DAGBLAD VQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Alkmaar en de nieuwe belastingregeling. AUTOMOBIEL- STALUNG A. DAM Go. Buitenland De burgerlijke beweging in Britsch-Indië. No. 13§ ZATEHDAO 14 JUNI 1930 132e Jaargang. Op welke wijze zal Alkmaar belasting heffen De burgerij behoeft voortaan f200000 per jaar minder op te brengen. Dagelijksch overzicht, RUIME EN VEILIGE AANGEBODEN Billijke tarieven FIAT- EN NASH-GARAGE SCHARLOO 2-4 Tel. 490 fffTOSfflti 8iin van modarafite ooilam-. ALKMAARSCHE COURANT, Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. =^p PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: *2 Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Belasting wil zeggen een last opleggen en het is daarom een woord, dat niemand aan genaam in de ooren klinkt. Men kan enthousiast raken over een doel waarvoor geld noodig is en in zijn enthou siasme een vrijwillige bijdrage sturen, maar Staat, Provincie en Gemeente hebben de be lastinggelden ook voor nuttige doeleinden noodig en wij hebben nog nooit gehoord, dat iemand een vrijwillige bijdrage voor de schat kist heeft gezonden of het moest gewetens- geld zijn en dan is er in den regel nog niet zoozeer van een bezwaard geweten dan wel yan de vrees voor ontdekking sprake. Niemand zal ontkennen, dat de samen leving zonder belasting onbestaanbaar is, maar er zal altijd wel verschil van inzicht blijven over de'noodzakelijkheid van velerlei •uitgaven en over de grootte van het aandeel dat men zelf in de belastinggelden zal heb ben bij te dragen. j De belasting is altijd1 een onderwerp, dat groote belagstélling trekt, omdat ieder er financieel bij geïnteresseerd is en wie ver klaart, dat zij' te hoog of te ongelijk verdeeld is, kan op een groote schare enthousiaste geestverwanten rekenen. Maar de strekking van dit artikel is op het oogenblik niet om mede-verongelijkten tot een gezamenlijk protest op te roepen, maar alleen om eens na te gaan wat er binnen weinige maanden met ons belastingstelsel zal gebeu ren, welke groote veranderingen op til zijn, hoe Alkmaar daarop reageeren zal en last not least of die veranderingen voor onze stadgenooten al dan niet een verbetering zullen beteekenen. Pn 1928 toen het wetsontwerp op de finan- cieele verhouding tusschen Rijk en Gemeen ten was ingediend, hebben we van doel en strekking van dat ontwerp reeds een uitvoe rige beschouwing gegeven en de toen nog zeer onzekere voorspelling gedaan, dat de belastingbetalers er hier ter stede wel dege lijk van zullen profiteeren. Inmiddels is dat ontwerp in Tweede en Eerste Kamer in behandeling gekomen en hier en daar gewijzigd en waar de wet 1 Mei a.s. in werking zal treden, hebben alle ge meentebesturen reeds voorbereidende maat regelen moeten nemen. Zij hebben de gege vens moeten verschaffen voor de uitkeering van 'het Gemeentefonds en zij moeten beslis sen over de vraag op welke wijze zij de nog ontbrekende gelden zullen heffen. Zooals bekend zal de tot dusver bestaande plaatselijke inkomstenbelasting het volgend jaar worden afgeschaft. De gemeenten krij- fen dan een uitkeering uit het zoogenaamde iemeentefonds, waarvoor het Rijk een be lasting zal heffen, die op alle Nederlanders in gelijke mate zal drukken, zoodat het niet meer kan voorkomen, dat men b.v. bij een in komen van 1600 in Wassenaar 8 en in Sittard ruim 100 moet betalen. Het blijft voortaan wat de Gemeentefondsbelasting be treft, onverschillig in welke plaats men zijn woonplaats kiest omdat het benoodigde be drag over alle belastingbetalers in den lande evenredig verdeeld wordt, zoodat men in plaatsen waar men op het oogenblik weinig heft iets meer en in andere plaatsen iets min der zal moeten betalen. Van de tot een Gemeentefonds bijeenge brachte gelden krijgen de gemeenten dan een uitkeering naar gebleken behoefte. Na tuurlijk is er een grens aan die uitkeering, en zij wordt vastgesteld naar een formule, waarbij de toestand over drie reeds verloopen belastingjaren in ocgenschouw wordt geno men en waarbij voornamelijk de uitgaven voor politie, armenzorg en onderwijs in aan merking zijn genomen. Naast die Rijksuitkeering moeten de ge meenten zelf voor de nog ontbrekende gelden zorgen. Zij mogen hoogstens 50 opcenten heffen op de vermogensbelasting het Rijk zelf heft daarop ook 50 opcenten zij mogen al dan niet progressieve opcenten op de Rijks belasting voor het Gemeentefonds heffen, zij ontvangen voortaan het drievierde deel van de zuivere opbrengst van de hoofdsom der grondbelasting ter plaatse en mogen ook daarop opcenten heffen, zij kunnen desge- wenscht een woonforensenbelasting in het leven roepen en zij behouden natuurlijk de bedrijfswinsten. Bovendien komen aan de gemeenten nog eenige kleinere bijdragen ten goede, o.a. een uitkeering ten bedrage van 75 van de jaarwedden van burgemeester en secretaris wat evenwel slechts voor de kleinere plaatsen van beteekenis is, daar het totaal niet meer dan 3000 zal bedragen. De uitkeeringen volgens de wet van 1897 komen te vervallen. vppj de hgifiog door yan de Gemeentefondsbelasting is het zuiver inkomen zooals dat in de wet op de inkom stenbelasting reeds is vastgesteld, waarbij natuurlijk rekening met kinderaftrek wordt gehouden. Aan de gemeente zelf wordt dan overge laten in welke van drie klassen zij zich wil rangschikken. Komt zij in de eerste klasse, dan wordt het inkomen van ongehuwden 100 hooger geraamd, in de tweede klasse bedraagt dit 200 en 100 voor gehuwden en in dé derde klasse resp. 300 en 200. Hoe lager de klasse is waarin de gemeente zich rangschikt, hoe lager het inkomen dus is waarvan geen belasting wordt geheven en men zal in de dorpen, waar men gewoonlijk reeds kleinere inkomens belast, waarschijnlijk meer tot plaatsing in de tweede of derde klasse en in de steden tot rangschikking in de eerste klasse besluiten. Op de gemeentefondsbelasting mag de ge- meene opcenten heffen, welke niet hooger zijn dan het getal der opcenten dat geheven wordt op de hoofdsom van de grondbelas ting op de gebouwde eigendommen, welk aantal voor Alkmaar 80 bedraagt. In nood gevallen mag tot 100 opcenten gegaan wor den, maar dit moet uitzondering blijven. Die opcenten worden op alle aanslagen tot een gelijk getal geheven, maar de gemeente kan ze al dan niet progressief maken. Bedenkt men, dat ook de gemeentefondsbe lasting reeds een progressieve heffing is, dan zal een dergelijke heffing van opcenten dus dubbele progressie brengen, al zal dit niet zoo zwaar gevoeld worden, omdat de pro gressie, die het Rijk bij de heffing voor het Gemeentefonds vaststelt, zeer gematigd is. Men zal zich afvragen waarom aan de gemeenten' het heffen van een woonforensen belasting is toegestaan, terwijl toch door de nieuwe regeling eindelijk gebroken is met de zeer onbillijke forensenbelasting, waardoor iemand die in een andere plaats woont dan waarin hij zijn bedrijf uitoefent eigenlijk dubbel moet betalen. De woonforensenbelasting treft evenwel niet het inkomen, maar is uitsluitend een be lasting op het houden van een gemeubileerd huis of een gemeubileerde kamer en dus meer als een verteringsbelasting te beschouwen, waarbij men uitsluitend rekening houdt met den duur van het verblijf en de huurwaarde van de woning. De gemeente moet bij verordening vaststel len in welke der negen bestaande klassen der personeele belasting zij gerangschikt wenscht te worden en voor verschillende dee- len eener gemeente zal de classificatie ook verschillend kunnen zijn. De gemeente kan zelf bepalen op welke grondslagen dienstboden, meubilair, paarden, pleiziervaartuigen of biljarten zij wel en niet belasting wil heffen, zij kan voor den eenen grondslag een verhooging of verlaging invoeren en sommige desgewenscht geheel doen vervallen. Tevens kan zij be slissen of zij voor deze belasting progressieve opcenten wil heffen of dat zij bijvoorbeeld alleen progressie wil invoeren voor de hoofd som, de heffing naar de huurwaarde. De gemeenten hebben dus groote vrijheid gekregen en wat men in diverse gemeenten zal doen, hangt natuurlijk allereerst af van het bedrag dat men voor het gemeentelijk huishouden naast de Rijksuitkeeringen nog noodig zal hebben. Daar sommige verordeningen vóór 1 Sep tember a.s. moeten vastgesteld worden, opdat goedkeuring door de Kroon vóór 1 Januari a.s. mogelijk zal zijn, is het begrijpelijk, dat men zich in diverse colleges van B. en W. yn in tal van gemeenteraden reeds met deze be langrijke beslissingen bezig houdt. Hier en daar heeft men al een definitief besluit ge nomen en wij hebben dezer dagen eens een bezoek bij onzen wethouder van Financiën gebracht en hem gevraagd hoever Alkmaar met de voorbereidingen is gevorderd en welke ongeveer de regeling zal zijn, die in deze ge meente zal worden getroffen. De wethouder trok een heel geheimzinnig gezicht dat doen alle wethouders van Financiën als er naar hun plannen gevraagd wordt en deelde mede, dat het college van B. en W. binnen enkele dagen te dezer zake een beslissing zal nemen. Hoe deze zou zijn, kon hij niet voorspellen en evenmin achtte hij het daarom mogelijk bepaalde cijfers te noemen, temeer omdat de door B. en W. ge nomen besluiten allereerst nog naar de com missie voor de Financiën ter beoordeeling ge zonden worden en ten slotte de Raad daar over zal moeten beslissen. Zekerheid1 welke bronnen van inkomsten hier voortaan zullen zijn en hoeveel elk daar van in de gemeentelijke schatkist zal brengen tt flgpj 9*^ta geven.-r Maar de wethouder is natuurlijk in eerste instantie de adviseur van B. en W. en we stellen ons voor, dat zoowel het College als de betrokken financieele commissie en de Raad niet belangrijk zullen afwijken van de regeling, die hij met zijn ambtenaren bestu deerd heeft en voor onze gemeente ten slotte de meest gewenschte heeft bevonden. Wij hebben hem daarom naar zijn per soonlijk inzicht gevraagd en de wethouder bleek gaarne bereid dit over de thans door Alkmaar te treffen maatregelen te geven. In onze gemeente zijn tot dusver inkomens van 850 voor gehuwden en 700 voor on gehuwden vrij van belasting en wanneer de gemeente voortaan in de eerste klasse wordt gerangschikt begint de belastingplicht voor gehuwden bij een inkomen van 800 en voor ongehuwden bij 700. Dan worden dus reeds inkomens getroffen, die nu nog vrij zijn en waar men er in Alkmaar nimmer op gesteld is geweest deze of nog lagere in komens te belasten, ligt het voor de hand, dat Alkmaar zich in de eerste klasse zal plaatsen, al zal men daardoor vrijwillig een belangrijk bedrag aan belasting en opcenten prijs geven. Blijkens de berekening aan de hand van de kohieren der Rijksinkomstenbelasting 19291930 is de opbrengst der gemeente fondsbelasting voor Alkmaar op ongeveer 338.000 te stellen, waarop hoogstens 80 opcenten, dus 270.000 mag worden gehe ven, maar wanneer er geen wijziging komt in de raming voor de personeele belasting en voor de winstuitkeering van de bedrijven, waarbij men om aan den veiligen kant te blijven een kleiner bedrag geraamd heeft dan het laatste jaar in de gemeentelijke schatkist gestort werd dan zou met een kleiner aan-, tal opcenten volstaan kunnen worden. Persoonlijk gevoelde de wethouder niets voor verzwaring der personeele belasting en voor een progressieve 'opcentenheffing op de gemeentefondsbelasting, maar het is moge lijk, dat de Raad daarover anders zal oor- deelen waardoor de opbrengst der personee le belasting en het bedrag der winstuitkee ring uit de bedrijven verandering kunnen ondergaan. Wat de personeele belasting aangaat, is Alkmaar op het oogenblik ingedeeld in de vierde klas wat de stad en in de zevende klas wat de omgeving betreft. Reeds vroeger is de gemeente met den Inspecteur der Belas tingen overeengekomen dat deze zou voor stellen Alkmaar wat de stad betreft in de derde klasse te plaatsen, waardoor evenwel een 20.000 belasting verloren gaat, omdat perceelen met een huurwaarde van 175 tot 200 dan vrijgesteld zullen worden. Per soonlijk voelde de wethouder dit als een com pensatie aan de minst kapitaalkrachtigen om dat deze met een inkomen van 800 thans in de belasting aangeslagen worden terwijl zij tot dusver vrijuit gingen. Natuurlijk kan men dergelijke sommen niet zonder meer overboord werpen en men zal andere bedragen moeten vinden, die de ledi ge plekjes in de gemeentelijke schatkist weer aanvullen. De wethouder acht het niet meer dan bil lijk, dat in de opcenten der personeele belas ting ook verwerkt worden ae opbrengst der opcenten welke de Provincie en het Rijk tot dusver op de hoofdsom hebben geheven. Dit beteekent een bedrag van ruim 50.000 en de belastingbetalers worden er niet opnieuw door getroffen doordat zij deze gelden ook nu reeds opbrengen, maar deze tot dusver niet ten bate der gemeente zijn gekomen. Persoonlijk voelt de wethouder niets voor een progressieve belasting op de huurwaarde of voor verandering van deze belasting naar de andere grondslagen. Veel eenvoudiger is een verhooging van het opcententarief of het vaststellen van een factor waarmede de op brengst kan worden geregeld. Voor het geval dat B. en W. verhooging in dezen zin wenschelijk achten zal het mo gelijk zijn de opcenten op de gemeentefonds belasting progressief te maken omdat men aan die belasting dan niet gebonden zal zijn. Daar thans 70 opcenten op de vermogens belasting worden geheven en de gemeente er voortaan niet meer dan 50 mag vaststellen zal de betrokken verordening in allen gevalle gewijzigd moeten worden en wat een woon forensenbelasting betreft, deze is voor onze gemeente van zoo weinig beteekenis, dat men ze bij de berekning van het gemeentelijk inko men veilig kan uitschakelen. Hoeveel de belastingbetalers voortaan moeten opbrengen is natuurlijk voor een groot deel afhankelijk van de vraag hoe groot de uitkeering zal zijn welke Alkmaar uit het Gemeentefonds van het Rijk zal ont vangen. Volgens het bij het Centraal Bureau voor de Statistiek verschenen jaarlijksch overzicht van den belastingdruk in Nederland neemt Alkmaar wat de tegenwoordige belastinghef fing betreft geen ongunstige plaats in. 'Men betaalt hier bij een inkomen van 1000 en van 5000 (voor gehuwden zonder kinderen) resp. 2.25 en 254.25, terwijl deze bedra gen ia CaJlantsggg h-v- -i 2.40 472.83 zijn, in den Helder 4.05 en 374.05, in Hoorn 10.53 en 297.05, in De Rijp/ 18.72 en 256.10, in Purmerend 6.51 en 439.38. 's-Graveland maakt al een heel gunstige uitzondering met bedragen van resp. 2.41 'A en ƒ91.74. Aan de 1078 gemeenten in ons land is een rangcijfer gegeven waarbij de gemeente met den minsten belastingdruk het cijfer 1 en die met den hoogsten druk het cijfer 1078 heeft gekregen. Dan blijkt, dat Alkmaar thans het cijfer 675 toekomt en voor andere gemeenten in deze provincie vinden wij dan ter vergelij king de volgende cijfers: Callantsoog 997, Den Helder 965, Hoorn 854, Jisp 814, Kwa- dijk 986, Purmerend 958, Schagen 665 en Zaandam 727. Uit dergelijke overzichten blijkt wel, dat Alkmaar er wat de belasting betreft nog niet zoo slecht voorstaat, of eigenlijk is het juist andersom want nu de belastingregeling een andere wordt en elke gemeente naar geble ken behoefte een uitkeering zal krijgen, maakt Alkmaar niet zoo'n armzalig figuur, dat de Rijksbedeeling erg zal meevallen. Wij kunnen ons slechts troosten met de gedachte, dat over de drie jaren welke voor de berekening der uitkeering in aanmerking zijn gekomen Alkmaar er „gelukkig" wat on gunstiger voorstond, al zal de uitkeering uit het Gemeentefonds hier naar verhouding heel wat kleiner zijn dan in vele andere der hierboven genoemde plaatsen. Wij begrijpen, dat de wethouder van finan ciën met het oog op alle mogelijke wenschèn die nog uit het College, de commissie voor de financiën of den Raad naar voren kunnen komen, nog geen definitieve regelingen en cij fers zal kunnen opgeven. Vast staat, dat het minimum bedrag waar op onze gemente aanspraak zal kunnen ma ken als uitkeering uit het Gemeentefonds 350.000 zal zijn en dat de uitkeering over het eerste jaar vermoedelijk 380.000 a 390.000 zal bedragen. Last not least kan worden medegedeeld, dat voor zoover thans kan worden nagegaan Alkmaars ingezetenen voortaan jaarlijks een bedrag van ongeveer 200.000 minder heb ben te betalen, zoodat de nieuwe regeling voor onze burgerij een belangrijke verminde ring van den belastingdruk met zich zal brengen. ONRUST IN DE OUDE WERELD. Het land van Mussolini blijft de aandacht vragen. Wij hebben een Volkenbond, die tracht de verschillende landen nader tot elkander te brengen en die verwikkelingen in den minne tracht te schikken. Wij hebben verschillende conferenties ge had, die eveneens ten doel hadden, de ver broedering der volkeren tot een feit te doen maken. Wij hebben vlootconferenties gehad, die af schaffing, of althans vermindering van vlootsterkten ten doel hadden. Kortom, er zijn verschillende pogingen ge weest, om de mogelijkheid van een oorlog kleiner te maken en om de rust in en buiten Europa te bestendigen. Den laatsten tijd echter is het met die rust min of meer gedaan. Op verschillende plaat sen komen botsingen voor, weliswaar voor namelijk op politiek terrein, maar daardoor zijn zij niet minder gevaarlijk. In onze overzichten hebben wij al ver scheidene keeren gewezen op Mussolini en zijn fascistische ideeën. Wij hebben zijn op zienbarende redevoeringen opgenomen en daarbij gewezen op het gevaar, dat er in deze redevoeringen schuilde. Het is toen duidelijk gebleken, dat het tus schen Italië en Frankrijk nog steeds geen koek en ei is, en dat beide landen elkaar niet vertrouwen. Dat was eigenlijk niet zoo heel verrassend, want ook de Londensche vloot- conferentie leerde al, hoe Italië over Frank rijk en omgekeerd, hoe Frankrijk over Italië dacht. Dat moet dan wel de voornaamste re de zijn, dat beide landen ter vlootconferentie zoo weinig inschikkelijk waren. En nu weer is daar de plotselinge terug keer van prins Carol naar Roemenië bijge komen. Carol was een soort banneling, die in Frankrijk verblijf hield en daar half en haif als een gevangene beschouwd kon worden. En weer is Italië er dadelijk bij, om de terug keer van Carol toe te juichen, daarmee Frankrijk weer een steek onder water toe brengend. En namen wij gisteren niet een bericht op, dat de gevangenneming van een Italiaan- schen spion door Frankrijk vermeldde? Vol gens dat bericht zou een hooggeplaatst Ita- liaansch officier als spion in Frankrijk ge werkt hebben en verschillende bijzonderhe den over het Fransche leger in handen ge kregen hebben. Nee, het is niet in de haak tusschen deze twee groote mogendheden, die allebei sterk middelen zijn voorzien. En zoolang Italië zich niet absoluut heerscher van de Middel- landsche Zee kan noemen en daarin nog een concurrent in Frankrijk bezit, zoolang zal het tusschen die twee staten wel niet in orde ko men ook. Een ander geluid, dat den laatsten tijd de aandacht trekt is Polen. Het schijnt, dat er op de Duitsch-Poolsche grens dingen gebeu ren, die niet door den beugel kunnen. De grenswachter en -patrouilles worden her haaldelijk lastig gevallen en nota's worden over en weer gewisseld. Al zijn die feiten niet zoo heel ernstig te noemen, toch kunnen ze aanleiding geven tot gevaarlijke strubbe lingen en dat is iets, waar Europa nog niet tegen kan. Een ander gevaar -— wij zullen de bolsje wistische actie maar laten rusten is de burgerlijke beweging in Britsch-Indië. Hoe wel deze beweging een geheel ander karak ter draagt, dan de politieke strubbelingen, die wij hierboven genoemd hebben, is zij daarom niet van minder belang. De actie van Gandhi en zijn volgelingen heeft zich voortdurend uitgebreid en het ein de er van is nog niet te overzien. E>e Engel- sche regeering staat hier voor een zeer moei lijk probleem, dat zij nog niet goed weet op te lossen. Moet zij krachtiger optreden, dan bestaat de kans, dat weldra geheel Britsch- Indië in opstand komt. Daar staat tegenover, dat bij de min of meer afwachtende houding de tegenstanders van het Engëlsche regime meer durf krijgen en dus meer gaan eischen. Engeland moet dus van twee kwade de minst ergste kiezen en we gelooven, dat zij op 't oogenblik zoo'n beetje midden in 't vaarwa ter blijft, al lijkt het er wel op, dat Groot- Brittannië de zaken strenger zal aanpakken. Dan is ter tenslotte nog China, waar eigen lijk altijd onrust heerscht. Nog steeds is daar geen man of partij gevonden, die krachtig genoeg is, om aan alle anderen weerstand te bieden. Nog steeds is China verdeeld in eenige groo te groepen, die elk voor zich meenen, China te kunnen regeeren. Maar ook nog steeds is het gebleken, dat dit niet gaat. Daar komt nog bij, dat die strijd in China niet alleen door de Chineezen zelf uitgevoch ten wordt, maar dat de Sovjet-propaganda haar intrede heeft gedaan in het oude rijk in het verre Oosten. En die bolsjewistische propaganda blijkt ook daar niet bevordelijk te zijn voor de rust van het land en zij geeft aan de Chineesche kwestie ook al weer een internationaal tintje. Zoodat we niet kunnen zeggen, dat het erg rustig is in de Oude Wereld, en dat men vooral Mussolini in het oog moet houden. Italië schijnt de opvolger te willen worden van den Balkan, dat voor den wereldoorlog steeds weer de aandacht vroeg, maar dat nu zeldzaam rustig is. Of zou in Roemenië straks nog wrijving komen Oneenigheid onder de grensstammen. Naar verluidt zou oneenigheid zijn ontstaan in de gelederen van eenige vijandelijke stam men aan de N.W,-grens, naar aanleiding van klachten, dat bepaalde hoofden het ontvangen geld niet verdeelden of in verband met weder- zijdsche beschuldigingen. De luchtoperaties in het N.W Het bombardement uit de lucht van de troe pen van den hadji van 1 oerangzai duurt blij kens een Reuterbericht uit Pesjawar nog sleed» voort. Door het bombardement van den lOen moeten er onder de mannen van den had)i tal van slachtoffers zijn gevallen. Straffen inzake dienstweigering te Pesjawar. Thans is uitspraak gedaan in de zaak der 17 mwtfehappen van het regipe&t G «hwaja

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1