DAGBLAD VQDR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Buitenland Binnenland No. 158 132e Jaargang. Dagelgksch overzicht» De burgerlijke beweging Britsch-lndië. in ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENV Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. DL11DAG 8 JllLl 1930 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. SIR ARTHUR CONAN DOYLE. f Een zeer begaafd, maar merkwaardig figuur heengegaan. Uit Londen komt het bericht, dat de be roemde Engelsche schrijver Sir Arthur Co nan Doyle aldaar overleden is. Arthur Conan Doyle! Wie kent dezen schrijver niet van naam? Wie heeft zijn Sherlock-Holmes-verhalen niet gelezen, de detective-romans, die hem zoo bekend, neen, beroemd gemaakt hebben?! Arthur Conan Doyle werd in Mei 1859 te Edinburg geboren en is dus ruim 71 jaar geworden. Hij studeerde in de stad zijner geboorte in de medicijnen en oefende de ge neeskundige practijk naderhand uit te South- sea. Later deed hij een reis met een walvisch- vaarder naar het Noorden en een naar de .Westkust van Afrika. Dat Afrika zou hem nog eens onder zijn inwoners mogen tellen. Gedurende den Boe renoorlog toch was hij arts in een veldhos pitaal. Toch zou Arthur Conan Doyle niet zoo be roemd geworden zijn, als hij zich niet met de literatuur had bezig gehouden. In het begin yan zijn literaire loopbaan had hij weinig succes, maar toen kwamen de Sherlock-Hol- mes verhalen, en de auteur werd in een klap .wereld-bekend! Hij heeft later eens verteld, aldus lezen wij in het Hbld., dat hij den de tective maar een heel gewonen naam had wil len geven en „Holmes"- daartoe geschikt had gevonden. De naam „Sherlock" kwam hem in de gedachten, omdat hij als cricketer eens jegen een goeden speler van dien naam had gespeeld en zijn elftal het zijne de baas was gebleven. De combinatie van die twee namen bleek het te doen. De lezers waren zoo verzot op Sherlock Holmes, dat Conan Doyle, die deze figuur ten slotte had laten sterven om er een eind aan te maken, den detective weer uit den dood moest doen opstaan. Conan Doyle heeft behalve de serie die hem beroemd maakte ook nog historische ro mans (The White Company, Sir Nigel) ge schreven. En een geschiedenis van den Brit- schen veldtocht in Frankrijk en Vlaanderen (1915—'20). Hij deed dit op grond van eigen ervaringen aan het front. In zijn woonplaats Crowborough in Succex had hij een vrijwilligerscorps opgericht, waarover hij vier jaar lang aan het front het bevel voer de. In den oorlog verloor hij zijn eenigen zoon en dit verlies heeft waarschijnlijk wel invloed gehad op de toewijding, die hij het spiritisme heeft betoond. Zijn boeken van de laatste jaren zooals „A New Revelation", „The Vital Message, „The wanderings of a spiritualist", „The Land of Mist" (een ro man) en zijn „History of Spiritualism" had den steeds betrekking op het spiritisme. Conan Doyle deed proefnemingen in aller lei landen, o.a. in Amerika met het medium „Marjori (mevrouw dr. Crandon). Naar zijn eigen verklaring heeft hij tal van ma terialisaties van geesten, o.a. die van zijn zoon en zijn moeder, gezien en gephotogra- feerd. In 1925 benoemde het Internationaal Spiritistisch Congres te Parijs hem tot eere voorzitter. In een museum, door hem ge sticht, gaf hij een overzicht van de ontwikke ling van het spiritisme. Daarin zijn ook pho- to's van geesten, was-afdrukken van handen van geesten, brieven van gestorven personen een door Oscar Wilde aan hem gerichte brief b.v. tentoongesteld. Ons land heeft Arthur Conan Doyle twee maal binnen zijn grenzen gehad, de eerste maal als aanvoerder van een Engelsch cricket-elftal en de tweede keer als een kun stenaar, die hier voordrachten hield op uit- noodiging van het genootschap „Nederland- Engeland". De ongeregeldheden te Pesjawar. Het rapport der commissie, die een onder zoek instelde naar de ongeregeldheden te Pesjawar in April j.1. is gisteren gepubli ceerd. Het onderschrijft volkomen de maar regelen door de civiele en militaire autori teiten genomen om de onlusten te onderdruk ken, waarbij van de vuurwapens gebruik verd gemaakt. De Mohammedanen en de „round table" conferentie. De bestuursraad van de conferentie van Mohammedanen van heel Indië heeft met groote meerderheid een motie aangenomen om deelneming aan de „round table' confe rentie aan te bevelen hoewel men het rapport- Simon onaannemelijk achtte voor de Indische Mohammedanen daar het niet de noodige waarborgen voor hen bevatte en bovendien als reacfionnair werd beschouwd. Rede onderkoning verwacht. Woensdag zal de onderkoning in de Slotzitting van de wetgevende vergadering te Simla een verklaring afleggen over den hui- digen toestand. Den volgenden dag zal er een debat worden gehouden over een crediet van 631.270 ropijen (ruim 568.000 gulden) voor de kosten van de Indische delegatie naar de Londensche conferentie. De correspondent van de „Times" te Simla verwacht, dat er met grof geschut zal wor den geschoten op het plan van de conferentie en op het rapport-Simon. Hij heeft tot dus ver, buiten de Europeesche groep van leden der wetgevende vergadering, nog geen goed woord over het rapport gehoord. Aan den anderen kant dient men, zoo voegt hij er bij, te bedenken dat het tegen de verkiezingen loopt, zoodat tal van redevoeringen speciaal voor de kiezers bestemd zijn. iden geslaagde wetgevende vergadering. De wetgevende raad van Bombay, die te Poona bij zeer warm weer bijeen is, deed al zijn zaken van gister op normale wijze af in weerwil van pogingen om de tegenwoordig heid der ministers te verhinderen. Vijftig personen te Calcutta gearresteerd. De examens in de rechten aan de universb teit te Calcutta zijn een dag uitgesteld wegens het posten door mannelijke en vrou welijke vrijwilligers. Gisteren werden meer dan vijftig personen gearresteerd in verband met een inval in de bureaux van het comité van het provinciaal congres. Overtreding der boschwet in Berar. Zondag zijn 8000 vrijwilligers, vormende de eerste groep die de boschwet gaat over treden, naar Poesad vertrokken. De vrijwil ligers, aan wie door de bevolking uitgeleide werd gedaan, waren volledig toegerust; zij hadden bijlen bij zich, maar ook ziekenauto's, geneesmiddelen en een bevoegd geneesheer. Huldebetooging voor Gandhi, botsing met de politie. Eveneens trok een groote optocht naar de gevangenis van Yeravda om hulde te brengen aan Gandhi, nu hij twee volle maanden in de gevangenis heeft gezeten. De stoet werd te gengehouden door de politie. E>e betoogers hurkten op den weg neer van des avonds tot één uur vanmorgen. De politie deelde den leiders mede, dat zij een onwettige bijeen komst vormden, doch de menigte wierp de politie met steenen en bloempotten, waar door verscheidene politiemannen werden ge wond. Ten slotte chargeerde de politie met latbhi's (lange bamboestokken). Tien personen waaronder een brigadier van politie werden in het ziekenhuis opgenomen De demonstraties te Poona. De demonstraties te Poona, waaraan on geveer 15000 personen deelnamen, werden door de politie zonder incidenten uiteen ge dreven. Wegens bet posten voor de ministe- rieele gebouwen en voor de gebouwen van de wetgevende vergadering werden 25 per sonen gearresteerd. De commissie der wet gevende vergadering te Simla tot regeling van de betrekkingen tusschen Hindies en Mohammedanen moest haar besprekingen vopr onbepaalden tijd verdagen, daar wegens het wegblijven der Hindoes besprekingen niet mogelijk waren. NA DE ONTRUIMING VAN HET RIJNLAND. De relletjes in het ontruimde gebied. Omtrent het bezoek van den Franschen ambassadeur te Berlijn bij den Duitschen rijksminister van buitenlandsche zaken in verband met de relletjes in het ontruimde Rijnland tegen de voormalige separatisten, wijzen de Fransche bladen er op, dat er geen nota-wisseling heeft plaats gehad, doch dat de gezant slechts mondeling het leedwezen der Fransche regeering heeft meegedeeld. De Echo de Paris constateert met verba zing,, dat met uitzondering van de Voor waarts alle Duitsche bladen op het stand punt blijven staan, dat de incidenten tegen de separatisten een aangelegenheid van zui ver binnenlandsche politiek zijn. DE EUROPEESCHE FEDERATIEVE STATEN-BOND. Het Italiaansch antwoord op het memorandum Briand. Het ministerie van buitenlandsche zaken heeft den tekst gepubliceerd van het Italiaan- sche antwoord op het memorandum van Briand. Dit antwoord is in twee gedeelten opge steld. In het eerste gedeelte neemt Italië ken nis van de gedane voorstellen, waarbij het constateert, dat het er om gaat een systeem van samenwerking te bespreken, dat geba seerd is op het respecteeren van de absolute soevereiniteit en politieke onafhankelijkheid van alle staten. De fascistische regeering wil hieraan een uitgebreide interpretatie geven met de bedoeling vast te leggen, dat de rech ter. der kleine staten worden gewaarborgd en dat ook het laatste onderscheid, dat nog zou kunnen bestaan tusschen overwinnaars en overwonnenen moet verdwijnen. Vervolgens stelt Italië dan voor ook Sowjet-Rusland en Turkije uit te noodigen. In het tweede gedeelte van het antwoord gaat de Italiaansche regeering de verhou ding na tusschen de Federale Unie en de buiten Europa gelegen landen en den Vol kenbond. De Italiaansche regeering spreekt zich uit tegen een project, dat de strekking zou hebben om in een Federale Europeesche Unie een reproductie te geven van den Vol kenbond met een algemeene vergadering en een raad, waarin enkele staten zitting heb ben. Alle staten, de grootsten zoowel als de kleinsten, moeten een gelijk deel hebben in de functionneering van de Unie en moeten een permanente plaats bekleeden in den Raad. Duitsche kabinetszitting over het memorandum van Briand. Het Rijkskabinet heeft tot in de late avond uren een zitting gehouden, waarin het zich bezig hield met het Duitsche antwoord op het memorandum van Briand. DE BESPREKING VAN HET VLOOT- VERDRAG IN DEN AMERIKAAN- SCHEN SENAAT. 58 Senatoren, d.w.z. negen meer dan het vereischte quorum hebben gisteren deelgeno men aan de zitting van den Senaat ter be spreking van het vlootverdrag van Londen, welks ratificatie door president Hoover in een speciale boodschap verzocht was. In zij ne verklaring zeide Hoover o.a. het volgende: Het is in de eerste plaats noodzakelijk het vlootverdrag te ratificeeren om de foutieve ge ruchten en interpretaties, die verspreid zijn tegen te gaan. Wanneer wij thans niet kun nen komen tot een beperking en vermindering der vlootbewapening, zullen wij achteruit gaan, in plaats van verder voort te schrijden op den weg van den vrede. Wij verwachten natuurlijk tegenstand van den kant van die groej>en, die een groote militaire kracht voor het Amerikaansche volk voorstaan. Wij zul len denzelfden tegenstand te overwinnen heb ben, als geboden werd in Groot-Brittannië en Japan, maar ik ben ervan overtuigd, dat de meerderheid van het Amerikaansche volk zich zal verzetten tegen de meening van de groepen, die vijandig staan tegenover het verdrag. Het eenig alternatief, aldus Hoover, dat overblijft, is over te gaan tot vlootaan- bouw, met al de daaraan verbonden onzeker heid, haat en rancune, welke tenslotte tot rampen leiden. Het is dwaasheid te denken, dat wij, oendat wij hét rijkste volk zijn, alle andere landen kunnen overtreffen. De andere volkeren zullen alle mogelijke offers brengen om hun verdedigingsmiddelen op peil te hou den met de onze en wij zullen in dat geval niet anders doen dan al hun haat en rancune te voegen bij den militairen last, die wij hun zouden opleggen. Wij behoeven slechts onder oogen te zien, hoe de toestand was in 1914 om een voldoende bewijs te vinden voor de nutteloosheid van bewapeningswedloop. Geen enkel criticus heeft nog aangetoond, dat wij met onze militaire en luchtmachten en met de maritieme macht, gelijk deze in het verdrag staat omschreven, benevens met alle hulpbronnen van het land onze verdediging niet zouden kunnen verzekeren. Het vlootver drag beteekent een groote stap naar de ont wapening en naar den wereldvrede. HET COCAINE-DRAMA TE BRUSSEL De dood der cabaretdanseres madeleine Cariaux. Voor de 19e kamer der Brusselsche correc- tionneele rechtbank is gedurende twee dagen een dier groote stadsdrama's behandeld, welke zich in een duitere, halfmondaine sfeer voltrekken en naast sensatie steeds een ge prikkelde nieuwsgierigheid wekken. Men herinnert zich dat een goede maand geleden een jonge vrouw, madelaine Cariaux, danseuse in nachtgelegenheden, dood werd f wonden in de garconnière van mr. Roger annoy, een drie en dertig-jarige Brussel sche advocaat, bekend type in de uitgaande wereld. De dood werd toegeschreven aan het overmatig gebruik van cocaïne, die haar met misdadige doeleinden door Lannoy zou zijn toegediend. Zes beklaagden hadden zich voor de recht bank te verantwoorden: Roger Lannov, Hil- degarde Hartwich, mannequin van beroep, en nog vier personen, allen beschuldigd van het in bezit hebben en het verhandelen van verdoovende middelen. De debatten gedurende de behandeling van het proces hebben het zedelooze leven van de hoofdbeklaagden, die tot de categorie van nachtclubsbezoekers, drinkers en spelers behoorden, blootgelegd. Madelaine Cariaux was aanvankelijk de minnares van Robert Lannóy, daarna had zij plaats gemaakt voor Hildegarde Hartwich en had zij zich „ver loofd" met den kunstschilder Marcel Stob- baerts, een bekende figuur in het Brusselsche kunstleven. De vrienden- en vriendinnenkring van Lannoy maakte zich schuldig aan het gebruik van verdoovende middelen, die uit allerlei mysterieuze kanalen werden toege voerd. Een poel van verderf en zonde, waar in het troepje langzaam ten onder ging. Lan noy bracht eerst madeleine Cariaux, daarna Hildegarde Hartwick er toe cocaïne te ge bruiken; hij diende het haar op alle moge lijke manieren toe, vermengde het in whiskey. Madeleine Cariaux, die zich onweerstaan baar tot Lannoy aangetrokken voelde, kon hem niet loslaten, ook niet toen zij met Stob- baerts in het huwelijk zou treden. Haar plaats was echter door Hildegarde Hartwick ingenomen Wat er precies gebeurd is, weet men niet, doch in April j.1. op een mid dag omstreeks vijf uur werd madeleine Cariaux dood gevonden ten huize van Rabetf Lannoy, die verzekert dat zij met opzet tij dens zijn afwezigheid een groote dosts cocaïne heeft genomen om een einde aan haar leven te maken, terwijl er echter teekenen zijn, die er op wijzen dat Lannoy haar de dosis heeft toegediend, hetzij omdat hij zelf was beneveld en niet meer wist wat hij deed, hetzij om zich van haar te bevrijden. Robert Lannoy werd wegens het in bezit hebben van cocaïne en het verspreiden ervan tot een gevangenisstraf van een jaar veroor deeld. en wegens dood door schuld (het onbe heerd laten staan van een flacon, welks in houd. naar hem bekend was, gevaarlijk was) tot drie maanden gevangenis. Hildegarde Hartwich kreeg drie maanden. De vier handelaren in verdoovende midde len werden tot een jaar gevangenisstraf ver oordeeld. NA DEN BOLIVIAANSCHEN OPSTAND. De Duitschers in een netelige positie. Het „Berl. Tageblatt" meldt uit La Paz dat de positie der in Bolivia wonende Duitschers tengevolge van de volkswoede tegen generaal Kund't netelig geworden is. De leden der Duitsche kolonie begaven zich naar het mi nisterie en verzochten om bescherming van hun particuliere woningen en hun zakenge- bouwen daar zij bang zijn voor plunderingen. Het ministerie eischte een verklaring van hen, dat de DuitsChe bevolking zich niet zou mengen in Boliviaansche aangelegenheden. Deze verklaring werd verstrekt. De woning van generaal Kundt is door de volksmenigte geplunderd1. Kundt vertoeft nog steeds in het Duitsche gezantschap Men neemt aan dat hem zal worden toegestaan het land te verlaten. DE REIS VAN HINDENBURG NAAR HET RIJNLAND. Acht Frankrijk deze ongewenscht? Volgens de „Echo de Paris" heeft Briand door den Franschen ambassadeur te Berlijn een démarche bij president von Hindenburg late|i doen om dezen te verzoeken zijn reis naar het Rijnland nog wat uit te stellen. Hij haalt het voorbeeld van 1870 aan toen noch MacMahon noch Thiers een reis naar de door de Duitsche troepen ontruimde gebie den maakten. Hindenburg zou hebben geantwoord dat door de bezetting van 1870 een rechtstreeksch gevolg van de overwinning der wapenen was, terwijl de jongste bezetting rechtstreeks voortsproot uit een politieke daad van den wapenstilstand. GROOTE OVERSTROOMINGEN IN HET NOORDEN VAN JAPAN. Tal van dooden; duizenden dakloos. Volgens een telegram uit Tokio hebben groote overstroomingen in de provincie Ja- magata, ongeveer 2'50 K.M. ten Noorden van Tokio, groote verwoestingen aangericht. Het aantal dooden bedraagt 27. Duizenden personen zijn dakloos. De rivieren zijn 5 M. gewassen. De schade wordt op ruim een mil- lioen gulden geraamd. De spoorweg is door een aardverschuiving versperd. Bruggen en wegen werden verwoest. De oogst is vernield. ZWAAR WEER IN HET ZUIDEN VAN FRANKRIJK. De vlieghaven van Lyon geteisterd. 'Het zware onweer heeft in Zuid-Frankrijk enorme schade aangericht. Te Lyon maakte een wervelwind in nauwelijks tien minuten de vlieghaven tot een ruïne. Verscheidene hangars stortten in. Zes vliegtuigen werden zv.raar beschadigd. EEN LONDENSCH POSTBEAMBTE BEROOFD. In de Londensche City werd gisteren een brievenbesteller een postzak met aangetee- kende brieven ter waarde van 1000 ont roofd. De dieven wachtten hem in een auto mobiel op en rukten hem den zak van den rug. Zij wisten ongehinderd te ontkomen. Een achtervolging, die door een aantal bur gers op touw werd gezet, bleef zonder resul taat. DE VESUVIUS WERKT WEER. Een langdurige lava-uitbarsting. Maandagavond om 18.45 uur had een uit barsting van vloeibare lava uit de Vesuvius plaats, vergezeld van hevige explosies. Spoedig ontstond daarop aan de beneden Westzijde van den krater een opening, waar uit lava stroomde, 's Avonds om 9 uur duurde de uitbarsting nog voort. De lava is in den N. W. sector van den krater ge stroomd en heeft alle kleine openingen ge vuld. BLOEDIGE STRIJD IN AMERIKA TUSSCHEN BLANKEN EN NEGERS. Zes vechtersbazen gedood. Zes personen verloren Zondagavond het leven, als gevolg van een vinnig gevecht tus schen blanken en negers te Emelle (Alabama). Het gevecht begon tusschen een neger en een blanke. Twee andere negers mengden zich in den strijd, een hunner sloeg den blanke met een flesch op het hoofd. Een oom van den blanke kwam hem te hulp doch werd door een neger met vier schoten in den rua gedood. De drie negers namen vervolgens de wijk in een huis van een vriend, dat weldra door een verwoede menigte blanken werd om singeld. Er ontstond een revolvergevecht, waarbij nog een blanke en een neger werden gedood. De blanken bestormden het huis en staken het in brand. Onder de puinhoopen vond men later twee lijken van negers, die in de vlam men waren omgekomen. Gistermorgen vond men het lijk van den neger, die den blanke met een flesch had ge slagen, opgehangen aan een boom. Hij was het slachtoffer geworden van de wraak der menigte. De gevechten tusschen negers en blanken duren nog voort. De politie zoekt den moor denaar van den oom. DE INVALLEN DER KOERDEN. Koerdische opstandelingen ge* bcmbardeerd. Aan de Perzisch-Koerdische grens hebben Turksche vliegtuigen Koerdische opstande lingen gebombardeerd. Door het bergland schap was het moeilijk het resultaat te beoor- deelen. Het aantal opstandelingen wordt op 10.000 geschat. Verscheidene nomaden stam men, die in den regel op Perzisch gebied rondtrekken hebben zich bij hen aangesloten. Drie Turksche vliegtuigen werden bij den laatsten aanval naar beneden geschoten. Het gerucht, dat de Turken bij vervolging van opstandelingen de Perzische grens zou heb ben overschreden wordt van Turksche zijde tegengesproken. Een nota aan Perzië. Naar de „Times" uit Konstantinopel ver neemt heeft Turkije een scherpe nota aan de Perzische regeering overhandigd, waarin wordt aangedrongen op de onmiddellijke doorviering van energieke maatregelen om te voorkomen, dat Koerdische stammen de Turk sche grens overschrijden. Zooals men weet, hebben in de nabijheid yan de Ararat verbitterde gevechten tusschen Turksche soldaten en Koerden plaats gehad. DE INVOER VAN RUSSISCH HOUT IN AMERIKA. In verband met de protesten van impor teurs en handelaren tegen de beslissing, dat Russisch hout niet in de Vereen. Staten mag worden ingevoerd, weren van de zijde van het ministerie van financiën nadere inlich tingen ingewonnen. Belanghebbenden zijn van meening, dat dit hout niet verkregen is door gedwongen arbeid. Het ministerie heeft meegedeeld1, dat het binnenkort een nieuwe beslissing zal nemen. Daar een groot aantal scheepsladingen hout onder weg is naar de Vereen. Staten wordt de definitieve beslissing met spanning tegemoet gezien. IN DE BADINRICHTING VERDRONKEN, In de badinrichting in den Dinkel te Dene kamp is gistermorgen de 26-jarige F., woon achtig te Den Haag, verdronken. F. was be zig om onder leiding van den badmeester te leeren zwemmen in het ondiepe gedeelte van het bad, toen de badmeester even werd weg geroepen om met iemand af te rekenen. Hij verzocht den heer F. een oogenblik te blijven staan. Wat in de korte afwezigheid van den badmeester nu is voorgevallen, kon niet goed worden nagegaan. Waarschijnlijk is echter, dat F. plotseling een hartverlamming gekre gen heeft, aangezien men, toen men er na een half uur in slaagde zijn lijk op te vis- schen, constateerde, dat zich hoegenaamd geen water bevond in de maag. Den bad meester treft dan ook niet de minste schuld- BRANDALARM VOOR HET RIJKS MUSEUM. Een kwajongensstreek Een telefonische melding aan het hoofd bureau brandweer: „U spreekt men den di recteur van het Rijksmuseum; er is brand in het gebouw" had gister tot gevolg, dat in al le kazernes der brandweer de alarmklok luid de. Weldra waren dan o.ok tal van brand weervoertuigen op weg naar het museum. In minder dan geen tijd wemelde het van de be kende roode voertuigen bij het gebouw. In het museum wist men echter van niets; ook de directeur niet. Het was een onhebbe lijke kwajongen geweest, die deze gevaarlijke grap had uitgehaald, gevaarlijk, omdat men nooit weten kan, of misschien op een ander punt van de stad niet werkelijk de hulp van de brandweer noodig zou kunnen zijn en zij door zulk een streek later verschijnen zou, dan wanneer de nu noodeloos uitgerukte voertuigen ter beschikking waren geweest EEN BESCHONKEN MAN OVERREDEN. Te Kwadendamme, gemeente Hoedeken», kerke, is in den afgeloopen nacht het lijk ge vonden van den 43-jarigen P. R. uit Schone, die zich waarschijnlijk onder den invloed van sterken drank op den openbaren weg had te slapen gelegd en vermoedelijk door een vrachtauto is overreden. Het slachtoffer was ongehuwd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1