Studiereis naar het Rijnland.
avonturen van een verkeersagent je.
RecMsgaken
Binnenland
Rijn, Moezel en Eifel in telegram
formaat.
Düsseldorf.
Keulen.
0.06 0.2a
Aan den heer N. A. Doffer, gemeente-
bode alhier, is op zijn verzoek door den Com
missaris der Koningin met ingang van 1 Juli
j.1. eervol ontslag verleend als buitengewoon
veldwachter dezer gemeente.
OTERLEEK.
De schoolstrijd.
Zooals men zich zal herinneren, zijn er
reeds heel wat woorden gewisseld in den Raad
<lezer gemeente over het bouwen van een twee-
of drieklasse-school. De meerderheid sprak
zich uit vóór een tweeklasse-school, na hevige
bestrijding door de minderheid. Deze minder
heid, bestaande uit de leden Baltus, Heringa
en Witteveen, heeft zich tot Ged. Staten ge
wend met een verzoeksenrift het besluit van
de meerderheid niet goed te keuren, dan na
ingesteld onderzoek. Tevens verzoeken zij
daarin hunne zienswijze voor Ged. Staten uit
een te mogen zetten.
Van Ged. Stalen is thans bericht ingeko
men, dat zij hunne beslissing hebben ver
daagd, zoodat het laatste woord in deze kwes
tie nog niet gesproken is.
GROOTEBROEK.
Bij beschikking van den Minister van De
fensie is aan den dienstplichtige J. Kok, uit
deze gemeente, voor goed vrijstelling van den
militairen dienstplicht verleend.
CASTRICüM.
Aanvaarding Legaat.
Bij Kon. Besluit van 13 Juni jl. no. 64 is
toestemming verleend aan het parochiaal
kerkbestuur van den H. Pancratius alhier en
aan het bestuur van het parochiaal armbe
stuur tot het aanvaarden van de legaten ver
maakt aan deze instellingen door wijlen den
heer Jb. Liefting alhier.
UITGEEST.
Mond- en klauwzeer.
In deze gemeente doen zich 2 gevallen van
mond- en klauwzeer voor en wel onder het
vee van de veehouders Cornelisse en van
Weelderen. Het vee loopt in het land gelegen
in den polder De Zien.
Kunst na Arbeid.
Op het driedaagsch nationaal zangcon-
tours te Gouda gehouden, ter gelegenheid
van het 25-jarig bestaan van de Gemengde
Zangvereeniging „Gouda" heeft de zaugver-
eeniging „Kunst na Arbeid" alhier in de
tweede afdeeling met 322 punten een eerste
iprijs behaald. Het verplichte zangnummer
was „Molentje" van.Keereweer en als vrije
nummer werd gezongen „Salve Regina" van
Oberhoffer.
SCHOORL.
Het zomerfeest van de V.V.V. alhier be
looft dit jaar schitterend te worden en alle
vorige te overtreffen. De grootste attractie,
die de commissie 't meeste werk geeft, is wel
het nummer, waarmee Zondag 27 Juli het
feest geopend wordt. Dan heeft n.1. de op
voering plaats van het sprookje of de legen
de, zoo men wil, van „de Rattenvanger van
'Hameln". Zooals men weet, is deze legende
uit de middeleeuwen ontstaan door de groote
rattenplaag, die 't stadje Hameln teisterde
De schout en schepenen vergaderen en be
spreken uit den treure deze plaag. Daar
komt uit de saamgekomen menigte de Rat
tenvanger naar voren, die belooft voor 100
goudstukken 't stadje van de plaag te bevrij
den. Hij wordt daartoe na veel loven en
bieden gemachtigd en terwijl'hij zijn fluit
bespeelt, zien we uit de huizen de ratten (hier
door een 50-tal kinderen in rattencostuum
voorgesteld) verschijnen en den fluitspeler
volgen op zijn schreden. Hij verdwijnt met
hen in een grot en komt om zijn belooning.
De menschheid bleek echter in den goeden
ouden tijd al even weinig betrouwbaar als in
onze verlichte eeuw, de vroede vaderen wei
geren de belooning uit te keeren. Daar neemt
de Rattenvanger opnieuw zijn fluit en lokt
nu de kinderen naar buiten, dit 't zelfde lot
van de ratten moeten ondergaan.
Nu echter loopen de moeders te hoop en
maken 't den Schout en zijn schepenen zoo
lastig, dat ze besluiten 't vei diende loon uit
te betalen.
Ziehier in korte trekken den inhoud der
legende, die zich zeer goed leem om in de
open lucht vertoond te worden. De commis
sie ontving hiertoe de belangeloos.' medewer
king van de tooneelvereeniging „Nieuw Le
ven", wat zeer op prijs wordt gesteld.
We zullen in vogelvlucht het pro
gramma de revue laten passeeren. Zondag
middag dus eerst de Rattenvanger van Ha
meln daarna kinder spelen, concert fanfare
korps „de Vriendschap" en tot slot gemas
kerd bal. Maandagmiddag de Rijvereeniging
„West-Friesland", die met een 20-tal paarden
haar zeer interessante demonstraties^ zal ge
ven, daarna volksspelen, bal-champêtre en
om 8 uur d e attractie n.1. concert van
Schoori's Gemengd Koor en Bergen's Man
nenkoor, beide onder leiding van den heer
.'Jonker. We behoeven over deze beide koren
niet veel te zeggen, de zang is altijd subliem
en klinkt op een mooien zomeravond in een
omgeving, als alleen Schoorl kan bieden, bui
tengewoon mooi. Een afgeschut platvorm zal
er voor zorgdragen, dat 't gezongene goed
wordt weergegeven. Tot slot 't altijd mooie
vuurwerk, wat 't met de duinen als achter
grond schitterend doet. Vermelden we nog,
dat de buurtvereeniging voor een fantasti
sche verlichting zal zorgen, dat er op 't ter
rein diverse kermisvermakelijkheden zijn,
waaronder de welhaast uitgestorven „gewo
ne" draaimolen, dan hebben we niet te veel
gezegd, toen we in den aanvang beweerden,
'dat 't feest dat van vorige jaren zal over
treffen.
Nu nog goed weer en Schoorl kan weer
duizenden menschen cup haar terreinen ont
vangen.
DOOD DOOR SCHULD.
Fietsrijder doodgereden.
Voor de rechtbank te Arnhem heeft giste
ren terechtgestaan M. R., Duitscher, terzake
van het veroorzaken van dood door schuld
Verdachte was 23 Mei met zijn auto het dorp
Ede binnengereden en had bij het uitwijken
voor een bakkerswagen te ver uitgehaald en
een wielrijder aangereden, die zoodanig werd
gewond, dat de dood onmiddellijk intrad.
Eisch: 1000 boete subs. 2 maanden hech
tenis.
Het was een opgewekt gezelschap, dat zich
Dinsdag 1 Juli uit verschillende richtingen
verzamelde en in Arnhem den Duitschen
trein nam met bestemming naar Duisburg.
Hier kwamen in het perfecte hotel Duisbur-
ger Hof een twintigtal Nederlandsche pers-
menschen bijeen om van deze stad me.- de
groote binnenhaven Ruhrort een studiereis
langs den Rijn te maken op uitnoodiging van
den Rheinischen Verkehrsverband te Godes-
berg.
Het is mogelijk, dat men wat ongeloovig
opkijkt zooals sommigen glimlachten, aan
wie wij ons reisplan vertelden en zooals ook
eenigen van ons gezelschap meer de reis dan
de studie in het vooruitzicht zagen. Laten wij
dadelijk erkennen, dat het toeristisch gedeel
te niet te kort gekomen is en dat wij soms ver
gaten te stucieeren.- Maar op de eene plaats
meer en elders minder, is het informatorische
deel zoo geweest, dat tijdens de hitte van
.ieze Juliweek meermalen de wensch werd
uitgesproken, dat men kon blijven op de
plaatsen was, waar men ook zonder deze oor-
voegen, dat dit gewoonlijk juist op zulke
plaasetn was, waar men ook zonder deze oor
zaak wel gaarne zijn anker had willen uit
werpen.
Duisburg.
In het hotel Duisburger Hof begroette ons
de heer dr. H. A. Lux, onder wiens leiding de
tocht gemaakt werd, en tevens maakten wij
er kennis met onze gastheeren, het bestuur
van de Deusch-Niederlandische Gesellschaft
en van het Pressamt der stad Duisburg-
Hamborn, dr. Ernst Böninger en den heer
van Ravestein, bijgestaan door leden dei-
pers. Het bleek dat reeds sedert enkele jaren
plannen bestonden voor zulk een reis, welke
kort te voren ook Zweedsche collega's ge
maakt hebben.
De heer Böninger begroette de gasten,
sprak over de vele betrekkingen tusschen ons
land en Duitschland wier binnenscheepvaart-
verkeer is druk geconcentreerd in Duisburg
en vermeldde o.m. dat er 16.000 Nederlan
ders in deze Duitsche stad wonen en werken
Zij hebben er 40 vereenigingen. De toestand
is niet gunstig op het oogenblik; van elke
zeven inwoners geniet er een ondersteuning.
Dezelfde klacht hoorden wij ook verder op
gedurende de reis. Namens het reisgezel
schap dankte de heer F. Th. Holsboer, voorz.
der Oostelijke Pers, voor de hartelijke begroe
ting en sprak den wensch uit, dat de econo
mische toestanden weldra tot herstel zouden
leiden. Op het Abendessen volgde een gezel
lig samenzijn op het binnenplein van het
hotel, en den volgenden morgen om 9 uur
nam het gezelschap plaats in den 100 P.S.
Büssingwagen voor 29 personen, die door
dr. Lux later als „Streitwagen" werd betiteld
en die de 'Nederlandsche journalisten langs
den Rijn en de Moezel heeft gevoerd, door
dalen en over hoogten.
Na een rit door de stad, waarbij gelegen
heid werd geboden, dt oudste gebouwen te
bezichtigen, den Burgplatz met Rathaus en
Salvatorkerk, waarvan de geschiedenis reeds
spreekt in het jaar 700, waar Karei de
Groote resideerde en de eerste rijksdag werd
gehouden, werden de geweldige havenwerken
bezichtigd, waar de enorme voorraden ertsen
worden opgeslagen. Dat zij in groote massa
hier liggen, is een blijk van de slechte tijden
evenals het groote aantal opgelegde schepen.
Met een boot van de haven-autoriteiten
werden de voornaamste havens bezichtigd,
de bruggen, welke electrisch worden bediend
en na een lunch, aangeboden door de Duis
burger Ruhrorter Hafen A.G. in het restau
rant S'iierbord, Marientorschleuse, werd het
groote stadion bezichtigd. Het ligt in het
bosch, dat om de stad zich uitstrekt over
grooten afstand en is een voorbeeld van mo
derne zorg voor sport in een stad van arbeid.
Door de goede zorgen onzer geleiders kreger.
wij een duidelijk beeld van het leven en den
arbeid in deze groote stad.
Nog denzelfden middag bereikten wij Düs
seldorf, waar het gezelschap op het raadhuis
ontvangen werd door den Oberbürgemeister
dr. dr. h. c. Lehr, waarna de stad werd be
zichtigd, het geboortehuis van Heinrich
Heine werd opgemerkt, en in het bijzonder
bet Wirtschaftsmuseum de aandacht trok.
Het is ondergebracht in de zalen der
„Gesolei", de tentoonstelling, die ook veel
Nederlanders heeft getrokken. Dit museum
toont vooral in overzichtelijken en leerzameu
vorm velerlei wetenswaardigs op het gebied
van landbouw en economie.
Na het diner, door de stad aangeboden in
hotel Burg, werd de „Malkasten" bezocht, de
prachtige inrichting der schilders, die er het
huis van den dichter Jacobi bezitten, waar
Goethe zijn „Hermann und Dorothea" ont
wierp. Bijzonder aangenaam werden wij er
onderhouden door het bestuur onder leiding
van den heer Murdfield, die met de luit voor
opging door den mooien tuin en ons den kel
der toonde, waar tal van kostelijke wijnen
gekelderd liggen. Genotvolle uren brachten
wij er door. Wii hadden onze intrek genomen
in het Bahnhofhotel aan den Wilhelmplatz,
welks directeur herr Werner Jr. ons geleidde.
Het is er modern en uitstekend.
Vroeg was het Donderdag weer dag voor
de reis naar Keulen, de oude stad met den
en dom, en het moderne stadion,
prachtige
het groot
et grootste van Europa, dat 60.000 plaat
sen biedt en gebouwd werd in den tijd der
inflatie door werkloozen. Bezichtigd werd
de tentoonstelling „Stadt und Land'', die een
beeld geeft van de wisselwerking tus; :hen
beide. Zij is ondergebracht in het Staaten-
haus. Op de Rheinterrassen werd het Mit-
tagessen genoten, gedeeltelijk onder een
hevig onweer met overvloedigen regen, die de
goede stemming niet konden bederven.
Des namiddags ging het naar het Ahrdal,
waarbij allereerst het Bad Neuenahr de aan
dacht trok.
Neuenahr.
Rondgeleid door den Kurdirector, bezich
tigden de gasten de schitterende parkterrei
nen, het schoone Kurhaus en de bronnen,
dronken er thee en zetten de reis voort naar
Adenau, waar de toegang is tot den befaam-
den Nürburgring. Daarover in den volgen
den brief.
M- H. W.
VEREENIGING NED. FABRIKAAT.
Heden hield aan boord van de salonboot
„Alkmaar" van de Maatschappij Alkmaar
Packet de Vereeniging Nederlandsch Fabri
kaat haar jaarvergadering. De voorzitter, ir.
J. van Dusseldorp, ging in zijn openingsrede
na den invloed welken het plan-Young kan
hebben op de Nederlandsche voortbrenging.
Immers het einddoel van het streven onzer
vereeniging is de bevordering der Nederland
sche welvaart. Zij tracht dit te bereiken door
het verleenen van de voorkeur aan de gelijk
waardige binnenlandsche voortbrengselen,
en de vraag doet zich dus voor of door de
vaststelling van het plan-Young het streven
onzer vereeniging minder noodlg is gewor
den, dan wel, of de nuttigheid, respectievelijk
de noodzakelijkheid van dit streven nog meer
op den voorgrond zal treden.
Sedert in Maart 1915 onze vereeniging
werd opgericht, zijn twee resultaten verkre
gen, die vermoedelijk niet zonder onderlin-
gen samenhang zijn;
le. meer waardeering van de binnenland
sche voortbrenging, en 2e. toeneming van de
Nederlandsche industrie.
De grootere waardeering blijkt uit den
drang, die thans ook van overheidszijde
wordt uitgeoefend om bij gelijken prijs
Nederlandsch fabrikaat aan te schaffen en
in elk geval de 'Nederlandsche industrie bij
het vragen van aanbiedingen niet voorbij te
gaan
Het tweede resultaat, de toeneming der
Nederlandsche industrie, blijkt uit de sta
tistiek. Immers volgens de laatste tellingen
waren op 31 December 1909 782.382 en op
31 December 1920 1.028.155 personen in de
industrie werkzaam: een vermeerdering van
245.773 of 31 terwijl de bevolkingsver
meerdering 17 bedroeg.
Gemis aan waardeering voor de Neder
landsche voortbrenging is vermoedelijk een
der oorzaken geweest van de achterlijkheid
in omvang, waarin onze industrie tot om
streeks het eind der negentiende eeuw ver
keerde. Algemeen gold toen de meening, dat
Nederland geen industrieel land was en dat
het dit ook niet kon zijn, omdat het grond
stoffen en steenkolen miste. Bovendien achtte
men het een voordeel goederen in te voeren,
omdat, naar men meende, die goederen met
onze producten moesten worden betaald,
zoodat men dus door goederen in te voeren
vraag zou krijgen voor zijn producten.
Uitvoerig ging spr. op de ongerijmdheid
van dit dogma, dat tot voor korten tijd vrij
algemeen gehuldigd werd, in.
Men heeft Duitschland een oorlogsschuld
opgelegd, zegt spr., van meer dan honderd
milliard Mark. In de eerste 37 jaar moet het
jaarlijks gemiddels 2 milliard opbregen, de
volgende jaren 1.6 milliard en de laatste drie
jaar, eindigende in 1987, iets minder dan 1
milliard. Verschillende leeningen, die
Duitschland in den laatsten tijd gesloten
heeft en sluit, komen aan die afbetaling
thans tijdelijk ten goede, maar vorderen later
weer zooveel te meer rente en aflossing. Ten
slotte zal Duitschland die schuld moeten af
lossen met de opbrengsten van export van
goederen en van prestatie van diensten.
Duitschland krijgt door die schuld geen
vraag naar zijn producten; het moet zijn
producten om met de opbrengst daarvan zijn
milliarden-schuld af te doen. Ook hier ziet
men weer hoe ongerijmd het is te meenen,
dat goederen tegen goederen worden geruild;
hier zullen meer dan honderd milliard aan
goederen moeten worden uitgevoerd, zonder
dat een ecquivaleerende invoer van goede
ren daar tegenover staat. Pas wanneer de
uitvoer het voor de afbetaling van die schuld
benoodigde overschrijdt, kan Duitschland op
financieel-solieden basis invoeren.
Het is duidelijk, dat onder die omstandig
heden er voor Duitschland alles aan ge
legen is eiken niet-onmisbaren invoer, welke
het aan het buitenland te betalen bedrag uit
den aard der zaak zou vergrooten, zoo moge
lijk te weren. Duitschland zal behalve o.a.
grondstoffen die het moet invoeren, weinig
kunnen koopen en zich in zijn strikt noo-
dige uitgaven moeten bekrimpen.
Wij mogen het dan ook Ditschland
zegt spr. niet te veel kwalijk nemen dat
het sommigen invoer weert, al moge men
geen bewondering hebben voor de wijze
waarop het, wellicht door de politiek gedron
gen, dit doet.
Het moet den invoer van artikelen, die het
zelf concurrenzfahig kan voortbrengen, rem
men om zijn valuta in stand te houden; voor
al nu andere landen zijn producten belasten
Nu echter Duitschland nog afnemers moet
vinden voor zijn producten en de andere lan
den den invoer van die producten niet op
prijs stellen en ze zelfs door hooge rechten
weren, zal zich een sterke Duitsche mede
dinging openbaren op de wereldmarkt, voor
zoover voor het artikel een vrije wereldmarkt
bestaat, in Engeland voor zoover zijn finan-
cieele en economische positie den vrijen in
voer kan blijven toelaten, en ook in Neder
land. Het is dit vraagstuk, het vraagstuk van
de plaatsing van den Duitschen invoer, dat
vermoedelijk tot een ernstig probleem zal
uitgroeien.
Onder die omstandigheden treedt de nood
zakelijkheid van het streven der vereeniging
wel sterk op den voorgrond, vooral nu ook
de culturen in onze overzeesche bezittingen
minder afwerpen.
Overheid en particulieren mogen zich dus
wel doordringen van de noodzakelijkheid om
bij bestellingen in ons land en in onze kolo
niën het Nederlandsch fabrikaat in de ge
legenheid te stellen mede te dingen en daar
aan bij concurreerenden prijs de voorkeur te
geven.
En voor onze vereeniging ligt dus nog een
groot en belangrijk arbeidsveld open.
Aan het verslag omtrent de verrichtingen
der vereeniging over het loopende jaar, uit
gebracht door den- secretaris-penningmeester,
den heer H. F. R. Snoek, is het volgende ont
leend:
De belangstelling in de vereeniging door
onderwijsautoriteiten getoond, heeft zich be
stendigd.
De reizende schooltentoonstelling onder
vond zeer veel belangstelling. In deze ten
toonstelling is bijeengebracht een verzame
ling grondstoffen, halffabrikaten en afge
werkte producten, afkomstig van verschil
lende Nederlandsche fabrieken.
Met behulp van deze verzameling wordt
op zeer eenvoudige wijze een indruk gegeven
van hetgeen in Nederland wordt gemaakt en
hoe dit geschied. De belangstelling is zoo
groot, dat deze tentoonstelling telkens twee
jaar reizende zal blijven.
Van Januari tot en met Juni j.1. werden
110 filmvoorstellingen georganiseerd, waar
bij, gebruikmakende van het industrieele film
archief der vereeniging, in totaal werd ver
toond 163.185 meter film.
Bovendien kan worden vermeld, dat, even
als vorige jaren ook het geval was, tijdens
de Bandoengsche Jaarbeurs in JuniJuli
van dit jaar, geregeld dagelijks door ons
toedoen films van ons industrieel filmmate
riaal aldaar werden vertoond.
Dat deze bevordering van de bekendheid
in Nederlandsch Oost-Indië van wat de
Nederlandsche industrie beteekent van groot
belang is, zal zeer zeker geen nadere toelich
ting behoeven.
Evenals zulks bij alle afdeelingen van
werkzaamheden van het algemeen secreta
riaat het geval is, kan ook ten aanzien van
onze afdeeling „Industrieele Voorlichting"
worden medegedeeld, dat deze werkzaam
heden zich ook buitengewoon ontwikkelen.
Voor afzet in Nederland zelf werden 130
maal verbindingen tusschen Nederlandsche
fabrikanten en Nederlandsche afnemers tot
stand gebracht, terwijl, voor wat betreft af
zet in het buitenland 220 maal Nederland
sche fabrikanten in verbinding werden ge
bracht met afnemers in het buitenland, over
de geheele wereld verspreid.
Herhaaldelijk bleek, dat hetgeen op dit ge
bied door onze vereeniging werd verricht van
roote waarde was. Nog herhaaldelijk werd
e medewerking en tusschenkomst van het
bestuur onzer vereeniging ingeroepen ter
zake van ongerechtvaardigde achterstelling
van Nederlandsch Fabrikaat bij buiten-
landsch. Het valt te betreuren, dat het nog
herhaaldelijk voorkomt, dat orders in het
buitenland worden geplaatst, zonder dat
vooraf is nagegaan of deze bestellingen aan
de Nederlandsche industrie zouden kunnen
worden gegund. Van de zijde van overheids
instellingen wordt hoe langer hoe meer mede
werking op dit gebied ondervonden.
NEDERL. R. K. BOND VAN
BOUWPATROONS.
Vandaag en morgen wordt te Haarlem de
twaalfde jaarlijksche algemeene vergadering
gehouden van den Nederl. R. K. Bond van
Bouwpatroons.
Gistermiddag zijn het bondsbestuur en het
bestuur van de afdeeling officieel door het
gemeentebestuur op het raadhuis ontvangen.
De burgemeester de heer C. Maarschalk,
heeft daarbij een rede gehouden.
De waarnemende voorzitter, de heer H. J.
L. Klein Schiphorst, heeft namens de organi
satie dank gezegd voor de ontvangst en de
woorden van den burgemeester.
BIJZONDERE VOORZIENING VOOR
DE IN 1931 TE HOUDEN ALGEMEENE
VERKIEZINGEN.
Ingediend is een wetsontwerp tot bijzonde
re voorziening met betrekking tot de in 1931
te houden algemeene verkiezingen van de
leden der gemeenteraden en van de door die
raden te verkiezen wethouders.
In de momorie van toelichting wordt ge
zegd, dat in 1931 algemeene verkiezingen
moeten worden gehouden van de leden der
gemeenteraden welke met den eersten Dins-
HOOG EN LAAG WATER TE
BERGEN AAN ZEE
Juli.
A
Hoog water
Laag water r
10.
3.47
4.17
018 0.37
11
4.30
4.59
1.03 1.21
12
5.11
5.39
1.41 2.02
1.3
5.49
6.15
2.20 2.40
14
6.24
6.48
2-58 3.16
15
6.59
7.21
3.33 3.47
EGMOND AAN
ZEE.
Juli.
Hoog water
Laag water
10.
3.44
4.14
11
4.27
4.56
0.51 1.09
12
5.08
5.36
1.29 1.50
13
5.46
6.12
2.08 2.28
14
6.21
6.45
2.46 3.04
15
6.56
7.18
3.21 3.35
dag van September van dat jaar periodiek
aftreden, terwijl de alsdan nieuw samenge
stelde gemeenteraden, overeenkomstig art. 83
der Gemeentewet, een nieuwe keuze van wet.
houders zullen moeten doen
Zoowel ter bepaling van het aantal leden,
waaruit, overeenkomstig art. 4 der Gemeente
wet, de raad bestaat, als ter bepaling van het
aantal in de gemeente aanwezige wethou
ders, geldt als criterium het door de laatste
openbare volkstelling in de gemeente aange
wezen getal inwoners.
De getalsterkte der thans nog zitting heb
bende gemeenteraden en wethouders is dus
geregeld naar de officieele uitkomsten der
volkstelling voor 1920.
Voor 13 Mei 1931 is echter de officieele
vaststelling van de op 31 December 1930 te
houden volkstelling niet bekend. In verband
hiermede moet voor 1931 een bijzondere
voorziening getroffen worden. Het ge-
wenschte doel kan worden bereikt door een
wettelijke bepaling, volgens welke met eeiv
biediging van de op 31 December 1930 t*
houden "tienjarige openbare volkstelling als
grondslag, met betrekking tot de in 1931 te
houden verkiezingen de bevolking eener ge
meente wordt geacht te bestaan uit het getal
inwoners, aangewezen door den voorloopigen
uitslag van die volkstelling, zooals die uit
slag door het gemeentebestuur wordt vastge
steld.
HET INSTITUUT VOOR ARBEIDERS.
ONTWIKKELING.
Het subsidieeren van een instituut
als dit is niet anders dan het
steunen van een politieke partij,
meenen Ged. Staten van Gelder
land.
Ged. Staten van Gelderland hebben hun
goedkeuring onthouden aan het besluit van
den raad der gemeente Arnhem van 10 Juni
j.1. tot wijziging van de begrooting voor
1930, waarin o.a. een subsidie van 500 aan
de afd. Arnhem van het Instituut voor Ar
beidersontwikkeling werd geraamd.
Ged. Staten hebben overwogen, dat dit
Instituut niet beoogt de algemeene volksont
wikkeling, maar de principieele vorming van
partijleden, hetgeen ten duidelijkste uitkomt
in een redactioneel artikel, opgenomen in het
maandblad van genoemd Instituut van 15
Februari 1929, waarin wordt geconstateerd
dat het Instituut is een „afzonderlijk georga
niseerd lichaam voor socialistisch opvoe-
dings- en ontwikkelingswerk ten dienste van
partij en vakbeweging" en dat derhalve het
subsidieeren van een dergelijk Instituut in
wezen niet anders is dan het steunen van een
politieke partij, hetgeen niet kan worden toe
gelaten.
DE MAASTRICHTSCHE RAADS-
KELDER GEREED.
Na 's-Hertogenbosch en Utrecht heeft
thans ook Maastricht zijn raadskelder en
stadstaveerne in het oude stadhuis of Ding-
huis, een der monumentale gebouwen der
stad en thans zetel der Kamer van Koop
handel.
Dit eerbiedwaardig gebouw uit de middel
eeuwen, draagt dien naam al zeer ten on
rechte, daar het nimmer een eigenlijk gezegd
stadhuis, de zetel van het stadsbestuur, maar
slechts die der beide Hooge Gerechten of
Schepenbanken (Luiksche en Brabantsche),
die daar de crimineele vierschaar spanden,
geweest is. Het komt dan ook in de middel-
eeuwsche stukken onder geen anderen naam
dan dien van Dinghuis, gebouw der rechts
gedingen, Paleis van Justitie van thans,
voor, en heeft zijn tegenwoordigen naam
Oud-Stadhuis eerst in de tweede helft dei
17de eeuw, na den bouw van het tegenwoor
dige stadhuis, in tegenstelling daarvan ge
kregen.
Het Dinghuis nu, in Gothische stijl opge
trokken, dagteekent uit de tweede helft det
15de eeuw; het werd in 1473, ter vervanging
van een op dezelfde plaats gestaan hebbend
53. Na het verhoor van den vos, die weer naar zijn cel was
gebracht, beraadslaagden de koning, Keesie en zijn twee hel
pers wat er nu verder moest geschieden. De eene zei dit, de
andere dat en naar iedereen luisterde de koning. „Ik wil graag
hooren, wat jullie er van zegt", zeide de vorst. „Ik ben het
volkomen met U eens, meneer Sire", zeide het verkeersagentje,
„overleg is het halve werk".
54. De vos had verteld, dat om het huis van de heks een
diepe sloot was en dat men eerst over de sloot moest om hel
huis te kunnen bereiken. En daarom werd door de kabouters,
die als steeds heel handig waren, een opvouwbare boot ge
maakt. Het werd een boot van linnen, sterk gemaakt dooi
pek, waarin het linnen werd gedoopt. Op een groote test, in
het woud opgericht, kookte en dampte een ketel met pek. Een
kabouter stond aan een blaasbalg te trekken om het. vuur aan
te houden en grooter te maken. Het duurde nog een heele tijd
voor de boot gereed was. „Want", zeide een der kabouter*
„met Dassen en meten wordt de tijd versleten".