DAGBLAD YQDR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
EEN VERRASSENDE DAG IN HET DUITSCHE RIJK.
Buitenland
DE DEKKINGSVOQRSTELLLEN IN DEN
RIJKSDAG.
DE EUROPEESCHE STATENBOND.
De burgerlijke beweging
in Britsch-lndië.
lo. 165
WOENSDAG 16 JULI 1930
132e Jaargang.
De Rijkspresident niet naar de bevrijdingsfeesten,
Zijn brief en de gevolgen daarvan.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELEEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
DAGELIIKSCH OVERZICHT.
Gistermiddag is een groot deel van het
Duitsche rijk in rep en roer geweest, doordat
rijkspresident von Hindenburg een schrijven
aan den Pruisischen minister-president heeft
gericht met een verrasenden inhoud.
In dat schrijven verklaarde de president
niet meer en niet minder, dan dat hij niet zou
deelnemen aan de vrijheidsfeesten in Coblenz
op 22 Juli a.s.
Indertijd had von Hindenburg een uitnoo-
diging aangenomen, in de veronderstelling,
da iedereen aan die feesten kan deelnemen,
dus ook de Stahlhelm en de Frontsoldaten,
wier verbod om optochten te organiseeren hij
in strijd met de wet achtte, zoodat hij ver
wachtte, dat dit verbod zou worden opge
heven in Rijnland en Westfalen.
Daar dit echter niet het geval is geweest,
kunnen deze bonden niet aan de feesten deel
nemen. Deze ongelijke behandeling is voor
den rijkspresident onduldbaar en daarom
schreef hij o.m. het volgende in zijn boven-
genoemden brief:
„Ik kon het met mijn grondwettigen plicht
tot onpartijdigheid niet overeenbrengen aan
bevrijdingsfeesten deel te nemen, waarvan
een deel der staatsburgers door een, volgens
mijn opvatting, 'niet gerechtvaardigd verbod
uitgesloten is.
Tot mijn leedwezen heb ik daarom moeten
besluiten mijn toezegging tot deelneming
terug te nemenom dezelfde reden heb ik ook
mijn voorgenomen bezoek aan Trier, Aken
en Wiesbaden afgezegd en zoolang uitge
steld als de vermelde toestand gehandhaafd
blijft".
De reis van den rijkspresident naar Mainz
zal volgens het voorgenomen plan plaats
.vinden.
In den avond van 20 Juli zal de riikspre-
6ident rechtstreeks naar Berlijn terugkeeren.
Nog verneemt het W. B. dat de Stahlhelm
voldoende waarborgen gegeven heelt zich te
onthouden van elk soort militaire handeling.
De Pruisische regeering is bijtijds ervan
op de hoogte gebracht, dat het bezoek van
den rijkspresident achterwege zou blijven,
ingeval het verbod van de Stahlhelm niet
voor dien tijd zou zijn opgeheven.
Ook Coblenz krijgt bericht.
Nadat rijkspresident von Hindenburg bo
venstaand schrijven aan den Pruisischen
minister-president had gezonden, heelt hij
aan den eersten burgemeester van Coblenz
het volgende telegram gezonden:
„Tot mijn diep leedwezen, moet ik om rede
nen, welke uiteengezet zijn in mijn heden ge
publiceerd schrijven aan den ministerpresi
dent van Pruisen, voorloopig afzien van mijn
voorgenomen bezoek aan Uw stad. Ik hoop
echter, dat de redenen, die mij tot dezen maat
regel dwingen, spoedig zullen zijn verdwe
nen, zoodat ik daarna dan mijn bezoek kan
brengen."
Tegelijkertijd is een telegram van den
rijkspresident van denzelfden inhoud bij het
„Oberpresidium" ontvangen.
Een antwoord van president
Braun aan von Hindenburg.
Het schrijven van von Hindenburg heeft
groote opwinding veroorzaakt en al dadelijk
heeft de Pruisische minister-president Braun
een antwoord samengesteld en dat aan von
Hindenburg toegezonden. Het luidt als
volgt:
Hoog geëerde Heer Rijkspresident!
Uit uw schrijven van 15 juli 1930 moet ik
tot mijn leedwezen opmaken, dat U uw deel
neming aan de Rijnlandsche Bevrijdingsfees
ten in het Pruisische gebied thans van de we-
dertoelating der in de Rijnlandprovincies en
Westfalen ontbonden troepen van den Stahl
helm en de Frontsoldaten afhankelijk maakt.
Ik acht dit des te bedroevender, daar daar
door een wanklank gehoord wordt bij de Be
vrijdingsfeesten.
Ten einde, Mijnheer de Rijkspresident, aan
uw wensch tot wedertoelating van den Stahl
helm in de provincies van Rijnland en West
falen tegemoet te komen, heeft de Pruisische
minister van binnenlandsche zaken met mijn
goedvinden het Bondsbestuur van den Stahl
helm ten aanzien van het schrijven van 14
Juli 1930 de wedertoelating der in deze pro
vincies ontbonden groepen dezer vereeniging
in het uitzicht gesteld. In dat schrijven, waat-
aan ook gij, mijnheer de rijkspresident, refe
reert, heeft de Pruisische minister van bin
nenlandsche zaken uiteengezet, dat hij tegen
een nieuwe vorming der ontbonden troepen
van den Stahlhelm in de provincies Rijnland
en Westfalen geen bezwaren zou inbrengen,
wanneer de leiding van den Stahlhelm garan
tie voor een toekomstige, de bestaande wet
ten niet overtredende bevestiging, zou geven.
Voor 'n dergelijken eisch bestond aanleiding,
daar aan den ernst der garanties van den
Stahlhelm op grond van zijn houding tot nu,
toe, gerechtvaardigde twijfel mocht worden
gekoesterd, die slechts door bizondere belof
ten der verantwoordelijke Bondsbestuurders
zou kunnen worden ter zijde gesteld. Een
antwoord van den Stahlhelm op het schrij
ven van den Pruisischen minister van bin
nenlandsche zaken is nog niet binnengeko
men.
Uw opvatting, mijnheer de rijkspresident,
dat de ontbinding van den Stahlhelm in
Rijnland en Westfalen in strijd zou zijn met
de letter der wet van 22 Maart 1921 (Rijks
staatsblad pag. 235) kan ik niet deelen. In
tegendeel moet ik vaststellen, dat de wettig
bevoegde overheid, Pruisen en het Duitsche
Rijk, eensgezind het verbod hebben uitge
vaardigd op grond van onweerlegbaar feiten
materiaal.
Ik ben nog steeds bereid de hernieuwde or
ganisatie van den Stahlhelm toe te staan in
dien ik in staat zou zijn de inzake den Stahl
helm gegeven beloften te aanvaarden en al
dus de wettigheid van de toekomstige hou
ding van den Stahlhelm als gewaarborgd
zou kunnen beschouwen. Dit zou mogelijk
zijn, indien de Stahlhelm de vereischte ver
klaring betreffende den geldigen wetstoestand
zou afleggen en daarmede de hinderpaal uit
den weg zou ruimen, welke de deelneming
aan de Bevrijdingsfeesten in den weg staan,
Ik hoop, dat het gelukken zal de bezwaren,
die bestaan inzake uw reis door het Rijnland
nog op te heffen en dat het de bevolking ver
gund moge zijn U bij de Bevrijdingsfeesten
te kunnen begroeten.
w.g. Braun".
Consternatie in den rijksdag.
Ook in den rijksdag heeft het schrijven van
von Hindenburg groote consternatie verwekt.
Alle andere vraagstukken, tot zelfs de kwestie
der dekkingsvoorstellen, zijn hierdoor op
den achtergrond geraakt. Voor de meeste le
den was de brief een absolute verrassing.
In een zitting van de Duitsch-Nationale
Rijksdagfractie werd van het schrijven onder
levendigen bijval kennis genomen In toonaan
gevende sociaal-democratische kringen ziet
men in dit schrijven een bron van een con
flict en is men van meening, dat het een be
wuste poging is om de Pruisische regeerings-
coalitie in moeilijkheden te brengen. Het
Centrum laat voorshands een beoordeeling
omtrent de gevolgen van dit schrijven achter
wege. In den Rijksdag was ook aanwezig de
leider van het Centrum in Pruisen, de afge
vaardigde Hess. Het Pruisische kabinet heeft
onmiddellijk na de publicatie van het schrij
ven van Von Hindenburg een ministerraad
bijeengeroepen.
Berlijnsche persstemmen naar
aanleiding van Von Hinden-
burg's brief.
In een gedeelte der Berlijnsche avondbla
den wordt het schrijven van den Rijkspresi
dent, Von Hindenburg, aan den Pruisischen
minister-president, Braun, gecommentari
eerd.
De Deutsche Tageszeitung
schrijft: „Het is teekenend voor de partij-po
litieke verblinding van de in Pruisen heer-
schende sociaal-democratie, dat de vertegen
woordiger van Thuringen, minister-president
Braun, niet voor een dergelijke ernstige pro
vocatie van den Rijkspresident is terugge
deinsd".
DA Zis van meening, dat niets be
hoeft te worden toegevoegd aan den duide-
lijken, manlijken en karaktervollen brief van
den Rijkspresident. Het blad eischt de onmid
dellijke telegrafische convocatie van den
Pruisischen Landdag ten einde stelling te ne
men tegen de onmogelijke houding der Prui
sische regeering.
DeNachtausgabe wijst er op, dat de
Rijkspresident ook afziet van een bezoek aan
Wiesbaden, waar het Stahlhelmverbod niet
geldt. Daarom zou de brief een opheffing
beteekenen der betrekkingen tusschen den
Rijkspresident en de Pruisische regeering.
De democraten ontevreden.
De Democratische Rijksdagfractie deelt
mede: Het schrijven van den Rijkspresident
aan den min.-president van Pruisen, Braun,
heeft in de fractiezitting der Democratische
Partij ernstige bezwaren doen rijzen.
Rijksminister Dietrich werd ter vergade
ring ontboden en begaf zich na de zitting di
rect naar den Rijkskanselier, ten einde dezen
om opheldering te verzoeken. De fractie heeft
een interpellatie in voorbereiding.
De afgevaardigden Koch en Meyer hebben
opdracht nog tijdens de plenaire zitting per
soonlijk met den Rijkskanselier te confereeren,
waartoe dr. Brüning zich bereid heeft ver
klaard.
Rijkskanselier Bruning in den
Rijksdag,
In de zitting van den Rijksdag van gisteren
nam Rijkskanselier Dr, Bruning het eerst het
woord bij de debatten over de dekkingsvoor
stellen. Hij constateerde, dat het in verband
met den algemeenen politieken toestand en de
wekenlange onderhandelingen niet noodig is,
over deze aangelegenheid veel te zeggen.
Het volk eischt de beslissing en geen ougave
van redenen. Op het land rust een gevoel van
onzekerheid, dat voor de ontwikkeling van het
bedrijfsleven remmend werkt. Helaas is het
een feit, aldus Dr. Bruning, dat de motieven der
Rijksregeering voor haar urgente maatregelen
niet overal worden begrepen. Onze economische
toestand heeft zich ontwikkeld op een wijze,
zooals wij de laatste drie decennia niet hebben
beleefd. Wij staan voor een prijsrevolutie van
internationalen aard, die niet alleen de Duitsche
regeering zal dwingen zich bij de staatsbegroo-
ting met de uiterste nauwgezetheid van haar
taak te kwijten.
Een groot aantal producten wordt reeds be
neden vooroorlogsche prijzen verkocht. Steeds
meer wordt het duidelijk, dat wij niet met een
conjunctuur depressie van voorbijgaanden aard
hebben te doen, maar met een geheele wijziging
in de structuur van den wereldhandel. Om de
zen reden staat iedere rijksregeering voor ont
zaglijk moeilijke problemen. Wanneer in deze
momenten een rijksregeering er van zou afzien
alle noodzakelijke maatregelen direct uit te
voeren, dan zou zij haar plicht tegenover de ge
schiedenis en het Duitsche volk smadelijk ver
zaken. Daarom moeten wij den moed hebben
voor de saneering der financiën en de sociale
verzekering nieuwe offers der partijen te ver
langen. Als wij allen onze plicht doen, is er
geen reden om tot onbeperkt pessimisme te
vervallen. Voor de bizondere structuur van het
Duitsche bedrijfsleven beteekent de prijsdaling
geen helling, maar het begin van een opwaart-
sche helling.
De bedoeling van de uitvoering van al deze
maatregelen, aldus de Rijkskanselier, ook van
die door de regeering voorgestelde verdere her
vormingen, is evenwel dat allereerst het deficit
vafi de Rijksbegrooting wordt gedekt. Daar
voor zijn geen andere mogelijkheden dan die
door de regeering zijn voorgesteld. Het doel
der regeeringspolitiek is een politiek op langen
termijn volgens een omlijnd plan uit te voeren.
Alle werkzaamheden zouden tevergeefs zijn,
wanneer het parlement thans niet de verant
woordelijkheid zou willen dragen, zijn plicht te
vervullen.
De Rijksregeering is er vast van overtuigd
dat de Rijksdag, alle moeilijkheden ten spijt,
zijn medewerking zal verleenen. Er is voor den
Rijksdag een belangrijk oogenblik aangebroken.
Democratie en parlement zullen door den moed,
de verantwoordelijkheid ook voor onpopulaire
maatregelen te dragen, het best worden ge
diend. Mocht de Rijksdag deze verantwoorde
lijkheid niet op zich nemen, dan zal de rijks
regeering in het belang der democratie van alle
constitutionneele middelen ter dekking van
het deficit op de Rijksbegrooting gebruik ma
ken.
De Rijksdagdebatten een unr
geschorst.
Na de rede van den Rijkskanselier stelde de
Centrumafgevaardigde Esser voor niet over te
gaan tot de algemeene debatten over de dek
kingsvoorstellen, maar slechts over de eerste
paragraphen te debatteeren met spreektijden
van een kwartier en dan direct de beslissing
over deze paragraphen te nemen.
Door de sociaal-democraten werd hierna een
voorstel ingediend, de zitting voor den tijd van
een uur te schorsen, opdat de fractie allereerst
haar meening zou kunnen bepalen tot het voor
stel van afgevaardigde Esser.
Dit schorsingsvoorstel werd met de stemmen
der regeeringspartijen aangenomen.
Communistische motie van
wantrouwen.
De Communistische Rijksdagfractie zal bij de
behandeling van de dekkingsvoorstellen een
motie van wantrouwen indienen tegen het
Rijkskabinet.
Het Duitsche antwoord op
memorandum van Briand.
het
De Duitsche Rijksregeering heeft gisteren
door tusschenkomst van den Duitschen am
bassadeur te-Parijs haar antwoord op het
memorandum van Briand inzake de Euro-
peesche Federatie overhandigd.
In het antwoord, staat o.a.: De Duitsche
Regeering heeft met genoegen geconstateerd,
dat de Fransche regeering het Europeesche
probleem in zijn bizonderheden ter overwe
ging heeft voorgelegd. Geen land kan het
gebrek aan structuur sterker ontwikkelen en
geen land heeft bij de opheffing van dit ge
brek grooter belang dan Duitschland. Daar
om is de Duitsche regeering bereid aan de
oplossing van het probleem mede te werken
Allereerst dient geconstateerd welke onder-
wernen der internationale betrekkingen voor
een overeenkomstig Europeesche regeling in
aanmerking komen. Een Europeeech program
moet materieel en democratisch en zoo elas
tisch mogelijk geformuleerd worden. Ook de
uitsluiting van landen in Europa, welke geen
deel uit maken van den Volkenbond, zooals
Sovjet Rusland en Turkije, dienen in een
zoodanig verband te worden opgenomen. De
Duitsche regeering is het geheel met de
Fransche eens, dat de noodtoestand van
Europa in hooge mate afgeteekend wordt
door de huidige politieke constellatie van ons
continent. Daarom kunnen wanneer men de
bestaande moeilijkheden geheel en al ter
zijde wil stellen, deze politieke oorzaken n;et
worden voorbijgegaan. Daaromtrent heeft
de Duitsche regeering, als richting waarin
de oplossing van deze politieke problemen
moet worden gezocht, als bekend te onder
stellen: „Alle pogingen tot verbetering van
den politieken toestand in Europa zal afhan
gen van de basis volgens welke de volle ge
lijkberechtiging, de gelijke veiligheid voor
allen en een vreedzame uiwisseling van na
tuurlijke levensbehoeften der volkeren wor
den toegepast. Waar bestaande verhoudingen
strijdig zijn met deze grondslagen, zullen
werkzame middelen ter verandering hiervan
moeten worden aangewend. Het zou, aldus
het antwoordmemorandum, geen vooruitzich
ten geven, indien men een nieuw Europa op
een fundament zou bouwen, dat niet voor ont
wikkeling zou vatbaar zijn. Op zuiver econo
misch gebied kunnen ongetwijfeld mogelijk
heden in het belang van den Europeeschen
vooruitgang worden beut. Een engere sa
menwerking op dit gebied behoeft niet afhan
kelijk te worden gesteld van het scheppen
van een grootere veiligheid. Het onderzoek
naar den nood van Europa moet uitgaan
van de crisis in den landbouw en het tekort
aan afzetgebied voor de industrie, en de mid
delen en uitwegen moeten zoeken, om de uit
wisseling van goederen in de overwegend
agrarische en overwegend industrieele gebie
den van Europa te vergemakkelijken. In het
bizonder dient daarbij het oog te worden ge
houden de Europeesche Tarievenpolitiek.
Vervolgens worden vragen betreffende de or
ganisatie besproken en er met nadruk op ge
wezen, dat de Volkenbond door dit Europee
sche streven niet mag lijden.
Een officieel Duitsch communiqué.
Van officieele Duitsche zijde, is gistermid
dag het volgende communiqué uitgegeven:
„De Duitsche gezant von Hoesch heeft den
Franschen minister van buitenlandsche zaken
het antwoord der Duitsche regeering op het
memorandum der Fransche regeering betref
fende een Europeesche aaneensluiting over
handigd. Hierbij sloot een uitvoerig onder
houd aan over de mogelijkheden en kansen
van de vorming eener samenwerking tus
schen de Europeesche staten".
Het onderhoud tusschen Briand en den
Duitschen gezant heeft ongeveer een uur ge
duurd. Nadere verklaringen zijn bij deze ge
legenheid niet gegeven, aangezien de Duit
sche nota het standpunt der regeering reeds
uitvoerig uiteenzet. Von Hoesch heeft echter
met den Franschen minister van buitenland
sche zaken uitvoerig geconfereerd over het
geheele prcrblemencomplex en over verschil
lende details.
Het memorandum van Briand, benevens
de 27 antwoorden zullen in een blauwboek
worden gepubliceerd en aap alle betrokken
regeeringen worden toegezonden.
De ontvangst van het Duitsche
antwoord te Parijs.
Naar wij vernemen zou het gistermiddag
door den Duitschen ambassadeur te Parijs
overhandigde antwoord op het memorandum
van Briand in Fransche diplomatieke krin
gen over het geheel geen slechte indruk heb
ben gemaakt. In het bizonder is men vol
daan over den toon der nota en wordt gecon
stateerd, dat zekere daarin vervatte moeilijk
heden reeds te voren bekend waren en daar
om verwacht konden worden.
In het bizonder wordt op dat deel van het
antwoord gereageerd, waarin de garantie- en
minderheidsvraagstukken worden behandeld.
DE MITNRAMP IN SILEZIE.
Wederom 5 dooden geborgen.
Tot gisteravond 11 uur was men er in ge
slaagd opnieuw 5 dooden te bergen.
De communisten hebben gisteren door ver
spreiding van vlugschriften gepoogd propa
ganda te maken, waarin zij echter weinig
succes hadden. Pogingen om vergaderingen
te houden gelukten hun evenmin, daar gewei
gerd werd zalen ter hunner beschikking te
stellen.
Een millioen Mark voor de ach
tergeblevenen.
In den aanvang van de Rijksdagzitting van
gistermiddag werd bij de debatten over het
mijnongeluk te Neurode de volgende beslis
sing genomen:
De Rijksregeering wordt verzocht, in ver
band met de groote mijnramp te Neurode, tot
een millioen rijksmark ter beschikking te stel
len van het mijnwerkersfonds voor het Ne-
der-Silezische mijndistrict bij de inspectie te
Breslau, ter ondersteuning van de nagelaten
betrekkingen der doodelijk verongelukte mijn
werkers en verder ter verbetering van de hy
giëne der mijnwerkersbevolking in dat
district.
Ook de overige voorstellen van de begroo-
tings-commissie werden met groote meerder
heid van stemmen aangenomen.
Nog 39 lijken in de mijnschacht?
In den afgeloopen nacht werden door de
reddingsbrigades te Hausdorf wederom vijf
lijken uit de Kurtschacht geborgen.
Gistermiddag werden de lijken van de la
ter gevonden slachtoffers in de dorpjes, waar
zij hun woonplaats hadden, bijgezet.
Men vermoedt, dat er thans nog 39 slacht
offers in de mijn bedolven zijn.
Dee „ronde tafelconferentie.
De conservatieve parlementaire commissie
voor Indië heeft gisteravond in een in het
Lagerhuis gehouden vergadering een motie
aangenomen, waarin waardeering voor de
groote waarde an het rapport-Simon wordt
uitgesproken, alsmede de meening dat, daar
de commissie uit vertegenwoordigers van de
drie rechtsche partijen bestond, deze partijen
ook naar verhouding aan de ronde tafel-con
ferentie vertegenwoordigd dienen te zijn.
De Gandhi-muts.
In het Lagerhuis vroeg gister een Labour-
lid den minister voor Indië inlichtingen in
zake het verbod van dragen van de z.g.
Gandhi-muts.
De minister antwoordde, dat voor zoover
hem bekend was het dragen van deze muts
alleen verboden is geweest tijdens staat van
beleg te Sjolapoer.
Toestand nog onzeker.
In het wekelijksch overzicht der Indische
regeering over den toestand in Indië tot 12
Juli wordt gezegd, dat de vijandige beweging
in Zuid-Waziristan toeneemt.
In de andere deelen van Indië wijzen de
jongste teekenen er op, dat over het alge
meen de burgerlijke ongehoorzaamheid af
neemt, ofschoon in verscheidene steden de
van vacantie terugkeerende studenten nieuwe
energie ontplooien.
Terwijl in Bengalen de burgerlijke onge
hoorzaamheid vermindert, is de neiging tof
geweld aan het toenemen en zijn er teekenen,
dat de terroristische partij weer actiever zal
worden.
Dertig Hindoes bij een oproer ge
wond.
Na een wedstrijd, tusschen Hindoes en Mo-
hamedanen gespeeld in het dorp Shevapar,
ontstond een algemeen oproer onder de Hin
does, waarbij 30 hunner werden gewond.
EEN NEDERLAAG DER ENGELSCHE
REGEERING.
Wat moet de regeering nu doen?
Het Hoogerhuis heeft de door het Lager
huis gewenschte redactie van het wetsont
werp op den arbeid in de kolenmijnen met
168 tegen 36 sternen verworpen en den 90-
urigen werktijd over 14 dagen in plaats van
den 7?T-urigen arbeidsdag aangenomen.
De regeering staat thans voor de keus of
het Hoogerhuis ter wille te zijn en de mijn
werkers tot een 90-urigen arbeidstijd te be
wegen, of geheel van de voorstellen af te zien.
Daardoor zou zij zich evenwel aan een scher
pe critiek in eigen partij bloot geven.
DE FINSCHE RIIKSDAG
ONTBONDEN.
Te middernacht werd gisteren de Finsche
Rijksdag, op voorstel van den Staatspresi
dent ontbonden.
Naar verluidt zullen de nieuwe verkiezin
gen plaats hebben volgens de Lappo-kwestie
welke later door de nieuwe Rijksdagwet van
kracht zal worden.
De reden voor de ontbinding van dea
Rijksdag is hier in te zoeken, dat de oppo
sitie der socialisten voor de door de regee
ring voorgestelde, door de Lappo-beweging
goedgekeurde Wet op de Bescherming van
den Staat, geen bij ae grondwet vereischte
meerderheid vond.
De leiders der Lappo-beweging Kosola en
Hertua zijn te Helsingfors gearriveerd om de
gebeurtenissen ter plaatse te kunnen gade
slaan.
In een proclamatie naar aanleiding van de
verjaring van den sfrijd tusschen Rusland en
Finland, wendt het bestuur der Lappobewe-
ging zich tot de bevolking, waarbij de nood
zakelijkheid van de anti-communistenwetten
met nadruk wordt aangetoond.
VIER PERSONEN IN HONGARIJE
DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD.
In een boerenhofstede in de nabijheid vafl
Grosz-Kezkemet is de bliksem ingeslagen in
een dorschmachine waaraan 21 personen
aan het werk waren. 4 personen werden ge
dood, 7 zwaar, de overigen licht gewond.
AUTO-ONGELUK BIJ LEIPZIG.
Gistermiddag is een auto, waarin twe*
personen waren gezeten, in de nabijheid van
Beelitz tegen een boom gereden. De inzitten
den, de zanger Naumann en mevr. Langhem-
rich, beiden te Leipzig woonachtig, werden
zeer zwaar gewond. De dame overleed korten
tijd na het ongeval. De andere gewonde be
vindt zich in hopeloozen toestand in bet
ziekenhuis te Beelitz.