Purol bij Doorzitten - Zonnebrand - Stukloopen
Pe
te Enkhuizen.
BinnenBand
den door welwillende automobilisten naar
huis gebracht. schuldvraag.
1 Burgemeester van Reenen, die zeer spoe-
jje ter plaatse was, begon met de gemeente-
oolitie dadelijk een voorloopig onderzoek
omtrent de schuldvraag. De machinist van
de locomotief, die zeer zenuwachtig was, kon
niet verklaren hoe het gebeurd was. Hij had
de voorgeschreven fluitsignalen gegeven en
wist verder niet veel mede te deelen. Daar
tegenover staat een verklaring van enkele
omwonenden, die mededeelden geen signa
len gehoord te hbeben. Een heer die in de
tram" zat meende, dat er meer gefloten
was dan gewoonlijk terwijl enkele dames
vertelden een zeer kort moment voor de bot
sing signalen gehoord te hebben. Hoe het
ook zij, dit zijn slechts uitingen, die wij op
de plaats des onheils ontvingen. Het politie
onderzoek zal dit alles wel nader bevesti-
gen.
De materieele schade.
De materieele schade is vrij groot. De loco
motief en de paar eerste wagons zijn zwaar
beschadigd. De trekstangen ter rechterzijde
van de locomotief (die nog een honderd1
meter doorschoof) zijn geheel vernield en de
kop is een chaos van gebroken glas en ver
bogen stangen De meeste treeplanken van
de wagons zijn versplinterd en verschillende
ruiten verbrijzeld. De autobus is een puin
hoop van glas, hout en ijzerwerk.
De carrosserie is geheel versplinterd en
'het interieur van de bus volkomen vernield.
De assen zijn verwrongen, enkele wielen af
gerukt. Zooals gezegd, is de rechterzijde vol
komen verdwenen, terwijl de motorkap een
gekreukeld stukje blik lijkt.
Veel belangstelling.
Het spreekt vanzelf, dat de tijding van het
ongeluk als een loopend vuurtje door Bergen
ging en vele badgasten en inwoners waren
zeer spoedig aanwezig en stonden in groe
pen den chaos op te nemen. Ook verschillen
de menschen uit Bergen a. Zee kwamen, daar
de tram natuurlijk niet te Bergen aan Zee
aankwam, de bus, die gedeeltelijk op de rails
jag, belemmerde het tramverkeer en ook de
locomotief kon van zelf sprekend niet verder
rijden. Men heeft later op den avond het bus
wrak weten weg te kantelen, zoodat deze
stagnatie uit den weg geruimd was.
Het is beslist noodzakelijk dat in de toe
komst deze overweg afdoende beschermd
wordt. Het zal misschien niet mogelijk zijn
bv- slingersignalen aan te brengen, maar in
ieder geval zal het daarheen moeten, dat ook
op dezen overweg hetzelfde geschiedt als
thans op de Breelaan bij het Oranjehotel ge
beurt, n.1. dat een conducteur voor de loco
motief uitloopt, en den weg veilig aangeeft.
Op het signaal aan den machinist kan de
tramtrein dan doorkomen.
V°0r den heer Bellekom, die zeer hevig
geschrokken was, is het gebeurde een zware
slag. Van verschillende kanten werd ons
medegedeeld dat de bus niet verzekerd was,
echter wist men ons later uit betrouwbare
bron te vertellen, dat dit we] het geval was
°.odat Bergen met zijn tijdelijke en niet-
tijdelijke bewoners een emotievollen avond
hebben gehad, door een ongeval dat wonder
lijk goed is afgeloopen.
TEXEL.
Bij goed weder zal alhier een autotocht
v/orden gehouden voor „ouden van dagen"
De tocht is georganiseerd door de perma
nente feestcommissie te den Burg, doch ook
aan de feestcoifimissiën oip de andere dor
pen van Texel is medewerking gevraagd.
Van den Hoorn zal een autobus met pude
menschen zich bij de stoet aansluiten, doch
tot heden is men met de feestcommissiën der
andere dorpen nog niet tot een overeen
stemming gekomen.
Met muziekgezelschap Texelsch Fanfare
corps van den Burg zal den tocht medema
ken. Auto's zijn gratis beschikbaar gesteld,
als ook versnaperingen om de oudjes te trafc-
teeren. Als het weer nu maar medewerkt.
(Van onzen eigen verslaggever.)
Een grootsch opgezette tentoon
stelling, die van de energieke on
dernemingsdurf der Enkhuizena-
ren getuigt en de belangstelling
van het geheele land verdient.
Van 2530 Aug. a.s en van 16 Sept.
(des Zondags is de tentoonstelling gesloten),
wordt te Enkhuizen de Ziriderzee-Visscherij-
tentoonstelling gehouden, waar alle schatten
van folklore en geschiedenis aan landgenoot
en vreemdeling ter kennis worden gebracht,
/betrekking hebbende op de nog bestaande
zeden, gebruiken en gewoonten der visschers-
bevolking, het stoere geslacht van werkers,
'dat door de droogmaking van de Zuiderzee
weldra verspreid en verstrooid zal worden,
medegevoerd in den jachtenden stroom van
het moderne leven. Niet alleen het verleden,
maar ook de toekomst van de Zuiderzee zal
worden getoond en het is dan ook begrijpe
lijk, dat zoowel de regeering als het provin
ciaal- en gemeentebestuur van Enkhuizen,
alsmede de Zuiderzeewerken en de visschers
van de Zuiderzeeplaatsen hun medewerking
.verleenden.
Maandag a.s. wordt deze tentoonstelling
geopend. Op uitnoodiging van het 'bestuur
woonden wij Woensdag een persconferentie
bij, die op het tentoonstellingsterrein werd
gehouden.
j Bij onze komst in Enkhuizen konden wij
reeds dadelijk constateeren, dat aldaar met
man en macht wordt gewerkt om Enkhuizen
in feesttooi te zetten. Overal werden voor
bereidingen getroffen voor straatversiering,
alsmede voor de illuminatie van de torens,
j Wie hef oude Enkhuizen kent, weet, dat
■dit stadje met zijn grootsch verleden om de
'oud-Hollandsche gevels, de Drommedaris, het
Stadhuis, het Waagmuseum, de Zuiderkerk
met 15de eeuwsche gevelschilderingen, de
!15e eeuwsche Westerkerk met Librije, de
75 M. hooge Zuidertoren, die zoo echt oud-
HoHandsch een straat afsluit, het Staversche
Poortje, de Koepoort, het grootsche Wees
huis in de Westerstraat en het Snoeck van
Loosenpark, alleen reeds een bezoek waani
Ss Wie het hedendaagsohe Enkhuizen be
schouwt, ontwaart ook een' energiek, heden-
daagsch zakenleven.
Dat in dit stadje van 11000 inwoners zich
j een comité kon vormen, dat het aandurft, om
de risico van een dergelijk grootsch opge
lette tentoonstelling, waarvan de kosten
verre de 100.000 overschrijden, op zich te
nemen, is echter iets, waarvoor een woord
van eerbied past.
Het aan de Zuiderzee grenzende tentoon
stellingsterrein, ongeveer 40.000 M3. groot,
mag een ideaal tentoonstellingsterrein wor
den genoemd. Op het terrein is een groote
[vergaderzaal gebouwd, waarin tijdens de ten
toonstelling de generale commissie voor de
.[uitvoering der Zuiderzee-steunwet zal ver
gaderen, en waarin verschillende congressen
zullen worden gehouden. Men vindt er een
van hout opgetrokken visschersdorp met
[huisjes in werkelijke grootte, van Ürkers,
[Hindeloopers, Volendammers en Spakenbur
gers. Deze huisjes worden bewoond 'door be-
jtWoners uit de genoemde plaatsen in hun
schilderachtige kleederdracht en ingericht
.met de interieurs, die zoo rijk zijn aan folklo
ristisch materiaal. Hier geen als visschers
aangekleede menschen, maar de werkelijke
bewoners uit deze plaatsjes. De Marker wo-
iiiing was al' geheel gereed en genoegelijk was
.de visscher bezig om de Pinksterkroon in
,orde te brengen, terwijl moeder de vrouw
ons toonde, hoe dagelijks een bed als pronk
bed na het gebruik wordt opgemaakt. We
'waren wel een weinig verbaasd, hoe het
/mogelijk is, dat twee menschen in zoo'n moei
lijk bereikbare kleine ruimte de nachtrust
(kunnen vinden. De vrouw merkte op, dat wij
zeker nog nooit aan boord van een botter
hadden geslapen.
Men zal in dit visschersdorp het meest
interessante de,! van Holland s folkloris-
tischen rijkdom bijeen vinden.
De restauratie-tent heeft een oppervlakte
van 700 M3., is uitstekend ingericht en de
versiering in deze tent is uitgevoerd door
Y^br Cohen uit Deventer. Het interieur van
°eze tent mag geslaagd genoemd worden.
De hoofdhal, bestemd voor alles, dat be
trekking heeft op de visscherij", gebouwd vol
gens plannen van den architect Louwers, met
moderne frontverzorging van het Bureau
Hypsos, heeft een oppervlakte van 1500 M3
In deze hal exposeeren de reederijen van
IJmuiden, Viaardingen en Lemmer, het Ge
meentebestuur van Enkhuizen, de aardewerk
fabriek van Huizen, het Onderwijsfonds voor
de Binnenscheepvaart, Visschersbedrijven uit
Bunschoten en Spakenburg, de Noord- en Z.-
Holl. Reddingsmaatschappij, de Heidemaat
schappij met groote aquariums, waarin vis-
schen, die altijd in de Zuiderzee geleefd heb
ben en visschen, die men straks in het IJsel-
meer zal aantreffen. Deze expositie, bestaande
uit 20 aquariums, staat onder leiding van
Dr. Havinga, Directeur van het Biologisch
Instituut, Dr. Olie uit Utrecht en den heer
D. J. J. Tsjech. Deze afdeeling is wel bizon-
der interessant.
De heer J. de Veen, een oud-Enkhuizenaar,
medewerker van het Biologisch Instituut,
komt hier uit met een 40-tal door hem ver
vaardigde schilderijen, waarop hij de ver
schillende vischmethoden demonstreert, zoo-
als die door Hollanders, Engelschen, Fran-
schen, Denen' en Amerikanen wordt beoefend'.
De heer De Veen, die aan boord' van de ver
schillende vaartuigen, waaronder zelfs de
walvischvaarders, het visschen bestudeerde,
toont zich hier een merkwaardig man. Voor
onderwijs zijn zijn schilderingen zeer leer
zaam en wij hebben de overtuiging, dat zij"
voor onderwijsdoeleinden zeker gereprodu
ceerd zullen worden
In de hal B en C, die een oppervlakte heeft
van 90 bij 20 M., was zelfs een spoorrails
aangebracht voor het opstellen van de ver
schillende machines. Veel, wat met het vis-
schersleven in verband staat, zal men hier ge
ëxposeerd vinden. Wij komen op deze ten
toonstelling nog wel nader terug.
Onder leiding van Mevr. Schutte uit Hoorn
zal men in deze hal ook het kantklossen zien
verrichten door een achttal meisjes in kleeder
dracht.
Op het tentoonstellingsterrein vallen bizon-
der op de bloemenperken, geschenken van
zaad- en bloemenkweekers uit Enkhuizen.
Op een gedeelte van 1600 M3 vindt men als
geschenk van de fa. Sluis en Groot, Konink
lijke zaadhandel en van Gebr Sluis in bloe
men een voorstelling van de Zuiderzee na de
droogmaking.
Wie de bekoring wil ondergaan van het
eeuwenoude vissohersleven, mag niet verzui
men deze tentoonstelling, die een periode af
sluit van een sedert heuglijke tijden gevolg
den bedrijfsvorm, die duizenden brood ver
sohaft, te bezoeken.
De Directie der Zuiderzeewerken toont het
groote droogmakingsplan en de werkzaam
heden in foto's, 'kaarten en modellen, terwijl
de producten uit den Proefpolder een beeld
geven van wat de drooggelegde Zuiderzee
zal opleveren.
Dagelijks wordt er voor attracties zorg ge
dragen. Maandag 25 Aug.: Opening, muziek
en zang
Dinsdag 26 Aug.: Opvoering van een
landspel, waarvan de leider Dr. van Balen
Blanken enthousiast vertelde. Verschillende
rederijkerskamers werken hieraan mee. Het
openluchtspel zal een voorstelling geven van
een bezoek van stadhouder Willem III aan
Enkhuizen en een vervolg zijn van het met
zooveel succes opgevoerde „Landjuweel".
Het historische bezoek, dat zal worden uit
gebeeld, had in 1684 plaats en symbolisch zal
worden voorgesteld het schoone, wat West-
Friesland bezit. Boerendansen, rhythmische
dansen, boerenbruiloft, ridderslag en plech
tige voorstelling van oude getrouwen zullen
elkander opvolgen.
Woensdag 27 Aug.: Oud-Hollandsche
harddraverij in costuum.
Donderdag 28 Aug.: Concours hippique en
internationale handicap-draverij om den
grooten prijs van West-Friesland op de 300
Meter baan.
Vrijdag 29 Au-g.: Speciale Urker dag. -
Zaterdag 30 Aug.: Spakenburgerdag en
zangdemonstraties. (Door speciale relaties
gelukte het, bevolkingsgroefien uit de vis-
schersplaatsen te bewegen, voor de sf>eciale
visschersdagen hun medewerking te ver-
leenen).
Maandag 1 Sept.: Zanghulde Oranjever-
een. Koninginnedag, -
Dinsdag 2 Sept.: Bloemencorso.
Uit hetgeen de heer Schild hierover ver
telde (de medewerking van 12 vereenigingen
werd reeds verkregen, 14 auto's schreven in,
terwijl de bloemenkweekers toezegden, de
bloemen gratis beschikbaar te stellen), kre
gen wij den indruk, dat zelfs het corso in
Bergen zal worden overtroffen.
Woensdag 3 Sept.: Markerdag. De Konin
gin-Moeder zal dien dag Enkhuizen bezoeken.
Donderdag 4 Sept.: Zeilwedstrijden.
Vrijdag 5 Sept.: Vlootrevue, die door de
Koningin, Prins Hendrik en Prinses Juliana
zal worden bijgewoond.
Een duizenddal schepen zullen aan de
Vlootrevue deelnemen, bestaande uit vis-
schersvaartuigen en jachten, onder leiding
van den voorzitter der Koninklijke Zeilver-
eeniging, den heer Crone. De visschersvaar-
tuigen worden plaatsgewijze vastgelegd en
de jachten soortsgewijze. De schepen wor
den geëscorteerd door marine-vaartuigen en
vaartuigen van de Zuiderzee-politie. De
scheper, worden zoodanig gerangschikt, dat
de Koningin de geheele vloot kan inspectee- J
ren. De Koningin met 'gevolg zal op een
marinevaartuig plaats nemen. Op drie booten,
waaronder de groote Van Wijck, die plaats
'biedt voor 1000 personen, wordt het publiek
in de gelegenheid gesteld, langs de vaartui
gen en jachten te varen. Aan boord van de
Van Wijck zal een Beiersche kapel aanwezig
zijn, terwijl ook de Koninklijke Marinekapel
de vlootrevue zal opluisteren.
Vanaf het tentoonstellingsterrein zullen
bovendien duizenden in de gelegenheid zijn,
deze vlootrevue te volgen.
Zaterdag 6 September: Volendammerdag.
Zwemwedstrijden en groot vuurwerk.
In Enkhuizen is men voor het slagen van
de grootsch opgezette tentoonstelling vol
goeden moed. Angst voor het weer heeft men
niet, omdat de Enkhuizer Almenak na 19 Aug.
stabiel, goed weer voorspelde en de Enkhui-
zers zijn van meening, dat men daarop kan
vertrouwen.
Wij zijn er van overtuigd, dat duizenden
Nederlanders en buitenlanders deze zeldzame
gelegenheid om kennis te maken met het
leven van de visschersbevolking uit de Zui
derzeeplaatsen en de grootsche toekomst
plannen van de Zuiderzee-drooglegging, niet
onbenut zullen laten.
Enk!huizen staan groote dagen te wachten.
DRIE NIEUWE GEVALLEN VAN
KINDERVERLAMMING.
De besmettelijke ziekte kinderverlamming
heeft zich opnieuw te Gouda geopenbaard.
Er hebben zich gedurende de afgeloopen twee
dagen drie gevallen voorgedaan, n.1. bij een
meisje van vier maanden, een meisje van 2 XA
jaar en een jongen van 18 jaar. De patiënten,
waarvan de meisjes uit één gezin afkomstig
zijn, zijn allen naar het Van Iterson-Zieken-
huis vervoerd, waar hun het serum toegediend
en hun verdere verpleging ter hand genomen
is. In totaal zijn thans in de periode, waarin
de poliomyelitis in zoo ernstige mate heerscht,
35 gevallen te Gouda voorgekomen.
AUTO ONDER EEN LOCOMOTIEF.
Dinsdagmiddag reed te Mijdrecht de
garagehouder A. Eikelenboom van Uithoorn
met een personenauto langs de Mijdrechtsche
Zuwe in de richting Mijdrecht. Ter hoogte
van den z.g. Tienboerenweg draaide hij ach
terwaarts dezen weg in.
Op hetzelfde oogenblik kwam van de rich
ting Uithoorn een losse locomotief, die gere
geld om dezen tijd den goederentrein van het
station Mijdrecht haalt.
Het gevolg was, dat de auto door de loco
motief gegrepen en totaal vernield werd.
De bestuurder bekwam ernstige bloedende
verwondingen aan het hoofd en moest zich
onder geneeskundige behandeling stellen.
VERWISSELDE KOFFERS DIE TOCH
WEER TERECHT KWAMEN.
Een Duitsch meisje, dat Zondagmiddag
met den trein via Nijmegen naar Arnhem was
gekomen tot het afleggen van een bezoek aan
hare aldaar wonende fam. had voor haar ver
blijf aldaar natuurlijk een koffer met kleeren
en verdere benoodigdheden medegenomen, ter
wijl zij ook een vrii groot bedrag aan geld in
het valies had geborgen.
In den trein van Nijmegen naar Arnhem had
ze haar koffer in 't bagagenet gezet, in de
zelfde coupé zat een heer, ook met een koffer.
Nu wilde het geval, dat de beide koffers op
elkander leken als twee druppels water. Blij
haar familie in Arnhem te ontmoeten, stapte
het meisje uit en pakte den koffer om daarna
met haar zuster,die haar had afgehaald, naar
huis te gaan. Thuis zou een en "ander worden
uitgepakt. Wie schetste de ontsteltenis van
het meisje, toen ze in stede van haar dames-
garderobe, heerenkleeding in den koffer ont
dekte. Zij ging met den verkeerden koffer naar
het politiebureau, waar men dadelijk i>ogin-
gen in het werk stelde om den reiziger, die
natuurlijk ook een anderen koffer had, te vin
den. Deze liet niet zoo heel lang op zich
wachten. Hij had n.1. in Zutphen de koffer
verwisseling ook ontdekt en wist met het da-
mesgoed geen raad. De beide koffers werden
gesloten en gingen weder op reis, zoodat ieder
thans zijn eigendom terug heeft.
BALDADIGE KLIMPARTIJ IN
DEN HAAG.
Het perceel Huijgensplein hoek Stations
weg te Den Haag, waarin de Haagsche bu-
reeien van de Tel. zijn gevestigd, mocht zich
gisteravond in een groote belangstelling van
het wandelend publiek verheugen. In verband
met herstellingen aan den kap van het ge
bouw is aan de beide straatzijden van het hu:s
een steiger opgericht. Hoewel de onderste
ladder 's avonds bij het verlaten van het werk
door de werklieden was weggehaald, waren
eenige jongens, op de steigers geklommen,
waar een passeerende politieagent hen om
streeks halftien in den avond ontdekte. Onbe
kend met hun bedoelingen en ook, omdat het
verblijf tijdens het donker in zulke hooge
regionen niet van gevaar ontbloot is, som
meerde hij hen naar beneden te komen, doch
in stede daarvan vluchtten zij het dak op. De
agent h#alde daarop assistentie en vervol
gras werd een uitgebreide speurtgpht over de
daken der huizen van Huijgensplein en Sta
tionsweg ondernomen, met het resultaat, dat
twee jongens, naar schatting zestien en negen
jaar oud, werden gevonden en door de politie
zekerheidshalve naar het bureau aan het Rijs-
wijksche plein werden gebracht. Den derden
jongen, naar schatting een jaar of veertien
oud, heeft men niet kunnen vinden. Waar
schijnlijk is hij door een dakvenster één der
huizen binnengeklommen en daar mogelijk
uitgelaten. De politie heeft geen reden aan
eenigerlei boos opzet te denkende heele klim
partij is waarschijnlijk zuiver uit baldadig-
heidheid ondernomen.
TRAGISCHE ONTDEKKING VAN
EEN JONGEN.
Dezer dagen vond in de vaart te Beetster-
zwaag een visscher het lijk van een hem onbe
kenden persoon. Hij vroeg een paar daar
voorbij fietsende jongens om de politie te
waarschuwen. Dezen voldeden aan het ver
zoek. Bij het lijk gekomen kwam een der kna
pen tot de verschrikkelijke ontdekking, dat de
verdronkene zijn eenige broer was Het bleek
toen te zijn de 15-jarige A. V., zoon van den
conciërge van het kantongerecht alhier. De
knaap was 's morgens uit visschen gegaan en
is toen gaan zwemmen. Vermoedelijk had hij
reeds drie uren in het water gelegen.
STUDENTEN TE UTRECHT.
Het Amsterdamsehe Gerechtshof heeft uit
spraak gedaan in de strafzaak tegen den gé
rant en den portier van het cabaret „la Gaité"
te Utrecht, die door den politierechter aldaar
ieder 'tot 50 boete of 25 dagen hechtenis
ewrden veroordeeld wegens mishandeling van
een student bij een vechtpartij, ontstaan door
dat een aantal studenten toegang eischten tot
een besloten parti' en den gérant met een kat
in het gezicht smeten. Het Hof bevestigde het
vonnis. De civiele vordering werd den student
ontzegd.
VABER AKTHORiUS.
Het toeval deed mij op Pinksteren in
de hermitage van Bourlui overnachten.
Nadat het avondbrood genuttigd was,
vertelde vader Antonius mij van een
gebeurtenis, welke hier op een stormach-
tigen winternacht had plaats gehad.
Vader Antonius was de eenige mon
nik in deze afgelegen hermitage, welke,
temidden der Moldausche bosschen tegen
den bergrand gelegen was.
Hij vertelde rustig, zooals men wel
een oud, bijna vergeten verhaal weer
geeft. Aan wien ook zou hij over iets
spreken? Wie zou hem begrijpen? Voor
niemand is de hermitage te bereiken,
zoolang de winterstormen bulderen of
het hooge water van het voorjaartdreigt.
Hij zit dan gansch alleen met zijn herin
neringen en dommelt in, terwijl gewaar
wordingen zich effenen, vervagen, zoo
als het spel van golven soms doet op
verre zee. Doch eensklaps ontwaakt
de aarde en het woud uit diepen slaap.
In de plaats der maagdelijke sneeuw-
kleedij breekt het frissche voorjaars
groen door; in donkere, holle kloven
ruischt het water, in de zonne-blijde
luchten kwinkeliert een leeuwerik. Een
nieuwe levenssfeer meldt zich aan en
temidden daarvan staat de hermitage
des Heeren. En op dezen lenteavond, als
door het open venster teere geur van
boschviooltjes naar binnen dringt,komt
onder woorden, dat, wat de booze win
terstorm bij duisteren nacht gezongen
had.
Ook over den eerwaardigen Antonius
heeft een storm in de hermitage geloeid.
Veertig jaren hadden hem gebogen, de
glans zijner oogen was gebluscht. Hij
zocht sedert jaren de eenzaamheid, na
dat hij in zijn jeugd schipbreuk had ge
leden.
Hij hield van een meisje uit ons dorp.
Hij had geen ouders meer en verdroeg
zich niet goed met zijn familie. De liefde
beteekende voor hem alles. Hij leefde
daarvoor, bouwde er zijn toekomst op.
Plotseling werd alles de bodem inge
slagen. Een banale geschiedenis: den in
de buurt wonenden land-edelman viel
het niet moeilijk het meisje in te palmen
met fraaie beloften, om het daarna te
verstootenDeze schande bracht
Gheorghe Morar in de grootste woede en
opstand. Hij wilde zich wreken, maar
ook de uitgedachte wraak keerde zich
tegen hem als een zware beleediging.
Jaar-in, jaar-uit kromt vadertje An
tonius onder den last van ongeheelde
wonden, sedert lange jaren scheidt zich
het gif af naar zijn hart en de zwarte pij
brengt geen verlichting. Jaar-in, jaar-uit
leeft hij als asceet in het woud van
Bourlui, in de in het beukengewas ver
scholen hermitage.
„Daar nu, vorige winter, juist op
Kerstavond," aldus vertelt hij rustig,
„zette de storm in. Ik was heelemaal al
leen met een jongen leeke-broeder. Een
gezonde knaap, maar niet erg snugger.
Ik luisterde naar den storm, moederziel
alléén!"
„Geen mensch waagt zich in zulk weer
uit het dom naar buiten. Ik zat in mijn
cel en las en dacht over het leven der
heiligen. Ik ben een eenvoudige monnik,
mijn leergeld werd met kopergeld be
streden. In deze boeken vind ik mijn
troost als ik mij zoo heel alléén voel. U
zal dit onbekend zijn, u weet niet, ver
moed ik, wat eenzaamheid iseinde-
looze eenzaamheid, dood, sterven dei-
ziel
De monnik keek mij met zijn goeie,
blauwe oogen aan en vervolgde, zonder
haast, zijn verhaal. Hij vertelde hoe de
sneeuw een witte zondvloed zijn
hermitage afdekte, hoe witte muren in
het bosch ontstonden, die hem, als in 'n
vesting, nog meer van de wereld af
sneden.
Het werd heel snel donker, het huilen
van den sneeuwstorm werd heviger.
Vadertje Antonius liep naar buiten; hij
kon zich, door de windstooten, nauwe
lijks overeind houden. Hij riep naar den
kloosterleerling Konstantin, die daarop
slaperig en sloom in de cel verscheen.
„Wat is er, vadertje?"
Niets bijzonders, Konstantijn. Luid de
bel maar eens. Misschien dwaalt er een
Christenmensch in het woud rond; hit
moge naar ons den weg vinden."
Beiden tezamen gingen zij naar den
klokhctoren; helder, weerklonk de ko
peren stem van de klok. Zij luidden
lang, tot middernacht, toen de storm afg
nam en de sneeuw dichter viel. Eerst nu
drong, tot in de cel, het ingehouden
steunen van het gestriemde woud door.
Vader Antonius luisterde zwijgend; mo
gelijk nam hij ook andere geluiden
waar. want hij was zeer nadenkend ge
worden. Het kwam hem voor, alsof het
de nacht zelf was, die riep. Opnieuw
trad hij naar buiten en in de open deur
hoorde men de takken kraken en den
wind zuchten.
Zóó ook was het toentertijd geweest.
Precies zoo had hij gestaanEn hij
hoorde nu in de verte een'menschelijke
stem. Ja, het was de stem van een
mensch, die in vertwijfeling met de
laatste krachten roept om hulp. Een
grenzeloos medelijden greep den kluize
naar aan. Hij ijlde in de hut terug, roe
pend:
„Konstantijn, Konstantijn
„Wat is er, vadertje?
„Pak de groote lantaarn.een mensch
:s in het bosch verdwaald!"
Konstantijn stak zijn zwaarbegroeiden
kop buiten he warme vertrek, bromde
wat tusschen de tanden, verdween
weer, trok zijn pels aan, die hij vast om
zich snoerde, trok evbneens de muts
diep over de ooren en stak de lantaarn
aan. Gewapend met een dikken stok,
trad hij de duisternis in.
„Waar is die man?"
De monnik buiten luisterde scherp en
hief de hand op:
„Daargindshoor je niet? hij
roept
„Ik hoor niets."
,Trek je pelsmuts wat omhoog
„Ja, ja, ik hoor hem nu ookmaai
hij is ver-af."
„Onzinver-af, bij zoo'n storm, ter
wijl wij hem kunnen hooren? Konstan
tijn, God zal je bestraffen, als je een ge
doopt medemensch door de wolven laat
verslinden. Ben je moogelijk bang?"
„Ik ook wat moois!
„Goed, dan vooruit! En ik zal luiden,
dan vindt je den weg gemakkelijker
terug."
De novice ging en de kluizenaar be-
teeg den klokketoren. Hij hoorde het
heesche geroep van Konstantijn en het
dringend smeeken van den verdwaalden
mensch. En de klokken-tonen dreunden
tegen den storm in. Het koperen lied
vulde het kleine kïokkehuis en tusschen
de slingeringen door belusterde vader
Antonius den nacht. Konstantijn's stem
werd steeds zwakker; zijn lantaarn dook
af en toe als een dwaallicht rond tus
schen het geboomte.
„En toen hoorde ik Konstantijn's stem
niet meer," vervolgde de monnik zijn
varhaal.
„Zwaar ademend trok ik het touw van
de klok. Een eeuwigheid scheen het me
toe sedert Konstantijn was verdwenen
en voor de eerste maal voelde ik angst
in mijn eenzaamheid.Maar hoe blij
werd ik, toen plotseling weer het licht
der lantaarn op dook en ik Konstantijn
hoorde zeggen:
Ohoo-ovadertje, ik
heb hem!"
IJlings liep ik de treden omlaag. Den
half-bevroren man kostte het moeite te
verteilen, -hoe hij aldus verdwaald was
geraakt, hoe, hij den weg zoekend zijn
slae en zijn koetsier was kwijt geraakt.
En toen ze hem in de cel brachten,
ontkleedden, met sneeuw wreven en hij
langzamerhand geheel bij kwam, ont
dekte vader Antonius wie hij was Hij
was liet, die hem zijn bruid roofde, die
hem deed geeselenvroeger, lang
geleden, toen ze beiden jong waren.
„Dat is de geschiedeniszei va
dertje Antonius met vochtige oogen. „Ik'
heb hem dadelijk herkend, hoewel hij
van doodsnood rilde, zijn oogen uit de
kassen puilden en de natte baard zijn
pezicht ontredderde.Hij scheen groo
ten angst voor den dood te voelen. Ik
herinnerde me plotseling alles, wat er
gebeurd was, alles scheen weer zoo na
bij Een donkere wolk kwam me voor
de oogen: met vergiftigde ziel zag ik
naar dezen ellendigen mensch."
„Had hij U herkend?"
„Neenzei de monnik met een
zucht. „Drie dagen heeft hij bij mij
doorgebracht, lieeft in mijn bed geslapen,
aan mijn tafel gezetentoen is hij
wegge paan
De kluizenaar zuchtte opnieuw diep
en verzonk in stilzwijgen. Daarop trad
hij naar een plank bij zijn bed, sloeg een
oud boek met leeren band op. Het licht
der hanglamp omscheen zijn hoofd. En
even later, toen hij zich weer tot mij
keerde, glansden zijn oogen van een in
nerlijke rust.
Den volgenden morgen leidde hij mij
uit tot aan de poorts van zijn kluizenarij.
Da berken pronkten in een teer groen
waas, dat in de zon glinsterde. Als zui
len van sneeuw schoten de berkestam-
men uit het groen op. Ik wandelde, on
der het looverdak van het woud, in die
pe, heilige rust verder. Ik dacht zonder
gedachten en schrikte op als een jonge,
zwierige berkentwijg mijn gezicht be
roerde.
Even later nam ik in de verte de
diepe, fluweelen klokketonen waar van
den kluizenaar, wiens vertrapte ziel
zoo grootmoedig wist te vergeven. En
vóór mij dook op de beeltenis van dien
bleeken man met do droevige, blg"we
oogen en het lichtend voorhoofd.