llkmaarscliii Courant.
PUROL
'Sïükgeioopënjl
Kmdird twee en dertigste Jaargang,
Radio-hoekje
tlilLLETON.
De betalende logé.
Trekhondenwet.
maandag- 23 Juni
HERKEURING VAN TREKHONDEN.
Provinciaal nieuws
Ho. 145 1930.
Dinsdag 24 Juni.
Hilversum., 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
1010.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con
cert. A. V. R. O-Kwintet. 2.-3.Gramo
foonplaten. 3.4 Knipcursus. 4.5.
Debutanten concert. Mevr. D. Rozenga,
zang. Mej. M. d'Oliviera, pano. Mevr. E. de
iVriesKellerman, declamatie. 5.30—6
Dinermuziek uit café „Moderne" te Amster
dam. 6.Tijdsein. 6.01 Voortz. Dinermu
ziek. 6.30 Koersen. 6.40—7.^ Gramofoonpl
7.7.30 G. W. Comello: „Voorlichting bij
"Beroepskeuze". 7.308.Joodsch halfuur
tje door het Knapenkoor der Jeugdsynagoge
van „Nachaliel" onder leiding van Am.
Druijff. Solist: S. Bromet, 12 jaar. 8.01 Con
cert. Omroeporkest. Louis Davids, Henk
Didama, zang. John George Russell, saxo
foon en klarinet. 10.— Persber. Daarna:
Vervolg concert. 11.Aansluiting van het
Carlton Hotel te Amsterdam. 12.Sluiting.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.)
8.3010.15 Uitz. van de plechtigheden met
Sintjansprocessie te Laren. 10.3011.
'N. C. R. V. Ziekendienst. 11.11.30 N. C. R.
iV. Lezen van Chr. Lectuur. 11.3012.
K. R. O. Godsdienstig halfuurtje. 12.01
12.15 Politieberichten. 12.151.15 Uitz. van
de plechtigheden met Sint Jansprocessie te
Laren. 1.2.Gramofoonpl. 2.3.Vrou
wenuurtje. 5.-6— Debutanten-uurtje. Mej.
B. ten Berg, sopraan. 5—5.15 Gramofoon-
platen. 5.30—5.45 Gramofoonpl. 6.15 M.
Verstegen: „De wedstrijd R K. Nederland
R. K. DuitscMand op 29 Juni te Maastricht".
6.156.45 Gramofoonpl. 6.457.15 Kerk
latijn 7.15—7.45 Dr. R. Post: „Willem I,
Prins van Oranje". 7.458.Politieber.
8.01—9.15 Concert. Het Muziekconservato
rium. Lies Weijers, piano. P. Hormann,
piano. G. Koch, viool. Rob. Gevers, bariton.
9.1511.Concert door bet K. R. O.-orkest
11.12.Gramofoonpl.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05 Lezing. 12.20 Concert. D. Kit-
chen, sopraan. W. Evans, bariton. 12.50 Or
gelspel door E. O'Henry. 1.20 Orkestconcert.
2.20 Televisie. 2.25 Gramofoonplaten. 2.50
Uitz. voorscholen. 4.50 Orkestconcert en
orgel. 4.50—5.35 Eventueel verslag van het
"Lawn Tennis tournooi te Wimbleaon. 5.35
"Kinderuurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsbe
richten. 7.Piano-recital door V. Langrish.
7.20—7.40 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Con
cert. Orkest. E. Greene, tenor. M. Mukle,
cello. 8.20—8.50 Lezing. 9.20 Nieuwsber.
9.45 Lezing. 10.05 Dansmuziek. 11.05 Dans
muziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50—
2.20 Gramofoonplaten. 4.05 Orkestconcert
en soli. 8.20 Orkestconcert. 9.50 „Le Miroir
de Jésus" van André Caplet. Orkest en
vocale solisten.
Langenberg, 473 M. 7.25—7.50 Gramo
foonplaten. 7.50—8.50 Orkestconcert. 11.05
—11.35 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoon
platen. 1.25—2.50 Orkestconcert en sopraan
5.50—6.50 Gramofoonplaten. 8.30—9.20
Orkestconcert. 9.20 Josef Plaut avond m. m.
v. orkest.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Orkest
concert. 3.20—3.50 Kinderuurtje. 3.50—5.50
Orkestconcert. Zangeres. 8.208.55 Orkest
concert. 8.55—1010 „St. Hansaften-Spil"
tooneelspel van A. Oehlenschlager. 10.30—
10.50 Liederen-voordracht door F. Otto.
10.50—11.20 Kamermuziek door Trio.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonpl. 8.35 Orkestconcert. 9.35 De
clamatie door Carlo Litten. Daarna: Dans
muziek. 8.35 (338 2 M.) Concert georgani
seerd door de SAROV. Gramofoonplaten.
Zeesen1635 M. 6.10—7.20 Lezingen. 7.20
—7.50 Gramofoonplaten. 9.2012.50 Lezin
gen. 12.501.15 Gramofoonpl. 1.15—2.10
Berichten. 2.20—3.20 Gramofoonplaten. 3.20
4.50 Lezingen. 450—5.50 Concert. 5.50—
8 20 Lezingen. 8.20 Gramofoonplaten. 8.35
Viering van het 400-jarig bestaan der Augs
burger Konfession. (Uit München). Daarna:
Orkestconcert
voeten, verzacht en geneest men met
Doo» 30-60. Tube 80 ct. Bi) Apoth. ra Drogisten
Naar het Engelsch
van
K. CAMERON WARD.
16)
„Flink zoo, liefste! Dat moeten we doen!
Dat heb ik al zoo lang gezegd!"
„Wacht Geoff. Vader stond op en sloot de
deur. Toen hij weer ging zitten, schrikte ik
van de uitdrukking op zijn gelaat; hij zag er
vreeselijk oud en slecht uit. Hij zei, dat hij
mijn verbintenis met Barend niet verbreken
kon en gaf mij toen de reden".
Geoff wachtte, tot zij zich weer voldoende
hersteld had, om voort te gaanen intus-
schen maakte hij tal van gissingen, die ech
ter geen van alle juist waren.
Op fluisterenden toon ging zij voort:
„Vader heeft gespeculeerd met het ge.d
van anderen; al jaren heeft hij dit ge
daan; en hij heeft groote sommen verlo
ren. Als dit ontdekt werd, zou hij gevat wor
den en zouden wij geruïneerd zijn. Je weet,
dat ieder hem voor een man van eer houdt.
JSTü, hij was juist op den rand van den onder
gang, toen Rodney Baring aanbood, zich
jmet hem te associeeren, en een groote som
inbracht, op voorwaarde, dat ik hem trouwen
zou. Dit aanbod kwam Vader juist vap pas.
Als ik mij nu terugtrek, zal Mr. Baring zijn
geld weer opeischen en de Bank zal haar be
talingen moeten staken".
Geoff deed zijn best, om zich te bedwin
gen; maar zijn verontwaardiging kende geen
grenzen;
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR maken bekend dat houders
van trekhonden in deze gemeente worden op
geroepen hunne trekhonden met tuig en kar
of karren, waarvoor of waaronder de honden
als trekdieren worden gebruikt, ter herkeuring
aan te bieden.
Deze herkeuring zal plaats hebben in een
lokaal van het gemeente slachthuis aan den
Helderschen weg, waartoe de houders van
trekhonden, die aldaar verschijnen moeten,
nog nader zullen worden opgeroepen.
De herkeuring geschiedt groepsgewijze op
DONDERDAG 26 en VRIJDAG 27 JUNl
AANSTAANDE en vangt aan des namid
dags 1 uur.
De lichamelijke eischen, waaraan een trek
hond moet voldoen, om als zoodanig goedge
keurd te kunnen worden, zijn de volgende:
1. korte, breede, zware nek, krachtige
hals;
2. breede schoft (deel van den rug tus-
schen de schouderbladen);
3. rechte, breede, gespierde rug, korte
rechte breede lendenen:
4. breed, gespierd kruis, smalle gevulde
flanken;
5. de minimum-breedte van de voorborst,
gemeten tusschen de beide middelpunten der
boegen, is voorloopig vastgesteld op 14 c.M.;
6. gewelfde diepe borst, gespierde, vol
doende vastliggende schouder;
7. korte ronde klauwen, niet gespreide
teenen met ronde niet teweeke zoolkussens;
8. goed gebroekt, lange flink gespierde
dij en schenkel, spronggewrichten laag bij
den grond bij goeden stand van de achter-
pooten;
9. krachtige gewrichten.
De honden, die overigens als trekhond wor
den goedgekeurd, moeten, wil de eigenaar
aanspraak maken op een vergunning tot het
zitten gedurende den rit op de hondekar, foi-
sche honden zijn.
KEURING HOND MET KAR.
Verdere beoordeeling van den hond, ge
spannen vóór of onder de kar.
Na de keuring van den hond op zichzelf,
worden de honden verder beoordeeld vóór of
onder de kar of karren (naar gelang van
hunne bestemming), waarvoor het dier als
trekhond zal worden gebruikt.
Er zal op gelet worden, dat niet alleen
tuig en kar voldoen aan de bepalingen, ver
vat in de artikelen 2 en 3 van het sedert ge
wijzigde Koninklijk besluit van 6 Februari
1911 (St.bl. nr. 45), doch tevens:
1. of de onder de kar gespannen hond te
rekenen naar de schouderhoogte, rechtop on
der de kar kan staan en in behoorlijken stand
kan loopen (artikel 5, laatste lid)
2. of gewicht en bouw van de kar in over
eenstemming zijn te achten met den ter
keuring aangeboden hond, zoodat de arbeid,
welke naar verwacht mag worden, den hond
zal worden opgelegd, geen bovenmatige in
spanning zal vereischen.
Alkmaar, 23 Juni 1930.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, burgemeester.
A. KOELMA, secretaris.
De Directeur der Gemeentewerken
van Alkmaar maakt bekend, dat de
BELTBRUG bi] de Gemeenterelniging
voor alle verkeer is afgesloten op
DINSDAG en WOENSDAG 24 en 25
Juni a.s.
Licht rijverkeer, waaronder tevens
wordt begrepen kleine autobussen, wor
den in de gelegenheid gesteld over de
terreinen van de Gemeentereiniging om
te rijden.
HEER-HUGOWAARD.
Protestvergadering.
Vrijdagavond werd in het lokaal van den
hr. Rus de iprotestvergadering tegen de zend-
tijdverdeeling gehouden, uitgeschreven door
het comité van actie.
Ongeveer 40 personen waren opgekomen,
waaronder ook eenige dames.
De verg. werd met een kort woord van
welkom, speciaal aan de sprekers, door den
heer C. Hartog, voorz. van het comité ge
opend, waarna terstond het woord werd ge
geven aan Dr. Max Juda uit Amsterdam.
Deze ving aan met: „Hier is de A. V. R. O
Spr. was al bevreesd ge\*fee$t, dat deze aan
kondiging hedenavond alle luistervinken
ihuis gehouden zou hebben, aangezien de
A. V. R. O. heden een zeer aantrekkelijk pro
gramma heeft, n.1. uitzending van een con
cert onder leiding van Nico Treep.
„Hij is een slimme, oude vos! Hij moet dan
wel heel handig met cijfers gegoocheld heb
ben, of ik zou er iets van gemerkt hebben!"
„Hij zegt, dat niemand er eenig vermoeden
van heeft," antwoordde zij droef.
„Maar, Freda, omdat je vader nu zoo on
verantwoordelijk gehandeld heeft, zie ik nog
niet in, dat wij onze toekomst daaraan zou
den hoeven opofferen! Laat hijzelf de straf
dragen, die hij zich op den hals gehaald
heeft!"
„In het eerst dacht ik er óók zoo over,
Geoff! Ik haatte mijn vader en vond, dat hij
ruimschoots zijn straf verdiende. Maar ik
had èèn ding vergeten; dat heb jij ook uit het
oog verloren."
„En dat is?"
„O, Geoff, dat al jullie geld ook op de
Bank van mijn vader staat, om van de an
dere menschen nog niet te spreken! Wij kun
nen er toch niet ons geluk van nemen, als dit
zooveel ellende beduidt voor anderen. Wan
neer de Bank haar betalingen staakt, dan
zijn er velen door geruïneerd. Neen; dat kun
nen wij niet doen, Geoff! We moeten de din
gen dus hun gewone verloop laten hebben, al
is het dan ook moordend voor óns."
Hij was doodsbleek geworden en verborg
het gelaat in de handen. Freda liet haar
tranen den vrijen loop en het duurde gerui-
men tijd, eer hij in staat was, haar te troos
ten.
„Arm klein ding! Dus dat heb je ai
een week-lang geweten? Geen wonder,
dat je er dan slecht uitziet! Ja, ik zie het
nu net zooals jij: wij moeten scheiden. De
Hemel helpe ons daarbij
Er volgde dan nu ook een hartverscheu
rend afscheid, waarbij zij zich dus alleen nog
zoo goed mogelijk trachtten te houden voor
Blijkbaar bestaat er zooveel belangstelling
voor de zaak, waarvoor we hier zijn, dat toch
niet alle luistervinken thuis zijn gebleven.
In zijn rede wees spr. er verder op, dat 15
Mei voor de radio-wereld een hoogst be
langrijken dag is geweest. Het A. V. R. O.-
bestuur had van de beslissing des Ministers
niet al te hooge verwachting. Immers kon
men van de zijde der kerkelijken uitdrukkin
gen vernemen als: De Minister is toch een
der onzen.
In herinnering bracht spr. de ontroerende
woorden van den heer Vogt: Heeft ons
prachtinstituut het verdiend, zóó te worden
gesloopt?! Trouwens door geheel ons land
ging die ontroering.
Vervolgens schetste sipr. het beloop der
protestbeweging, welke het A. V. R. O.-be-
stuur versterkte om hoewel het ten zeer
ste betreurende, dat de strijd ontlokt was
met kracht dien strijd te aanvaarden.
Waar de radio-omroep moet samenbinden,
geeft de zendtijdverdeeling te meer aanlei
ding het Nederlandsche volk uit elkaar te
rukken. Wat in ons land geschiedt, vindt
men nergens in Europa. In het buitenland
kan men er zich dan ook moeilijk een voor
stelling van maken.
Hoe is het mogelijk, vraagt men zich af,
dat R. Kath. Anti-Rev. en Soc. Dem. hand
in hand gaan ter vernietiging van de A. V.
R. O. Spr. oordeelde, dat Nederland zich in
dezen dan ook toont op z'n smalst. Inder
daad wel treurig voor een land, dat zoovele
groote mannen voortbracht, zooveel grootsch
tot stand heeft gebracht.
Onze actie, zoo vervolgde de spr., kan er
niet op gericht zijn om tot intrekking van het
zendtijdbesluit te leiden; verlangd wordt
herstel te krijgen van onzen zendtijd, nage
noeg een volle week, voor eigen zender.
Steeds werd er naar de A. V. R O. uit
zending geluisterd, omdat hare programma's
gewild waren. Door spr. werd dit geïllus
treerd; trouwens spr. achtte het van alge
meene bekendheid, dat door het gros der
luistervinken de A. V. R. O. uitzendingen Let
meest gewild zijn.
Meer in details werd nu door den spr
nagegaan het beloop der radio in ons land,
aanvangend met het jaar 1923, teneinde de
,'llustreerenden fatalen leugen, dat de A. V.
R C. het laatst zou zijn gekomen
Verder werd er door spr. op gewezen, dat
nergens in Europa de radio in dienst wordt
gesteld voor godsdienstige of politie
ke propaganda. Dit had ook at- Minister niet
moeten toestaan in ons land; de strijd zou
dan niet ontbrand zijn.
Stilstaande bij het gescharrel met cijfers,
meende spr., dat hij een geheel onpartijdig
onderzoek er zeker leelijke dingen gehoord
zouden worden. Worden b.v. bij de K. R. O.
niet tal van kinderen gesteld op de lijst van
aangeslotenen?
Waar spr. het had over de Klepperman
van de V. A. R. A., daar oordeelde hij, dat
men zich als arbeider diende te schamen om
aldus te worden voorgesteld.
Door aan te halen het afbreken eener
rede van Willem Vogt en het doorlaten van
een rede door de V. A. R. A. uitgezonden,
waarin vrijwel alles door het slijk werd ge
haald, achtte spr. het duidelijkste bewijs ge
leverd, dat in Den Haag met twee maten
wordt gemeten.
Aangehaald werd door spr. ook de uitzen
ding der kurhausconcerten welke nitzen-
ding door de A. V. R. O. werd gestaakt, om
dat ze voor tal van luistervinken te hoog
bleken te zijn; later werden ze uitgezonden
door de V. A. R. A., doch na de beslissing
van 15 Mei kon men in Het Volk lezen:
Goddank nu raken we van de Kurhauscon
certen verlost.
Mede werden door sipr. aangehaald eeni
ge staaltjes van dwang en hoe in vele op
zichten de andere omroepvereenigingen de
A. V. R. O. hebben nageaapt.
Aan het slot zijner met aandacht gevolg
de rede meende spr. te mogen beweren, dat
de A. V. R. O. voor ons volk is geworden een
onmisbaar instituut; spr. hoopte de aanwe
zigen ook die overtuiging te hebben bijge
bracht en eindigde zijn rede met krachtige
opwekking de actie tegen het zendtijdbesluit
zooveel mogelijk te steunen. Ten zeerste werd
door spr. aanbevolen deel te nemen aan de
te houden betooging in Den Haag.
Tot slot gaf spr. nog ten beste een pak
kend gedicht, ontvangen van een A. V. R.
O.-luistervink. Was sprekers rede herhaalde
lijk door applaus onderbroken, een langdu
rig applaus klonk ook na het beëindigen
daarvan.
Voor het instellen der pauze, waarin ra-
diomuziek van Nico Treep ten gehoore zou
worden gebracht, gaf de voorz. het woord
aan den heer Schepers voor het doen van
eenige mededeelingen. Hierbij werden de
SB
elkaar.
In het vervolg merkten ze zoo weinig mo
gelijk van elkaar. Ze zag hem enkel 's mor
gens, als hij naar de Bank ging, langs het
venster komen. Ze was dus ten zeerste ver
baasd, tóen hij op Zondagochtend, bij het
verlaten van den vroegdienst, haar achterop
liep. Den Zaterdag daaraanvolgende zou
haar huwelijksinzegening plaats hebben.
Haar hart klopte zóó onstuimig, dht zij
niet spreken kon; maar hij was zoo opgewon
den, dat hij juist heel rad en druk aan het
praten ging.
„Ik heb vanochtend net een gevoel gehad,
Freda, of er iets zou gebeuren: daarom
moest ik het je komen vertellen, 't Is een
soort van voorgevoel, geloof ik; ik werd er
mee wakker. Het is 't eerste sprankje hoop,
dat ik heb gekoesterd, sinds je mij dat be
wuste vertelde Is dat niet eigenaardig,
zeg?"
„Je zult toch niets overijlds doen, Geoff?"
',Ik dénk er niet aan, maar ik ben haast
vast overtuigd, dat het tot een oplossing
komt."
„Misschien zal een van ons beiden ster
ven", zei Freda met trillende stem.
„Dit zij zoo," antwoordde hij gelaten, „als
dit dan de eenige uitweg is."
Zwijgende liepen ze een eind naast elkaar
voort, toeiubegon hij weer:
„Diezelfde gedachte is vanmorgen óók bij
mij opgekomen; daarom heb ik al dien tijd
vurig gebeden. En ik zag, dat jij ook ernstig
bad. Nu, dat kan niet alles onverhoord blij
ven!"
Ze stonden dichtbij haar deur. Hij drukte
haar de hand, nam den hoed af en ging. En
Freda wist niet, of het gevoelen, dat hij als 't
ware op haar had overgedragen, nu schrik
aanwezigen in kennis gesteld met de orga
nisatie voor verder te voeren actie in West-
Friesland. Toetreding werd ten zeerste aan
bevolen; ter dekking er van wordt een bij
drage geheven van 25 ets. per jaar. Ter be
strijding der kosten van deze vergadering
kondigde spr. een in de pauze was geëin
digd bleken 37 personen' te hebben geteekend
voor lidmaatschap der organisatie, terwijl
de collecte 30.50 bedroeg. Deze mededee-
ling gaf aanleiding tot een warm applaus.
Uit het resultaat mocht dan ook wel worden
afgeleid, dat door de aanwezigen veel ge
voeld wordt voor de A. V. R. O. en voor de
actie, welke wordt gevoerd voor de A. V. R.
O.-belangen.
In de zaal zagen we een aantal doeken
met opschriften als: Onrecht staalt trouw;
Sectarisme drijft de A. V. R. O. buiten de
srrenzen; Voor Nederlanders geen plaats in
Nederland; A. V. R. O. verraden, niet verlo-
vffa A. V. R. O. in de huiska
mer de volle week; Wij wenschen eigen
zender.
Nadat de pauze was geëindigd, verkreeg
de tweede spreker, de heer J. W. A. Sche
pers het woord. Hoewel spr. gaarne een
grooter opkomst had gezien was hij toch niet
al tezeer teleurgesteld; als bekend met de
toestanden, is het spr. bekend, dat het tegen
woordig verbazend druk is in de bedrijven,
en dat deze tijd van het jaar niet gunstig is
voor vergaderingen. Spr. beschouwde dan
ook het opkomen ter vergadering als een
uiting van het vrijheidsgevoel ons Neder
landers, in het bijzonder ons van Frieschen
oorsprong, zoo eigen.
Na te hebben gewezen op den strijd der
vaderen voor de afwerping van het Spaan-
sche juk, haalde spr. verschillende volkslie
deren aan en knoopte daaraan eenige be
schouwingen vast. We noemen hiervan: „Wij
leven vrij"; het Friesche volkslied: „Van
buigen vreend, bleef bij 't oude volk in eere",
zijn naam, zijn taal, zijn vrije zin, het Trans-
vaalsche volkslied: Het heeft geofferd goed
en bloed voor vrijheid en voor recht; het lied
van de Oranje Vrijstaat: „Heft burgers hei
lied der vrijheid aan; het lied der aan ons
ook verwante Vlamingen. „£ij zullen hem niet
hebben den fieren Vlaamschen leeuw." Uit
deze liederen meende spr. te mogen afleiden,
dat Nederland en Vrijheid twee woorden zijn,
doch één gedachte vormen.
Die drang naar vrijheid is bij ons diep
geworsteld, ongetwijfeld als gevolg van den
taaien strijd voor ons volksbestaan en deed
zelfs den rooden Schaper in 1914 opspringen
om zoo noodig die Nederlandsche vrijheid te
helpen verdedigen. Zoo kan het dan ook geen
bevreemding wekken, dat thans over de
Nederlandsche landouwen het davert om
een beminden-nationalen figuur als onze
Willem Vogt, om een nationale instelling
als onze A. V. R. O., die in de wereld haar
weerga niet vindt, laat staan overtroffen is.
Onze A. V. R. O., die een symbool was van
onze Nederlandsche eenheid, een schitterend
blijk van wat wij vermogen te organiseeren,
een instelling, gebaseerd op vrijwillige, on
gedwongen offervaardigheid, een nationaal
monument; geen dood monument van steen
of metaal, doch een levend organisme.
Is het wonder, dat een felle gloed van
verontwaardiging oplaait, nu ruwe handen
bezig zijn die mooie A. V. R. O. af te breken!
We zouden geen Nederlanders zijn, indien
we niet als één man opstonden tegen een
onrecht, een groot deel van ons volk aan
gedaan.
Verder stond spr. stil bij de 6 jaren van
storm, over de A. V. R. O. heengegaan, bij
den strijd tegen de onze dijken beukende
golven, ons toesnellen, wanneer de stormklok
werd geluid. Ook thans, zoo ging spr. voort,
trachten we den storm te bestrijden, waarmee
onze mooie stichting wordt bedreigt, en van
alle kanten snellen de A. V. R. O.-vrienden
toe om te helpen in dien strijd, onder het
devies: Luctor et Emergo: „Door strijd tot
overwinning. Waar de strijdbijl door onze
belagers is opgegraven, willen wij met eer
lijke middelen, als het zijn moet, een langen
en bitteren strijd voeren. Wat ons ten strijde
voert? De A. V. R. O. zegt het ons: Afschuw
van Reimers onrecht. We zouden tientallen
van jaren terug moeten gaan om een zoo
algemeene beweging te aanschouwen, als
door het radiobesluit is ontstaan; we nemen
haar waar in groote steden, in kleine dorpen,
onder alle standen des volks, onder lieden
van uiteenloopende overtuiging en groe
peering. En het is een geestdriftige beweging,
als waartoe wij Nederlanders niet gemakke
lijk komen. Vervolgens schetste spr. de
groote verdienste van de A. V. R. O. en
tevens van haren opbouw. In dit verband
werd door spr. gewezen op de mooie film
van de vakarbeiders, welke zij den titel
of verlichting bracht. Misschien een vreemde
mengeling van beide.
Dien volgenden dag kwam Rodney Ba
ring, als gewoonlijk, thee drinken bij haar en
haar moeder; en, na afloop daarvan, zou hij
haar naar Hillcrest rijden, om te zien, hoe
ver de groote Londensche firma al stond met
de inrichting van het prachtige huis. Dit
maal zou Mr. Bell hen vergezellen. Hij zat
achter in het rijtuigje en was wel wat zenuw
achtig, daar hij geen grooten dunk had van
het mennen van zijn aanstaanden schoon
zoon. Hij had Rodney al menigmaal aange
raden, om toch liever een auto te nemen;
maar Baring, die wel wist, dat hij toch nooit
een bekwaam chauffeur zou zijn, hield het
liever maar bij dezen tak van sport.
Hij reed nu een prachtig kastanjebruin
pand, eigenlijk wat te flink voor het kleine
karretje. De rit daarheen beschouwde hij als
eer, waar succes. Mr. Bell had bijzonder ge
noten van het bezce kaan Hillcrest; de weel
derige inrichting daarvan deed zijn hart
goed; en, toen zij den terugrit ondernamen,
wenschte hij zichzelven geluk.
Alles ging goed, tot ze halverwege Elver-
ston waren; toen gebeurde het onver
wachte Een haast belachelijk-onbedui-
dend iets gaf aanleiding tot het ongeval;
namelijk: het balken van een ezel, die aan de
heg stond. De kastanjebruine had, als vele
van zijn soortgenooten, een schrik voor ezels
cn dat onverwachte gehi-a van grauwtje
deed hem achteruitslaan, steigeren en vervol
gens er van door gaan. In bekwamere han
den had het nooit zoo'n vaart geloopen,
maar Baring was dadelijk zijn zelfbeheer-
schink kwijt, schreeuwde als een bezetene,
waardoor hij het paard nog slechts meer
schrik bezorgde en liet zjch al heel gauw d$
gaven: „Wij bouwen". Ook door Willem
Vogt en zijn aanhang werd gebouwd- Hun
werk maakte ons dag aan dag meer mensch.
Na geschetst te hebben het groote genot en
de groote invloed, welke van de A. V. R. O.
uitgaat, slaakte de spr. de verrichting, dat
die mooie vinding, de radio, al aanstonds
door anderen wordt misbruikt, om on-
eenigheden en twisten onder de menschen
meer en meer aan te wakkeren, om door
godsdienst en politiek de schotjes onder het
Nederlandsche volk steeds hooger op te
trekken en nog meer in aantal te doen toe
nemen. Inplaats van middel tot verbroede
ring, verwordt het tot een soms fel kwetsend
strijdmiddel. Door spr. werd den strijd voor
de A. V. R. O. geacht een nobele strijd, om-'
dat het gaat om een nobel beginsel, waarbij
heel het volk belang heeft, ons, dat het is een
strijd voor eenheid en saamhoorigheid van
onze natie. Wie het A. V. R. O.-werk wil af
breken, roepen we toe: Laat af uwe onreine
en bezoedelde handen. Hierna gaf spr. nog
eenige toespelingen op verkortingen als
A. V. R. O. om te eindigen met Da Costa (ge
wijzigd). Zij zullen hem niet hebben,
Ónze A. V. R. O.
Met al hun schoone woorden,
Met al hun stout geschreeuw,
Zij zullen hem niet hebben f
De goden dezer eeuw.
Een krachtig applaus klonk na deze rede,
welke mede meermalen door applaus was
onderbroken.
Door den heer Schepers werd nog mee
gedeeld, dat het voornemen bestaat op 6 Juli
een groote propagandatocht te maken dooi
West-Friesland. Spr. wekte op tot deelname
en bezitters van auto's te vragen tot het wel
slagen mee te willen werken.
Door den voorzitter ■werd de volgende
motie voorgelezen, welke met algemeene
stemmen werd aangenomen:
Luistervinken uit Heer-Hugowaard en
omstreken, 20 Juni in vergadering bijeen,
protesteeren met kracht tegen Uwe beslissing
inzake de zendtijdverdeeling en dringen er
bij Uwe Excellentie op aan, het daarheen te
willen leiden, dat aan de A. V. R. O. een volle
week zendtijd op eigen zender wordt gegeven.
Hierna werd de vergadering door den
voorzitter gesloten, waarbij onder krachtig
applaus dank gebracht werd aan de beide
sprekers, terwijl mede een woord van dank
werd gericht tot de aanwezigen voor de
warme belangstelling.
LANGENDIJK.
Had men aanvankelijk gemeend, dat iin hei
centrum van deze belangrijke tuinbouwstreek
zoo goed als geen schade was aangericht
door den zwaren regenval en de hagelbui
van verleden week tijdens het hevige onweer,
men komt de laatste dagen meer en meer tot
de onaangename ontdekking dat heel wat pro
ducten op onze tuinbouwakkers vrij ernstig
van een en ander hebben te lijden gehad.
Vooreerst is er aan talrijke uienakkers min
der of meer schade toegebracht. De aardap
pelvelden hebben op sommige plaatsen be
langrijk geleden. Stonden ze aanvankelijk
nog vrij1 freurig, thans nu een brandende
zon de stelen en bladeren beschijnt, die: dooi
regen en hagel geschonden waren, begint 't
er veel onoogelijker, verflenst en verdord uit
te zien. Met groote oppervlakten kool is het al
niet beter, en op verschillende akkers blijft
slechts een derde deel gaaf. Het zijn vooral
de akkers met winterkool, die te lijden heb
ben gehad. De grootste schade is aange
bracht op landerijen, meer naar het Noor
den en Westen gelegen, in de richting van
Koedijk, Dirkshorn, enz.
Gelijk bekend mag worden geacht, wordt
er de laatste jaren door Langendijker tuin
ders en kooplieden veel kool verbouwd in de
z.g.n. polders, ver buiten Langendijk.. Ons
werd meegedeeld, dat de kool, daar de laatste
weken geplant, voor een groot gedeelte waar
deloos is geworden. Het land heeft een tijd
onder water gestaan, waardoor de groei
kracht is tot staan gekomen óf de wortels
zijn los gewoeld, waardoor de plant sterft,
óf wel de heele plant is weggespoeld. Veel
kool zou daardoor moeten verplant worden,
doch de voorraad koolplanten is beperkt en
bovendien is de tijd tot op 't uiterste gevor
derd, om nog met succes kool te kunnen plap-
ten. f
Sommigen hoorden we beweren, dat er nqg
wel een lichtzijde kan worden gevonden in
deze gedeeltelijke vernietiging door de na
tuurelementen van de uitgeplante kool en wel)
in de mogelijkheid, dat door geringere voogó
raden, die van deze catastrofe het gevolg
zijn, de prijzen hooger kunnen worden. Ge
volgtrekkingen in deze lijken ons gevaarlijk
toe, aangezien de ervaring toch wel heeft ge
leerd, dat behalve aanbod verschillende an-
teugels ontglippen, waarna hij, met doods
bleek gelaat en uitpuilende oogen, ineenge
doken zat als de verpersoonlijkte vrees.
Wat ging er gebeuren? was Freda's
eenige gedachte. Zou er nog iemand zijn,
die, als ze de stad meer naderden, den moed
had, om zich dwars in den weg van het hol
lende paard te stellen?
Ze sloegen veilig den hoek om, kregen
toen weldra het stationnetje van Elverston
in het gezicht, dat, als bij vele oude plaatsjes,
ruim een halve mijl er van verwijderd lag.
Freda vroeg zich af, of een van de ambte
naren den moed zou hebben om het hollende
paard bij een teugel te grijpen.
Het volgend oogenblik scheen haar harf
stil te staan en ze schreeuwde het uit! Had
den ze het ongeval gezien, of was het slechts
toeval? De hekken gingen langzaam dicht
Maar, och, wat gaf dit eigenlijk? De
kastanjebruine was een jachtpaard en dus
zou het zeker over die hindernis heen zien te
springen.
Maar, neennu begreep zij het ook. Ze had
den hem in het geheel niet gezien; het was
zeven uur en ze hadden het hek neergelaten,
omdat de sneltrein uit Londen daar voorbij
zou komen.
Nu gaf Freda alle hoop op Hoe toch
zouden ze aan dit dubbele gevaar kunnen
ontkomen? Had Geoff hiervan een voor*
gevoel gehad? Zij werd plotseling in haa;
gedachtengang gestoord door een wanhoops-
beweging aan haar zijde. Verstijfd' van
schrik, als hij was, had Rodney Baring toohi
ook wel degelijk dit tweede gevaar bevroed'
en het instinct van zelfbehoud deed hem ach
ter naar het rijtuigje gaan, waar hij over het
portier op den grond wilde springen.
v tW'oLdt