ruitsohe Brieven. 8>Ë AVOÜTDBES VAM EE\ VEIIRKERS-1GI T JI'. Rechtszaken begon me! te conslateeren, dat de Nederlan der nog „opgevoed'' moet worden voor de automaat. In de Scandinavische en Angel Saksische landen is men er aan gewend en wordt er reusachtig veel gebruik van ge maakt. De invoering van de winkelsluiting hier te lande zal een stimulans zijn en de verkoop door automaten zal stellig in de toe komst veel en veel grooter worden. De eerste sigarettenautomaat in Alkmaar leverde, door fraudeering door het publiek, bezwaren op en moest verwijderd worden. De automaten techniek heeft thans een groote hoogte bereikt, en de tegenwoordige automaten grenzen aan het volmaakte. Voordeden van de automaten zijn, dat de winkelier na sluiting verkoopen kan, de con sument kan zijn behoefte op elk oogenblik van den dag bevredigen; bij groote drukte in den winkel kan men zich met de automaat vlug behelpen; ook zullen artikelen, die in den winkel zullen worden gevraagd, maar die de automaat niet in voorraad heeft, door andere worden vervangen, die de automaat wel levert. Nadat de heer Burger zijn inleiding had beëindigd, ging de Voorzitter het be toog van den heer Burger nog eens na, waar bij hij vaststelde dat de regeering bij d* wet moet vastleggen, dat automaten geen andere artikelen mogen verkoopen, dan welke de winkelier verkoopt, die de automaat aan zijn gevel heeft. Het congres spreke zich hierover uit. Het resultaat was, dat de afgevaardigde op het congres zal ageeren voor een wettelijke regeling, waarbij bepaald wordt, dat auto maten alleen verkoopen mogen, wat de win beller ook anders verkoopt. Benoeming afgevaardigden Besloten werd, wegens de belangrijkheid der voorstellen, dat twee personen zullen worden afgevaardigd. Vervolgens werd over gegaan tot stemming, waarbij 19 geldige stemmen werden uitgebracht, waarvan op den heer Burger 18, op den heer Cloeck 16, op den heer Lind 3 en op den heer Rentenaar 1. De beide eerstgenoemde heeren werden verkozen verklaard en aanvaardden hun be noeming. Nadat bij de rondvraag een vraag van den heer Kuit nog tot een beschouwing van de vastrecht-puzzle had geleid, sloot de voorzit ter, met een dank voor de opkomst en aan de inleiders, de heeren Cloeck en Burger, de vergadering. VERTROKKEN PERSONEN. :J. W. Leijgraaf, leeraar ambachtsschool, en eehtg. M. Moras, R.K., van le Kanaal straat 6 naar Amsterdam. M. Mosk, 3V.H., dienstbode, van Baanstraat 10a, naar Koedijk. M. A. Bouman, hulp in de huis houding, R.K., van Laat 203 naar Heiloo. - 1A. Moich, arbeider, R.K., van Baansloot 19 naar Hoogkarspel. M. Braak, R.K van Wognumschebuurt 24 naar Hoorn. M. Vlaar, plaatwerker, echtg. en dochter, 'R-K, van Dijkgraafstraat 42 naar Beem- ster. M. K. A. F. Schuurman, monteur telegrafie en echtg., R.K., van Van der 'Kaaijstraat 7 naar 's Hertogenbosch. H. Slotemaker, zonder beroep en echtg., N.H., van Prins Hendrikstraat 5 naar Heiloo. 'P. de Heus, huishoudster, N.H., naar Hil versum, doch wonende Schoutenstraat 8. - IK. D. Roodema, N.H., van Magdalenenstr. 18 naar Wormerveer. A. Buijs, echtg, geen, van Magdalenenstraat 18 naar Zaan dijk. J. 'H. Groot, zonder beroep, N.H-, van Nieuwesloot 83 naar Heiloo. P. C. Machielsen, R.K., hulp inde huish., R.K., van Kennemersingel 3 naar Venhuizen. 'PKron, bouwk. teekenaar, N.H., van Wes terhofje 28 aar Oudkarspel. T. J. Schip per, dienstbode, R.K., van Houtweg 23 naar Harenkarspel. G. Aske, leerl. verpleeg ster, N.H., van Wilhelminalaan 11 naar Amsterdam. L. A. de Muninnk, slagers knecht, R.K., van Laat 142, naar Zwolle. M. Rozing, dienstbode, R.K., van Laat 142 naar Castricum. G. J. Schrieken, D.G., van Varnebroek 25 naar Uitgeest. H. W. van T il, loodgieter, N.H., van Ritse- voort 7 naar Apeldoorn. H. W. Gerrit een, loodgieter en electricien, R.K., van Nieuwpoortslaan 114 naar Breda. M Kots, N.H., van Baansloat 25 naar Hoog woud, de Gouw. P. Hartog, koopman, en T. Ruiter, beiden N.H., van Sliksteeg 13 n Hoorn. M. A. Knopper, fotograaf, N.H. van Nieuwesloot 38 naar Amsterdam. N. !A. B. F. Pels, werktuigkundige, R.K., van Nieuwlandersingel 6 naar Utrecht. W. Mulder, dienstbode, R.K., van Tuinstraat 31 naar Heiloo. W. Spaans, machinist, N.H en echtgen. T. Kooij en zoon N.H., van He renwal 23 naar Wijk aan Zee en Duin. INGEKOMEN PERSONEN. A. H. Hiemstra, zonder beroep, N.H., van Amsterdam naar Westerweg 110a. A. M. 'Does, grondwerker, R. K., van Brussel n, St. Annastraat 25. M. E. G. Anspach, zonder beroep, N.H., echtgenoote van Jan Elema, van Veldhoven naar Kennemerpark 20. E. G. Pagliarin, granietwerker, R.K. van Wieringen naar Hoogstraat 1. ET Klarenbeek, los arbeider, R.K., Compagnie straat 11, van Amsterdam naar Compagnie straat 11. K. Smith, teekenaar-electricien, N.H., van Harlingen naar van der Woude straat 32. C. van der Post, carosseriebou wer, D.G., van Avenhorn naar Snaarmans- laan 22. KI. de Graaf, echtgenoote van C. P. M. Broers, N.H., van Den Helder raar Spoirstraat 22a. Th. Hulskamp, ban ketbakker, R.K.. van Voorhout naar Achter- dam 2. G. Ch. Leek, religieuse, R. K., van Uitgeest naar Emmastraat 12. P. Verberne, timmerman, echtg. en kinderen van Medemblik naar Lindenlaan 16. L. Hauf, db., R.K., van Rheinhausen (Dld.), naar Emmastraat 47. J. Nijman, arbei der Rijks Telegraaf, echtg. en kinderen van Broek op Langendijk naar Clarissenbuurt 21. J. F. Klaassen, kellner, R.K., van Parijs naar Ramen 2. G. Sas, bankdirec teur, en echt. C. Koeman en kinderen N.H van Hoorn naar Spoorstraat 38. Th. J. Singendonk, zonder beroep, R.K., van Am sterdam naar Kerkplein 2. - J. M. Wagen- veld, echt. van Th. van der Wal, huishoud ster, N.H., van Haarlem naar Nieuwpoorts laan 155. M. A. Donders, onderwijzeres, R.K., van Hooge- en Lage Zwaluwe naar Oudegracht 259. A. M. Chr. Buijs, on derwijzeres, R.K., van Hooge- en Lage Zwa luwe naar Sliksteeg 10. M. Heimes, db., P K., van Peine, Dlc^., naar Nassauplein 40. M. M. Schouten, zb., R.K., van Culem borg naar Hofdijkstraat 7. J. Blaauw, handelsreiziger, N.H., zijn echtg. R. W. Holt en zoon van Den Helder naar van der Woudestraat 13. A. de Waard, wed. van Lourens Brouwer, N.H., van Oudorp naar Heul 28. D. Hildering, N.H., van Oudorp naar Heul 28. M. Alderliestc, zonder be roep, N.H., van Haarlem naar Kenenmcr straatweg 137. M. Louter, dienstbod*, R.K., van Heiloo naar Tesselschadestraat 6. A. Heilig, dienstbode, R.K., van Heiloo naar Verdronkenoord 121. J. Veldstra, huishoudster, N.H., weduwe van P. de Vos, van Enschede naar Krelagestraat 33a. j Zandbergen, echtgenoote van J. B. te Brake, G.K., van Aaltcn naar Groenèslaantje 6. -- C. A. van Egmond, bouwk. teekenaar, en echtgenoote, Ger., van Utrecht naar Stati onsweg 35. J. C. Klaver, N. G. Klaver. C. J. Klaver, G. J. Klaver en J. A. Klaver, R.K., van Hoorn naar Wolfspad 5. N J. Al, zonder beroep. R.K., van Oudenbosch naar Verdronkenoord 72. M. M. A. Jo- hanna Putker. dienstbode, R.K., van Oud karspel naar Fnidsen 74. B. Fricke, db D. Ev., van Amsterdam naar Wilhelmina laan 25. H. B. Weith, hulp in de huish., Ev. van Amsterdam naar Molenbuurt lb. .1. J. Feijen, onderwijzeres, van Boxtel naar Westerweg 144. A. G. van der Stroom, arbeider, N.H., van Nijmegen naar Snaaar manslaan 1 27. G. N. L.. Heijsters, ban ketbakker, R.K., van Leeuwarden naar Lan- gestraat 70. C. Kiewitt, rijtuigschilder geen. van Haarlem naar Cobdenstraat 4. J Hilarius, bouwkundige, N.H.. van Leeu warden naar Verdronkenoord 81. M. C. Leek, dienstbode, van H.H. Waard naar Grensstraat 16. DE FOTO VAN DEN PALEIS- SCHILDWACHT. De Haagsche Courant schrijft: Op 31 Mei, des nam. ongeveer 5 uur ver scheen voor het hek, dat de profane buiten wereld afsluit van het Staatsdomein, waarop het Koninklijk paleis, de tuinen en de Ko ninklijke stallen gelegen zijn een man. Het was een eenvoudig, rustig uitziend, on-bolsjewistisch mannetje, met een heel ge moedelijk brilletje op. Hij was door de Mo lenstraat aan komen wandelen, kuierde onder de poort door, die. toegang geeft tot de be kende „achterdeur" van het paleis en keek door de tralies van het hek naar binnen. Daar stond, martiaal en heroïsch, de schild wacht, „bajonet-op!", een symbool van Hol lands fiere paraatheid. Links lag, (zeldzaam contrast) in vredige rust het tuinmanshuis en rechts was een afrastering, die het voor leveranciers en voor den gaanden en komen den man bestemde gedeelte afsloot van het privé-terrein der Hooge Bewoonster. Het rustig uitziende mannetje (eerbaar on derdaan van H.M. onze geëerbiedigde Vor stin, evenals u en ik door maar één wensch bezield, den korten tijd van zijn aardsch be staan met een ieder in pafs en vrêe te mogen leven) keek eens door de spijlen van het hek. Wat dacht hij? O, niets bijzonders. Hij dacht niet aan ju belende fanfares en ook niet aan bomaansla gen, hij hield als ras-echt Hollander nóch van het één, nóch van het ander; hij dacht zelfs niet aan de leden van het Vorstelijk Huis. Hij dacht allééndat die schild wacht daar, met dat witte paleis op den ach tergrond, een mooie foto zou opleveren. En dus kiekte hij tusschen de spijlen van het hek door. De schildwacht, A. A. F., student aan de handelshoogeschool te Rotterdam, zag het gebeuren, maar greep niet in. Hij stak de fiere borst nog wat fierder vooruit „knip-knap"en het treffend moment van Holland-sta-pal was vereeuwigd. Daarop opende de fotograaf het hek, kwam binnen, nam nog een foto en verdween weer. De schildwacht schonk er geen aandacht aan. Zijn consignes luiden eenvoudig, dat hij nie mand moet laten paseeren. En van „passee- ren" was in de verste verte geen sprake. Maar toen verscheen er een tuinmans knecht en zei, dat er niet gekiekt mocht wor den en dat de schildwacht in te grijpen had. Deze greep in. De Held werd wakker in hem en hij holde den fotograaf achterna. Hij velde het schietgeweer met het steek-mes en deed een echten bajonet-aanval op het doo- delijk ontstelde mannetje met het goedmoe dige brilletje. Dat alles speelde zich op straat af, want de Held looppaste de Molenstraat in om het mannetje in te halen. Hij spietste hem aan de bajonet. Dat wil zeggen, de Held in hem spietste naar het mannetje, maar z'n laatste beetje nuchtere echt-Hollandsche ver stand, deed hem er gelukkig naast prikken. Het mannetje, onhandig schutterend met zijn fiets, greep in doodsangst het geweer beet, meer uit diepe ziele-benauwenis, dan uit tartenden overmoeden zoo stonden beide Hollandsche Heroën elk aan een eind te trekken van dat instrument, dat onze ge moedelijke jongens-in-dienst, een „spuit" ple gen te 'noemen. Enfinvrouwen gildenagenten schoten toeéén constateerde in de ver warring „dronkenschap", welke defenitie ech ter onhoudbaar bleek. Het verschrikte man netje werd ingerekend en veranderde in de verbeelding der omstanders in een gevaarlijk anarchist. Hij werd ondervraagd, gefouil leerd tot op z'n sokken, per dievenwagen vervoerd naar het Alexanderveld, gevinger- afdrukt, gefotografeerd, gemeten en weer on dervraagd zijn foto's werden ontwik keld, kortomom vijf uur werd hij inge pikt om tien uur kon hij heengaan en zijn verschrikte vrouw gaan geruststellen Dit alles gebeurde 31 Mei. En heden 12 Augustus kwam het proces voor. Dè zaak Hèt groote gebeuren Een saaie vacantiezitting, in den „kleinen salon", zooals deskundige terminologie dat wil. Geen publiek. En geen pers. Behalve één enkele, zichtbaar verveelde reporter die plotseling opgeschrikt werd De foto-liefhebber verscheen. Hij gaf on omwonden toe, dat hij had moeten vragen om vergunning tot het maken van zijn kiek. Dat zou beleefder en voorzichtiger geweest zijn. Maar het terrein, waarop hij stond was niet verboden. Het optreden der politie, hoe be- eefd overigens ook, had hem overrompeld en zéér geënerveerd. De kantonrechter, mr. Uiterwijk, leidde het onderzoek minutieus en uiterst nauwkeu rig- Belangrijk was met dit al de zaak niet. Het belangrijkste was. dat de schildwacht den eed niet wilde afleggen, omdat hij als atheïst, dus niet geloovende aan het bestaan van God, God's hulp niet kon inroepen. Dat gaf eenige vertraging omdat er een verkla ring geschreven, voorgelezen en ondertee kend worden moest. E>e kantonrechter stelde uit de verklarin gen van tuinmansknecht en schildwacht vast, dat het gedeelte terrein, achter het hek (dat dag en nacht openblijft, voor het publiek toegankelijk is. De afrastering bij het tuin manshuis met een heg dat 's nachts gesloten wordt, de schildwacht die niemand passee- ren laat en de afrastering rechts zijn het be gin van het voor het publiek verboden ter rein. De ambtenaar van het Openbaar Ministe rie, mr. Gijsen, sloot zich in een helder en zakelijk requisitoir daarbij aan, achtte het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend be wezen en vroeg vrijspraak. Het fotografeeren van den pa' as-schildwacht van niet verbo den terrein af, vond hij ook begrijpelijk, me nig toerist heeft bij zijn bezoek aan Londen de imponeerende Horse-Guards voor het Royal Palace gekiekt. De kantonrechter sloot zich bij den ambte naar van het O.M. aan en sprak den foto graaf vrij. DE AANVARING VAN DE „VAN OLDENBARNEVELD" VOOR DEN RAAD VAN DE SCHEEPVAART. De Raad voor de Scheepvaart stelde gister middag een onderzoek in naar de aanvaring op 6 Mei tusschen het motormailschip „Johan van Oldenbarnevelt"' op haar eerste uitreis en het ss. „Reggestroom" van de Holl. Stoomboot Maatschappij. Door de aanva ring, die even voorbij de Hembrug plaats had, kreeg de „Johan van Oldenbarnevelt" een gat in den boeg aan bakboordszij. De „Oldenbarnevelt" kon haar reis naar Indië niet vervolgen. In deze zaak waren zeven getuigen gedag vaard. De publieke tribune was geheel ge vuld. De raad werd gepresideerd door den voor zitter prof. Taverne. De kapitein van de „Reggestroom" werd gehoord op daad of nalatigheid, daar de commissie uit den Raad van oordeel was, dat de „Reggestroom" e „Johan van Olden barnevelt" eerst had mogen passeeren, toen de sleepboot voorbij was. Voor den betrok kene trad als raadsman op mr. Seret. nevelt", de heer G. Kruyt, als eerste getuige De kapitein van de „Johan van Oldenbar- gehoord, verklaarde, dat het dien dag regen achtig weer was, 't zich was verre van ideaal Na 't passeeren van de Hembrug werd de „Reggestroom" vooruit gezien. Om niet te veel vaart te krijgen werd telkens gestopt. De „Van Oldenbarnevelt" kon iets ten Noor den van de as van het kanaal varen. Waarom „De Reggestroom" naar den Noordwal uitschoot is mij, aldus get. niet be kend, de loods vermoedde, dat het voor de bakken was. Na een korten stoot week de „Reggestroom" bakboord uit. De „Johan van Oldenbarne velt" stootte driemaal op de fluit en sloeg achteruit. De „Reggestroom" liet de ankers vallen. De „Johan van Oldenbarnevelt" deed hetzelfde. De kapitein gaf voorts een uiteen zetting hoe schepen elkander passeeren. De kapitein van de „Reggestroom": Wij hadden reeds b.b. roer gegeven, toen de „Jo han" in zicht kwam. Wij hebben tijdig de machine gestopt, het schip liep nog wat door. Get. gaf toe, dat hij langs den Zuidwal heeft gevaren; op hoeveel afstand is hem niet be kend. Wij waren gelijk met de bakken, doch liepen iets harder. Prof. Taverne: U hebt het schip toch niet goed in uw macht gehad! De kapitein ontkende dit; het schip luister de goed naar het roer. De kapitein van de „Oldenbarnevelt" deel de nog mede, dat hij ook twee lange stooten heeft gegeven, lang vóór dien eenen korten stoot. Prof. Taverne wees er den kapitein van de „Reggestroom" op, dat hij zoo juist op een vraag van het raadslid Boeser heeft gezegd, dat Hij geen idee had, dat de „Oldenbarne velt" er aankwam. De kapitein zeide, niet op de brug te zijn geweest toen de twee stooten van de „Oldenbarnevelt" werden gehoord. Mr. Seret (tot kapt. Kruyt): Het lek, dat de „Johan van Oldenbarnevetl" opliep, was breed. Hoe verklaart u dat, als het schip zoo weinig vaart had? Kapt. Kruyt: De „Reggestroom" liep ons onder een hoek van 35 graden in den boeg, wat de grootte van het gat verklaart. De loods van de „Reggestroom" werd eveneens op daad of nalatigheid gehoord. De loods was even voor IJmuiden aan boord ge komen. Met afwisselende vaart is door het kanaal gestoomd. Toen de loods twee stoo ten hoorde, waarschuwde hij den kapitein. Het was niet het plan de sleep te passeeren vóór de „Van Oldenbarnevelt" was gepas seerd. De „Reggestroom" liep harder dan de sleep. Toen de kapitein op de brug kwam lag 't schip nog recht. De hoofdinspecteur van de Scheepvaart, vice-admiraal b.d. C. Fock, wees er op, nadat nog eenige getuigen waren gehoord, dat de Johan van Oldenbarnevelt juist heeft gema noeuvreerd. De vaart van het schip was op het oogenblik van de aanvaring uiterst ge ring. De Reggestroom heeft over den afstand sluizen tot punt van aanvaring sneller geloo- pen dan zij mocht. De Reggestroom is bak boord uitgegaan. De kapitein was niet op de brug. De roerganger heeft uit zichzelf een weinig bakboordroer gegeven. Het is zeker, dat de „Reggestroom" op 20 M. van den wal gaat zuigen. Vermoedelijk door een vergis sing werd te veel bakboord gegeven. De directe oorzaken van de aanvaring zijn dat de Reggestroom toen de Oldenbarnevelt in aantocht was niet is gaan stil liggen en ten tweede dat de Reggestroom bakboord heeft uitgedraaid vlak bij de Oldenbarnevelt. Noch in de machinekamer van de Oldenbar nevelt, noch in die van de Reggestroom zijn de manoeuvres zuiver geregistreerd. De heer Fock achtte het zeer wenschelijk, dat op alle schepen in de machinekamer nauwkeurig ieder bevel en het uur waarop dit ontvangen wordt, worde opgeteekend. Nadat de kapitein van de Reggestroom nog had opgemerkt, dat het onmogelijk was, dat de Oldenbarnevelt stil lag, gezien den vorm van het gat, was het woord aan den verdediger van den kapitein van de Regge stroom, Mr. Seret. Hij achtte het onderzoek verre van volledig, zoo is bijv. niet gehoord de eerste stuurman van de Reggestroom. Waarschijnlijk is de Reggestroom door zui ging van de Oldenbarnevelt uit haar roer ge- loopen. Inderdaad zou het beter geweest zijn, wanneer de Reggestroom vast had gemaakt. Hier is geen sprake van schuld, doch van een samenloop van omstandigheden. Pleiter concludeerde tot vrijspraak. Mocht den raad hier niet toe kunnen over gaan, dan verzocht hij een nader getuigen verhoor. Hierop werd nog de schriftelijke verklaring van den eersten stuurman van de Regge stroom voorgelezen. De hoofdinspecteur repliceerde en zeide, dat het de taak van den Raad is, fouten aan te wijzen en te zorgen dat in de toekomst' dergelijke fouten worden voorkomen. De Raad zal later uitspraak doen. DIEFSTAL VAN EEN GELDTROMMEL. Op Vrijdagavond 7 Maart werd in het oude redactiegebouw van het dagblad „De Telegraaf" een geldtrommel ontvreemd. De inhoud, 4865, had moeten dienen voor uit betaling van weekloonen. Het bleek, dat de diefstal was gepleegd door een drietal jonge mannen van wie één den weg in het gebouw goed kende, daar hij er vroeger gewerkt had. Ten huizen van een van hen werd de buit verdeeld. Toen de da ders gearresteerd werden, was het geld vrij wel geheel opgemaakt. Gister had het drietal, de 21-jarige werk man F. K., de 21-jarige motorjongen C. A. v. A. en de 20-jarige loopjongen C. S., zich te verantwoorden voor de vacantiekamer van de rechtbank, verdacht van diefstal in veree- niging. Verd. F. K. bekende volkomen, v. A. was naar boven gegaan om de trommel weg te nemen, nadat K. zelf eerst de aandacht van den portier afgeleid had. Thuis bij K. was de inhoud verdeeld en verdachte had 800 ontvangen. De beide andere verdachten waren minder openhartig, zij verklaarden niets van het ge- heele geval te hebben geweten tot het oogen blik, dat zij het geld ten huize van verd. K- verdeelden. Wel waren zij een oogenblik in het gebouw geweest, daar zij een courant wilden koopen. Een broer van verd. K. als getuige ge hoord, verklaarde echter, dat het plan reeds een half jaar geleden was beraamd. Verd. v. A. had de trommel het huis binnengedragen. De officier van justitie, mr. Overbosch, achtte bij alle drie verdachten de mededa derschap bewezen en eischte tegen verd. F. K. een gevangenisstraf van acht maanden en tegen de beide andere verdachten een gevan genisstraf van één jaar en drie maanden. Uitspraak 18 Augustus. MOORDZAAK-ODEM IN CASSATIE. De adv.-generaal bij den Hoogen Raad, mr. S. E. J. M. van Lier, heeft, naar gemeld, geconcludeerd tot verwerping van de cassa tie-middelen, aangevoerd namens den ver dachte in de moordzaak-Odem. In zijn conclusie bracht de advocaat-gene raal allereerst verschillende getuigenverkla ringen voor het Hof afgelegd, naar voren. Mr. v. Lier was van meening dat het Hof uit een en ander heeft kunnen afleiden, dat verdachte zijn slachtoffers opzettelijk van HOOG EN LAAG WATER TE BERGEN AAN ZEE IN ZOMERTIJD. Augustus. Hoogwater Laag water 14 7.00 7.21 3.37 345 15 7.31 7.51' 4.10 4.15 16 8.07 8.29 4.41 4 40 17 8.47 9.12 5.15 5.26 18 9.41 10.15 5.57 615 19 10.53 11.32 6.56 7.26 20 0.19 8.16 8.56 EGMOND AAN ZEE. Augustus. Hoog water Laag water 14 6.57 7.18 3.25 3.37 15 7.28 7.48 3.58 4.07 16 8.04 8.26 4.29 4.37 17 8.44 9.09 5.03 514 18 9.38 10.12 5.45 6.03 19 10.50 11.29 6.44 7.14 20 0.16 8.04 8.44 het leven heeft beroofd. Verder heeft de ver dediger aan het Hof verweten, dat deze zich zou hebben begeven buiten de grenzen der tenlastelegging, door te oordeelen over ieder ander oogmerk van verdachte. Dit sloeg op de overweging van het Hof „dat onder om standigheden zooals bewezen bij het toebren gen met een scherp mes van diepe snijwonden in den hals in onmiddellijke nabijheid van de groote slagader, ieder ander oogmerk dan dooden van de slachtoffers uitgesloten moet worden geacht". Een verder bezwaar betrof de in het arrest opgenomen verklaring van den getuige Ben- tem, dat hij heeft waargenomen, dat het stuk je huid, dat zich op het scheermes bevond, volkomen paste in de plaats, waar aan het eerste lid van den rechterwijsvinger van den ver verdachte de opperhuid was geschonden. In het midden is gesteld, dat dit geen feit is, hetwelk deze getuige heeft waargenomen of ondervonden. Hiertegen voerde mr. v. Lier aan, dat deze opmerking in strijd is met de verklaring van getuige. Waar nu het Hof aan deze verklaring geloof heeft gehecht, kan daartegen in cassatie niet worden opgeko men. Geen der bezwaren gegrond achtende, con cludeerde mr. v. Lier tot verwerping van het beroep. Het arrest werd bepaald op 26 Augustus. ZOMER-ATTRACTIES. We zijn nu in den vacantie-tijd. De Parijze- naars van het „Tout-Paris", de elegante, „groote" wereld, hebben sinds eenigen tijd reeds Parijs verlaten voor de genoegens der mondaine badplaatsen. Een nog veel grooter aantal Parijzenaars heeft weldra hun voor beeld gevolgd, en is eveneens vertrokken voor een vacantie-verblijf naar buiten ieder volgens zijn middelen, zijn smaak, zijn rela ties Maar de groote massa, oneindig veel groo- ter dan die der vacantie-gangers, de massa der „heel kleine wereld" die is in Parijs gebleven. Daar de meeste theaters, concert-zalen, enz. ten gevolge van de afwezigheid van hun voor naamste publiek nu hun deuren gesloten heb ben, is die „heel kleine wereld" voor zijn vacantie en vrije dagen wel aangewezen op de weinige en pretentielooze genoegens, die er voor hen overblijven in dezen tijd van het jaar, zooals een bezoek aan den Jardin d'Acclimatation, een bezoek aan het „Luna- Park", of ook eenvoudig maar een wandelin getje over de boulevards. Behalve de dieren- en planten-tuin van den Jardin d'Acclimatation, bieden de attrac ties daar, evenals die van het „Luna-Park", maar weinig verschil met die van de beroem de jaarlijksche Parijsche wijk-kermissen. Het is er alleen veel minder lawaaiig, en de om geving is er aardiger en aantrekkelijker, voor al die van den Jardin d'Acclimatation, die midden in het Bois de Boulogne ligt. De organiseerders van de vermakelijkheden en kermis-genoegens daar hebben het voor deel, dat ze niet na eenige weken alweer moe ten opbreken om zich elders te gaan installee- ren, zoodat het voor hen de moeite en de kosten waard is, wat meer zorg en luxe aan hun inrichting te besteden. Daardoor trekken ze dan ook behalve de volks-menigten vaak nog een talrijk publiek van middenstanders, die door hun zaken nog in Parijs teruggehou. den worden, en vooral een groot aantal toeris ten. Daar in den Jardin d'Acclimatation die attractie-ondernemers over groote ruimten kunnen beschikken, hebben ze er ook eenige exotische schouwspelen opgericht, en vooral trekken de Parijsche volksmenigten, voor wie een reis buiten de grenzen van Mar- seille, Straszburg of Sille al bijna iets onmo gelijks lijkt. Zoo zijn er dit jaar weer de beroemde „blaadjes-negerinr.en" te zien, neger-vrouwen wier onderlip door middel van een houten bord een heel eind naar voren is uitgereikt, en die sinds verleden jaar nog steeds succes heb- 113. „Ga mee", zei hierop de professor, terwijl hij allerlei flesschen droeg, „nu gaan we naar de werkplaats van de heks, ook wel „heksenkeuken" genoemd en dan zal ik voor haar een potje op vuur zetten". 114. In de heksenkeuken werd hard gewerkt om te zorgen, dat vóór de heks weer verscheen, alles gereed was. De kabou ter blies met een blaasbalg voortdurend het vuur aan, terwijl de prinses den lichtstaf van den kabouter vasthield. De profes sor roerde in een dampende pot en sprak daarbij allerlei too- verwoorden: Hocus, pocus, hupsassa". En hij zeide: het drankje :s gauw klaar. Alles heeit zijn tijd noodig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6