mtminschii Cnormt
PUROL
HEERENBAAI
Honderd twee en dertigste Jaargang.
Zaterdag 23 Augustus
gemeentelijke school voor
voorbereidend middelbaar
technisch onderwijs
te alkmaar.
inschrijving van nieuwe
leerlingen.
Rechtszaken
Als een hond.
Vóór het inzeepen
Binnenland
flo. 198 1930.
De inschrijving is opengesteld tot en
met 30 Augustus a.s. in het gebouw der
Ambachtsschool, des v.m. van 9—12 en
n.n. van 25 uur.
Leerlingen van Ambachtsscholen met
een volledig leerplan voor het voortge
zet lager onderwijs kunnen reeds na het
doorloopen van de 2e klasse worden toe
gelaten, mits zij het derde leerjaar aan
de Ambachtsschool te Alkmaar volgen.
Leerlingen met het diploma Ambachts
school of zij die naar de 5e klasse van
de Gem. Avondschool voor Nijverheids-
wonderwijs zijn bevorderd, kunnen on
middellijk worden toegelaten, onder
(Overlegging van hun rappoïtboekje en
•een verklaring van den Directeur dat ze
jvoldoenden aanleg hebben voor voort
gezette studie in de technische vakken.
Het schoolgeld wordt geheven naar het
'inkomen en is zeer laag gesteld.
De school geeft opleiding voor het toe
latingsexamen eener Middelbare Tech
nische School.
De lessen worden in de avonduren ge
geven. AANVANG 2 SEPTEMBER a.s.
Nadere inlichtingen bij den Directeur
A. FLEDDERUS.
VOOR DEN KANTONRECHTER TE
ALKMAAR.
Zitting van Vrijdag 22 Augustus.
j HET VERKEER BIJ DE VLOTBRUG IN DE
WAR GESTUURD!
Als eerste comparant ter zitting van Vrijdag
presenteerde zich de 49-jarige heer W. H. O.,
een huizenverhuurder uit Bergen, aan wien was
(ten laste gelegd dat hij op 24 Juni te Alkmaar
in een door hem bestuurde auto, afkomende van
liet Heiligland, terwijl het doorgaand verkeer
Wwegens de opengedraaide vlotbrug was stop
Igezet, niettegenstaande het door den brugwach
ter van Meeteren gegeven stopsein en last om
(terug te rijden, voor de wachtende auto's was
(Voortgereden, niettegenstaande ook een auto
naderde vanaf de inmiddels dichtgedraaide
.vlotbrug. Gehoord werden in deze zaak de
heeren van Meeteren, brugwachter en Robber,
adj. keurmeester bij den Keuringsdienst, als ge
tuigen. De heer H. ontkende perse alle schuld.
Indien er fouten gemaakt waren, dan was het
door den brugwachter en niet door hem.
Waarom bleef u niet in de file, vroeg de amb
tenaar.
Maar meneer, ik moest niet over de vlotbrug,
ik moest den Kanaaldijk op, dus behoefde ik
niet op het verkeer over de vlotbrug te wach
ten, repliceerde verdachte, voorts overleggen
de een situatieteekening om een en ander dui
delijk te maken.
De brugwachter van Meeteren verklaarde be
last te zijn met de regeling van het verkeer
over de brug en overlegde als zoodanig zijn in
structie.
In 't belang van het verkeer gelastte hij ver
dachte die doorreed, te stoppen en achteruit te
gaan, waaraan deze slechts een oogenblik vol
deed. Toen stak hij eensklaps zijn richtingaan
wijzer uit en reed door, zoodat een van den
Kanaaldijk komende auto gedwongen was links
van den weg te stoppen, teneinde verdacht
doortocht te verleenen. De heer Robben, daar
op gehoord, verklaarde in denzelfden geest.
De Kantonrechter achtte de verklaring van
den brugwachter afdoende. Diens volmacht als
verkeersregelaar bij de vlotbrug stelt zelfs de
politie achter. Verdachte had zich dus naar
diens aanwijzingen moeten gedragen, en daar
mede was de zaak uit.
De ambtenaar noemde het optreden van ver
dachte onhebbelijk en zou de politie verzoeken
speciaal op hem te letten, en requireerde ten
slotte 25 boete of 25 dagen.
Verdachte noemde het gebeurde overdreven
voorgesteld. Hij rijdt reeds 7 jaar en is in dien
tijd slechts 4 maal voor onbeduidende overtre
dingen bekeurd.
De Kantonrechter waarschuwde verdachte
voor ontzegging van rijbevoegdheid, die bij her
haling dreigde en veroordeelde hem tot 15
boete of 15 dagen.
Vanmiddag: is mijn hond overreden. Ik
hield veel van hem. In een park, waar kinde
ren spelen, waar herstellenden nieuwe levens
kracht komen zoeken in de schaduw van
hooge boomen, kwam de een of andere aan
rennen in een automobiel, die hij met on
zekere hand en slecht bestuurde. Ditmaal
was het een allerliefst trouw diertje, dat hij
verpletterde; morgen Mijn hond is over
reden.
En omdat ik vanavond nog een schets
moet neerschrijven, geef ik u een hondenge
schiedenis, een van de aandoenlijkste, die ik
kt n.
Het is dan tevens een aandenken aan den
kleinen makker, dien ik verloren heb.
Er was eens een jong echtpaar. Zij een en
a' lieftalligheid, blond, heel teer, een beetje
droefgeestig van wezen met een zachten
glimlach. Hij was een stevige baas, haast al
te fcrsch; men zou hem voor ongevoelig ge
houden hebben zonder dien zekeren blik in
zijn oogen, zoo vaak hij vol bezorgdheid zijn
vrouw aanzag. Ik had hem leeren kennen
Vr rieden jaar in de hoogalpen. De arme man
had alle reden om zijn vrouw aldus met
angstige zorg te beschouwen. Haar longen
waren aangedaan en zij kwijnde weg. Zij
wist het zelve niet gelukkig; zij hoopte op
een wonder. Dat doen zij allen daar, omdat
zij het leven aanbidden. Toch waren er wel
oogenblikken, waarin zij minder dapper was
dan zij haar man wilde doen gelooven; dan
had zij behoefte aan een wezen tot hetwelk
zij zich kon uitspreken en dat was lim.
AAN HET KORTSTE EINDJE
GETROKKEN,
ngevolge het op de voorgaande zitting geno
men besluit werd heden de zaak tegen den heer
U>rnehs R„ particulier te Heiloo, die op 1 Juli
aldaar, tijdens de huldiging van den jubileeren-
den burgemeester zou hebben verkeerd in
kennelijken staat, voortgezet met het hooren
van den verbalisant, brig. titulair A. Bergsma
van Egmond aan zee. Deze ambtenaar bleef
pertinent bij zijn proces-verbaal volharden en
vulde zulks aan met de mededeeling dat ver
achte slingerde, lastig en vervelend was tegen
over andere personen.
De heer R. bleef een en ander ontkennen en
schreef zijn niet vasten gang toe aan de om
standigheid dat hij geruimen tijd op een stoel
had gezeten en van dit zitten stijf was gewor
den. Dat hij op zijn weg naar huis was ge
volgd door een afdeeling baldadige jongens, had
niet tot oorzaak zijn dronkenschap, doch hij
wordt meermalen door de jeugd op een derge
lijke ongepaste wijze bejegend en zelfs met
steenen gegooid.
Nadat de heer er door ambtenaar en
kantonrechter op was gewezen, dat bij een
volgende overtreding ter zake art. 453, opzen
ding naar een Rijkswerkinrichting kan worden
opgelegd, werd verdachte schuldig verklaard
en veroordeeld tot 10 boete of 10 dagen.
EEN GEVAARLIJK HOEKJE BIJ
NIEUWESLOOT EN SCHOOLSTRAAT.
Uit de naburige gemeente Koedijk verscheen
de 23-jarige werkster, mej. Petronella van D.,
welke dame op 11 Juli op haar rijwiel vanaf de
Nieuwesloot te Alkmaar de schoolstraat in wil
lende rijden, te veel links hield met gevolg, dat
een aanrijding ontstond tusschen een van de
andere zijde de rechterkant van de Schoolstr.
houdende wielrijder, de 24-jarige heer G. Ka
per, kantoorbediende te Alkmaar. Gelukkig
vloeide geen bloed, doch de wielrijder geraakte
tegen de vlakte en zijn rijwiel werd beschadigd.
Onverstandig genoeg weigerde de juffrouw een
minnelijke schikking door betaling van 7 en
zij smaakte het dubieus genoegen, heden we
gens overtreding van art. 6 der Motor- en Rij-
wielwet terecht te moeten staan. Hoewel werd
toegegeven, dat het hoekje aldaar zeer gevaar
lijk is en voorzichtig rijden vereischt, kon toch
niet worden uitgeschakeld de schuld van het
meisje door haar links rijden, al deed zij dit
dan ook, volgens haar opgaaf, uit vrees links
houdende voetgangers te zullen ontmoeten.
Verdachte werd veroordeeld tot 4 boete of
4 dagen, plus betaling van 12 schadevergoe
ding aan den heer Kaper.
De Kantonrechter merkte in verband met
deze zaak op, dat het aanbeveling zou verdie
nen, indien in de Schoolstraat één richtingver-
keer werd voorgeschreven.
NIET ALLEEN VRIJGESPROKEN, MAAR
ZELFS ONTSLAGEN VAN ALLE
RECHTSVERVOLGING.
De heer C. M. van L., aannemer aan den
Schermerweg te Alkmaar, die vorige week te
recht stond ter zake overtreding der Arbeids
wet, welke zaak in verband met het door ver
dachte gevoerde verweer, dat de in de dag
vaarding genoemde arbeiders, belast met dak
bedekking, niet waren in zijn dienst, doch on
deraannemers tegen een vastgestelde som, had
alle reden, tevreden te zijn over het verloop der
voortgezette behandeling. Gehoord toch als ge
tuige werd de heer Zacharios Schreuve uit den
Haag, een van de ter sprake gebrachte dakwer
kers, die geheel overeenkomstig de opgaaf van
den aannemer verklaarde en zulks door over
legging der schriftelijk aangegane overeen
komst kon bekrachtigen. Hij noch zijn collega
Boere bevonden zich in loondienst van den
heer van L. en hun namen kwamen op de ar
beidslijst niet voor. Waar de zaak zóó zwak
stond, kon de ambtenaar niét anders dan vrij
spraak requireeren, doch de Kantonrechter
ging zelfs nog 'n stapje verder en ontsloeg den
heer van L. van alle rechtsvervolging.
EEN WIELRIJDER AANGEREDEN.
Op den 22 Juli reed op den slecht onder
houden duinweg onder Schoorl een groote
touring-autobus, waarin gezeten waren leden
van het Luth. mannenkoor uit Amsterdam,
welke bus werd bestuurd door chauffeur H.
W. L., werkzaam bij den garagehouder
Menius Bakker te Amsterdam. Voor de bus
uit reden een tweetal wielrijders, de heer Cor-
nelis Mol, bakkersgezel te Schoorl en de los-
arbeider Jan Beeldman, eveneens aldaar
woonachtig. De twee wielrijders reden uiterst
rechts op den nog berijdbaren rand van den
plecht onderhouden weg, door een strook mul
zand gegarneerd. De chauffeur van de
touringcar probeerde met zijn geweldig
vehikel de wielrijders te passeeren, doch haal
de niet voldoende uit naar links, waardoor de
bakker Mol werd aangereden, van zijn fiets
geraakte en met zijn arm tegen het achter
wiel van de bus kwam, waardoor zijn arm
zoodanig letsel bekwam, dat geneeskundige
hulp bij dr. Heringa moest worden ingeroe
pen. Aangezien geen poging werd gedaan
Jim had 't meest van eer foxterrier, maar
omtrent zijn afkomst verkeerde men in 't on
zekere. Hij was wit met een zwarte vlek bij
zijn kort staartje en een bruinen bril om 't
linker oog en hij was vlug als kwikzilver.
Alleen zijn vrouw wist welk een warm hartje
hij had. Alleen tegenover haar was hij aan
halig en wanneer zij hem op haar schoot
riep, was hij met één sprong bij haar en nes
telde zich in haar armen en stak zijn kopje
omhoog om haar in 't smalle gezichtje te
zien, met een uitdrukking, die ik alléén bij
een hond heb waargenomen. Het is iets als
een glimlach en 't is hun eenige middel om
ons te zeggen wat zij denken. Met hun be
wegingen vertolken zij hun aandoeningen,
maar om het denken uit te drukken, dat ia
hen geboren wordt, hebben zij niets dan dien
onbeholpen glimlach. En als gij hen ver
staat, als zij voelen, dat gij hen begrepen
hebt, durven zij u pas een likje te geven, een
liefkoozing uit dankbaarheid, dat gij hen uit
hun eenzaamheid verlost hebt.
Zóó stond het tusschen Jim en Marie en
Marie vertelde Jim van allerlei en Philippe
was er wel eens jaloersch om. Hij hield
bovendien niet veel van dieren. Hij was nog
te zeer vervuld van vitaliteit, niettegenstaan
de de groote zorg om Marie. Zijn eigen ster
ke wezen belette hem zich te verdiepen in al
het leed in anderer leven. Hij streed alleen
tegen het lijden, dat Marie deed wegteren en
in dien strijd hinderde hem de hond, dien hij
voortdurend op zijn weg vond, in ae zieken
kamer, aan het voeteneinde van het bed.
Dan kon hij soms ruw uitvallen: „Ga toch
heen! Je verveelt me.'-
Als gij U moeilijk scheert omdat Uw
huid gauw stuk gaat en pijn doet, dan
kunt gij dit geheel voorkomen, indien
gij vóór het inzeepen de huid even in
wrijft met slechts een weinig
deze zaak onderling te regelen, volgde aan
gifte en stond genoemde chauffeur heden te
recht wegens overtreding van artikel 3 van
de Motor- en Rijwielwet.
De verdachte, in persoon aanwezig, ont
kende beslist iemand te hebben aangereden
en had als getuige a décharge medegebracht
zijn patroon, die verklaarde, dat L. bekend
stond als een voorzichtig en gewild chauf
feur.
Volgens meening van verdachte was de
aangeredene zelfs de schuld van het gebeur
de. Hij was met zijn rijwiel in het mulle zand
terecht gekomen, toen verdachte, die niet
voornemens was, voortdurend achter de wiel
rijders aan te rijden, hen voorbij reed. Inzit
tenden uit de bus hadden hem ook toegeroe
pen, dat er niets van beteekenis was gebeurd
en de wielrijder zelf de schuld droeg. Ver
dachte noemde het een opgeschroefde zaak
en de rechercheur in Amsterdam had er ook
om gelachen en zich verwonderd, dat zoo'n
onbenullig zaakje was vervolgd. Indien hij
werd veroordeeld, zou verdachte met niet
minder dan 30 getuigen a décharge terug
komen.
De heer ambtenaar bekeek echter de kwes
tie uit een meer bedenkelijk oogpunt en was
van meening, dat het niet aanging om maar
op een wielrijder in te rijden, ook dezen heb
ben recht op den weg. Gevorderd werd 20
boete of 20 dagen en de heer kantonrechter
het volmaakt eens zijnde met de opvatting
van het O.M., zwichtte ook niet voor de be
dreiging met 30 getuigen en veroordeelde
den touringcarbestuurder tot f 15 of 15
dagen met toewijzing der billijke civiele ad
5 aan den heer Mol wegens kosten voor
geneeskundige behandeling door dr. Herin
ga.
HOE STERK WAS DE MOTOR?
De 8-jarige heer J. P. B., directeur eener
zuivelfabriek te Castricum, verscheen als ver
dachte voor den kantonrechter, naar aanlei
ding van het hem bij dagvaarding ten laste
gelegde feit, dat hij: op 2 Juli in strijd met de
verordening een 9 a 10 P.K. motor in wer
king zou hebben gehouden. De heer B. zeide
zich grootelijks over deze vervolging te ver
bazen. Bedoelde motor had slechts een capa
citeit van 3/10 P.K., waarmede b.v. een stof
zuiger in werking wordt gesteld. Hij had
daaromtrent een onderhoud gehoud met bur-
femeester Lommen, die hem had toegezegd,
at deze zaak geen verdere gevolgen zou
hebben. Later had de heer B. bedankt als be
stuurslid en lid van „Castricum Vooruit" en
bracht hij dit feit in verband met het voort
zetten der strafvervolging; Hij insinueerde
voorts, dat in Castricum wel wat met gunsten
werd gewerkt en merkte voorts op, dat hij
van de motor een nogal kostbare teekening
had doen vervaardigen en dat er geen over
eenkomst bestond tusschen de respectieve
datums, waarop de overtreding zou zijn ge
constateerd. In verband met het door com
parant gevoerd verweer, vermeende de kan
tonrechter, dat het onderzoek niet volledig
was geweest en werd besloten, dat deze zaak
meer uitvoerig zou worden onderzocht en
derhalve voor onbepaalden tijd zou worden
aangehouden.
EEN NIET TOELAATBARE
FACILITEIT.
Een werknemer, in dienst van den heer C
M. v. L., aannemer te Alkmaar, had tenge
volge va neen heuglijk familiefeest een vrijen
dag genomen en aan den patroon vcerzoch',
den verloren arbeidstijd door overweg te mo
gen inhalen, zoodat hij geen loonverlies zou
behoeven te lijden. De heer van L. had daar
tegen persoonlijk geenerlei bezwaar, doch
wees er zijn knecht op, welk risico door hem
kon worden beloopen. Niettemin werkte be
doelde werknemer in den nacht van 14 Juli
naarfstiglijk door, doch deze ongewone
nachtarbeid ontging niet de politie-controle,
zoodat proces-verbaal volgde en de heer van
L. als verantwoordelijk werkgever, heden tot
4 boete of 4 dagen werd veroordeeld.
EEN GEVAARLIJKE OOGGETUIGE.
De 18-jarige melkventer Simon Sch. uit
Heiloo had zich den 23 Juli op zijn rijwiel
met onverantwoordelijke snelheid voortbe
wogen in de steeds druk bezochte Lange-
straat te Alkmaar en was door deze roeke
loosheid oorzaak, dat een tweede andere
wielrijder werd aangereden. De jeugdige
bakker, heden ter verantwoording geroepen,
erkende wel een overmatige snelheid te heb
ben ontwikkeld, doch de aanrijding achtte
Zelfs gebeurde het wel eens, dat hij hem
een schop gaf, o! niet hard, al jankte Jimmie
even.
„Hij schreeuwt al, voordat ik hem aan
raak", beweerde de wreedaard.
En dat was zoo. De meeste honden weten
wel, dat dit een middel van verdediging is
tegenover een oppermachtigen meester. Zij
hebben ervaren, dat ^e baas meewarig is en
zij doen een beroep op dien karaktertrek.
Toch was Jim bang voor Philippe, liep voor
hem weg of kroop angstig op zijn buik, en
natuurlijk voelde Philippe zich hierdoor be-
leedigd. Er was een misverstand tusschen die
twee, dat dagelijks grooter werd.
„Och toe, Philippe, ik heb zoo graag, dat
hij in de kamer blijft."
„Goed dan, als je 't graag wilt."
Men kon haar niets weigeren. Zij was
stervende het gebeurde daar hoog in de
Alpen. Denk u een sanatorium. Uit alle ven
sters van alle kamers is het uitzicht even
goddelijk mooi en de echtgenoot met zijn
voorhoofd tegen de ruit gedrukt vraagt zien
af, hoe hij zich beheerschen zal om niet in
snikken uit te barsten. Op het bed geeft Jim
van tijd tot tijd een likje op de koortsachtig
gloeiende hand.
„Moed houden", heeft de dokter gezegd
Philippe hield moed dat doet men al
tijd.
„Neem dat dier weg", heeft hij alleen ge
zegd, toen men Marie in haar kist neerlegde.
Jim werd opgesloten in een half donkere ka
mer. Toen het stoffelijk overblijfsel naar
Frankrijk werd teruggebracht ging hij mee
met de bedienden. Hij nam notitie van nie-
hij van weinig beteekenis. Het bleek echter,
dat niemand minder dan de inspecteur van
politie het gebeurde had gadegeslagen en
bracht zijn verweer hem weinig voordeel. Hij
werd dan ook vermaand en veroordeeld tot
7 boete of 7 dagen, terwijl de kantonrechter
de hoop uitsprak, dat het toezicht op het
snelle racen ter plaatse, met onverminderde
scherpte zou worden voortgezet.
ONBEVOEGD UITOEFENEN DER
GENEESKUNDE.
Tegen den magnetiseur B., uit Amsterdam,
die in April van dit jaar op zijn zittingsuur te
Wormerveer aan den Wandelweg den 68-jari-
gen J. T. M., door masseeren en electriseeren
van zijn stijven arm en linkerbeen probeerde
af te helpen, is dezer dagen voor het kanton
gerecht 200 subs. 100 dagen hechtenis ge-
ëischt.
BESCHADIGING VAN EEN DIJK.
Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch
stond terecht H. J. J. A., landbouwer te Beu
gen verdacht den Nieuwen Maasdijk te Beu
gen, dienende tot waterkeering en toebehoo-
rende aan de provincie Noord-Brabant, op
zettelijk en wederrechtelijk te hebben bescha
digd door aan den voet van dien dijk te ploe
gen.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat de eige
naars van gronden de gewoonte hebben de
dijken te vernielen. Tusschen den dijk en den
grond van verdachte's vader lag een strook
grond van ongeveer 1 'A M. breedte, welke
strook was omgeploegd'. Ook was een voor
geploegd in den dijk.
Verdachte ontkende het hem ten laste ge
legde.
Het O.M. was van oordeel, dat hier sprake
was van overtreding van art. 351 W. v. S. of
art. 351 bis. Waar Ged. Staten verzocht heb
ben om oplegging van behoorlijke straffen,
meende spreker, dat in het algemeen hechte-
nisstraf behoort te worden opgelegd. Gezien
echter het gunstige verleden van verd., vroeg
het O.M. oplegging van een geldboete van
60, subs. 60 dagen hechtenis.
Mr. Schipperijen pleitte voor een geringere
geldboete.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Dierenbeulen.
Op 26 Maart 1.1., zagen twee bouwvakar
beiders, die te Oud-B ussum onder Naarden
op een in aanbouw zijnde villa aan het werk
waren, een met een paard bespannen, zwaar
beladen tankwagen op den zeer moeilijk te be
rijden, zanderigen grintweg plotseling stil
staan.
Het paard spande alle krachten in, maar
het kon niet verder. De bestuurder kwam toen
van den bok; en begon het dier met een stuk
hout, dat hij van een boom had gesneden, te
gen den kop en onder den buik te slaan.
Toen 't niet hielp, kwam de voerman eener
andere kar er bij en ging aan de dierenmis
handeling deelnemen.
Beiden sloegen er op het hardst op los. Was
het eene hout stuk geslagen, dan sneden of
trokken zij een nieuw stuk van de boomen om
er het arme beest mee te lijf te gaan! Het on
ophoudelijk geranselde dier steigerde gewel
dig en sprong telkens opzij uit en ten slotte
wrong het zich door de pijn uit het tuig, met
het gevolg, dat het lemoen brak.
De beide bouwvakarbeiders waarschuwden
de politie, die tegen de dierenbeulen proces
verbaal opmaakte.
Deze moesten voor den politierechter mr.
Swagerman te Amsterdam terechtstaan, doch
slechts een der verdachten, een vrachtrijder
uit Bussum verscheen in persoon; de andere,
een vrachtrijder uit Kortenhoef, liet verstek
gaan. Deze laatste was de voerman van het
mishandelde paard en zou zich volgens den
eenen bouwvakarbeider herhaaldelijk aan
mishandeling van zijn paard schuldig maken.
Reeds een keer of vier tevoren zei hij daar
getuige van te zijn geweest. De andere, wel
verschenen verdachte ontkende eenvoudigweg
geslagen te hebben. De beide getuigen hielden
't echter vol.
Het O.M., mr. Van Dullemen, eischte één
week gevangenisstraf tegen ieder der verdach
ten. Mr. Swagerman, vonnis wijzende, noem
de het feit, zooals het zich toegedragen heeft,
zeer ernstig. Waar de voerman van het paard
een gewoonte schijnt te maken van dierenmis
handeling, achtte mr. Swagerman voor hem
een zwaarder straf op zijn plaats. Hij veroor
deelde hem tot één maand gevangenisstraf en
legde aan den anderen verdachte veertien
dagen gevangenisstraf op.
BOSSCHE BEULING IS GEEN WORST.
De kantonrechter te 's Hertogenbosch
verleende ontslag van rechtsvervolging aau
de Bossche slagers, die gedagvaard waren
ter zake van overtreding der bepalingen van
het Vleeschwarenbesluit. Het betreft de be
kende Bossche beuling, een mengsel van
mand, liet zich niet liefkoozen, verkoos bijna
niet te eten. Zoo leefde hij in zijn eenzaam
hoekje voort. Zoo leefden zij allen voort: de
ouders en de vrienden van Marie en zelfs
Philippe.
Het schemeruur is het moeilijkste van den
dag. Wanneer de nacht valt en het licht ver
dwijnt uit een vertrek, waar men een geliefd
wezen beweent, dan meent men wel, dat een
schim zich losmaakt uit de opstijgende
schaduwen, maar de schim vervluchtigt aan
stonds en het oogenblik breekt aan, waarop
zij zich niet meer vertoont. Dan is men eerst
volkomen eenzaam. Het verleden wijkt terug.
Hoe kan men het vasthouden?
„Marie!" prevelde Philippe op zulk een
avond.
Hij was in hun huis in Parijs, in hun ka
mer en hij was zoo vreeselijk alleen. Hij zat
voor de openslaande deur. met het hoofd te
gen het vensterglas. Met den elleboog op zijn
knieën steunde hij het hoofd op zijn eene
hand, terwijl de andere langs zijn zijde hing,
half geopend.
„Marie...."
Hij wilde haar vasthouden. Als haar
beeld hem verlaten ging, wat moest er dan
van hem worden? Moest hij nu ook nog zijn
verdriet zien heengaan? Zoo vreeselijk al
leen... Philippe wist niet, dat Jim in de ka
mer was, maar op eens voelde hij in zijn ge
opende hand het puntige snoetje van Jim en
ae hand werd een beetje opzij geduwd, om
dat het hondje zich tegen zijn knie aan
drong.
Philippe nam eerst geen notitie van het
diertje; zijn vingers bleven opbewegelijlc; hij
ECHTE FRIESCHE
20'50 et per ons
meel en longen van geslacht, een en ander
in een darm gestopt. En juist omdat het
mengsel in een darm, :volgens den directeur
van den Keuringsdieftst, den vorm heeft van
worst, heet beuling „worst" te zijn, doch
voldoet als zoodanig niet aan de bepaling
der Vleeschwarenwet, welke méér vleesch
dan meel in den darm eischt. Dus zou de
Bossche beuling moeten verdwijnen. De sla
gers wezen er, naar de Telegr. meldt, o.tn.
op, dat tal van steden er een specialiteit op
r.a houden, waarop de stad zich beroemt.
De slagers hebben het pleit gewonnen. De
Bossche beuling blijft, tenzij een ander juri
dische puzzle de kwestie voor den derden
keer op het tapijt brengt.
MEISJE MEEGETROOND DOOR
VERDACHT INDIVIDU.
De hoofdcommissaris van politie te Rotter,
dam verzoekt de dame, die Dinsdag 19 Aug.
een klein meisje in de Nieuwe Plantage of
omgeving van een fietsrijder afgenomen en
dat kind naar den Goudschesingel gebracht
zou hebben, zich aan het bureau van de ze
den- en kinderpolitie, Achterklooster 40, te
pielden tot het geven van inlichtingen.
Êf DE INBRAAK BIJ DE FIRMA
g$fr BERKEMEYER.
Op vrije voeten.
De beide mannen, die Dinsdag door de
Amsterdamsche politie zijn gearresteerd, ver
dacht, medeplichtig te zijn aan de inbraak bij
de firma Berkemeyer op het Rokin, zijn gister
weder op vrije voeten gesteld wegens gebrek
aan voldoende bewijzen.
ZAANSCHEINBRAKEN
OPGEHELDERD.
De gearresteerde H., die Zaterdagnacht te
Zaandam een auto uit een garage stal, heeft,
naar de Tel. meldt, bekend schuldig te zijn
aan verschillende inbraken en diefstallen,
welke den laatsten tijd daar gepleegd zijn.
Bij een inbraak in de puddingfabriek van den
heer Homburg is, behalve een klein bedrag in
geld, ook een viertal polshorloges ontvreemd.
Bij de achtergebleven auto in den Amsterdam,
schen polder nu schijnt H. van zulk een hor
loge een riempje verloren te hebben. Aange
zien de politie reeds lang vermoeden tegen
hem had en zijn gangen bekend waren, kreeg
zij volkomen zekerheid, toen eveneens bij den
auto een papier van H. gevonden werd met
een reisroute naar Kampen er op. Twee mis
drijven waren dus door het vinden dezer be
wijzen vrijwel opgehelderd. De inbraak in de
puddingfabriek der firma Onrust en Hoorn,
voor eenige weken, bleek zooveel overeenkomst
te hebben met de andere, dat ook hiervan H'.
verdacht werd. Men slaagde er in hem ook
hiervoor tot bekentenis te brengen. Een reeds
maanden geleden gepleegde diefstal van een
gouden horloge uit een zeiljacht van den heer
Br. is mede thans opgehelderd.
Door deze arrestatie is Zaandam van een
lastig heerschap bevrijd. De arrestant is ter
beschikking van den officier van Justitie te
Haarlem gesteld.
AANRIJDING TUSSCHEN AUTO
EN TRAM.
Te Laren zijn gistermorgen een auto van
den heer B. uit Haarlem, en een motorwagen
van de Gooische Tram van de lijn Laren
Hilversum in botsing gekomen. Doordat de
bestuurder van den auto de tram te laat zag
aankomen, kon hij zijn wagen niet tijdig ge
noeg meer tot stilstand brengen, zoodat de
aanrijding onvermijdelijk werd. Met vrij
groote kracht botste de tram tegen den auto
op, waarvan het voorste gedeelte geheel werd
ingedrukt. De tram werd eveneens ernstig be
schadigd. De politie liet den auto in beslag
nemen, ten einde te controleeren of de remmen
wel goed functionneerden. Den bestuurder
van de tram trof geen schuld. i
ONDER EEN AUTO.
Een heer te Haarlem doodgi
reden.
Gistermorgen elf reed een heer uit de
Bosch en Hovenstraat te Haarlem per fiets
op den Wagenweg. Blijkbaar wilde hij den
Eindenhoutstraat ingaan. Hij deed dit ech
ter zonder zijn hand uit te steken en werd
door een auto, die van de andere zijde kwam,
gegrepen. Hij was onmiddellijk dood.
1 i
bleef zwijgen, het leek wel of hij niets be
merkt had.
Zachtjes aan drukte Jim zijn lijfje vaster
tegen de knieën van den baas. Hij had een
ioeping te vervullen, hij moest een bood
schap overbrengen, hij kwam daar om over
zijn meesteres te praten. Hij wilde haar ook
niet vergeten. Hoe dikwijls had zij niet ge
zegd: „Wat moeten jullie beiden toch begin
nen als ik er niet meer zijn zal?"
Hij wist het nog best en aan den baas, die
niet van hem hield, die nooit van hem ge
houden had, bracht hij het geschenk van zijn
trouwe arme hondenzieltje.
Schuchter raakte 't tongetje de neerhan
gende hand aan.
Philippe werd er niet boos om, maar trok
zijn hand terug en zag op Jim neer.
„Ben jij daar?" zei hij.
En Jim zag hem aan met die zekere uit
drukking, zooals hij zijn meesteres had aan
gezien, en Philippe herkende den blik. j
„Kom dan maar," zei hij.
En Jim sprong op de knieën van den baas,
die hem tegen zich aandrukte en eindelijk in
tranen verlichting vond.
Sedert dien dag zijn Philippe en Jim onaf
scheidelijk en de vrienden van Marie hebben
den indruk, dat zij samen over haar praten,
en dat Jim aan Philippe alles vertelt, wat
Marie hem eens toevertrouwde.
Misschien vindt men dit verhaaltje heele-
maal niet treffend. Ik ik schrei, terwijl ik
het u vertel. Zij hebben vanmiddag mijn
•hond overreden en ik weet maar al te goed.
dat een stuk van mijn eigen leven is heenge
gaan met dezen vriend, die zooveel herin*»-
ringen met zich medeneemt,