mkin«lit Cmiiait. FEÜILLETON. Hun beider weg. Binnenland Hmdard twee en dertigste Jaargang. Maandag 28 Juli Radio-hoekje N«. 175 1930 Dinsdag 29 Juli. Hilversum, 1875 M. (A.V.R.O.-uitzending). É—9.45 Oramofoonpl. 10.-10.15 Morgen wijding. 10.30—12.— Concert door de Am- sterdamsche Orkestvereeniging o. 1. v. Nico v d. Linden. 12.15—2.— Concert door het A. V. R. O.-Kwintet. 2.-3.— Gramofoonpl. 3.—3.30 Solisten-concert. W. de Beus IWillemse, zang. Mej. Gortmans, piano. 3.30 _4.Gramofoonpl. 4.—4.30 Gramofoonpl. 4 305.30 Kinderuurtje. 5.30—6.45 Concert door het Tuschinski-Orkest onder leiding van iMax Tak. 6.45—7.15 Cello concert door G. Roth. 7.157.45 Volksuniversiteit. Bespre king van „Fidelio" door Sem Dresden. Aria's door Jo Vincent en L. v. Tulder. 8.— Concert door het Omroeporkest onder leiding van INico Treep. Fransche operettes. 8.45—9 05 'Lezing door A. F K. Parée. 9.05—9.20 Ac cordeon-ensemble „Happy band". 9.20—9.30 Gezelschap Stuurop. 9.309.45 Vervólg Omroeporkest. 9.45—10.— Gezelschap Stuurop. 10.Persber. 10.15—10.30 Accor- deonmuziek vervolg. 10.30—11.Vervolg orkestconcert. 11.—12.— Aansluiting van het Carlton-hotel. Gasto Raskin-band. Huizen, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) /Uitsluitend K. R. O.) 8.15—9.30 Morgen concert. 11.30—12.— Godsdienstig halfuur tje. 12.151.15 Concert door het K. R. O.- Trio. 1.152.Gramofoonpl. 2.3.Voor de vrouwen. Lezing. 5.6.Gramofoonpl. i6._d.15 Esperantober. 6.156.30 Gramo foonpl. 6.30—6.40 Koersen. 6.40—7.— Gra mofoonpl. 7.—7.30 Interview van Serrarens met een redacteur v. d. Maasbode. 7.308. Lezing over de opvoeding van het kind. 8 Kamermuziek door het Amsterdamsche Trio. ;Q.9.15 Declamaties door L. Saalborn. 9.15 'Nieuwsberichten. 9.35 Vervolg concert. 10.10 Vervolg-concert. 10.10 Vervolg declamatie. 10.2511.Vervolgconcert. 11.12. Gramofoonpl. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Concert. L. Fischer, so praan. J. Sleath, bariton. 12.50 Orgelspel door E. O.'Henry. 1.20—2.20 Orkestconcert. 2.20 Televisie. 2.25—2.50 Gramofoonpl. 4.20 Dansmuziek. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kin deruurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Verslag van Cricketmatch. 7.— Piano recital door F. Dawson. 7.207.40 Lezing. 7.50 Concert. Orkest, J. Farrington, bas. 9.20 'Nieuwsberichten. 9.45 Lezing. 10.05 Concert. K. Falkner, bariton. A. Sammons, viool. 10.50—12.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 12.502.20 Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert en soli. 8.20 Concert. Orkest en celliste. 9.05 „Mig- non" van Ambroise Thomas. Orkest en solis ten. Lg-ngenberg, 473 M. 7.257.50 Gramo- foonplaten. 7.50—8.50 Orkestconcert. 10.35 —12.15 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoon- platen. 1.252.50 Concert. Orkest en viool. 5.506.50 Concert. Orkest en solisten. 8.30 —9.20 Orkestconcert. 9.20 „Der Kammer- sanger". Hoorspel van Frank Wedekind. Kalundborg, 1153 M. 1.35—1.50 Uitzen ding van een processie. 3.505.50 Orkestcon cert en voorlezing. 8.5011.20 ca. Uitz. van de Co-Optimisten Zomer-Revue 1930. ca. 11.2012.50 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.35 Concert. Orkest en tenor. 8.35 (338.2 M.) Concert en gramo foonplaten, georganiseerd door de SAROV. OOK IN THIBET. Heteens voor iederen vreemdeling angst- /allig gesloten land Thibet zal weldra van 'n tiental radiostations worden voorzien. Deze stations zijn zoowel bestemd om een goed ge organiseerd binnenlandsch telegraafverkeer mogelijk te maken als om met het buitenland goede verbindingen tot stand te kunnen bren gen. HET RADIO-REGLEMENT. Moeten houders van een op vanginrichting ambtenaren ter onderzoek in hun woning toelaten? Het Tweede Kamerlid de heer Suring, heeft den minister van Waterstaat de volgende vra gen gesteld: Is ingevolge het bepaalde bij art. 64, lid 3, onder c, van het Radio-reglement 1930, dat „de houder van een opvanginrichting ver plicht is de door den directeur-generaal aan te wijzen ambtenaren, voorzien van een legi- Vrij naar het Engelsch - H. ATONSEN 28' Dick stak een lucifer aan. Is er nog tijd voor? Joyce keek hem verwonderd aan. Was dat Dick? Of er tijd voor was? O, best hoor, dan zal ik mijne wel e;en terughalen en loop ik met je mee naar huis. Ze klauterde tegen de helling op, waar haar tasch lag. Ze raapte die op en borg er de verschillende stokken in. Och we moesten toch maar wel gaan spelen, zei Dick, naar haar toeko mend. Ik kan jou stokken wel gebrui ken. Laten we hier maar beginnen. Jij eerst. Joyce sloeg, maar miste den bal to- tc al. Dick zei niets. Zij beet zich op de lippen en sloeg nogmaals. Nu schoot de bal sierlijk weg. Dick speelde op zijn beurt. Maar al heel gauw hield hij op. Geef mij je tosch maar, dan zal ik wel voor ballenjongen spelen, zei hij. Het werd een vreemd spel. Dick's ge dachten waren mijlen ver weg. Hij liep met haar mee, voortdurend rookend en voelde nu en dan in zijn vestzak naar den ring. Dien avond haaldfc Dick zijn beste pak yooi den dag, Legde het nelies uit op ziln timatie-bewijs, in de gelegenheid te stellen de inrichting te onderzoeken en kennis te nemen van alles, wat daarmede verband houdt", de houder van een ontvanginrichting verplicht, genoemde ambtenaren toegang tot zijn wo ning te verleenen, als die inrichting in zijn woning is opgesteld? Indien deze vraag ontkennend wordt beant woord, welke is dan ed strekking van art. 64, id 3, onder c, van het Radio-reglement in het aangegeven geval? Wordt de vraag bevestigend beantwoord en is dus de houder van een ontvanginrichting in zijn woning, die aan de door den directeur- generaal aan te wijzen ambtenaren, voorzien van een legitimatie-bewijs, den toegang tot die woning weigert, ingevolge het bepaalde bij art. 72 van het Radioreglement 1930 strafbaar „met hechtenis van ten hoogste 6 maanden of geldboete van ten hoogste 1000", acht de minister art. 64, lid 3, onder c, van het Radio-reglement 1930 dan niet in strijd met art. 159 van de Grondwet, krach tens hetwelk het binnentreden in een woning den wil van den bewoner alleen is geoorloofd in de gevallen, bij de wet bepaald, en krach tens een bijzonderen of algemeenen last van een macht, door de wet aangewezen? In de minister, indien hij dezen strijd niet aanwezig acht, bereid, mede te deelen waarop dit gevoelen steunt en .indien strijd wèl aan wezig wordt geacht, is de minister dan be reid, de intrekking of wijziging van art. 64, lid 3, onder c, van het Radio-reglement 1930 te bevorderen? JAARVERSLAG VAN DE A.V.R.O. In de groote aula van het Koloniaal Insti tuut te Amtserdam is Zaterdag onder het waarnemend voorzitterschap van dr. H. Molhuysen, de drukbezochte jaarlijksche al- gemeene vergadering van de A V.R.O. gehou den. Met een uitvoerige schets van den toestand der A.V R.0 '- idde de wn. voorzitter de agenda in; waarbij hij mededeelde, dat dit de derde maal is dat de A.V.R.O. conform art. 13 der Statuten een jaarlijksche alge- meene vergadering belegt. Spr. gaf vervolgens een overzicht van de geschiedenis der regeling en verdeeling van den zendtijd. Wij zijn van meening, zeide spr., dat over eenstemming niet is uitgebleven tengevolge van gèbrek aan medewerking van de A. V. R. O., maar integendeel tengevolge van de star heid van houding van de bijzondere omroep- vereenigingen. Wij zijn door het zendtijdbesluit van 15 Mei geprovoceerd om onze zelfbeheersching te verliezen. En wanneer dit dan een enkelen keer gebeurd is, dan betreuren wij dit, maar wij begrijpen het ook. Een afspiegeling van onze zaak aldus vervolgde spr. hebben wij gezien in het lot, dat de uitzendingen getroffen heeft, die lan gen tijd achtereen werden verzorgd door den Philips Omroep „Holland-Indië, genaamd de „Phohi". De houding door de beheerders van den „Phohi" tegenover het advies van den Radioraad ingenomen, heeft onze bewonde ring. Wij betreuren het weliswaar, dat hier door tal van landgenooten over alle deelen van de wereld verspreid, sinds 1 Juli zijn ver stoken van de radio-stem uit het moederland, die hun zooveel afleiding en genoegen, dik wijls in de eenzaamheid bezorgde. Wij ver trouwen, dat dit gemis van de stem uit Ne derland zich niet lang zal handhaven. En in ieder geval, dat de afwezigheid van die stem ertoe moge bijdragen om de aandacht te ves tigen op het noodlottige drijven der politieke partijen, de Nederlandsche staatsburgers ook in hunne particuliere genoegens steeds meer in hokjes en vakjes te verdeelen. Door deze splijtzucht blijft veel zegenrijk werk onge daan. Ja erger, door deze voortschrijdende splitsing en verwijdering worden schoone za ken afgebroken. Spr. deelde in het vervolg van zijn rede de volgende gegevens mede- De inkomsten, die in 1924 bedroegen 6500, waren in 1929 ge stegen tot 550.000. Het officeel orgaan, dat einde 1925 ongeveer 30.000 abonnées had, heeft er thans meer dan 185.000, terwijl de oplaag op 1 Januari j.1. 211.000 bedroeg. Bedroegen de baten uit het officiëele orgaan aan den omroep in 1925 ruim 4000, in 1929 waren die baten hónderd maal zoo groot. De begrooting van 1929 gaf als ontvang sten 900.000, als uitgaven 700.000 te zien. Er werd dus een overschot geraamd van 200.000. Het geraamde overschot bleek op 1 Januari 1930 te zijn overtroffen met ruim 128.000. Dr. Molhuysen sprak aan het eind van zijn rede over de toekomst: Zoo min de A.V.R.O. dat deed in het ver leden, zoo min sluit zij de mogelijkheid van toekomstige samenwerking uit. Maar hier op deze vergadering moet opnieuw verklaard worden het standpunt van het A.V.R.O.- bed en bekeek het met stijgende onte vredenheid. Al had hij het ook nog zoo zorgvuldig geborsteld, zelfs bij het vale lamplicht vertoonde het duidelijk hier en daar glimmende plekken. Hij nam zijn bovenlip nadenkend tusschen vin ger en duim, stond een oogenblik in twijfel, ging dan naar zijn schrijftafel en schreef een brief naar zijn kleermaker in Oxford. Dat was de eenige weg, om iets op den pof te krijgen, al kwam dan ook later de rekening. Had hij toch nóg maar een suikertante! Hij ging naar het venster en naar buiten leunend keek hij naar den helde ren sterrenhemel. Wat zou Audrey op het oogenblik doen? Gisterenavond om dezen tijd hadden ze nog samen ge danst. Daarna hadden ze óp het balcon zitten praten, tot de regen h-u naar bin nen had gejaagd. En toenvanmor gen was alles zoo geheel veranderd! Van morgen! Zou hij dat ooit verge ten....? Het was hem soms nog, als rustte zij in zijn armen. Misschien zat ze nu ook uit het raam te kijken en aan hem te denken. Audrey! Zachtjes fluisterde hij haar naam voor zich uit. En morgen! Hij trachtte een plan te vor men, jm geld te verdienen, maar hij kon geen twee gedachten regelmatig achter een vormen. Telkens zag hij haar gelaat terug, hoorde haar lieve stem, herinner de zich alle kleine voorvallen van hun samenzijn op vacantie. En terwijl hij daar zoo voor zttn raam stond, trokken bestuur: „Geen samenwerking kan mogelijk zijn met het zendtijdbesluit van 15 Mei tot grondslag". Ten aanzien van dit punt zijn wij voornemens de toekomst met alle consequen ties onder oogen te zien. Ik wanhoop er niet aan aldus besloot spr. om op de volgende jaarvergadering in de gelegenheid te kunnen zij'n om u van 1930 te kunnen zeggen, dat het jaar bracht: Zon neschijn na Regen, revisie van het zendtijd besluit van 15 Mei. Althans nieuwe ontplooi ingskansen voor de A.V.R.O. op een eigen zender, de geheele week!" De verscnillende financiëele verslagen, be grootingen, controle-rapporten e.d. werden zonder discussie goedgekeurd. Idem de jaar verslagen, waaromtrent reeds het voornaam ste gepubliceerd is. De heer W. Vogt, directeur van het Om roepbedrijf, deed nog enkele mededeelingen omtrent den toestand van de A.V.R.O. in 1930, waarbij hij opmerkte dat de „Pak-aan- kameraad"-actie van de V. A. R. A. 70.000 opbracht, een som, welke de A.V.R.O. noodig heeft om de uitgaven van zes weken te dekken Op 1 Juli 1.1. had de A.V.R.O. een saldo aan beschikbare middelen van zeven ton. Goedkeuring werd zonder debat of stem ming het voorstel van het bestuur^ luidende: machtiging tot eventueelen aankoop of bouw van kantoorgebouw en andere onroerende goe deren". Dit voorstel heeft ev. ook betrekking op den bouw van een zender en bijbïhoorende gebouwen. Tot voorzitter der vereeniging werd, na een kort woord van den heer Corver, in de vaca- ture-Westerveld, op voordracht van het alge meen bestuur en bij acclamatie, benoemd de wnd.-voorzitter, 8e heer dr. H. Molhuysen Op voorstel van een der leden besloot de vergadering nogmaals een protest-telegram tegen de zendtija-verdeeling aan den minister raad te zenden. Verschillende krachtige protesten tegen de V.A.R.A.-taktiek werden tenslotte nog geuit en aan de A.V.R.O.-bestuursleden en -voor mannen werd van verschillende zijden hulde gebracht. DE ZUIDERZEEWERKEN. Voor dit jaar nog zes millioen aangevraagd voor een gedeelte van de dijkvakken op het Breezand en O aatje-V Heter. De raming over 1929 vermoedelijk met 8% procent te verminderen. Be grooting voor het in cultuur bren gen der Wieringermeergronden. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging en verhooging der begrooting van het Zuider- zeefonds voor 1930. Versnelde uitvoerin. Zooals de minister van Waterstaat bij ontwerp-begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1930 kon meaedeelen, laat het zich aan zien, dat de afsluiting van de Zuiderzee reeds in 1932 tot stand zal kunnen worden ge bracht, derhalve veel eerder dan in het najaar van 1928 werd aangenomen. Het gevolg van oeze snellere uitvoering is, dat nog dit jaar werken tot uitvoering zullen kunnen komen, waarop eerst in 1931 was ge rekend. Deze werken zijn een gedeelte dijkvak op het Breezand en een gedeelte dijkvak GaatVlieter, waarvoor 6.085.000 wordt aangevraagd. Deze verhoogde aanvrage beteekent niet eene overschrijding van de laatste raming integendeel is uit de cijfers van het afgeloopen jaar gebleken, dat deze vermoedelijk met 8¥ pCt. verminderd zal kunnen worden doch de behoefte aan meer geld voor het loopende jaar als gevolg van de snellere uitvoering. De verkaveling van den Wierin germeer polder. Gelden werden aangevraagd voor de in dienstneming tijdelijk personeel: drie land bouwkundig ingenieurs, een persoon belast met de leiding van de administratie, twee kler ken en een conciërge. Voor voortzetting van het onderzoek van de Wieringermeerpolder, het doen van labo ratoriumproeven, enz. door de Commissie- Lovink is 100.000 uitgetrokken. Had en heeft tot dusverre in hoofdzaak de stoute technisch conceptie van 't geheele plan der Zuiderzeewerken tot de verbeelding der bevolking gesproken, thans dringt zich hoe langer hoe meer op den voorgrond h.et be lang, dat het in cultuur brengen der gronden en hunne uitgifte, met hetgeen daaraan be hoort vooraf te gaan en daarmede overigens samenhangt, voor het welslagen der onder neming heeft. Het wetsontwerp beoogt, met deze materie thans een practisch begin te ma ken Deze poging strekt zich niet verder uit dan tot hermeen thans onmiddellijk vereischt wordt. Voorstellen inzake verdere plannen tot het in cultuur brengen en vervolgens uitgeven der gronden zullen aanhangig worden gemaakt, zoodra de Regeering, aan de hand van ont- die paar weken als een film voor zijn geest voorbij en gevoelde hij hoezeer hij haar nu liefhad, ofschoon hij toen nau welijks zich ervan bewust was geweest. Het werd hem onmogelijk om stil te staan of te zitten. Onrust maakte zich van hem meester. Hij draaide zijn lamp uit en ging naar beneden, omdat hij het alleen niet meer kon uithouden, omdat hij in iemands gezelschap moest zijn. Hij vond zijn zuster zitten lezen. Minu tenlang bleef hij bij het venster staan, zonder haar te storen. Toen zij hij bruusk: Heb je zin, den heuvel mee op te gaan? Joyce keek op; daarna legde zij zwij gend haar boek neer en kwam naast hem staan. Zwijgend gingen ze samen naar beneden, den tuin door, langs de sluimerende hutten en huisjes en door het draaihek in de weide. Het was buiten stil en helder. Ze gin gen het boschje voorbij, waaruit het licht scheen van Turnbull's tent, over de golfvelden, langs den zoom van het bosch, totdat ze boven bij het witte kruis op den heuvel kwamen, waar ze zich in het zachte mos lieten neervallen. Bene den hen pinkelden lichtjes, waar an dere mensch n met hun eigen moeilijk heden streden. Het puffen van een trein, die van het drie mijlen verwijderde sta tion vertrok, klonk als het snuiven van een paard in een naburige weide. Achter hen ritselden de beuken geheimzinnig vangen adviezen daaromtrent een besiissing zal hebben genomen. Het thans voorgestelde berust op de ervaringen met het werk der Commissie-Lovink opgedaan. Het rapport verscheen in de laatste helft van het jaar 1924 en bevatte o.m. een schets voor de ver kaveling van den Wieringermeerpolder welke de grondslag is geweest voor de verdere' stu die van de indeeling van den polder, terwijl de op haar advies in het jaar 1927 drooggeko- men en sedert in cultuur gebracht proefpol- der te Andijk verheldering in velerlei opzicht heeft helften bevorderen. Het door den dienst der Zuiderzeewerken opgemaakte definiteve verkavelingsplan is in het driemaandelijksch bericht betreffende de Zuiderzeewerken van Oct. 1929 afgedrukt. De minister verwijst naar den inhoud van dit bericht. De centra van bebouwing. Bij het uitwerken van het plan is mede de ligging der centra van bewoning nader be? schouwd. Doelmatig werd geacht, dat deze op onderlinge afstanden van 4 K.M. over den polder verspreid zouden worden. Op het plan zijn een aantal punten aangegeven, welke voor het vormen van dergelijke centra het meest in aanmerking komen. De definitieve vaststelling van de ligging hiervan zal echter eerst kunnen worden bepaald, nadat het bewo- ningsvraagstuk van den polder in samenhang zal kunnen zijn beschouwd met de nog niet verschenen adviezen omtrent de uitgifte van gronden. De eerstvolgende werkzaamheden. Het is den minster doelmatig voorgekomen de werkzaamheden op te dragen aan een tijdelijken dienst, die, in nauw overleg met de Commissie-Lovink voor het beheer van den proefpolder te Andijk opdat de daar ver kregen ervaring ruimschoots vrucht kan dra gen en voorts met de directie der Zuiderzee- weken een en ander zal moeten ter hand nemen, nader geinstrueerd omtrent de te ver richten taak, omtrent de wijze waarop die taak zal moeten worden verricht en omtrent de financiëele gevolgen daarvan in het loo pende begrootingsjaar. Deze tijdelijke dienst zal worden samenge steld uit drie Rijksambtenaren, thans werk zaam onder het dep. van binnenl. zaken en landbouw, die daartoe aan het dep. van Waterstaat worden gedetacheerd. Hun taak is gesplitst in een landbouwtechniek en een sociaal-economisch gedeelte. Begrooting incultuurbrengjng Wieringermeer gronden, dienstjaar 1930. Om met de ontginningswerken een aan vang te maken wordt voor 1930 aangevraagd 1.7 millioen. Aangezien de proefpolder-Andijk nog slechts een jaar bezaaid is kunnen worden, behoeft de hier opgedane ervaringen nog in verschillende opzichten aanvulling en beves tiging waardoor de huidige opvattingen nog wijzigingen kunnen ondergaan. Aanhoudende en nauwgezette bestudeering van de Andijker onderzoekingen zullen in komende jaren rich ting geven aan de voor de Wieringermeer te treffen maatregelen. Nauwe samenwerking met de Commissie-Lovink blijft dus geboden. Het ligt, naar de minister meent, in de rede dat ook de hierbedoelde werkzaamheden on der leiding van zijn departement worden uit gevoerd. Omtrent hetgeen in een verder aflig gend stadium behoort te geschieden, zal in de loop van dit jaar een beslissing worden ge nomen. Op de begrooting (cultuurtechnische afdee- ling) is uitgetrokken voor: Egaliseeren van de drooggevallen kavels 150.000.—. Uitgaven voor het begreppelen der daar voor in aanmerking komende in 1930 droog gevallen gronden, met inbegrip van het voor zien dezer greppeleinden van buizen; aan schaffing van greppelploegen, trekkers, sta- tionnaire motoren, enz. 650.000. Gerekend wordt, dat reeds in den zomer en in 't najaar van 1930 de eerst drooggevallen gronden kunnen worden begreppeld. Kosten van proefnemingen met machines 25.000. Het is de bedoeling, met deze proef nemingen zoo spoedig mogelijk een aanvang te maken. Bouw van 25 barakken voor 20 man met ia- begrip van den inventaris (a 3000) 75.000. Bouwen van enkele tijdelijke loodsen, trans portmiddelen, aanleg van eenvoudige los- en laadplaatsen, inrichting van een tijdelijke smederij, enz. 100.000. Voorloopige voorziening van drinkwater 50.000.voorloopige voorziening van electriciteit 50.000.het maken van tijde lijke verbindingswegen in den polder 100.000. Bouw van 50 landarbeiderswoningen tijde lijk in te richten voor het verblijf van zes kost gangers (a 4000) 200.000. Onvoorzien 20 pCt. 300.000.Totaal 1.700.000. Langen tijd lagen ze te luisteren naar de en ergens schreeuwde een nachtvogel: geluiden van den nacht. Dan haalde Dick diep adem en stak zijn open hand vooruit. Kijk eens! Joyce keek op. Er glinsterde iets in het maanlicht. Ze stak haar hand uit en nam uit zijn hand een ringeen meis- jesring. Zonder iets te vragen, staarde ze er naar. Ze begreep. Hij was niet lan ger haar Dick! Hij was van een ander! Ze benijdde hem en een dikke traan rolde uit haar oog over haar gezicht. Lieve jongen, fluisterde ze. Ik ben er zoo blij om En voordat ze het verhinderen kon, viel er nog een traan, en ze liet het hoofd in de handen zinken. Ze had het heusch niet hoeven verbergen. Dick dacht op dat moment heelemaal niet aan haar. Hij zat te stotteren, zoekend naar woorden, die niet komen wilden, in afgebroken zinnetjes, telkens ophoudend, om tel kens opnieuw een begin te zoeken. Joyce's hart stond een oogenblik stil en begon dan heftig te bonzen. Ze luis terde, dorst nauwelijks ademhalen, ter wijl Dickwas het mogelijk, dat Dick, haar eigen broer?.... zijn hart voor haar openlegde. Ze had nooit geweten, dat hij zulke dingen denken kon, als hij nu aan haar openbaarde. Ze had nooit gedroomd, dat hij zóó zou kunnen lief hebben en gevoelens kon hebben, die baardoden trillen, als hii ze uitsprak. Za WIJZIGING WET RIJKSPOSTc SPAARBANK. Verhooging der rentevergoeding tot maximum 3 Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van de wet tot instelling eener Rijkspost spaarbank. Behoudens aanvulling van enkele leemten en herstel van in de practijk geble ken onjuistheden, wordt o.m. beoogd een Verhooging van het rentegevend maximum der inlagen. Het rentegevend maximum voor inlagen bedraagt thans 1200. Voor den huidigen tijd moet dit bedrag te laag worden geacht, o.m. tengevolge van de waardedaling van het geld. Eenigermate kan dit blijken uit het feit, dat ultimo 1928 niet minder dan 97.357 boek jes in omloop waren met een tegoed van meer dan 1000. Voorgesteld wordt, het ma ximum thans op 2500 te brengen. Staatsschuldboekjes. Het instituut der Staatsschuldboekjes heeft zijn doel gemist; van het Staatsschuldboekje wordt slechts zelden gebruik gemaakt, nadat het rentegevend tnaximum op het spaarbank boekje is bereikt. De Bezuinigingscommissie heeft als haar meening te kennen gegeven, dat het aanbeveling zou verdienen, de Staats schuldboekjes te doen vervallen. De regee ring echter is van meening, dat een maatre gel van zóó verregaande strekking niet ge wettigd is. Wel acht zij het wenschelijk, te trachten, de oorspronkelijke bedoeling van den wetgever dichter te benaderen. Te dien einde wordt voorgesteld, dat slechts voor het geen boven 2000 op een spaarbankboekje is ingelegd, of voor een gedeelte daarvan, een inschrijving op een Staatsschuldboekje zal kunnen worden verkregen. De boekjes zullen dan, naar te verwachten is, meer dan tot dusver slechts als „overlaat" van de spaarbankboekjes dienst doen. De positie der Rijkspostspaarbank. Rentevergoeding. Al vaak is er, na de algemeene stijging van den rentestand tengevolge van den we reld-oorlog, op aangedrongen om ook de rente-vergoeding van de Rijkspostspaarbank iets op te voeren. De financieele positie der Bank liet dat echter, juist in de jaren, waarin voor verhooging der rentevergoeding het meest aanleiding bestond, allerminst toe, ten gevolge van de toen lage beurswaarde van het effectenbezit. Ultimo 1920 kon de balans slechts sluitend worden gemaakt met een vordering op den Staat van bijna 50 mil lioen. In de volgende jaren werd de positie gaandeweg minder ongunstig. Voor het eerst in 1925 kon van een reserve van 21 mil lioen worden gesproken en sindsdien kwamen door verder kcrsherstel van het fondsenbe» zit de bedrijfs-overschotten van vele jaren, welke steeds tot versterking van het inleg gerskapitaal waren aangewend, meer en meet tot hun recht. Ultimo 1929 bedroeg de reser ve ongeveer 46 millioen, zijnde ruim 13 pCt. van het inleggerskapitaal. Indien de grootte van dit fonds nog verder blijft stij gen, wordt het billijk geacht, een deel van het jaarlijksche bedrijfsoverschot aan te wen den tot verhooging van de rentevergoeding voor de inleggers. Daarbij moet evenwel niet uit het oog ver loren worden, dat het in het algemeen ge- wenscht is, de rente van de Rijkspostspaar bank aan den lagen kant te houden, teneinde niet teveel bij particuliere instellingen beleg de gelden naar den Staat te doen vloeien. In verband met aard en doel van de Rijkspost spaarbank mag deze niet met particuliere in stellingen in concurrentie treden, noch al te zeer een beleggingsinstituut voor kleine depo sito's worden. Het komt de regeering dan ook voor, dat de rentevergoeding van de Rijkspostspaar bank in normale omstandigheden niet boven drie pCt. moet uitgaan. Zij stelt daarom voor, dat percentage als maximum in de wet vast te leggen en de ren te, welke feitelijk wordt vergoed, bij alge meenen maatregel van bestuur te bepalen. Zonder dat wetswijziging noodig is, kan dan te gelegenertijd tot een matige renteverhoo- ging worden overgegaan. Wanneer 't oogen blik daarvoor is aangebroken, zal afhangen van het verloop van den rentestand. HIJ STEUNDE DE BEWEGING. Maar op de verkeerde manier) De Rotterdamsche politie heeft een 20-ja- rigen jongeman uit Hillegersberg aange houden, die ten nadeele van zijn patroon, een stoffeerder, wonende aan het Hang te Rotterdam, gedurende een tijdvak van ander half jaar een bedrag van 4000 heeft ver duisterd. Dezer dagen werd er een tekort ontdekt in de kas, die door den thans gear resteerde werd beheerd. Een onderzoek bracht aan het licht, dat het jongmensch het geld, dat hij verduisterd heeft, besteedde aan den aankoop van radiotoestellen en een auto. Een ander deel heeft hij besteed aan de inrichting van een lokaal, dat ten dienste stond aan hoorde over mevrouw Winkles en over de anderenniet meer dan een korte vermeldingen dan Audrey, Audrey, nog eens en nog eens Audreyover de dagen met haar doorgebracht, over hun nachtelijke gesprekken, hun terug reis naar Londen, zijn ontdektring wie ze was, zijn ontmoeting met de hertog en haar belofte om op hem te wachten Eindelijk hield hij op. Joyce zat te huiveren. ZouFrank ooit zulke din gen zeggen tegen haar? Oli, Dick, fluisterde ze, wat ben je nu van plan te doen? Dick richtte het hcofd op. Doen? antwoordde hij. Ik ga geld maken, beroemd worden, een hujs stich ten voor haar! Hoe? Joyce zei het tegen haar bedoeling in. Het kwam er onwillekeurig uit en ze vond het vreeselijk. Ze hoopte maar, dat hij het niet verstaan had. De lange stilte werd plotseling verbro ken door het blaffen van een hond, dat uit de vallei omhoog klonk. Dick stond op en wreef met de hand over zijn ge zicht. Kom, zei hij. Laten we naar hui» gaan. Ik kan daar zoo in eens geen ant woord op geven, maar het moet voqp ejiaar KqiöÊfl. JiCS 42" °ok!\ '-j (Wordt ygra&gti) J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5