DAGBLAD VQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad,
BERICHT.
Buitenland
No. 229
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1930
132e Jaargang.
De verloren en wedergevonden zoon gedraagt zich niet
als een berouwvolle zondaar.
De toestand van de Purmerender tram is door de nieuwste
operatieplannen niet langer zorgwekkend.
Dagelijksch overzicht,
Zij, die zich met 1 October a.s.
voor minstens 3 maanden op dit
blad abonneeren, ontvangen de
tot dien datum verschijnende
nummers franco en gratis.
DE DIRECTIE.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Contant wordt ELKEN AVOND, behalvs Zon- en
Feeetdagen, uitgegeven. Abonnementeprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
lranco door het geheele Rijk 2.50.
Loue nnmmera 5 cents.
Directeur: C. KRAS.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. HOSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37000. Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Toen de Alkmaarsche Napoleon der
Oociaal democraten uit zijn politieke verban
ning van de Nieuwpoortslaan naar de raads
zaal terugkeerde, vond hij er een groepje par-
tijgenooten, die zich ternauwernood met zijn
politieke wedergeboorte verzoend hadden.
Maar terwijl de heer Van Drunen ver
scheidene zittingen noodig had om iets meer
dan den rug van zijn naasten buurman te
Zien te krijgen, is het den obersten Kriegsherr
blijkbaar nu reeds gelukt zich weer de voor
aanstaande plaats te verzekeren, welke hem
krachtens zijn persoonlijkheid toekomt.
Hij troonde weer in het midden zijner alte
Kameraden en debateerde en repliceerde of
bij nooit weg geweest was en zijn rechter en
linker buurman lachten als zij lachen moes
ten en knikten als zij knikken moesten en het
was zonneklaar bewezen, dat de heer Wester
hof weer de groote man van de roode fractie
was geworden, al zal van een dictatorschap
na al het gebeurde vooreerst wel geen sprake
meer wezen.
Een sociaal democraat is in den Raad zoo
noodig als het zout in de soep, heeft de heer
Cloeck in zijn wethouderlijke periode eens uit
geroepen.
Dat is volkomen juist, maar wij willen er
toch op wijzen, dat de soep op het oogenblik
wel heel erg zout is geworden, want er is nu
een fractie van zes sociaal democraten, met
twee vrijzinnig democraten als stille vennoo-
ten en als dan, zooals Donderdag het geval
was, twee leden van de rechterzijde ontbre
ken, behoeft er maar weinig meer te gebeuren
of de heer Westerhof beleeft weer de triom-
phen uit vroegere glorierijke dagen, toen hij
als een der invloedrijkste figuren beschouwd
werd met wien alle fracties terdege rekening
moesten houden.
Zijn langdurige vacantie, waarin hij volop
tijd en gelegenheid gehad heeft om over de
onbestendigheid van alle aardsche macht na te
denken, heeft den leider der sociaal democra
ten blijkbaar goed gedaan. Hij is iets gezetter
dan vroeger, maar hij spreekt nog altijd even
gemakkelijk, heeft zijn voorbeelden nog voor
net grijpen en weet alles waar hij vóór is zoo
voor te stellen, dat zelfs zijn politieke tegen
standers in de verleiding moeten komen zich
er mee accoord te verklaren.
Een oud Höllandsch spreekwoord zegt,
dat elke zaak van twee kanten bekeken kan
worden, wat nooit duidelijker is gebleken dan
bij het voorstel van B. en W. om ons politie
corps nog met een inspecteur uit te breiden.
De heer Westerhof las een heel rijtje na
men op van plaatsen waar meer agenten en
minder inspecteurs dan in Alkmaar worden
gevonden. Hij haalde natuurlijk alleen die
plaatsen aan, die in zijn betoog te pas kwa
men en het is begrijpelijk, dat op het staatje
waarover de burgemeester beschikte alleen
weer de namen der gemeenten stonden waar
een grooter aantal inspecteurs zelfs bij een
kleiner aantal agenten wordt aangetroffen.
De heer Westerhof, wiens gedachten wel
eens te veel den militairistischen kant op
gaan, verklaarde, dat er minder officieren
noodig zijn naarmate men over minder sol
daten kan beschikken, maar de burgemeester
verdedigde daartegenover de stelling, dat een
klein corps agenten juist meer inspecteurs
noodig zal hebben om doeltreffend werk te
kunnen verrichten.
In garnizoensplaatsen, zeide de heer "£s"
terhof, zal men over meer politie moeten be
schikken dan in andere gemeenten, maar de
burgemeester was weer van meening dat net
precies andersom was, omdat men in garni
zoensplaatsen desnoods altijd de militairen .e
hulp zal kunnen roepen.
Zoo werd het balletje heen en weer ge
kaatst en het is duidelijk, dat dit emdelcos
had kunnen voortduren, als men niet bedacht
had, dat er niet minder dan drie-en-twintig
punten op de agenda stonden, waarom de
meerderheid van den Raad tenslotte den ui -
slag van het debat zou moeten bepalen.
Het zwaktste punt in het betoog van den
burgemeester was ongetwijfeld, dat hii moest
toegeven, dat een vacature van hoofdagent
tot dusver nog onvervuld is gebleven, wat
natuurlijk in strijd was met de bewering, dat
het politiecorps noodig vergroot diende t-
worden.
Ook was de nieuwe agent, die hem als wijk
van erkentelijkheid bij de vorige begrooting
door den Raad gepresenteerd was, nog altijd
niet opgeroepen, maar de burgemeester ver
klaarde, dat hij van den heelen agent zou af
zien als hem in ruil daarvoor een inspecteur
zou worden aangeboden.
Het werd een soort politie-schaakspel met
levende figuren en de beide voornaamste spe
ler» waren het hopeloos oneens over de vraag
of een grijze hoofdagent meer waard is dan
een grasgroen inspecteurtje, maar de burge
meester heeft ten slotte de partij gewonnen,
doordat hij een adjunct inspecteur voor een
doodgewonen agent geruild heeft.
De tijd, dat een politie-agent niets anders
te doen had dan met zijn handen op den rug
langs de straten te slenteren en een grooten
mond op te zetten tegen de kwajongens die
belletjes trokken, ligt al ver achter ons.
Er zijn tegenwoordig tal van sociale voor
schriften welker naleving voortdurende con
trole vereischt en bij het steeds drukker ver
keer is het noodzakelijk een deel van het
corps uitsluitend met het toezicht op de wegen
te belasten. Dat alles eischt heel wat, meer
personeel dan vroeger en of er nu veel in
specteurs en weinig agenten noodig zijn dan
wel of het omgekeerde het geval is, doet
eigenlijk weinig ter zake. Dat is een kwestie
van werkverdeeling en wellicht ook van
plaatselijke toestanden en de commissaris zal
dit ten slotte beter dan de Raad kunnen be-
oordeelen.
Alkmaar krijgt nu zijn derden inspecteur
van politie, waardoor de beide andere niet
langer tegen de sociaal democratische leuze
behoeven te zondigen, dat een arbeidsdag uit
niet meer dan acht volle werkuren bestaan
mag.
Had de Raad destijds bij de interpellatie
Keesom zoo weinig vertrouwen in de be
staansmogelijkheid van de tram naar Purrne-
rend, dat B. en W. tot de conclusie waren ge
komen, dat Alkmaar zich geen offers voor dit
ter dood veroordeelde besje zou kunnen ge
troosten, thans bleek de Raad eensklaps van
een heel ander gevoelen.
Een nieuwe herfst heeft een nieuw geluid
gebracht en nu plaatsen als Purmerend,
Beemster, De Rijp en andere allemaal een
duit in het tramzakje gedaan hebben om dit
vervoermiddel voor het tegenwoordig ge
slacht te kunnen behouden, werden B. en W.
er op attent gemaakt, dat Alkmaar, dat
eigenlijk de ville lumière aan het tramlijntje
is, zeker niet ten achter zou mogen blijven.
Ondanks het feit, dat kort geleden uitge
maakt was, dat Alkmaar geen belang bij
goede verbindingen naar het Zuiden, maar
wel naar bet Noorden heeft, werd het reeds
zieltoogende oudje op de operatietafel gelegd
en door de edelachtbare doktoren van alle
kanten bekeken.
Men was het er algemeen over eens, dat
de levenskansen vrij miniem zijn, maar dok
ter Westerhof stelde een ingrijpende opera
tie voor waarbij de locomotief en de passa
gierswagens verwijderd zouden worden en
door motorwagens zouden worden vervan
gen. Dat was z.i. de eenige kans op redding
en hoewel de burgemeester zich meende te
herinneren, dat Purmerendsche en andere
deskundigen deze operatie onmogelijk ver
klaard hadden, werd toch besloten eens bij
de naaste familieleden te informeeren of zij
bereid zijn daarmede een proef te nemen.
Van de tegenwoordige tram zouden dan al
leen de goederenwagens in stand gehouden
worden en wanneer de constitutie van de
rails zoo sterk is, dat deze een motorwagen
kunnen dragen, zal men wellicht door ge
zamenlijke betaling van operatie- en onder
houdskosten het gereorganiseerde trammetje
weer op gang kunnen krijgen. Tot groote
voldoening natuurlijk van de inwoners van
De Rijp, die het vehikel niet kunnen missen
om zooals de heer Keesom verklaarde
in Alkmaar het ziekenhuis en de rechtbank-
te kunnen bezoeken.
Of de inwoners van deze gemeente tot de
vroolijkste passagiers zullen behooren is
sterk te betwijfelen, maar er zijn nog heel
wat handelaren, die vanuit Alkmaar hun
goederen met dit vervoermiddel naar de bin
nenlanden verzenden en voor hen zal men
de oplossing van het tramvraagstuk zeker
tot een verblijdend feit kunnen rekenen.
Wij hebben altijd betoogd, dat het oude
stadsschoon overal zal moeten verdwijnen
waar de instandhouding belemmerend op
handel en verkeer kan werken. De groei van
een plaats mag niet geremd worden door de
historie en wie van zijn stad geen openlucht
museum van oud-Hollandsche bouwkunst
maar een levende stad met een toekomst wil
maken, moet heel wat offeren, dat hij als
schoonheidsminnaar eigenlijk veel liever in
stand zou hebben gehouden.
Vandaar, dat wij destijds ten sterkste voor
de moderniseering van onze hoofdstraat ge
pleit hebben, maar wij hebben ons daar
naast altijd op het standpunt gesteld dat
wij gaarne willen medewerken tot behoud
van het oude en mooie als door de restau
ratie daarvan geen enkel levensbelang der
gemeente in verdrukking kan komen.
Doet dus de Vereeniging Oud Alkmaar
aan den Raad het verzoek een mooien gevel
te sparen, dan ondersteunen wij dat verzoek
gaarne, op voorwaarde natuurlijk, dat de
schoonheid van het bouwwerk vaststaat en
de gevraagde prijs niet te hoog kan worden
geoordeeld.
Voor behoud van een ouden gevel in de
Sint Annastraat wordt door de Vereeniging
Oud Alkmaar een bedrag van 4000 ge
vraagd, maar B. en W. zijn als handige an
tiquairs aan het cijferen gegaan en hebben
een sluitende exploitatierekening in elkaar
gezet waardoor de bijdrage der gemeente
slechts een renteloos voorschot van 1000
zou bedragen als het Rijk dezelfde som geeft
en men er in slaagt de in het huis gevestig
de winkelzaak voor 10 per week te verhu
ren.
Dat is een practische schoonheidsbescher
ming, die ook zijn bedenkelijken kant heeft,
want een huis uit het jaar 1640 is natuurlijk
geen modern winkelpand en de winkelier die
er in trekt zal allereerst probeeren een an
dere pui en grootere ruiten voor zijn etala
ges te verkrijgen. Het gebouw heeft trou
wens reeds die pui en het is daardoor, vol
gens den heer Westerhof, zoo grondig ver
knoeid, dat het niet meer de moeite waard
is er eenige notitie van te nemen.
Niet een van de raadsleden bleek de
schoonheid van het gebouw ooit opgemerkt
te hebben en men begreep niet, hoe het
op de Monumentenlijst was gekomen. Het
was met zijn winkelpui een bastaard uit het
huwelijk van een modernen manufacturen
winkel en een oud klooster en de heer Wes
terhof vond, dat B. en W. het geld der ge
meente veel beter voor de restauratie van
onze kerk kunnen besteden dan voor het in
standhouden van een huis, dat uit een oog
punt van architectuur geen vleesch en geen
visch is.
Zoo bleken ook vele andere raadsleden er
over te denken, maar' omdat men gaarne B.
en W. wilde steunen in het behoud van de
merkwaardige monumenten uit onze luister
rijke historie, werd besloten, dat het Col
lege dit voorstel nog maar eens terug zou
nemen en alsnog met deskundigen zal na
gaan of de geheele gevel niet zoo antiek ge
maakt kan worden, dat het de moeite waard
is voor het behoud daarvan een offer te
brengen.
Bij het voorstel van B. en W. om over te
gaan tot vergoeding van gemaakte kosten
bij de driejaarlijksche afrekening der bijzon
dere scholen, bleken de door de soc.-demo-
craten geëischte bewijsstukken nog niet aan
wezig te zijn. De kwitanties waren er wel,
althans voor zoover het de jongensscholen
betreft, maar er was geen specificatie moge
lijk, daar de daarvoor benoodigde stukken
door de schoolbesturen niet bewaard zijn
geworden.
De burgemeester erkende, dat goedkeuring
door den Raad thans een moeilijke kwestie
was, maar hij wilde daartoe toch advisee-
ren met de toezegging, dat de schoolbestu
ren in den vervolge van alle uitgaven een
specificatie zullen moeten geven. Volgens
den heer Keesom zijn de door den heer Van
Drunen becritiseerde schoolreisjes niets an
ders dan het bezoeken van sollicitanten, wat
volgens de wet door de gemeente vergoed
zal moeten worden. Daarentegen wezen de
soc.-dem. er op, dat noch de heer Westerhof
noch de heer Hoytink iets gezien hadden
van de door de justitie in beslag genomen
stukken betreffende de Kath. meisjesscholen
en dat zij deze dus zeker niet zonder meer
zouden kunnen goedkeuren.
Het is inderdaad een lastige kwestie en
wij kunnen ons begrijpen, dat B. en W. de
schoolbesturen niet de dupe willen laten
worden van onregelmatigheden waaraan de
ze zelf niet de minste schuld hebben.
Ten slotte werd vastgesteld, dat de ver
goeding kan worden gegeven aan de Chris
telijke school, die als de verdrukte onschuld
in het gevaarlijke hoekje verzeild was ge
raakt en dat met het toekennen der andere
vergoedingen gewacht zal worden, tot de
justitie de betrokken stukken weer in het be
zit van de'gemeente en dus ter kennisneming
van den Raad zal gesteld hebben.
Van de lessen in de staathuishoudkunde
op de H.B.S. herinneren wij ons nog de ver
klaring, dat de staat het bedrijf der poste
rijen in handen had genomen om er voor te
waken, dat een brief, die in een afgelegen
boerderij moet worden bezorgd niet meer
aan port zal kosten dan een epistel, dat
vlak naast het postkantoor kan worden af
gegeven.
Als de levering van duinwater op grond
van dezelfde motieven door de provincie ter
hand is genomen, schiet deze in haar ge
meenscha pszorg wel eenigszins te kort, in
zooverre het prov. bedrijf er niet over denkt
om water aan de bewoners van het Zeglis
te leveren als de gemeente niet garant blijft
voor de aanlegkosten en de tekorten op de
exploitatie. Waar Alkmaar een der gemeen
ten is, die voor het water het meeste moet
betalen, vond wethouder Ringers, dat de
heer Westerhof, als lid van Prov. Staten in
dat college maar eens precies moest zeggen
hoe wij hier over een dergelijke overheids
zorg denken.
Of dit en ook de aanmaning van B. en W.
ter plaatse iets zullen uitwerken dient afge
wacht te worden, maar omdat zoowel de be
woners van het Zeglis als die van den West-
dijk van den winter graag ook nog licht en
gas willen hebben, zullen B. en W. nagaan
in hoeverre zij aan dit verlangen voldoen
kunnen zonder van bewoners van andere bui
tenwijken eenzelfde verzoek te moeten inwil
ligen. Elke lantaarn blijkt 100 te kosten
en jaarlijks 50 licht te verbranden, maar
het is te begrijpen, dat wij in dezen verlich
ten tijd onze belastingbetalende broeders en
zusters in de toekomstige voorsteden niet
heelemaal van alle producten der mensche-
lijke beschaving verstoken kunnen laten en
voor zoover het de meer bebouwde gedeel
ten betreft, zal zeker wel aan het verlangen
van deze adressanten tegemoet worden ge
komen.
Vermelden wij ten slotte, dat de soc.-dem.
geen leeraren wenschten te benoemen, die al
een maand in functie zijn waarin wij hen
niet heelemaal ongelijk kunnen geven en
dat er een hopelooze begripsverwarring be
stond tusschen de heeren Leesberg en Bak
ker, waarbij de één een open bebouwing
noemde wat de ander als half open qualifi-
ceerde, dan besluiten wij met de vermelding,
dat over het algemeen deze raadszitting, ook
door de overladen agenda, niet interessant
geweest is.
De pers had een bijzonder moeilijke taak
doordat vlak onder de ramen voortdurend
geklopt en gehamerd werd, wat volgens den
burgemeester aan een cursus in hoefbeslag
was te wijten, maar bij nadere beschouwing
uitsluitend veroorzaakt werd door het op de
binnenplaats afbikken van gemeentelijke
dakpannen.
E>e belangstelling van het publiek was dit
maal beneden het nulpunt. Mevrouw Wes
terhof heeft haar abonnement op de publie
ke tribune opgezegd en eerst om kwart voor
twee kwam er een bezoeker binnen, die het
drie minuten volhield en toen stilletjes is ver
dwenen. Om twee uur kwam er een mijn
heer, die alleen maar om het hoekje heeft
gekeken en de geheele publieke belangstel
ling bleek zich ten slotte te concentreeren in
een nog later komenden bezoeker, die zoo
zeker van zich zelf was, dat hij de verga
dering tot het einde toe bijgewoond heeft,
een vrijwillige prestatie waarvoor wij hem
hier gaarne onze hulde betuigen.
De heer Hoytink, als opvolger van Mr.
Sluis toegelaten, heeft op de gebruikelijke
wijze bezworen, dat hij nimmer iets heeft
gegeven om zich een plaatsje in dit edelachi-
baar gezelschap te verzekeren en nooit iets
zal aannemen om zijn persoonlijk belang
boven dat van het algemeen te stellen.
Te oordeelen naar de wijze waarop hij
bij een stemming „vóór" heeft geroepen,
blijkt hij over een krachtig geluid te beschik
ken Hij schijnt een man, die van de beteeke-
nis van zijn nieuwe bevoegdheid ten volle
is doordrongen en wij zullen van zijn mai
denspeech in een onzer volgende raadszittin
gen gaarne notitie nemen.
Het was over half zes toen de raad, na
gedeeltelijke afwerking van het programma,
tot een einde is gekomen en wij beginnen het
woord der profeten te gelooven, die voor
spellen, dat door de terugkomst van den
verloren zoon de raadszittingen weer echt
„ouderwetsch" zullen worden.
HET OOSTENRIJKSCHE KABINET
AFGETREDEN.
Geen persoonlijke vijandschap tusschen
Schober en Vougoin.
Perscommentaren van Oostenrijksche bladen.
Zooals we gisteren reeds konden melden, is
het kabinet—Schober afgetreden, welke poli
tieke crisis op rekening van den vice-kanselier
Vougoin moet worden gebracht. Schober en
Vougoin toch hadden ernstige meeningsver-
schillen en het is den bondskanselier niet mo
gen gelukken, zegevierend uit den strijd te
voorschijn te komen, weshalve hij capituleerde
Vougoin verklaarde na dit besluit, dat hij
geen persoonlijken wrok koesterde tegen
bondskanselier Schober. Er bestond tusschen
de beide mannen, volgens een verklaring van
Vougoin, slechts een verschil in temperament
en in de beoordeeling van zekere voorvallen
en tijdsomstandigheden!
Natuurlijk houdt de pers zich met deze
regeeringscrisis bezig. Zoo schrijft de
„Reichspost", het orgaan der Christelijk-
sociale partij, dat de crisis niet was uitgebro
ken, omdat zekere persoonlijke maatregelen,
welke voor de zoo noodzakelijk geworden sa
neering van de gestel der bondsspoorwegen
moesten worden genomen, op tegenstand
waren gestooten, maar omdat de vice-bonds-
kanselier Vougoin, de leider van den strijd
tegen de corruptie verschijnselen, aan de
voorgekomen onregelmatigheden, door een
energieke daad, voor goed een einde heeft
willen maken. Verdei schrijft het blad, dat
deze crisis ontstaan is, doordat het noodzake
lijk werd, het grootste Oostenrijksche staats
bedrijf van de heerschappij der partijen te
bevrijden.
De „Wiener Neueste Nachrichten" richten
zich onder de leuze „Schober heraus!" tot al
len, wien het welzijn van den staat gaat boven
eigenbelang, het welzijn van het volk boven
partijbelang.
In de geheele verdere pers wordt het aftre
den van Schober besproken met den nadruk
op zijn verdiensten voor den wederopbouw,
van het land, waarbij de bladen niet alleen
het aftreden der regeering betreuren, doch
zich ook afvragen of een dergelijke maatregel
wel noodzakelijk was.
Het orgaan van den Landbond, het „Neue
Wiener Extrablatt" schrijft dat het feit dat de
Christelijk-Socialen den bondskanselier zon
der opgave van redenen, of om redenen die de
meerderheid' van het volk niet begrijpt, hun
vertrouwen hebben geweigerd, hen verant
woordelijk maakt voor hetgeen thans komt.
Het „Neue Wiener Journal" schrijft: Scho
ber moest gaan, daar hij geen genoegzame
waarborgen gaf, dat hij den grooten en nood-
zakelijken strijd tegen het Austro-marxisme
met ongebroken kracht ten einde zou voeren.
Het „Neue Wiener Tageblatt" verwacht, dat
Schober die zijn overtuiging hooger heeft ge
schat, dan ambt en waardigheden.
Het „Neue Wiener Tagblatt" verwacht, dat
het aftreden van Schober geen definitief af
scheid uit het oj>enibare leven zal zijn.
In de socialistische „Arbeiterzeitung"
wordt de regeering Schober de wettelijke
reactie genoemd, die zich niet van de door de
grondwet, waaraan zij trouw gezworen had,
aangewezen wegen heeft verwijderd. Al was
de regeering ook door en door reactionnair,
toch heeft Schober nooit de wetten van het
burgerlijk fatsoen overtreden.
De „DeutschOesterreichische Tageszei-
tung" behoudt zich haar standpunt voorloo-
pig voor, daar het bondsbestuur der Heim-
wehren noch geen beslissing heeft genomen.
De Heimwehren zullen echter in ieder geval
bindende toezeggingen betreffende de kies
rechtherziening eischen, en hun houding aan
passen aan de thans geheel veranderde parle
mentaire situatie.
Schober is dus heengegaan. De vraag rijst
nu op, wie zijn opvolger zal worden. Vele
meenen in Vougoin nu den man te zien, die
bondskanselier zal worden, maar volgens ver
schillende berichten zou de oud-bondskanse
lier dr. Seipel een uitnoodiging ontvangen
hebben, om terstond naar Weenen te komen,
teneinde aan de besprekingen omtrent de vor
ming eener nieuwe regeering deel te nemen.
De mogelijkheid, dat Oostenrijk dus weer
een kabinet-Seipel krijgt, is niet uitgesloten.
DE ECONOMISCHE TOESTAND
VAN FRANKRIJK.
Middelen tot verbetering dei
arbeidsmarkten.
De „Matin" heeft Flandin, den minis
ter van handel, over de economische
crisis geïnterviewd. De minister ver
klaarde o.a. dat Frankrijk wil meehel
pen de Europeesche crisis te bezweren
zonder nochtans zijn eigen arbeiders of
zijn overzeesche betrekkingen te scha
den. Met dat doel zal hij in October een
reis naar Centraal-Europa maken.
Flandin zeide, dat in het plan, waar
over thans onderhandeld wordt, de bron
nen der beschikbare credieten en de be
hoeften aan landbouwproducten van
eenige van Fankrijks buren worden be
studeerd, zonder de meestbeegunsti-
gingscluasule, noch het stelsel der pre-
ferentieele tarieven in gevaar te bren
gen. Het plan is er op gericht West-
Europa in staat te stellen zonder schade
voor zijn eigen landbouwproductie het
uitvoerbaar graan der Donaulanden te
absorbeeren, met handhaving van de
stabiliteit der koersen. Hiervan zouden
de landbouwers van alle landen profi-
teeren, de koopkracht van Oost-Europa
zou er door worden verhoogd, terwijl de
markt voor industrieele producten in
Frankrijk ruimer en actiever zou wor
den.
DREIGENDE PESTEPIDEMIE
IN NOORD-CHINA.
In Noord-China dreigt een longen- en
builenpest-epidemie uit te breken wan
neer de autoriteiten niet spoedig ener
gieke maatregelen treffen om de ziekte
te localiseeren.
Heele dorpen zijn reeds uitgestorven
en de bewoners vluchten zonder de lij-,
ken der afgestorvenen te begraven, J