FOSTER'C JÊJÊJÊrjm Rugzwakte? j[ RugpijnNieren Pillen Sehaakmibriek m Wé a I Uk 11 USB Wi Mi Damrubriek I ifÉi lÉl LANDBOUW au VEETEELT. AVONTUREN VAU VERKEERSAGENT JE? Een actie tot boycot van Duitschland. Draag zoo noodig zorg voor uw nieren! Die pijn in de lendenen; die nare urine en blaasstoornissen, hoofd pijn en duizeligheid; dat vermoeide en zenuwachtige, prikkelbare gevoel; zij behoeven niet te blijven voort duren. Zij kunnen overwonnen wor den door de verzwakte nieren te hulp te komen. Beproef het middel, dat door zoo- velen uit eigen ervaring wordt aan geprezen: Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Wacht niet onnoodig langer, doch begin nog heden met het ge bruik. Het is immers aanbevelens waardig om uw kwaal geen gelegen heid te geven zich verder uit te breiden. Foster's Pillen zijn geen alles genezend middel, doch dienen uit- i sluitend voor de nieren en blaas, en tegen de uit verzwakking dier orga nen voortkomende kwalen. Verkrijgbaar bij alle drogisten enz in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon ging op de maat der muziek, als loopen. Ik merkte buitenlanders op, die met bewonde ring véél meer keken naar die wielrijders en over hun bedrevenheid opmerkingen maak ten, dan naar die marcheerende militairen en ik ben er zeker van, dat ze, in hun vader land teruggekeerd, heel wat over het wiel- rijdend Amsterdam te beweren zullen heb ben. 't Had er bij dien ochtend-militairen marsch iets van -of half Amsterdam dien morgen niets te doen had, althans te oordee- ■len naar de duizenden die er voor op de been waren gekomen, maar nog erger was het toen 's avonds op den Dam door de genoemde militaire muziekcorpsen een taptoe werd ge houden. Duizenden en duizenden hebben toen den Dam gevuld en tact was noodig om te zorgen, dat geen noodlottige menschen-aan- drang zou volgen en zich niet zou herhalen, dat noodlottig gebeuren van 1892, toen op den Dam ter gelegenheid van een taptoe voor den thans ex-Keizer van Duitschland door opdringen der menigte en ontactvol optreden der politie van die dagen ernstige ongeluk ken plaats hadden, een gebeurtenis, die in de annalen der stad als het „taptoe-schandaal" is geboekstaafd. De vorige week niets van dat alles; de massa heeft blijkbaar in de sedert voorbijgegane jaren meer gehoorzaam heid aan de politie geleerd en de politie heeft van haar kant reeds lang geleerd hoe op oordeelkundige wijze met een groote menigte om te gaan. Maar wat blijkbaar sedert dien tijd niet veranderd is, trots alle anti-milita ristische propaganda, is de liefde der massa voor militaire muziek het volk leeft daar in nog even goed mede en het zal niets liever zien dan dat zich een dergelijke militaire marsch met avond-taptoe op den Dam af en toe herhalen zal. Wijlen Reyding heeft in zijn „Doofpot" die taptoe voor den Keizer geper sifleerd; Speenhoff heeft met de schutters den draak gestoken, om beiden is hartelijk gelachen en gegnuifd, maar dat alles neemt niet weg, dat een taptoe, ook te Amsterdam, pakken kan en als we nog schutterij.muziek zouden hebben, zou die ook nog even popu lair zijn als'weleer, met of zonder schutters, om 't even. Maar dat de stad zich voor dergelijke marschen, althans wat betreft de oude stad, leent, kan niet wprden gezegd. Op den ge noemden ochtend was het tramverkeer, voor al in de nauwe Leidsche straat, door den militairen tocht danig in de war geraakt; menschen, die hun ochtendblad ongelezen hadden gelaten en dus niet op de hoogte wa ren van hetgeen dien ochtend gebeuren zou en zich verbeeld hadden, dat ze met de tram tijdig genoeg hun trein aan het Centraal station zouden halen, zijn beslist gedupeerd geweest en hebben vermoedelijk minder aan gename wenschen gemompeld jegens de overheid, die in de vroege ochtenduren een dergelijke stremming van het openbaar ver keer had toegelaten. De militaire tocht ging ook door de KaL verstraat, later op den terugweg naar Kat tenburg over het Rokin en het behoeft geen nader betoog, dat in de oude, nauwe win kelstraat op dien mooien ochtend de drukte groot was, maar de tegenstelling vond ik ook nu, zooals ik haar zoo vaak in mijn leven ge vonden had op dagen, dat Amsterdam was „uitgeloopen", in het Begijnenhof. Door het oude poortje op het Spui betrad ik dit stukje oud-Amsterdam, nog altijd zoo heerlijk- typisch te midden van het gewoel der daarom zich slingerende straten bewaard gebleven. De oude gevels keken nog steeds neer op het aardige plantsoentje in het midden van het pleintje. Voor de huisjes waren vrouwen met heur buren gezellig aan het kouten, zich niets aantrekkende van de muziek en het ge joel, dat uit de Kalverstraat vaag tot deze historische plek doordrong; op het hek voor een der huisjes lag een groote zwarte poes rustig te genieten in het zonnetje en liet zich aanhalen door de weinigen, die langs haar heen kwamen; voor den ingang tot de Pres- bvtériaansche kerk stonden een paar vreem delingen te lezen de in den gevel van het ge bouw aangebrachte gedenkplaat betreffende de oude Pelgrim-vaders, die' den grondslag legden tot het in onzen tijd geweldige New- York, dat een als Nieuw-Amsterdam werd gesticht en het eenige geluid, dat men hoor de, lus het getjilp dar vogels in de boomen yan het plantsoen. Welk een tegenstelling met die drukte in de op zoo korten afstand gelegen Kalverstraat een tegenstelling, die den Amsterdammer en den vreemdeling, die onze stad bezoeken komt, steeds weder treffen moet en weldadig moet aandoen vergeet nooit het Begijnenhof, provincie-mensch, als ge hier langer of korter toeven komt, want verzuimt gij er even te kijken, dan onthoudt ge u zelf van een onvergetelijk genot. En als ik op dien militairen ochtend daar op het pleintje had kunnen ontmoeten een paar van die schutters, geschilderd op een der doeken van Van der Helst of Govert Flinck, de hgenstelling tusschen het Amsterdam der oude dagen en de hoofdstad van heden zou nog treffender zijn geweest, maar zij 'ont braken. En tcfen ik door de Begijnensteeg de Kal verstraat weder betrad en ginds op het Rokin weder zag dien stoet van Amsterdammers, omringende de kapel van het mariniers corps, stond ik weder plotseling in het brui sende leven van het Amsterdam der 20e eeuw, maar ik was trotsch op de stad, die zulk een mooie oude plek daar zoovele eeuwen zóó, ongerept bijna, had weten te be waren. Sini Sana. Oplossing tweezet 295. 1. Dd7 dreigt 2. Pc3 mat. 1. Ke4 2. Dh7 mat. 1. Dd4 2. Pcb4 mat. 1. Dbl 2. Pfó mat. 1. ef4 2. Pc3 mat. Oplossing eindspel 368. 1. Pe6f Kc8 2. Pe4 Te4 3. Laó Kd7 4. Pc5f en wint (eindspel L P tegen K), Oplossing eindspel 369. 1. Te8ü Dg5 (Zwart kan niet nemen van wege 1 De8 2. Phöf Kh7 3. Pf6f en wint de dame). 2. De3 h5 3. De5. Zwart geeft op. Na 3 Kh7 volgt 4. Te7 en met in twee zet ten of Dameverlies. Probleem 296. J. van Nieuwenhuizen. ■Mfr ab e de f g h Tweezet. Eindspel 370. Keemink Tahrni 109. a b e d e f g Wit maakt remise. Eindspel 371. fÜl. Keemink Tahrni 107. Zwart speelt en wint. Zooals men weet, wordt te Hamburg een landenwedstrijd gespeeld. Elk land heeft 4 spelers afgevaardigd. Voor Nederland zijn dat H.Weenink, S. Landau, Jhr. v. d. Bosch en Noteboom. •'t Volgende verslag is van den bijzonderen verslaggever van het Handelsblad, die dit aan zijn blad seinde en waaruit wij het overnamen. De eerste ronde, Zondagmiddag gespeeld, bracht Nederland tegenover Oostenrijk, twee tamelijk gelijke ploegen. Weenink speelde tegen Kmoch zijn geliefd d4 en Pc3. Kmoch bouwde een sterke verde- didingsstelling op, doch kreeg weinig be wegingsvrijheid. Ten einde een dreigenden aanval af te slaan, liet Kmoch afruil dei- Dames toe, doch werd verrast door een Loo- per-offer, dat Weenink pionwinst opleverde. De partij is in een voor wit gunstig eindspel afgebroken. Müller koos tegen Landau zijn Engelsche partij, weldra overgaand in een Réti-ope- ning. Door een openingsfout verloor Landau een pion, maakte het spel ingewikkeld om tegenkansen te krijgen, doch zijn tegenstan der omzeilde alle klippen en won. Van den Bosch moest tegen een Siciliaan- schen draak optornen. Hij deed dit wat on stuimig met de lange rochade en een pion- nenstorm op den koningsvleugel. Zwarts aanval met figuren kwam wat vlugger en levrde pionwinst bij ruil der koninginnen op. In het eindspel liet van den Bosch een kans op remise glippen en werd hij onverwachts matgezet. Noteboom verdedigde zich Siciliaansch, waartegen Wol ff zijn beproefde 2d2—d3 koos. Er ontstond een subtiel spel, door Note boom met veel geduld en waarneming vau kleine kansen behandeld. Hij won. Van de overige landen trok vooral de ont moeting Polen—Hongarije zeer veel toe schouwers. Deze krachtsmeting leverde wel reeds het bewijs, dat weinig landen tegen de geweldige Poolsche ploeg opgewassen zullen zijn. De partij aan het eerde bord tusschen Rubinstein en Maroczy was een prachtige prestatie van den Poolschen grootmeester. In de tweede ronde speelde Nederlend tegen Denemarken in de volgende slagorde; Nederland Denemarken. H. Weenink O 1 K. Ruben S. Landau i O E. Andersen Jhr. J. H. O. van den D. Noteboom A. Olsen Bosch 1 0 A. Desier. 2*1* Weenink verdedigde zich tegen Rubens Damegambiet Tsjechinsch. Er ontstond een ingewikkeld spel, waarin wit de beste pion- nenstelling verkreeg, zwart eenig figuren- spel. Door een afruilcombinatie meende Weenink zich een gunstig eindspel te ver schaffen, doch de stelling bevatte voor wit voldoende reddingsmogelijkheden. Nadat zwart reeds een pion verloren had zette hij een stuk in en verkortte daardoor, zij' 't on vrijwillig, zijn lijden. Landau paste tegen Andersen's West-In dische verdediging een aanvalssysteem toe, dat hij uit zijn oefenmatch tegen Rubinstein geleerd had. Hij kreeg mooi spel en won de partij op krachtige wijze. Van den Bosch verdedigde zich tegen Desier Siciliaansch volgens een door hem te zamen met Wertheim indertijd bedacht systeem. Zijn tegenstander geraakte er door in verwarring, verloor terrein en ten slotte mateiaal. In een lang Toreneindspel bevocht Van den Bosch de overwinning. Noteboom speelde tegen Olsen een schier eindelooze peuterpartij. Hij verloor een pion, maar verdedigde zich ongelooflijk taai. Toen de partij' op den 60sten zet ten tweede male werd afgebroken was hij den pion nog achter maar zijn stelling was goed. Alle zware figu ren staan nog op het bord Van de ontmoetingen der andere landen is vermeldenswaard het treffen tusschen Polen en Lithauen. Dit is n.1. de eerste maal, dat vertegenwoordigers dezer nabuurstaten, die politiek zoo slecht harmoniëeren, elkander op sportgebied ontmoeten. Zij hechten hieraan zelf groote beteekenis. De sensatie van den dag was het feit, dat Aljechine tegen Baratz een pion achter kwam te staan. Maar de wereldkampioen sloeg zich fraai door de verwikkelingen heen en won ten slotte. Maandagmiddag werden de hangpartijen uit de eerste en tweede ronde gespeeld. Wee ning won in een problematisch eindspel van Kinoch, Van den Bosch zijn afgebroken par tij uit de ochtendronde. De volledige uitslagen der beide eerste ron den zijn; Eerste ronde; NederlandOosten rijk 2—2; Polen—Hongarije 3M—y2', LithauenFinland 13: LetlandIJsland 40; Amerika—Frankrijk 2%IVt\ Roe meniëSpanje 33^V2I ZwedenTsjecho- Slowakije H—3MDuitschland—Engeland 31; NoorwegenDenemarken 04. Tweederonde: Nederland.Dene marken 2*—1*; Polen.Lithauen 2%1%; LetlandFinland 2—2; AmerikaIJsland 3—1; Roemenië—Frankrijk 11/^—2^; Zwe denSpanje 31; Duitschland—Tsjecho- Slowakije 1SAli/?*; NoorwegenEnge land Yi334OostenrijkHongarije 22. Derderonde; Nederland—Engeland 01; WeeninkSultan 01; LetlandPo len 12; LithauenHongarije 03; Ame rikaFinland 30; RoemeniëIJsland 3O; ZwedenFrankrijk 1—1; Duitschland Spanje 2—1; Noorwegen—Tsjecho-Slowa- kije 0—1; Oostenrijk—Denemarken 34—34. Vierderonde: Nederland—Tsjecho- Slowakije 20 (Van den Bosch—Porkorny 10; LandauReyfir 10; Noteboom staat gewonnen; Weenink gelijk); Hongarije —Denemarken 20; EngelandOostenrijk 11; SpanjeNoorwegen 134234; Frank rijkDuitschland 02; IJslandZweden 3431/É>; FinlandRoemenië 134234; Polen—Amerika 2—2; Lithauen—Letland 1—2. Aan de Dammers. In onze vorige rubriek gaven wij ter oplos sing probleem No. 1129 (auteur J. Vis ser Jr.) Stand. Zw. 11 sch. op; 9, 10, 12, 13, 18/21, 23, 24, 27. W. 9 sch. op; 28, 30, 32/35, 37, 38, 40. Oplossing. 1. 33—29 1. 24 31 2. 30—24 2. 19 39 3. 28 37 3. 27 38 4. 37—32 4. 38 27 5. 40-34 5. 39 30 6. 35:31! Damclub W.D.O. De Alkmaarsche damclub W.D.O., die ge regeld haar wekelijksche bijeenkomsten houdr op Donderdagavond in café Ceres, heeft zich met ingang van 1 Juli aangesloten bij den Nederlandschen Dambond. Een heel ver standig besluit. Pogingen om te komen tot een districtsbond worden in het werk gestpld. Met genoegen ontvingen wij uit de club een stand uit een wedstrijdpartij, waarin de heer Booy met wit speelde en op verrassende wijze won in een stand van 7 om 7. Zw. 7 sch. op: 8, 11, 15, 16, 18, 28, 29. W. 7 sch. op: 25, 27, 36, 37, 39, 43, 47. Wit besliste de partij als volgt: 1. 37—32 1. 28 37 2. 47—42 2. 37 48 3. 39—34 3. 48:30 4. 25 3! De volgende stand is van den Franschman Sonier. Zw. 9 sch. op: 10, 12, 14, 17, 18, 20, 21, 24, 26. W. 9 sch. op: 23, 28, 29, 32, 34, 37, 39, 40, 50. Wit speelt: 1. 37—31! 1 1. 24 :35 (3 sch.) 2. 2822!! 2. 26 19 (3 sch.) 3. 22: 4! Ter oplossing voor deze week: Probleem 1130 van M. Greitzer Fr. Zw. 1 sch. op: 26 en twee dammen op 24 en 46. W. 8 sch. op: 17, 21, 22, 27, 32, 36, 37, 38. Wit speelt en wint. In onze volgende rubriek geven wij de op lossing; Naar aanleiding van het nieuwe Duitsche invoerrecht op boter. De Alg. Néd. Zuivelbond heeft uit Duitsch land vernomen, dat te Berlijn is opgericht een invoerbureau voor Finsche zuivelproduc ten, de „Butter- und Kase Einfuhrgesell- schaft m.b.H.", onder leiding van Ritter- gutsbesitzer Vollrath von Arnim, die ook de onderhandelingen over het DuitschFin sche handelsverdrag heeft gevoerd. Deze in stelling zou een stamkapitaal hebben van 50,000 mark, waarvan de bank (waarschijn lijk de Deutsche Reichsbank) als vertegen woordiger van de regeering meer dan de helft der aandeelen bezit. Het schijnt, dat dit officieuse orgaan zich voorloopig alleen bezig zal houden met den zuivelinvoer uit Finland, doch naam en sa menstelling wijzen er op, dat het zoo noodig óók voor algeméén gebruik kan worden be stemd, voegt het Hbld. hier aan toe. Van meer belang voor óns land is intus 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 HOOG EN LAAG WA1ER TE BERGEN AAN ZEE IN ZOMERTIJD. Juli. Hoog water kaag water 10.35 1104 6.42 7.10 11.40 7.44 8.22 0 12 0.54 3.57 9.38 123 2.00 10.09 10.46 2.23 2.57 11.13 11.46 3.I6 3.50 0.10 4.08 4.41 0.41 1.04 4.57 5.32 1-32 1.56 5.49 6.21 2.20 2.47 6.37 7.06 3.11 3.33 7 22 7.48 3.58 4.17 8.08 8.36 4.43 5.02 EGMOND AAN ZEE. Juli, Hoog water Laag water 10.32 11-01 6.30 6.58 11.37 7.32 8.10 0.09 0.51 8.45 926 1.20 1.57 9.57 10.34 2.20 2.54 11.01 U.34 3.13 3.47 11.58 4.05 4.38 0.29 0.52 4.54 5.29 1.20 1.44 5.46 6.18 2.08 235 6.34 7.03 2.59 3.21 7.19 7.45 3.46 4.05 8.05 8.33 4.31 4.50 schen, dat Finland er door deze overeen komst geen belang meer bij heeft, pp te ko men tegen verlenging of verdere verhooging van het invoerrecht op boter, omdat immers de zuiveluitvoer van dat land nu bij „con tract" zal geschieden, waarop echter onze clausule van meestbegunstiginè geen vat heeft. Hoe nu staat de Nederlandsche zuivelin dustrie tegenover dezen gang van zaken, die 80 pet. van onze exportboter in Duitschland afzet? vraagt het blad. In dit verband is het van groot belang, te vernemen wat de secre taris van den Alg. Ned. Zuivelbond, de heer J. Geluk, er van zegt. t Men weet, dat deze machtige organisatie, aan welks hoofd dr. F, E. Posthuma staat, de centrale is van de acht regionale bonden van coöperatieve zul- velfabrieken, 433 in getal! „In de alg. vergadering van den Geldersch Overiiselschen Zuivelbond, zoowel als in die van den Alg. Ned. Zuivelbond is er op ge wezen, aldus de heer Geluk dat wij moeten beginnen, om uit de landen, die onze producten zoo zwaar belasten en daarmede nog maar steeds verder gaan, zoo min moge lijk te importeeren. Totnogtoe heeft de Ned. Zuivelindustrie zich niet op dit standpunt gesteld. Men ge voelt in deze kringen in het algemeen te goed, dat een vrije uitwisseling van goederen door de landen onderling van belang is en blijft voor allen, maar wanneer men nu van Duitsche zijde maar steeds doorgaat meè aan den invoer van onze producten grootere moeilijkheden in den weg te leggen, dan is de tijd gekomen, dat wij onze houding herzien en zooveel mogelijk trachten ons op andere markten in de eerste plaats op de binnen- landsche te voorzien. Dit moge aldus de heer Geluk niet op alle punten door te voeren zijn en het zal ons misschien wat geld kosten, maar wanneer alle fabrieken zich voornemen, om zich bij elke aanschaffing.éérst af te vragen of het óók kan zónder Duitsche artikelen en men de leiding, die de organisatie .in deze zeker zal geven, wil volgen, dan kan dit toch wel een zóódanig resultaat hebben, dat men zich in de betreffende Duitsche kringen eens gaat afvragen, of men zoo wel op den goe den weg is. En daar is het ons juist om te doen. De Duitsche industrie moet er van doordrongen worden, dat een land niet kan blijven exporteeren, wanneer men allen im port omogelijk maakt. De vorige week hebben wij in de dagbla den kunnen lezen, dat de firma Philips te Eindhoven een soortgelijke houding heeft aangenomen tegenover hare Duitsche lever anciers. Zij heeft aan alle Duitsche fabrie ken, die leveranciers der firma zijn, een brief geschreven, dat Philips in 1929 voor niet minder dan 85 millioen mark in Duitsch land heeft gekocht, waartegenover een leve ring van slechts 7 millioen mark van Phi lips aan Duitschland stond. Philips ver wacht nu van al zijn leveranciers, dat zij het „Reichswirtschaftsministerium" erop attent zullen maken, dat deze firma er toe zal overgaan niets meer in Duitschland te koo- pen, indien Philips geen gelegenheid krijgt, haar artikelen in Duitschland af te zetten. Aan deze actie van Philips vervolgde de heer Geluk ligt méér ten grondslag dan verhooging van uitvoerrecht; wij halen het echter aan, om te laten zien, hoe men als groot inkooper zijn invloed kan laten gelden. Een ander voorbeeld is ons bekend van de Ned. baksteenfabrikanten. Dezen hebben eenige jaren geleden een krachtige actie ge voerd tegen verhooging van hun producten in Duitschland. Toen alle vertoogen langs diplomatieken weg hiertegen niet hielpen, 71. Toen ging de heks naar den kabouter, die niet had kun nen ontkomen. „En nu tusschen ons", zei de heks tot hem. „Jij zult mij tenminste niet ontsnappen, zooals die vreemde snoes haan". De kabouter keek haar moedig aan, met over elkaar geslagen armen, alsof hij zeggen wou: „kom maar op". „We zullen jou die praats wel afleeren", dreigde de heks, „Doe, wat je niet laten kan", zei de kajyiuter. ,^e w«es hem een hol aan, waarvoor een muis zat. Hier eb je mooi gezelschap. Betooveren kan ik je wel niet, doch je wel gevangen houden zeide de heks. De kabouter nam alle» rus ïg op. En hij lachte haar uit. „Je bent een brutale", mop* p?.rfe ,de heks. "®e brutalen hebben de halve wereld", grin nikte de kabouter.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 8