miimstkt Coorint.
Waarachtig
meneer,
Chief Whip
moet Uw
sigaret zijn,
want het is
de beste
voor Uw
gezondheid!
VIRGINIA
DE VERLOREN INJECTIENAALD.
FEUILLETON.
Honderd twee en dertigste Jaargang.
Zaterdag 20 September
Radio-hoekje
12)
Brieven uit de Hoofdstad.
Provinciaal nieuwe
CHIEF WHIP
ardath Ook met kurk en goud london
*o. 222 1930.
Zondag 21 September.
Hilversum, 1875 Al. 9.— V.A.R.A. Berich
ten omtrent Postduivenvluchten. 9.05 V. A. R.
A. Orgelspel door Joh. Jong. 9.30 V.A.R.A
S. S. Lantinga: „Kamerplanten". 10.30 V.
p. R.O. Kerkuitz. vanuit de Vrije Gemeente te
Amsterdam. 12.01—12.30 A.V.R.O. Radio-
Volks-Universiteit. Rinke Tolman: „De ko
mende herfst". 12.302.A.V.R.O. Concert
door het A.V.R.O.-Octet. 2.—2.30 AV.R.O.
Boekenhalfuurtje. Bespreking van Friesche
letterkunde in het Friesch. 2.30—3.— A.V.R.
O. Gramofoonpl. 3.—4.15 A.V.R.O. Concert.
Zaanlandsche Kapel". Zusterkoor „Duin en
Bosch". 4.155.A.V.R.O. Gramofoonpla
ten. Sportnieuws. 5.— V.A.R.A. „Menske".
Mopodrama door Ys Vissel. Voor te dragen
door Ru Mulder. 5.30 V.A.R.A. Concert door
Jhet V.A.R.A.-Orkest. Orgelspel. 8.— A.V.R.
O. Tijdsein, pers- en sportnieuws. 8.10—9.—
A.V.R.O. Aansluiting van het Concertgebouw
4e Amsterdam. Het Concertgebouw-Orkest.
9.9.15 A.V.R.O. Piano-duetten door Paul
Schramm en Diny Soetermeer. 9.1510.—
A.V.R.O. Concert. Het Versterkte Omroep
orkest. 10.10.15 Vervolg Pianoduetten.
10.1511.Vervolg orkestconcert. 11.
12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1071 Al. 8.30—9.30 K.R.O. Mor
genwijding. 9.50 N.C.R.V. Kerkdienst vanuit
de Geref. kerk (Tidemanstraat-kerk) te Rot-
terdam-Delfshaven. 12.01—1.30 Concert door
het K.R.O.-Sextet. 1.30—2— K.RO. Gods
dienstonderricht voor ouderen. 2.—2.30 K.
R. O. Fred. Thomas: „Amsterdam en Am-
sterdamsch leven ten tijde der Camera". 2.30
—4.15 Concert door het K.R.O.-Sextet. 4.15
—5— K.R.O. Ziekenlof. 5.50 N.C.R.V.
Kerkdienst vanuit de NedL Herv. Kerk (Oude
kerk) te Katwijk aan Zee. 7.458.10 K.R.O.
WelEerw. Pater F. v. d. Borne O. F. M.:
„Katholieke kerk en Beschaving: I. De kerk
redt de beschaving. 8.1010.04 Concert door
het K.R.O.-Orkest. 9.30 K.R.O. Nieuwsbe
richten. 10.4011.K.R.O. Epiloog door
Klein Koor
Daventry, 1554.4 Al. 3.20 Kerk-cantate
No. 17 van Bach. 4.05 Kinder uurtje. 4.20 Le
zing. 4.35 Concert. Kwintet. D. Tillett, so
praan. R. Easton, bariton. 5.50 Piano-recital
door Elsie Hall. 6.206.35 Bijbellezing. 6.50
Kerkdienst. 8.15 Kerkdienst. 9.05 Liefdadig-
heidsoproep. 9.10 Nieuwsberichten. 9.25 Con
cert. S. Allen, sopraan. E. Kersey, viool. Or
kest. 10.50 Epiloog.
Parijs Radio-Paris"1725 Al. 12.50 Gra
mofoonpl. 1.05 Gramofoonplaten. 2.20 Gra
mofoonplaten. 4.50 Gramofoonplaten. 7.50
Circus Radio-Paris. 8.20 Concert. Orkest en
solisten.
Langenberg, 473 Al. 7.208.20 Orkest
concert. 8.208.50 Gramofoonpl. 9.25
10.20 Morgenwijding. 1.202.50 Orkestcon
cert. 4.506.20 Concert. Orkest en kwartet.
Intermezzo: Sportverslag. 8.30 Orkestconcert.
Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 Al. 12.201.20 Orkest
concert. 2.50—4.50 Orkestconcert en voor
dracht. 4.505.20 Kinderuurtje. 6.407.10
Liederen-voordracht. 8.209.20 Orkestcon
cert en zang. 9.5510.15 Piano-recital door
F. Jensen. 10.15—11.15 Orkestconcert. 11.15
12.50 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 Ai. 2.50 Verslag van den
voetbalwedstrijd België—Tschecho-Slowakije.
5.20 Dansmuziek. 6.20 Kinderuurtje. 6.50
Gramofoonplaten. 8.35Operette-uitz „Yes
Kitty" van Max Alexys.
Zeesen, 1635 Al. 6.50 Lezing. 7.20 Con
cert. 8.20 Lezingm. 9.10 Klokkenspel. 9.25
Morgenwijding en klokgelui. 10.2511.50
Lezingen. 11.50 Orkestconcert en toespraken.
1.10 Orkestconcert. 2.50 Lezing. 3.20 Piano
spel door A. Jacob—Loewensohn. 3.50 Le
zing. 4.20 Orkestconcert en sportverslagen.
6.508.10 Lezingen. 8.20 Concert Orkest en
zang. Daarna tot 12.50 Dansmuziek.
Alaandag 22 September.
Hilversum, 1875 AI. (Aig. programma te
/erzorgen door dt V.A.R.A.) 8.Gramo
foonplaten. 10.— (V.P.R.O.) Morgenwijding.
(Y'.P.R.O.) 10.15 Voordracht door Jenny
Fransman. 10.30 Ziekenuurtje. 11.30 Gra
mofoonplaten. 12.Politieber. 12.15 Con-
cert V.A.R.A.-Septet. 1.45 Gramofoonpl.
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door J. E. DE B. K.
De twee vrouwen wisselden een blik
van berusting, als om te zeggen: „Als
hij niet wil, dan wil hij niet". Miss Chf-
ford loosde een angstigen zucht en de
rimpel tusschen haar wenkbrauwen
werd dieper. Zij leek frappant op haar
broer, dezelfde grove trekken, maar zij
was bijna tien jaar jonger en met haar
heldere, frissche kleur en klare, bruine
oogen onder de zware wenkbrauwen
had zij iets vlugs en levendigs en iets
zoo vriendelijks en eenvoudigs, dat Es-
ther dadelijk voor haar innam. Ze was
sober en degelijk gekleed en haar vilten
hoed paste slecht op de reeds grijzende,
dikke haarwrong.
„Wilt u maar hier komen?" zeide
Esther, de deur van de consultatiekamer
openend.
Het drietal ging langs haar heen. Sir
Charles met fe'rmen, doch onveerkrach-
tigen tred. Hij had een koppige, ruwe
vastbeslotenheid over zich. Het maakte
den indruk, of hij tegen zijn zin geko
men was. Miss Clifford zag Esther met
belangstelling aan.
„Ik heb u vroeger niet gezien. .Wan
neer bent u gekomen?"
„Een week of wat geleden."
„O, u bent een Amerikaansche; uit Ca
nada zeker? 'tls prettig hier iemand te
2.30 Ned. schrijvers en dichters voor de mi
crofoon. Herman Middendorp leest uit eigen
werk. 3.15 Zang door Mary Sablairolles. 4.15
Orgelspel door Joh. Jong, afgew. door gra
mofoonplaten. 5.30 Concert door het V. A R.-
A.-Orkest. 6.15 I« Santcroos: „De Amster-
7a™s^e Brand veer". 6.35 Vervolg concert.
7.^r. J- H- Schultz van Megen: „Nood
zakelijke verbeteringen in het Gevangenis- en
Keclasseeringswezen. 7.45 Politieber 8.— J.
oif^ter: »^e p°stvluchten naar Indië".
8.15 Concert. Utrechtsch Stedelijk Orkest. In-
c'oor PB Bomli. Voordracht door
Martien Beversluis. 10.30 Concert..V.A.R.A.-
Mandoline Ensemble. IJ.Gramofoonpla-
Muizen, 298 Al. (Na 6 uur 1071 AI.)
(Uitsluitend N. C. R. V.) 8.15—9.30 Con
cert. 10.30—11.Ziekendienst. 11.11.30
Lezen van Chr. Lectuur. 12.30—1.45 Orgel
concert door Jan Zwart. 2.-2.35 Uitz. voor
scholen. 2.35-3.15 A. J. Herwig: „Iets over
grondverbetering". 3.15—3.45 Cursus Knip
pen 4.-5— Ziekenuurtje. 5.—6.30 Concert
door het Delftsch-Trio. 6.30—6.40 Koersen.
6.407.30 Declamatie door H. Feenstra. J.
Nauta, piano. 7.308.H. J. van Enge
land: „Gevaren van electriciteit". 8.—11.30
Uitzendavond. Avond voor de Christelijke
Pers. Sprekers: H Diemer, A. Zijlstra en mr.
dr. J. Schokking. Muzik. medew. Chr. Zang-
vereen. „Jehaleël" te Amsterdam. „Trio v. d.
Hrost".
Daventry, 1554.4 Al. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 1220 Orgelspel door T.
Cook. A. Carnegie, bariton. 1.35—2.20 Or-
kestcöncert. 2.30 Uitz. voor schelen. 3.40
Dansmuziek. 4.35 Concert. P. St. Clair, alt.
C. Weber en M. Diron, piano. 5.35 Kinder
uurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsber. 7.
Koorzang. 7.25 Lezing. 7.45 8.05 Liederen-
voordracht door A. Fillipova, sopraan. 8.20
„R. U. R." van Karei Capek. 10.— Nieuws
berichten. 10.15 Lezing. 10.30 Beurber. 10.40
Concert. Orkest. M. Raphael, bariton. 11.20
12.20 Dansmuziek.
Parijs Radio-Paris1725 Al. 12.50—2.20
Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert en soli. 8.20
„Harmonie". Blijspel van Henri Duvernois
9.50 Solisten-concert.
Langenberg, 473 Af. 7.25—7.50 Gramo
foonplaten. 7.50—8.50 Orkestconcert. 10.35
—11.15 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoon
platen. 1.252.50 Concert. Orkest en bari
ton. 5.506.50 Orkestconcert. 8.20 Concert.
Orkest, sopraan en tenor. Daarna tot 12.20;
Orkestconcert.
Kalundborg, 1153 Al. 12.202.20 Orkest
concert. 3.55—5.55 Orkestconcert 'n voor
dracht. 8.359.50 Voordracht en zang. 9.50
10.05 „Aestetik". Hoorspel van Ella Bij-
ström. 10.2511.20 Kamermuziek. Fluit,
viola en guitaar.
Brussel, 508.5 Al. 5.20 Trio-concert. 8.35
Orkestconcert. Zang en dansmuziek.
Zeesen, 1635 Al. 6.05—7.20 Lezingen. 7.20
7.50 Gramofoonplaten. 10.2012.20 Le
zingen. 12.201.15 Gramofoonplaten. 1.15
—2.20 Berichten. 2.20—2.50 Gramofoonpl.
2.504.50 Lezingen. 4.505.50 Concert.
5.508.20 Lezingen. 8.20 Concert. Orkest en
solisten. Daarna tot 12.50 Dansmuziek.
PUZZLEN.
Onze Tweede September Opgave.
Een volledige zin.
De zin was niet gemakkelijk te vinden,
er kwamen moeilijke combinaties in
voor. De o van oier was in sommige af
drukken bijna een c geworden, doch de
geroutineerde oplossers lieten zich door
zoo'n kleinigheid niet van de wijs bren
gen.
Zij wisten den volgenden zin keurig
samen te stellen:
Wij werden geboeid door het schitte
rende natunrtafreel, dat zich voor ons
oog ontrolde en dat nog mooier was dan
wij hadden durven denken.
Onze Nieuwe Opgave (no. 3 der Sep-
tember-serie).
Geen Letters, maar Cijfers.
Wij geven hieronder een vermenig
vuldiging, deeling, optelling en aftrek
king waaraan diverse cijfers ontbreken.
Deze zijn echter te vinden doordat onder
elk der drie rijen van vier, enkele cijfers
van de optelling zijn gegeven. De drie
opteluitkomsten zijn van elkaar onaf
hankelijk.
X X maal 3 X 3 6 3
X 8 gedeeld door X 4
2 X 4 en XXX X 5 X
8 X min X 9 6 X
XXO 3 8 X X X 8
vinden die Engelsch spreekt."
Dr. Sartorius ontving hen met meer
vriendelijkheid dan gewoonlijk. Hij
glimlachte bepaald toen hij miss Clif
ford een hand gaf. „U ziet er niet be
paal ziek uit", zeide hij op jovialen toon.
„Probeert u mij niet te vertellen, dat u
iets mankeert, ik weiger het te geloo-
ven."
„Goeden hemel, neen, ik ben heel wel",
zeide miss Clifford met 'n prettigen lach.
„Die vervelende broer van mij maakt
het ons een beetje lastig. Hij voelt zich
al eenige dagen onlekker, is het niet
Charley?"
Sir Charles schudde het hoofd en het
was niet uit te maken of hij dit deed
omdat hij het er mee eens was, of uit
lust om tegen te spreken.
„Voelt u zich niet prettig, wat scheelt
er aan?" vroeg de dokter op dat zekere
vriendelijke toontje, dat een van de
eerste dingen is, die een medisch stu
dent zich moet eigen maken. „Misschien
een beetje kou gevat? Het weer is veran
derlijk."
„Ja, dat zal het zijn", zeide de Fran-
Caise op levendigen toon. „Die Woens
dag bij 't polo, Charles, toen ging het re
genen."
„Niets er van", antwoordde haar man
ontstemd. „Ik had dat gevoel al voor ik
er over dacht naar het polo te gaan."
„Ik vroeg hem u te laten roepen, dok
ter, maar u weet hoe hij is", bracht miss
Clifford in het midden. „Hij wil nooit
bekennen dat hij ziek is."
„Wat voelt u?" vroeg de dokter op
den man af.
Sir Charles stak zijn onderlip vooruit.
Hij zat in de fauteuil, terwijl zijn vrouw
Welke cijfers moeten gezet worden op
de plaats der kruisjes?
Oplossingen liefst zoo vroegtijdig mo
gelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 26 Sep
tember aan den Puzzle Redacteur van de
Alkmaarsche Courant.
Zij, die ter betooging opgetogen en
zij, die minder opgetogen zijn.
Straatdemonstraties. Een onver
mijdelijk element in het verkeersbeeld
der groote steden. Aanschouwe
lijke reactie op geestelijke actie.
„Die Strasse dient dem Verkehr", heeft
een beroemd Berlijnsch hoofdcommissaris
van Politie uit overoude tijden (d.w.z. vóór
den oorlog) gezegd, en hoe eenvoudig deze
uitspraak ook lijken mag, want het is een
waarheid als een koe, die waarheid heeft
destijds heel wat opschudding veroorzaakt
en aanleiding gegeven tot protesten en spot
prenten, ja tot een heele politieke campagne.
Want het komt er maar op aan op welk mo
ment men een bepaalde waarheid zegt, en
onder welke omstandigheden. Iedere dobbe
laar, die in een kroeg de dobbelsteenen op het
smoezelige tafeltje laat kletteren, kan met
zijn door drank schor geworden stem uitroe
pen: de teerling is geworpen! Maar toen
Caeser bij het overtrekken van de Rubicon
„Alea jacta est" mompelde, werden zijn
woorden van historische en metaphorische
beteekenis.
Zoo ging het von Jagow, onzen Berlijn-
schen Polizei-prasident, met zijn waarheid-
als-een-koe. De koe loeide en het geloei vond
weerklank, het ontketende in heel Duitschland
een geloei van verontwaardiging en verzet.
Want de toen gesproken woorden hielden een
protest in. Zij waren een uiting van verzet
tegen straatbetoogingen, en de sociaal-demo
craten, die destijds, en ook nu nog, in zulke
betoogingen een sterk propaganda-middel
zagen en zien en staan zij daarin niet met
alle partij, gelijk? namen van dat op-
eischen van de straat voor het ongestoord
verkeer heviglijk aanstoot, zonder dat het ge
lukkig tot opstootjes kwam.
Wij hebben den laatsten tijd de Duitsche
verzuchting menigmaal herhaald. Want er
wordt hier in Amsterdam heel wat „be
toogd", en telkens ziet men optochten met
vaandels en muziek, met vlaggen en
standaards door de straten trekken. Agenten
te paard rijden voorop, agenten te voet flan
keeren de colonne en wie de straat voor de
gebruikelijke doeleinden denkt te benutten,
d.w.z. wie van het eene gebouw naar het an
dere wil gaan, wordt leelijk gedupeerd. Hij
heeft te wachten tot de menschen, wier leu
zen hem niet in het minst interesseeren, wier
belangen hem niet raken, voorbij getrokken
zijn. Somtijds, als de optochten zeer groot
dreigen te worden zooals de betooging van
S.D.A.P. en N.V.V. op j.L Zondag heeft
de politie een nieuwe verkeersregeling voor
trams en autobussen en het publiek kan zich
te voren op de komende dingen inrichten
Het weet welke straten het mijden moet en
hoe het zijn doel, zij het langs een omweg,
bereiken kan. Maar veelal wordt zulk een
regeling niet van te voren getroffen en dan
moet men maar wachten wanneer men het
ongeluk heeft zulk'een processie te ontmoe
ten. Men kan zuchten en mopperen, het baat
niet en het duurt veelal lang eer er een onder
breking in de voortschrijdende rij komt, zoo
dat trams, bussen en auto's even opschuiven
kunnen.
Natuurlijk zijn deze dingen moeilijk te ver
mijden, maar het zou toch goed1 zijn wanneer
de onderbrekingen op belangrijke en drukke
verkeerswegen een weinig talrijker werden.
De bedoeling van dergelijke optochten is
uiteraard om de toeschouwers te imponeeren,
maar deze zich door de stad bewegende on
vrijwillige toeschouwers hebben niet steeds
tijd om zich te laten imponeeren. Zij moeten
naar het werk dat hen wacht, zij willen een
bepaalden trein halen, zij hebben conferen
ties en vergaderingen, zij willen ongestoord
gebruik maken van de straat. En zie, daar
komt de verkeerspolitie en legt hem een
struikelblok in den weg. Het is erg genoeg
dat Amsterdam tal van bruggen heeft, die om
beurten opendraaien en den verkeersstroom
stremmen. De drukte van het verkeer zelf
geeft op de groote kruispunten reeds herhaal
delijk reden tot oponthoud. En dan nog de
betoogingen van volwassenen en zelfs van
kinderen!
De voetganger kan zich, met eenige tact,
nog wel een weg banen, wanneer hij zich bijv.
even bij een colonne aansluit, geleidelijk naar
de andere flank zwenkt en zich dan weer aan
achter hem bleef staan, haar gelaat vol
angst, zooals het Esther toescheen.
„Hoofdpijn, rugpijn. De rug is het
ergste. Altijd door pijn al dagen lang."
„Scherpe pijn?"
„Neen doffe. Net als met spit."
„Hij heeft geen eetlust", zeide zijn
zuster.
„Kom aan, laat mij u eens bekijken."
De dokter trok zijn stoel tot dicht bij
sir Charles en voelde de beenige, ge
bruinde hand. Op hetzelfde oogenblik
legde lady Clifford met een klein gebaar
van bezorgdheid haar gehandschoende
hand op den schouder van den ouden
man.
„Zit je daar wel goed, mon cher?"
fluisterde zij. „Voel je geen pijn?"
Hij liet haar hand liggen, maar schud
de ongeduldig het hoofd. „Neen, ik zit
hier goed. God, dokter, die twee vrou
wen, die altijd drukte maken over mijn
gezondheid en die me honderd maal op
een dag vragen hoe ik me voel, 't is een
wonder dat ik nog gaande en staande
ben."
Hij sloot de oogen, terwijl de dokter
zijn pols voelde. Gedurende de stilte, die
volgde, trof het Esther dat die beide
vrouwen veel angstiger waren dan noo-
dig was. Vooral de Framjaise keek zoo
innig bevreesd.
De dokter sloot zijn horloge met een
klap. „Laat me uw tong eens zien", zei
de hij droogjes.
Hij bekeek de tong, daarna de oogen,
stak de hand uit zonder op te zien en
nam de thermometer die Esther hem
reikte. De stilte duurde voort, terwijl de
oude man met het glazen instrumentje
onder de tong zat,
de overzijde van de straat uit den stroom
laat wegspoelen. Maar wanneer men aan een
of ander vehikel gebonden is, gaat dit niet
en heeft men het geduld, dat zulk een schoone
zaak heet te zijn, te oefenen.
Intusschen, het bezwaar is moeilijk te on
dervangen. Men kan geen betoogingen zóó
leiden, dat belangrijke kruispunten vermeden
worden, men kan ze op geenerlei wijze uit de
algemeene verkeersbanen afleiden, men moet
roeien met de riemen die men heeft en zich
zoo nu en dan tijdverlies getroosten. Daar
groote optochten van te voren aangekondigd
worden, kan men zich er op voorbereiden en
een omweg nemen. De bezwaren die het
groote baren zijn ook niet het ergste, maar
juist het kleine brengt de lasten mee; het zijn
de k'eme stoeten, die toch altijd lang genoeg
zijn om ernstige stremmingen te veroorzaken,
waaraan weinig ruchtbaarheid van te voren
wordt gegeven en die ons dan leelijk dwars
kunnen zitten. „Waarom windt u zich zoo
op", zei ik onlangs tegen een mede-trampas
sagier, die, bij het wachten op zijn miniatuur-
betooginkje, teekenen van zenuwachtigheid
gaf. „Deze stoet is binnen vijf minuten voor
bij". Maar dit stelde hem niet gerust. „Ik
moet mijn trein halen en die wacht nog niet
vijf seconden", was zijn antwoord.
Von Jagow's historische woorden zijn on
geveer twintig jaar oud. Sinds hij ze sprak
zijn de straten drukker en de steden grooter
geworden en de betoogings-stoeten werden
niet korter of minder talrijk. Maar ook in
grootere steden dan Amsterdam werpen zij
hun bewegelijke barricaden op en men aan
vaardt ze. New-York viert herhaaldelijk de
intocht v^p zegevierende helden uit de lucht
en militaire optochten en demonstraties ko
men overal en ten allen tijde voor. Wij bedoe
len dan ook geenszins op abnormale storin
gen te wijzen en willen alleen feiten consta-
teeren. Op zichzelf zijn zij, voor wie tijd heeft
cm toe te zien, in den regel en onafhankelijk
van strekking of doel, indrukwekkend. Want
zulke marschen zijn vermoeiend en zij die,
door hun overtuiging gedreven, deel nemen
aan dën tocht, getroosten zich geen geringe
offers. De regen spaart hen niet, de terreinen
waar de stoet opgesteld wordt, zijn veelal
modderig, drassig en liggen open voor den
wind, de vaandels en doeken worden, moei
zaam gedragen en de wandeling eischt vele
uren van lichamelijke inspanning. Of zij ech-
„Ja", zeide toen eindelijk de dokter,
na de thermometer bij het licht gehou
den te hebben, „hij heeft een kleine ver
hooging.
Miss Clifford slaakte een diepe zucht
van verlichting. „De hemel zij geloofd",
zeide ze opgelucht. Aller oogen keerden
zich vol verbazing tot haar.
„Ik geloof heusch, Dido, dat je blij
bent dat ik ziek ben", zeide haar broer
langs zijn neus weg.
„Onzin, zeg niet zulke malligheden. Ik
ben alleen blij, omdat je nu moet toe
geven dat je ziek bent, dat je nu in bed
gestopt kunt worclen en dat wij je kun
nen verzorgen. Je moest er al eenige
dagen in gelegen hebben."
„O, heel goed, ik ga naar bed. Jij en
Thérèse zijn toch niet tevreden, voordat
ik onder de wol lig. Wat heb ik dokter?
Een beetje flu? Tegenwoordig wordt al
les maar flu genoemd."
De dokter glimlachte en klopte hem
geruststellend op den schouder. „Ja
misschien, ik kan het nu nog niet zeg
gen. Maar uw zuster heeft het bij het
rechte eind, u moet niet rondloopen met
temperatuursverhooging, hoe gering
ook."
Hij stond op en de anderen volgden
zijn voorbeeld. „Gaat u naar huis, kruip
er lekker onder, dan kom ik van avond
nog wel eens naar u kijken."
„Dus u gelooft niet, dat het iets ernstigs
is?" vroeg lady Clifford met plotseling
smeekende uitdrukking in haar mooie
oogen, terwijl zij eerst haar man en toen
den dokter aanzag.
„Ja, weet u dokter", zeide miss Clif
ford levendig: „ik heb wel eens gedacht
of het water wel goed is. Ik
ter van veel nut zijn, in dezen tijd van alge
meen kiesrecht en evenredige vertegenwoordi
ging, mag men betwijfelen. Wij hebben nog
nooit iemand ontmoet, die zich van zijn over
tuiging heeft laten afbrengen door den aan
blik van een lange sleep wandelaars. Intus
schen zijn er ook betoogingen, of tenminste
optochten, die niet de bedoeling van propa
ganda hebben. Wij denken aan begrafenis
stoeten van groote mannen en vrouwen, of
aan studenten-demonstraties als onlangs de
serenade, welke door het Amsterdamsche
Studentencorps gebracht werd aan den gaan
den en den komenden rector-magnificus. Hoe
intensiever het geestelijk leven is, hoe meer
het zijn plaats in de open lucht en in het
stadsgewoel opeischt. Demonstratieve optoch-
ten van velerlei aard behooren in het stads
beeld thuis en de stadsbewoners dienen er
rekening mee te houden.
Amsterdam, Sept. '30. EMiERGO.
CASTRICUM.
Verleden w-eek zijn alhier langs den open
baren weg gevonden 20 zakken, inhoudende
10 H L. bloembollen, waarvan de eigenaar
nog niet is komen opdagen. De burgemees
ter heeft deze zakken in bewaring doen
nemen en ze voorloopig doen opbergen. In
dien binnen den voorgeschreven termijn van
een maand de eigenaar of eigenaars zich niet
aanmelden, zullen deze bollen worden ver
kocht, terwijl de opbrengst den wettelijke
tijd voor degenen die eigenaar daarvan is, ter
beschikking zal moeten worden gehouden.
Wij vermoeden dat het hier een kwestie is
tusschen leverancier en kooper en thans geen
van deze partijen de bloembollen weer za'
willen ontvangen.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
Jb. Stuifbergen, slaagde in Ned. Oost-Indië
voor tweede stuurman groote vaart.
NOQRDSCHARWOUDE.
De floralia-tentoonstelling.
Het aantal bezoekers, dat de Floralia-
tentoonstelling heeft bezocht bedraagt 825.
Donderdag was de laatste dag van de ten
toonstelling. Het v/as dezen dag niet zoo druk
„Gekheid, Dido, ik drink nooit water."
Algemeen gelach volgde.
„Daar ben ik nog niet zoo zeker van",
hield de oude dame vol. „En ik heb al
tijd gehoord, dat je in Frankrijk het wa
ter alleen maar uitwendig kunt gebrui
ken."
„En op die manier wordt het al heel
weinig gebruikt", beweerde sir Charles,
terwijl hij naar de deur ging en nog
eens omkeek met kort, ironisch af-
scheidsgebaar.
„Dus het is au revoir dokter en geen
adieu. Ga je mee, Dido?"
Zijn vrouw volgde hem tot aan de
voordeur. Ik kom over een minuut, lie
veling. Ga nu maar in de auto zitten en
stop je goed in met de reisdeken". Ze
drukte de bontkraag om zijn hals en
klopte hem liefkozend op den schouder.
Hij was meer dan zes voet lang en za
moest op haar teenen staan om bij hem
te komen.
„Ja, ja, ik ben opperbest", zeide de
oude man knorrig, maar hij vond het
toch niet onaardig.
Misschien had zij zich wel vergist in
de gevoelens, die lady Clifford haar man
toedroeg. Niemand kon natuurlijk den
ken, dat zij doodelijk van hem was, maar
zij scheen toch veel van hem te houden,
met de genegenheid die een dochter voor
haar vader heeft. Ze was bepaald op
recht getroffen door het idee dat hij ziek
kon zijn. Hoogstwaarschijnlijk had ze
het met alle overgevoelige vrouwen ge
meen, dat ze haar kleinste aandoenin
gen dramatisch opschroefde en zich uit
te in overdreven betuigingen. Ze zou
wel gemeend hebben alles wat ze zeide.
maar nu was ze alles weer vergeten.
j .Wordt vervolgd.