9 45
Lezing. 10.15 Derde bedrijf van „Aïda" van
G. Verdi. 10.5012.20 Dansmuziek. 12.20
12 25 Televisie.
Pari/s ,Jiadio-Paris1725 M. 12.50—
2-20 Gramofoonpl. 4.05 Concert. 8.20 Op
voering van een blijspel van Tristan Bernard.
9.20 „Frangoise" van R. Valaire en L. Dani-
dereff. Orkest.
Langenberg, 473 M. 7.257.50 Gramo
foonplaten. 7.508.50 Orkestconcert. 10.35
II.45 Gramofoonplaten 11.5012 50 Ge.
wijde muziek. 12.30 Gramofoonpl. 1.25—2 50
Orkestconcert. Zang. 5.50—6.50 Gramofoon
platen. 8.209.05 Concert. (Gramofoonpla
ten). Daarna: IJslandsche avond Orkestcon-
cert. Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Con
cert. 3.50—5.50 Orkestconcert en voorlezing.
8.208.45 Vioolsoli door Chr. Esbensen.
8.459.55 Declamatie en zang. 10.15
11.15 Orkestconcert. 11 1512.50 Dansmu
ziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.55
Gramofoonpl. 8.35 Gramofoonpl. 8.50 Frag
menten uit „Die schone Helena" van Offen-
bach.
Zeesen, 1635 M. 6.50—7.15 Lezingen
7.20—7.50 Concert. 10.50—12.20 Lezingen
12.201.15 Gramofoonpl. 1.152.20 Be
richten. 2.203.20 Gramofoonpl. 3.204.20
Lezingen. 4.205.50 Concert. 5 508.20
Lezingen. 8.20 Liederenvoordracht. 9.Be
richten. 9.50 „Die Tageszeiten". Koor en or
kest. Daarna tot 12.50: Dansmuziek.
RADIO VOOR ZIEKEN.
Speciale postzegels in Denemarken.
Denemarken staat bekend als het land, dat
zet grootste percentage radio-luisteraars telt.
Men streeft er thans naar ook hen, die niet in
staat zijn zichzelf een radio-ontvanger aan te
schaffen, van zulk een apparaat te voorzien.
Ongetwijfeld is het een goed idee van de
Deensche posterijen geweest om een specialen
postzegel uit te geven, waarvan de extra-
opbrengst bestemd zal zijn om zieken en
ouden van dagen radio-toestellen te kunnen
schenken.
RADIO IN DE FRANSCHE SCHOLEN.
Bij een enquête is het gebleken, dat meer
dan tweeduizend Fransche scholen voorzien
zijn van een radio-ontvangtoestel. Men heeft
thans een bond gevormd, die tot doel heeft
Naar het Engelsch
van
K. CAMERON WARD.
Anna bedankte hem en was tot tranen ge
roerd:
„Ik heb altijd wel gedacht, dat u beiden voor
elkaar bestemd was, Sir. U is als kinderen altijd
roo samen geweest."
Toen ze buiten waren, zei Freda:
„Ik wilde wel, dat je met mij mee naar huis
kon gaan."
„Ik ga naar Ladywood, om Mary alles te ver
tellen en maak nu maar, dat je wegkomt, kleine
heks, anders geloof ik, dat ik je midden op de
publieke straat nog omhelzen zou! Vaarwel dus
uijn liefste Freda!"
HOOFDSTUK X.
Thurston Warwick zat te rooken in het
filaanlicht bij het open venster van zijn zitka
mer. Het was over tien en het gezin op de
pastorie was in ruste, maar hij had er tegenop
gezien, nu al naar bed te gaan, daar hij alweer
een slapeloozen nacht duchtte. Want er was
iets op Ladywood; iets, wat hij niet begrijpen
en verklaren kon, maar dat hem onuitspreke
lijk leed deed: de vriendschap, die hij zoo on
beschrijfelijk hoog had gesteld, scheen hem te
het gebruik van radio-toestellen in de scholen
te bevorderen; deze commissie zal tevens met
de omroepstations onderhandelen over
speciale uitzendingen. Hierbij neemt men
ooral ook een voorbeeld aan het buitenland.
Van onzen Londenschen Correspondent.
„Veiligheidsweek!'.
Juni 1930.
ten „week' is een vorm van propaganda,
waarmede men in Engeland den laatsten tijd
zeer vertrouwd is. De „katoen-week" is juist
voorbij en er is terstond een „veiligheids-
week op gevolgd. Dit was een onderneming
van de „Safety First Council", die al sinds
jaar en dag beproeft de bevolking voorzich
tigheid bij te brengen, in fabrieken, in de
huishouding en vooral op straat, opdat
de ontstellende statistieken der ongevallen
wat lager zullen worden.
Deze veiligheidsweek kwam op een zeer
geschikt oogenblik. De „week end", die er
aan voorafging, had een treurig record gege
ven van verkeersongelukken met doodelijken
afloop. Juist waren de cijfers van verkeers
ongelukken van het vorig jaar bekendgemaakt
die hadden verteld dat meer dan 7000 men-
schen in dat jaar onder de verkeerswielen
het leven hadden verloren en dat er meer dan
170.000 door het verkeer, waren gekwetst.
De cijfers over het eerste kwartaal van dit
jaar, die er bij waren gevoegd, hadden het
afgrijselijke vermoeden gewettigd dat 1930
nog weer meer slachtoffers zou maken.
Merkwaardig was dat er naar buiten niet
veel van een „veiligheidsweek" bleek. Wij
zouden haar nauwelijks hebben „gezien" in
dien de dagbladen er niet artikelen en be
schouwingen aan hadden gewijd. De groote
roode omnibussen van Londen, die volgeplakt
en -geschilderd zijn met reclame-leuzen en
formeele teksten en opschriften, droegen ook
een biljet, dat de menschen kon vertellen dat
het veiligheidsweek was. Maar bij zooveel
letters werden de letters der veiligheid nau
welijks opgemerkt. De Safety First Council
had aan bestuurders van voertuigen in Lon
den (die tezamen gemiddeld drie dooden per
dag in de stad maken) gevraagd aan hun
voorruit een bordje te bevestigen met het
woord „on guard" (ik ben op mijn hoede) er
op. Dit waren de voornaamste uiterlijke
kenmerken van de „Safety Week". En mis
schien kan men in dit opzicht weinig meer
doen. Het is ook goed de noodzakelijkheid
voor voorzichtigheid in de eerste plaats te
prenten in de hersenen van hen, die de
machtsmiddelen voor dood en verderf op
straat hanteeren; dat zijn de bestuurders.
Het is vooral goed omdat de menschen van
den motor meer en meer de meening ingang
trachten te doen vinden, ook in officieele
kringen, dat de groeiende slachting misschien
vooral kan worden toegeschreven aan de on
voorzichtigheid der voetgangers. -Waarbij
men gemakkelijk vegeet, dat de kracht, die
doodt, niet schuil gaat in 'n mensch op 2 bee-
nen maar in een motorvoertuig op vier wie
len.
„On guard" was dus de leuze, die de be
stuurders deze week letterlijk voor oogen
hielden. Het is absurd en ongelukkig dat deze
leuze in dien vorm tot een enkele week is be
perkt en aldus het denkbeeld dreigt te vesti
gen dat de uiterste voorzichtigheid slechts
dringend is gedurende deze beperkte periode
van de „vetligheidsweek". De Veiligheids
raad zou van een succes kunnen spreken
en het zou ongetwijfeld blijken indien hij
bij bestuurders de overtuiging veld kon doen
winnen, dat onvoorzichtig rijden een misdaad
is tegen de gemeenschap en dat bestuurders
permanent „op hun hoede" behooren te zijn.
Dat is niet zoo zeer een deugd als een plicht.
Men behoeft slechts in de ongelukkige posi
tie te verkeeren van voetganger in Londen om
terdege te weten dat die plicht er slecht
wordt gevoeld. Het is niet 'n zaak van enke
lingen maar van gansche groepen auto-be
stuurders, die voortdurend de eerste regelen
van voorzichtigheid overschrijden, die bij
herhaling langs hun weg risico's nemen en
zich met die onbehoorlijke machtsbewustheid
gedragen; die tot ongelukken leidt. De cam
pagne, die geopend is, moet geen kwestie van
een week zijn maar behoort tot in lengte van
dagen te worden voortgezet.
Want het openbaar besef, een oogenblik
neergeslagen bij de periodieke aankondiging
der ongevalLencijfers, vergeet ze gauw en dut
weer in, zoo grondig dat men al weer klaar,
is met dien vermaledijden Britschen „sense
of humor", wanneer men leest van bekende
menschen, parlementsleden, schrijvers, ac
teurs en actrices, die wegens overtreding der
snelheidsgrens voor den rechter zijn versche
nen. Geen verontwaardiging wordt het deel
van deze overtreders en niemand schijnt in
hen de misdadigers tegen de gemeenschap"
ontvallen.
Op den middag was hij op Ladywood ge
weest, om te zien, of Mary weer bekomen was
van haar ongesteldheid van den vorigen dag,
maar hij had haar niet in den tuin gevonden, en
toen hij navraag naar haar had gedaan, had
Suzanne geantwoord: „dat Miss Mary weer
heel goed was, maar dat zij dien middag nie
mand wenschte te ontvangen". Bedroef en te
leurgesteld was hij naar de pastorie terugge
keerd.
Want dit was een opzettelijke weigering, zoo
niet een beleediging en het vreemde van het
geval was, dat hij totaal in het duister ver
keerde van de reden, die daartoe leidde.
Hij werd uit zijn bittere gedachten gewekt
door het dichtklappen van het tuinhek en een
zwaren tred op het grind. De late bezoeker, die
eerst op de voordeur toetrad, stond even stil,
toen hij den kant naar verandadeur uitliep.
Met een uitroep van verbazing en genoegen
sprong Thurston op: het was Will Armstrong!
„Wat ben ik blij, je «hier te zien, man! Ik
wist al niet, wat ik misdaan had!"
Warwick stak hem de hand toe, maar de an
der sprak:
,,lk zou je liever eerst wilLcn zeggen, waar
voor ik hier gekomen ben; omdat ik voelde,
dat ik dit onder mijn eigen dak niet kon doen,
wilde ik je vanavond niet ontvangen.
Ze keken elkaar doordringend aan. Op het
gelaat van WaYwick stond ongeëvenaardige
hooghartigheid te lezen. Will Armstrong zag er
zoo bleek en slepht uit, dat hij wel een tiental
jaren ouder leek.j
Warwick slootl de balkondeur, liet het gor-
fe zien, die zij toch in vele gevallen zijn ge
weest.
In massa's gevallen worden ongelukken op
den weg toegeschreven aan een samenloop
van ongunstige omstandigheden. Het is een
van de meest zinlooze toeschrijvingen die de
wereld kent. En de aanvaarding er van gaat
uit van de praemisse dat er een toestand kan
zijn zonder omstandigheden, goed of slecht.
Zoo hoorden wij ter gelegenheid van de vei
ligheidsweek verklaren dat stof en papier
snippers op de wegen menig auto-ongeluk
hebben veroorzaakt. De bestuurder wordt
dan van blaam gezuiverd of zijn schuld
aan een onheil wordt verzacht. Hetzelfde
geldt voor gevallen, waarin stoom van een
Trein( in Engeland gaan de wegen vaak over
spoorlijnen door middel van bruggen) het
uitzicht van den bestuurder heeft belemmerd.
Gedurende de „veiligheidsweek" is nu ook ge
ijverd voor schoone wegen, stof- en papier-
vrije wegen en voor regels voor treinmachi
nisten die hen er van moeten doordringen
geen stoom en rook te laten ontsnappen on
der de weg-bruggen. Al die waarschuwingen
van secundairen aard helpen den bestuurder
aan de gelegenheid zijn primaire verant
woordelijkheid gedeeltelijk of zelfs geheel op
anderen te schuiven, terwijl hij dit toch inder
daad niet mag doen aangezien het zijn plicht
is te rijden op zoodanige wijze dat, hoe de
omstandigheden ook zijn, hij nimmer gevaar
oplevert. Deze noodzakelijkheid is niet te best
naar voren gekomen in deze propaganda-
week voor veiligheid. Maar de arme voetgan
gers hebben herhaaldelijk moeten hooren dat
„het beter is duizend maal voorzichtig te zijn
dan eens kreupel" en „dat men in één secon
de letsel kan oploopen die een jaar voor her
stel behoeft" en „dat één oogenblik van na
denken op den trottoirband beter is dan tien
in het ziekenhuis."
De mijnwerker in het Paleis.
De heer en mevrouw James Brown zijn
een bescheiden Schotsch echtpaar. Zij wonen
in een mijnwerkersdorp in Ayrshire, in een
huisje dat een rijksdaalder per week aan
huur kost. Zij hébben er al 35 jaren ge
woond. Maar in het begin van deze week héb
ben zij hun eenvoudige woning verlaten om
tijdelijk in de hoofdstad van Schotland te
gaan verblijven. Toen zij aan het station te
Edinburg aankwamen, waren zij nog „Mr.
and Mrs. Brown". Even later sprak iedereen
hen aan met „Your Grace", want zij hadden
het Paleis van Holyrood betrokken, waar zij
nu de positie innemen, die er het vorig jaar
werd vervuld door den Hertog en de Herto
gin van Yor. Dit is de tweede maal dat
James Brown door de labour-regeering is be
noemd tot „Lord High Commissioner of the
Church of Scotland" (Lord Hooge-Commis-
saris van de Schotsche Kerk). Het is een po
litiek ambt, dat wil zeggen, een ambt aat
wordt gegeven door den leider van de poli
tieke partij die aan de regeering is. Het is
een soort ministerschap; maar het is veel
meer een gouverneur-generaalschap, aange
zien deze Lord Hooge-Commissaris in Schot
land den Koning vertegenwoordigt en ver
vangt.
Het is waarschijnlijk alleen in Groot-
Brittannië mogelijk dat een oud-mijnwerker
die daarenboven in zijn normalen levens
staat de nederigheid van zijn mijndagen
heeft gehandhaafd zulk een hoog konink
lijk ambt kan krijgen, met al den praal, de
plechtigheid en de glorie er aan verbonden.
Brown zit in het Paleis Holyrood, de mach
tige residentie der koninklijke Stuarts, op een
troon. Hij houdt er, bijgestaan door Mrs.
Brown, recepties en „levees" (gala-recepties
voor de hooge mannen des lands) en hij
noodigt er uitverkoren personen aan den
koninklijken disch. Brown is er de Koning,
die hof houdt in Edinburg. Hij draagt
prachtige uniformen. Een en twintig kanon
nen worden te zijner eere afgeschoten Cavele-
rie draaft naast zijn statiekoets, trompetters
huldigen hem met fanfares. Bij zijn kame
raden is de koel-bedaarde oud-mijnwerker
bekend als „Jimmy". In het paleis is hij voor
de adellijke menschen van zijn hofhouding
en voor allen „His Grace". Mevrouw Brown
heeft voor de gelegenheid drie prachtige
receptiejaponnen laten maken. Tezaam zijn
zij gedurende eenigen tijd het middenpunt
van het „Society"- leven van de Schotsche
hoofdstad. En evenals bij de eerste gelegen
heid van vier jaar geleden, gedragen zij zich
met al de waardigheid en het decorum, die de
positie vraagt.
«iiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiniwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
dijn zakken en bood zijn bezoeker een stoel.
„Ga zitten, Armstrong, je komt toch niet met
de bedoeling, om te twisten?"
„Neen, maar om eens hoogst-ernstig, van
man tot man, met elkaar te spreken. .Clover
Holroyde is gisteren mijn zuster komen opzoe
ken. Zij voelde zich zeer ongelukkig en kwam
om hulp en raad vragen. Ze zegt, dat jij haar
het hof hebt gemaakt; hebt uitgelokt, dat ze
voor je voelen ging; en nu begint zij te den
ken, dat ze er niets mee bedoelt, maar je enkel
eens vroolijk hebt willen maken over haar.
Mijn zuster kon niets doen in deze, maar ze
heeft het mij verteld en ik besloot, er eens met
je over te komen spreken. Clover is jong en zij
heeft niemand, die het voor haar opneemt. Je
weel zelf, hoe haar ouders zijn. Haar moeder
is hoogst-onverstandig en haar vader een
stroef, onaangenaam mensch. Je kunt van plan
zijn, als een man van eer te handelen; maar
het lijkt vreemd, dat je op Ladywood nooit
haar naam noemt, terwijl wij nogal dachten, dat
wij zulke goede vrienden waren!"
„Vrienden!" echo'de Warwick bitter. „Mijn
vrienden schijnea dan wel geneigd, om kwaad
van mij te denken; mij ongehoord te veroor-
deelen."
„Neen, daarin vergis je je toch. Mary houdt
het er vast voor, dat je de dingen verklaren
kunt. Misschien is Clover te overijld geweest
ip haar oordeel."
„En jijzelve, Armstrong?"
„Ik ben voor overtuiging vatbaar", ant
woordde Will langzaam. „Als je zegt, dat je
Clover dadelijk trouwen zult..*.."
„Ik zou Clover Holroyde niet willen trou-
DE LANGENDIJKER GROENTEN-
VEILINGEN.
Men mag nu wel aannemen, dat het met
den aanvoer van stapelproducten gedaan zal
zijn. In de afgeloopen week werden maar wei
nig van deze groenten meer aangevoerd en
het mag als een groote uitzondering gelden,
dat in het begin van Juni, bij mooi zomer
weer, nog winterproducten op de veilingen
verschijnen en nog koopers vinden. Vroege
aardappelen en tomaten beheerschen nu de
veiling, althans die te Broek op Langendijk,
en het ziet er naar uit, dat weiara belangrijke
hoeveelheden aardappelen aan de Langen-
dijker veilingen zullen worden aangevoerd.
Deze week werden ze ook te Noord®char-
woude geveild.
De tuinbouwers hebben nu hun balans of
liever hun verlies- en winstrekening opge
maakt. De resultaten bleken ongunstig te zijn,
zoodat met begrijpelijke belangstelling wordt
uitgezien naar wat de vroege aardappelen
campagne brengen zal. Veel hangt daarvan
voor vele bouwers af en het kan den doorslag
geven voor het al- of niet noodzakelijke van
een hulpverleening, in wat voor vorm ook,
aan den tuinbouw in deze streken. Het geschil
tusschen de vereeniging van kooplieden en de
veilingsvereeniging De Noordermarktbond
over het kortingspercentage, aan den handel
toe te staan voor contante betaling, zinkt in
'het niet bij het overwegende, dat gelegen is in
een bevredigende opbrengst der vroege aard
appelen. Het beschot belooft zeer goed te zijn,
de weersgesteldheid is van dien aard, dat óp
een zeer goede kwaliteit kan worden gerekend,
zoodat nu alles van den prijs afhangt.
De aanvoer aan de Broeker veiling was
voor dezen tijd buitengewoon groot: 17 spoor
wagens van 10.000 K.G In 't begin der week
werd vcor groote 12 20—13.30 betaald;
in 't midden der week steeg deze prijs tot
14.7017.20. Ongelukkig kon de prijs
niet gehandhaafd blijven en werd Zaterdag
9.8011.80 betaald aan de Broeker vei
ling en 10.30 te Noordscharwoude. Drielin
gen golden in't begin 12.90—15, dus
nog meer dan de grooteWoensdag was de
noteering 8.20—12.90, doch Zaterdag
kon niet meer dan 5.807.90 worden ge
maakt. Voor kleine werd Maandag 6.70—
10.10 besteed, Zaterdag 3.604.50.
Insiders deelden ons mee, dat de gemaakte
prijzen niet slecht waren in aanmerking ge
nomen het beschot, dat de aardappels ople
veren. We vernamen tevens, dat in het buiten
land „zieke" aardappels zouden zijn, wat in
het belang is van den handel in de onze.
Teekenend was het intusschen, dat voor
goede oude aardappels zulke lage prijzen
werden betaald. Blauwe brachten 0.50
0.80 per 100 K.G. op, bravo's golden
0.301.10. Als men dan weet, aat in
ons land nieuwe aardappelen uit het buiten
land met veel geld worden betaald, dan zou
men haast geneigd zijn, om in dezen om re-
geeringsmaatregelen te vrgaen in dezen tijd
van crisis.
Van de winterproducten kregen we deze
week nog uien aangevoerd. Ze brachten aan
vankelijk nog 1.30—1.90 op, doch op het
eind der week golden ze slechts 0.50—
0.70 per 100 K.G. Grove werden verkocht
voor 0.50—2.20.
Peen bracht een prijs op, die zelfs voor vee
voeder laag kan worden genoemd n.1. 0 20
0.70 per 100 K.G.; Roode Kool bracht
nog eenmaal 5 op, overigens kon ze slechts
prijzen van 1—/ 1.70 bedingen. Voor Deen
sche witte werd aan de Broeker veiling O.lO
Rer 100 K.G. betaald. Aan de veiling te
loordscharwoude werd 0.60—1.50 be
steed. Van de boswortelen werd nog weinig
aangevoerd. De prijs was laag 5.80—
5.90 per 100 K.G.
Met de bloemkool wil het ook niet, de aan
voer heeft intusschen nog weinig te beteeke-
nen. Ze barcht 7 1010 per 100 stuks op.
Groot was de aanvoer van tomaten, nl.
65600 K.G. Dit groote kwantum moet in
hoofdzaak aan St. Pancras worden toege
schreven, waar het aantal kassen de laatste
jaren sterk is toegenomen en nog voortdu
rend wordt bijgebouwd. In den aanvang werd
voor dit product 37.40—40.90 betaald,
nl. voor A kw. B-soort bracht 31.50
34.90 op; voor C werd 34.10—38.50
betaald en voor CC 15.40—17. Deze prij
zen handhaafden zich niet, doch waren den
volgenden dag aanmerkelijk hooger nl. onge
veer 10—15. Jammer, dat ze daarna el-
ken dag terugliepen en op het eind der week
nog lager waren dan is het begin.
Op 't oogenblik is men druk bezig met het
keuren van te veld staande aardappelen. Dit
geschiedt zoowel door de Keuringsdiensten
van tuinbouworganisaties als door de I<. J. Z.
We vernamen, dat er veel meer ter keuring is
aangegeven dan verleden jaar ofschoon er
hooge eischen worden gesteld, kan er veei
worden goedgekeurd. Het getuigt van de
wen, al was er ook geen tweede meisje op de
wereld!"
Will Armstrong sprong op met een veront
waardigd:
„Dan ben je een schurk een
„Stil!" klonk het gebiedend van Warwick.
Je hebt nu eerst uitgesproken, laat nu ook eens
de beurt aan mij komen! Ik heb nooit een
woord van liefde gesproken tot Clover Hol
royde. Als zij dit beweert, dan tracht zij, öf
moedwillig zichzelve te misleiden, óf ze zegt
een onwaarheid. Mijn fout in haar oogen is:
dat ik niet genoeg nptitie van haar neem. Ze
kan mij niet vergeven, dat ik niet met haar
flirt en nu is dit haar manier, om mij te straf
fen. Het is mij hoogst-onaangenaam, Armstrong,
om dergelijke dingen van een jong meisje te
moeten zeggen, maar zij heeft mij geen keus
gelaten. Hoe je van jouw kant waarde kon
hechten aan die beschuldiging. Vat ik nog niet.
Je kon toch wel gezien hebben, dat één vrouw
zoodanig mijn leven vervulde, dat er geên an
der voor mij bestond. Ik dacht, dat jij ten
minste de waarheid had vermoed!"
„De waarheid?
„Dat ik je zuster Mary lief heb met hart en
ziel!"
„Je... hebt... Mary lief?..."
„Ja, hoe kon het ook anders! Zij is de liefe
lijkste vrouw ter wereld. Je moet niet verge
ten, Armstrong, dat mijn moeder kort na mijn
geboorte gestorven is en dat ik nooit vrouwe
lijke familieleden om mij heen heb gehad. Als
je dit bedenkt, dan zal je je misschien kunnen
voorstellen, wat de vriendschap van Mary de
ze weken voor mij geweest is. En hoe zou ik
groote zorg, welke onze tuinders aan het
kweeken hunner producten hebben besteed,
waarvoor hun in deze moeilijke tijden wel een
extra-complimentje toekomt.
HOORN.
In de Dinsdagavond gehouden vergadering
van den gemeenteraad werd het nieuw be
noemde raadslid, de heer A. Spaander (Vrij
heidsbond) geinstalleerd. Nadat de heer S.
aan de vereischte formaliteiten had voldaan,
werd hij door den burgemeester gelukge-
wenscht met zijn benoeming. Spr. verklaarde,
dat de heer S. voorheen onderscheidene jaren
het raadslidmaatschap had waargenomen en
een deel daarvan lid van het Dag. Bestuur
had uitgemaakt. Spr. sprak de hoop uit, dat
de heer S. vele jaren met ijver de belangen
der gemeente zal helpen bevorderen.
Applaus.
Ingekomen was een verzoekschrift van het
hoofdbestuur van de Bond van gemengde
Zangvereenigingen in Noordholland, o.m.;
Ie. van gemeentewege de Stedelijke mu
ziektent te willen doen plaatsen in den Park
tuin;
2e. een subsidie uit de gemeentekas te wil
len verieenen tot het bedrag van de door dei»
Bond aan de gemeente te betalen vermakelijk
heidsbelasting voor het middagfeest.
Het onder 2 genoemde voorstel werd aan
genomen.
Tegen inwilliging van het verzoek tot ver
plaatsing van de muziektent van de Kaas-
markt naar den Parktuin hebben B. en W.
om practische en financieele redenen be
zwaar.
Ten einde het bestuur echter zooveel moge
lijk tegemoet te komen stelden B. en W. voor
een bijdrage te verieenen ten behoeve van een
te huren muziektent tot een maximum bedrag
van 45.
Dit voorstel werd zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Aan den heer N. A. F. Taverne werd op ver
zoek eervol ontslag verleend als lid van de
Commissie van Toezicht op de Gemeentelijke
Muziekschool onder dankbetuiging voor de
langdurige en vele in die functie verrichte
diensten.
Het belangrijkste agenda-punt vormde on
getwijfeld de benoeming van een wethouder.
Het college was tot dusver samengesteld uit
de heeren E. J. M. Stumpel (R.K.) en Mr. H.
M. Fruin (Vrijheidsbond). De vacature is
ontstaan door 't aanstaand vertrek van den
heer Fruin naar Alkmaar, wegens zijn benoe
ming tot Rechter in de Arrondissements
rechtbank aldaar.
Bij eerste stemming werden uitgebracht
fuamuiajs i Cd'Y'a s) -todmojd joaq uop do
A. Spaander 1 st.; U. G. Dorhout 1 st. en 6
stemmen blanco, zoodat gekozen is de heer
Plomper.
De gekozene verklaarde, dat zijn werk
zaamheden de vervulling van het wethouder
schap niet toelaten. Doch bovendien heeft de
S.D.A.P.-fractie haar standpunt in deze be
paald.
Bij de laatst gehouden verkiezing hebben
de Katholieke partij en de Vrijheidsbond on
der krachtige leuzen een verbond gesloten en
de wethouderszetels ingenomen. Wat er in
dit drie-vierde gedeelte van de zittingsperiode
van deze leuze is terecht gekomen, de beoor
deeling daarvan wenscht de fractie straks
aan de kiezers over te laten.
De fractie is van meening, dat hetzelfde
verbond de resteerende periode óók de ver
antwoordelijkheid moet dragen.
Om die reden wenscht de S.D.A.P. thans
de zetel dan ook niet te bezetten.
Nadat de heer Stultiens (R.K.) had ver
klaard, dat zijn fractie nu de buitenge
wone omstandigheden, die voorheen maakten,
dat men tegen den wethouderscandidaat van
de S.D.A.P. bezwaar maakte, thans als ver
vallen konden worden beschouwd, dat de
S.D.A.P. krachtens hare sterkte recht had op
de vacante wethouderszetel, werd overgegaan
tot de tweede stemming met den volgenden
uitslag:
A. Spaander 5 stemmen; blanco 10 stem
men, zoodat de heer Spaander benoemd <s,
die de benoeming aannam.
Nadat de burgemeester den gekozene had
gelukgewenscht en de hoop had uitgespro
ken op een prettige samenwerking in het
college, zegde de heer Spaander met ijver en
nauwgezetheid zijn verantwoordelijke positie
te zullen aanvaarden.
De Chr. gemengde zangvereeniging
„Soli Deo Gloria", dir. E. Koning, behaalde
op het te Zeist voortgezette concours een eer
sten prijs met 300 punten. In den eerewed
strijd behaalde de vereeniging een derden
Prijs-
nu, terwijl ik haar lief heb, ooit een blik heb
ben geworpen op een hartelooze coquette?"
In zijn verontwaardiging had hij zich zoo la
ten vervoeren, maar toen hij zag, hoe Will de
hand voor het gelaat sloeg, had hij dan wel
zeer berouw over deze wijze van uitlaten.
Hij legde Armstrong de hand op den schou
der en vroeg zacht:
„Vergeef mij! Ik was vergeten, dat je haar
lief had."
Niet zoodra had hij die woorden geuit, of hij
begreep, dat hij daarmee had verraden, hoe het
geheim van Will hem bekend was.
„Wie heeft je dat verteld?"
Warwick zweeg. Hij kon niet liegen en hij
kon ook niet zeggen, dat Hanna het hem ver
teld had. Will maakte nu de gevolgtrekking,
dat het Clover zelve was en dit viel hem bitter
tegen, daar hij haar, een jaar geleden, had laten
beloven, dat zij niemand anders van zijn ge
schiedenis zou spreken. Een meisje, dat op deze
wijze haar woord kon breken, was ook wel in
staat tot tal van andere leugens en deze
eigenschap alleen was al voldoende, om Wiil
Armstrong dan wel zeer teleur te stellen.
Mat stond hij op en zei:
„Het spijt mij. Het was beter, dat ik maar
niet gekomen was. Ik zie nu, dat de fout niet
aan jou lag. Dit op zichzelve doet mij genoe
gen, want wij denken zeer goed over je, Mary
en ik!"
Die eenvoudige woorden ontroerden War
wick en onwillekeurig slak hij Armstrong de
hand toe.
„Er is niets mee verbeurd, Will. Nu zijn wij
weer vrienden. Mag ik je dan morgen over dit
andere zaak spreken?'
(Wordt vervolgd).