DAGBLAD VQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Alkmaar en de nieuwe belastingregeling.
AUTOMOBIEL-
STALUNG
A. DAM Go.
Buitenland
De burgerlijke beweging
in Britsch-Indië.
No. 13§
ZATEHDAO 14 JUNI 1930
132e Jaargang.
Op welke wijze zal Alkmaar belasting heffen
De burgerij behoeft voortaan f200000
per jaar minder op te brengen.
Dagelijksch overzicht,
RUIME EN VEILIGE
AANGEBODEN
Billijke tarieven
FIAT- EN
NASH-GARAGE
SCHARLOO 2-4
Tel. 490
fffTOSfflti 8iin van modarafite ooilam-.
ALKMAARSCHE COURANT,
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
=^p
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: *2
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Belasting wil zeggen een last opleggen en
het is daarom een woord, dat niemand aan
genaam in de ooren klinkt.
Men kan enthousiast raken over een doel
waarvoor geld noodig is en in zijn enthou
siasme een vrijwillige bijdrage sturen, maar
Staat, Provincie en Gemeente hebben de be
lastinggelden ook voor nuttige doeleinden
noodig en wij hebben nog nooit gehoord, dat
iemand een vrijwillige bijdrage voor de schat
kist heeft gezonden of het moest gewetens-
geld zijn en dan is er in den regel nog niet
zoozeer van een bezwaard geweten dan wel
yan de vrees voor ontdekking sprake.
Niemand zal ontkennen, dat de samen
leving zonder belasting onbestaanbaar is,
maar er zal altijd wel verschil van inzicht
blijven over de'noodzakelijkheid van velerlei
•uitgaven en over de grootte van het aandeel
dat men zelf in de belastinggelden zal heb
ben bij te dragen.
j
De belasting is altijd1 een onderwerp, dat
groote belagstélling trekt, omdat ieder er
financieel bij geïnteresseerd is en wie ver
klaart, dat zij' te hoog of te ongelijk verdeeld
is, kan op een groote schare enthousiaste
geestverwanten rekenen.
Maar de strekking van dit artikel is op het
oogenblik niet om mede-verongelijkten tot een
gezamenlijk protest op te roepen, maar alleen
om eens na te gaan wat er binnen weinige
maanden met ons belastingstelsel zal gebeu
ren, welke groote veranderingen op til zijn,
hoe Alkmaar daarop reageeren zal en last
not least of die veranderingen voor onze
stadgenooten al dan niet een verbetering
zullen beteekenen.
Pn 1928 toen het wetsontwerp op de finan-
cieele verhouding tusschen Rijk en Gemeen
ten was ingediend, hebben we van doel en
strekking van dat ontwerp reeds een uitvoe
rige beschouwing gegeven en de toen nog
zeer onzekere voorspelling gedaan, dat de
belastingbetalers er hier ter stede wel dege
lijk van zullen profiteeren.
Inmiddels is dat ontwerp in Tweede en
Eerste Kamer in behandeling gekomen en
hier en daar gewijzigd en waar de wet 1 Mei
a.s. in werking zal treden, hebben alle ge
meentebesturen reeds voorbereidende maat
regelen moeten nemen. Zij hebben de gege
vens moeten verschaffen voor de uitkeering
van 'het Gemeentefonds en zij moeten beslis
sen over de vraag op welke wijze zij de nog
ontbrekende gelden zullen heffen.
Zooals bekend zal de tot dusver bestaande
plaatselijke inkomstenbelasting het volgend
jaar worden afgeschaft. De gemeenten krij-
fen dan een uitkeering uit het zoogenaamde
iemeentefonds, waarvoor het Rijk een be
lasting zal heffen, die op alle Nederlanders
in gelijke mate zal drukken, zoodat het niet
meer kan voorkomen, dat men b.v. bij een in
komen van 1600 in Wassenaar 8 en in
Sittard ruim 100 moet betalen. Het blijft
voortaan wat de Gemeentefondsbelasting be
treft, onverschillig in welke plaats men zijn
woonplaats kiest omdat het benoodigde be
drag over alle belastingbetalers in den lande
evenredig verdeeld wordt, zoodat men in
plaatsen waar men op het oogenblik weinig
heft iets meer en in andere plaatsen iets min
der zal moeten betalen.
Van de tot een Gemeentefonds bijeenge
brachte gelden krijgen de gemeenten dan
een uitkeering naar gebleken behoefte. Na
tuurlijk is er een grens aan die uitkeering, en
zij wordt vastgesteld naar een formule,
waarbij de toestand over drie reeds verloopen
belastingjaren in ocgenschouw wordt geno
men en waarbij voornamelijk de uitgaven
voor politie, armenzorg en onderwijs in aan
merking zijn genomen.
Naast die Rijksuitkeering moeten de ge
meenten zelf voor de nog ontbrekende gelden
zorgen. Zij mogen hoogstens 50 opcenten
heffen op de vermogensbelasting het Rijk
zelf heft daarop ook 50 opcenten zij mogen
al dan niet progressieve opcenten op de Rijks
belasting voor het Gemeentefonds heffen, zij
ontvangen voortaan het drievierde deel van
de zuivere opbrengst van de hoofdsom der
grondbelasting ter plaatse en mogen ook
daarop opcenten heffen, zij kunnen desge-
wenscht een woonforensenbelasting in het
leven roepen en zij behouden natuurlijk de
bedrijfswinsten.
Bovendien komen aan de gemeenten nog
eenige kleinere bijdragen ten goede, o.a. een
uitkeering ten bedrage van 75 van de
jaarwedden van burgemeester en secretaris
wat evenwel slechts voor de kleinere plaatsen
van beteekenis is, daar het totaal niet meer
dan 3000 zal bedragen.
De uitkeeringen volgens de wet van 1897
komen te vervallen.
vppj de hgifiog door
yan de Gemeentefondsbelasting is het zuiver
inkomen zooals dat in de wet op de inkom
stenbelasting reeds is vastgesteld, waarbij
natuurlijk rekening met kinderaftrek wordt
gehouden.
Aan de gemeente zelf wordt dan overge
laten in welke van drie klassen zij zich wil
rangschikken. Komt zij in de eerste klasse,
dan wordt het inkomen van ongehuwden
100 hooger geraamd, in de tweede klasse
bedraagt dit 200 en 100 voor gehuwden
en in dé derde klasse resp. 300 en 200.
Hoe lager de klasse is waarin de gemeente
zich rangschikt, hoe lager het inkomen dus
is waarvan geen belasting wordt geheven en
men zal in de dorpen, waar men gewoonlijk
reeds kleinere inkomens belast, waarschijnlijk
meer tot plaatsing in de tweede of derde
klasse en in de steden tot rangschikking in
de eerste klasse besluiten.
Op de gemeentefondsbelasting mag de ge-
meene opcenten heffen, welke niet hooger
zijn dan het getal der opcenten dat geheven
wordt op de hoofdsom van de grondbelas
ting op de gebouwde eigendommen, welk
aantal voor Alkmaar 80 bedraagt. In nood
gevallen mag tot 100 opcenten gegaan wor
den, maar dit moet uitzondering blijven.
Die opcenten worden op alle aanslagen tot
een gelijk getal geheven, maar de gemeente
kan ze al dan niet progressief maken.
Bedenkt men, dat ook de gemeentefondsbe
lasting reeds een progressieve heffing is, dan
zal een dergelijke heffing van opcenten dus
dubbele progressie brengen, al zal dit niet
zoo zwaar gevoeld worden, omdat de pro
gressie, die het Rijk bij de heffing voor het
Gemeentefonds vaststelt, zeer gematigd is.
Men zal zich afvragen waarom aan de
gemeenten' het heffen van een woonforensen
belasting is toegestaan, terwijl toch door de
nieuwe regeling eindelijk gebroken is met de
zeer onbillijke forensenbelasting, waardoor
iemand die in een andere plaats woont dan
waarin hij zijn bedrijf uitoefent eigenlijk
dubbel moet betalen.
De woonforensenbelasting treft evenwel
niet het inkomen, maar is uitsluitend een be
lasting op het houden van een gemeubileerd
huis of een gemeubileerde kamer en dus meer
als een verteringsbelasting te beschouwen,
waarbij men uitsluitend rekening houdt met
den duur van het verblijf en de huurwaarde
van de woning.
De gemeente moet bij verordening vaststel
len in welke der negen bestaande klassen
der personeele belasting zij gerangschikt
wenscht te worden en voor verschillende dee-
len eener gemeente zal de classificatie ook
verschillend kunnen zijn.
De gemeente kan zelf bepalen op welke
grondslagen dienstboden, meubilair,
paarden, pleiziervaartuigen of biljarten
zij wel en niet belasting wil heffen, zij kan
voor den eenen grondslag een verhooging of
verlaging invoeren en sommige desgewenscht
geheel doen vervallen. Tevens kan zij be
slissen of zij voor deze belasting progressieve
opcenten wil heffen of dat zij bijvoorbeeld
alleen progressie wil invoeren voor de hoofd
som, de heffing naar de huurwaarde.
De gemeenten hebben dus groote vrijheid
gekregen en wat men in diverse gemeenten
zal doen, hangt natuurlijk allereerst af van
het bedrag dat men voor het gemeentelijk
huishouden naast de Rijksuitkeeringen nog
noodig zal hebben.
Daar sommige verordeningen vóór 1 Sep
tember a.s. moeten vastgesteld worden, opdat
goedkeuring door de Kroon vóór 1 Januari
a.s. mogelijk zal zijn, is het begrijpelijk, dat
men zich in diverse colleges van B. en W. yn
in tal van gemeenteraden reeds met deze be
langrijke beslissingen bezig houdt. Hier en
daar heeft men al een definitief besluit ge
nomen en wij hebben dezer dagen eens een
bezoek bij onzen wethouder van Financiën
gebracht en hem gevraagd hoever Alkmaar
met de voorbereidingen is gevorderd en welke
ongeveer de regeling zal zijn, die in deze ge
meente zal worden getroffen.
De wethouder trok een heel geheimzinnig
gezicht dat doen alle wethouders van
Financiën als er naar hun plannen gevraagd
wordt en deelde mede, dat het college van
B. en W. binnen enkele dagen te dezer zake
een beslissing zal nemen. Hoe deze zou zijn,
kon hij niet voorspellen en evenmin achtte
hij het daarom mogelijk bepaalde cijfers te
noemen, temeer omdat de door B. en W. ge
nomen besluiten allereerst nog naar de com
missie voor de Financiën ter beoordeeling ge
zonden worden en ten slotte de Raad daar
over zal moeten beslissen.
Zekerheid1 welke bronnen van inkomsten
hier voortaan zullen zijn en hoeveel elk daar
van in de gemeentelijke schatkist zal brengen
tt flgpj 9*^ta geven.-r
Maar de wethouder is natuurlijk in eerste
instantie de adviseur van B. en W. en we
stellen ons voor, dat zoowel het College als
de betrokken financieele commissie en de
Raad niet belangrijk zullen afwijken van de
regeling, die hij met zijn ambtenaren bestu
deerd heeft en voor onze gemeente ten slotte
de meest gewenschte heeft bevonden.
Wij hebben hem daarom naar zijn per
soonlijk inzicht gevraagd en de wethouder
bleek gaarne bereid dit over de thans door
Alkmaar te treffen maatregelen te geven.
In onze gemeente zijn tot dusver inkomens
van 850 voor gehuwden en 700 voor on
gehuwden vrij van belasting en wanneer de
gemeente voortaan in de eerste klasse wordt
gerangschikt begint de belastingplicht voor
gehuwden bij een inkomen van 800 en
voor ongehuwden bij 700. Dan worden
dus reeds inkomens getroffen, die nu nog
vrij zijn en waar men er in Alkmaar nimmer
op gesteld is geweest deze of nog lagere in
komens te belasten, ligt het voor de hand,
dat Alkmaar zich in de eerste klasse zal
plaatsen, al zal men daardoor vrijwillig een
belangrijk bedrag aan belasting en opcenten
prijs geven.
Blijkens de berekening aan de hand van
de kohieren der Rijksinkomstenbelasting
19291930 is de opbrengst der gemeente
fondsbelasting voor Alkmaar op ongeveer
338.000 te stellen, waarop hoogstens 80
opcenten, dus 270.000 mag worden gehe
ven, maar wanneer er geen wijziging komt
in de raming voor de personeele belasting
en voor de winstuitkeering van de bedrijven,
waarbij men om aan den veiligen kant te
blijven een kleiner bedrag geraamd heeft dan
het laatste jaar in de gemeentelijke schatkist
gestort werd dan zou met een kleiner aan-,
tal opcenten volstaan kunnen worden.
Persoonlijk gevoelde de wethouder niets
voor verzwaring der personeele belasting en
voor een progressieve 'opcentenheffing op de
gemeentefondsbelasting, maar het is moge
lijk, dat de Raad daarover anders zal oor-
deelen waardoor de opbrengst der personee
le belasting en het bedrag der winstuitkee
ring uit de bedrijven verandering kunnen
ondergaan.
Wat de personeele belasting aangaat, is
Alkmaar op het oogenblik ingedeeld in de
vierde klas wat de stad en in de zevende klas
wat de omgeving betreft. Reeds vroeger is
de gemeente met den Inspecteur der Belas
tingen overeengekomen dat deze zou voor
stellen Alkmaar wat de stad betreft in de
derde klasse te plaatsen, waardoor evenwel
een 20.000 belasting verloren gaat, omdat
perceelen met een huurwaarde van 175 tot
200 dan vrijgesteld zullen worden. Per
soonlijk voelde de wethouder dit als een com
pensatie aan de minst kapitaalkrachtigen om
dat deze met een inkomen van 800 thans in
de belasting aangeslagen worden terwijl zij
tot dusver vrijuit gingen.
Natuurlijk kan men dergelijke sommen niet
zonder meer overboord werpen en men zal
andere bedragen moeten vinden, die de ledi
ge plekjes in de gemeentelijke schatkist weer
aanvullen.
De wethouder acht het niet meer dan bil
lijk, dat in de opcenten der personeele belas
ting ook verwerkt worden ae opbrengst der
opcenten welke de Provincie en het Rijk tot
dusver op de hoofdsom hebben geheven. Dit
beteekent een bedrag van ruim 50.000 en
de belastingbetalers worden er niet opnieuw
door getroffen doordat zij deze gelden ook
nu reeds opbrengen, maar deze tot dusver
niet ten bate der gemeente zijn gekomen.
Persoonlijk voelt de wethouder niets voor
een progressieve belasting op de huurwaarde
of voor verandering van deze belasting naar
de andere grondslagen. Veel eenvoudiger is
een verhooging van het opcententarief of het
vaststellen van een factor waarmede de op
brengst kan worden geregeld.
Voor het geval dat B. en W. verhooging
in dezen zin wenschelijk achten zal het mo
gelijk zijn de opcenten op de gemeentefonds
belasting progressief te maken omdat men
aan die belasting dan niet gebonden zal zijn.
Daar thans 70 opcenten op de vermogens
belasting worden geheven en de gemeente er
voortaan niet meer dan 50 mag vaststellen
zal de betrokken verordening in allen gevalle
gewijzigd moeten worden en wat een woon
forensenbelasting betreft, deze is voor onze
gemeente van zoo weinig beteekenis, dat men
ze bij de berekning van het gemeentelijk inko
men veilig kan uitschakelen.
Hoeveel de belastingbetalers voortaan
moeten opbrengen is natuurlijk voor een
groot deel afhankelijk van de vraag hoe
groot de uitkeering zal zijn welke Alkmaar
uit het Gemeentefonds van het Rijk zal ont
vangen.
Volgens het bij het Centraal Bureau voor
de Statistiek verschenen jaarlijksch overzicht
van den belastingdruk in Nederland neemt
Alkmaar wat de tegenwoordige belastinghef
fing betreft geen ongunstige plaats in. 'Men
betaalt hier bij een inkomen van 1000 en
van 5000 (voor gehuwden zonder kinderen)
resp. 2.25 en 254.25, terwijl deze bedra
gen ia CaJlantsggg h-v- -i 2.40 472.83
zijn, in den Helder 4.05 en 374.05, in
Hoorn 10.53 en 297.05, in De Rijp/ 18.72
en 256.10, in Purmerend 6.51 en
439.38. 's-Graveland maakt al een heel
gunstige uitzondering met bedragen van
resp. 2.41 'A en ƒ91.74.
Aan de 1078 gemeenten in ons land is een
rangcijfer gegeven waarbij de gemeente met
den minsten belastingdruk het cijfer 1 en
die met den hoogsten druk het cijfer 1078
heeft gekregen.
Dan blijkt, dat Alkmaar thans het cijfer
675 toekomt en voor andere gemeenten in
deze provincie vinden wij dan ter vergelij
king de volgende cijfers: Callantsoog 997,
Den Helder 965, Hoorn 854, Jisp 814, Kwa-
dijk 986, Purmerend 958, Schagen 665 en
Zaandam 727.
Uit dergelijke overzichten blijkt wel, dat
Alkmaar er wat de belasting betreft nog niet
zoo slecht voorstaat, of eigenlijk is het juist
andersom want nu de belastingregeling een
andere wordt en elke gemeente naar geble
ken behoefte een uitkeering zal krijgen, maakt
Alkmaar niet zoo'n armzalig figuur, dat de
Rijksbedeeling erg zal meevallen.
Wij kunnen ons slechts troosten met de
gedachte, dat over de drie jaren welke voor
de berekening der uitkeering in aanmerking
zijn gekomen Alkmaar er „gelukkig" wat on
gunstiger voorstond, al zal de uitkeering uit
het Gemeentefonds hier naar verhouding
heel wat kleiner zijn dan in vele andere der
hierboven genoemde plaatsen.
Wij begrijpen, dat de wethouder van finan
ciën met het oog op alle mogelijke wenschèn
die nog uit het College, de commissie voor
de financiën of den Raad naar voren kunnen
komen, nog geen definitieve regelingen en cij
fers zal kunnen opgeven.
Vast staat, dat het minimum bedrag waar
op onze gemente aanspraak zal kunnen ma
ken als uitkeering uit het Gemeentefonds
350.000 zal zijn en dat de uitkeering over
het eerste jaar vermoedelijk 380.000 a
390.000 zal bedragen.
Last not least kan worden medegedeeld, dat
voor zoover thans kan worden nagegaan
Alkmaars ingezetenen voortaan jaarlijks een
bedrag van ongeveer 200.000 minder heb
ben te betalen, zoodat de nieuwe regeling
voor onze burgerij een belangrijke verminde
ring van den belastingdruk met zich zal
brengen.
ONRUST IN DE OUDE WERELD.
Het land van Mussolini blijft de aandacht
vragen.
Wij hebben een Volkenbond, die tracht
de verschillende landen nader tot elkander te
brengen en die verwikkelingen in den minne
tracht te schikken.
Wij hebben verschillende conferenties ge
had, die eveneens ten doel hadden, de ver
broedering der volkeren tot een feit te doen
maken.
Wij hebben vlootconferenties gehad, die af
schaffing, of althans vermindering van
vlootsterkten ten doel hadden.
Kortom, er zijn verschillende pogingen ge
weest, om de mogelijkheid van een oorlog
kleiner te maken en om de rust in en buiten
Europa te bestendigen.
Den laatsten tijd echter is het met die rust
min of meer gedaan. Op verschillende plaat
sen komen botsingen voor, weliswaar voor
namelijk op politiek terrein, maar daardoor
zijn zij niet minder gevaarlijk.
In onze overzichten hebben wij al ver
scheidene keeren gewezen op Mussolini en
zijn fascistische ideeën. Wij hebben zijn op
zienbarende redevoeringen opgenomen en
daarbij gewezen op het gevaar, dat er in deze
redevoeringen schuilde.
Het is toen duidelijk gebleken, dat het tus
schen Italië en Frankrijk nog steeds geen
koek en ei is, en dat beide landen elkaar niet
vertrouwen. Dat was eigenlijk niet zoo heel
verrassend, want ook de Londensche vloot-
conferentie leerde al, hoe Italië over Frank
rijk en omgekeerd, hoe Frankrijk over Italië
dacht. Dat moet dan wel de voornaamste re
de zijn, dat beide landen ter vlootconferentie
zoo weinig inschikkelijk waren.
En nu weer is daar de plotselinge terug
keer van prins Carol naar Roemenië bijge
komen.
Carol was een soort banneling, die in
Frankrijk verblijf hield en daar half en haif
als een gevangene beschouwd kon worden.
En weer is Italië er dadelijk bij, om de terug
keer van Carol toe te juichen, daarmee
Frankrijk weer een steek onder water toe
brengend.
En namen wij gisteren niet een bericht
op, dat de gevangenneming van een Italiaan-
schen spion door Frankrijk vermeldde? Vol
gens dat bericht zou een hooggeplaatst Ita-
liaansch officier als spion in Frankrijk ge
werkt hebben en verschillende bijzonderhe
den over het Fransche leger in handen ge
kregen hebben.
Nee, het is niet in de haak tusschen deze
twee groote mogendheden, die allebei sterk
middelen zijn voorzien. En zoolang Italië
zich niet absoluut heerscher van de Middel-
landsche Zee kan noemen en daarin nog een
concurrent in Frankrijk bezit, zoolang zal het
tusschen die twee staten wel niet in orde ko
men ook.
Een ander geluid, dat den laatsten tijd de
aandacht trekt is Polen. Het schijnt, dat er
op de Duitsch-Poolsche grens dingen gebeu
ren, die niet door den beugel kunnen. De
grenswachter en -patrouilles worden her
haaldelijk lastig gevallen en nota's worden
over en weer gewisseld. Al zijn die feiten
niet zoo heel ernstig te noemen, toch kunnen
ze aanleiding geven tot gevaarlijke strubbe
lingen en dat is iets, waar Europa nog niet
tegen kan.
Een ander gevaar -— wij zullen de bolsje
wistische actie maar laten rusten is de
burgerlijke beweging in Britsch-Indië. Hoe
wel deze beweging een geheel ander karak
ter draagt, dan de politieke strubbelingen,
die wij hierboven genoemd hebben, is zij
daarom niet van minder belang.
De actie van Gandhi en zijn volgelingen
heeft zich voortdurend uitgebreid en het ein
de er van is nog niet te overzien. E>e Engel-
sche regeering staat hier voor een zeer moei
lijk probleem, dat zij nog niet goed weet op
te lossen. Moet zij krachtiger optreden, dan
bestaat de kans, dat weldra geheel Britsch-
Indië in opstand komt. Daar staat tegenover,
dat bij de min of meer afwachtende houding
de tegenstanders van het Engëlsche regime
meer durf krijgen en dus meer gaan eischen.
Engeland moet dus van twee kwade de minst
ergste kiezen en we gelooven, dat zij op 't
oogenblik zoo'n beetje midden in 't vaarwa
ter blijft, al lijkt het er wel op, dat Groot-
Brittannië de zaken strenger zal aanpakken.
Dan is ter tenslotte nog China, waar eigen
lijk altijd onrust heerscht. Nog steeds is daar
geen man of partij gevonden, die krachtig
genoeg is, om aan alle anderen weerstand
te bieden.
Nog steeds is China verdeeld in eenige groo
te groepen, die elk voor zich meenen, China
te kunnen regeeren. Maar ook nog steeds is
het gebleken, dat dit niet gaat.
Daar komt nog bij, dat die strijd in China
niet alleen door de Chineezen zelf uitgevoch
ten wordt, maar dat de Sovjet-propaganda
haar intrede heeft gedaan in het oude rijk
in het verre Oosten.
En die bolsjewistische propaganda blijkt
ook daar niet bevordelijk te zijn voor de rust
van het land en zij geeft aan de Chineesche
kwestie ook al weer een internationaal tintje.
Zoodat we niet kunnen zeggen, dat het
erg rustig is in de Oude Wereld, en dat men
vooral Mussolini in het oog moet houden.
Italië schijnt de opvolger te willen worden
van den Balkan, dat voor den wereldoorlog
steeds weer de aandacht vroeg, maar dat nu
zeldzaam rustig is.
Of zou in Roemenië straks nog wrijving
komen
Oneenigheid onder de grensstammen.
Naar verluidt zou oneenigheid zijn ontstaan
in de gelederen van eenige vijandelijke stam
men aan de N.W,-grens, naar aanleiding van
klachten, dat bepaalde hoofden het ontvangen
geld niet verdeelden of in verband met weder-
zijdsche beschuldigingen.
De luchtoperaties in het N.W
Het bombardement uit de lucht van de troe
pen van den hadji van 1 oerangzai duurt blij
kens een Reuterbericht uit Pesjawar nog sleed»
voort. Door het bombardement van den lOen
moeten er onder de mannen van den had)i tal
van slachtoffers zijn gevallen.
Straffen inzake dienstweigering te
Pesjawar.
Thans is uitspraak gedaan in de zaak der 17
mwtfehappen van het regipe&t G «hwaja