mkin«lit Cmiiait.
FEÜILLETON.
Hun beider weg.
Binnenland
Hmdard twee en dertigste Jaargang.
Maandag 28 Juli
Radio-hoekje
N«. 175
1930
Dinsdag 29 Juli.
Hilversum, 1875 M. (A.V.R.O.-uitzending).
É—9.45 Oramofoonpl. 10.-10.15 Morgen
wijding. 10.30—12.— Concert door de Am-
sterdamsche Orkestvereeniging o. 1. v. Nico
v d. Linden. 12.15—2.— Concert door het
A. V. R. O.-Kwintet. 2.-3.— Gramofoonpl.
3.—3.30 Solisten-concert. W. de Beus
IWillemse, zang. Mej. Gortmans, piano. 3.30
_4.Gramofoonpl. 4.—4.30 Gramofoonpl.
4 305.30 Kinderuurtje. 5.30—6.45 Concert
door het Tuschinski-Orkest onder leiding van
iMax Tak. 6.45—7.15 Cello concert door G.
Roth. 7.157.45 Volksuniversiteit. Bespre
king van „Fidelio" door Sem Dresden. Aria's
door Jo Vincent en L. v. Tulder. 8.— Concert
door het Omroeporkest onder leiding van
INico Treep. Fransche operettes. 8.45—9 05
'Lezing door A. F K. Parée. 9.05—9.20 Ac
cordeon-ensemble „Happy band". 9.20—9.30
Gezelschap Stuurop. 9.309.45 Vervólg
Omroeporkest. 9.45—10.— Gezelschap
Stuurop. 10.Persber. 10.15—10.30 Accor-
deonmuziek vervolg. 10.30—11.Vervolg
orkestconcert. 11.—12.— Aansluiting van het
Carlton-hotel. Gasto Raskin-band.
Huizen, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
/Uitsluitend K. R. O.) 8.15—9.30 Morgen
concert. 11.30—12.— Godsdienstig halfuur
tje. 12.151.15 Concert door het K. R. O.-
Trio. 1.152.Gramofoonpl. 2.3.Voor
de vrouwen. Lezing. 5.6.Gramofoonpl.
i6._d.15 Esperantober. 6.156.30 Gramo
foonpl. 6.30—6.40 Koersen. 6.40—7.— Gra
mofoonpl. 7.—7.30 Interview van Serrarens
met een redacteur v. d. Maasbode. 7.308.
Lezing over de opvoeding van het kind. 8
Kamermuziek door het Amsterdamsche Trio.
;Q.9.15 Declamaties door L. Saalborn. 9.15
'Nieuwsberichten. 9.35 Vervolg concert. 10.10
Vervolg-concert. 10.10 Vervolg declamatie.
10.2511.Vervolgconcert. 11.12.
Gramofoonpl.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Concert. L. Fischer, so
praan. J. Sleath, bariton. 12.50 Orgelspel
door E. O.'Henry. 1.20—2.20 Orkestconcert.
2.20 Televisie. 2.25—2.50 Gramofoonpl. 4.20
Dansmuziek. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kin
deruurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten.
6.50 Verslag van Cricketmatch. 7.— Piano
recital door F. Dawson. 7.207.40 Lezing.
7.50 Concert. Orkest, J. Farrington, bas. 9.20
'Nieuwsberichten. 9.45 Lezing. 10.05 Concert.
K. Falkner, bariton. A. Sammons, viool.
10.50—12.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1725 M. 12.502.20
Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert en soli.
8.20 Concert. Orkest en celliste. 9.05 „Mig-
non" van Ambroise Thomas. Orkest en solis
ten.
Lg-ngenberg, 473 M. 7.257.50 Gramo-
foonplaten. 7.50—8.50 Orkestconcert. 10.35
—12.15 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoon-
platen. 1.252.50 Concert. Orkest en viool.
5.506.50 Concert. Orkest en solisten. 8.30
—9.20 Orkestconcert. 9.20 „Der Kammer-
sanger". Hoorspel van Frank Wedekind.
Kalundborg, 1153 M. 1.35—1.50 Uitzen
ding van een processie. 3.505.50 Orkestcon
cert en voorlezing. 8.5011.20 ca. Uitz. van
de Co-Optimisten Zomer-Revue 1930. ca.
11.2012.50 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonplaten. 8.35 Concert. Orkest en
tenor. 8.35 (338.2 M.) Concert en gramo
foonplaten, georganiseerd door de SAROV.
OOK IN THIBET.
Heteens voor iederen vreemdeling angst-
/allig gesloten land Thibet zal weldra van 'n
tiental radiostations worden voorzien. Deze
stations zijn zoowel bestemd om een goed ge
organiseerd binnenlandsch telegraafverkeer
mogelijk te maken als om met het buitenland
goede verbindingen tot stand te kunnen bren
gen.
HET RADIO-REGLEMENT.
Moeten houders van een op
vanginrichting ambtenaren ter
onderzoek in hun woning toelaten?
Het Tweede Kamerlid de heer Suring, heeft
den minister van Waterstaat de volgende vra
gen gesteld:
Is ingevolge het bepaalde bij art. 64, lid 3,
onder c, van het Radio-reglement 1930, dat
„de houder van een opvanginrichting ver
plicht is de door den directeur-generaal aan
te wijzen ambtenaren, voorzien van een legi-
Vrij naar het Engelsch - H. ATONSEN
28'
Dick stak een lucifer aan. Is er nog
tijd voor?
Joyce keek hem verwonderd aan.
Was dat Dick? Of er tijd voor was?
O, best hoor, dan zal ik mijne wel
e;en terughalen en loop ik met je mee
naar huis.
Ze klauterde tegen de helling op, waar
haar tasch lag. Ze raapte die op en borg
er de verschillende stokken in.
Och we moesten toch maar wel
gaan spelen, zei Dick, naar haar toeko
mend. Ik kan jou stokken wel gebrui
ken. Laten we hier maar beginnen. Jij
eerst.
Joyce sloeg, maar miste den bal to-
tc al. Dick zei niets. Zij beet zich op de
lippen en sloeg nogmaals. Nu schoot de
bal sierlijk weg. Dick speelde op zijn
beurt. Maar al heel gauw hield hij op.
Geef mij je tosch maar, dan zal ik
wel voor ballenjongen spelen, zei hij.
Het werd een vreemd spel. Dick's ge
dachten waren mijlen ver weg. Hij liep
met haar mee, voortdurend rookend en
voelde nu en dan in zijn vestzak naar
den ring.
Dien avond haaldfc Dick zijn beste pak
yooi den dag, Legde het nelies uit op ziln
timatie-bewijs, in de gelegenheid te stellen de
inrichting te onderzoeken en kennis te nemen
van alles, wat daarmede verband houdt", de
houder van een ontvanginrichting verplicht,
genoemde ambtenaren toegang tot zijn wo
ning te verleenen, als die inrichting in zijn
woning is opgesteld?
Indien deze vraag ontkennend wordt beant
woord, welke is dan ed strekking van art. 64,
id 3, onder c, van het Radio-reglement in het
aangegeven geval?
Wordt de vraag bevestigend beantwoord en
is dus de houder van een ontvanginrichting
in zijn woning, die aan de door den directeur-
generaal aan te wijzen ambtenaren, voorzien
van een legitimatie-bewijs, den toegang tot
die woning weigert, ingevolge het bepaalde
bij art. 72 van het Radioreglement 1930
strafbaar „met hechtenis van ten hoogste 6
maanden of geldboete van ten hoogste
1000", acht de minister art. 64, lid 3, onder
c, van het Radio-reglement 1930 dan niet in
strijd met art. 159 van de Grondwet, krach
tens hetwelk het binnentreden in een woning
den wil van den bewoner alleen is geoorloofd
in de gevallen, bij de wet bepaald, en krach
tens een bijzonderen of algemeenen last van
een macht, door de wet aangewezen?
In de minister, indien hij dezen strijd niet
aanwezig acht, bereid, mede te deelen waarop
dit gevoelen steunt en .indien strijd wèl aan
wezig wordt geacht, is de minister dan be
reid, de intrekking of wijziging van art. 64,
lid 3, onder c, van het Radio-reglement 1930
te bevorderen?
JAARVERSLAG VAN DE A.V.R.O.
In de groote aula van het Koloniaal Insti
tuut te Amtserdam is Zaterdag onder het
waarnemend voorzitterschap van dr. H.
Molhuysen, de drukbezochte jaarlijksche al-
gemeene vergadering van de A V.R.O. gehou
den.
Met een uitvoerige schets van den toestand
der A.V R.0 '- idde de wn. voorzitter de
agenda in; waarbij hij mededeelde, dat dit
de derde maal is dat de A.V.R.O. conform
art. 13 der Statuten een jaarlijksche alge-
meene vergadering belegt.
Spr. gaf vervolgens een overzicht van de
geschiedenis der regeling en verdeeling van
den zendtijd.
Wij zijn van meening, zeide spr., dat over
eenstemming niet is uitgebleven tengevolge
van gèbrek aan medewerking van de A. V. R.
O., maar integendeel tengevolge van de star
heid van houding van de bijzondere omroep-
vereenigingen.
Wij zijn door het zendtijdbesluit van 15
Mei geprovoceerd om onze zelfbeheersching
te verliezen. En wanneer dit dan een enkelen
keer gebeurd is, dan betreuren wij dit, maar
wij begrijpen het ook.
Een afspiegeling van onze zaak aldus
vervolgde spr. hebben wij gezien in het lot,
dat de uitzendingen getroffen heeft, die lan
gen tijd achtereen werden verzorgd door den
Philips Omroep „Holland-Indië, genaamd de
„Phohi". De houding door de beheerders van
den „Phohi" tegenover het advies van den
Radioraad ingenomen, heeft onze bewonde
ring. Wij betreuren het weliswaar, dat hier
door tal van landgenooten over alle deelen
van de wereld verspreid, sinds 1 Juli zijn ver
stoken van de radio-stem uit het moederland,
die hun zooveel afleiding en genoegen, dik
wijls in de eenzaamheid bezorgde. Wij ver
trouwen, dat dit gemis van de stem uit Ne
derland zich niet lang zal handhaven. En in
ieder geval, dat de afwezigheid van die stem
ertoe moge bijdragen om de aandacht te ves
tigen op het noodlottige drijven der politieke
partijen, de Nederlandsche staatsburgers ook
in hunne particuliere genoegens steeds meer
in hokjes en vakjes te verdeelen. Door deze
splijtzucht blijft veel zegenrijk werk onge
daan. Ja erger, door deze voortschrijdende
splitsing en verwijdering worden schoone za
ken afgebroken.
Spr. deelde in het vervolg van zijn rede de
volgende gegevens mede- De inkomsten, die
in 1924 bedroegen 6500, waren in 1929 ge
stegen tot 550.000. Het officeel orgaan, dat
einde 1925 ongeveer 30.000 abonnées had,
heeft er thans meer dan 185.000, terwijl de
oplaag op 1 Januari j.1. 211.000 bedroeg.
Bedroegen de baten uit het officiëele orgaan
aan den omroep in 1925 ruim 4000, in
1929 waren die baten hónderd maal zoo
groot.
De begrooting van 1929 gaf als ontvang
sten 900.000, als uitgaven 700.000 te
zien. Er werd dus een overschot geraamd
van 200.000. Het geraamde overschot bleek
op 1 Januari 1930 te zijn overtroffen met
ruim 128.000.
Dr. Molhuysen sprak aan het eind van
zijn rede over de toekomst:
Zoo min de A.V.R.O. dat deed in het ver
leden, zoo min sluit zij de mogelijkheid van
toekomstige samenwerking uit. Maar hier op
deze vergadering moet opnieuw verklaard
worden het standpunt van het A.V.R.O.-
bed en bekeek het met stijgende onte
vredenheid. Al had hij het ook nog zoo
zorgvuldig geborsteld, zelfs bij het vale
lamplicht vertoonde het duidelijk hier
en daar glimmende plekken. Hij nam
zijn bovenlip nadenkend tusschen vin
ger en duim, stond een oogenblik in
twijfel, ging dan naar zijn schrijftafel en
schreef een brief naar zijn kleermaker
in Oxford. Dat was de eenige weg, om
iets op den pof te krijgen, al kwam dan
ook later de rekening. Had hij toch nóg
maar een suikertante!
Hij ging naar het venster en naar
buiten leunend keek hij naar den helde
ren sterrenhemel. Wat zou Audrey op
het oogenblik doen? Gisterenavond om
dezen tijd hadden ze nog samen ge
danst. Daarna hadden ze óp het balcon
zitten praten, tot de regen h-u naar bin
nen had gejaagd. En toenvanmor
gen was alles zoo geheel veranderd!
Van morgen! Zou hij dat ooit verge
ten....? Het was hem soms nog, als
rustte zij in zijn armen. Misschien zat
ze nu ook uit het raam te kijken en aan
hem te denken. Audrey! Zachtjes
fluisterde hij haar naam voor zich uit.
En morgen! Hij trachtte een plan te vor
men, jm geld te verdienen, maar hij kon
geen twee gedachten regelmatig achter
een vormen. Telkens zag hij haar gelaat
terug, hoorde haar lieve stem, herinner
de zich alle kleine voorvallen van hun
samenzijn op vacantie. En terwijl hij
daar zoo voor zttn raam stond, trokken
bestuur: „Geen samenwerking kan mogelijk
zijn met het zendtijdbesluit van 15 Mei tot
grondslag". Ten aanzien van dit punt zijn wij
voornemens de toekomst met alle consequen
ties onder oogen te zien.
Ik wanhoop er niet aan aldus besloot
spr. om op de volgende jaarvergadering in
de gelegenheid te kunnen zij'n om u van 1930
te kunnen zeggen, dat het jaar bracht: Zon
neschijn na Regen, revisie van het zendtijd
besluit van 15 Mei. Althans nieuwe ontplooi
ingskansen voor de A.V.R.O. op een eigen
zender, de geheele week!"
De verscnillende financiëele verslagen, be
grootingen, controle-rapporten e.d. werden
zonder discussie goedgekeurd. Idem de jaar
verslagen, waaromtrent reeds het voornaam
ste gepubliceerd is.
De heer W. Vogt, directeur van het Om
roepbedrijf, deed nog enkele mededeelingen
omtrent den toestand van de A.V.R.O. in
1930, waarbij hij opmerkte dat de „Pak-aan-
kameraad"-actie van de V. A. R. A. 70.000
opbracht, een som, welke de A.V.R.O. noodig
heeft om de uitgaven van zes weken te dekken
Op 1 Juli 1.1. had de A.V.R.O. een saldo aan
beschikbare middelen van zeven ton.
Goedkeuring werd zonder debat of stem
ming het voorstel van het bestuur^ luidende:
machtiging tot eventueelen aankoop of bouw
van kantoorgebouw en andere onroerende goe
deren". Dit voorstel heeft ev. ook betrekking
op den bouw van een zender en bijbïhoorende
gebouwen.
Tot voorzitter der vereeniging werd, na een
kort woord van den heer Corver, in de vaca-
ture-Westerveld, op voordracht van het alge
meen bestuur en bij acclamatie, benoemd de
wnd.-voorzitter, 8e heer dr. H. Molhuysen
Op voorstel van een der leden besloot de
vergadering nogmaals een protest-telegram
tegen de zendtija-verdeeling aan den minister
raad te zenden.
Verschillende krachtige protesten tegen de
V.A.R.A.-taktiek werden tenslotte nog geuit
en aan de A.V.R.O.-bestuursleden en -voor
mannen werd van verschillende zijden hulde
gebracht.
DE ZUIDERZEEWERKEN.
Voor dit jaar nog zes millioen
aangevraagd voor een gedeelte
van de dijkvakken op het Breezand
en O aatje-V Heter. De raming
over 1929 vermoedelijk met 8%
procent te verminderen. Be
grooting voor het in cultuur bren
gen der Wieringermeergronden.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
en verhooging der begrooting van het Zuider-
zeefonds voor 1930.
Versnelde uitvoerin.
Zooals de minister van Waterstaat bij
ontwerp-begrooting van het Zuiderzeefonds
voor 1930 kon meaedeelen, laat het zich aan
zien, dat de afsluiting van de Zuiderzee reeds
in 1932 tot stand zal kunnen worden ge
bracht, derhalve veel eerder dan in het najaar
van 1928 werd aangenomen.
Het gevolg van oeze snellere uitvoering is,
dat nog dit jaar werken tot uitvoering zullen
kunnen komen, waarop eerst in 1931 was ge
rekend. Deze werken zijn een gedeelte dijkvak
op het Breezand en een gedeelte dijkvak
GaatVlieter, waarvoor 6.085.000 wordt
aangevraagd.
Deze verhoogde aanvrage beteekent niet
eene overschrijding van de laatste raming
integendeel is uit de cijfers van het afgeloopen
jaar gebleken, dat deze vermoedelijk met 8¥
pCt. verminderd zal kunnen worden doch
de behoefte aan meer geld voor het loopende
jaar als gevolg van de snellere uitvoering.
De verkaveling van den Wierin
germeer polder.
Gelden werden aangevraagd voor de in
dienstneming tijdelijk personeel: drie land
bouwkundig ingenieurs, een persoon belast
met de leiding van de administratie, twee kler
ken en een conciërge.
Voor voortzetting van het onderzoek van
de Wieringermeerpolder, het doen van labo
ratoriumproeven, enz. door de Commissie-
Lovink is 100.000 uitgetrokken.
Had en heeft tot dusverre in hoofdzaak de
stoute technisch conceptie van 't geheele plan
der Zuiderzeewerken tot de verbeelding der
bevolking gesproken, thans dringt zich hoe
langer hoe meer op den voorgrond h.et be
lang, dat het in cultuur brengen der gronden
en hunne uitgifte, met hetgeen daaraan be
hoort vooraf te gaan en daarmede overigens
samenhangt, voor het welslagen der onder
neming heeft. Het wetsontwerp beoogt, met
deze materie thans een practisch begin te ma
ken Deze poging strekt zich niet verder uit
dan tot hermeen thans onmiddellijk vereischt
wordt.
Voorstellen inzake verdere plannen tot het
in cultuur brengen en vervolgens uitgeven der
gronden zullen aanhangig worden gemaakt,
zoodra de Regeering, aan de hand van ont-
die paar weken als een film voor zijn
geest voorbij en gevoelde hij hoezeer hij
haar nu liefhad, ofschoon hij toen nau
welijks zich ervan bewust was geweest.
Het werd hem onmogelijk om stil te
staan of te zitten. Onrust maakte zich
van hem meester. Hij draaide zijn lamp
uit en ging naar beneden, omdat hij het
alleen niet meer kon uithouden, omdat
hij in iemands gezelschap moest zijn.
Hij vond zijn zuster zitten lezen. Minu
tenlang bleef hij bij het venster staan,
zonder haar te storen. Toen zij hij
bruusk:
Heb je zin, den heuvel mee op te
gaan?
Joyce keek op; daarna legde zij zwij
gend haar boek neer en kwam naast
hem staan. Zwijgend gingen ze samen
naar beneden, den tuin door, langs de
sluimerende hutten en huisjes en door
het draaihek in de weide.
Het was buiten stil en helder. Ze gin
gen het boschje voorbij, waaruit het
licht scheen van Turnbull's tent, over de
golfvelden, langs den zoom van het
bosch, totdat ze boven bij het witte kruis
op den heuvel kwamen, waar ze zich in
het zachte mos lieten neervallen. Bene
den hen pinkelden lichtjes, waar an
dere mensch n met hun eigen moeilijk
heden streden. Het puffen van een trein,
die van het drie mijlen verwijderde sta
tion vertrok, klonk als het snuiven van
een paard in een naburige weide. Achter
hen ritselden de beuken geheimzinnig
vangen adviezen daaromtrent een besiissing
zal hebben genomen. Het thans voorgestelde
berust op de ervaringen met het werk der
Commissie-Lovink opgedaan. Het rapport
verscheen in de laatste helft van het jaar
1924 en bevatte o.m. een schets voor de ver
kaveling van den Wieringermeerpolder welke
de grondslag is geweest voor de verdere' stu
die van de indeeling van den polder, terwijl de
op haar advies in het jaar 1927 drooggeko-
men en sedert in cultuur gebracht proefpol-
der te Andijk verheldering in velerlei opzicht
heeft helften bevorderen.
Het door den dienst der Zuiderzeewerken
opgemaakte definiteve verkavelingsplan is in
het driemaandelijksch bericht betreffende de
Zuiderzeewerken van Oct. 1929 afgedrukt.
De minister verwijst naar den inhoud van dit
bericht.
De centra van bebouwing.
Bij het uitwerken van het plan is mede de
ligging der centra van bewoning nader be?
schouwd. Doelmatig werd geacht, dat deze op
onderlinge afstanden van 4 K.M. over den
polder verspreid zouden worden. Op het plan
zijn een aantal punten aangegeven, welke
voor het vormen van dergelijke centra het
meest in aanmerking komen. De definitieve
vaststelling van de ligging hiervan zal echter
eerst kunnen worden bepaald, nadat het bewo-
ningsvraagstuk van den polder in samenhang
zal kunnen zijn beschouwd met de nog niet
verschenen adviezen omtrent de uitgifte van
gronden.
De eerstvolgende werkzaamheden.
Het is den minster doelmatig voorgekomen
de werkzaamheden op te dragen aan een
tijdelijken dienst, die, in nauw overleg met de
Commissie-Lovink voor het beheer van den
proefpolder te Andijk opdat de daar ver
kregen ervaring ruimschoots vrucht kan dra
gen en voorts met de directie der Zuiderzee-
weken een en ander zal moeten ter hand
nemen, nader geinstrueerd omtrent de te ver
richten taak, omtrent de wijze waarop die
taak zal moeten worden verricht en omtrent
de financiëele gevolgen daarvan in het loo
pende begrootingsjaar.
Deze tijdelijke dienst zal worden samenge
steld uit drie Rijksambtenaren, thans werk
zaam onder het dep. van binnenl. zaken en
landbouw, die daartoe aan het dep. van
Waterstaat worden gedetacheerd. Hun taak
is gesplitst in een landbouwtechniek en een
sociaal-economisch gedeelte.
Begrooting incultuurbrengjng
Wieringermeer gronden, dienstjaar
1930.
Om met de ontginningswerken een aan
vang te maken wordt voor 1930 aangevraagd
1.7 millioen.
Aangezien de proefpolder-Andijk nog
slechts een jaar bezaaid is kunnen worden,
behoeft de hier opgedane ervaringen nog in
verschillende opzichten aanvulling en beves
tiging waardoor de huidige opvattingen nog
wijzigingen kunnen ondergaan. Aanhoudende
en nauwgezette bestudeering van de Andijker
onderzoekingen zullen in komende jaren rich
ting geven aan de voor de Wieringermeer te
treffen maatregelen. Nauwe samenwerking
met de Commissie-Lovink blijft dus geboden.
Het ligt, naar de minister meent, in de rede
dat ook de hierbedoelde werkzaamheden on
der leiding van zijn departement worden uit
gevoerd. Omtrent hetgeen in een verder aflig
gend stadium behoort te geschieden, zal in de
loop van dit jaar een beslissing worden ge
nomen.
Op de begrooting (cultuurtechnische afdee-
ling) is uitgetrokken voor:
Egaliseeren van de drooggevallen kavels
150.000.—.
Uitgaven voor het begreppelen der daar
voor in aanmerking komende in 1930 droog
gevallen gronden, met inbegrip van het voor
zien dezer greppeleinden van buizen; aan
schaffing van greppelploegen, trekkers, sta-
tionnaire motoren, enz. 650.000. Gerekend
wordt, dat reeds in den zomer en in 't najaar
van 1930 de eerst drooggevallen gronden
kunnen worden begreppeld.
Kosten van proefnemingen met machines
25.000. Het is de bedoeling, met deze proef
nemingen zoo spoedig mogelijk een aanvang
te maken.
Bouw van 25 barakken voor 20 man met ia-
begrip van den inventaris (a 3000)
75.000.
Bouwen van enkele tijdelijke loodsen, trans
portmiddelen, aanleg van eenvoudige los- en
laadplaatsen, inrichting van een tijdelijke
smederij, enz. 100.000.
Voorloopige voorziening van drinkwater
50.000.voorloopige voorziening van
electriciteit 50.000.het maken van tijde
lijke verbindingswegen in den polder
100.000.
Bouw van 50 landarbeiderswoningen tijde
lijk in te richten voor het verblijf van zes kost
gangers (a 4000) 200.000.
Onvoorzien 20 pCt. 300.000.Totaal
1.700.000.
Langen tijd lagen ze te luisteren naar de
en ergens schreeuwde een nachtvogel:
geluiden van den nacht. Dan haalde
Dick diep adem en stak zijn open hand
vooruit.
Kijk eens!
Joyce keek op. Er glinsterde iets in het
maanlicht. Ze stak haar hand uit en
nam uit zijn hand een ringeen meis-
jesring. Zonder iets te vragen, staarde
ze er naar. Ze begreep. Hij was niet lan
ger haar Dick! Hij was van een ander!
Ze benijdde hem en een dikke traan
rolde uit haar oog over haar gezicht.
Lieve jongen, fluisterde ze. Ik ben
er zoo blij om
En voordat ze het verhinderen kon,
viel er nog een traan, en ze liet het hoofd
in de handen zinken. Ze had het heusch
niet hoeven verbergen. Dick dacht op
dat moment heelemaal niet aan haar. Hij
zat te stotteren, zoekend naar woorden,
die niet komen wilden, in afgebroken
zinnetjes, telkens ophoudend, om tel
kens opnieuw een begin te zoeken.
Joyce's hart stond een oogenblik stil
en begon dan heftig te bonzen. Ze luis
terde, dorst nauwelijks ademhalen, ter
wijl Dickwas het mogelijk, dat Dick,
haar eigen broer?.... zijn hart voor
haar openlegde. Ze had nooit geweten,
dat hij zulke dingen denken kon, als hij
nu aan haar openbaarde. Ze had nooit
gedroomd, dat hij zóó zou kunnen lief
hebben en gevoelens kon hebben, die
baardoden trillen, als hii ze uitsprak. Za
WIJZIGING WET RIJKSPOSTc
SPAARBANK.
Verhooging der rentevergoeding
tot maximum 3
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
van de wet tot instelling eener Rijkspost
spaarbank. Behoudens aanvulling van enkele
leemten en herstel van in de practijk geble
ken onjuistheden, wordt o.m. beoogd een
Verhooging van het rentegevend
maximum der inlagen.
Het rentegevend maximum voor inlagen
bedraagt thans 1200. Voor den huidigen
tijd moet dit bedrag te laag worden geacht,
o.m. tengevolge van de waardedaling van het
geld. Eenigermate kan dit blijken uit het feit,
dat ultimo 1928 niet minder dan 97.357 boek
jes in omloop waren met een tegoed van
meer dan 1000. Voorgesteld wordt, het ma
ximum thans op 2500 te brengen.
Staatsschuldboekjes.
Het instituut der Staatsschuldboekjes heeft
zijn doel gemist; van het Staatsschuldboekje
wordt slechts zelden gebruik gemaakt, nadat
het rentegevend tnaximum op het spaarbank
boekje is bereikt. De Bezuinigingscommissie
heeft als haar meening te kennen gegeven,
dat het aanbeveling zou verdienen, de Staats
schuldboekjes te doen vervallen. De regee
ring echter is van meening, dat een maatre
gel van zóó verregaande strekking niet ge
wettigd is. Wel acht zij het wenschelijk, te
trachten, de oorspronkelijke bedoeling van
den wetgever dichter te benaderen. Te dien
einde wordt voorgesteld, dat slechts voor het
geen boven 2000 op een spaarbankboekje
is ingelegd, of voor een gedeelte daarvan,
een inschrijving op een Staatsschuldboekje
zal kunnen worden verkregen. De boekjes
zullen dan, naar te verwachten is, meer dan
tot dusver slechts als „overlaat" van de
spaarbankboekjes dienst doen.
De positie der Rijkspostspaarbank.
Rentevergoeding.
Al vaak is er, na de algemeene stijging
van den rentestand tengevolge van den we
reld-oorlog, op aangedrongen om ook de
rente-vergoeding van de Rijkspostspaarbank
iets op te voeren. De financieele positie der
Bank liet dat echter, juist in de jaren, waarin
voor verhooging der rentevergoeding het
meest aanleiding bestond, allerminst toe, ten
gevolge van de toen lage beurswaarde van
het effectenbezit. Ultimo 1920 kon de balans
slechts sluitend worden gemaakt met een
vordering op den Staat van bijna 50 mil
lioen. In de volgende jaren werd de positie
gaandeweg minder ongunstig. Voor het eerst
in 1925 kon van een reserve van 21 mil
lioen worden gesproken en sindsdien kwamen
door verder kcrsherstel van het fondsenbe»
zit de bedrijfs-overschotten van vele jaren,
welke steeds tot versterking van het inleg
gerskapitaal waren aangewend, meer en meet
tot hun recht. Ultimo 1929 bedroeg de reser
ve ongeveer 46 millioen, zijnde ruim 13
pCt. van het inleggerskapitaal. Indien de
grootte van dit fonds nog verder blijft stij
gen, wordt het billijk geacht, een deel van
het jaarlijksche bedrijfsoverschot aan te wen
den tot verhooging van de rentevergoeding
voor de inleggers.
Daarbij moet evenwel niet uit het oog ver
loren worden, dat het in het algemeen ge-
wenscht is, de rente van de Rijkspostspaar
bank aan den lagen kant te houden, teneinde
niet teveel bij particuliere instellingen beleg
de gelden naar den Staat te doen vloeien. In
verband met aard en doel van de Rijkspost
spaarbank mag deze niet met particuliere in
stellingen in concurrentie treden, noch al te
zeer een beleggingsinstituut voor kleine depo
sito's worden.
Het komt de regeering dan ook voor, dat
de rentevergoeding van de Rijkspostspaar
bank in normale omstandigheden niet boven
drie pCt. moet uitgaan.
Zij stelt daarom voor, dat percentage als
maximum in de wet vast te leggen en de ren
te, welke feitelijk wordt vergoed, bij alge
meenen maatregel van bestuur te bepalen.
Zonder dat wetswijziging noodig is, kan dan
te gelegenertijd tot een matige renteverhoo-
ging worden overgegaan. Wanneer 't oogen
blik daarvoor is aangebroken, zal afhangen
van het verloop van den rentestand.
HIJ STEUNDE DE BEWEGING.
Maar op de verkeerde manier)
De Rotterdamsche politie heeft een 20-ja-
rigen jongeman uit Hillegersberg aange
houden, die ten nadeele van zijn patroon,
een stoffeerder, wonende aan het Hang te
Rotterdam, gedurende een tijdvak van ander
half jaar een bedrag van 4000 heeft ver
duisterd. Dezer dagen werd er een tekort
ontdekt in de kas, die door den thans gear
resteerde werd beheerd. Een onderzoek bracht
aan het licht, dat het jongmensch het geld,
dat hij verduisterd heeft, besteedde aan den
aankoop van radiotoestellen en een auto. Een
ander deel heeft hij besteed aan de inrichting
van een lokaal, dat ten dienste stond aan
hoorde over mevrouw Winkles en over
de anderenniet meer dan een korte
vermeldingen dan Audrey, Audrey,
nog eens en nog eens Audreyover
de dagen met haar doorgebracht, over
hun nachtelijke gesprekken, hun terug
reis naar Londen, zijn ontdektring wie
ze was, zijn ontmoeting met de hertog
en haar belofte om op hem te wachten
Eindelijk hield hij op. Joyce zat te
huiveren. ZouFrank ooit zulke din
gen zeggen tegen haar?
Oli, Dick, fluisterde ze, wat ben je
nu van plan te doen?
Dick richtte het hcofd op.
Doen? antwoordde hij. Ik ga geld
maken, beroemd worden, een hujs stich
ten voor haar!
Hoe?
Joyce zei het tegen haar bedoeling in.
Het kwam er onwillekeurig uit en ze
vond het vreeselijk. Ze hoopte maar, dat
hij het niet verstaan had.
De lange stilte werd plotseling verbro
ken door het blaffen van een hond, dat
uit de vallei omhoog klonk. Dick stond
op en wreef met de hand over zijn ge
zicht.
Kom, zei hij. Laten we naar hui»
gaan. Ik kan daar zoo in eens geen ant
woord op geven, maar het moet voqp
ejiaar KqiöÊfl. JiCS 42" °ok!\ '-j
(Wordt ygra>i) J