Illiimtli Canrant.
DE VERDWENEN DEI*
FEUILLETON.
Hndird twee en dertigste Jaargang.
Vrijdag 14 Haait
Radio-hoekje
Stadsnieuws
Rede van Mr. van Houweninge.
De Officier van Justitie spreekt.
PMivinoSaaB nieuws
He. 62 1930
Zaterdag 15 Maart.
Hilversum, j875 M. 10.—10.15 Morgen
wijding. 10.3012.Gramofoonmuziek.
22.152.Concert. A. V. R. O.-Ensemble.
2.2.40 Uitz. voor leerl. der Middelb. scho
len. 2.304.30 Gevarieerd Kleinkunst-pro-
gramma. Frans Hulleman, Hellen Randers,
Bart Elfering, Nono. gramofoon. 4.305
Sj ortpraatje door H. Hollander. 5.—5.30
Gezondheidshalfuurtje. Dr. E. W. Jong-
mans: Consultatiebureaux voor Tuberculose,
bestoking. 5.30—0.— Duitsch: Gevorderden
en Conversatie. 6.01—7.45 Concert. Het Om-
roep-orkest. Stella Fontaine.
8.V. A. R. A. Orkestconcert. 9.11.30
V. A. R. A. Tooneeluitzending. 10.— ca. V.
A. R. A. Persberichten. In de pauze en na
afloop: Gramofoonmuziek.
Huizen298 M. (Na 1 uur 1071 M.)
(Uitsluitend K. R. O.) 8.159.30 Gramo
foon. 11.30—12.Godsdienstig halfuurtje.
12.151.Gramofoon. 1.2.— Concert.
K. R. O.-Trio. 2.3.15 Kinderuurtje. 4.
4.30 Esperantoles. 4.30—5.Engelsche les.
5.5.20 Lezing over: Indrukken van de
Leipziger Messe. 5.206.40 Gramofoonmu
ziek. 6.40 Journalistiek praatje. 7.Sport-
praatje. 7.15 Gramofoon. 7.30 Causerie:
Psychopather. 8.9.Concert. K R. O.-
orkest. 9-9.30 Tauberplaten (gramofoon).
9.30 Persberichte.. 9.40—10.30 Vervolg con
cert. 10.3012.Vroolijk programma uit
Eindhoven.
Daventry, 1554 M. 10 35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 1.20—2.20 Orkestconcert. 3 15
—4.50 Rugbywedstrijd EngelandSchot-
ünad. 5.05 Concert-orgelbespeling. 5.35 Kin-
deruurtje. 6.20 Oxford en Cambridge-sport.
6.35 Nieuwsberichten. 7.Sportberichten.
7 05 Pianomuziek van Schumann. 7.20 Cau
serie. 7.40 Tuinpraatje. 7.50 Vaudeville.
Variété. 8.35 „The yeomen of the guard",
operette van Gilbert en Sullivan. 9.25
Nieuwsberichten. 9.45 Voorlezing. 10.10
Dansmuziek 10.25 vervolg „Yeomen of the
guard". 11.2012.20 Dansmuziek.
Parijs Radio-Paris"1725 M. 9.20 Con
cert in het conservatorium te Parijs. 12.50—
2.20 Gramofoon. 4.50 Dansmuziek. 5.20
Concert. 6.55 Gramofoon. 9.05 Causerie.
Documents historiques. 10.20 Concert. Kwar
tet en solisten, harp en zang.
Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo
foon. 9.35 Gramofoon. 11.30 Gramofoon
12.251.50 Orkestconcert. 4.505.50
Schrammelmuziek. Schrammelkapel. 7.20
Vroolijke avond. Daarna tot 11.20 Dansmu
ziek. 11.2012.20 Gramofoon. Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 12.0512.35 Gra
mofoon. 2.504.50 Orkestconcert. 7.35-
9.50 „Pigernes jeins-', radiotoonee! in 7
acten. 10.0511.35 Dansmuziek.
Brussel, 509 Al. 5.20 Gramofoon. 6.50
Gramofoon. 8.°5 Orkestconcert.
Zeesen, 1635 M. 6.15—11.20 Lezingen.
11.2012.10 Koorconcert voor scholen.
12 10—1.20 Berichten. 1.20—1.50 Gramo
foonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.50—4 50
Concert uit Hamburg. 4.50—7.20 Lezingen.
7.20 Orkestcor.cert 7 50 „Unsere Wande ha-
ben Ohren". Hoorspel. Daarna: Berichten
en tot 11.50 Damsmuziek.
«MM
AFSCHEID MR. D. VAN
HOUWENINGE.
In een buitengewone zitting van de Alk
maarsche Rechtbank nam Mr. D. van Hou-
weninge, president van de rechtbank, die
zich' in Hilversum gaat vestigen, gistermid
dag om 3 uur afscheid van de Rechtbank e.;
de Balie.
De zitting werd bijgewoond door de leden
van de Alkmaarsche Balie met hunne dames,
terwijl voor deze gelegenheid ook nog een
tweetal oud-rechters naar Alkmaar waren
gekomen. Mede waren aanwezig mr. Wende-
laar en zijne echtgenoote, de kantonrechter,
mr. Bastert, de ambtenaren en de griffier van
de rechtbank, de inspecteur van de Ned
Spoorw., de heer Cox en het personeel van de
rechtbank.
Klokslag 3 uur kwam mr. van Houweninge
met de rechters en de rechter-plaatsvervan-
gers uit de Raadkamer. De leden van de
Alkmaarsche Balie hadden zich allen in toga
gestoken, zoodat men in Alkmaar niet vaak
zooveel gebefte heeren bijeen zal gezien heb
ben.
Door E. PHILLIPS OPPENHE1M.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER.
13)
De toestand was mij volkomen duidelijk.
Hoe weinig vleiend het voor mijn ijdelheid
zou zijn geweest, zou ik toch volstrekt niet
verbaasd zijn geweest, zoo Bartot mij de
hand had toegestoken en mij excuses had
gemaakt, om vervolgens een flesch wijn te
bestellen.
„Wees nu verstandig, mijnheer", drong ik
bij hem aan. „Het staat toch een ieder vrij
mademoiselle te bewonderen? Overigens
ben ik hier slechts enkele oogenblikken ge
weest. Voor zoover mij betreft", liet ik er
op volgen, met een blik naar de tafel,
„heeft madame alleen geluncht."
„Als ik dat maar kon gelooven!" bromde
Bartot, terwijl zijn oogen mij reeds vriende
lijker aankeken.
„Mademoiselle kan het bevestigen", ver
klaarde ik.
„Maar wat is u hier dan komen doen?"
vroeg hij.
Ik trok mijn wenkbrauwen op,zeggend:
„Ik wist niet, dat dit een familierestau-
rant was!"
„Neen, maar u is thans in een cabinet par
ticulier! Intusschen begrijp ik wei, dat het
Mr. Van Houweninge verklaarde, dat hij
zich in deze laatste buitengewone zitting ge
drongen gevoelde, een woord van afscheid te
spreken. Onwillekeurig, zoo zeide spr., gaan
op een dag als deze, de gedachten terug naai'
den tijd, die achter ons ligt. Veel is er in dien
tijd gebeurd.
Van degenen, die bij mijn komst aan de
Alkmaarsche rechtbank verbonden waren,
zijn nog slechts enkelen over. Ven hen is de
deurwaarder Amoureus nog steeds trouw op
zijn post.
Tot mijn genoegen zie ik hier ook aanwezig
een vroeger lid van de Balie, en zie ik ook de
krachtige figuur van den Deken van de Órde
van Advocaten, die nog steeds met veel am
bitie zijn praktijk uitoefent. Velen zijn heen
gegaan. en door anderen vervangen en velen
hebben de beste herinneringen achtergelaten
Het verheugt mij, te zien, dat ook oud-leden
der rechtbank naar hier zijn gekomen om
blijk te geven van hun belangstelling.
Veel is er veranderd, wat de werkzaam
heden betreft, sinds den tijd, dat ik hier werk
zaam werd gesteld. Door verandering in de
wetgeving, de kinderwetten, de arbeidswet,
het onderzoek naar het vaderschap, is het
werk hier zeer vermeerderd. De rechtspraak
in kort geding heeft hier sporadisch plaats en
steeds heb ik in hoofdzaak mijn werk kunnen
vinden in de civiele Kamer en dit was voor
mij en schoone taak. Ik vond in mijn werk de
voldoening, noodig om met liefde de taak te-
blijven vervullen, die ik op mij had ge
nomen. Dit voorrecht had ik voor een groot
deel te danken aan den aard van het werk,
maar ook voor een groot deel aan de mede
werking, die ik mocht ondervinden van de col
lega's-rechter^, het parket en de griffie.
Mijn mede-leden en degenen, met wie ik
vroeger heb samengewerkt breng ik daarvoor
dank. De medewerking, die ik mocht onder
vinden van den Officier en van den substi
tuut-officier, die het voorbeeld van zijn hoog-
geachten vader, met wien ik 20 jaar heb sa
mengewerkt, heeft gevolgd, was voorbeeldig,
evenals de medewerking van den griffier, met
wien ik dagelijks in aanraking kwam en van
den subsituut-griffier. Ik dank de heeren
daarvoor zeer en geef hun allen de verzeke
ring, dat ik steeds op hoogert prijs zal stellen
de welwillendheid, die ik van hen mocht ont
vangen.
Het is mij hoogst aangenaam, dat de hee
ren advocaten en procureurs in zoo grooten
getale aanwezig zijn. Ik weet, dat er een
goede harmonie bestaat tusschen de Recht
bank en de Balie en speciaal ook tusschen de
Balie en den President. Daarvan getuigt ook
het bewijs van sympathie, dat ik van hen
mocht ontvangen. Dat bewijst de aangename
verstandhouding, die ook ik steeds heb
nagestreefd. Die heeft mijn werkkring in niet
geringe mate vergemakkelijkt. Want die Balie
kan niet zonder Rechtbank, maar evenmin kan
de Rechtbank zonder voorlichting van de Ba
lie, aangezien die noodig is voor een goeden
gang van zaken. Ik geef U allen de verzeke
ring, dat de samenwerking, die ik van veel
kanten mocht ontvangen, door mij hoogelijk
wordt gewaardeerd en dat ik in mijn nieuwe
woonp'aats steeds met 'ankbaarheid zal blij
ven gedenken de medewerking en vriendschap,
die mij hier ten deel zijn gevallen.
Rede van mr. A. M. Ledeboer.
De Vice-president van de Rechtbank, Mr.
Ledeboer, constateerde, dat Mr. van
Houweninge zijn werkkring zooveel jaren
eervol heeft vervuld.
De groote opkomst leverde z.i. liet bewijs,
dat de President goed heeft gedaan om niet
zonder officieel afscheid te nemen, te vertrek
ken.
Spr. herinnerde eraan, hoe Mr. Van Hou
weninge, 15 Augustus 1901, benoemd werd
tot Rechter van deze rechtbank en 9 Jan.
1906 geroepen werd, daar president te wor
den. Hij bracht ook in herinnering de hul
diging van de rechtbank, toen mr. Van Hou
weninge bij de vervulling van zijn 25-jarig
rechterschap, door de koningin benoemd
werd tot Officier in de Orde van den Neder-
landsche Leeuw. Spr. had ook toen het voor
recht de groote verdiensten van mr. Van
Houweninge te memoreeren en hij zou dan
ook niet in herhaling treden.
Uit de wijze waarop mr. Van Houweninge
zijn taak heeft vervuld, is gebleken, dat niets
hem ooit te veel is geweest. Spr. geloofde
niet uit de Raadkamer te klappen, wanneer
hij vertelde, dat mr. Van Houweninge zich
steeds zelf met het moeilijkste werk van de
zaken der rechtbank had belast en er
steeds open oog voor heeft gehad om de
naar voren komende denkbeelden aan te pas
sen aan de nieuwere wijze van rechtspraak.
Steeds ging mr. Van Houweninge uit van
de gedachte, dat 't ormeele recht dient om 't
materieele recht te verwerkelijken. Vol over
tuiging kon spr. verklaren, dat mr. Van Hou
weninge gewerkt heeft zoolang het dag was.
een misverstand is. Ik heb altijd vertrouwen
in mademoiselle gehad."
Met een theatraal gebaar strekte zij haar
handen naar hem uit, zeggend:
„Henri, je moogt aan mij niet twijfelen!
Dat is ondenkbaar!
„Neen, je hebt gelijk", antwoordde hij
haastig. „Ik was te heet gebakerd."
Ik keek beiden glimlachend aan en zeide:
„Mademoiselle, het spijt mij werkelijk,
dat ons gezellig gesprek zoo plotseling is
geëindigd. Wees intusschen overtuigd, dat
ik steeds uw zeer onderdanige dienaar ben."
Ik deed de deur open en Bartot deed een
schrede in mijn richting. Ik ben overtuigd,
dat hij op het punt stond mij een hand te ge
ven en een flesch wijn te bestellen, maar ik
achtte op het oogenblik terugtocht het
meest gewenscht. ik ging dus weg en sloot
de deur achter mij.
„De rekening, mijnheer?" met die woor
den kwam een kellner mij achterop, toen ik
de trap afging. Ik stopte hem vijf franc fooi
in de hand en zeide, wijzende naar het cabi
net: „mijnheer betaalt".
Hoofdstuk VIII.
Toen ik mijn hotel bereikte, zag ik b°c
Louis ongeduldig heen en weer stapte op
het trottoir voor den ingang. Bij mijn nade
ring ging hij mij haastig tegemoet.
„ik loop hier reeds meer dan een uur op
u te wachten", riep hij uit.
Ik keek hem eenigszins verbaasd aan. Ik
was er nog niet aangewend om hetn op die
Spr. eindigde met den wensch, dat
mr. Van Houweninge in het liefe
lijke Gooi nog vele jaren met zijn familie
een goede gezondheid zal kunnen genieten.
De Officier van justitie, mr.
Van Lookeren Campagne, had 24 jaar op de
meest aangename wijze met mr. Van Hou
weninge samengewerkt. In de eerste plaats
wilde spr. opmerken, dat mr. Van Houwe
ninge zijn betrekking als voorzitter van deze
rechtbank had waargenomen met groote toe
wijding en met veel succes. Spr. karakteri
seerde mr. Van Houweninge als een krachti
ge, scherpe figuur, met veel werkkracht, met
veel kennis van het recht en met een sterke
objectiviteit. De eerste eigenschappen zijn
meer eigenschappen van algemeenen aard,
omdat geen president zich kan handhaven,
wanneer hij geen kennis bezit van het recht
en werkkracht mist. Minder algemeen is uw
buitengewone objectiviteit en daar wil ik
dan ook den vollen nadruk op leggen, om
dat dit een cultuur-eigenschap is, een uit
vloeisel van uw hoog karakter. Daaraan
juist dankt gij het volle vertrouwen van de
Rechtbank en van de leden van de Balie.
Het maakt uw vertrek tot een ernstig en
groot verlies, dat moeilijk zal kunnen wor
den aangevuld.
Nog wees spr. erop, dat de samenwerking
tusschen het Parket en den President altijd
van de meest aangename soort is geweest.
Spr. verzekerde dat het Parket aangename
herinneringen aan die uitstekende samen
werking zal bewaren en hij hoopte, dat mr.
Van Houweninge in het Gooi aangename
herinneringen aan het Parket zal bewaren.
Een woord van hulde van den
Griffier.
De Griffier, jhr. dr. mr. Van der
Brandeler verzekerde, dta het hem leed doet,
dat mr. Van Houweninge met wien hij negen
jaar heeft samengewerkt, vertrekt. Hij ver
zekerde, dat de substistuut en de waarne
mend griffier,- alsmede het personeel, dit
eveneens betreuren.
Spr. had niet gedacht zoo spoedig voor 'n
afscheid te staan, doch hij was van oordeel,
dat men zich bij het wel overwogen besluit
moest neerleggen.
Namens de griffie zegde spr. den president
vriendelijk dank voor den raad, waarmede
hij de griffie steeds ter zijde had gestaan.
Het zal spr. vreemu vallen, dien raad voort
aan te moeten missen. Wij kunnen ons het
gebouw zonder U niet denken.
Namens de Griffie wenschte spr. den pre
sident toe, dat hem nog vele jaren van rust
met allen, die hem dierbaar zijn, in zijn
nieuwe woonplaats gegeven mogen zijn. Wij
kunnen U niet vergeten en hopen, dat U
ens niet zult vergeten.
Mr. W. C. Bosman namens de Balie.
Namens de Balie sloot Mr. W. C. Bosman
zich als Deken van de Orde van Advocaten,
bij de uitgesproken woorden aan en speciaal
bij de woorden van het Openbaar Ministerie,
omdat men hier het zeldzame verschijnsel be
leeft, dat het Openb. Ministerie en de Advo
caten het volkomen eens zijn. Daar is, aldus
spr., de Rechtbank niet aan gewend, want in
den regel wordt er hier tusschen hen een
scherp debat gevoerd.
De advocaat voert het woord niet, alvo
rens hij eerst in het Wetboek kijkt en ook
spr. heeft er daarom in gekeken. Hij las in
het Burg. Wetboek hef-laatste hoofdstuk, dat
betrekking heeft op dv verjaring en daarin
las hij, dat de verjaring een instituut is, om
iets te verkrijgen door verloop van fijt),
waarvoor 20 jaar voldoende zijn. Een Ko
ninklijke benoeming heeft U tot onzen Presi
dent gemaakt en de 20 jaren zijn vervuld. Wij
hebben dus een recht verkregen op onzen
President, volgens het Burg Wetboek. Nu
mag de Rechter ambtshalve de verjaring niet
toepassen en wij kunnen ook afstand doen
van een verkregen recht.
Spr. vreest, dat de Rechtbank het laatste
zal doen en dus zal zeggen: .Wij moeten
noode onze collega zien vertrekken".
Ook Mr. Muller, die aan uw linkerzijde zit,
gaat ons verlaten en op dit oogenblik zal het
mij wel veroorloofd zijn, hem de gelukwen-
schen van de Balie aan te bieden met zijn be
noeming tot Rechter bij de Rechtbank van de
hoofdstad.
Nu de President en Mr. Mulder ons gaan
verlaten, krijgen wij onwillekeurig een nieuw
rechtsgeding, want het recht is iets levends
en tenslotte een rechfsuiting van een mensch.
Wij zullen daarin moeten berusten, want de
Balie heeft daarover niets te zeggen en dit
past ons ook niet, maar wèl past ons, een
woord van oprechten dank te spreken tot U,
Mijnheer den President, voor alles, wat gij in
den loop van die 25 jaar, voor ons hebt ge
daan en zijt geweest.
Spr. sloot zich aan bij het gesproken
woord van den Officier, want de hoogheid
wijze tot mij te hooren spreken.
„Heb ik dan beloofd, dat ik direct terug
zou keeren?" vroeg ik.
„Natuurlijk niet!" antwoordde hij. „Maar
nadat u was weggegaan heb ik nog het een
en ander besproken met mijnheer Grisson.
De mogelijkheid bestaat, dat wij Tapilow
naar een hospitaal moeten brengen en hij is
juist iemand om dan te gaan klappen. Mijn
heer Grisson staat cr nu op, dat u vanmid
dag met den trein van vier uur uit Parijs
vertrekt."
Hoofdschuddend verklaarde ik:
„Dien pak ik niet meer. Het is al half
vier."
„Ik houd intusschen vol, dat u het moet
doen en dat u het kan. Ik heb mij de vrij
heid veroorloofd om uit um naam aan den
bediende te telefoneeren uw kleeren in te
pakken. Uw bagage ligt reeds in de hal en
er staat een taxi gereed om u naar het sta
tion te brengen.'
Ik wilde tegen deze eigenmachtigheid
protesteeren, maar opnieuw onderging
Louis' houding verandering.
„Kapitein Rotherby", zeide hij, „mijn
vrienden en ik helpen u wellicht uit zeer
ernstige moeilijkheden. Vergeef mij, dat ik
u daaraan herinner, maar wij achten het niet
gepast, dat u met ons in discussie treedt
over de door ons te nemen maatregelen."
Louis had gelijk. Er waren zelfs meer re
denen dan hij wist, waarom het voor mij ge
wenscht was Parijs te verlaten,
„Ga je met mij mee?" vroeg ik.
„Ik steek met de nachtboot over. Ik ben
van Uw karakter paste volkomen aan bij de
hoogheid van Uw ambt. Wij bewaren daar
voor een diep respect. Het woord van dank.
dat wij uitspreken, is ook bedoeld als een
hulde aan Uw persoon.
Spr. hoopte, dat mr. Van Houweninge op
zijn pseudo-presiable stoel in zijn studeer
kamer, in herinnering aan zijn roemvolle
loopbaan, niet alleen zal terugdenken aan
de Rechtbank, maar ook aan de leden van de
Balie, die een prettige herinnering aan hem
zullen bewaren.
Dankwoord van mr. van
Houweninge.
Mr. van Houweninge bracht de
sprekers dank en verzekerde, dat vooral hun
vriendschappelijke toon hem goed had ge
daan.
Spr. was zich ervan bewust, dat men bij
een afscheid nog al goedgeefsch is met lof.
maar de sympathieke toon van de sprekers
heeft dezen dag voor hem gemaakt tot een on
vergetelijke.
Spr. sloot hierop de rechtzitting, met een
woord van dank tot de aanwezigen en speci
aal tot de aanwezige dames.
Velen maakten nog gebruik van de gelegen
heid om in de Raadkamer persoonlijk afscheid
te nemen van Mr. Van Houweninge.
NED. VEREEN. VAN FABRIEKS
ARBEIDERS.
ALG. NED. BOND VAN ARBEIDERS
IN HET BAKKERS-, CHOCOLADE
EN SUIKERBEWERKERSBEDRIJF.
AFDEELING ALKMAAR.
Bovengenoemde afdeelingen, waarvan de
namen een lengte hebben, die ettelijke regels
druks beslaar., hielden gisteravond in de Ci
nema Americain een filmavond, die een volle
zaal met menschen trok. Zoowel onder als
boven waren alle plaatsen zoo goed als be
zet. En voor ons, persmenschen, was uitste
kend gezorgd.
Namens de besturen der afdeelingen
heette de heer V e r h e y de aanwezigen har
telijk welkom, in het bijzonder de sprekers
van dezen avond, den operateur en den
pianist.
Spr. hoopte, dat allen verder een genoeg
lijken en leerzamen avond mochten hebben en
verklaarde daarmee de vergadering voor ge
opend.
Rede W. J. v. Velzen.
Nadat eerst een drietal films-waren afge
draaid, waarvan we in het bijzonder noe
men het Eerste Kampfeest van de jonge fa
brieksarbeiders, nam de eerste spreker van
dezen avond het woord.
Spr. vertelde het een en ander over de
hoofdfilm van dezen avond: Moeder.
In de dagen van voor den oorlog was het
een moeilijke strijd voor de arbeiders. Dat
was hier zoo, dat was in Rusland nog er
ger. Eigenlijk was daar geen sprake van
eenige zeggenschap van de arbeiders.
Echter, het Russische volk was cultureel
niet ontwikkeld. In 1913 waren er nog 73
pCt. analphaeet. Daarom was het moeilijk
de massa te organiseeren, om zich tegen de
verdrukkers te verzetten.
Spr. meende, dat als men deze film gezien
heeft, men zal zeggen, dat we gelukkig hier
in Nederland dergelijke toestanden niet meer
kennen.
Echter, dat komt, omdat de arbeiders hier
begrepen hebben, zich te moeten organisee
ren.
Spr. hoopte dat de ongeorganiseerden, die
aanwezig zijn, zich straks zullen aansluiten.
De moderne arbeidersbeweging heeft het
vertrouwen der arbeiders. Er loopen echter
nog duizenden rond, die niet aangesloten
zijn. Toch groeit de organisatie snel. Dat
stemt tot tevredenheid.
Om echter het vertrouwen van de massa
te kunnen winnen, moet er gewerkt worden.
In Zeeuwsch-Vlaanderen bijv. moest inge
grepen worden. Daar werden nog niet zoo
lang geleden de arbeiders georganiseerd,
met als gevolg: loonsverhooging en vacantie
met behoud van loon.
We moeten vooruit, aldus spr. Het is ver
heugend dat de beweging het vorig jaar met
40 pCt. is gegroeid, wat betreft de jonge ar
beiders. En aan de jeugd is immers de toe
komst?
Spr. herinnerde de jonge arbeiders eraan,
dat zij als 't ware op een „opgemaakt bed"
komen. Hoe anders was het vroeger! Et-
werd gevochten om te bereiken wat er thans
is. De jonge arbeiders moeten vechten om
dat te behouden.
Maar de vrije tijd moet niet heelemaa!
benut worden voor de sport, al is de sport
goed.
Er is nog veel te verbeteren. Maar dan
moeten de moderne vakvereenigingen steeds
blijven vechten. Ook op sociaal gebied ligt
een groot terrein braak. Daar is nog altijd
niet een wettelijke werkloozenverzekering,
1 =s
nog niet klaar met de zaak, waarvoor ik
gekomen ben. Ik moet nog een en ander
koopen".
Ik moest even glimlachen, terwijl ik ant
woordde:
„Ik had zoowaar je betrekking vergeten'
Ik ging het hotel binnen en betaalde mijn
rekening. Louis bracht mij naar het station
en zorgde voor de inschrijving van miin ba
gage. Vervolgens zorgde hij, dat ik de voor
mij gereserveerde plaats vond, waarop ik
mijn reisdeken en mijn lectuur legde. Daar
na stapte ik weer uit en drentelde met hem
over het perron.
„Ik hoop, dat mijnheer een aangename
reis zal hebben en prettig gezelschap", zei
de hij.
Ik wierp een blik in een coupé, die wij
juist voorbijgingen en het was wel toevallig,
dat op het oogenblik, dat hij die woorden
zeide, mijn oogen blikten in die van het
meisje, wier gelaat mij in de laatste dagen
telkens voor den geest had gezweefd!
Tegenover haar zat de grijsgebaarde De-
lora, blijkbaar reeds verdiept in een roman.
Alle plaatsen in de coupé waren belegd met
hun pakjes, valiezen, kussens, een groot ju
weelenkistje, boeken, papieren, bloemen en
een doos met chocolade.
Ik wendde mij tot Louis met de opmer
king: „Ik zie al weer bekenden. Wat is de
wereld toch klein!"
Wij liepen weer een eindje. Om de een of
andere reden scheen Louis mij een beetje
zenuwachtig toe. Hij keek naar de klok en
staarde naar de in den trein stappende rei-
nog geen wettelijke vacantieregeling. Daar
moeten we voor strijden, riep spr. uit.
Tenslotte ging spr. heftig te keer tegen
de z.g. burgerlijke pers, waarmee hij zijn
rede, die een luid applaus verwierf, eindig
de.
Daarna sprak de heer Etman, propagan
dist van den Ned. Bakkersgezellenbond.
Rede N. Etman.
Spr. wensclne een enkel woord te zeggen
over den strijd in de vakorganisatie.
Vroeger waren de toestanden in het bak
kersbedrijf al heel erg bedroevend! Per week
zoo'n 100 uren werken en veelal des
nachts was in 1900 nog heel gewoon.
Jaren lang is daar vruchteloos strijd te-
•gen gevoerd. Tot aan den oorlog bleef echter
verbetering uit.
1929 was een jaar van beteekenis. In Rot
terdam, Den Haag en Amsterdam werden
nieuwe looncontracten geteekend.
Toen de bond de contracten opzegde, had
men strijd te voeren tegen de christelijke en
roomsche bonden. Echter, een moderne orga
nisatie, die 55 pCt. van alle arbeiders om
vatte, bond den strijd aan. Conferenties met
de werkgeversbonden volgden. Ze werden
afgebroken. Het resultaat was dat de ande
re bonden een nieuw contract sloten!
Ze vergaten echter, dat de moderne bond
sterk was. Opnieuw werden conferenties ge
houden en in Nov. 1929 werd een nieuw
contract geteekend met vele eischen van de
arbeiders ingewilligd.
Dit contract is een belangrijke verbete
ring. Er is nu een basis voor al de contrac
ten, die nog afgesloten moeten werden.
Ook Alkmaar komt straks aan de beurt.
Den 24sten Maart zal de eerste conferentie
hier plaats hebben. Het is nu maar de vraag,
hoe sterk de Alkmaarsche afdeeling is. Spr.
wekte daarom op tot organisatie, maar dan
natuurlijk toetreden tof den algemeenen
bond. die bovengenoemde contracten tot
stand bracht.
Nadat spr. daarna nog enkele woorden ge
wijd had aan de toestanden in het cacaobe
drijf, en vooral den toestand bij de Kwatta-
fabrieken had geschetst, wekte hij nogmaals
ieder op, om openlijk lid te worden van den
modernen bond.
Ook deze rede werd met applaus beloond.
Toen kwam de hoofdfilm aan de beurt:
Moeder, waarin het ontwaken van den Rus-
sischen arbeider weergegeven wordt.
De film is genoegzaam bekend, zoodat we
den inhoud niet behoeven te noemen. Vol
staan we, met te zeggen, dat de aanwezigen
zeer aandachtig hei tragische van de film
volgden en er niet aan dachten, dat de mu
zikale illustratie wel heel dunnetjes was, niet
tegenstaande de pianist goed zijn best deed.
HEILOO.
De tuinbouwvereeniging „De Vooruit
gang" hield Woensdagavond haar jaarver
gadering in café Helder.
De voorzitter, de heer N. F. Helder, open
de en daarna bracht de secretaris het jaar
verslag uit dat weinig bemoedigend was. Het
jaar was een mislukking van het begin tot
het einde. Wat geven ons dure aardbeien als
er niet geplukt wordt. Ook wat betreft de
boonen was het een totale mislukking. Het
ergst is dat wij voor meerdere artikelen o.m.
spinazie, niets krijgen en dat de fabrikant
van onze producten mooi weer speelt. Het
moet dan komen ook tot vernietiging van die
producten die niets waard zijn. Het verslag
eindigde met de beste wenschen voor dit
jaar en goede moed om, trots teleurstelling,
maar weer te planten en te zaaien. (Ap
plaus).
De balans sloot in ontvangsten en uitga
ven met een bedrag van 3253.25, de schuld
is 2809.86. De winst- en verliesrekening
sloot in ontvangsten en uitgaven met een
bedrag van 2751.05. De rekeningcommis
sie bracht bij monde van de heer J. Oostwou-
der rapport uit en verklaarde alles in orde
te hebben bevonden. De voorzitter bracht
dank aan den hr. Akkerman, die niet alleen
alles keurig in orde had, doch trots alle te
genslagen, de vereeniging op pooten houdt.
(Applaus).
Bestuursverkiezing.
De heer B. Wallaerd, de vorige vergade
ring gekozen, h na 14 dagen bedankt.
Bij eerste stemr :g werd gekozen de heer
J. F. Kiers, die de benoeming aanvaardde.
Daarna had bestelling van diverse planten
plaats. Zij worden besteld bij den heer Kiers
alhier, bij den heer Noort te Zwijndrecht en
bij den proeftuin te Alkmaar. Ook werd over
gegaan tot bestelling van sloffen via de
„Vrije Veiling" te Beverwijk. De bestelling
blijft open tot 17 Maart a.s. Van het gemeen
tebestuur was ingekomen de verordening op
zigers met een bijna buitengewone belang,
stelling. Toen zei hij plotseling: „Mijnheer,
ik zou u nog graag iets vragen vóór de trein
vertrekt."
„Er zijn heel wat vragen, die ik je zou
willen doen", antwoordde ik. „Maar ik
houd ze voor het oogenblik terug. Ga maar
voort.'
„Ik zou graag willen weten, waar u het
uur heeft doorgebracht tusschen het oogen
blik, dat u het Café Normandië verliet en
dat waarop u het Ritzhotel bereikte."
Ik aarzelde een oogenblik, maar goed be
schouwd had ik geen enkele reden om mijn
gangen geheim te houden. Het was mis
schien toch ook maar beter zooveel moge-
lijk moeielijkheden te vermijden. Ik ant
woordde dus:
„Nu, als je dat zoo graag wilt weten: ik
heb gevolg gegeven aan de afspraak met de
dame met de turkooizen."
Louis' bleeke gelaat scheen te betrekken
en hij bromde:
„Dat is mijn schuld. Ik had u niet alleen
moeten laten gaan. U begrijpt niet, hoe het
hier te Parijs toegaat! Als Bartot dat wist..
„Maar Bartot weet het!" viel ik hem in
de rede.
Louis' gezicht was het aankijken waard.
„Bartot kwam binnen, terwijl ik met de
dame zat te praten", verklaarde ik.
„Dat zal me een tooneel geg'ven heb
ben!" riep Louis opgewonden uit. „Heeft
Bartot u gedreigd? Zijn er misschien ook
nog klappen gevallen?"
(V.ordt vervolgd.)