DAGBLAD VQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad, BERICHT. Buitenland No. 229 ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1930 132e Jaargang. De verloren en wedergevonden zoon gedraagt zich niet als een berouwvolle zondaar. De toestand van de Purmerender tram is door de nieuwste operatieplannen niet langer zorgwekkend. Dagelijksch overzicht, Zij, die zich met 1 October a.s. voor minstens 3 maanden op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. DE DIRECTIE. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Contant wordt ELKEN AVOND, behalvs Zon- en Feeetdagen, uitgegeven. Abonnementeprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, lranco door het geheele Rijk 2.50. Loue nnmmera 5 cents. Directeur: C. KRAS. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. HOSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37000. Telef. 3, redactie 33. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Toen de Alkmaarsche Napoleon der Oociaal democraten uit zijn politieke verban ning van de Nieuwpoortslaan naar de raads zaal terugkeerde, vond hij er een groepje par- tijgenooten, die zich ternauwernood met zijn politieke wedergeboorte verzoend hadden. Maar terwijl de heer Van Drunen ver scheidene zittingen noodig had om iets meer dan den rug van zijn naasten buurman te Zien te krijgen, is het den obersten Kriegsherr blijkbaar nu reeds gelukt zich weer de voor aanstaande plaats te verzekeren, welke hem krachtens zijn persoonlijkheid toekomt. Hij troonde weer in het midden zijner alte Kameraden en debateerde en repliceerde of bij nooit weg geweest was en zijn rechter en linker buurman lachten als zij lachen moes ten en knikten als zij knikken moesten en het was zonneklaar bewezen, dat de heer Wester hof weer de groote man van de roode fractie was geworden, al zal van een dictatorschap na al het gebeurde vooreerst wel geen sprake meer wezen. Een sociaal democraat is in den Raad zoo noodig als het zout in de soep, heeft de heer Cloeck in zijn wethouderlijke periode eens uit geroepen. Dat is volkomen juist, maar wij willen er toch op wijzen, dat de soep op het oogenblik wel heel erg zout is geworden, want er is nu een fractie van zes sociaal democraten, met twee vrijzinnig democraten als stille vennoo- ten en als dan, zooals Donderdag het geval was, twee leden van de rechterzijde ontbre ken, behoeft er maar weinig meer te gebeuren of de heer Westerhof beleeft weer de triom- phen uit vroegere glorierijke dagen, toen hij als een der invloedrijkste figuren beschouwd werd met wien alle fracties terdege rekening moesten houden. Zijn langdurige vacantie, waarin hij volop tijd en gelegenheid gehad heeft om over de onbestendigheid van alle aardsche macht na te denken, heeft den leider der sociaal democra ten blijkbaar goed gedaan. Hij is iets gezetter dan vroeger, maar hij spreekt nog altijd even gemakkelijk, heeft zijn voorbeelden nog voor net grijpen en weet alles waar hij vóór is zoo voor te stellen, dat zelfs zijn politieke tegen standers in de verleiding moeten komen zich er mee accoord te verklaren. Een oud Höllandsch spreekwoord zegt, dat elke zaak van twee kanten bekeken kan worden, wat nooit duidelijker is gebleken dan bij het voorstel van B. en W. om ons politie corps nog met een inspecteur uit te breiden. De heer Westerhof las een heel rijtje na men op van plaatsen waar meer agenten en minder inspecteurs dan in Alkmaar worden gevonden. Hij haalde natuurlijk alleen die plaatsen aan, die in zijn betoog te pas kwa men en het is begrijpelijk, dat op het staatje waarover de burgemeester beschikte alleen weer de namen der gemeenten stonden waar een grooter aantal inspecteurs zelfs bij een kleiner aantal agenten wordt aangetroffen. De heer Westerhof, wiens gedachten wel eens te veel den militairistischen kant op gaan, verklaarde, dat er minder officieren noodig zijn naarmate men over minder sol daten kan beschikken, maar de burgemeester verdedigde daartegenover de stelling, dat een klein corps agenten juist meer inspecteurs noodig zal hebben om doeltreffend werk te kunnen verrichten. In garnizoensplaatsen, zeide de heer "£s" terhof, zal men over meer politie moeten be schikken dan in andere gemeenten, maar de burgemeester was weer van meening dat net precies andersom was, omdat men in garni zoensplaatsen desnoods altijd de militairen .e hulp zal kunnen roepen. Zoo werd het balletje heen en weer ge kaatst en het is duidelijk, dat dit emdelcos had kunnen voortduren, als men niet bedacht had, dat er niet minder dan drie-en-twintig punten op de agenda stonden, waarom de meerderheid van den Raad tenslotte den ui - slag van het debat zou moeten bepalen. Het zwaktste punt in het betoog van den burgemeester was ongetwijfeld, dat hii moest toegeven, dat een vacature van hoofdagent tot dusver nog onvervuld is gebleven, wat natuurlijk in strijd was met de bewering, dat het politiecorps noodig vergroot diende t- worden. Ook was de nieuwe agent, die hem als wijk van erkentelijkheid bij de vorige begrooting door den Raad gepresenteerd was, nog altijd niet opgeroepen, maar de burgemeester ver klaarde, dat hij van den heelen agent zou af zien als hem in ruil daarvoor een inspecteur zou worden aangeboden. Het werd een soort politie-schaakspel met levende figuren en de beide voornaamste spe ler» waren het hopeloos oneens over de vraag of een grijze hoofdagent meer waard is dan een grasgroen inspecteurtje, maar de burge meester heeft ten slotte de partij gewonnen, doordat hij een adjunct inspecteur voor een doodgewonen agent geruild heeft. De tijd, dat een politie-agent niets anders te doen had dan met zijn handen op den rug langs de straten te slenteren en een grooten mond op te zetten tegen de kwajongens die belletjes trokken, ligt al ver achter ons. Er zijn tegenwoordig tal van sociale voor schriften welker naleving voortdurende con trole vereischt en bij het steeds drukker ver keer is het noodzakelijk een deel van het corps uitsluitend met het toezicht op de wegen te belasten. Dat alles eischt heel wat, meer personeel dan vroeger en of er nu veel in specteurs en weinig agenten noodig zijn dan wel of het omgekeerde het geval is, doet eigenlijk weinig ter zake. Dat is een kwestie van werkverdeeling en wellicht ook van plaatselijke toestanden en de commissaris zal dit ten slotte beter dan de Raad kunnen be- oordeelen. Alkmaar krijgt nu zijn derden inspecteur van politie, waardoor de beide andere niet langer tegen de sociaal democratische leuze behoeven te zondigen, dat een arbeidsdag uit niet meer dan acht volle werkuren bestaan mag. Had de Raad destijds bij de interpellatie Keesom zoo weinig vertrouwen in de be staansmogelijkheid van de tram naar Purrne- rend, dat B. en W. tot de conclusie waren ge komen, dat Alkmaar zich geen offers voor dit ter dood veroordeelde besje zou kunnen ge troosten, thans bleek de Raad eensklaps van een heel ander gevoelen. Een nieuwe herfst heeft een nieuw geluid gebracht en nu plaatsen als Purmerend, Beemster, De Rijp en andere allemaal een duit in het tramzakje gedaan hebben om dit vervoermiddel voor het tegenwoordig ge slacht te kunnen behouden, werden B. en W. er op attent gemaakt, dat Alkmaar, dat eigenlijk de ville lumière aan het tramlijntje is, zeker niet ten achter zou mogen blijven. Ondanks het feit, dat kort geleden uitge maakt was, dat Alkmaar geen belang bij goede verbindingen naar het Zuiden, maar wel naar bet Noorden heeft, werd het reeds zieltoogende oudje op de operatietafel gelegd en door de edelachtbare doktoren van alle kanten bekeken. Men was het er algemeen over eens, dat de levenskansen vrij miniem zijn, maar dok ter Westerhof stelde een ingrijpende opera tie voor waarbij de locomotief en de passa gierswagens verwijderd zouden worden en door motorwagens zouden worden vervan gen. Dat was z.i. de eenige kans op redding en hoewel de burgemeester zich meende te herinneren, dat Purmerendsche en andere deskundigen deze operatie onmogelijk ver klaard hadden, werd toch besloten eens bij de naaste familieleden te informeeren of zij bereid zijn daarmede een proef te nemen. Van de tegenwoordige tram zouden dan al leen de goederenwagens in stand gehouden worden en wanneer de constitutie van de rails zoo sterk is, dat deze een motorwagen kunnen dragen, zal men wellicht door ge zamenlijke betaling van operatie- en onder houdskosten het gereorganiseerde trammetje weer op gang kunnen krijgen. Tot groote voldoening natuurlijk van de inwoners van De Rijp, die het vehikel niet kunnen missen om zooals de heer Keesom verklaarde in Alkmaar het ziekenhuis en de rechtbank- te kunnen bezoeken. Of de inwoners van deze gemeente tot de vroolijkste passagiers zullen behooren is sterk te betwijfelen, maar er zijn nog heel wat handelaren, die vanuit Alkmaar hun goederen met dit vervoermiddel naar de bin nenlanden verzenden en voor hen zal men de oplossing van het tramvraagstuk zeker tot een verblijdend feit kunnen rekenen. Wij hebben altijd betoogd, dat het oude stadsschoon overal zal moeten verdwijnen waar de instandhouding belemmerend op handel en verkeer kan werken. De groei van een plaats mag niet geremd worden door de historie en wie van zijn stad geen openlucht museum van oud-Hollandsche bouwkunst maar een levende stad met een toekomst wil maken, moet heel wat offeren, dat hij als schoonheidsminnaar eigenlijk veel liever in stand zou hebben gehouden. Vandaar, dat wij destijds ten sterkste voor de moderniseering van onze hoofdstraat ge pleit hebben, maar wij hebben ons daar naast altijd op het standpunt gesteld dat wij gaarne willen medewerken tot behoud van het oude en mooie als door de restau ratie daarvan geen enkel levensbelang der gemeente in verdrukking kan komen. Doet dus de Vereeniging Oud Alkmaar aan den Raad het verzoek een mooien gevel te sparen, dan ondersteunen wij dat verzoek gaarne, op voorwaarde natuurlijk, dat de schoonheid van het bouwwerk vaststaat en de gevraagde prijs niet te hoog kan worden geoordeeld. Voor behoud van een ouden gevel in de Sint Annastraat wordt door de Vereeniging Oud Alkmaar een bedrag van 4000 ge vraagd, maar B. en W. zijn als handige an tiquairs aan het cijferen gegaan en hebben een sluitende exploitatierekening in elkaar gezet waardoor de bijdrage der gemeente slechts een renteloos voorschot van 1000 zou bedragen als het Rijk dezelfde som geeft en men er in slaagt de in het huis gevestig de winkelzaak voor 10 per week te verhu ren. Dat is een practische schoonheidsbescher ming, die ook zijn bedenkelijken kant heeft, want een huis uit het jaar 1640 is natuurlijk geen modern winkelpand en de winkelier die er in trekt zal allereerst probeeren een an dere pui en grootere ruiten voor zijn etala ges te verkrijgen. Het gebouw heeft trou wens reeds die pui en het is daardoor, vol gens den heer Westerhof, zoo grondig ver knoeid, dat het niet meer de moeite waard is er eenige notitie van te nemen. Niet een van de raadsleden bleek de schoonheid van het gebouw ooit opgemerkt te hebben en men begreep niet, hoe het op de Monumentenlijst was gekomen. Het was met zijn winkelpui een bastaard uit het huwelijk van een modernen manufacturen winkel en een oud klooster en de heer Wes terhof vond, dat B. en W. het geld der ge meente veel beter voor de restauratie van onze kerk kunnen besteden dan voor het in standhouden van een huis, dat uit een oog punt van architectuur geen vleesch en geen visch is. Zoo bleken ook vele andere raadsleden er over te denken, maar' omdat men gaarne B. en W. wilde steunen in het behoud van de merkwaardige monumenten uit onze luister rijke historie, werd besloten, dat het Col lege dit voorstel nog maar eens terug zou nemen en alsnog met deskundigen zal na gaan of de geheele gevel niet zoo antiek ge maakt kan worden, dat het de moeite waard is voor het behoud daarvan een offer te brengen. Bij het voorstel van B. en W. om over te gaan tot vergoeding van gemaakte kosten bij de driejaarlijksche afrekening der bijzon dere scholen, bleken de door de soc.-demo- craten geëischte bewijsstukken nog niet aan wezig te zijn. De kwitanties waren er wel, althans voor zoover het de jongensscholen betreft, maar er was geen specificatie moge lijk, daar de daarvoor benoodigde stukken door de schoolbesturen niet bewaard zijn geworden. De burgemeester erkende, dat goedkeuring door den Raad thans een moeilijke kwestie was, maar hij wilde daartoe toch advisee- ren met de toezegging, dat de schoolbestu ren in den vervolge van alle uitgaven een specificatie zullen moeten geven. Volgens den heer Keesom zijn de door den heer Van Drunen becritiseerde schoolreisjes niets an ders dan het bezoeken van sollicitanten, wat volgens de wet door de gemeente vergoed zal moeten worden. Daarentegen wezen de soc.-dem. er op, dat noch de heer Westerhof noch de heer Hoytink iets gezien hadden van de door de justitie in beslag genomen stukken betreffende de Kath. meisjesscholen en dat zij deze dus zeker niet zonder meer zouden kunnen goedkeuren. Het is inderdaad een lastige kwestie en wij kunnen ons begrijpen, dat B. en W. de schoolbesturen niet de dupe willen laten worden van onregelmatigheden waaraan de ze zelf niet de minste schuld hebben. Ten slotte werd vastgesteld, dat de ver goeding kan worden gegeven aan de Chris telijke school, die als de verdrukte onschuld in het gevaarlijke hoekje verzeild was ge raakt en dat met het toekennen der andere vergoedingen gewacht zal worden, tot de justitie de betrokken stukken weer in het be zit van de'gemeente en dus ter kennisneming van den Raad zal gesteld hebben. Van de lessen in de staathuishoudkunde op de H.B.S. herinneren wij ons nog de ver klaring, dat de staat het bedrijf der poste rijen in handen had genomen om er voor te waken, dat een brief, die in een afgelegen boerderij moet worden bezorgd niet meer aan port zal kosten dan een epistel, dat vlak naast het postkantoor kan worden af gegeven. Als de levering van duinwater op grond van dezelfde motieven door de provincie ter hand is genomen, schiet deze in haar ge meenscha pszorg wel eenigszins te kort, in zooverre het prov. bedrijf er niet over denkt om water aan de bewoners van het Zeglis te leveren als de gemeente niet garant blijft voor de aanlegkosten en de tekorten op de exploitatie. Waar Alkmaar een der gemeen ten is, die voor het water het meeste moet betalen, vond wethouder Ringers, dat de heer Westerhof, als lid van Prov. Staten in dat college maar eens precies moest zeggen hoe wij hier over een dergelijke overheids zorg denken. Of dit en ook de aanmaning van B. en W. ter plaatse iets zullen uitwerken dient afge wacht te worden, maar omdat zoowel de be woners van het Zeglis als die van den West- dijk van den winter graag ook nog licht en gas willen hebben, zullen B. en W. nagaan in hoeverre zij aan dit verlangen voldoen kunnen zonder van bewoners van andere bui tenwijken eenzelfde verzoek te moeten inwil ligen. Elke lantaarn blijkt 100 te kosten en jaarlijks 50 licht te verbranden, maar het is te begrijpen, dat wij in dezen verlich ten tijd onze belastingbetalende broeders en zusters in de toekomstige voorsteden niet heelemaal van alle producten der mensche- lijke beschaving verstoken kunnen laten en voor zoover het de meer bebouwde gedeel ten betreft, zal zeker wel aan het verlangen van deze adressanten tegemoet worden ge komen. Vermelden wij ten slotte, dat de soc.-dem. geen leeraren wenschten te benoemen, die al een maand in functie zijn waarin wij hen niet heelemaal ongelijk kunnen geven en dat er een hopelooze begripsverwarring be stond tusschen de heeren Leesberg en Bak ker, waarbij de één een open bebouwing noemde wat de ander als half open qualifi- ceerde, dan besluiten wij met de vermelding, dat over het algemeen deze raadszitting, ook door de overladen agenda, niet interessant geweest is. De pers had een bijzonder moeilijke taak doordat vlak onder de ramen voortdurend geklopt en gehamerd werd, wat volgens den burgemeester aan een cursus in hoefbeslag was te wijten, maar bij nadere beschouwing uitsluitend veroorzaakt werd door het op de binnenplaats afbikken van gemeentelijke dakpannen. E>e belangstelling van het publiek was dit maal beneden het nulpunt. Mevrouw Wes terhof heeft haar abonnement op de publie ke tribune opgezegd en eerst om kwart voor twee kwam er een bezoeker binnen, die het drie minuten volhield en toen stilletjes is ver dwenen. Om twee uur kwam er een mijn heer, die alleen maar om het hoekje heeft gekeken en de geheele publieke belangstel ling bleek zich ten slotte te concentreeren in een nog later komenden bezoeker, die zoo zeker van zich zelf was, dat hij de verga dering tot het einde toe bijgewoond heeft, een vrijwillige prestatie waarvoor wij hem hier gaarne onze hulde betuigen. De heer Hoytink, als opvolger van Mr. Sluis toegelaten, heeft op de gebruikelijke wijze bezworen, dat hij nimmer iets heeft gegeven om zich een plaatsje in dit edelachi- baar gezelschap te verzekeren en nooit iets zal aannemen om zijn persoonlijk belang boven dat van het algemeen te stellen. Te oordeelen naar de wijze waarop hij bij een stemming „vóór" heeft geroepen, blijkt hij over een krachtig geluid te beschik ken Hij schijnt een man, die van de beteeke- nis van zijn nieuwe bevoegdheid ten volle is doordrongen en wij zullen van zijn mai denspeech in een onzer volgende raadszittin gen gaarne notitie nemen. Het was over half zes toen de raad, na gedeeltelijke afwerking van het programma, tot een einde is gekomen en wij beginnen het woord der profeten te gelooven, die voor spellen, dat door de terugkomst van den verloren zoon de raadszittingen weer echt „ouderwetsch" zullen worden. HET OOSTENRIJKSCHE KABINET AFGETREDEN. Geen persoonlijke vijandschap tusschen Schober en Vougoin. Perscommentaren van Oostenrijksche bladen. Zooals we gisteren reeds konden melden, is het kabinet—Schober afgetreden, welke poli tieke crisis op rekening van den vice-kanselier Vougoin moet worden gebracht. Schober en Vougoin toch hadden ernstige meeningsver- schillen en het is den bondskanselier niet mo gen gelukken, zegevierend uit den strijd te voorschijn te komen, weshalve hij capituleerde Vougoin verklaarde na dit besluit, dat hij geen persoonlijken wrok koesterde tegen bondskanselier Schober. Er bestond tusschen de beide mannen, volgens een verklaring van Vougoin, slechts een verschil in temperament en in de beoordeeling van zekere voorvallen en tijdsomstandigheden! Natuurlijk houdt de pers zich met deze regeeringscrisis bezig. Zoo schrijft de „Reichspost", het orgaan der Christelijk- sociale partij, dat de crisis niet was uitgebro ken, omdat zekere persoonlijke maatregelen, welke voor de zoo noodzakelijk geworden sa neering van de gestel der bondsspoorwegen moesten worden genomen, op tegenstand waren gestooten, maar omdat de vice-bonds- kanselier Vougoin, de leider van den strijd tegen de corruptie verschijnselen, aan de voorgekomen onregelmatigheden, door een energieke daad, voor goed een einde heeft willen maken. Verdei schrijft het blad, dat deze crisis ontstaan is, doordat het noodzake lijk werd, het grootste Oostenrijksche staats bedrijf van de heerschappij der partijen te bevrijden. De „Wiener Neueste Nachrichten" richten zich onder de leuze „Schober heraus!" tot al len, wien het welzijn van den staat gaat boven eigenbelang, het welzijn van het volk boven partijbelang. In de geheele verdere pers wordt het aftre den van Schober besproken met den nadruk op zijn verdiensten voor den wederopbouw, van het land, waarbij de bladen niet alleen het aftreden der regeering betreuren, doch zich ook afvragen of een dergelijke maatregel wel noodzakelijk was. Het orgaan van den Landbond, het „Neue Wiener Extrablatt" schrijft dat het feit dat de Christelijk-Socialen den bondskanselier zon der opgave van redenen, of om redenen die de meerderheid' van het volk niet begrijpt, hun vertrouwen hebben geweigerd, hen verant woordelijk maakt voor hetgeen thans komt. Het „Neue Wiener Journal" schrijft: Scho ber moest gaan, daar hij geen genoegzame waarborgen gaf, dat hij den grooten en nood- zakelijken strijd tegen het Austro-marxisme met ongebroken kracht ten einde zou voeren. Het „Neue Wiener Tageblatt" verwacht, dat Schober die zijn overtuiging hooger heeft ge schat, dan ambt en waardigheden. Het „Neue Wiener Tagblatt" verwacht, dat het aftreden van Schober geen definitief af scheid uit het oj>enibare leven zal zijn. In de socialistische „Arbeiterzeitung" wordt de regeering Schober de wettelijke reactie genoemd, die zich niet van de door de grondwet, waaraan zij trouw gezworen had, aangewezen wegen heeft verwijderd. Al was de regeering ook door en door reactionnair, toch heeft Schober nooit de wetten van het burgerlijk fatsoen overtreden. De „DeutschOesterreichische Tageszei- tung" behoudt zich haar standpunt voorloo- pig voor, daar het bondsbestuur der Heim- wehren noch geen beslissing heeft genomen. De Heimwehren zullen echter in ieder geval bindende toezeggingen betreffende de kies rechtherziening eischen, en hun houding aan passen aan de thans geheel veranderde parle mentaire situatie. Schober is dus heengegaan. De vraag rijst nu op, wie zijn opvolger zal worden. Vele meenen in Vougoin nu den man te zien, die bondskanselier zal worden, maar volgens ver schillende berichten zou de oud-bondskanse lier dr. Seipel een uitnoodiging ontvangen hebben, om terstond naar Weenen te komen, teneinde aan de besprekingen omtrent de vor ming eener nieuwe regeering deel te nemen. De mogelijkheid, dat Oostenrijk dus weer een kabinet-Seipel krijgt, is niet uitgesloten. DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN FRANKRIJK. Middelen tot verbetering dei arbeidsmarkten. De „Matin" heeft Flandin, den minis ter van handel, over de economische crisis geïnterviewd. De minister ver klaarde o.a. dat Frankrijk wil meehel pen de Europeesche crisis te bezweren zonder nochtans zijn eigen arbeiders of zijn overzeesche betrekkingen te scha den. Met dat doel zal hij in October een reis naar Centraal-Europa maken. Flandin zeide, dat in het plan, waar over thans onderhandeld wordt, de bron nen der beschikbare credieten en de be hoeften aan landbouwproducten van eenige van Fankrijks buren worden be studeerd, zonder de meestbeegunsti- gingscluasule, noch het stelsel der pre- ferentieele tarieven in gevaar te bren gen. Het plan is er op gericht West- Europa in staat te stellen zonder schade voor zijn eigen landbouwproductie het uitvoerbaar graan der Donaulanden te absorbeeren, met handhaving van de stabiliteit der koersen. Hiervan zouden de landbouwers van alle landen profi- teeren, de koopkracht van Oost-Europa zou er door worden verhoogd, terwijl de markt voor industrieele producten in Frankrijk ruimer en actiever zou wor den. DREIGENDE PESTEPIDEMIE IN NOORD-CHINA. In Noord-China dreigt een longen- en builenpest-epidemie uit te breken wan neer de autoriteiten niet spoedig ener gieke maatregelen treffen om de ziekte te localiseeren. Heele dorpen zijn reeds uitgestorven en de bewoners vluchten zonder de lij-, ken der afgestorvenen te begraven, J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1