Alkmaarsche Courant.
Brieven alt de hooidstad
Nanderd twe» en dertigste Jaargang,
Radio-hoekje
FEUILLETON.
Hun beiden weg.
PUZZLEN
xcv.
No. 150
1930.
«aterdas 28 Juni
Wij maken onze lezers er op attent dat met
ingang van 1 Juli a.s. de uitzendingen van
de A.V.R.O., V.A.R.A. en V.P.R.O. wederom
geschieden via den zender Huizen op golfl.
1875 Meter en die van K.R.O. en N.C R.V.
Via den zender Hilversum op 298 en 1071 M.
Zondag 29 Juni.
Hilversum, 1071 M. 9.— V. A. R. A. Be
richten omtrent Postduivenvluchten. 9 05 V
A. R. A. Gramofoonpl. 9.20 V. A. R. A Or
gelconcert door Joh. Jong. 9.50 V. A. R. A.
W. v. d. Sluis: „Wat moet er gebeuren met de
Zuiderzeegronden?" 10.15 V. A. R. A. Con
cert door het V. A. R. A.-Orkest. 11.— V. A.
R. A. D. A. vanEck: „De strijd tegen de ar
moede van het kapitalisme". 11.20 V. A R
A. Vervolg concert. 12.01—12.40 A. V. R. O.
Casper Höweler:. „Negro spirituals" (II).
12.40—2.Concert. A. V. R. Ó.-Octet. 2.
2.30 A. V. R. O. Boekenbal!uurtje. G. H.
's-Gravesande: „De vreemde erfenis", van E.
van Lith de Jeude. 2.30 Concert door
Haagsch Harmonie-Orkest. 4.15—5.— Gra-
mofoonplaten. In de rustpoos van het concert
van 2.30: Causerie door het Indianen Opper
hoofd Big Chief White Horse Eagle. 5.—
<298 M.) V. A. R. A. Gramofoonpl. 515
V. A. R. A. Kinderuurtje. 6.V. P. R. O.
Ds. J. Ph. Makkink: „Blijdschap". 6.30 V.
P. R. O. ds. F. W. J. v. d- Kieboom: „Levens-
vlucht". 8.— Tijdsein. A. V. R. O.-klok, pers
en sportnieuws. 8.10 Aansl. van het Concert
gebouw te Amsterdam. Concertgebouw orkest.
Aiex. Schmul-ler, viool. 9.15—9.35 Viool-reci
tal door Prof. H. Wilhelmus. 9.3511.
Concert. Omroeporkest, Sophie Both—Haas,
eopraan. 11.12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. 8.15—9.20 N. C. R. V.
Morgenwijding. 9.50 N. C. R. V. Kerkdienst
vanuit de Ned. Herv. kerk te Doorn. 12.15
12.30 K. R. O. Toespraak door den K. R. O.
voorzitter. 12.301.30 K. R. O. Gramofoon
platen. 1.302.15 Rede van Dr. Vrijmoed
O. F. M. 2.15-4.15 K. R. O. Internat.
Voetbalwedstrijd R. K. NederlandR. K.
Duitschland te Maastricht. 4.154.30 K. R.
O. Gramofoonplaten. 4.30—5.—K. R. O. Zie-
kenhalfuurtje. 5.50 N. C. R. V. Kerkdienst
vanuit de Geref. Kerk te Amsterdam-Cen
trum. 7.458.10 K. R. O. Dr. E. Hermans:
„De Beteekenis van de medische Missieactie".
8.108.20 K. R. O. Voetbaluitslagen. 8.20
8.25 K. R. O. Intenties van het Apostolaat
des Gebeds. 8.25—9.45 K. R. O. Studio
opvoering van „De Hond van den Tuinman".
Zangspel in 1 bedrijf, naar het Fransch van
Lockroy en Cormon. Muziek van Alb. Grisar.
9.30 ca. Persber. 9.4510.45 K. R. O. Con
cert. K. R. O.-Orkest. 10.45—11.— K. R. O.
Epiloog door Klein Koor.
Daventry, 1554.4 M. 12.20—1.05 Kerk
dienst. 3.20 Kerkcantate. 4.15 Kinderuurtje
4.35 Concert. Militair Orkest. W. Glynne,
tenor. O. Pernell, viool. 6.206.40 Lezing.
8.20 Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep.
9.10 Nieuwsberichten. 9.25 Piano-recital door
Kathleen Long. 9.50 Lezing. 10.20 Concert
door The Wireless Singers. 10.50 Epiloog.
Pariis „Radio-Paris", 1725 M. 12.50 Ge
wijde muziek. 1.20—2.20 Gramofoonpl. In de
pauze: Bilboquet a la Bibliothéque. 2.20 Gra
mofoonplaten. 4.50 Gramofoonpl. 6.20 Con
cert. 6.50 Dansmuziek. 7.50 Poppenkast
„Radio Paris". 8.20 Concert. Orkest en
solisten. 10.20 Concert.
Langenberg, 473 M. 7.20 Orkestconcert.
8.20—8.50 Gramofoonplaten. 9.10—9 20
Verslag van motorrennen. 9.2510.20 Kath.
Morgenwijding. 11.10—11.40 Motorwedstrij
den. 11.50—12.35 Gewijd concert. Mannen
koor, mannen-kwartet, sopraan en orgel.
11.—1.15 Motorrennen. 1.20—2.50 Concert.
Orkesten piano. 3.15—3.40 Motorrennen.
4.45—5.05 Verslag van de Duitsche Derby.
5.056.20 OrkestconcerL 6.457.45 Aller
lei. 8.20 „Wo die Lerche singt". Operette in
3 bedrijven van Fr. Lehar. Daarna tot 12.20
Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 3 50-4.20 Kinder
uurtje. 4.20—5.50 Orkestconcert. 5.50—6.20
Verslag van de Deensche Derby. 6.407.10
Koor-concert. 8.50-11.25 „Frökenens Mand
Operette in 2 bediijven van Walther KoLo
11.25—12.50 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 3.20 Uitz. uit Waremme.
Herdenking van den dood van Joseph Wau-
ters, georganiseerd door de RESEF. Toespra
ken, declamatie, orkest en gemengd koor 5.20
Dansmuziek. 6.50 Gramofoonpl. 8.35 Con
cert. Orkest en solisten. 9.2Ó Concert uit
Oostende. (Golfl. 338.2 M.) Gramofoonpl.
Vrij naar het Engelsch - H. ATONSEN
3)
Dick zette zich op een rieten stoel,
nam het instrument tusschen zijn kmeen
wreef zijn strijkstok met hars in en zei.
Hou een zakdoek klaar! Ik zal je
eens flink laten huilen!
Joyce bekeek hem, terwijl hij aan
het stemmen was. I!ij was zoo zwaar
gebouwd, zoo gespierd en stevig, aa
het eigenlijk een beetje gek stond, dat
hij op zulk een teer instrument spelen
zou. Ze moest lachen om de ernstige
uitdrukking, die op zijn gezicht kwam,
toen hij den strijkstok klaar hield.
Opeens vervulde een heldere, prach
tig, trillende toon het vertrek. Meteen
was de belangstelling van het meisje
gewekt. Daarna ging de toon over in
mineur, vervloeide in trillende nootjes
en begon dan hartstochtelijk te jamme
ren. Dick had er slag van ongetwijfeld.
Hij speelde werkelijk heel gevoelig op
het eenvoudige en goedkoope instrument
en het was Joyce, als zag ze voor haar
geest een armen, dronken stumpera, die
tegen een lantaarnpaal geleund, huilend
van wanhoop, en smeekte om naar een
bekende buurt gebracht te worden-
fate
i/po*-
iedeAs
isf
Zeesen, 1635 M. 6.50 Lezing. 7.20 Orkest
concert. 8.209.10 Lezingen. 9.10 Morgen
wijding en klokgelui. 10.25—11.50 Lezingen.
11.50 Gramofoonpl. 12.20 Concert. Kwintet
en viool-soli. 2.10 Kinderuurtje. 2.40 Con
cert. Viool, sopraan en piano. 3.104.Le
zingen. 4.Concert. Muziekkorps. 4.45 Ver
slag van de Deutsche Derby. 5.20 Deutsche
Kampfspielen te Breslau. 5.35 Toespraak.
6.508.50 Lezingen. 8.50 Concert. Orkest en
vocale solisten. Daarna tot 12.50: Dansmu
ziek.
Maandag 30 Juni.
Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
Algemeen programma te verzorgen door de
V. A. R. A.) 12.Gramofoonplaten. 2.
„Gegevens des levens". M. Swaab, liedjes. M.
Beversluis, voordracht. Joh. Jong, pianobe-
gel. 3.Voordracht door den schrijver Anton
Coolen. 3.45 Gramofoonpl. 4.30 Kinderuur
tje. 5.30 Concert. Het V. A. R. A.-Orkest,
afgewisseld door gramofoonpl. 7.Mevr. R.
de VriesBrandon: „De Eerste Ned. Goöp.
Ziekteverz. voor Huisvrouwen". 7.30 Orgel
spel door Joh. Jong. 8.Toelichting tot het
Kurhausconcert. 8.15 Uitz. Kurhaus-concert
te Scheveningen. Di Moorlag, zang. In de
pauze: Gramofoonpl. Na afloop: Persberich
ten en gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N. C. R. V.)
8.15—9.30 Concert. 10.30—11.— Zieken-
dienst. 11.—11.30 Lezen van Chr. Lectuur.
12.30^-1.45 Orgelconcert door Jan Zwart
2.35—3.15 A. J. Herwig: „Het tuinwerk in
den Zomer". 3.153.45 Knipcursus. 4.5.
Ziekenuurtje. 5.6.30 Concert. H. Hermann,
viool. P. v. d. Hurk, fluit. Mej. L. Lauen-
roth, piano. 6.307.Gramofoonpl. 7.—
7.45 Concert. Mevr. A. Reclaire, sopraan, die
zichzelf met de luit begeleidt. 7.45—8.Po-
litieber. 8.—8.30 Meaedeelingen door den
voorzitter. 8.30—8.55 Concert door het „Dra-
per"-Kwartet. 8.559.15 Prof. Dr. G. Ch.
Aalders: „Het Chiliasme in het Oude Testa
ment". 9.15—9.35 Vervolg concert. 9.35—
9.55 Vervolg causerie door Prof. Dr. Aalders.
9.55—10.05 Persber. 10.05—11.— Vervolg
concert.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Orgelconcert door E.
T. Cook. E. Wright, viool. 1.35 Orkestconcert.
2.20 Uitz. voor scholen. 2.50—5.35 Eventueel
verslag van Tennis-wedstrijden. 4.20 Dans
muziek. 4.50 Concert. K. johnston, sopraan
E Joyce, piano. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Le
zing. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Verslag van
Cricket-wedstrijden. 7.Sonates. C. Fuchs,
cello. L. Pierce, piano. 7.20—7.40 Lezing.
7 45 Spaansche les. 8.05 Concert. Orkest. J.
Farrington, bas. 9.20 Nieuwsberichten. 9.45
Lezing. 10.— Kamermuziek door The Vir-
Het was in het eerst zoo realistisch, dat
ze van ontzetting haar adem inhield.
Daarna kreeg het grappige van het ge
val vat op haar en ze barstte in lachen
uit. Toe, Dick, hou op! Hou in he
el snaam toch op!!
Dick's plechtige gezicht vertrok zich
tot een grijns van plezier maar in plaats
van op te 'houden, ging hij over in een
straatliedje van weemoedige liefde, dat
door ieder straatorgel in dien tijd werd
afgezaagd. De dronkenlap verdween uit
Joyces' gedachten en in zijn plaats ver
scheen een café in een smerige, natge
regende straat. Er voor stond een vrouw
in lompen met piekerige haren, die lied
jes zong voor een paar centen. Ze scheen
een verloopen prima dor.na te zijn, een
droeve figuur vol ellende, en ze zong
van verdorven liefde en dood.
Joyce keek hem met groote oogen aan.
Waar heb je dat spelen geleerd? En
waar haal je die ontroerende melodieën
vandaan?
Ontroerend? Och, het zijn gewone
volksdeuntjes, maar ik speel ze nu een
maal op mijn manier.
Joyce huiverde.
—Dan moest jij er uitvoeringen van
geven op jouw manier. De menschen
zouden er van rillen van ontroering.
Dick lachte hartelijk.
Drommels, dat is een goed idee! Als
alles me mislukt, wie weet! Kom, laten
e hier den boel eerst een beetje op-
tuoso String Quartet. H. Macklin, zang.
11.20 Dansmuziek. 11.35—12.20 Dansmu
ziek.
Parijs „Radio-Fans", 1725 M. 12.50
2.20 Gramofoonpl 3.35 Solisten-concert, de
clamatie en toespraak. 5.05 Piano-recital.
8.20 Tooneel „Le Flibustier" van Jean
Richepin. 9.50 Solistenconcert.
Langenberg, 473 M. 7.25—7.50 Gramo
foonplaten. 7.508.50 Orkestconcert. 10.35
11.35 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl.
1.252.50 Orkestconcert. Sopraan. 5.50—
6.50 Concert. Liedjes bij de luit, viool en
piano. 8.20 Befreiungsfeier. Daarna tot 12.10
Dansmuziek. 12.10 Uit Trier: Befreiungs
feier.
Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Orkest
concert. 3.55—5.55 Orkestconcert en voorle
zing. 8.2Ü—9.35 Orkestconcert en zang.
10.2511.25 Orkestconcert en zang.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Cello-recital. 7.20 Gramofoonpl. 8.35 Orgel
concert. In de pauze: Lezing. 9.20 Concert
uit Oostende. 8.35 Vlaamsche uitz. Concert,
georganiseerd door de SAROV.
Zeesen, 1635 M. 6.10—7.20 Berichten.
7.20—7.50 Gramofoonpl. 10.2012.50 Le
zingen. 12.501.15 Gramofoonpl, 1.15
2.20 Berichten. 2.20—3.20 Gramofoonpl.
3.204.20 Lezingen. 4.20—5.50 Concert.
5.50—8.20 Lezingen. 8.20 Gramofoonpl.
8.50 Concert. Orkest en koor. Daarna: Be
richten en lezing. 11.20 Bevrijdingsfeesten uit
Speyer. 12.10 Bevrijdingsfeesten uit Trier.
Onze Derde Joni-Opgave.
De Zonderlinge vermenigvuldigingen.
Inderdaad, wij hebben het de vorige
maal onze oplossers lang niet gemak
kelijk gemaakt. Er was heel wat geduld
voor r.oodig. En door bepaalde redenee
ring waren de antwoorden ook niet te
vinden. Het aantal oplossingen dat werd
ontvangen was een getrouw beeld van
de moeilijkheid der puzzle.
Het voorbeeld was 15 X 93 1395. De
cijfers, 1, 5, 9 en 3 vinden we juist in het
anwoord terug.
Dit is ook het geval bij de volgende
sommen.
a. 8X473 3784
b. 9X351 3159
c. 21X87 1827
d. 27X81 2187
e. 35X41 1435
Aan de diverse'inzenders van deze
juiste antwoorden (het aantal viel ten
slotte wel mee) ons compliment.
Eigenaardig is zeker, dat de meeste
ruimen, dan ga ik den ouden heer een
pootje geven.
Ze maakten volstrekt geen haast.
Als het lawaai, dat ze door het slepen
met bagage langs de trap hadden ge
maakt, hun vader niet in zijn werk ge
stoord had, dan was er alle kans, dat hij
het niet eens bemerkt had, dat Dick was
thuis gekomen.
Toen Dick klaar was mot het wegber
gen van zijn kleeren en al zijn verdere
spullen wat op orde gebracht had, bleef
hij midden in de kamer staan, knorde
van tevredenheid en verschikte hier en
daar nog wat. Hij zette het bed een beet
je schuiner en verhing een schilderijtje,
dat geen goed licht had. Eindelijk was
de kamer volkomen naar zijn zin, of
schoon de veranderingen, die hij aange
bracht had, zeer gering waren geweest.
Vlak tegen de zoldering h:.d hij een
roeiriem opgehangen, zoo, dat de namen
en cijfers, die op 't blad geschilderd wa
ren, van onderen af leesbaar waren. Er
waren twee zilveren bekers, die elk op
een hoek van den schoorsteen stonden.
Die links stond zat vol golfballen. Rond
om de wanden hingen foto's ^an jonge
mannen in roeicostuum, die zelfbewust
stonden te .achen.
Dick stond op elk dezer foto's. Ze
vormden een soort geschiedenis van zijn
collegetijd. Op de oudste stond of zat hij
ergens bescheiden in een hoekje achter
d»> anderen, maar hoe jonger de groepen
oplossers in plaats van som a inzonden
5 X 251 1255. Wij hebben dit ant
woord natuurlijk goedgekeurd maar het
behoort in deze serie eigenlijk niet
thuis, omdat bij de opgave feitelijk nog
de beperkende bepaling moest staan dat
niet twee maal hetzelfde cijfer in één der
uitkomsten mocht voorkomen.
Onze Nieuwe Opgave (No. 4 tevens
laatste der Juni-serie).
In welke plaats en in welk land?
Wij gaan nu weer eens onderzoeken,
hoe het gesteld is met de aardrijkskun
dige kennis van onze puzzelaars.
Wij geven hieronder een aantal zon
derling uitziende namen. Maar uit de
letters van den naam zijn te vormen de
namen van de stad en van het land
waarin deze denkbeeldige personen wo
nen.
Voorbeeld.
Legilu Biek (woont in Luik-België).
De woorden Luik en België kunnen
juist uit de letters van den naam ge
vormd worden.
Hoe is het nu met de adressen der vol
gende personen:
1. Lutropa Grootop.
2. Slawazud Peen.
3. Tambulaco Gobio.
4. Tilero Vieana.
5. Jugrap Snesbo.
6. Zeeri Hanepret.
Vier der adressen zijn in Europa,
twee daarbuiten.
Oplossingen liefst zoo vroegtijdig mo
gelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 4 Juli
12 uur aan den Puzzle Redacteur van
de Alkmaarsche Courant.
Gemeentelijke Opvoedkunde.
Geen rozen maar asphalt. On-
heilsspellende waarschuwingen in
rood. Voetganger contra auto.
De benzine als factor der reddings
brigade. Vluchtheuvels en over
steekplaatsen. Waarschuwen en
opvoeden.
Noem' hij deze aarde een hof van Eden,
Dje altijd mocht op rozen gaan:
Ik wensch geen stap terug te treden
Op de afgelegde levensbaan,
zong Borger in zijn beroemd Rijn-lied.
Helaas, wij gaan niet op rozen, maar op
asphalt, dat zich met hardnekkige stelselma
tigheid als een vetvlek over het stadsbeeld
uitbreidt en wie hier te Amsterdam de laat
ste regels van dit couplet in toepassing zou
werden, hoe meer hij in 't midden stond,
totdat hij op de laatste als captain op de
eereplaats zat.
De boekenplank, boven het bed tegen
den wand, scheen hoofdzakelijk werk
van Kipling te bevatten. Overal verspreid
lagen rookartikelen, een tabakspot met
het wapen van het college er op, een
sigarettendoos, nijpen en allerlei dingen
en op tafel stond een groote vaas bloe
men, die getuigenis aflegden van Joyce's
blijdschap over zijn thuiskomst. Dick
snoof er met welbehagen aan.
Wat staat zoo'n vaas bloemen toch
gezellig. Ik hoop maar, dat ze die goede
gewoonte volhoudt.
Daarop ging hij naar de badkamer,
nam een koude douche, kleedde zich in
een wit flanellen broek en een trui en
ging met een pijp in den mond fluitend
de trap af. Hij stak zijn hoofd om den
hoek der eetkamer. Joyce keek glim
lachend op. Dick bleeft grinnekend om
de deur staan kijken.
Ik wed, dat de oude heer vandaag
geen steek meer uitvoert! Is de thee
bijna klaar?
Over tien minuten.
Dick deed de deur weer dicht en liep
op zijn ruberzolen de gang door, tot aan
de deur van zijn vaders kamer.
Even stond hij stil alvorens te kloppen.
Dat was altijd zoo zij., gewoonte ge
weest. Als kleine jongen was hij die ka
mer nooit binnengegaan, als er niet een
willen brengen en mocht weigeren zou nu en
dan een stapje „terug te treden" want ook
stilstaan is terugtreden, daar stilstand ach
teruitgang beteekent hij zou spoedig een
grens gesteld zien aan zijn levensbaan en
met Horatius nog slechts de zucht kunnen
slaken: „Mors ultima linea rerum". Ook op
's levens renbaan of 's menschen loopbaan
staat eèn streep, de eindstreep, en op het
Amsterdamsche asphalt is de streep duidelijk
en met onheilspellend bloedig-roode menie-
verf door de verkeerspolitie afgeteekend. Voor
menigeen, die haast heeft, waarlijk een streep
door de rekening!
Om na Borger ook Tollens recht te doen,
kunnen wij, met een lichte variatie, zeggen:
„Nog houdt het schriklijk pleit van dwang
en vrijheid aan". De burgerij voor zooverre
deze uit voetgangers bestaat, strijdt voor zijn
vrijheid van beweging en zijn veiligheid
tegen de mechanische verkeersmiddelen en
de politie is arbiter. Men kan ook zeggen,
dat de politie strijd voert tegen de domheid en
de onnoozelheid der burgerij, voor zooverre
deze burgerij niet wil inzien, dat onderwer
ping aan d,e overheidsvoorschriften en stipte
gehoorzaamheid aan de vérkeersbepalingen
het vlotte en snelle functionneeren van de
slagaderen der stad slechts bevorderen kan.
Voetganger en auto? Over dit onderwerp
zou men een boekdeel kunnen vullen. Maar
het zou dwaasheid zijn ermee te beginnen,
omdat de tegenstelling eigenlijk niet bestaat.
Want iedere automobilist is op zijn tijd voet
ganger, iedere voetganger ondervindt op zijn
tijd het nut van het snelverkeer. En gij, mop
perende wandelaar, die uw vuist balt tegen
de claxon-loeiende vehikels, welke u met slijk
bespatten en u dwingen gedurende geruimen
tijd te wachten aleer ge de straat kunt over
steken, hebt gij zelf niet de auto gezegend
toen ge, dank zij de onvervaardheid van den
man, die uw taxi bestuurde, en zonder eenig
respect voor de voetgangers aan beide kan
ten van uw levensbaan, nog juist den trein
hebt gehaald, dien gij niet zonder schade en
schande hadt kunnen missen? Hebt gij de
auto niet gezegend, toen uw vrouw een ern
stige verwonding opliep en aan bloedvergif
tiging bezweken zou zijn, ware de dokter niet
binnen enkele minuten ter plaatse geweest
met behulp van zijn auto?
Wij voetgangers, wij mopperen niet als wij
op het trottoir moeten wachten wanneer de
brandweer voorbijstuift. Wij weten, dat die
roode auto's tot een reddingsbrigade behoo-
ren. Maar hoeveel auto's, die ons, wande
laars oponthoud berokkenen, behooren niei
tot verkapte reddingbrigades? Immers de
auto, particulier of taxi is een onderdeel van
het bedrijfsleven geworden, een onmisbaai
of andere streek uitgehaald was, waar
voor hij een standje ging halen. De stem
ming van die kamer met haar boeken
kasten, met vreemde, beduimelde boe
ken, met het stoffige, gerafelde karpet,
en met het eene olieverfportret van een
streng uitziend man in ouderwetsche
kleederdracht, was somber en streng.
Het venster, dat uitzicht gaf op het gras
veld en de wuivende boomen, was omge
ven door zware donkere gordijnen. De
stoelen waren oud en ongemakkelijk. In
de geheele kamer was geen enkel vrien
delijk plekje. Op zijn bedaarde kloppen
kreeg Dick geen antwoord; hij klopte
dus nog eens, nu iets harder. Toen ont
stond er binnen een zenuwachtig ge
schuifel en een knorrige stem riep:
Binnen.
Dick trad binnen en sloot de deur ach
ter zich dicht. Terwiil hij dft deed, had
hij het gevoel, alsof hij ineenkromp en
weer een kleine jongen was. Zoover hij
zich kon herinneren, had hij altijd pre
cies hetzelfde gezien, als hij door die
deur heen de kamer binnen keek: den
rug van zijn vader gebogen over zijn
schrijftafel, groote, dikke boeken open
geslagen rondom hem heen en den
grooten, glazen inktkoker naast zijn
schrijfmap. Het krassen van zijn veeren
pen was het eenige geluid.
Enkele oogenblikken stond hij in de
deur stil. Dan haalde hij diep adem en
stopte zijn pijp in zijn zak weg.
(Wordt .vervolgd},