Purol bij Doorzitten - Zonnebrand - Stukloopen Pe te Enkhuizen. BinnenBand den door welwillende automobilisten naar huis gebracht. schuldvraag. 1 Burgemeester van Reenen, die zeer spoe- jje ter plaatse was, begon met de gemeente- oolitie dadelijk een voorloopig onderzoek omtrent de schuldvraag. De machinist van de locomotief, die zeer zenuwachtig was, kon niet verklaren hoe het gebeurd was. Hij had de voorgeschreven fluitsignalen gegeven en wist verder niet veel mede te deelen. Daar tegenover staat een verklaring van enkele omwonenden, die mededeelden geen signa len gehoord te hbeben. Een heer die in de tram" zat meende, dat er meer gefloten was dan gewoonlijk terwijl enkele dames vertelden een zeer kort moment voor de bot sing signalen gehoord te hebben. Hoe het ook zij, dit zijn slechts uitingen, die wij op de plaats des onheils ontvingen. Het politie onderzoek zal dit alles wel nader bevesti- gen. De materieele schade. De materieele schade is vrij groot. De loco motief en de paar eerste wagons zijn zwaar beschadigd. De trekstangen ter rechterzijde van de locomotief (die nog een honderd1 meter doorschoof) zijn geheel vernield en de kop is een chaos van gebroken glas en ver bogen stangen De meeste treeplanken van de wagons zijn versplinterd en verschillende ruiten verbrijzeld. De autobus is een puin hoop van glas, hout en ijzerwerk. De carrosserie is geheel versplinterd en 'het interieur van de bus volkomen vernield. De assen zijn verwrongen, enkele wielen af gerukt. Zooals gezegd, is de rechterzijde vol komen verdwenen, terwijl de motorkap een gekreukeld stukje blik lijkt. Veel belangstelling. Het spreekt vanzelf, dat de tijding van het ongeluk als een loopend vuurtje door Bergen ging en vele badgasten en inwoners waren zeer spoedig aanwezig en stonden in groe pen den chaos op te nemen. Ook verschillen de menschen uit Bergen a. Zee kwamen, daar de tram natuurlijk niet te Bergen aan Zee aankwam, de bus, die gedeeltelijk op de rails jag, belemmerde het tramverkeer en ook de locomotief kon van zelf sprekend niet verder rijden. Men heeft later op den avond het bus wrak weten weg te kantelen, zoodat deze stagnatie uit den weg geruimd was. Het is beslist noodzakelijk dat in de toe komst deze overweg afdoende beschermd wordt. Het zal misschien niet mogelijk zijn bv- slingersignalen aan te brengen, maar in ieder geval zal het daarheen moeten, dat ook op dezen overweg hetzelfde geschiedt als thans op de Breelaan bij het Oranjehotel ge beurt, n.1. dat een conducteur voor de loco motief uitloopt, en den weg veilig aangeeft. Op het signaal aan den machinist kan de tramtrein dan doorkomen. V°0r den heer Bellekom, die zeer hevig geschrokken was, is het gebeurde een zware slag. Van verschillende kanten werd ons medegedeeld dat de bus niet verzekerd was, echter wist men ons later uit betrouwbare bron te vertellen, dat dit we] het geval was °.odat Bergen met zijn tijdelijke en niet- tijdelijke bewoners een emotievollen avond hebben gehad, door een ongeval dat wonder lijk goed is afgeloopen. TEXEL. Bij goed weder zal alhier een autotocht v/orden gehouden voor „ouden van dagen" De tocht is georganiseerd door de perma nente feestcommissie te den Burg, doch ook aan de feestcoifimissiën oip de andere dor pen van Texel is medewerking gevraagd. Van den Hoorn zal een autobus met pude menschen zich bij de stoet aansluiten, doch tot heden is men met de feestcommissiën der andere dorpen nog niet tot een overeen stemming gekomen. Met muziekgezelschap Texelsch Fanfare corps van den Burg zal den tocht medema ken. Auto's zijn gratis beschikbaar gesteld, als ook versnaperingen om de oudjes te trafc- teeren. Als het weer nu maar medewerkt. (Van onzen eigen verslaggever.) Een grootsch opgezette tentoon stelling, die van de energieke on dernemingsdurf der Enkhuizena- ren getuigt en de belangstelling van het geheele land verdient. Van 2530 Aug. a.s en van 16 Sept. (des Zondags is de tentoonstelling gesloten), wordt te Enkhuizen de Ziriderzee-Visscherij- tentoonstelling gehouden, waar alle schatten van folklore en geschiedenis aan landgenoot en vreemdeling ter kennis worden gebracht, /betrekking hebbende op de nog bestaande zeden, gebruiken en gewoonten der visschers- bevolking, het stoere geslacht van werkers, 'dat door de droogmaking van de Zuiderzee weldra verspreid en verstrooid zal worden, medegevoerd in den jachtenden stroom van het moderne leven. Niet alleen het verleden, maar ook de toekomst van de Zuiderzee zal worden getoond en het is dan ook begrijpe lijk, dat zoowel de regeering als het provin ciaal- en gemeentebestuur van Enkhuizen, alsmede de Zuiderzeewerken en de visschers van de Zuiderzeeplaatsen hun medewerking .verleenden. Maandag a.s. wordt deze tentoonstelling geopend. Op uitnoodiging van het 'bestuur woonden wij Woensdag een persconferentie bij, die op het tentoonstellingsterrein werd gehouden. j Bij onze komst in Enkhuizen konden wij reeds dadelijk constateeren, dat aldaar met man en macht wordt gewerkt om Enkhuizen in feesttooi te zetten. Overal werden voor bereidingen getroffen voor straatversiering, alsmede voor de illuminatie van de torens, j Wie hef oude Enkhuizen kent, weet, dat ■dit stadje met zijn grootsch verleden om de 'oud-Hollandsche gevels, de Drommedaris, het Stadhuis, het Waagmuseum, de Zuiderkerk met 15de eeuwsche gevelschilderingen, de !15e eeuwsche Westerkerk met Librije, de 75 M. hooge Zuidertoren, die zoo echt oud- HoHandsch een straat afsluit, het Staversche Poortje, de Koepoort, het grootsche Wees huis in de Westerstraat en het Snoeck van Loosenpark, alleen reeds een bezoek waani Ss Wie het hedendaagsohe Enkhuizen be schouwt, ontwaart ook een' energiek, heden- daagsch zakenleven. Dat in dit stadje van 11000 inwoners zich j een comité kon vormen, dat het aandurft, om de risico van een dergelijk grootsch opge lette tentoonstelling, waarvan de kosten verre de 100.000 overschrijden, op zich te nemen, is echter iets, waarvoor een woord van eerbied past. Het aan de Zuiderzee grenzende tentoon stellingsterrein, ongeveer 40.000 M3. groot, mag een ideaal tentoonstellingsterrein wor den genoemd. Op het terrein is een groote [vergaderzaal gebouwd, waarin tijdens de ten toonstelling de generale commissie voor de .[uitvoering der Zuiderzee-steunwet zal ver gaderen, en waarin verschillende congressen zullen worden gehouden. Men vindt er een van hout opgetrokken visschersdorp met [huisjes in werkelijke grootte, van Ürkers, [Hindeloopers, Volendammers en Spakenbur gers. Deze huisjes worden bewoond 'door be- jtWoners uit de genoemde plaatsen in hun schilderachtige kleederdracht en ingericht .met de interieurs, die zoo rijk zijn aan folklo ristisch materiaal. Hier geen als visschers aangekleede menschen, maar de werkelijke bewoners uit deze plaatsjes. De Marker wo- iiiing was al' geheel gereed en genoegelijk was .de visscher bezig om de Pinksterkroon in ,orde te brengen, terwijl moeder de vrouw ons toonde, hoe dagelijks een bed als pronk bed na het gebruik wordt opgemaakt. We 'waren wel een weinig verbaasd, hoe het /mogelijk is, dat twee menschen in zoo'n moei lijk bereikbare kleine ruimte de nachtrust (kunnen vinden. De vrouw merkte op, dat wij zeker nog nooit aan boord van een botter hadden geslapen. Men zal in dit visschersdorp het meest interessante de,! van Holland s folkloris- tischen rijkdom bijeen vinden. De restauratie-tent heeft een oppervlakte van 700 M3., is uitstekend ingericht en de versiering in deze tent is uitgevoerd door Y^br Cohen uit Deventer. Het interieur van °eze tent mag geslaagd genoemd worden. De hoofdhal, bestemd voor alles, dat be trekking heeft op de visscherij", gebouwd vol gens plannen van den architect Louwers, met moderne frontverzorging van het Bureau Hypsos, heeft een oppervlakte van 1500 M3 In deze hal exposeeren de reederijen van IJmuiden, Viaardingen en Lemmer, het Ge meentebestuur van Enkhuizen, de aardewerk fabriek van Huizen, het Onderwijsfonds voor de Binnenscheepvaart, Visschersbedrijven uit Bunschoten en Spakenburg, de Noord- en Z.- Holl. Reddingsmaatschappij, de Heidemaat schappij met groote aquariums, waarin vis- schen, die altijd in de Zuiderzee geleefd heb ben en visschen, die men straks in het IJsel- meer zal aantreffen. Deze expositie, bestaande uit 20 aquariums, staat onder leiding van Dr. Havinga, Directeur van het Biologisch Instituut, Dr. Olie uit Utrecht en den heer D. J. J. Tsjech. Deze afdeeling is wel bizon- der interessant. De heer J. de Veen, een oud-Enkhuizenaar, medewerker van het Biologisch Instituut, komt hier uit met een 40-tal door hem ver vaardigde schilderijen, waarop hij de ver schillende vischmethoden demonstreert, zoo- als die door Hollanders, Engelschen, Fran- schen, Denen' en Amerikanen wordt beoefend'. De heer De Veen, die aan boord' van de ver schillende vaartuigen, waaronder zelfs de walvischvaarders, het visschen bestudeerde, toont zich hier een merkwaardig man. Voor onderwijs zijn zijn schilderingen zeer leer zaam en wij hebben de overtuiging, dat zij" voor onderwijsdoeleinden zeker gereprodu ceerd zullen worden In de hal B en C, die een oppervlakte heeft van 90 bij 20 M., was zelfs een spoorrails aangebracht voor het opstellen van de ver schillende machines. Veel, wat met het vis- schersleven in verband staat, zal men hier ge ëxposeerd vinden. Wij komen op deze ten toonstelling nog wel nader terug. Onder leiding van Mevr. Schutte uit Hoorn zal men in deze hal ook het kantklossen zien verrichten door een achttal meisjes in kleeder dracht. Op het tentoonstellingsterrein vallen bizon- der op de bloemenperken, geschenken van zaad- en bloemenkweekers uit Enkhuizen. Op een gedeelte van 1600 M3 vindt men als geschenk van de fa. Sluis en Groot, Konink lijke zaadhandel en van Gebr Sluis in bloe men een voorstelling van de Zuiderzee na de droogmaking. Wie de bekoring wil ondergaan van het eeuwenoude vissohersleven, mag niet verzui men deze tentoonstelling, die een periode af sluit van een sedert heuglijke tijden gevolg den bedrijfsvorm, die duizenden brood ver sohaft, te bezoeken. De Directie der Zuiderzeewerken toont het groote droogmakingsplan en de werkzaam heden in foto's, 'kaarten en modellen, terwijl de producten uit den Proefpolder een beeld geven van wat de drooggelegde Zuiderzee zal opleveren. Dagelijks wordt er voor attracties zorg ge dragen. Maandag 25 Aug.: Opening, muziek en zang Dinsdag 26 Aug.: Opvoering van een landspel, waarvan de leider Dr. van Balen Blanken enthousiast vertelde. Verschillende rederijkerskamers werken hieraan mee. Het openluchtspel zal een voorstelling geven van een bezoek van stadhouder Willem III aan Enkhuizen en een vervolg zijn van het met zooveel succes opgevoerde „Landjuweel". Het historische bezoek, dat zal worden uit gebeeld, had in 1684 plaats en symbolisch zal worden voorgesteld het schoone, wat West- Friesland bezit. Boerendansen, rhythmische dansen, boerenbruiloft, ridderslag en plech tige voorstelling van oude getrouwen zullen elkander opvolgen. Woensdag 27 Aug.: Oud-Hollandsche harddraverij in costuum. Donderdag 28 Aug.: Concours hippique en internationale handicap-draverij om den grooten prijs van West-Friesland op de 300 Meter baan. Vrijdag 29 Au-g.: Speciale Urker dag. - Zaterdag 30 Aug.: Spakenburgerdag en zangdemonstraties. (Door speciale relaties gelukte het, bevolkingsgroefien uit de vis- schersplaatsen te bewegen, voor de sf>eciale visschersdagen hun medewerking te ver- leenen). Maandag 1 Sept.: Zanghulde Oranjever- een. Koninginnedag, - Dinsdag 2 Sept.: Bloemencorso. Uit hetgeen de heer Schild hierover ver telde (de medewerking van 12 vereenigingen werd reeds verkregen, 14 auto's schreven in, terwijl de bloemenkweekers toezegden, de bloemen gratis beschikbaar te stellen), kre gen wij den indruk, dat zelfs het corso in Bergen zal worden overtroffen. Woensdag 3 Sept.: Markerdag. De Konin gin-Moeder zal dien dag Enkhuizen bezoeken. Donderdag 4 Sept.: Zeilwedstrijden. Vrijdag 5 Sept.: Vlootrevue, die door de Koningin, Prins Hendrik en Prinses Juliana zal worden bijgewoond. Een duizenddal schepen zullen aan de Vlootrevue deelnemen, bestaande uit vis- schersvaartuigen en jachten, onder leiding van den voorzitter der Koninklijke Zeilver- eeniging, den heer Crone. De visschersvaar- tuigen worden plaatsgewijze vastgelegd en de jachten soortsgewijze. De schepen wor den geëscorteerd door marine-vaartuigen en vaartuigen van de Zuiderzee-politie. De scheper, worden zoodanig gerangschikt, dat de Koningin de geheele vloot kan inspectee- J ren. De Koningin met 'gevolg zal op een marinevaartuig plaats nemen. Op drie booten, waaronder de groote Van Wijck, die plaats 'biedt voor 1000 personen, wordt het publiek in de gelegenheid gesteld, langs de vaartui gen en jachten te varen. Aan boord van de Van Wijck zal een Beiersche kapel aanwezig zijn, terwijl ook de Koninklijke Marinekapel de vlootrevue zal opluisteren. Vanaf het tentoonstellingsterrein zullen bovendien duizenden in de gelegenheid zijn, deze vlootrevue te volgen. Zaterdag 6 September: Volendammerdag. Zwemwedstrijden en groot vuurwerk. In Enkhuizen is men voor het slagen van de grootsch opgezette tentoonstelling vol goeden moed. Angst voor het weer heeft men niet, omdat de Enkhuizer Almenak na 19 Aug. stabiel, goed weer voorspelde en de Enkhui- zers zijn van meening, dat men daarop kan vertrouwen. Wij zijn er van overtuigd, dat duizenden Nederlanders en buitenlanders deze zeldzame gelegenheid om kennis te maken met het leven van de visschersbevolking uit de Zui derzeeplaatsen en de grootsche toekomst plannen van de Zuiderzee-drooglegging, niet onbenut zullen laten. Enk!huizen staan groote dagen te wachten. DRIE NIEUWE GEVALLEN VAN KINDERVERLAMMING. De besmettelijke ziekte kinderverlamming heeft zich opnieuw te Gouda geopenbaard. Er hebben zich gedurende de afgeloopen twee dagen drie gevallen voorgedaan, n.1. bij een meisje van vier maanden, een meisje van 2 XA jaar en een jongen van 18 jaar. De patiënten, waarvan de meisjes uit één gezin afkomstig zijn, zijn allen naar het Van Iterson-Zieken- huis vervoerd, waar hun het serum toegediend en hun verdere verpleging ter hand genomen is. In totaal zijn thans in de periode, waarin de poliomyelitis in zoo ernstige mate heerscht, 35 gevallen te Gouda voorgekomen. AUTO ONDER EEN LOCOMOTIEF. Dinsdagmiddag reed te Mijdrecht de garagehouder A. Eikelenboom van Uithoorn met een personenauto langs de Mijdrechtsche Zuwe in de richting Mijdrecht. Ter hoogte van den z.g. Tienboerenweg draaide hij ach terwaarts dezen weg in. Op hetzelfde oogenblik kwam van de rich ting Uithoorn een losse locomotief, die gere geld om dezen tijd den goederentrein van het station Mijdrecht haalt. Het gevolg was, dat de auto door de loco motief gegrepen en totaal vernield werd. De bestuurder bekwam ernstige bloedende verwondingen aan het hoofd en moest zich onder geneeskundige behandeling stellen. VERWISSELDE KOFFERS DIE TOCH WEER TERECHT KWAMEN. Een Duitsch meisje, dat Zondagmiddag met den trein via Nijmegen naar Arnhem was gekomen tot het afleggen van een bezoek aan hare aldaar wonende fam. had voor haar ver blijf aldaar natuurlijk een koffer met kleeren en verdere benoodigdheden medegenomen, ter wijl zij ook een vrii groot bedrag aan geld in het valies had geborgen. In den trein van Nijmegen naar Arnhem had ze haar koffer in 't bagagenet gezet, in de zelfde coupé zat een heer, ook met een koffer. Nu wilde het geval, dat de beide koffers op elkander leken als twee druppels water. Blij haar familie in Arnhem te ontmoeten, stapte het meisje uit en pakte den koffer om daarna met haar zuster,die haar had afgehaald, naar huis te gaan. Thuis zou een en "ander worden uitgepakt. Wie schetste de ontsteltenis van het meisje, toen ze in stede van haar dames- garderobe, heerenkleeding in den koffer ont dekte. Zij ging met den verkeerden koffer naar het politiebureau, waar men dadelijk i>ogin- gen in het werk stelde om den reiziger, die natuurlijk ook een anderen koffer had, te vin den. Deze liet niet zoo heel lang op zich wachten. Hij had n.1. in Zutphen de koffer verwisseling ook ontdekt en wist met het da- mesgoed geen raad. De beide koffers werden gesloten en gingen weder op reis, zoodat ieder thans zijn eigendom terug heeft. BALDADIGE KLIMPARTIJ IN DEN HAAG. Het perceel Huijgensplein hoek Stations weg te Den Haag, waarin de Haagsche bu- reeien van de Tel. zijn gevestigd, mocht zich gisteravond in een groote belangstelling van het wandelend publiek verheugen. In verband met herstellingen aan den kap van het ge bouw is aan de beide straatzijden van het hu:s een steiger opgericht. Hoewel de onderste ladder 's avonds bij het verlaten van het werk door de werklieden was weggehaald, waren eenige jongens, op de steigers geklommen, waar een passeerende politieagent hen om streeks halftien in den avond ontdekte. Onbe kend met hun bedoelingen en ook, omdat het verblijf tijdens het donker in zulke hooge regionen niet van gevaar ontbloot is, som meerde hij hen naar beneden te komen, doch in stede daarvan vluchtten zij het dak op. De agent h#alde daarop assistentie en vervol gras werd een uitgebreide speurtgpht over de daken der huizen van Huijgensplein en Sta tionsweg ondernomen, met het resultaat, dat twee jongens, naar schatting zestien en negen jaar oud, werden gevonden en door de politie zekerheidshalve naar het bureau aan het Rijs- wijksche plein werden gebracht. Den derden jongen, naar schatting een jaar of veertien oud, heeft men niet kunnen vinden. Waar schijnlijk is hij door een dakvenster één der huizen binnengeklommen en daar mogelijk uitgelaten. De politie heeft geen reden aan eenigerlei boos opzet te denkende heele klim partij is waarschijnlijk zuiver uit baldadig- heidheid ondernomen. TRAGISCHE ONTDEKKING VAN EEN JONGEN. Dezer dagen vond in de vaart te Beetster- zwaag een visscher het lijk van een hem onbe kenden persoon. Hij vroeg een paar daar voorbij fietsende jongens om de politie te waarschuwen. Dezen voldeden aan het ver zoek. Bij het lijk gekomen kwam een der kna pen tot de verschrikkelijke ontdekking, dat de verdronkene zijn eenige broer was Het bleek toen te zijn de 15-jarige A. V., zoon van den conciërge van het kantongerecht alhier. De knaap was 's morgens uit visschen gegaan en is toen gaan zwemmen. Vermoedelijk had hij reeds drie uren in het water gelegen. STUDENTEN TE UTRECHT. Het Amsterdamsehe Gerechtshof heeft uit spraak gedaan in de strafzaak tegen den gé rant en den portier van het cabaret „la Gaité" te Utrecht, die door den politierechter aldaar ieder 'tot 50 boete of 25 dagen hechtenis ewrden veroordeeld wegens mishandeling van een student bij een vechtpartij, ontstaan door dat een aantal studenten toegang eischten tot een besloten parti' en den gérant met een kat in het gezicht smeten. Het Hof bevestigde het vonnis. De civiele vordering werd den student ontzegd. VABER AKTHORiUS. Het toeval deed mij op Pinksteren in de hermitage van Bourlui overnachten. Nadat het avondbrood genuttigd was, vertelde vader Antonius mij van een gebeurtenis, welke hier op een stormach- tigen winternacht had plaats gehad. Vader Antonius was de eenige mon nik in deze afgelegen hermitage, welke, temidden der Moldausche bosschen tegen den bergrand gelegen was. Hij vertelde rustig, zooals men wel een oud, bijna vergeten verhaal weer geeft. Aan wien ook zou hij over iets spreken? Wie zou hem begrijpen? Voor niemand is de hermitage te bereiken, zoolang de winterstormen bulderen of het hooge water van het voorjaartdreigt. Hij zit dan gansch alleen met zijn herin neringen en dommelt in, terwijl gewaar wordingen zich effenen, vervagen, zoo als het spel van golven soms doet op verre zee. Doch eensklaps ontwaakt de aarde en het woud uit diepen slaap. In de plaats der maagdelijke sneeuw- kleedij breekt het frissche voorjaars groen door; in donkere, holle kloven ruischt het water, in de zonne-blijde luchten kwinkeliert een leeuwerik. Een nieuwe levenssfeer meldt zich aan en temidden daarvan staat de hermitage des Heeren. En op dezen lenteavond, als door het open venster teere geur van boschviooltjes naar binnen dringt,komt onder woorden, dat, wat de booze win terstorm bij duisteren nacht gezongen had. Ook over den eerwaardigen Antonius heeft een storm in de hermitage geloeid. Veertig jaren hadden hem gebogen, de glans zijner oogen was gebluscht. Hij zocht sedert jaren de eenzaamheid, na dat hij in zijn jeugd schipbreuk had ge leden. Hij hield van een meisje uit ons dorp. Hij had geen ouders meer en verdroeg zich niet goed met zijn familie. De liefde beteekende voor hem alles. Hij leefde daarvoor, bouwde er zijn toekomst op. Plotseling werd alles de bodem inge slagen. Een banale geschiedenis: den in de buurt wonenden land-edelman viel het niet moeilijk het meisje in te palmen met fraaie beloften, om het daarna te verstootenDeze schande bracht Gheorghe Morar in de grootste woede en opstand. Hij wilde zich wreken, maar ook de uitgedachte wraak keerde zich tegen hem als een zware beleediging. Jaar-in, jaar-uit kromt vadertje An tonius onder den last van ongeheelde wonden, sedert lange jaren scheidt zich het gif af naar zijn hart en de zwarte pij brengt geen verlichting. Jaar-in, jaar-uit leeft hij als asceet in het woud van Bourlui, in de in het beukengewas ver scholen hermitage. „Daar nu, vorige winter, juist op Kerstavond," aldus vertelt hij rustig, „zette de storm in. Ik was heelemaal al leen met een jongen leeke-broeder. Een gezonde knaap, maar niet erg snugger. Ik luisterde naar den storm, moederziel alléén!" „Geen mensch waagt zich in zulk weer uit het dom naar buiten. Ik zat in mijn cel en las en dacht over het leven der heiligen. Ik ben een eenvoudige monnik, mijn leergeld werd met kopergeld be streden. In deze boeken vind ik mijn troost als ik mij zoo heel alléén voel. U zal dit onbekend zijn, u weet niet, ver moed ik, wat eenzaamheid iseinde- looze eenzaamheid, dood, sterven dei- ziel De monnik keek mij met zijn goeie, blauwe oogen aan en vervolgde, zonder haast, zijn verhaal. Hij vertelde hoe de sneeuw een witte zondvloed zijn hermitage afdekte, hoe witte muren in het bosch ontstonden, die hem, als in 'n vesting, nog meer van de wereld af sneden. Het werd heel snel donker, het huilen van den sneeuwstorm werd heviger. Vadertje Antonius liep naar buiten; hij kon zich, door de windstooten, nauwe lijks overeind houden. Hij riep naar den kloosterleerling Konstantin, die daarop slaperig en sloom in de cel verscheen. „Wat is er, vadertje?" Niets bijzonders, Konstantijn. Luid de bel maar eens. Misschien dwaalt er een Christenmensch in het woud rond; hit moge naar ons den weg vinden." Beiden tezamen gingen zij naar den klokhctoren; helder, weerklonk de ko peren stem van de klok. Zij luidden lang, tot middernacht, toen de storm afg nam en de sneeuw dichter viel. Eerst nu drong, tot in de cel, het ingehouden steunen van het gestriemde woud door. Vader Antonius luisterde zwijgend; mo gelijk nam hij ook andere geluiden waar. want hij was zeer nadenkend ge worden. Het kwam hem voor, alsof het de nacht zelf was, die riep. Opnieuw trad hij naar buiten en in de open deur hoorde men de takken kraken en den wind zuchten. Zóó ook was het toentertijd geweest. Precies zoo had hij gestaanEn hij hoorde nu in de verte een'menschelijke stem. Ja, het was de stem van een mensch, die in vertwijfeling met de laatste krachten roept om hulp. Een grenzeloos medelijden greep den kluize naar aan. Hij ijlde in de hut terug, roe pend: „Konstantijn, Konstantijn „Wat is er, vadertje? „Pak de groote lantaarn.een mensch :s in het bosch verdwaald!" Konstantijn stak zijn zwaarbegroeiden kop buiten he warme vertrek, bromde wat tusschen de tanden, verdween weer, trok zijn pels aan, die hij vast om zich snoerde, trok evbneens de muts diep over de ooren en stak de lantaarn aan. Gewapend met een dikken stok, trad hij de duisternis in. „Waar is die man?" De monnik buiten luisterde scherp en hief de hand op: „Daargindshoor je niet? hij roept „Ik hoor niets." ,Trek je pelsmuts wat omhoog „Ja, ja, ik hoor hem nu ookmaai hij is ver-af." „Onzinver-af, bij zoo'n storm, ter wijl wij hem kunnen hooren? Konstan tijn, God zal je bestraffen, als je een ge doopt medemensch door de wolven laat verslinden. Ben je moogelijk bang?" „Ik ook wat moois! „Goed, dan vooruit! En ik zal luiden, dan vindt je den weg gemakkelijker terug." De novice ging en de kluizenaar be- teeg den klokketoren. Hij hoorde het heesche geroep van Konstantijn en het dringend smeeken van den verdwaalden mensch. En de klokken-tonen dreunden tegen den storm in. Het koperen lied vulde het kleine kïokkehuis en tusschen de slingeringen door belusterde vader Antonius den nacht. Konstantijn's stem werd steeds zwakker; zijn lantaarn dook af en toe als een dwaallicht rond tus schen het geboomte. „En toen hoorde ik Konstantijn's stem niet meer," vervolgde de monnik zijn varhaal. „Zwaar ademend trok ik het touw van de klok. Een eeuwigheid scheen het me toe sedert Konstantijn was verdwenen en voor de eerste maal voelde ik angst in mijn eenzaamheid.Maar hoe blij werd ik, toen plotseling weer het licht der lantaarn op dook en ik Konstantijn hoorde zeggen: Ohoo-ovadertje, ik heb hem!" IJlings liep ik de treden omlaag. Den half-bevroren man kostte het moeite te verteilen, -hoe hij aldus verdwaald was geraakt, hoe, hij den weg zoekend zijn slae en zijn koetsier was kwijt geraakt. En toen ze hem in de cel brachten, ontkleedden, met sneeuw wreven en hij langzamerhand geheel bij kwam, ont dekte vader Antonius wie hij was Hij was liet, die hem zijn bruid roofde, die hem deed geeselenvroeger, lang geleden, toen ze beiden jong waren. „Dat is de geschiedeniszei va dertje Antonius met vochtige oogen. „Ik' heb hem dadelijk herkend, hoewel hij van doodsnood rilde, zijn oogen uit de kassen puilden en de natte baard zijn pezicht ontredderde.Hij scheen groo ten angst voor den dood te voelen. Ik herinnerde me plotseling alles, wat er gebeurd was, alles scheen weer zoo na bij Een donkere wolk kwam me voor de oogen: met vergiftigde ziel zag ik naar dezen ellendigen mensch." „Had hij U herkend?" „Neenzei de monnik met een zucht. „Drie dagen heeft hij bij mij doorgebracht, lieeft in mijn bed geslapen, aan mijn tafel gezetentoen is hij wegge paan De kluizenaar zuchtte opnieuw diep en verzonk in stilzwijgen. Daarop trad hij naar een plank bij zijn bed, sloeg een oud boek met leeren band op. Het licht der hanglamp omscheen zijn hoofd. En even later, toen hij zich weer tot mij keerde, glansden zijn oogen van een in nerlijke rust. Den volgenden morgen leidde hij mij uit tot aan de poorts van zijn kluizenarij. Da berken pronkten in een teer groen waas, dat in de zon glinsterde. Als zui len van sneeuw schoten de berkestam- men uit het groen op. Ik wandelde, on der het looverdak van het woud, in die pe, heilige rust verder. Ik dacht zonder gedachten en schrikte op als een jonge, zwierige berkentwijg mijn gezicht be roerde. Even later nam ik in de verte de diepe, fluweelen klokketonen waar van den kluizenaar, wiens vertrapte ziel zoo grootmoedig wist te vergeven. En vóór mij dook op de beeltenis van dien bleeken man met do droevige, blg"we oogen en het lichtend voorhoofd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5