Geneeskundige brieven.
BIT!
Schaakrubriek
mm
ÉH
1
JL
1P
Ui
8
ju mjk
mwtbmT
Damrubriek
Éi
^11
9 H
9
1P
H
■P
§P
ml
WE AVOVTlBlil V VV ITEM YI HH11KNAG'ENT J E.
WATERSCHAPSBELANGÉN EN
VERKEERSWEGEN IN WEST-
FRIESLAND.
m
las
?P: 20' 21> 24> 27> 31>34- 37>
Pi
1!
II
als men verwacht had. Vandaar dat men de
1000 bezoekers niet heeft kunnen halen,
i De uitslag van de gehouden verloting is
als volgt: 1ste pr. no. 246, 2e pr. no. 148, 3e
pr no. 731, 4e pr. no. 985, 5e pr. no. 779, 6e
pr no. 563, 7e pr. no. 729, 8ste pr. no. 701,
9e pr. no. 96, 10e pr no. 640, 11e pr. no
360, 12e pr. no. 944, 13e pr. no. 779, 14e pr.
no. 865, 15e pr. no. 8S9, '6e pr. no. 119, 17e
pr. no. 939, 18e pr. no. 527, 19e pr. 188 en
20ste pr. no. 463.
Hoewel de financiëele resultaten nog niet
bekend zijn, gelooven -wij toch, dat de vrou-
iwenclub „W(ekebjka) O(nderlinge) L(es-
sen)" gezien de belangstelling voor deze ten
toonstelling, vol vértrouwen op den ingesla
gen weg zal voortgaan.
SCHEHMERHORN.
Het was ruim acht uur, toen Woensdag
avond voor een overvolle zaal, naar schat
ting ongeveer 500 personen, eere-voorzitter,
burgemeester Meindersma den feestavond
opende. Spr. deed dit met een opgewekt ge
moed en een groot genoegen na de zoo schit
terend geslaagde floraliadagen riet was het
actieve bestuur gelukt een gezelschap voor
dezen avond te engageeren, n.1. de familie
Hofmann, die ons< wel zou weten bezig te
houden. Ook de pers heette spr. welkom,
Spr. herdacht nog; de tentoonstellingsdagen,
.waar ook de uit stekken gekweekte dahlia's
een waar succes zrijn geweest.
Hierna werd gemeenschappelijk een lied
gezongen ter eere van floralia, hetwelk afge
drukt was op het feestprogramma, waarna
de familie Hofmann eenige nummers ten
beste gaf. „De ggoote Parade" gezongen
door het duo Hofmann en „Als Jantje een
maal groot is" waren een paar nummers
welke bepaald indruk maakten door hun
schitterende voordracht.
Een 4-pits petroleumstel gratis verloot on
der de leden, welke bloemen hadden inge
zonden werd gewonnen door den heer B.
Roselaar.
Het letterraadsel, waarvan het antwoord
Hoor den heer Frankenberg in 'n gezegelde
enveloppe was gedaan was geraden door 79
personen. De prijs, een tafellaken met 6 ser
vetten, werd gewonnen bij loting door mej.
wed. K. Akkerman. De oplossing was „Scher-
meers molens sieren onze streek". Eenige
antwoorden waren aardig in dichtvorm ge
maakt.
Bij de groote verloting werd de hoofdprijs,
ien heerenrijwiél, gewonnen op no. 1076 door
den heer P. Fok te Hensbroek. Een bij de fir
ma H. Wiebbe en Co. te raden naam „Al-
ïred" werd door 1 personen geraden en de
prijs viel bij loting ten deel aan den heer N.
Jonk.
Gedurende de pauze werden bij de traditio-
neele taarten ook ditmaal tulbanden en lever
worst verloot. De familie Timmermans was
2oo gelukkig 2 taarten te winnen.
Na de pauze werden nog verschillende
stukken door de familie Hofmann voorgedra
gen. Ook de jongedames Hofmann welke
een paar nummers ten beste gaven met viool
en piano en viool en harmonica deden dit
prachtig.
Kortom, het geheel hetwelk de fam. Hof-
Imann ten gehoore gaf was schitterend, zoo-
dat allen daarover ten zeerste waren vol
daan.
't Was ongeveer 12 uur toen burgemeester
Meindersma een sluitingsrede hield, waarin
hij alle medewerkers hartelijk dank bracht,
inzonderheid de plantenjury, de jury van
huisvlijt en handwerken. De plantenjury, die
van 9 tot 6 uur bezig waren geweest, had
verklaard, nog nooit op een dorp zulk een
mooie verscheidenheid van planten te hebben
gezien.
Ook memoreerde spr. het volksspel „Kop
pensnellen", wat bijzonder in den smaak was
gevallen.
Spr. bracht dank aan de firma Jacobs en
Boerema te Amsterdam, die de geheele ten
toonstelling hadden opgeluisterd door hun
autophroonmuziek, ook aan den heer L.
Frankenberg te Alkmaar, die elk jaar op zulk
een geestige wijze de hersens doet opfris-*
schen door het bekende letterraadsel.
Hier in Schermerhorn werd feestgevierd
zonder eenige wanklank te hooren.
Met een driewerf hoera aan het floralia-
bestuur sloot spr. dezen prachtig geslaagden
avond.
In de vacatures H. Vijn en S. Groot Sr.
>ijn tot bestuursleden van bovengenoemde
(vereeniging aangewezen de heeren Joh. Sta
oei te Berkhout en K. Bruijn te Wijdenes.
1 m 52»
H£M t»
Voor de vacante betrekking van hoofd der
School te Hm hebben zich vier sollicitanten
aangemeld.
OOSTER-BLOKKER.
Bij de gehouden verkiezing voor de Banne
„Werd de heer Jac. Schaper herbenoemd als
(Hoofdingeland voor het Ambacht van West
friesland, genaamd Drechterland.
DE STREEK.
Aan de veiling van „de Tuinbouw" is het
/hans zeer druk. Dagelijks passeeren 200
300 schuiten het veilingsgebouw. Uit de prij
zen is te concludeeren, dat er blijkbaar meer
vraag naar bloemkool komt. Te betreuren
valt het, dat het gewas vooral de zoogenaam
de Kortbeen slecht is. Het zal dus vooral
van de „late reuzen" moeten komen.
■rv;
HEEMSKERK - (September).
Getrouwd: Ant. J. H. W. Luyckx en
(Jac. M. Hoogerwerff. Hendr. Joh Been
tjes en L. M. Lammers. Jac. v. d. Wint en
C. M. Eeltink.
Ondertrouwd: Petr. Beentjes en
Cath. v. d. Haak. Jac. L. Aarsen en S. J.
4e Vries.
Bevallen: C. Steeman—Lute, d.
Overleden: Nic. Jac. Smit, 0 jaar.
CASTRICUM (September).
Geboren: Johanna, d. van D. Hogen-
steijn en H. A. Zuidweg.
Ondertrouwd: Simon Merks te
Haarlem en Wilihelmina Oskam
Oplossing probleeem 303.
1. Dh8 Dg7 2. Dh4 mat.
1.Te5 2. Lb2 mat.
1.Tc5 2. Td2 mat.
1. anders 2. Pe6 of 15 mat.
Probleem 304. J
(J. R. J. Lobo). "v 1
a b c d f g h
Tweezet.
Eindspel 387.
abcdefgh
m m k m «r
Ë'm,p
i
m
^.JlJ
"JÉ*.
WmUtaap
WM
IP A W
abcdefgh
Deze stand ontstond in een partij uit
den winterwedstrijd aan de Nieuwe
Rott. Schaakvereeniging.
Zwart (De Boer) speelde 1Pf5
Wit (Ten Kate) antwoordde verheugd
met 2. Tf5 Df5.3. Dc6f\ Dit lijkt gewel
dig sterk, maar zwart heeft de stelling
goed bekeken en antwoordt 3Kf7!
Wit nu zeke rvan zijn overwinning zet:
4. Tfl. enverloor. Hoe?
In vervolg op ons vorig bericht om
trent de tweekamp TakacsLandau te
Rotterdam, waar de schaakliefhebber als
eisch voor zijn bemoeiingen stelde, dat
gespeeld zou worden het Evansgambiet
in het Giuoco piano, laten wij hier de
tweede en laatste partij volgen met aan-
teekeningen voor het meerendeel van
den Tel. verslaggever.
Volgen met aanteekeningen voor het
meerendeel van den Tel. verslaggever.
Wit: Landau. Zwart: Takacs.
1. e4 e5
2. Pf3 Pc6
3. Lc4 Leo
4. b4. Dt is de variant van het
Giuoco piano, die Evans
gambiet heet, naar een
Engelsche kapitein die
dezen zet 't eerst deed.
4Lb4
c3 La5 Ook wordt wel gespeeld
speeld Ic5 (Andersen—
Zukertort).
6. d4 d6
7. Db3 Dd7! Dit wordt als de weer
legging van het gambiet
beschouwd.
8. ai Pf6.
9. 0—0 0—0
10. deö Pe5 Ook een nieuwe zet. De
theorie geeft aan»10
Pe4.
11. Pe5 deö.
12. La3. Na 12. Tdl volgt De7 waarop
na La3 volgt c5 en alle
aanval is uit.
12Td8 Verhindert 13. Tdl.
13. Pd2! De8 Na Dd2 volgt 14. Tdl
en 't is uit.
14. Pf3 Pe4! Doortastend.
15. Tael Pd2! Vereenvoudigt be
langrijk.
16. Pd2 Wel gedwongen. Na 16. Te5?
eenvoudig Pf3f enz.
16Td2
17. f4. Lb6.
18. Khl e4
19. f5 Ld7.
20. f6 g6.
21. a5 Lf2. Schijnbaar fout.
22. Tbl Lc6
23. Lel Zie zoo wit wint de kwali-
r teit.
23Tad8ü
24. Ld2 Td2 Zoo heeft zwart er op
gespeeld en opzettelijk de
kwaliteit geofferd en zeer
terecht!
25. Lbo. De Lc6 staat zeer gevaar
lijk, moet dus worden af
geruild.
Er dreigt e4 en Lg2 Kg2
De4f. Kh3 3. Df3 mat.
25G3.
26. Lc6 DcC
27. Db7 DI6
28. Dc8 Kg7
29. Tb8 Dd6.
30. Dg8f Kh6.
31. Te8 Tdl.
Wit geeft op. Alleen 32. Df8f redt nog
een zet. Maar dan is 't weer uit.
Een pracht partij.
Aan de Dammers I
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1138 (auteur Huizer)
Stand.
Zw. 13 sch. op: 1, 4, 6/10, 13, 16, 19, 25,
CO, 00.
39, 42, 43, 44, 46, 47, 49.
Oplossing,
2 i 35:33
2. 4<—41 2. 19:48
3- 27-22 3. 16:38
4. 49—43 4. 48 18
5. 43 5 5. 25 14
6. 5 39!
Partijgedeelte.
Het volgende partijgedeelte is van den
heer J. W. v. Dartelen. Deze speelde met
wit in het handicaptournooi der Haar-
lemsche damclub een partij tegen den
heer H. Berghuis, aan wien hij een
schijf moest voorgeven, terwijl remise
voor Berghuis als winst gold.
Zw. 14 sch. op: 3, 6, 8, 9,10, 13/16, 18,
19, 21, 22, 26.
W. 13 sch. op: 25, 27, 31, 32, 33, 35/40,
42, 45.
Van uit deze positie verliep de partij
als volgt:
1. Wit 33—29!
Wanneer Zwart nu vervolgt met 22—
28, volgt Wit 32 12 (Zwart 21 23) 12—
7 (Zwart 8—12) 7 29 en het blijft een ge
lijke uitruil. Bovendien speculeert Wit
op een voor Zwart schijnbaar winnende
voortzetting.
1. 18—23??
Loopt in den val! Zwart meende na
tuurlijk dat Wit 29 18 zou slaan,
waarop Zwart door 2228 enz. zou win
nen. Wit had echter hierop juist gere
kend en speelde:
2. 27:18! 23:43
3. 38 49 13 22
4. 32—28! 22:33
5. 42—38! 33:42
6. 37 48 26 37
7. 48—42! 37:48
8. 40—34! 48 30
9. 35:2!!
Deze damzet is duur, doch onder de
gegeven omstandigheden nog de eenige
kans!
21—26?
Veel sterker was 2127! Nu won wit
het eindspel nog op de volgende interes
sante manier;
10. 2-30!
Alles wat Zwart nu speelt, kost min
stens een schijf!
15-20
11. 30—19! 14:23
12. 25 5 23—29
13. 5—37 9—13
14. 37—42! 26—31
15. 42 2 3W-37
16. 36—31! 37^:26
17. 2—13 16—21
13. 45—40 6—11
19. 40—34 11—16
20. 1336! Zwart geeft op!
Uit dit partijverloop blijkt weder on
dubbelzinnig hoe moeilijk het is een
„gewonnen" partij te winnen en tevens
dat zoolang de laatste schijf niet van het
bord verdwenen is, er altijd nog kansen
geschapen en benut worden.
Combinatie.
De Fransche speler Bélard won in den
volgenden stand op fraaie wijze.
X
Wê
W.12 sch. op: 25, 26, 29, 34/38, 40, 42,
47, 48.
Wit speelde:
1. 29—24!! 1. 19:39
2. 48—43 2. 39 48
3. 38—33 3. 28 39
4. 42—38 4. 48:31
5. 36: 9 5. 14: 3
6- 25 14 6. 10 19
7. 40—34! 7. 39:30
8. 35:22!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1139 van C. Th. Huizer, den
Haag.
m
-.Va
Wé
mm "'tm, mm.
■i md m
lip md. ''mm.'
ÊiHH
w#£^*<mw/ 'mp H
"II
i.I®
WA.
Zw. 12 sch. op: 2, 5, 9, 12, 13, 14, 16, 18,
99 9Q Vi ZO
~'w. 12 sch.' op: 21, 24, 25, 29, 31, 33, 34,
36, 39, 45, 48, 49.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Correspondentie.
H. J. T. Zal uw probleem nazien en
zoo mogelijk plaatsen.
H. J. L. Zal U per brief antwoorden.
Het Vlaamsche Reddingscongres.
België viert feest. In de eerste plaats
wegens het lCÜ-jarig bestaan als onafhanke
lijk land. Het is geen slechte gedachte ge
weest, hieraan de inrichting van twee inter
nationale tentoonstellingen te verbinden, een
in Luik en de andere in Antwerpen. Deze
tentoonstellingen zijn weer aanleiding voor
het houden van allerlei bijeenkomsten. Zoo
vind ik in den officieelen gids van de tentoon
stelling te Antwerpen, over welke stad ik het
verder hebben zal, niet minder dan 34 offi-
cieele en 25 niet-officieele congressen ver
meld.
Onder die offipieele komt voor het „Red
derscongres" van 10 tot 12 Augustus. Be
halve de bovengenoemde bestond nog een bij
zondere reden, waarom dit 26ste Congres In
ternational de Sauvetage et de Sacours Pu
blic dezen keer in Antwerpen gehouden werd.
Het is dit jaar vijftig jaar geleden dat in die
stad de Koninklijke Menschlievende Redders
maatschappij „Union et Constance" werd op
gericht, welk jubileum toevallig samenviel
met het 25-jarige van haren voorzitter, den
heer L. Schram.
Wie denkt dat reddersmaatschappij de
Vlaamsche uitdrukking is voor het Neder-
landsche reddingmaatschappij, heeft het mis.
Union et Constance is niet alleen een vereeni-
ging om het reddingswezen te bevorderen en
waarvan een ieder lid kan worden; slechts
zij, die persoonlijk minstens een redding ver
richt hebben, worden als lid toegelaten. Bij
onze zuidelijke broeders wordt veel waarde
aan uiterlijke eereteekenen gehecht. Een red
ding wordt steeds door een draagmedaille
beloond. Daar zoöals hier doet zich het merk
waardige feit voor, dat in vele gevallen een
zelfde persoon herhaalde reddingen verricht
En zoo zag men in den feestelijken optocht,
welke op Belgische feesten niet ontbreken
mag, verscheidene personen achter de vaan
dels loopen, wier borst haast geen plaats ge
noeg bood om al die eereteekenen op te han
gen. Het was een gezicht, dat eenigszins deed
denken aan Limburgsche schutters of Frie-
sche kaatsers. Een der. deelnemers bezat er
niet minder dan tachtig.
Van zulk een groot getal zijn er steeds en
kele eereteekenen van anderen aard, zooals
dienst- en oorlogskruisen. Maar er blijven
dan nog genoeg zuivere reddingsmedatlles
over om ons af te vragen, hoe het mogelijk is,
dat een mensch zoo herhaalde keeren gedu
rende zijn leven ongevallen bijwoont, waarbij
hij daadwerkelijk hulp kan verleenen. Het is
waar dat sommige personen door hun beroep
meer in de gelegenheid zijn dan een ander.
Wij denken bijv. aan de bemanning van onze
reddingbooten, aan sluis- en havenwachters.
Toch blijft het een feit, waarvan zoover ik
weet, de oplossing nog niet gevonden is, dat
enkele personen veel meer met ongevallen in
aanraking komen, dan door hun persoonlijke
omstandigheden of door het toeval te verkla
ren valt.
Behalve vriendschappelijke vereeniging dei-
redders, beoogt deze maatschappij bevorde
ring van maatschappelijke belangen door
onderstand aan weduwen en weezen van af-
gstorven redders, voor welk doel reeds een
bedrag van 46.000 francs is uitgegeven, en
zorg voor een behoorlijke begrafenis als een
redder komt te overlijden, enz. Bovendien
worden ook bij groote rampen bijdragen ver
strekt, nu reeds tot een bedrag van 72.000
francs.
Naast België waren op het congres ver
tegenwoordigd Frankrijk, Engeland en Ne
derland. Ook uit Italië zou een afgevaardig
de komen, doch deze was verhinderd en be-
paalde zich tot het inzenden van een rapport
over de noodzakelijkheid om het daarheen te
leiden dat iedereen leert zwemmen. Als mid
delen werden aangegeven: Ie. de invoering
van het zwemmen als verplicht leervak op de
lagere school, waarvoor ook in ons land dooi
den Nederlandschen Zwembond een krachti
ge actie wordt gevoerd; 2e. zwemoefeningen
te verbinden aan de leer- en oefeningsstof der
gymnastiekverenigingen; 3e. te verkrijgen
dat regeeringen en plaatselijke besturen sa
menwerking verleenen bij de uitbreiding va.i
zwemonderricht en 4e. algemeene bevorde
ring van het Esperanto als wereldtaal, opdat
in alle gevallen redder en slachtoffer elkaar
zullen kunnen verstaan en begrijpen. Bij da
behandeling van dit onderwerp werd door
den voorzitter Carpentier er zeer terecht op
gewezen, dat de bevordering van de zwem
kunst, waarmee uit den aard der zaak het
congres zich eenstemmig vereenigde, op zich
zelf nog niet voldoende was, maar dat man
daarnevens ook moest leeren redden. Hoe
noodig het is, dat deze zaak met grooten ernst
wordt ter hand genomen, blijkt uit een cou-
rantenbericht van de laatste dagen van het
omslaan van een boot met 20 mannen, w(er
beroep geregeld verblijf op het water mee
bracht en waarvan niet minder dan 13 zijn
verdronken. Het Italiaansche rapport ging
trouwens vergezeld van doelmatige afbeel-
dingen'bmtrent de behandeling van een dren
keling, die tegenstreeft, geheel in denzelfden
geest als de brochure, welke door de Maat
schappij tot Redding van Drenkelingen,
Rokin 114, Amsterdam, kosteloos wordt toe
gezonden aan,, iéder die er om vraagt.
Belangrijk was ook het debat over hetgeen
voor de redders behoort te worden gedaau.
Zoo dikwijls gebeurt' toch, dat bij een
tot redding bij eenig ongeval de redder zelf
het leven laat. In de meeste gevallen wordt
er dan eenvoudig niet aan geaacht, diens na
gelaten betrekkingen tegemoet te Komen. Da
Fransche afgevaardigde meende, dat de
slachtoffers van hun plicht niets minder wa
ren dan de in den oorlog gevallenen en dat
een wet aan dit denkbeeld uitdrukking be
hoorde te geven, door aan weduwen en wee
zen van bij hun poging tot redding gedooden
een pensioen et verzekeren. Dat de wensen
naar steeds hoogere decoraties bij onze zui
delijke buren naar voren kwam, kan geen
verwondering wekken. Zeer sympathiek was
ten slotte de formuleering van den voorzitter
van Union et Constance, die voor den redder
zelf geen geldelijke belooning wilde en een
onderscheiding voldoende vond, maar meen'
de dat aan de weduwen en weezen het levens
onderhoud behoorde verzekerd te worden.
Een ander punt van beteekenis was de
hulpverleening bij ongevallen op de groote
wegen. Door Dronsart werd hierover een za
kelijk rapport ingediend, dat goed weergaf,
wat in de verschillende landen reeds gebeurt.
Niemand zal de noodzakelijkheid ontkennen
dat maatregelen worden getroffen cm bij de
steeds in aantal toenemende ongevallen op
de groote wegen zoo spoedig mogelijk af
doende hulp te kunnen verleenen. Vrij alge
meen worden op geregelde, niet al te groote
afstanden hulpposten gewenscht, die door
duidelijke opschriften kenbaar zijn en waar
alles voorhanden is, wat bij eerste-hulp-ver-
leening te pas kan komen. In Engeland wor
den de groote wegen op Zaterdag en Zondag
bereden door vrijwilligers in auto's of motoren
met zijwagentje, die in staat zijn, eerste hulp
te verleenen. Dat zij op de overige dagen niet
uitgaan, ligt hierin, dat het dezen vrijwilli
gers niet mogelijk is, al hun tijd voor het
goede doel beschikbaar te stellen. De meeste
ongevallen komen trouwens gedurende de
beide genoemde dagen voor. In ons land is
sedert eenigen tijd een commissie werkzaam,
door samenwerking van het Roode Kruis en
de Ned. Vereeniging E.H.b.O. in het leven
geroepen. Deze heeft, om te beginnen, voor
den grooten weg AmsterdamHaarlem—
Leiden—Den Haag—Rotterdam—Dordrecht
—Breda—Belgische grens reeds een plan
ontworpen en heeft daarbij, zeer terecht, niet
alleen aandacht gevestigd op het doode, maar
vooral op het levende materiaal. Elke post
wordt zoo georganiseerd, dat men behalve
verbandmateriaal, brancard en enkele ge
neesmiddelen, door middel van de telefoon
dadelijk een geneeskundige, of bij diens af
wezigheid iemand anders, die ervaring heeft
op het gebied van Eerste Hulp, te hulp kan
roepen.
Cuvigny (Parijs) gaf een overzicht van de
verschillende methoden om schijnoooden tot
het leven terug te roepen. Volgens hem moest
de methode-Schaeffer als de beste beschouwd
worden. Door gebrek aan tijd moest het debat
over dit punt bekort worden en ontbrak de ge
legenheid om de voordeelen van andere ma
nieren, zooals Silvester en aborde, welke toen
zeker niet denkbeeldig zijn, in het licht te stel
len. Dit onderwerp is trouwens meer geschikt
om in meer zuiver medische kringen me£
vrucht besproken te worden.
De voorzitter wees op den betreurens-
waardigen toestand, dat thans drie Inter
nationale Reddingscongressen worden ge'
houden, die hun zetel hebben, resp. te Parijs,
Brussel en Amsterdam. Het zou inderdaad
179. Nauwelijks had de professor dien raad gegeven of de ka
bouters liepen het bosch in om hout te sprokkelen. Ze kwamen
met armen vol terug. En ze legden het op een hoop. Ze wre
ven eenige stukken hout hard tegen elkaar en weldra vatte een
der stukken vuur. Toen begon een der kabouters te blazen om
het vuur aan te wakkeren.
180. Weldra stegen hooge vlammen op en het hout knetterde
een aardig gezellig liedje. De professor keek toe, terwijl hij hel
prinsesje toeschreeuwde nog wat geduld te hebben, daar red
ding spoedig zou opdagen. „Nog wat geduld", zeii: kaar
professor, „laat de ooren nog niet hangen".