llkmaarscliii Courant. PUROL 'Sïükgeioopënjl Kmdird twee en dertigste Jaargang, Radio-hoekje tlilLLETON. De betalende logé. Trekhondenwet. maandag- 23 Juni HERKEURING VAN TREKHONDEN. Provinciaal nieuws Ho. 145 1930. Dinsdag 24 Juni. Hilversum., 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) 1010.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con cert. A. V. R. O-Kwintet. 2.-3.Gramo foonplaten. 3.4 Knipcursus. 4.5. Debutanten concert. Mevr. D. Rozenga, zang. Mej. M. d'Oliviera, pano. Mevr. E. de iVriesKellerman, declamatie. 5.30—6 Dinermuziek uit café „Moderne" te Amster dam. 6.Tijdsein. 6.01 Voortz. Dinermu ziek. 6.30 Koersen. 6.40—7.^ Gramofoonpl 7.7.30 G. W. Comello: „Voorlichting bij "Beroepskeuze". 7.308.Joodsch halfuur tje door het Knapenkoor der Jeugdsynagoge van „Nachaliel" onder leiding van Am. Druijff. Solist: S. Bromet, 12 jaar. 8.01 Con cert. Omroeporkest. Louis Davids, Henk Didama, zang. John George Russell, saxo foon en klarinet. 10.— Persber. Daarna: Vervolg concert. 11.Aansluiting van het Carlton Hotel te Amsterdam. 12.Sluiting. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.) 8.3010.15 Uitz. van de plechtigheden met Sintjansprocessie te Laren. 10.3011. 'N. C. R. V. Ziekendienst. 11.11.30 N. C. R. iV. Lezen van Chr. Lectuur. 11.3012. K. R. O. Godsdienstig halfuurtje. 12.01 12.15 Politieberichten. 12.151.15 Uitz. van de plechtigheden met Sint Jansprocessie te Laren. 1.2.Gramofoonpl. 2.3.Vrou wenuurtje. 5.-6— Debutanten-uurtje. Mej. B. ten Berg, sopraan. 5—5.15 Gramofoon- platen. 5.30—5.45 Gramofoonpl. 6.15 M. Verstegen: „De wedstrijd R K. Nederland R. K. DuitscMand op 29 Juni te Maastricht". 6.156.45 Gramofoonpl. 6.457.15 Kerk latijn 7.15—7.45 Dr. R. Post: „Willem I, Prins van Oranje". 7.458.Politieber. 8.01—9.15 Concert. Het Muziekconservato rium. Lies Weijers, piano. P. Hormann, piano. G. Koch, viool. Rob. Gevers, bariton. 9.1511.Concert door bet K. R. O.-orkest 11.12.Gramofoonpl. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing. 12.20 Concert. D. Kit- chen, sopraan. W. Evans, bariton. 12.50 Or gelspel door E. O'Henry. 1.20 Orkestconcert. 2.20 Televisie. 2.25 Gramofoonplaten. 2.50 Uitz. voorscholen. 4.50 Orkestconcert en orgel. 4.50—5.35 Eventueel verslag van het "Lawn Tennis tournooi te Wimbleaon. 5.35 "Kinderuurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsbe richten. 7.Piano-recital door V. Langrish. 7.20—7.40 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Con cert. Orkest. E. Greene, tenor. M. Mukle, cello. 8.20—8.50 Lezing. 9.20 Nieuwsber. 9.45 Lezing. 10.05 Dansmuziek. 11.05 Dans muziek. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50— 2.20 Gramofoonplaten. 4.05 Orkestconcert en soli. 8.20 Orkestconcert. 9.50 „Le Miroir de Jésus" van André Caplet. Orkest en vocale solisten. Langenberg, 473 M. 7.25—7.50 Gramo foonplaten. 7.50—8.50 Orkestconcert. 11.05 —11.35 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoon platen. 1.25—2.50 Orkestconcert en sopraan 5.50—6.50 Gramofoonplaten. 8.30—9.20 Orkestconcert. 9.20 Josef Plaut avond m. m. v. orkest. Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Orkest concert. 3.20—3.50 Kinderuurtje. 3.50—5.50 Orkestconcert. Zangeres. 8.208.55 Orkest concert. 8.55—1010 „St. Hansaften-Spil" tooneelspel van A. Oehlenschlager. 10.30— 10.50 Liederen-voordracht door F. Otto. 10.50—11.20 Kamermuziek door Trio. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonpl. 8.35 Orkestconcert. 9.35 De clamatie door Carlo Litten. Daarna: Dans muziek. 8.35 (338 2 M.) Concert georgani seerd door de SAROV. Gramofoonplaten. Zeesen1635 M. 6.10—7.20 Lezingen. 7.20 —7.50 Gramofoonplaten. 9.2012.50 Lezin gen. 12.501.15 Gramofoonpl. 1.15—2.10 Berichten. 2.20—3.20 Gramofoonplaten. 3.20 4.50 Lezingen. 450—5.50 Concert. 5.50— 8 20 Lezingen. 8.20 Gramofoonplaten. 8.35 Viering van het 400-jarig bestaan der Augs burger Konfession. (Uit München). Daarna: Orkestconcert voeten, verzacht en geneest men met Doo» 30-60. Tube 80 ct. Bi) Apoth. ra Drogisten Naar het Engelsch van K. CAMERON WARD. 16) „Flink zoo, liefste! Dat moeten we doen! Dat heb ik al zoo lang gezegd!" „Wacht Geoff. Vader stond op en sloot de deur. Toen hij weer ging zitten, schrikte ik van de uitdrukking op zijn gelaat; hij zag er vreeselijk oud en slecht uit. Hij zei, dat hij mijn verbintenis met Barend niet verbreken kon en gaf mij toen de reden". Geoff wachtte, tot zij zich weer voldoende hersteld had, om voort te gaanen intus- schen maakte hij tal van gissingen, die ech ter geen van alle juist waren. Op fluisterenden toon ging zij voort: „Vader heeft gespeculeerd met het ge.d van anderen; al jaren heeft hij dit ge daan; en hij heeft groote sommen verlo ren. Als dit ontdekt werd, zou hij gevat wor den en zouden wij geruïneerd zijn. Je weet, dat ieder hem voor een man van eer houdt. JSTü, hij was juist op den rand van den onder gang, toen Rodney Baring aanbood, zich jmet hem te associeeren, en een groote som inbracht, op voorwaarde, dat ik hem trouwen zou. Dit aanbod kwam Vader juist vap pas. Als ik mij nu terugtrek, zal Mr. Baring zijn geld weer opeischen en de Bank zal haar be talingen moeten staken". Geoff deed zijn best, om zich te bedwin gen; maar zijn verontwaardiging kende geen grenzen; BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR maken bekend dat houders van trekhonden in deze gemeente worden op geroepen hunne trekhonden met tuig en kar of karren, waarvoor of waaronder de honden als trekdieren worden gebruikt, ter herkeuring aan te bieden. Deze herkeuring zal plaats hebben in een lokaal van het gemeente slachthuis aan den Helderschen weg, waartoe de houders van trekhonden, die aldaar verschijnen moeten, nog nader zullen worden opgeroepen. De herkeuring geschiedt groepsgewijze op DONDERDAG 26 en VRIJDAG 27 JUNl AANSTAANDE en vangt aan des namid dags 1 uur. De lichamelijke eischen, waaraan een trek hond moet voldoen, om als zoodanig goedge keurd te kunnen worden, zijn de volgende: 1. korte, breede, zware nek, krachtige hals; 2. breede schoft (deel van den rug tus- schen de schouderbladen); 3. rechte, breede, gespierde rug, korte rechte breede lendenen: 4. breed, gespierd kruis, smalle gevulde flanken; 5. de minimum-breedte van de voorborst, gemeten tusschen de beide middelpunten der boegen, is voorloopig vastgesteld op 14 c.M.; 6. gewelfde diepe borst, gespierde, vol doende vastliggende schouder; 7. korte ronde klauwen, niet gespreide teenen met ronde niet teweeke zoolkussens; 8. goed gebroekt, lange flink gespierde dij en schenkel, spronggewrichten laag bij den grond bij goeden stand van de achter- pooten; 9. krachtige gewrichten. De honden, die overigens als trekhond wor den goedgekeurd, moeten, wil de eigenaar aanspraak maken op een vergunning tot het zitten gedurende den rit op de hondekar, foi- sche honden zijn. KEURING HOND MET KAR. Verdere beoordeeling van den hond, ge spannen vóór of onder de kar. Na de keuring van den hond op zichzelf, worden de honden verder beoordeeld vóór of onder de kar of karren (naar gelang van hunne bestemming), waarvoor het dier als trekhond zal worden gebruikt. Er zal op gelet worden, dat niet alleen tuig en kar voldoen aan de bepalingen, ver vat in de artikelen 2 en 3 van het sedert ge wijzigde Koninklijk besluit van 6 Februari 1911 (St.bl. nr. 45), doch tevens: 1. of de onder de kar gespannen hond te rekenen naar de schouderhoogte, rechtop on der de kar kan staan en in behoorlijken stand kan loopen (artikel 5, laatste lid) 2. of gewicht en bouw van de kar in over eenstemming zijn te achten met den ter keuring aangeboden hond, zoodat de arbeid, welke naar verwacht mag worden, den hond zal worden opgelegd, geen bovenmatige in spanning zal vereischen. Alkmaar, 23 Juni 1930. Burgemeester en Wethouders voornoemd, WENDELAAR, burgemeester. A. KOELMA, secretaris. De Directeur der Gemeentewerken van Alkmaar maakt bekend, dat de BELTBRUG bi] de Gemeenterelniging voor alle verkeer is afgesloten op DINSDAG en WOENSDAG 24 en 25 Juni a.s. Licht rijverkeer, waaronder tevens wordt begrepen kleine autobussen, wor den in de gelegenheid gesteld over de terreinen van de Gemeentereiniging om te rijden. HEER-HUGOWAARD. Protestvergadering. Vrijdagavond werd in het lokaal van den hr. Rus de iprotestvergadering tegen de zend- tijdverdeeling gehouden, uitgeschreven door het comité van actie. Ongeveer 40 personen waren opgekomen, waaronder ook eenige dames. De verg. werd met een kort woord van welkom, speciaal aan de sprekers, door den heer C. Hartog, voorz. van het comité ge opend, waarna terstond het woord werd ge geven aan Dr. Max Juda uit Amsterdam. Deze ving aan met: „Hier is de A. V. R. O Spr. was al bevreesd ge\*fee$t, dat deze aan kondiging hedenavond alle luistervinken ihuis gehouden zou hebben, aangezien de A. V. R. O. heden een zeer aantrekkelijk pro gramma heeft, n.1. uitzending van een con cert onder leiding van Nico Treep. „Hij is een slimme, oude vos! Hij moet dan wel heel handig met cijfers gegoocheld heb ben, of ik zou er iets van gemerkt hebben!" „Hij zegt, dat niemand er eenig vermoeden van heeft," antwoordde zij droef. „Maar, Freda, omdat je vader nu zoo on verantwoordelijk gehandeld heeft, zie ik nog niet in, dat wij onze toekomst daaraan zou den hoeven opofferen! Laat hijzelf de straf dragen, die hij zich op den hals gehaald heeft!" „In het eerst dacht ik er óók zoo over, Geoff! Ik haatte mijn vader en vond, dat hij ruimschoots zijn straf verdiende. Maar ik had èèn ding vergeten; dat heb jij ook uit het oog verloren." „En dat is?" „O, Geoff, dat al jullie geld ook op de Bank van mijn vader staat, om van de an dere menschen nog niet te spreken! Wij kun nen er toch niet ons geluk van nemen, als dit zooveel ellende beduidt voor anderen. Wan neer de Bank haar betalingen staakt, dan zijn er velen door geruïneerd. Neen; dat kun nen wij niet doen, Geoff! We moeten de din gen dus hun gewone verloop laten hebben, al is het dan ook moordend voor óns." Hij was doodsbleek geworden en verborg het gelaat in de handen. Freda liet haar tranen den vrijen loop en het duurde gerui- men tijd, eer hij in staat was, haar te troos ten. „Arm klein ding! Dus dat heb je ai een week-lang geweten? Geen wonder, dat je er dan slecht uitziet! Ja, ik zie het nu net zooals jij: wij moeten scheiden. De Hemel helpe ons daarbij Er volgde dan nu ook een hartverscheu rend afscheid, waarbij zij zich dus alleen nog zoo goed mogelijk trachtten te houden voor Blijkbaar bestaat er zooveel belangstelling voor de zaak, waarvoor we hier zijn, dat toch niet alle luistervinken thuis zijn gebleven. In zijn rede wees spr. er verder op, dat 15 Mei voor de radio-wereld een hoogst be langrijken dag is geweest. Het A. V. R. O.- bestuur had van de beslissing des Ministers niet al te hooge verwachting. Immers kon men van de zijde der kerkelijken uitdrukkin gen vernemen als: De Minister is toch een der onzen. In herinnering bracht spr. de ontroerende woorden van den heer Vogt: Heeft ons prachtinstituut het verdiend, zóó te worden gesloopt?! Trouwens door geheel ons land ging die ontroering. Vervolgens schetste sipr. het beloop der protestbeweging, welke het A. V. R. O.-be- stuur versterkte om hoewel het ten zeer ste betreurende, dat de strijd ontlokt was met kracht dien strijd te aanvaarden. Waar de radio-omroep moet samenbinden, geeft de zendtijdverdeeling te meer aanlei ding het Nederlandsche volk uit elkaar te rukken. Wat in ons land geschiedt, vindt men nergens in Europa. In het buitenland kan men er zich dan ook moeilijk een voor stelling van maken. Hoe is het mogelijk, vraagt men zich af, dat R. Kath. Anti-Rev. en Soc. Dem. hand in hand gaan ter vernietiging van de A. V. R. O. Spr. oordeelde, dat Nederland zich in dezen dan ook toont op z'n smalst. Inder daad wel treurig voor een land, dat zoovele groote mannen voortbracht, zooveel grootsch tot stand heeft gebracht. Onze actie, zoo vervolgde de spr., kan er niet op gericht zijn om tot intrekking van het zendtijdbesluit te leiden; verlangd wordt herstel te krijgen van onzen zendtijd, nage noeg een volle week, voor eigen zender. Steeds werd er naar de A. V. R O. uit zending geluisterd, omdat hare programma's gewild waren. Door spr. werd dit geïllus treerd; trouwens spr. achtte het van alge meene bekendheid, dat door het gros der luistervinken de A. V. R. O. uitzendingen Let meest gewild zijn. Meer in details werd nu door den spr nagegaan het beloop der radio in ons land, aanvangend met het jaar 1923, teneinde de ,'llustreerenden fatalen leugen, dat de A. V. R C. het laatst zou zijn gekomen Verder werd er door spr. op gewezen, dat nergens in Europa de radio in dienst wordt gesteld voor godsdienstige of politie ke propaganda. Dit had ook at- Minister niet moeten toestaan in ons land; de strijd zou dan niet ontbrand zijn. Stilstaande bij het gescharrel met cijfers, meende spr., dat hij een geheel onpartijdig onderzoek er zeker leelijke dingen gehoord zouden worden. Worden b.v. bij de K. R. O. niet tal van kinderen gesteld op de lijst van aangeslotenen? Waar spr. het had over de Klepperman van de V. A. R. A., daar oordeelde hij, dat men zich als arbeider diende te schamen om aldus te worden voorgesteld. Door aan te halen het afbreken eener rede van Willem Vogt en het doorlaten van een rede door de V. A. R. A. uitgezonden, waarin vrijwel alles door het slijk werd ge haald, achtte spr. het duidelijkste bewijs ge leverd, dat in Den Haag met twee maten wordt gemeten. Aangehaald werd door spr. ook de uitzen ding der kurhausconcerten welke nitzen- ding door de A. V. R. O. werd gestaakt, om dat ze voor tal van luistervinken te hoog bleken te zijn; later werden ze uitgezonden door de V. A. R. A., doch na de beslissing van 15 Mei kon men in Het Volk lezen: Goddank nu raken we van de Kurhauscon certen verlost. Mede werden door sipr. aangehaald eeni ge staaltjes van dwang en hoe in vele op zichten de andere omroepvereenigingen de A. V. R. O. hebben nageaapt. Aan het slot zijner met aandacht gevolg de rede meende spr. te mogen beweren, dat de A. V. R. O. voor ons volk is geworden een onmisbaar instituut; spr. hoopte de aanwe zigen ook die overtuiging te hebben bijge bracht en eindigde zijn rede met krachtige opwekking de actie tegen het zendtijdbesluit zooveel mogelijk te steunen. Ten zeerste werd door spr. aanbevolen deel te nemen aan de te houden betooging in Den Haag. Tot slot gaf spr. nog ten beste een pak kend gedicht, ontvangen van een A. V. R. O.-luistervink. Was sprekers rede herhaalde lijk door applaus onderbroken, een langdu rig applaus klonk ook na het beëindigen daarvan. Voor het instellen der pauze, waarin ra- diomuziek van Nico Treep ten gehoore zou worden gebracht, gaf de voorz. het woord aan den heer Schepers voor het doen van eenige mededeelingen. Hierbij werden de SB elkaar. In het vervolg merkten ze zoo weinig mo gelijk van elkaar. Ze zag hem enkel 's mor gens, als hij naar de Bank ging, langs het venster komen. Ze was dus ten zeerste ver baasd, tóen hij op Zondagochtend, bij het verlaten van den vroegdienst, haar achterop liep. Den Zaterdag daaraanvolgende zou haar huwelijksinzegening plaats hebben. Haar hart klopte zóó onstuimig, dht zij niet spreken kon; maar hij was zoo opgewon den, dat hij juist heel rad en druk aan het praten ging. „Ik heb vanochtend net een gevoel gehad, Freda, of er iets zou gebeuren: daarom moest ik het je komen vertellen, 't Is een soort van voorgevoel, geloof ik; ik werd er mee wakker. Het is 't eerste sprankje hoop, dat ik heb gekoesterd, sinds je mij dat be wuste vertelde Is dat niet eigenaardig, zeg?" „Je zult toch niets overijlds doen, Geoff?" ',Ik dénk er niet aan, maar ik ben haast vast overtuigd, dat het tot een oplossing komt." „Misschien zal een van ons beiden ster ven", zei Freda met trillende stem. „Dit zij zoo," antwoordde hij gelaten, „als dit dan de eenige uitweg is." Zwijgende liepen ze een eind naast elkaar voort, toeiubegon hij weer: „Diezelfde gedachte is vanmorgen óók bij mij opgekomen; daarom heb ik al dien tijd vurig gebeden. En ik zag, dat jij ook ernstig bad. Nu, dat kan niet alles onverhoord blij ven!" Ze stonden dichtbij haar deur. Hij drukte haar de hand, nam den hoed af en ging. En Freda wist niet, of het gevoelen, dat hij als 't ware op haar had overgedragen, nu schrik aanwezigen in kennis gesteld met de orga nisatie voor verder te voeren actie in West- Friesland. Toetreding werd ten zeerste aan bevolen; ter dekking er van wordt een bij drage geheven van 25 ets. per jaar. Ter be strijding der kosten van deze vergadering kondigde spr. een in de pauze was geëin digd bleken 37 personen' te hebben geteekend voor lidmaatschap der organisatie, terwijl de collecte 30.50 bedroeg. Deze mededee- ling gaf aanleiding tot een warm applaus. Uit het resultaat mocht dan ook wel worden afgeleid, dat door de aanwezigen veel ge voeld wordt voor de A. V. R. O. en voor de actie, welke wordt gevoerd voor de A. V. R. O.-belangen. In de zaal zagen we een aantal doeken met opschriften als: Onrecht staalt trouw; Sectarisme drijft de A. V. R. O. buiten de srrenzen; Voor Nederlanders geen plaats in Nederland; A. V. R. O. verraden, niet verlo- vffa A. V. R. O. in de huiska mer de volle week; Wij wenschen eigen zender. Nadat de pauze was geëindigd, verkreeg de tweede spreker, de heer J. W. A. Sche pers het woord. Hoewel spr. gaarne een grooter opkomst had gezien was hij toch niet al tezeer teleurgesteld; als bekend met de toestanden, is het spr. bekend, dat het tegen woordig verbazend druk is in de bedrijven, en dat deze tijd van het jaar niet gunstig is voor vergaderingen. Spr. beschouwde dan ook het opkomen ter vergadering als een uiting van het vrijheidsgevoel ons Neder landers, in het bijzonder ons van Frieschen oorsprong, zoo eigen. Na te hebben gewezen op den strijd der vaderen voor de afwerping van het Spaan- sche juk, haalde spr. verschillende volkslie deren aan en knoopte daaraan eenige be schouwingen vast. We noemen hiervan: „Wij leven vrij"; het Friesche volkslied: „Van buigen vreend, bleef bij 't oude volk in eere", zijn naam, zijn taal, zijn vrije zin, het Trans- vaalsche volkslied: Het heeft geofferd goed en bloed voor vrijheid en voor recht; het lied van de Oranje Vrijstaat: „Heft burgers hei lied der vrijheid aan; het lied der aan ons ook verwante Vlamingen. „£ij zullen hem niet hebben den fieren Vlaamschen leeuw." Uit deze liederen meende spr. te mogen afleiden, dat Nederland en Vrijheid twee woorden zijn, doch één gedachte vormen. Die drang naar vrijheid is bij ons diep geworsteld, ongetwijfeld als gevolg van den taaien strijd voor ons volksbestaan en deed zelfs den rooden Schaper in 1914 opspringen om zoo noodig die Nederlandsche vrijheid te helpen verdedigen. Zoo kan het dan ook geen bevreemding wekken, dat thans over de Nederlandsche landouwen het davert om een beminden-nationalen figuur als onze Willem Vogt, om een nationale instelling als onze A. V. R. O., die in de wereld haar weerga niet vindt, laat staan overtroffen is. Onze A. V. R. O., die een symbool was van onze Nederlandsche eenheid, een schitterend blijk van wat wij vermogen te organiseeren, een instelling, gebaseerd op vrijwillige, on gedwongen offervaardigheid, een nationaal monument; geen dood monument van steen of metaal, doch een levend organisme. Is het wonder, dat een felle gloed van verontwaardiging oplaait, nu ruwe handen bezig zijn die mooie A. V. R. O. af te breken! We zouden geen Nederlanders zijn, indien we niet als één man opstonden tegen een onrecht, een groot deel van ons volk aan gedaan. Verder stond spr. stil bij de 6 jaren van storm, over de A. V. R. O. heengegaan, bij den strijd tegen de onze dijken beukende golven, ons toesnellen, wanneer de stormklok werd geluid. Ook thans, zoo ging spr. voort, trachten we den storm te bestrijden, waarmee onze mooie stichting wordt bedreigt, en van alle kanten snellen de A. V. R. O.-vrienden toe om te helpen in dien strijd, onder het devies: Luctor et Emergo: „Door strijd tot overwinning. Waar de strijdbijl door onze belagers is opgegraven, willen wij met eer lijke middelen, als het zijn moet, een langen en bitteren strijd voeren. Wat ons ten strijde voert? De A. V. R. O. zegt het ons: Afschuw van Reimers onrecht. We zouden tientallen van jaren terug moeten gaan om een zoo algemeene beweging te aanschouwen, als door het radiobesluit is ontstaan; we nemen haar waar in groote steden, in kleine dorpen, onder alle standen des volks, onder lieden van uiteenloopende overtuiging en groe peering. En het is een geestdriftige beweging, als waartoe wij Nederlanders niet gemakke lijk komen. Vervolgens schetste spr. de groote verdienste van de A. V. R. O. en tevens van haren opbouw. In dit verband werd door spr. gewezen op de mooie film van de vakarbeiders, welke zij den titel of verlichting bracht. Misschien een vreemde mengeling van beide. Dien volgenden dag kwam Rodney Ba ring, als gewoonlijk, thee drinken bij haar en haar moeder; en, na afloop daarvan, zou hij haar naar Hillcrest rijden, om te zien, hoe ver de groote Londensche firma al stond met de inrichting van het prachtige huis. Dit maal zou Mr. Bell hen vergezellen. Hij zat achter in het rijtuigje en was wel wat zenuw achtig, daar hij geen grooten dunk had van het mennen van zijn aanstaanden schoon zoon. Hij had Rodney al menigmaal aange raden, om toch liever een auto te nemen; maar Baring, die wel wist, dat hij toch nooit een bekwaam chauffeur zou zijn, hield het liever maar bij dezen tak van sport. Hij reed nu een prachtig kastanjebruin pand, eigenlijk wat te flink voor het kleine karretje. De rit daarheen beschouwde hij als eer, waar succes. Mr. Bell had bijzonder ge noten van het bezce kaan Hillcrest; de weel derige inrichting daarvan deed zijn hart goed; en, toen zij den terugrit ondernamen, wenschte hij zichzelven geluk. Alles ging goed, tot ze halverwege Elver- ston waren; toen gebeurde het onver wachte Een haast belachelijk-onbedui- dend iets gaf aanleiding tot het ongeval; namelijk: het balken van een ezel, die aan de heg stond. De kastanjebruine had, als vele van zijn soortgenooten, een schrik voor ezels cn dat onverwachte gehi-a van grauwtje deed hem achteruitslaan, steigeren en vervol gens er van door gaan. In bekwamere han den had het nooit zoo'n vaart geloopen, maar Baring was dadelijk zijn zelfbeheer- schink kwijt, schreeuwde als een bezetene, waardoor hij het paard nog slechts meer schrik bezorgde en liet zjch al heel gauw d$ gaven: „Wij bouwen". Ook door Willem Vogt en zijn aanhang werd gebouwd- Hun werk maakte ons dag aan dag meer mensch. Na geschetst te hebben het groote genot en de groote invloed, welke van de A. V. R. O. uitgaat, slaakte de spr. de verrichting, dat die mooie vinding, de radio, al aanstonds door anderen wordt misbruikt, om on- eenigheden en twisten onder de menschen meer en meer aan te wakkeren, om door godsdienst en politiek de schotjes onder het Nederlandsche volk steeds hooger op te trekken en nog meer in aantal te doen toe nemen. Inplaats van middel tot verbroede ring, verwordt het tot een soms fel kwetsend strijdmiddel. Door spr. werd den strijd voor de A. V. R. O. geacht een nobele strijd, om-' dat het gaat om een nobel beginsel, waarbij heel het volk belang heeft, ons, dat het is een strijd voor eenheid en saamhoorigheid van onze natie. Wie het A. V. R. O.-werk wil af breken, roepen we toe: Laat af uwe onreine en bezoedelde handen. Hierna gaf spr. nog eenige toespelingen op verkortingen als A. V. R. O. om te eindigen met Da Costa (ge wijzigd). Zij zullen hem niet hebben, Ónze A. V. R. O. Met al hun schoone woorden, Met al hun stout geschreeuw, Zij zullen hem niet hebben f De goden dezer eeuw. Een krachtig applaus klonk na deze rede, welke mede meermalen door applaus was onderbroken. Door den heer Schepers werd nog mee gedeeld, dat het voornemen bestaat op 6 Juli een groote propagandatocht te maken dooi West-Friesland. Spr. wekte op tot deelname en bezitters van auto's te vragen tot het wel slagen mee te willen werken. Door den voorzitter ■werd de volgende motie voorgelezen, welke met algemeene stemmen werd aangenomen: Luistervinken uit Heer-Hugowaard en omstreken, 20 Juni in vergadering bijeen, protesteeren met kracht tegen Uwe beslissing inzake de zendtijdverdeeling en dringen er bij Uwe Excellentie op aan, het daarheen te willen leiden, dat aan de A. V. R. O. een volle week zendtijd op eigen zender wordt gegeven. Hierna werd de vergadering door den voorzitter gesloten, waarbij onder krachtig applaus dank gebracht werd aan de beide sprekers, terwijl mede een woord van dank werd gericht tot de aanwezigen voor de warme belangstelling. LANGENDIJK. Had men aanvankelijk gemeend, dat iin hei centrum van deze belangrijke tuinbouwstreek zoo goed als geen schade was aangericht door den zwaren regenval en de hagelbui van verleden week tijdens het hevige onweer, men komt de laatste dagen meer en meer tot de onaangename ontdekking dat heel wat pro ducten op onze tuinbouwakkers vrij ernstig van een en ander hebben te lijden gehad. Vooreerst is er aan talrijke uienakkers min der of meer schade toegebracht. De aardap pelvelden hebben op sommige plaatsen be langrijk geleden. Stonden ze aanvankelijk nog vrij1 freurig, thans nu een brandende zon de stelen en bladeren beschijnt, die: dooi regen en hagel geschonden waren, begint 't er veel onoogelijker, verflenst en verdord uit te zien. Met groote oppervlakten kool is het al niet beter, en op verschillende akkers blijft slechts een derde deel gaaf. Het zijn vooral de akkers met winterkool, die te lijden heb ben gehad. De grootste schade is aange bracht op landerijen, meer naar het Noor den en Westen gelegen, in de richting van Koedijk, Dirkshorn, enz. Gelijk bekend mag worden geacht, wordt er de laatste jaren door Langendijker tuin ders en kooplieden veel kool verbouwd in de z.g.n. polders, ver buiten Langendijk.. Ons werd meegedeeld, dat de kool, daar de laatste weken geplant, voor een groot gedeelte waar deloos is geworden. Het land heeft een tijd onder water gestaan, waardoor de groei kracht is tot staan gekomen óf de wortels zijn los gewoeld, waardoor de plant sterft, óf wel de heele plant is weggespoeld. Veel kool zou daardoor moeten verplant worden, doch de voorraad koolplanten is beperkt en bovendien is de tijd tot op 't uiterste gevor derd, om nog met succes kool te kunnen plap- ten. f Sommigen hoorden we beweren, dat er nqg wel een lichtzijde kan worden gevonden in deze gedeeltelijke vernietiging door de na tuurelementen van de uitgeplante kool en wel) in de mogelijkheid, dat door geringere voogó raden, die van deze catastrofe het gevolg zijn, de prijzen hooger kunnen worden. Ge volgtrekkingen in deze lijken ons gevaarlijk toe, aangezien de ervaring toch wel heeft ge leerd, dat behalve aanbod verschillende an- teugels ontglippen, waarna hij, met doods bleek gelaat en uitpuilende oogen, ineenge doken zat als de verpersoonlijkte vrees. Wat ging er gebeuren? was Freda's eenige gedachte. Zou er nog iemand zijn, die, als ze de stad meer naderden, den moed had, om zich dwars in den weg van het hol lende paard te stellen? Ze sloegen veilig den hoek om, kregen toen weldra het stationnetje van Elverston in het gezicht, dat, als bij vele oude plaatsjes, ruim een halve mijl er van verwijderd lag. Freda vroeg zich af, of een van de ambte naren den moed zou hebben om het hollende paard bij een teugel te grijpen. Het volgend oogenblik scheen haar harf stil te staan en ze schreeuwde het uit! Had den ze het ongeval gezien, of was het slechts toeval? De hekken gingen langzaam dicht Maar, och, wat gaf dit eigenlijk? De kastanjebruine was een jachtpaard en dus zou het zeker over die hindernis heen zien te springen. Maar, neennu begreep zij het ook. Ze had den hem in het geheel niet gezien; het was zeven uur en ze hadden het hek neergelaten, omdat de sneltrein uit Londen daar voorbij zou komen. Nu gaf Freda alle hoop op Hoe toch zouden ze aan dit dubbele gevaar kunnen ontkomen? Had Geoff hiervan een voor* gevoel gehad? Zij werd plotseling in haa; gedachtengang gestoord door een wanhoops- beweging aan haar zijde. Verstijfd' van schrik, als hij was, had Rodney Baring toohi ook wel degelijk dit tweede gevaar bevroed' en het instinct van zelfbehoud deed hem ach ter naar het rijtuigje gaan, waar hij over het portier op den grond wilde springen. v tW'oLdt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5