mtminschii Cnormt PUROL HEERENBAAI Honderd twee en dertigste Jaargang. Zaterdag 23 Augustus gemeentelijke school voor voorbereidend middelbaar technisch onderwijs te alkmaar. inschrijving van nieuwe leerlingen. Rechtszaken Als een hond. Vóór het inzeepen Binnenland flo. 198 1930. De inschrijving is opengesteld tot en met 30 Augustus a.s. in het gebouw der Ambachtsschool, des v.m. van 9—12 en n.n. van 25 uur. Leerlingen van Ambachtsscholen met een volledig leerplan voor het voortge zet lager onderwijs kunnen reeds na het doorloopen van de 2e klasse worden toe gelaten, mits zij het derde leerjaar aan de Ambachtsschool te Alkmaar volgen. Leerlingen met het diploma Ambachts school of zij die naar de 5e klasse van de Gem. Avondschool voor Nijverheids- wonderwijs zijn bevorderd, kunnen on middellijk worden toegelaten, onder (Overlegging van hun rappoïtboekje en •een verklaring van den Directeur dat ze jvoldoenden aanleg hebben voor voort gezette studie in de technische vakken. Het schoolgeld wordt geheven naar het 'inkomen en is zeer laag gesteld. De school geeft opleiding voor het toe latingsexamen eener Middelbare Tech nische School. De lessen worden in de avonduren ge geven. AANVANG 2 SEPTEMBER a.s. Nadere inlichtingen bij den Directeur A. FLEDDERUS. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Zitting van Vrijdag 22 Augustus. j HET VERKEER BIJ DE VLOTBRUG IN DE WAR GESTUURD! Als eerste comparant ter zitting van Vrijdag presenteerde zich de 49-jarige heer W. H. O., een huizenverhuurder uit Bergen, aan wien was (ten laste gelegd dat hij op 24 Juni te Alkmaar in een door hem bestuurde auto, afkomende van liet Heiligland, terwijl het doorgaand verkeer Wwegens de opengedraaide vlotbrug was stop Igezet, niettegenstaande het door den brugwach ter van Meeteren gegeven stopsein en last om (terug te rijden, voor de wachtende auto's was (Voortgereden, niettegenstaande ook een auto naderde vanaf de inmiddels dichtgedraaide .vlotbrug. Gehoord werden in deze zaak de heeren van Meeteren, brugwachter en Robber, adj. keurmeester bij den Keuringsdienst, als ge tuigen. De heer H. ontkende perse alle schuld. Indien er fouten gemaakt waren, dan was het door den brugwachter en niet door hem. Waarom bleef u niet in de file, vroeg de amb tenaar. Maar meneer, ik moest niet over de vlotbrug, ik moest den Kanaaldijk op, dus behoefde ik niet op het verkeer over de vlotbrug te wach ten, repliceerde verdachte, voorts overleggen de een situatieteekening om een en ander dui delijk te maken. De brugwachter van Meeteren verklaarde be last te zijn met de regeling van het verkeer over de brug en overlegde als zoodanig zijn in structie. In 't belang van het verkeer gelastte hij ver dachte die doorreed, te stoppen en achteruit te gaan, waaraan deze slechts een oogenblik vol deed. Toen stak hij eensklaps zijn richtingaan wijzer uit en reed door, zoodat een van den Kanaaldijk komende auto gedwongen was links van den weg te stoppen, teneinde verdacht doortocht te verleenen. De heer Robben, daar op gehoord, verklaarde in denzelfden geest. De Kantonrechter achtte de verklaring van den brugwachter afdoende. Diens volmacht als verkeersregelaar bij de vlotbrug stelt zelfs de politie achter. Verdachte had zich dus naar diens aanwijzingen moeten gedragen, en daar mede was de zaak uit. De ambtenaar noemde het optreden van ver dachte onhebbelijk en zou de politie verzoeken speciaal op hem te letten, en requireerde ten slotte 25 boete of 25 dagen. Verdachte noemde het gebeurde overdreven voorgesteld. Hij rijdt reeds 7 jaar en is in dien tijd slechts 4 maal voor onbeduidende overtre dingen bekeurd. De Kantonrechter waarschuwde verdachte voor ontzegging van rijbevoegdheid, die bij her haling dreigde en veroordeelde hem tot 15 boete of 15 dagen. Vanmiddag: is mijn hond overreden. Ik hield veel van hem. In een park, waar kinde ren spelen, waar herstellenden nieuwe levens kracht komen zoeken in de schaduw van hooge boomen, kwam de een of andere aan rennen in een automobiel, die hij met on zekere hand en slecht bestuurde. Ditmaal was het een allerliefst trouw diertje, dat hij verpletterde; morgen Mijn hond is over reden. En omdat ik vanavond nog een schets moet neerschrijven, geef ik u een hondenge schiedenis, een van de aandoenlijkste, die ik kt n. Het is dan tevens een aandenken aan den kleinen makker, dien ik verloren heb. Er was eens een jong echtpaar. Zij een en a' lieftalligheid, blond, heel teer, een beetje droefgeestig van wezen met een zachten glimlach. Hij was een stevige baas, haast al te fcrsch; men zou hem voor ongevoelig ge houden hebben zonder dien zekeren blik in zijn oogen, zoo vaak hij vol bezorgdheid zijn vrouw aanzag. Ik had hem leeren kennen Vr rieden jaar in de hoogalpen. De arme man had alle reden om zijn vrouw aldus met angstige zorg te beschouwen. Haar longen waren aangedaan en zij kwijnde weg. Zij wist het zelve niet gelukkig; zij hoopte op een wonder. Dat doen zij allen daar, omdat zij het leven aanbidden. Toch waren er wel oogenblikken, waarin zij minder dapper was dan zij haar man wilde doen gelooven; dan had zij behoefte aan een wezen tot hetwelk zij zich kon uitspreken en dat was lim. AAN HET KORTSTE EINDJE GETROKKEN, ngevolge het op de voorgaande zitting geno men besluit werd heden de zaak tegen den heer U>rnehs R„ particulier te Heiloo, die op 1 Juli aldaar, tijdens de huldiging van den jubileeren- den burgemeester zou hebben verkeerd in kennelijken staat, voortgezet met het hooren van den verbalisant, brig. titulair A. Bergsma van Egmond aan zee. Deze ambtenaar bleef pertinent bij zijn proces-verbaal volharden en vulde zulks aan met de mededeeling dat ver achte slingerde, lastig en vervelend was tegen over andere personen. De heer R. bleef een en ander ontkennen en schreef zijn niet vasten gang toe aan de om standigheid dat hij geruimen tijd op een stoel had gezeten en van dit zitten stijf was gewor den. Dat hij op zijn weg naar huis was ge volgd door een afdeeling baldadige jongens, had niet tot oorzaak zijn dronkenschap, doch hij wordt meermalen door de jeugd op een derge lijke ongepaste wijze bejegend en zelfs met steenen gegooid. Nadat de heer er door ambtenaar en kantonrechter op was gewezen, dat bij een volgende overtreding ter zake art. 453, opzen ding naar een Rijkswerkinrichting kan worden opgelegd, werd verdachte schuldig verklaard en veroordeeld tot 10 boete of 10 dagen. EEN GEVAARLIJK HOEKJE BIJ NIEUWESLOOT EN SCHOOLSTRAAT. Uit de naburige gemeente Koedijk verscheen de 23-jarige werkster, mej. Petronella van D., welke dame op 11 Juli op haar rijwiel vanaf de Nieuwesloot te Alkmaar de schoolstraat in wil lende rijden, te veel links hield met gevolg, dat een aanrijding ontstond tusschen een van de andere zijde de rechterkant van de Schoolstr. houdende wielrijder, de 24-jarige heer G. Ka per, kantoorbediende te Alkmaar. Gelukkig vloeide geen bloed, doch de wielrijder geraakte tegen de vlakte en zijn rijwiel werd beschadigd. Onverstandig genoeg weigerde de juffrouw een minnelijke schikking door betaling van 7 en zij smaakte het dubieus genoegen, heden we gens overtreding van art. 6 der Motor- en Rij- wielwet terecht te moeten staan. Hoewel werd toegegeven, dat het hoekje aldaar zeer gevaar lijk is en voorzichtig rijden vereischt, kon toch niet worden uitgeschakeld de schuld van het meisje door haar links rijden, al deed zij dit dan ook, volgens haar opgaaf, uit vrees links houdende voetgangers te zullen ontmoeten. Verdachte werd veroordeeld tot 4 boete of 4 dagen, plus betaling van 12 schadevergoe ding aan den heer Kaper. De Kantonrechter merkte in verband met deze zaak op, dat het aanbeveling zou verdie nen, indien in de Schoolstraat één richtingver- keer werd voorgeschreven. NIET ALLEEN VRIJGESPROKEN, MAAR ZELFS ONTSLAGEN VAN ALLE RECHTSVERVOLGING. De heer C. M. van L., aannemer aan den Schermerweg te Alkmaar, die vorige week te recht stond ter zake overtreding der Arbeids wet, welke zaak in verband met het door ver dachte gevoerde verweer, dat de in de dag vaarding genoemde arbeiders, belast met dak bedekking, niet waren in zijn dienst, doch on deraannemers tegen een vastgestelde som, had alle reden, tevreden te zijn over het verloop der voortgezette behandeling. Gehoord toch als ge tuige werd de heer Zacharios Schreuve uit den Haag, een van de ter sprake gebrachte dakwer kers, die geheel overeenkomstig de opgaaf van den aannemer verklaarde en zulks door over legging der schriftelijk aangegane overeen komst kon bekrachtigen. Hij noch zijn collega Boere bevonden zich in loondienst van den heer van L. en hun namen kwamen op de ar beidslijst niet voor. Waar de zaak zóó zwak stond, kon de ambtenaar niét anders dan vrij spraak requireeren, doch de Kantonrechter ging zelfs nog 'n stapje verder en ontsloeg den heer van L. van alle rechtsvervolging. EEN WIELRIJDER AANGEREDEN. Op den 22 Juli reed op den slecht onder houden duinweg onder Schoorl een groote touring-autobus, waarin gezeten waren leden van het Luth. mannenkoor uit Amsterdam, welke bus werd bestuurd door chauffeur H. W. L., werkzaam bij den garagehouder Menius Bakker te Amsterdam. Voor de bus uit reden een tweetal wielrijders, de heer Cor- nelis Mol, bakkersgezel te Schoorl en de los- arbeider Jan Beeldman, eveneens aldaar woonachtig. De twee wielrijders reden uiterst rechts op den nog berijdbaren rand van den plecht onderhouden weg, door een strook mul zand gegarneerd. De chauffeur van de touringcar probeerde met zijn geweldig vehikel de wielrijders te passeeren, doch haal de niet voldoende uit naar links, waardoor de bakker Mol werd aangereden, van zijn fiets geraakte en met zijn arm tegen het achter wiel van de bus kwam, waardoor zijn arm zoodanig letsel bekwam, dat geneeskundige hulp bij dr. Heringa moest worden ingeroe pen. Aangezien geen poging werd gedaan Jim had 't meest van eer foxterrier, maar omtrent zijn afkomst verkeerde men in 't on zekere. Hij was wit met een zwarte vlek bij zijn kort staartje en een bruinen bril om 't linker oog en hij was vlug als kwikzilver. Alleen zijn vrouw wist welk een warm hartje hij had. Alleen tegenover haar was hij aan halig en wanneer zij hem op haar schoot riep, was hij met één sprong bij haar en nes telde zich in haar armen en stak zijn kopje omhoog om haar in 't smalle gezichtje te zien, met een uitdrukking, die ik alléén bij een hond heb waargenomen. Het is iets als een glimlach en 't is hun eenige middel om ons te zeggen wat zij denken. Met hun be wegingen vertolken zij hun aandoeningen, maar om het denken uit te drukken, dat ia hen geboren wordt, hebben zij niets dan dien onbeholpen glimlach. En als gij hen ver staat, als zij voelen, dat gij hen begrepen hebt, durven zij u pas een likje te geven, een liefkoozing uit dankbaarheid, dat gij hen uit hun eenzaamheid verlost hebt. Zóó stond het tusschen Jim en Marie en Marie vertelde Jim van allerlei en Philippe was er wel eens jaloersch om. Hij hield bovendien niet veel van dieren. Hij was nog te zeer vervuld van vitaliteit, niettegenstaan de de groote zorg om Marie. Zijn eigen ster ke wezen belette hem zich te verdiepen in al het leed in anderer leven. Hij streed alleen tegen het lijden, dat Marie deed wegteren en in dien strijd hinderde hem de hond, dien hij voortdurend op zijn weg vond, in ae zieken kamer, aan het voeteneinde van het bed. Dan kon hij soms ruw uitvallen: „Ga toch heen! Je verveelt me.'- Als gij U moeilijk scheert omdat Uw huid gauw stuk gaat en pijn doet, dan kunt gij dit geheel voorkomen, indien gij vóór het inzeepen de huid even in wrijft met slechts een weinig deze zaak onderling te regelen, volgde aan gifte en stond genoemde chauffeur heden te recht wegens overtreding van artikel 3 van de Motor- en Rijwielwet. De verdachte, in persoon aanwezig, ont kende beslist iemand te hebben aangereden en had als getuige a décharge medegebracht zijn patroon, die verklaarde, dat L. bekend stond als een voorzichtig en gewild chauf feur. Volgens meening van verdachte was de aangeredene zelfs de schuld van het gebeur de. Hij was met zijn rijwiel in het mulle zand terecht gekomen, toen verdachte, die niet voornemens was, voortdurend achter de wiel rijders aan te rijden, hen voorbij reed. Inzit tenden uit de bus hadden hem ook toegeroe pen, dat er niets van beteekenis was gebeurd en de wielrijder zelf de schuld droeg. Ver dachte noemde het een opgeschroefde zaak en de rechercheur in Amsterdam had er ook om gelachen en zich verwonderd, dat zoo'n onbenullig zaakje was vervolgd. Indien hij werd veroordeeld, zou verdachte met niet minder dan 30 getuigen a décharge terug komen. De heer ambtenaar bekeek echter de kwes tie uit een meer bedenkelijk oogpunt en was van meening, dat het niet aanging om maar op een wielrijder in te rijden, ook dezen heb ben recht op den weg. Gevorderd werd 20 boete of 20 dagen en de heer kantonrechter het volmaakt eens zijnde met de opvatting van het O.M., zwichtte ook niet voor de be dreiging met 30 getuigen en veroordeelde den touringcarbestuurder tot f 15 of 15 dagen met toewijzing der billijke civiele ad 5 aan den heer Mol wegens kosten voor geneeskundige behandeling door dr. Herin ga. HOE STERK WAS DE MOTOR? De 8-jarige heer J. P. B., directeur eener zuivelfabriek te Castricum, verscheen als ver dachte voor den kantonrechter, naar aanlei ding van het hem bij dagvaarding ten laste gelegde feit, dat hij: op 2 Juli in strijd met de verordening een 9 a 10 P.K. motor in wer king zou hebben gehouden. De heer B. zeide zich grootelijks over deze vervolging te ver bazen. Bedoelde motor had slechts een capa citeit van 3/10 P.K., waarmede b.v. een stof zuiger in werking wordt gesteld. Hij had daaromtrent een onderhoud gehoud met bur- femeester Lommen, die hem had toegezegd, at deze zaak geen verdere gevolgen zou hebben. Later had de heer B. bedankt als be stuurslid en lid van „Castricum Vooruit" en bracht hij dit feit in verband met het voort zetten der strafvervolging; Hij insinueerde voorts, dat in Castricum wel wat met gunsten werd gewerkt en merkte voorts op, dat hij van de motor een nogal kostbare teekening had doen vervaardigen en dat er geen over eenkomst bestond tusschen de respectieve datums, waarop de overtreding zou zijn ge constateerd. In verband met het door com parant gevoerd verweer, vermeende de kan tonrechter, dat het onderzoek niet volledig was geweest en werd besloten, dat deze zaak meer uitvoerig zou worden onderzocht en derhalve voor onbepaalden tijd zou worden aangehouden. EEN NIET TOELAATBARE FACILITEIT. Een werknemer, in dienst van den heer C M. v. L., aannemer te Alkmaar, had tenge volge va neen heuglijk familiefeest een vrijen dag genomen en aan den patroon vcerzoch', den verloren arbeidstijd door overweg te mo gen inhalen, zoodat hij geen loonverlies zou behoeven te lijden. De heer van L. had daar tegen persoonlijk geenerlei bezwaar, doch wees er zijn knecht op, welk risico door hem kon worden beloopen. Niettemin werkte be doelde werknemer in den nacht van 14 Juli naarfstiglijk door, doch deze ongewone nachtarbeid ontging niet de politie-controle, zoodat proces-verbaal volgde en de heer van L. als verantwoordelijk werkgever, heden tot 4 boete of 4 dagen werd veroordeeld. EEN GEVAARLIJKE OOGGETUIGE. De 18-jarige melkventer Simon Sch. uit Heiloo had zich den 23 Juli op zijn rijwiel met onverantwoordelijke snelheid voortbe wogen in de steeds druk bezochte Lange- straat te Alkmaar en was door deze roeke loosheid oorzaak, dat een tweede andere wielrijder werd aangereden. De jeugdige bakker, heden ter verantwoording geroepen, erkende wel een overmatige snelheid te heb ben ontwikkeld, doch de aanrijding achtte Zelfs gebeurde het wel eens, dat hij hem een schop gaf, o! niet hard, al jankte Jimmie even. „Hij schreeuwt al, voordat ik hem aan raak", beweerde de wreedaard. En dat was zoo. De meeste honden weten wel, dat dit een middel van verdediging is tegenover een oppermachtigen meester. Zij hebben ervaren, dat ^e baas meewarig is en zij doen een beroep op dien karaktertrek. Toch was Jim bang voor Philippe, liep voor hem weg of kroop angstig op zijn buik, en natuurlijk voelde Philippe zich hierdoor be- leedigd. Er was een misverstand tusschen die twee, dat dagelijks grooter werd. „Och toe, Philippe, ik heb zoo graag, dat hij in de kamer blijft." „Goed dan, als je 't graag wilt." Men kon haar niets weigeren. Zij was stervende het gebeurde daar hoog in de Alpen. Denk u een sanatorium. Uit alle ven sters van alle kamers is het uitzicht even goddelijk mooi en de echtgenoot met zijn voorhoofd tegen de ruit gedrukt vraagt zien af, hoe hij zich beheerschen zal om niet in snikken uit te barsten. Op het bed geeft Jim van tijd tot tijd een likje op de koortsachtig gloeiende hand. „Moed houden", heeft de dokter gezegd Philippe hield moed dat doet men al tijd. „Neem dat dier weg", heeft hij alleen ge zegd, toen men Marie in haar kist neerlegde. Jim werd opgesloten in een half donkere ka mer. Toen het stoffelijk overblijfsel naar Frankrijk werd teruggebracht ging hij mee met de bedienden. Hij nam notitie van nie- hij van weinig beteekenis. Het bleek echter, dat niemand minder dan de inspecteur van politie het gebeurde had gadegeslagen en bracht zijn verweer hem weinig voordeel. Hij werd dan ook vermaand en veroordeeld tot 7 boete of 7 dagen, terwijl de kantonrechter de hoop uitsprak, dat het toezicht op het snelle racen ter plaatse, met onverminderde scherpte zou worden voortgezet. ONBEVOEGD UITOEFENEN DER GENEESKUNDE. Tegen den magnetiseur B., uit Amsterdam, die in April van dit jaar op zijn zittingsuur te Wormerveer aan den Wandelweg den 68-jari- gen J. T. M., door masseeren en electriseeren van zijn stijven arm en linkerbeen probeerde af te helpen, is dezer dagen voor het kanton gerecht 200 subs. 100 dagen hechtenis ge- ëischt. BESCHADIGING VAN EEN DIJK. Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch stond terecht H. J. J. A., landbouwer te Beu gen verdacht den Nieuwen Maasdijk te Beu gen, dienende tot waterkeering en toebehoo- rende aan de provincie Noord-Brabant, op zettelijk en wederrechtelijk te hebben bescha digd door aan den voet van dien dijk te ploe gen. Uit het getuigenverhoor bleek, dat de eige naars van gronden de gewoonte hebben de dijken te vernielen. Tusschen den dijk en den grond van verdachte's vader lag een strook grond van ongeveer 1 'A M. breedte, welke strook was omgeploegd'. Ook was een voor geploegd in den dijk. Verdachte ontkende het hem ten laste ge legde. Het O.M. was van oordeel, dat hier sprake was van overtreding van art. 351 W. v. S. of art. 351 bis. Waar Ged. Staten verzocht heb ben om oplegging van behoorlijke straffen, meende spreker, dat in het algemeen hechte- nisstraf behoort te worden opgelegd. Gezien echter het gunstige verleden van verd., vroeg het O.M. oplegging van een geldboete van 60, subs. 60 dagen hechtenis. Mr. Schipperijen pleitte voor een geringere geldboete. VOOR DEN POLITIERECHTER. Dierenbeulen. Op 26 Maart 1.1., zagen twee bouwvakar beiders, die te Oud-B ussum onder Naarden op een in aanbouw zijnde villa aan het werk waren, een met een paard bespannen, zwaar beladen tankwagen op den zeer moeilijk te be rijden, zanderigen grintweg plotseling stil staan. Het paard spande alle krachten in, maar het kon niet verder. De bestuurder kwam toen van den bok; en begon het dier met een stuk hout, dat hij van een boom had gesneden, te gen den kop en onder den buik te slaan. Toen 't niet hielp, kwam de voerman eener andere kar er bij en ging aan de dierenmis handeling deelnemen. Beiden sloegen er op het hardst op los. Was het eene hout stuk geslagen, dan sneden of trokken zij een nieuw stuk van de boomen om er het arme beest mee te lijf te gaan! Het on ophoudelijk geranselde dier steigerde gewel dig en sprong telkens opzij uit en ten slotte wrong het zich door de pijn uit het tuig, met het gevolg, dat het lemoen brak. De beide bouwvakarbeiders waarschuwden de politie, die tegen de dierenbeulen proces verbaal opmaakte. Deze moesten voor den politierechter mr. Swagerman te Amsterdam terechtstaan, doch slechts een der verdachten, een vrachtrijder uit Bussum verscheen in persoon; de andere, een vrachtrijder uit Kortenhoef, liet verstek gaan. Deze laatste was de voerman van het mishandelde paard en zou zich volgens den eenen bouwvakarbeider herhaaldelijk aan mishandeling van zijn paard schuldig maken. Reeds een keer of vier tevoren zei hij daar getuige van te zijn geweest. De andere, wel verschenen verdachte ontkende eenvoudigweg geslagen te hebben. De beide getuigen hielden 't echter vol. Het O.M., mr. Van Dullemen, eischte één week gevangenisstraf tegen ieder der verdach ten. Mr. Swagerman, vonnis wijzende, noem de het feit, zooals het zich toegedragen heeft, zeer ernstig. Waar de voerman van het paard een gewoonte schijnt te maken van dierenmis handeling, achtte mr. Swagerman voor hem een zwaarder straf op zijn plaats. Hij veroor deelde hem tot één maand gevangenisstraf en legde aan den anderen verdachte veertien dagen gevangenisstraf op. BOSSCHE BEULING IS GEEN WORST. De kantonrechter te 's Hertogenbosch verleende ontslag van rechtsvervolging aau de Bossche slagers, die gedagvaard waren ter zake van overtreding der bepalingen van het Vleeschwarenbesluit. Het betreft de be kende Bossche beuling, een mengsel van mand, liet zich niet liefkoozen, verkoos bijna niet te eten. Zoo leefde hij in zijn eenzaam hoekje voort. Zoo leefden zij allen voort: de ouders en de vrienden van Marie en zelfs Philippe. Het schemeruur is het moeilijkste van den dag. Wanneer de nacht valt en het licht ver dwijnt uit een vertrek, waar men een geliefd wezen beweent, dan meent men wel, dat een schim zich losmaakt uit de opstijgende schaduwen, maar de schim vervluchtigt aan stonds en het oogenblik breekt aan, waarop zij zich niet meer vertoont. Dan is men eerst volkomen eenzaam. Het verleden wijkt terug. Hoe kan men het vasthouden? „Marie!" prevelde Philippe op zulk een avond. Hij was in hun huis in Parijs, in hun ka mer en hij was zoo vreeselijk alleen. Hij zat voor de openslaande deur. met het hoofd te gen het vensterglas. Met den elleboog op zijn knieën steunde hij het hoofd op zijn eene hand, terwijl de andere langs zijn zijde hing, half geopend. „Marie...." Hij wilde haar vasthouden. Als haar beeld hem verlaten ging, wat moest er dan van hem worden? Moest hij nu ook nog zijn verdriet zien heengaan? Zoo vreeselijk al leen... Philippe wist niet, dat Jim in de ka mer was, maar op eens voelde hij in zijn ge opende hand het puntige snoetje van Jim en ae hand werd een beetje opzij geduwd, om dat het hondje zich tegen zijn knie aan drong. Philippe nam eerst geen notitie van het diertje; zijn vingers bleven opbewegelijlc; hij ECHTE FRIESCHE 20'50 et per ons meel en longen van geslacht, een en ander in een darm gestopt. En juist omdat het mengsel in een darm, :volgens den directeur van den Keuringsdieftst, den vorm heeft van worst, heet beuling „worst" te zijn, doch voldoet als zoodanig niet aan de bepaling der Vleeschwarenwet, welke méér vleesch dan meel in den darm eischt. Dus zou de Bossche beuling moeten verdwijnen. De sla gers wezen er, naar de Telegr. meldt, o.tn. op, dat tal van steden er een specialiteit op r.a houden, waarop de stad zich beroemt. De slagers hebben het pleit gewonnen. De Bossche beuling blijft, tenzij een ander juri dische puzzle de kwestie voor den derden keer op het tapijt brengt. MEISJE MEEGETROOND DOOR VERDACHT INDIVIDU. De hoofdcommissaris van politie te Rotter, dam verzoekt de dame, die Dinsdag 19 Aug. een klein meisje in de Nieuwe Plantage of omgeving van een fietsrijder afgenomen en dat kind naar den Goudschesingel gebracht zou hebben, zich aan het bureau van de ze den- en kinderpolitie, Achterklooster 40, te pielden tot het geven van inlichtingen. Êf DE INBRAAK BIJ DE FIRMA g$fr BERKEMEYER. Op vrije voeten. De beide mannen, die Dinsdag door de Amsterdamsche politie zijn gearresteerd, ver dacht, medeplichtig te zijn aan de inbraak bij de firma Berkemeyer op het Rokin, zijn gister weder op vrije voeten gesteld wegens gebrek aan voldoende bewijzen. ZAANSCHEINBRAKEN OPGEHELDERD. De gearresteerde H., die Zaterdagnacht te Zaandam een auto uit een garage stal, heeft, naar de Tel. meldt, bekend schuldig te zijn aan verschillende inbraken en diefstallen, welke den laatsten tijd daar gepleegd zijn. Bij een inbraak in de puddingfabriek van den heer Homburg is, behalve een klein bedrag in geld, ook een viertal polshorloges ontvreemd. Bij de achtergebleven auto in den Amsterdam, schen polder nu schijnt H. van zulk een hor loge een riempje verloren te hebben. Aange zien de politie reeds lang vermoeden tegen hem had en zijn gangen bekend waren, kreeg zij volkomen zekerheid, toen eveneens bij den auto een papier van H. gevonden werd met een reisroute naar Kampen er op. Twee mis drijven waren dus door het vinden dezer be wijzen vrijwel opgehelderd. De inbraak in de puddingfabriek der firma Onrust en Hoorn, voor eenige weken, bleek zooveel overeenkomst te hebben met de andere, dat ook hiervan H'. verdacht werd. Men slaagde er in hem ook hiervoor tot bekentenis te brengen. Een reeds maanden geleden gepleegde diefstal van een gouden horloge uit een zeiljacht van den heer Br. is mede thans opgehelderd. Door deze arrestatie is Zaandam van een lastig heerschap bevrijd. De arrestant is ter beschikking van den officier van Justitie te Haarlem gesteld. AANRIJDING TUSSCHEN AUTO EN TRAM. Te Laren zijn gistermorgen een auto van den heer B. uit Haarlem, en een motorwagen van de Gooische Tram van de lijn Laren Hilversum in botsing gekomen. Doordat de bestuurder van den auto de tram te laat zag aankomen, kon hij zijn wagen niet tijdig ge noeg meer tot stilstand brengen, zoodat de aanrijding onvermijdelijk werd. Met vrij groote kracht botste de tram tegen den auto op, waarvan het voorste gedeelte geheel werd ingedrukt. De tram werd eveneens ernstig be schadigd. De politie liet den auto in beslag nemen, ten einde te controleeren of de remmen wel goed functionneerden. Den bestuurder van de tram trof geen schuld. i ONDER EEN AUTO. Een heer te Haarlem doodgi reden. Gistermorgen elf reed een heer uit de Bosch en Hovenstraat te Haarlem per fiets op den Wagenweg. Blijkbaar wilde hij den Eindenhoutstraat ingaan. Hij deed dit ech ter zonder zijn hand uit te steken en werd door een auto, die van de andere zijde kwam, gegrepen. Hij was onmiddellijk dood. 1 i bleef zwijgen, het leek wel of hij niets be merkt had. Zachtjes aan drukte Jim zijn lijfje vaster tegen de knieën van den baas. Hij had een ioeping te vervullen, hij moest een bood schap overbrengen, hij kwam daar om over zijn meesteres te praten. Hij wilde haar ook niet vergeten. Hoe dikwijls had zij niet ge zegd: „Wat moeten jullie beiden toch begin nen als ik er niet meer zijn zal?" Hij wist het nog best en aan den baas, die niet van hem hield, die nooit van hem ge houden had, bracht hij het geschenk van zijn trouwe arme hondenzieltje. Schuchter raakte 't tongetje de neerhan gende hand aan. Philippe werd er niet boos om, maar trok zijn hand terug en zag op Jim neer. „Ben jij daar?" zei hij. En Jim zag hem aan met die zekere uit drukking, zooals hij zijn meesteres had aan gezien, en Philippe herkende den blik. j „Kom dan maar," zei hij. En Jim sprong op de knieën van den baas, die hem tegen zich aandrukte en eindelijk in tranen verlichting vond. Sedert dien dag zijn Philippe en Jim onaf scheidelijk en de vrienden van Marie hebben den indruk, dat zij samen over haar praten, en dat Jim aan Philippe alles vertelt, wat Marie hem eens toevertrouwde. Misschien vindt men dit verhaaltje heele- maal niet treffend. Ik ik schrei, terwijl ik het u vertel. Zij hebben vanmiddag mijn •hond overreden en ik weet maar al te goed. dat een stuk van mijn eigen leven is heenge gaan met dezen vriend, die zooveel herin*»- ringen met zich medeneemt,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 9