Alkmit Coirant. FONGERS LANDBOUW in VEETEELT. Radio-hoekje FEUILLETON. De betalende logé. Loidensch aanteekenbotk. Hmlird twee en dertigste Jaargang. Woensdag' 11 Juni i6> Wie rekent kiest Provinciaal nieuws jf». 135 1930 Donderdag 12 juni. Hilversum, 298 Af. (Na 6 uur 1071 M.) 10.10.15 Morgenwijding. 12.2.~ Con cert. A. V. R. O-Kwintet. 2.3.Gramo foonpl. 3.3.30 Anton Verheijen declameert. 3.30—4.— Gramofoonplaten. 5.30—6.45 Aansl. Theater Tuschinski te Amsterdam. 6.30 Koersen. 6.457.15 F. Hessel: Een pleidooi voor de uilen. 7.15—8.— Concert. Omroeporkest. 8.30 Radio-tooneel. "De Can- didatuur van Bommel". Blijspel van Doctor Juris. Na afloop: Persber. 11— Gramofoon platen. 12.Sluiting. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.) 8.159.30 Concert. 10.10.30 Zang door Dameskoortje. 10.3011.Ziekendienst. 11.11.30 Lezen door mej. Doyen. 11.30 12.30 Voor de landbouwers. 12.12.15 Po- litieber. 12.30—2.— Concert. Mevr. Greta de Knegt—ter Haar, sopraan. G. C. Wilmink, viool. Mej. Rie Beute, piano. 2.2.45 Gramo foonplaten. 2.453.45 Cursus Fraaie Hand werken. 4.5.Ziekenuurtje. 5..6.Gra mofoonplaten. 6.7.Orgelconcert door Egb. A. Vos. 7.15—7.45 W. Th. C. Zimmer- man: „Enkhuizen en de Zuiderzeevisscherij- itentoonstelling 1930". 7.45—8.— Politieber. 8.—11 Evangelisatie-samenkomst in het kerkgebouw van de Baptisten-Gemeente te Amsterdam. Sprekers: Ds. J. Jeronimus en Ds. B. Plantinga. Muzik. medewerking: het Gemeentelijk Zangkoor „De Lofstem". Mej. J. v. Velden, orgel. Daarna persberichten. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Concert. P. Andérson, mezzo-sopraan. Sextet. I.20 Orgelspel door R. Foort. 2.20—2.50 Gramofoonpl. 3.20 Kerkdienst. 4.05 Concert. S. Logan, bariton. Trio. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 6.55 Marktberichten. 7.7.45 Herdenking van het feit dat the Rt. Hon. David Lloyd George M. P. vóór 40 jaar zijn intrede in het Par lement deed. 7.Piano-duo's door E. Bart- lett en R. Robertson. 7.207.40 Lezing. 7 45 Lezing. 8.05 Concert. Militair Orkest. N. Venner, bariton. 9.20 Nieuwsberichten. 9 45 Lezing. 10.15 Derde bedrijf van „Aïda" van G. Verdi. 10.5012.20 Dansmuziek. 12.20 12 25 Televisie. Pari/s ,Jiadio-Paris1725 M. 12.50— 2-20 Gramofoonpl. 4.05 Concert. 8.20 Op voering van een blijspel van Tristan Bernard. 9.20 „Frangoise" van R. Valaire en L. Dani- dereff. Orkest. Langenberg, 473 M. 7.257.50 Gramo foonplaten. 7.508.50 Orkestconcert. 10.35 II.45 Gramofoonplaten 11.5012 50 Ge. wijde muziek. 12.30 Gramofoonpl. 1.25—2 50 Orkestconcert. Zang. 5.50—6.50 Gramofoon platen. 8.209.05 Concert. (Gramofoonpla ten). Daarna: IJslandsche avond Orkestcon- cert. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Con cert. 3.50—5.50 Orkestconcert en voorlezing. 8.208.45 Vioolsoli door Chr. Esbensen. 8.459.55 Declamatie en zang. 10.15 11.15 Orkestconcert. 11 1512.50 Dansmu ziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.55 Gramofoonpl. 8.35 Gramofoonpl. 8.50 Frag menten uit „Die schone Helena" van Offen- bach. Zeesen, 1635 M. 6.50—7.15 Lezingen 7.20—7.50 Concert. 10.50—12.20 Lezingen 12.201.15 Gramofoonpl. 1.152.20 Be richten. 2.203.20 Gramofoonpl. 3.204.20 Lezingen. 4.205.50 Concert. 5 508.20 Lezingen. 8.20 Liederenvoordracht. 9.Be richten. 9.50 „Die Tageszeiten". Koor en or kest. Daarna tot 12.50: Dansmuziek. RADIO VOOR ZIEKEN. Speciale postzegels in Denemarken. Denemarken staat bekend als het land, dat zet grootste percentage radio-luisteraars telt. Men streeft er thans naar ook hen, die niet in staat zijn zichzelf een radio-ontvanger aan te schaffen, van zulk een apparaat te voorzien. Ongetwijfeld is het een goed idee van de Deensche posterijen geweest om een specialen postzegel uit te geven, waarvan de extra- opbrengst bestemd zal zijn om zieken en ouden van dagen radio-toestellen te kunnen schenken. RADIO IN DE FRANSCHE SCHOLEN. Bij een enquête is het gebleken, dat meer dan tweeduizend Fransche scholen voorzien zijn van een radio-ontvangtoestel. Men heeft thans een bond gevormd, die tot doel heeft Naar het Engelsch van K. CAMERON WARD. Anna bedankte hem en was tot tranen ge roerd: „Ik heb altijd wel gedacht, dat u beiden voor elkaar bestemd was, Sir. U is als kinderen altijd roo samen geweest." Toen ze buiten waren, zei Freda: „Ik wilde wel, dat je met mij mee naar huis kon gaan." „Ik ga naar Ladywood, om Mary alles te ver tellen en maak nu maar, dat je wegkomt, kleine heks, anders geloof ik, dat ik je midden op de publieke straat nog omhelzen zou! Vaarwel dus uijn liefste Freda!" HOOFDSTUK X. Thurston Warwick zat te rooken in het filaanlicht bij het open venster van zijn zitka mer. Het was over tien en het gezin op de pastorie was in ruste, maar hij had er tegenop gezien, nu al naar bed te gaan, daar hij alweer een slapeloozen nacht duchtte. Want er was iets op Ladywood; iets, wat hij niet begrijpen en verklaren kon, maar dat hem onuitspreke lijk leed deed: de vriendschap, die hij zoo on beschrijfelijk hoog had gesteld, scheen hem te het gebruik van radio-toestellen in de scholen te bevorderen; deze commissie zal tevens met de omroepstations onderhandelen over speciale uitzendingen. Hierbij neemt men ooral ook een voorbeeld aan het buitenland. Van onzen Londenschen Correspondent. „Veiligheidsweek!'. Juni 1930. ten „week' is een vorm van propaganda, waarmede men in Engeland den laatsten tijd zeer vertrouwd is. De „katoen-week" is juist voorbij en er is terstond een „veiligheids- week op gevolgd. Dit was een onderneming van de „Safety First Council", die al sinds jaar en dag beproeft de bevolking voorzich tigheid bij te brengen, in fabrieken, in de huishouding en vooral op straat, opdat de ontstellende statistieken der ongevallen wat lager zullen worden. Deze veiligheidsweek kwam op een zeer geschikt oogenblik. De „week end", die er aan voorafging, had een treurig record gege ven van verkeersongelukken met doodelijken afloop. Juist waren de cijfers van verkeers ongelukken van het vorig jaar bekendgemaakt die hadden verteld dat meer dan 7000 men- schen in dat jaar onder de verkeerswielen het leven hadden verloren en dat er meer dan 170.000 door het verkeer, waren gekwetst. De cijfers over het eerste kwartaal van dit jaar, die er bij waren gevoegd, hadden het afgrijselijke vermoeden gewettigd dat 1930 nog weer meer slachtoffers zou maken. Merkwaardig was dat er naar buiten niet veel van een „veiligheidsweek" bleek. Wij zouden haar nauwelijks hebben „gezien" in dien de dagbladen er niet artikelen en be schouwingen aan hadden gewijd. De groote roode omnibussen van Londen, die volgeplakt en -geschilderd zijn met reclame-leuzen en formeele teksten en opschriften, droegen ook een biljet, dat de menschen kon vertellen dat het veiligheidsweek was. Maar bij zooveel letters werden de letters der veiligheid nau welijks opgemerkt. De Safety First Council had aan bestuurders van voertuigen in Lon den (die tezamen gemiddeld drie dooden per dag in de stad maken) gevraagd aan hun voorruit een bordje te bevestigen met het woord „on guard" (ik ben op mijn hoede) er op. Dit waren de voornaamste uiterlijke kenmerken van de „Safety Week". En mis schien kan men in dit opzicht weinig meer doen. Het is ook goed de noodzakelijkheid voor voorzichtigheid in de eerste plaats te prenten in de hersenen van hen, die de machtsmiddelen voor dood en verderf op straat hanteeren; dat zijn de bestuurders. Het is vooral goed omdat de menschen van den motor meer en meer de meening ingang trachten te doen vinden, ook in officieele kringen, dat de groeiende slachting misschien vooral kan worden toegeschreven aan de on voorzichtigheid der voetgangers. -Waarbij men gemakkelijk vegeet, dat de kracht, die doodt, niet schuil gaat in 'n mensch op 2 bee- nen maar in een motorvoertuig op vier wie len. „On guard" was dus de leuze, die de be stuurders deze week letterlijk voor oogen hielden. Het is absurd en ongelukkig dat deze leuze in dien vorm tot een enkele week is be perkt en aldus het denkbeeld dreigt te vesti gen dat de uiterste voorzichtigheid slechts dringend is gedurende deze beperkte periode van de „vetligheidsweek". De Veiligheids raad zou van een succes kunnen spreken en het zou ongetwijfeld blijken indien hij bij bestuurders de overtuiging veld kon doen winnen, dat onvoorzichtig rijden een misdaad is tegen de gemeenschap en dat bestuurders permanent „op hun hoede" behooren te zijn. Dat is niet zoo zeer een deugd als een plicht. Men behoeft slechts in de ongelukkige posi tie te verkeeren van voetganger in Londen om terdege te weten dat die plicht er slecht wordt gevoeld. Het is niet 'n zaak van enke lingen maar van gansche groepen auto-be stuurders, die voortdurend de eerste regelen van voorzichtigheid overschrijden, die bij herhaling langs hun weg risico's nemen en zich met die onbehoorlijke machtsbewustheid gedragen; die tot ongelukken leidt. De cam pagne, die geopend is, moet geen kwestie van een week zijn maar behoort tot in lengte van dagen te worden voortgezet. Want het openbaar besef, een oogenblik neergeslagen bij de periodieke aankondiging der ongevalLencijfers, vergeet ze gauw en dut weer in, zoo grondig dat men al weer klaar, is met dien vermaledijden Britschen „sense of humor", wanneer men leest van bekende menschen, parlementsleden, schrijvers, ac teurs en actrices, die wegens overtreding der snelheidsgrens voor den rechter zijn versche nen. Geen verontwaardiging wordt het deel van deze overtreders en niemand schijnt in hen de misdadigers tegen de gemeenschap" ontvallen. Op den middag was hij op Ladywood ge weest, om te zien, of Mary weer bekomen was van haar ongesteldheid van den vorigen dag, maar hij had haar niet in den tuin gevonden, en toen hij navraag naar haar had gedaan, had Suzanne geantwoord: „dat Miss Mary weer heel goed was, maar dat zij dien middag nie mand wenschte te ontvangen". Bedroef en te leurgesteld was hij naar de pastorie terugge keerd. Want dit was een opzettelijke weigering, zoo niet een beleediging en het vreemde van het geval was, dat hij totaal in het duister ver keerde van de reden, die daartoe leidde. Hij werd uit zijn bittere gedachten gewekt door het dichtklappen van het tuinhek en een zwaren tred op het grind. De late bezoeker, die eerst op de voordeur toetrad, stond even stil, toen hij den kant naar verandadeur uitliep. Met een uitroep van verbazing en genoegen sprong Thurston op: het was Will Armstrong! „Wat ben ik blij, je «hier te zien, man! Ik wist al niet, wat ik misdaan had!" Warwick stak hem de hand toe, maar de an der sprak: ,,lk zou je liever eerst wilLcn zeggen, waar voor ik hier gekomen ben; omdat ik voelde, dat ik dit onder mijn eigen dak niet kon doen, wilde ik je vanavond niet ontvangen. Ze keken elkaar doordringend aan. Op het gelaat van WaYwick stond ongeëvenaardige hooghartigheid te lezen. Will Armstrong zag er zoo bleek en slepht uit, dat hij wel een tiental jaren ouder leek.j Warwick slootl de balkondeur, liet het gor- fe zien, die zij toch in vele gevallen zijn ge weest. In massa's gevallen worden ongelukken op den weg toegeschreven aan een samenloop van ongunstige omstandigheden. Het is een van de meest zinlooze toeschrijvingen die de wereld kent. En de aanvaarding er van gaat uit van de praemisse dat er een toestand kan zijn zonder omstandigheden, goed of slecht. Zoo hoorden wij ter gelegenheid van de vei ligheidsweek verklaren dat stof en papier snippers op de wegen menig auto-ongeluk hebben veroorzaakt. De bestuurder wordt dan van blaam gezuiverd of zijn schuld aan een onheil wordt verzacht. Hetzelfde geldt voor gevallen, waarin stoom van een Trein( in Engeland gaan de wegen vaak over spoorlijnen door middel van bruggen) het uitzicht van den bestuurder heeft belemmerd. Gedurende de „veiligheidsweek" is nu ook ge ijverd voor schoone wegen, stof- en papier- vrije wegen en voor regels voor treinmachi nisten die hen er van moeten doordringen geen stoom en rook te laten ontsnappen on der de weg-bruggen. Al die waarschuwingen van secundairen aard helpen den bestuurder aan de gelegenheid zijn primaire verant woordelijkheid gedeeltelijk of zelfs geheel op anderen te schuiven, terwijl hij dit toch inder daad niet mag doen aangezien het zijn plicht is te rijden op zoodanige wijze dat, hoe de omstandigheden ook zijn, hij nimmer gevaar oplevert. Deze noodzakelijkheid is niet te best naar voren gekomen in deze propaganda- week voor veiligheid. Maar de arme voetgan gers hebben herhaaldelijk moeten hooren dat „het beter is duizend maal voorzichtig te zijn dan eens kreupel" en „dat men in één secon de letsel kan oploopen die een jaar voor her stel behoeft" en „dat één oogenblik van na denken op den trottoirband beter is dan tien in het ziekenhuis." De mijnwerker in het Paleis. De heer en mevrouw James Brown zijn een bescheiden Schotsch echtpaar. Zij wonen in een mijnwerkersdorp in Ayrshire, in een huisje dat een rijksdaalder per week aan huur kost. Zij hébben er al 35 jaren ge woond. Maar in het begin van deze week héb ben zij hun eenvoudige woning verlaten om tijdelijk in de hoofdstad van Schotland te gaan verblijven. Toen zij aan het station te Edinburg aankwamen, waren zij nog „Mr. and Mrs. Brown". Even later sprak iedereen hen aan met „Your Grace", want zij hadden het Paleis van Holyrood betrokken, waar zij nu de positie innemen, die er het vorig jaar werd vervuld door den Hertog en de Herto gin van Yor. Dit is de tweede maal dat James Brown door de labour-regeering is be noemd tot „Lord High Commissioner of the Church of Scotland" (Lord Hooge-Commis- saris van de Schotsche Kerk). Het is een po litiek ambt, dat wil zeggen, een ambt aat wordt gegeven door den leider van de poli tieke partij die aan de regeering is. Het is een soort ministerschap; maar het is veel meer een gouverneur-generaalschap, aange zien deze Lord Hooge-Commissaris in Schot land den Koning vertegenwoordigt en ver vangt. Het is waarschijnlijk alleen in Groot- Brittannië mogelijk dat een oud-mijnwerker die daarenboven in zijn normalen levens staat de nederigheid van zijn mijndagen heeft gehandhaafd zulk een hoog konink lijk ambt kan krijgen, met al den praal, de plechtigheid en de glorie er aan verbonden. Brown zit in het Paleis Holyrood, de mach tige residentie der koninklijke Stuarts, op een troon. Hij houdt er, bijgestaan door Mrs. Brown, recepties en „levees" (gala-recepties voor de hooge mannen des lands) en hij noodigt er uitverkoren personen aan den koninklijken disch. Brown is er de Koning, die hof houdt in Edinburg. Hij draagt prachtige uniformen. Een en twintig kanon nen worden te zijner eere afgeschoten Cavele- rie draaft naast zijn statiekoets, trompetters huldigen hem met fanfares. Bij zijn kame raden is de koel-bedaarde oud-mijnwerker bekend als „Jimmy". In het paleis is hij voor de adellijke menschen van zijn hofhouding en voor allen „His Grace". Mevrouw Brown heeft voor de gelegenheid drie prachtige receptiejaponnen laten maken. Tezaam zijn zij gedurende eenigen tijd het middenpunt van het „Society"- leven van de Schotsche hoofdstad. En evenals bij de eerste gelegen heid van vier jaar geleden, gedragen zij zich met al de waardigheid en het decorum, die de positie vraagt. «iiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiniwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii dijn zakken en bood zijn bezoeker een stoel. „Ga zitten, Armstrong, je komt toch niet met de bedoeling, om te twisten?" „Neen, maar om eens hoogst-ernstig, van man tot man, met elkaar te spreken. .Clover Holroyde is gisteren mijn zuster komen opzoe ken. Zij voelde zich zeer ongelukkig en kwam om hulp en raad vragen. Ze zegt, dat jij haar het hof hebt gemaakt; hebt uitgelokt, dat ze voor je voelen ging; en nu begint zij te den ken, dat ze er niets mee bedoelt, maar je enkel eens vroolijk hebt willen maken over haar. Mijn zuster kon niets doen in deze, maar ze heeft het mij verteld en ik besloot, er eens met je over te komen spreken. Clover is jong en zij heeft niemand, die het voor haar opneemt. Je weel zelf, hoe haar ouders zijn. Haar moeder is hoogst-onverstandig en haar vader een stroef, onaangenaam mensch. Je kunt van plan zijn, als een man van eer te handelen; maar het lijkt vreemd, dat je op Ladywood nooit haar naam noemt, terwijl wij nogal dachten, dat wij zulke goede vrienden waren!" „Vrienden!" echo'de Warwick bitter. „Mijn vrienden schijnea dan wel geneigd, om kwaad van mij te denken; mij ongehoord te veroor- deelen." „Neen, daarin vergis je je toch. Mary houdt het er vast voor, dat je de dingen verklaren kunt. Misschien is Clover te overijld geweest ip haar oordeel." „En jijzelve, Armstrong?" „Ik ben voor overtuiging vatbaar", ant woordde Will langzaam. „Als je zegt, dat je Clover dadelijk trouwen zult..*.." „Ik zou Clover Holroyde niet willen trou- DE LANGENDIJKER GROENTEN- VEILINGEN. Men mag nu wel aannemen, dat het met den aanvoer van stapelproducten gedaan zal zijn. In de afgeloopen week werden maar wei nig van deze groenten meer aangevoerd en het mag als een groote uitzondering gelden, dat in het begin van Juni, bij mooi zomer weer, nog winterproducten op de veilingen verschijnen en nog koopers vinden. Vroege aardappelen en tomaten beheerschen nu de veiling, althans die te Broek op Langendijk, en het ziet er naar uit, dat weiara belangrijke hoeveelheden aardappelen aan de Langen- dijker veilingen zullen worden aangevoerd. Deze week werden ze ook te Noord®char- woude geveild. De tuinbouwers hebben nu hun balans of liever hun verlies- en winstrekening opge maakt. De resultaten bleken ongunstig te zijn, zoodat met begrijpelijke belangstelling wordt uitgezien naar wat de vroege aardappelen campagne brengen zal. Veel hangt daarvan voor vele bouwers af en het kan den doorslag geven voor het al- of niet noodzakelijke van een hulpverleening, in wat voor vorm ook, aan den tuinbouw in deze streken. Het geschil tusschen de vereeniging van kooplieden en de veilingsvereeniging De Noordermarktbond over het kortingspercentage, aan den handel toe te staan voor contante betaling, zinkt in 'het niet bij het overwegende, dat gelegen is in een bevredigende opbrengst der vroege aard appelen. Het beschot belooft zeer goed te zijn, de weersgesteldheid is van dien aard, dat óp een zeer goede kwaliteit kan worden gerekend, zoodat nu alles van den prijs afhangt. De aanvoer aan de Broeker veiling was voor dezen tijd buitengewoon groot: 17 spoor wagens van 10.000 K.G In 't begin der week werd vcor groote 12 20—13.30 betaald; in 't midden der week steeg deze prijs tot 14.7017.20. Ongelukkig kon de prijs niet gehandhaafd blijven en werd Zaterdag 9.8011.80 betaald aan de Broeker vei ling en 10.30 te Noordscharwoude. Drielin gen golden in't begin 12.90—15, dus nog meer dan de grooteWoensdag was de noteering 8.20—12.90, doch Zaterdag kon niet meer dan 5.807.90 worden ge maakt. Voor kleine werd Maandag 6.70— 10.10 besteed, Zaterdag 3.604.50. Insiders deelden ons mee, dat de gemaakte prijzen niet slecht waren in aanmerking ge nomen het beschot, dat de aardappels ople veren. We vernamen tevens, dat in het buiten land „zieke" aardappels zouden zijn, wat in het belang is van den handel in de onze. Teekenend was het intusschen, dat voor goede oude aardappels zulke lage prijzen werden betaald. Blauwe brachten 0.50 0.80 per 100 K.G. op, bravo's golden 0.301.10. Als men dan weet, aat in ons land nieuwe aardappelen uit het buiten land met veel geld worden betaald, dan zou men haast geneigd zijn, om in dezen om re- geeringsmaatregelen te vrgaen in dezen tijd van crisis. Van de winterproducten kregen we deze week nog uien aangevoerd. Ze brachten aan vankelijk nog 1.30—1.90 op, doch op het eind der week golden ze slechts 0.50— 0.70 per 100 K.G. Grove werden verkocht voor 0.50—2.20. Peen bracht een prijs op, die zelfs voor vee voeder laag kan worden genoemd n.1. 0 20 0.70 per 100 K.G.; Roode Kool bracht nog eenmaal 5 op, overigens kon ze slechts prijzen van 1—/ 1.70 bedingen. Voor Deen sche witte werd aan de Broeker veiling O.lO Rer 100 K.G. betaald. Aan de veiling te loordscharwoude werd 0.60—1.50 be steed. Van de boswortelen werd nog weinig aangevoerd. De prijs was laag 5.80— 5.90 per 100 K.G. Met de bloemkool wil het ook niet, de aan voer heeft intusschen nog weinig te beteeke- nen. Ze barcht 7 1010 per 100 stuks op. Groot was de aanvoer van tomaten, nl. 65600 K.G. Dit groote kwantum moet in hoofdzaak aan St. Pancras worden toege schreven, waar het aantal kassen de laatste jaren sterk is toegenomen en nog voortdu rend wordt bijgebouwd. In den aanvang werd voor dit product 37.40—40.90 betaald, nl. voor A kw. B-soort bracht 31.50 34.90 op; voor C werd 34.10—38.50 betaald en voor CC 15.40—17. Deze prij zen handhaafden zich niet, doch waren den volgenden dag aanmerkelijk hooger nl. onge veer 10—15. Jammer, dat ze daarna el- ken dag terugliepen en op het eind der week nog lager waren dan is het begin. Op 't oogenblik is men druk bezig met het keuren van te veld staande aardappelen. Dit geschiedt zoowel door de Keuringsdiensten van tuinbouworganisaties als door de I<. J. Z. We vernamen, dat er veel meer ter keuring is aangegeven dan verleden jaar ofschoon er hooge eischen worden gesteld, kan er veei worden goedgekeurd. Het getuigt van de wen, al was er ook geen tweede meisje op de wereld!" Will Armstrong sprong op met een veront waardigd: „Dan ben je een schurk een „Stil!" klonk het gebiedend van Warwick. Je hebt nu eerst uitgesproken, laat nu ook eens de beurt aan mij komen! Ik heb nooit een woord van liefde gesproken tot Clover Hol royde. Als zij dit beweert, dan tracht zij, öf moedwillig zichzelve te misleiden, óf ze zegt een onwaarheid. Mijn fout in haar oogen is: dat ik niet genoeg nptitie van haar neem. Ze kan mij niet vergeven, dat ik niet met haar flirt en nu is dit haar manier, om mij te straf fen. Het is mij hoogst-onaangenaam, Armstrong, om dergelijke dingen van een jong meisje te moeten zeggen, maar zij heeft mij geen keus gelaten. Hoe je van jouw kant waarde kon hechten aan die beschuldiging. Vat ik nog niet. Je kon toch wel gezien hebben, dat één vrouw zoodanig mijn leven vervulde, dat er geên an der voor mij bestond. Ik dacht, dat jij ten minste de waarheid had vermoed!" „De waarheid? „Dat ik je zuster Mary lief heb met hart en ziel!" „Je... hebt... Mary lief?..." „Ja, hoe kon het ook anders! Zij is de liefe lijkste vrouw ter wereld. Je moet niet verge ten, Armstrong, dat mijn moeder kort na mijn geboorte gestorven is en dat ik nooit vrouwe lijke familieleden om mij heen heb gehad. Als je dit bedenkt, dan zal je je misschien kunnen voorstellen, wat de vriendschap van Mary de ze weken voor mij geweest is. En hoe zou ik groote zorg, welke onze tuinders aan het kweeken hunner producten hebben besteed, waarvoor hun in deze moeilijke tijden wel een extra-complimentje toekomt. HOORN. In de Dinsdagavond gehouden vergadering van den gemeenteraad werd het nieuw be noemde raadslid, de heer A. Spaander (Vrij heidsbond) geinstalleerd. Nadat de heer S. aan de vereischte formaliteiten had voldaan, werd hij door den burgemeester gelukge- wenscht met zijn benoeming. Spr. verklaarde, dat de heer S. voorheen onderscheidene jaren het raadslidmaatschap had waargenomen en een deel daarvan lid van het Dag. Bestuur had uitgemaakt. Spr. sprak de hoop uit, dat de heer S. vele jaren met ijver de belangen der gemeente zal helpen bevorderen. Applaus. Ingekomen was een verzoekschrift van het hoofdbestuur van de Bond van gemengde Zangvereenigingen in Noordholland, o.m.; Ie. van gemeentewege de Stedelijke mu ziektent te willen doen plaatsen in den Park tuin; 2e. een subsidie uit de gemeentekas te wil len verieenen tot het bedrag van de door dei» Bond aan de gemeente te betalen vermakelijk heidsbelasting voor het middagfeest. Het onder 2 genoemde voorstel werd aan genomen. Tegen inwilliging van het verzoek tot ver plaatsing van de muziektent van de Kaas- markt naar den Parktuin hebben B. en W. om practische en financieele redenen be zwaar. Ten einde het bestuur echter zooveel moge lijk tegemoet te komen stelden B. en W. voor een bijdrage te verieenen ten behoeve van een te huren muziektent tot een maximum bedrag van 45. Dit voorstel werd zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Aan den heer N. A. F. Taverne werd op ver zoek eervol ontslag verleend als lid van de Commissie van Toezicht op de Gemeentelijke Muziekschool onder dankbetuiging voor de langdurige en vele in die functie verrichte diensten. Het belangrijkste agenda-punt vormde on getwijfeld de benoeming van een wethouder. Het college was tot dusver samengesteld uit de heeren E. J. M. Stumpel (R.K.) en Mr. H. M. Fruin (Vrijheidsbond). De vacature is ontstaan door 't aanstaand vertrek van den heer Fruin naar Alkmaar, wegens zijn benoe ming tot Rechter in de Arrondissements rechtbank aldaar. Bij eerste stemming werden uitgebracht fuamuiajs i Cd'Y'a s) -todmojd joaq uop do A. Spaander 1 st.; U. G. Dorhout 1 st. en 6 stemmen blanco, zoodat gekozen is de heer Plomper. De gekozene verklaarde, dat zijn werk zaamheden de vervulling van het wethouder schap niet toelaten. Doch bovendien heeft de S.D.A.P.-fractie haar standpunt in deze be paald. Bij de laatst gehouden verkiezing hebben de Katholieke partij en de Vrijheidsbond on der krachtige leuzen een verbond gesloten en de wethouderszetels ingenomen. Wat er in dit drie-vierde gedeelte van de zittingsperiode van deze leuze is terecht gekomen, de beoor deeling daarvan wenscht de fractie straks aan de kiezers over te laten. De fractie is van meening, dat hetzelfde verbond de resteerende periode óók de ver antwoordelijkheid moet dragen. Om die reden wenscht de S.D.A.P. thans de zetel dan ook niet te bezetten. Nadat de heer Stultiens (R.K.) had ver klaard, dat zijn fractie nu de buitenge wone omstandigheden, die voorheen maakten, dat men tegen den wethouderscandidaat van de S.D.A.P. bezwaar maakte, thans als ver vallen konden worden beschouwd, dat de S.D.A.P. krachtens hare sterkte recht had op de vacante wethouderszetel, werd overgegaan tot de tweede stemming met den volgenden uitslag: A. Spaander 5 stemmen; blanco 10 stem men, zoodat de heer Spaander benoemd <s, die de benoeming aannam. Nadat de burgemeester den gekozene had gelukgewenscht en de hoop had uitgespro ken op een prettige samenwerking in het college, zegde de heer Spaander met ijver en nauwgezetheid zijn verantwoordelijke positie te zullen aanvaarden. De Chr. gemengde zangvereeniging „Soli Deo Gloria", dir. E. Koning, behaalde op het te Zeist voortgezette concours een eer sten prijs met 300 punten. In den eerewed strijd behaalde de vereeniging een derden Prijs- nu, terwijl ik haar lief heb, ooit een blik heb ben geworpen op een hartelooze coquette?" In zijn verontwaardiging had hij zich zoo la ten vervoeren, maar toen hij zag, hoe Will de hand voor het gelaat sloeg, had hij dan wel zeer berouw over deze wijze van uitlaten. Hij legde Armstrong de hand op den schou der en vroeg zacht: „Vergeef mij! Ik was vergeten, dat je haar lief had." Niet zoodra had hij die woorden geuit, of hij begreep, dat hij daarmee had verraden, hoe het geheim van Will hem bekend was. „Wie heeft je dat verteld?" Warwick zweeg. Hij kon niet liegen en hij kon ook niet zeggen, dat Hanna het hem ver teld had. Will maakte nu de gevolgtrekking, dat het Clover zelve was en dit viel hem bitter tegen, daar hij haar, een jaar geleden, had laten beloven, dat zij niemand anders van zijn ge schiedenis zou spreken. Een meisje, dat op deze wijze haar woord kon breken, was ook wel in staat tot tal van andere leugens en deze eigenschap alleen was al voldoende, om Wiil Armstrong dan wel zeer teleur te stellen. Mat stond hij op en zei: „Het spijt mij. Het was beter, dat ik maar niet gekomen was. Ik zie nu, dat de fout niet aan jou lag. Dit op zichzelve doet mij genoe gen, want wij denken zeer goed over je, Mary en ik!" Die eenvoudige woorden ontroerden War wick en onwillekeurig slak hij Armstrong de hand toe. „Er is niets mee verbeurd, Will. Nu zijn wij weer vrienden. Mag ik je dan morgen over dit andere zaak spreken?' (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5