Illiimtli Canrant. DE VERDWENEN DEI* FEUILLETON. Hndird twee en dertigste Jaargang. Vrijdag 14 Haait Radio-hoekje Stadsnieuws Rede van Mr. van Houweninge. De Officier van Justitie spreekt. PMivinoSaaB nieuws He. 62 1930 Zaterdag 15 Maart. Hilversum, j875 M. 10.—10.15 Morgen wijding. 10.3012.Gramofoonmuziek. 22.152.Concert. A. V. R. O.-Ensemble. 2.2.40 Uitz. voor leerl. der Middelb. scho len. 2.304.30 Gevarieerd Kleinkunst-pro- gramma. Frans Hulleman, Hellen Randers, Bart Elfering, Nono. gramofoon. 4.305 Sj ortpraatje door H. Hollander. 5.—5.30 Gezondheidshalfuurtje. Dr. E. W. Jong- mans: Consultatiebureaux voor Tuberculose, bestoking. 5.30—0.— Duitsch: Gevorderden en Conversatie. 6.01—7.45 Concert. Het Om- roep-orkest. Stella Fontaine. 8.V. A. R. A. Orkestconcert. 9.11.30 V. A. R. A. Tooneeluitzending. 10.— ca. V. A. R. A. Persberichten. In de pauze en na afloop: Gramofoonmuziek. Huizen298 M. (Na 1 uur 1071 M.) (Uitsluitend K. R. O.) 8.159.30 Gramo foon. 11.30—12.Godsdienstig halfuurtje. 12.151.Gramofoon. 1.2.— Concert. K. R. O.-Trio. 2.3.15 Kinderuurtje. 4. 4.30 Esperantoles. 4.30—5.Engelsche les. 5.5.20 Lezing over: Indrukken van de Leipziger Messe. 5.206.40 Gramofoonmu ziek. 6.40 Journalistiek praatje. 7.Sport- praatje. 7.15 Gramofoon. 7.30 Causerie: Psychopather. 8.9.Concert. K R. O.- orkest. 9-9.30 Tauberplaten (gramofoon). 9.30 Persberichte.. 9.40—10.30 Vervolg con cert. 10.3012.Vroolijk programma uit Eindhoven. Daventry, 1554 M. 10 35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 1.20—2.20 Orkestconcert. 3 15 —4.50 Rugbywedstrijd EngelandSchot- ünad. 5.05 Concert-orgelbespeling. 5.35 Kin- deruurtje. 6.20 Oxford en Cambridge-sport. 6.35 Nieuwsberichten. 7.Sportberichten. 7 05 Pianomuziek van Schumann. 7.20 Cau serie. 7.40 Tuinpraatje. 7.50 Vaudeville. Variété. 8.35 „The yeomen of the guard", operette van Gilbert en Sullivan. 9.25 Nieuwsberichten. 9.45 Voorlezing. 10.10 Dansmuziek 10.25 vervolg „Yeomen of the guard". 11.2012.20 Dansmuziek. Parijs Radio-Paris"1725 M. 9.20 Con cert in het conservatorium te Parijs. 12.50— 2.20 Gramofoon. 4.50 Dansmuziek. 5.20 Concert. 6.55 Gramofoon. 9.05 Causerie. Documents historiques. 10.20 Concert. Kwar tet en solisten, harp en zang. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo foon. 9.35 Gramofoon. 11.30 Gramofoon 12.251.50 Orkestconcert. 4.505.50 Schrammelmuziek. Schrammelkapel. 7.20 Vroolijke avond. Daarna tot 11.20 Dansmu ziek. 11.2012.20 Gramofoon. Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 12.0512.35 Gra mofoon. 2.504.50 Orkestconcert. 7.35- 9.50 „Pigernes jeins-', radiotoonee! in 7 acten. 10.0511.35 Dansmuziek. Brussel, 509 Al. 5.20 Gramofoon. 6.50 Gramofoon. 8.°5 Orkestconcert. Zeesen, 1635 M. 6.15—11.20 Lezingen. 11.2012.10 Koorconcert voor scholen. 12 10—1.20 Berichten. 1.20—1.50 Gramo foonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.50—4 50 Concert uit Hamburg. 4.50—7.20 Lezingen. 7.20 Orkestcor.cert 7 50 „Unsere Wande ha- ben Ohren". Hoorspel. Daarna: Berichten en tot 11.50 Damsmuziek. «MM AFSCHEID MR. D. VAN HOUWENINGE. In een buitengewone zitting van de Alk maarsche Rechtbank nam Mr. D. van Hou- weninge, president van de rechtbank, die zich' in Hilversum gaat vestigen, gistermid dag om 3 uur afscheid van de Rechtbank e.; de Balie. De zitting werd bijgewoond door de leden van de Alkmaarsche Balie met hunne dames, terwijl voor deze gelegenheid ook nog een tweetal oud-rechters naar Alkmaar waren gekomen. Mede waren aanwezig mr. Wende- laar en zijne echtgenoote, de kantonrechter, mr. Bastert, de ambtenaren en de griffier van de rechtbank, de inspecteur van de Ned Spoorw., de heer Cox en het personeel van de rechtbank. Klokslag 3 uur kwam mr. van Houweninge met de rechters en de rechter-plaatsvervan- gers uit de Raadkamer. De leden van de Alkmaarsche Balie hadden zich allen in toga gestoken, zoodat men in Alkmaar niet vaak zooveel gebefte heeren bijeen zal gezien heb ben. Door E. PHILLIPS OPPENHE1M. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. 13) De toestand was mij volkomen duidelijk. Hoe weinig vleiend het voor mijn ijdelheid zou zijn geweest, zou ik toch volstrekt niet verbaasd zijn geweest, zoo Bartot mij de hand had toegestoken en mij excuses had gemaakt, om vervolgens een flesch wijn te bestellen. „Wees nu verstandig, mijnheer", drong ik bij hem aan. „Het staat toch een ieder vrij mademoiselle te bewonderen? Overigens ben ik hier slechts enkele oogenblikken ge weest. Voor zoover mij betreft", liet ik er op volgen, met een blik naar de tafel, „heeft madame alleen geluncht." „Als ik dat maar kon gelooven!" bromde Bartot, terwijl zijn oogen mij reeds vriende lijker aankeken. „Mademoiselle kan het bevestigen", ver klaarde ik. „Maar wat is u hier dan komen doen?" vroeg hij. Ik trok mijn wenkbrauwen op,zeggend: „Ik wist niet, dat dit een familierestau- rant was!" „Neen, maar u is thans in een cabinet par ticulier! Intusschen begrijp ik wei, dat het Mr. Van Houweninge verklaarde, dat hij zich in deze laatste buitengewone zitting ge drongen gevoelde, een woord van afscheid te spreken. Onwillekeurig, zoo zeide spr., gaan op een dag als deze, de gedachten terug naai' den tijd, die achter ons ligt. Veel is er in dien tijd gebeurd. Van degenen, die bij mijn komst aan de Alkmaarsche rechtbank verbonden waren, zijn nog slechts enkelen over. Ven hen is de deurwaarder Amoureus nog steeds trouw op zijn post. Tot mijn genoegen zie ik hier ook aanwezig een vroeger lid van de Balie, en zie ik ook de krachtige figuur van den Deken van de Órde van Advocaten, die nog steeds met veel am bitie zijn praktijk uitoefent. Velen zijn heen gegaan. en door anderen vervangen en velen hebben de beste herinneringen achtergelaten Het verheugt mij, te zien, dat ook oud-leden der rechtbank naar hier zijn gekomen om blijk te geven van hun belangstelling. Veel is er veranderd, wat de werkzaam heden betreft, sinds den tijd, dat ik hier werk zaam werd gesteld. Door verandering in de wetgeving, de kinderwetten, de arbeidswet, het onderzoek naar het vaderschap, is het werk hier zeer vermeerderd. De rechtspraak in kort geding heeft hier sporadisch plaats en steeds heb ik in hoofdzaak mijn werk kunnen vinden in de civiele Kamer en dit was voor mij en schoone taak. Ik vond in mijn werk de voldoening, noodig om met liefde de taak te- blijven vervullen, die ik op mij had ge nomen. Dit voorrecht had ik voor een groot deel te danken aan den aard van het werk, maar ook voor een groot deel aan de mede werking, die ik mocht ondervinden van de col lega's-rechter^, het parket en de griffie. Mijn mede-leden en degenen, met wie ik vroeger heb samengewerkt breng ik daarvoor dank. De medewerking, die ik mocht onder vinden van den Officier en van den substi tuut-officier, die het voorbeeld van zijn hoog- geachten vader, met wien ik 20 jaar heb sa mengewerkt, heeft gevolgd, was voorbeeldig, evenals de medewerking van den griffier, met wien ik dagelijks in aanraking kwam en van den subsituut-griffier. Ik dank de heeren daarvoor zeer en geef hun allen de verzeke ring, dat ik steeds op hoogert prijs zal stellen de welwillendheid, die ik van hen mocht ont vangen. Het is mij hoogst aangenaam, dat de hee ren advocaten en procureurs in zoo grooten getale aanwezig zijn. Ik weet, dat er een goede harmonie bestaat tusschen de Recht bank en de Balie en speciaal ook tusschen de Balie en den President. Daarvan getuigt ook het bewijs van sympathie, dat ik van hen mocht ontvangen. Dat bewijst de aangename verstandhouding, die ook ik steeds heb nagestreefd. Die heeft mijn werkkring in niet geringe mate vergemakkelijkt. Want die Balie kan niet zonder Rechtbank, maar evenmin kan de Rechtbank zonder voorlichting van de Ba lie, aangezien die noodig is voor een goeden gang van zaken. Ik geef U allen de verzeke ring, dat de samenwerking, die ik van veel kanten mocht ontvangen, door mij hoogelijk wordt gewaardeerd en dat ik in mijn nieuwe woonp'aats steeds met 'ankbaarheid zal blij ven gedenken de medewerking en vriendschap, die mij hier ten deel zijn gevallen. Rede van mr. A. M. Ledeboer. De Vice-president van de Rechtbank, Mr. Ledeboer, constateerde, dat Mr. van Houweninge zijn werkkring zooveel jaren eervol heeft vervuld. De groote opkomst leverde z.i. liet bewijs, dat de President goed heeft gedaan om niet zonder officieel afscheid te nemen, te vertrek ken. Spr. herinnerde eraan, hoe Mr. Van Hou weninge, 15 Augustus 1901, benoemd werd tot Rechter van deze rechtbank en 9 Jan. 1906 geroepen werd, daar president te wor den. Hij bracht ook in herinnering de hul diging van de rechtbank, toen mr. Van Hou weninge bij de vervulling van zijn 25-jarig rechterschap, door de koningin benoemd werd tot Officier in de Orde van den Neder- landsche Leeuw. Spr. had ook toen het voor recht de groote verdiensten van mr. Van Houweninge te memoreeren en hij zou dan ook niet in herhaling treden. Uit de wijze waarop mr. Van Houweninge zijn taak heeft vervuld, is gebleken, dat niets hem ooit te veel is geweest. Spr. geloofde niet uit de Raadkamer te klappen, wanneer hij vertelde, dat mr. Van Houweninge zich steeds zelf met het moeilijkste werk van de zaken der rechtbank had belast en er steeds open oog voor heeft gehad om de naar voren komende denkbeelden aan te pas sen aan de nieuwere wijze van rechtspraak. Steeds ging mr. Van Houweninge uit van de gedachte, dat 't ormeele recht dient om 't materieele recht te verwerkelijken. Vol over tuiging kon spr. verklaren, dat mr. Van Hou weninge gewerkt heeft zoolang het dag was. een misverstand is. Ik heb altijd vertrouwen in mademoiselle gehad." Met een theatraal gebaar strekte zij haar handen naar hem uit, zeggend: „Henri, je moogt aan mij niet twijfelen! Dat is ondenkbaar! „Neen, je hebt gelijk", antwoordde hij haastig. „Ik was te heet gebakerd." Ik keek beiden glimlachend aan en zeide: „Mademoiselle, het spijt mij werkelijk, dat ons gezellig gesprek zoo plotseling is geëindigd. Wees intusschen overtuigd, dat ik steeds uw zeer onderdanige dienaar ben." Ik deed de deur open en Bartot deed een schrede in mijn richting. Ik ben overtuigd, dat hij op het punt stond mij een hand te ge ven en een flesch wijn te bestellen, maar ik achtte op het oogenblik terugtocht het meest gewenscht. ik ging dus weg en sloot de deur achter mij. „De rekening, mijnheer?" met die woor den kwam een kellner mij achterop, toen ik de trap afging. Ik stopte hem vijf franc fooi in de hand en zeide, wijzende naar het cabi net: „mijnheer betaalt". Hoofdstuk VIII. Toen ik mijn hotel bereikte, zag ik b°c Louis ongeduldig heen en weer stapte op het trottoir voor den ingang. Bij mijn nade ring ging hij mij haastig tegemoet. „ik loop hier reeds meer dan een uur op u te wachten", riep hij uit. Ik keek hem eenigszins verbaasd aan. Ik was er nog niet aangewend om hetn op die Spr. eindigde met den wensch, dat mr. Van Houweninge in het liefe lijke Gooi nog vele jaren met zijn familie een goede gezondheid zal kunnen genieten. De Officier van justitie, mr. Van Lookeren Campagne, had 24 jaar op de meest aangename wijze met mr. Van Hou weninge samengewerkt. In de eerste plaats wilde spr. opmerken, dat mr. Van Houwe ninge zijn betrekking als voorzitter van deze rechtbank had waargenomen met groote toe wijding en met veel succes. Spr. karakteri seerde mr. Van Houweninge als een krachti ge, scherpe figuur, met veel werkkracht, met veel kennis van het recht en met een sterke objectiviteit. De eerste eigenschappen zijn meer eigenschappen van algemeenen aard, omdat geen president zich kan handhaven, wanneer hij geen kennis bezit van het recht en werkkracht mist. Minder algemeen is uw buitengewone objectiviteit en daar wil ik dan ook den vollen nadruk op leggen, om dat dit een cultuur-eigenschap is, een uit vloeisel van uw hoog karakter. Daaraan juist dankt gij het volle vertrouwen van de Rechtbank en van de leden van de Balie. Het maakt uw vertrek tot een ernstig en groot verlies, dat moeilijk zal kunnen wor den aangevuld. Nog wees spr. erop, dat de samenwerking tusschen het Parket en den President altijd van de meest aangename soort is geweest. Spr. verzekerde dat het Parket aangename herinneringen aan die uitstekende samen werking zal bewaren en hij hoopte, dat mr. Van Houweninge in het Gooi aangename herinneringen aan het Parket zal bewaren. Een woord van hulde van den Griffier. De Griffier, jhr. dr. mr. Van der Brandeler verzekerde, dta het hem leed doet, dat mr. Van Houweninge met wien hij negen jaar heeft samengewerkt, vertrekt. Hij ver zekerde, dat de substistuut en de waarne mend griffier,- alsmede het personeel, dit eveneens betreuren. Spr. had niet gedacht zoo spoedig voor 'n afscheid te staan, doch hij was van oordeel, dat men zich bij het wel overwogen besluit moest neerleggen. Namens de griffie zegde spr. den president vriendelijk dank voor den raad, waarmede hij de griffie steeds ter zijde had gestaan. Het zal spr. vreemu vallen, dien raad voort aan te moeten missen. Wij kunnen ons het gebouw zonder U niet denken. Namens de Griffie wenschte spr. den pre sident toe, dat hem nog vele jaren van rust met allen, die hem dierbaar zijn, in zijn nieuwe woonplaats gegeven mogen zijn. Wij kunnen U niet vergeten en hopen, dat U ens niet zult vergeten. Mr. W. C. Bosman namens de Balie. Namens de Balie sloot Mr. W. C. Bosman zich als Deken van de Orde van Advocaten, bij de uitgesproken woorden aan en speciaal bij de woorden van het Openbaar Ministerie, omdat men hier het zeldzame verschijnsel be leeft, dat het Openb. Ministerie en de Advo caten het volkomen eens zijn. Daar is, aldus spr., de Rechtbank niet aan gewend, want in den regel wordt er hier tusschen hen een scherp debat gevoerd. De advocaat voert het woord niet, alvo rens hij eerst in het Wetboek kijkt en ook spr. heeft er daarom in gekeken. Hij las in het Burg. Wetboek hef-laatste hoofdstuk, dat betrekking heeft op dv verjaring en daarin las hij, dat de verjaring een instituut is, om iets te verkrijgen door verloop van fijt), waarvoor 20 jaar voldoende zijn. Een Ko ninklijke benoeming heeft U tot onzen Presi dent gemaakt en de 20 jaren zijn vervuld. Wij hebben dus een recht verkregen op onzen President, volgens het Burg Wetboek. Nu mag de Rechter ambtshalve de verjaring niet toepassen en wij kunnen ook afstand doen van een verkregen recht. Spr. vreest, dat de Rechtbank het laatste zal doen en dus zal zeggen: .Wij moeten noode onze collega zien vertrekken". Ook Mr. Muller, die aan uw linkerzijde zit, gaat ons verlaten en op dit oogenblik zal het mij wel veroorloofd zijn, hem de gelukwen- schen van de Balie aan te bieden met zijn be noeming tot Rechter bij de Rechtbank van de hoofdstad. Nu de President en Mr. Mulder ons gaan verlaten, krijgen wij onwillekeurig een nieuw rechtsgeding, want het recht is iets levends en tenslotte een rechfsuiting van een mensch. Wij zullen daarin moeten berusten, want de Balie heeft daarover niets te zeggen en dit past ons ook niet, maar wèl past ons, een woord van oprechten dank te spreken tot U, Mijnheer den President, voor alles, wat gij in den loop van die 25 jaar, voor ons hebt ge daan en zijt geweest. Spr. sloot zich aan bij het gesproken woord van den Officier, want de hoogheid wijze tot mij te hooren spreken. „Heb ik dan beloofd, dat ik direct terug zou keeren?" vroeg ik. „Natuurlijk niet!" antwoordde hij. „Maar nadat u was weggegaan heb ik nog het een en ander besproken met mijnheer Grisson. De mogelijkheid bestaat, dat wij Tapilow naar een hospitaal moeten brengen en hij is juist iemand om dan te gaan klappen. Mijn heer Grisson staat cr nu op, dat u vanmid dag met den trein van vier uur uit Parijs vertrekt." Hoofdschuddend verklaarde ik: „Dien pak ik niet meer. Het is al half vier." „Ik houd intusschen vol, dat u het moet doen en dat u het kan. Ik heb mij de vrij heid veroorloofd om uit um naam aan den bediende te telefoneeren uw kleeren in te pakken. Uw bagage ligt reeds in de hal en er staat een taxi gereed om u naar het sta tion te brengen.' Ik wilde tegen deze eigenmachtigheid protesteeren, maar opnieuw onderging Louis' houding verandering. „Kapitein Rotherby", zeide hij, „mijn vrienden en ik helpen u wellicht uit zeer ernstige moeilijkheden. Vergeef mij, dat ik u daaraan herinner, maar wij achten het niet gepast, dat u met ons in discussie treedt over de door ons te nemen maatregelen." Louis had gelijk. Er waren zelfs meer re denen dan hij wist, waarom het voor mij ge wenscht was Parijs te verlaten, „Ga je met mij mee?" vroeg ik. „Ik steek met de nachtboot over. Ik ben van Uw karakter paste volkomen aan bij de hoogheid van Uw ambt. Wij bewaren daar voor een diep respect. Het woord van dank. dat wij uitspreken, is ook bedoeld als een hulde aan Uw persoon. Spr. hoopte, dat mr. Van Houweninge op zijn pseudo-presiable stoel in zijn studeer kamer, in herinnering aan zijn roemvolle loopbaan, niet alleen zal terugdenken aan de Rechtbank, maar ook aan de leden van de Balie, die een prettige herinnering aan hem zullen bewaren. Dankwoord van mr. van Houweninge. Mr. van Houweninge bracht de sprekers dank en verzekerde, dat vooral hun vriendschappelijke toon hem goed had ge daan. Spr. was zich ervan bewust, dat men bij een afscheid nog al goedgeefsch is met lof. maar de sympathieke toon van de sprekers heeft dezen dag voor hem gemaakt tot een on vergetelijke. Spr. sloot hierop de rechtzitting, met een woord van dank tot de aanwezigen en speci aal tot de aanwezige dames. Velen maakten nog gebruik van de gelegen heid om in de Raadkamer persoonlijk afscheid te nemen van Mr. Van Houweninge. NED. VEREEN. VAN FABRIEKS ARBEIDERS. ALG. NED. BOND VAN ARBEIDERS IN HET BAKKERS-, CHOCOLADE EN SUIKERBEWERKERSBEDRIJF. AFDEELING ALKMAAR. Bovengenoemde afdeelingen, waarvan de namen een lengte hebben, die ettelijke regels druks beslaar., hielden gisteravond in de Ci nema Americain een filmavond, die een volle zaal met menschen trok. Zoowel onder als boven waren alle plaatsen zoo goed als be zet. En voor ons, persmenschen, was uitste kend gezorgd. Namens de besturen der afdeelingen heette de heer V e r h e y de aanwezigen har telijk welkom, in het bijzonder de sprekers van dezen avond, den operateur en den pianist. Spr. hoopte, dat allen verder een genoeg lijken en leerzamen avond mochten hebben en verklaarde daarmee de vergadering voor ge opend. Rede W. J. v. Velzen. Nadat eerst een drietal films-waren afge draaid, waarvan we in het bijzonder noe men het Eerste Kampfeest van de jonge fa brieksarbeiders, nam de eerste spreker van dezen avond het woord. Spr. vertelde het een en ander over de hoofdfilm van dezen avond: Moeder. In de dagen van voor den oorlog was het een moeilijke strijd voor de arbeiders. Dat was hier zoo, dat was in Rusland nog er ger. Eigenlijk was daar geen sprake van eenige zeggenschap van de arbeiders. Echter, het Russische volk was cultureel niet ontwikkeld. In 1913 waren er nog 73 pCt. analphaeet. Daarom was het moeilijk de massa te organiseeren, om zich tegen de verdrukkers te verzetten. Spr. meende, dat als men deze film gezien heeft, men zal zeggen, dat we gelukkig hier in Nederland dergelijke toestanden niet meer kennen. Echter, dat komt, omdat de arbeiders hier begrepen hebben, zich te moeten organisee ren. Spr. hoopte dat de ongeorganiseerden, die aanwezig zijn, zich straks zullen aansluiten. De moderne arbeidersbeweging heeft het vertrouwen der arbeiders. Er loopen echter nog duizenden rond, die niet aangesloten zijn. Toch groeit de organisatie snel. Dat stemt tot tevredenheid. Om echter het vertrouwen van de massa te kunnen winnen, moet er gewerkt worden. In Zeeuwsch-Vlaanderen bijv. moest inge grepen worden. Daar werden nog niet zoo lang geleden de arbeiders georganiseerd, met als gevolg: loonsverhooging en vacantie met behoud van loon. We moeten vooruit, aldus spr. Het is ver heugend dat de beweging het vorig jaar met 40 pCt. is gegroeid, wat betreft de jonge ar beiders. En aan de jeugd is immers de toe komst? Spr. herinnerde de jonge arbeiders eraan, dat zij als 't ware op een „opgemaakt bed" komen. Hoe anders was het vroeger! Et- werd gevochten om te bereiken wat er thans is. De jonge arbeiders moeten vechten om dat te behouden. Maar de vrije tijd moet niet heelemaa! benut worden voor de sport, al is de sport goed. Er is nog veel te verbeteren. Maar dan moeten de moderne vakvereenigingen steeds blijven vechten. Ook op sociaal gebied ligt een groot terrein braak. Daar is nog altijd niet een wettelijke werkloozenverzekering, 1 =s nog niet klaar met de zaak, waarvoor ik gekomen ben. Ik moet nog een en ander koopen". Ik moest even glimlachen, terwijl ik ant woordde: „Ik had zoowaar je betrekking vergeten' Ik ging het hotel binnen en betaalde mijn rekening. Louis bracht mij naar het station en zorgde voor de inschrijving van miin ba gage. Vervolgens zorgde hij, dat ik de voor mij gereserveerde plaats vond, waarop ik mijn reisdeken en mijn lectuur legde. Daar na stapte ik weer uit en drentelde met hem over het perron. „Ik hoop, dat mijnheer een aangename reis zal hebben en prettig gezelschap", zei de hij. Ik wierp een blik in een coupé, die wij juist voorbijgingen en het was wel toevallig, dat op het oogenblik, dat hij die woorden zeide, mijn oogen blikten in die van het meisje, wier gelaat mij in de laatste dagen telkens voor den geest had gezweefd! Tegenover haar zat de grijsgebaarde De- lora, blijkbaar reeds verdiept in een roman. Alle plaatsen in de coupé waren belegd met hun pakjes, valiezen, kussens, een groot ju weelenkistje, boeken, papieren, bloemen en een doos met chocolade. Ik wendde mij tot Louis met de opmer king: „Ik zie al weer bekenden. Wat is de wereld toch klein!" Wij liepen weer een eindje. Om de een of andere reden scheen Louis mij een beetje zenuwachtig toe. Hij keek naar de klok en staarde naar de in den trein stappende rei- nog geen wettelijke vacantieregeling. Daar moeten we voor strijden, riep spr. uit. Tenslotte ging spr. heftig te keer tegen de z.g. burgerlijke pers, waarmee hij zijn rede, die een luid applaus verwierf, eindig de. Daarna sprak de heer Etman, propagan dist van den Ned. Bakkersgezellenbond. Rede N. Etman. Spr. wensclne een enkel woord te zeggen over den strijd in de vakorganisatie. Vroeger waren de toestanden in het bak kersbedrijf al heel erg bedroevend! Per week zoo'n 100 uren werken en veelal des nachts was in 1900 nog heel gewoon. Jaren lang is daar vruchteloos strijd te- •gen gevoerd. Tot aan den oorlog bleef echter verbetering uit. 1929 was een jaar van beteekenis. In Rot terdam, Den Haag en Amsterdam werden nieuwe looncontracten geteekend. Toen de bond de contracten opzegde, had men strijd te voeren tegen de christelijke en roomsche bonden. Echter, een moderne orga nisatie, die 55 pCt. van alle arbeiders om vatte, bond den strijd aan. Conferenties met de werkgeversbonden volgden. Ze werden afgebroken. Het resultaat was dat de ande re bonden een nieuw contract sloten! Ze vergaten echter, dat de moderne bond sterk was. Opnieuw werden conferenties ge houden en in Nov. 1929 werd een nieuw contract geteekend met vele eischen van de arbeiders ingewilligd. Dit contract is een belangrijke verbete ring. Er is nu een basis voor al de contrac ten, die nog afgesloten moeten werden. Ook Alkmaar komt straks aan de beurt. Den 24sten Maart zal de eerste conferentie hier plaats hebben. Het is nu maar de vraag, hoe sterk de Alkmaarsche afdeeling is. Spr. wekte daarom op tot organisatie, maar dan natuurlijk toetreden tof den algemeenen bond. die bovengenoemde contracten tot stand bracht. Nadat spr. daarna nog enkele woorden ge wijd had aan de toestanden in het cacaobe drijf, en vooral den toestand bij de Kwatta- fabrieken had geschetst, wekte hij nogmaals ieder op, om openlijk lid te worden van den modernen bond. Ook deze rede werd met applaus beloond. Toen kwam de hoofdfilm aan de beurt: Moeder, waarin het ontwaken van den Rus- sischen arbeider weergegeven wordt. De film is genoegzaam bekend, zoodat we den inhoud niet behoeven te noemen. Vol staan we, met te zeggen, dat de aanwezigen zeer aandachtig hei tragische van de film volgden en er niet aan dachten, dat de mu zikale illustratie wel heel dunnetjes was, niet tegenstaande de pianist goed zijn best deed. HEILOO. De tuinbouwvereeniging „De Vooruit gang" hield Woensdagavond haar jaarver gadering in café Helder. De voorzitter, de heer N. F. Helder, open de en daarna bracht de secretaris het jaar verslag uit dat weinig bemoedigend was. Het jaar was een mislukking van het begin tot het einde. Wat geven ons dure aardbeien als er niet geplukt wordt. Ook wat betreft de boonen was het een totale mislukking. Het ergst is dat wij voor meerdere artikelen o.m. spinazie, niets krijgen en dat de fabrikant van onze producten mooi weer speelt. Het moet dan komen ook tot vernietiging van die producten die niets waard zijn. Het verslag eindigde met de beste wenschen voor dit jaar en goede moed om, trots teleurstelling, maar weer te planten en te zaaien. (Ap plaus). De balans sloot in ontvangsten en uitga ven met een bedrag van 3253.25, de schuld is 2809.86. De winst- en verliesrekening sloot in ontvangsten en uitgaven met een bedrag van 2751.05. De rekeningcommis sie bracht bij monde van de heer J. Oostwou- der rapport uit en verklaarde alles in orde te hebben bevonden. De voorzitter bracht dank aan den hr. Akkerman, die niet alleen alles keurig in orde had, doch trots alle te genslagen, de vereeniging op pooten houdt. (Applaus). Bestuursverkiezing. De heer B. Wallaerd, de vorige vergade ring gekozen, h na 14 dagen bedankt. Bij eerste stemr :g werd gekozen de heer J. F. Kiers, die de benoeming aanvaardde. Daarna had bestelling van diverse planten plaats. Zij worden besteld bij den heer Kiers alhier, bij den heer Noort te Zwijndrecht en bij den proeftuin te Alkmaar. Ook werd over gegaan tot bestelling van sloffen via de „Vrije Veiling" te Beverwijk. De bestelling blijft open tot 17 Maart a.s. Van het gemeen tebestuur was ingekomen de verordening op zigers met een bijna buitengewone belang, stelling. Toen zei hij plotseling: „Mijnheer, ik zou u nog graag iets vragen vóór de trein vertrekt." „Er zijn heel wat vragen, die ik je zou willen doen", antwoordde ik. „Maar ik houd ze voor het oogenblik terug. Ga maar voort.' „Ik zou graag willen weten, waar u het uur heeft doorgebracht tusschen het oogen blik, dat u het Café Normandië verliet en dat waarop u het Ritzhotel bereikte." Ik aarzelde een oogenblik, maar goed be schouwd had ik geen enkele reden om mijn gangen geheim te houden. Het was mis schien toch ook maar beter zooveel moge- lijk moeielijkheden te vermijden. Ik ant woordde dus: „Nu, als je dat zoo graag wilt weten: ik heb gevolg gegeven aan de afspraak met de dame met de turkooizen." Louis' bleeke gelaat scheen te betrekken en hij bromde: „Dat is mijn schuld. Ik had u niet alleen moeten laten gaan. U begrijpt niet, hoe het hier te Parijs toegaat! Als Bartot dat wist.. „Maar Bartot weet het!" viel ik hem in de rede. Louis' gezicht was het aankijken waard. „Bartot kwam binnen, terwijl ik met de dame zat te praten", verklaarde ik. „Dat zal me een tooneel geg'ven heb ben!" riep Louis opgewonden uit. „Heeft Bartot u gedreigd? Zijn er misschien ook nog klappen gevallen?" (V.ordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 9