DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit het Parlement
Buitenland
Ho. 231
HOEH§D.46 1 OCTOBER 19 3 O
132e Jaargang.
Dagslijksoh overzicht.
DE WILD
Carlshutte-, Surdiac-m Godin-
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalrs Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.53.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groots
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37050. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAS.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Den Haag, 30 September 1930.
De Tweede Kamer heeft hedenmiddag
slechts enkele oogenblikken vergaderd tot
regeling van werkzaamheden. Er zijn nog
een paar wetsontwerpen gevoegd f bij die
welke in de afdeelingen zullen worden on
derzocht alvorens zij op 14 October in open
bare vergadering bijeenkomt. Tevens heeft
de voorzitter medegedeeld, dat benoemd
rijn tot voorzitter van de commissie voor
privaat- en strafrecht de heer mr. Th. Heems
kerk (A.-R.), tot idem van de commissie
voor de staatsuitgaven de heer Van Vuuren
(R.K.), en tot idem van de commissie voor
waterstaatsaangelegenheden de heer Bon-
gaerts (R.K.)
Meer dan vijf minuten ware voor dat alles
«iet noodig geweest, doch de heer Wijnkoop
(Comm.) achtte het oogenblik gunstig om een
verklaring af te leggen, die de aanwezigen
nogal humoristisch hebben opgenomen Zij
kwam hier op neder, dat de partij, welke hem
in de Kamer heeft gebracht, ontbonden is. In
plaats van nu te verklaren, dat hij zich ge
noopt gevoelde zijn mandaat neder te leggen
deelde hij mede zich bij de communistische
partij van den heer De Visser te hebben aan
gesloten en dus namens haar in de Kamer te
zullen zitten. Hij achtte deze verklaring noo
dig tegenover de Nederlandsche arbeiders
klasse. Dat de partij, waarbij hij zich heeft
aangesloten er vrede mede heeft, dat hij haar
nu ook in de Kamer vertegenwoordigen zal,
deelde hij niet mede. De Kamer heeft op die
verklaring het zwijgen bewaard. In de prac-
tijk zal die overgang trouwens ook niet van
veel invloed zijn.
Op 14 October komt de Kamer voor ge-
ruimen tijd bijeen met de behandeling der
Rijksbegrooting als slot.
EEN BELANGRIJKE BIJEENKOMST
VOOR HET BRITSCHE RIJK.
Het recht van afscheiding;
rechisonafhankelijkheid en
vrijhandel.
De zoogenaamde rijksconferentie de
bijeenkomst van vertegenwoordigers der
Britsche dominions die vandaag aan
vangt, zal dezen keer een zeer bijzonder ka
rakter dragen, voornamelijk doordat aan de
orde komt de kwestie over het recht van af
scheiding. Om de verschillende besprekingen
niet door de publieke meening te laten be
ïnvloeden, zullen de zittingen met gesloten
deuren plaats hebben.
Gister zijn de te Londen verblijvende pre
miers en delegatieleiders ter conferentie bij
eengekomen voor een particuliere gedachten-
wisseling ten aanzien van de conferentie. De
voornaamste gedelegeerden zijn des avonds
door de regeering in Lancaster House ont
vangen, waar later een receptie, waar dui
zend genoodigden waren, gehouden werd.
De Britsche rijksconferenties zijn al oud
Toch zullen velen zich niet veel meer van
vroegere bijeenkomsten herinneren. Hetgeen
logisch is, want al te veel belangwekkends
werd er tot nu toe nooit behandeld. Toen in
1877 Koningin Victoria, de Koningin, die
een geheel tijdperk karakteriseerde, oen thans
voor goed verdwenen tijdperk, een regeerings-
jubileum vierde, waren tal van ministers van
de koloniale gebieden te Londen aanwezig
Men vond dat teen een goede gelegenheid
om eens van gedachten te wisselen en
ziet, de rijksconferenties hadden het levens
licht aanschouwd.
In de vorige Imperiale Conferentie is men
er vrijwel in geslaagd de politieke verstand
houding tusschen Groot-Bntannië en de do
minions vast te stellen. Het Britsche rijk is
een merkwaardige politieke eenheid, die na
genoeg toevallig is gegroeid tot haar huidige
samenstelling. Toen de eerste rijksconferen
tie na den oorlog bijeenkwam, was haar taak
vooral na te gaan, hoe de politieke verhou
ding was tusschen de dominions en Engeland
en tusschen de dominions onderling.
In de laatste bijeenkomst is men zoo ver
gekomen, dat de politieke betrekkingen tus
schen de samenstellende deelen van het Rijk
vrij nauwkeurig werden vastgesteld. In ae
nieuwe rijksconferentie zal de vraag nu voor
al zijn: Wat zullen wij nu met dit Britsche
rijk aanvangen? Die vraag zal wel vooral in
economischen zin worden besproken.
Niet alle politieke vraagstukken zijn ech-
ter opgelost. Men schrijft aan generaal Hert
zog b.v. het voornemen toe het recht van af
scheiding ter tafel te brengen. Hij zou willen
zien vastgesteld, dat een dominion te allen
tijde vrij is uit het Britsche rijk te treden.
Practisch bestaat dit recht al. Indien een
dominion den familieband met Groot-Brit-
tannië zou willen verbreken, dan zou Groot-
Brittannië daar niets tegen kunnen doen Men
kan echter gerust bij voorbaat aannemen, dat
geen der dominions, ook Zuid-Afrika niet,
van dit recht gebruik zal maken. Met afschei
ding zou niets worden gewonnen. En de posi
tie van een dominion tegenover Engeland is
thans zoo, dat de politieke band geen reëele
verplichtingen stelt en geen werkelijke opof
feringen eisebt. Daarentegen zou afschei
ding gemakkelijk tot verlies zoowel in han
del als in het gewicht van politieke posi
tie kunnen leiden.
Behalve dit theoretisch recht van afschei
ding is er nog de kwestie van de rechtspraak.
In den Privy Council (Staatsraad) heeft
het Britsche rijk zijn hoogste rechtscollege,
waarvoor in de laatste instantie rechtszaken
van de burgers in het gansche Rijk kunnen
worden behandeld. Dit Privy Council is een
zuiver Engelsch lichaam; en Ierland heeft
nief zoo lang geleden doen weten dat beslis
singen van zijn eigen hoogste beroepshof niet
door den Privy Council ongedaan kunnen
worden gemaakt. Ierland eischt dus volledige
rechtsor.afhankelijLheid. Er is reden te geloo-
ven dat de andere dominions een gelijksoor
tige opvatting zijn toegedaan; en deze kwestie
zal een punt van bespreking vormen in deze
rijksconferentie.
Een derde kwestie waarschijnlijk mis
schien de meest belangrijke is de economi
sche, waarover zeker heel wat zal worden ge
sproken door voor- en tegenstanders van vrij
handel.
Bij voorbaat moet worden vastgesteld dat
alle partijen in Engeland van meening zijn
dat inderdaad ;n economische samenwerking
tusschen de verschillende deelen van het Rijk
een middel moet worden gezocht om de han
delsellende, althans gedeeltelijk, te doen ver
dwijnen. Er is alleen verschil van meening (en
het is een buitengewoon fel verschil) over de
wijze waarop cic samenwerking moet geschie
den. Indien men de kwestie eenigszins klaar
wil zien, doet men het best de propaganda
van de „Rijksvrijhandelaren" en de „Ver-
eenigde Rijkspartijers" (die een soort tol-unie
voor het Britsche Rijk willen) geheel buiten
bespreking te laten. Deze twee „partijen" van
rijkshandelsimperialisten, die aanvankelijk
zoo eensgezind optrokken naar het doel, zijn
nu hopeloos verdeeld. Bovendien zijn alle
competente beoordeelaars 't er over eens, dat
Beaverbrook en Rothermere een even roman
tische als onreëele rijkshandelspolitiek propa-
geeren. Een feit is, dat geen dominion bereid
is Britsche goederen in concurrentie met de
voortbrengselen van zijn eigen industrie vrij
toe te laten. De fiscale politiek van alle domi
nions, en die van Australië in de hoogste
mate, is gebaseerd op het verlangen invoer
van goederen die zij zelf kunnen maken, uit
te sluiten. De deerniswaardige toestand,
waarin Australië thans economisch verkeert,
toont aan dat zulk 'n politiek niet zulk 'n voor
treffelijk middel tegen de pressie en werkloos
heid is als de Engelsche protectionisten, die
Engeland hetzelfde willen laten doen, geloo-
ven. De dominions zijn alleen bereid, ten be
hoeve van Engelsche fabrikanten, de invoer
rechten op zekere producten, die de dominions
niet of nog niet vervaardigen, te verlagen
m.a.w. aan die fabrikanten voorkeurrechten
te verleenen. Maar zij willen dat alleen doen,
indien de dominioi.s van Engeland nieuwe in-
voervoordeelen krijgen.
Daarentegen zijn er tal van belangrijke
details in den reeds bestaanden handel tus
schen de deelen van het Britsche Rijk te rege
len en te verbeteren, waardoor onderlinge
handel gemakkelijker zou gaan en daarom
als van zelf zou toenemen.
Er ligt een wijd gebied voor economische
exploitatie open ook zonder ontwrichting van
de bestaande economische structuur door ta
rieven. Men kan er wel zoo goed als zeker
van zijn, dat de Rijksconferentie zulke moge
lijkheden in de eerste plaat* zal onderzoeken.
Dat kan daarom worden verwacht omdat de
huidige Britsche regeering volstrekt gekant
is tegen paniekacniige veranderingen in het
bestaande fiscale stelsel. Die regeering is er
eerder op uit door overreding en voorbeeld de
handelsbelemmeringen in het Britsche Rijk
op te ruimen. De houding van den minister
voor handel Graham te Genève heeft aange
toond welke inzichten bij de Britsche regee
ring overheerschen.
Een andere kwestie is natuurlijk of zij in
staat zal zijn, tegen de hevige propagandisti
sche protectie-stormen in, voort te gaan op
dien weg, die leidt naar internationaal over
leg en samenwerking op economisch gebied.
UIT DE VERGADERING VAN DEN
VOLKENBONDSRAAD.
Redevoering van Briand.
De Fransche minister van buitenlandsche
zaken, Briand, heeft gistermiddag tot ieders
verrassing ten tweeden male een groote rede
voering gehouden.
In deze redevoering zeide Briand o.m. het
volgende:
De stelling van Frankrijk in de ontwape
ningskwestie is tot dusverre door den prac
tischen kant bepaald geworden. Ik neem de
verantwoording voor mijn vaderland op mij
en kan derhalve de beslissende problemen
niet op zuiver theoretische basis stellen
Wanneer in 1924 het protocol van Geneve
zou zijn aangenomen, zou thans geen enkele
regeering de ontwapening vertragen. Sinds
dien is de totale toestand veranderd. Ieder
land heeft zich in bescherming moeten stel
len tegen nieuwe verrassingen. Bovendien
heeft men gepoogd door andere maatregelen
algemeene betrekkingen te scheppen, door
verdragen, arbitrage-overeenkomsten en ten
slotte door het Kellogg-pact
Voor den oorlog was het leger van Frank
rijk 881,000 man sterk bii een driejarigen
diensttijd. Thans heeft Frankrijk bij een
diensttijd van een jaar nog slechts 557.000
man te verwachten. Frankrijk heeft dus, al
dus Briand, verminderd met 45 pCt. Dit
wordt hier slechts geconstateerd om recht
vaardig te zijn voor de zaak van Frankrijk.
Intusschen echter zijn groote veranderin
gen geschied, en hebben woorden van haat
en dood algemeen de aandacht getrokken.
Moet men werkelijk geen rekening houden
met deze feiten? Mag men thans de regeerin
gen weigeren veiligheidsmaatregelen te ne
men?
Onder de huidige veiligheidsvoorwaarden
moeten en mogen de volkeren niet ontwape
nen, anders wordt een nieuwe crisis voorbe
reid. In Europa heerscht op het oogenblik
nieuwe verontrusting. Een groot vraagtee-
ken is thans in Europa ontstaan. Morgen
eerst zal men de verdere ontwikkeling kun
nen zien. Vast staat, dat een verdere ontwa
pening niet meer mag plaats vinden.
Er bestaan nog zekere misverstanden tus
schen Frankrijk en de bevriende nabuurlan
den. Men zal echter in een broederlijken
geest trachten om ondanks alle moeilijkheden
deze misverstanden uit den weg te ruimen,
ten einde tot een overeenkomst met vriend en
nabuur te komen.
Frankrijk zal zijn tot dusverre ingenomen
standpunt ook verder handhaven.
Rede van minister Cnrtins.
Na Briand nam onmiddellijk de Duitsche
minister van buitenlandsche zaken, dr. Cur-
tius, het woord. Allereerst wees hij er op,
dat Duitschland bij de stemming over het
Ontwapeningsbesluit blanco gestemd heeft,
teneinde aannemen van dit besluit mogelijk
te maken.
Vervolgens zette Curtius nogmaals het
Duitsche standpunt inzake de ontwapening
uiteen. Hij herinnerde er aan, dat in 1928
besloten werd tot het bijeenroepen der alge
meene ontwapeningsconferentie. De Duit
sche regeering wil daaraan vasthouden en
de ontwapeningsconferentie in 1931 bijeen
roepen.
Zonder ontwapening bestaat er geen vei
ligheid. Dat beteekent echter niet, dat
Duitschland stelling neemt tegen het veilig
heidsprobleem. Het Duitsche standpunt is
volstrekt positief.
Men mag op het oogenblik niet over het
hoofd zien, dat een groote golf van veront
rusting niet alleen over Europa, doch over de
geheele wereld gaat. Allereerst moeten daar
om de regeering in eigen huis orde schep-
pen en de sociale en economische oorzaken
van de onrust uit den weg ruimen. Vervol
gens echter bestaat er een gemeenschappe
lijke verplichting van alle mogendheden om
mede te werken aan het overwinnen der in
ternationale oorzaken van de onrust. Niet
op den weg van niet-nakoming der verdra
gen kan men deze onrust bestrijden.
Nadrukkelijk moet ik vaststellen, aldus
Curtius, dat de voornaamste oorzaak van
deze onrust, waaraan Briand in zijn rede
zoo vaak gerefereerd heeft, in het feit ligt,
dat op het oogenblik nog geen ernstige wil
bestaat tot ontwapening.
De verklaringen van Dr. Curtius werden
met krachtigen bijval ontvangen. Ten slotte
sprak nog graaf Apponyi, die inlossing der
ontwapeningsbelofte vroeg.
De Memel-kwestie voorloopig
bijgelegd.
De Volkenbondsraad heeft gistermiddag
het meest urgente deel van de Memelkwestie
behandeld.
De Duitsche minister van buitenlandsche
zaken, dr. Curtius, die als vertegenwoordi
ger van de Duitsche rijksregeering deze
kwestie aan den V.B.-raad voorlegde, deelde
mede, dat hij bij zijn besprekingen met den
Litauschen minister van buitenlandsche za
ken tot overeenstemming is gekomen.
De Ontwapeningskwestie.
De Duitsche rijksminister van buitenland
sche zaken, dr. Curtius, heeft in de plenaire
zitting van den Volkenbond medegedeeld,
dat de Duitsche delegatie zich bij de behan
deling van het rapport inzake de verminde
ring der bewapening van stemming zal ont
houden.
De Canadeesche vertegenwoordiger wees
erop, dat de ontwapeningswerkzaamheden
thans na niet minder dan tien jaren, nog
steeds zonder resultaat zijn geweest. De
Volkenbond zal zich deswege moeten ver
antwoorden voor het forum der wereldopi
nie; de toestand is ondragelijk geworden. De
dooden van den wereldoorlog eischen van de
regeeringen, dat zij eindelijk tot ontwape
ning overgaan. Spreker stelde den eisch, dat
de internationale ontwapeningsconferentie
zal worden bijeengeroepen.
De voorzitter deelde mede, dat ook de
Oostenrijksche regeering zich van stemming
zal onthouden.
DE ENGELSCH-DUITSCHE
BETREKKINGEN.
Een vriendschappelijke atmosfeer
geschapen, maar de normale ver
houdingen nog lang niet terug
gekeerd.
De Engelsche minister Henderson heeft
een afscheidsnoenmaal gegeven ter eere van
den Duitschen ambassadeur Sthamer, die uit
Londen vertrekt- Onder de genoodigden be
vonden zich MacDonald, Snowden en Austen
Chamberlain.
Henderson gewaagde vol lof van de wijze
waarop Sthamer zijn taak had vervuld.
Antwoordend op den dronk op zijn ge
zondheid, door Henderson ingesteld, zeide
Sthamer dat er nog veel geduldige en voor
zichtige arbeid voor noodig is om weer tot
normale Engelsch-Duitsche betrekkingen te
komen, maar er is een vriendschappelijke at
mosfeer geschapen en spr. zak de toekomst
met hoop tegemoet.
Groot-Brittannië kon er verzekerd van zijn
dat de politiek van geduld en verzoening van
Stresemann ongewijzigd door de Duitsche
regeering zal worden voortgezet en dat deze
zal bijdragen tot de pacificatie van Europa,
alsmede tot verdere verbetering van de En
gelsch-Duitsche betrekkingen.
Met groote voldoening had men te Genève
;ezien, dat beide landen werden geleid door
etzelfde beginsel ten aanzien van het pro
bleem der ontwapening en als twee naties in
overeenstemming met elkaar handelen inzake
dit groote probleem, dan ben ik er zeker van,
aldus Sthamer, dat wat te dien aanzien mo
gelijk is het ook zal zijn voor anderen.
Ten slotte uitte Sthamer de hoop, dat de
dag zal komen waarop een werkelijke en
hechte vriendschap zal bestaan tusschen
„onze beide groote naties".
LAAT over de Boterstraat. Telef. 34, 3 lijnen.
IMPORTEURS DER BEKENDE
HAARDEN EN KACHELS.
ALLEEN KWALITEITSARTIKELEN EN OOEDKOOP.
HET DUITSCHE REGEERINGSPROGRAM.
Aan het regeeringsprogram van het kabi-
net-Brüning ontleenen wij het navolgende:
Het begint met een uitvoerig overzicht van
de crisis op economisch gebied, die zich na
den wereldoorlog heeft doen gelden. Reeds
spoedig bleek, dat de volkeren met hoogere
prijzen zouden hebben rekening te houden
Het had den schijn, of Duitschland de uit
den oorlogs- en den inflatietijd voortkomen
de moeilijkheden met succes het hoofd zou
bieden door een enormen kapitaalstoevoer uit
het buitenland die zelfs in de milliarden
liep. Deze periode is thans achter den rug
en in de plaats van den kapitaalsinvoer is de
kaïpitaaluitvoer getreden, die noodzakelijk
was om de eenmaal aangegane verplichtin
gen na te komen en de lasten van een verlo-
ien oorlog te verlichten.
Na gewezen te hebben op den benarden
financieelen toestand, die hiervan het gevolg
is geweest, zeide spr. dat het nu in de eerste
plaats zaak is het geschokte vertrouwen in de
Duitsche financiën te herstellen en het eco
nomisch leven weer gezond te maken.
De ondersteuning der werkloozen is slechts
een noodmaatregel, die alleen betrekking
heeft op de gevolgen, maar zich niet inlaat
met de oorzaken. Niet hoogere belastingen,
doch bezuinigingsmaatregelen, verlichting
der lasten en herstel van het vertrouwen zij n
de grondprincipes, waar men zich nu aan te
houden heeft.
De besparingen, voortvloeiende uit de sa
lariskortingen worden voor het geheele Rijk
op 120 millioen rijksmark geschat. Bij de
rijksspoorwegen en de rijksbank zullen ook
salariskortingen ingevoerd worden, zoodat
voor alles een saneering van de rijksspoor
wegen te verwachten is. De rijksregeering
hoopt dat het beambten- en ambtenaars
corps, dat den staat steeds een belangr
steun geweest is, ook in deze moeilijke aagen
tot een offer voor de algemeene zaak bereid
zal zijn.
De toestemming van de betrokken rijksde-
partementen hiertoe is reeds verkregen Het
zwaartepunt van de bezuinigingen is gele
gen in de bestuursuitgaven.
Het rijksministerie voor de bezette gebie
den, het Rijnlandcommissariaat en de verte
genwoordiging van het rijk in Beieren wor
den opgeheven.
Wat de landen en gemeenten betreft, zal
een dienovereenkomstige salarisherziening
moeten plaats hebben, terwijl bovendien ver
eenvoudiging van het bestuursapparaat tot
vermindering der locale bestuursuitgaven zal
leiden.
Komende tot de belastingen deelt de re
geering mede, dat deze vereenvoudigd zullen
worden. In de plaats b.v. van de tegenwoor
dige belastingen voor den landbouw, bv. in
komsten-, rijksvermogens- en grondvermo
gensbelasting zal in de toekomst een eem
beidsbelasting komen voor inkomens tot
8.000 mark.
Evenzoo wordt invoering van een soortge
lijke belasting overwogen voor de kleine ne
ringdoenden. Door deze maatregelen zal het
aantal voor inkomstenbelasting in aanmer
king komende belastingbetalers aanzienlijk-
beperkt worden. Door de verhooging van het
betreffend limiet tot 20.000 Mark wordt het
aantal vermogens-belastingplichtigen van
ruim 1.7 millioen met meer dan de helft ver
minderd. Voorts zullen ondernemingen met
een omzet van niet meer dan 5000 Mark
geen omzetbelasting behoeven te betalen
Door deze en nog enkele andere maatregelen
van dit genre hoopt de regeering veel te be
reiken. Ook op woning- en huisvestingsge
bied zullen maatregelen worden genomen.
De rijkshuurwet en de huurdersbescher-
mingswet zullen per 1 April 1931 definitief
buiten werking treden. Door de nieuwe me
thode van financiering van den woningbouw
zal het voor woningbouw bestemde deel der
huishuurbelasting ongeveer 400 millioen
mark bedragen. De Duitsche bladen zullen
in staat gesteld worden bij bezit van huizen
de huishuurbelasting in de plaats van de
grondbelasting te verlagen. Al deze verla
gingen moeten reeds vóór 1 April 1931
plaats hebben gehad.
De regeering wijst er dan op, dat er een
definitieve nieuwe regeling van de financi-
eele verhouding tusschen rijk en landen
moet komen. Om deze voor te bereiden is het
reeds thans noodzakelijk de grondslagen
vast te stellen. De gemeenten zullen hef
recht verkrijgen tot het heffen van een vrijer
toeslag op de inkomstenbelasting.
I
DE POLITIEKE TOESTAND IN
EGYPTE.
De liberalen zeggen der regee»
ring voorwaardelijk hun steun toe.
Een maandagavond te Kaïro gehouden
vergadering van de constitutioneele liberale
partij nam een motie aan, waarin zij steun
toezegt aan het tegenwoordige ministerie
zoolang dit geen aanslag doet op de grond
beginselen van de grondwet. De vergadering
verklaarde, dat het begin van de jongste
sociale en economische onlusten lag in het
feit, dat de parlementaire meerderheid het
land regeerde tegen de beginselen van grond
wet en recht.
De Wafd vergadert binnenkort om zich
bezig te houden met een onderzoek van den
toestand, voortvloeiende uit het uitblijven van
een antwoord van het kabinet op de petities
aan den koning ten gunste van het bijeen
roepen van een buitengewone zitting van hef
parlement.
OOSTENRIJK'S BUITENLANDSCHE
POLITIEK BLIJFT ONVERANDERD.
De vroegere Oostenrijksche bondskanselier
dr. Seipel heeft zich in een interview uitge
laten over de huidige regeeringscrisis in Oos
tenrijk. Hij verklaarde o.a. dat men, wil men
een helder begrip van den tegenwoordigen
toestand hebben, niet moet vergeten dat de
regeering Schober in het geheel niet door
het parlement ten val is gebracht, doch eer
der door een zekere ongeschiktheid inzake be
langrijke administratieve kwesties.
Na het uitbreken van de crisis had men
het eerst moeten probeeren met een regeering.
waarin alle partijen alsmede de Heimwehrenj
zich ter bestrijding van den slechten econo
mischen toestand hadden aaneengesloten.
Tenslotte wees dr. Seipel er op, dat een
verandering in den koers der Oostenrijksche
buitenlandsche politiek uitgesloten en onmo
gelijk was.
HEETHOOFDIGE POLITICI.
Ernstige botsingen.
Ie Bermsgrün bij Schwarzenberg in het
Duitsche Ertsgebergte werden Zondag bij
een kloppartij tusschen nat. soc. en commu
nisten vier nat.-soc. zwaar en 25 licht ge
wond. De communisten voerden hun gewon
den terstond weg, zoodat het aantal niet be
kend is.
Voorts hadden op een dorp bij Saarbrücken
botsingen plaats tusschen de beide uiterste
radicale partijen, waar politie uit genoemde
stad de orde moest komen herstellen.
Te Wolmirsleben bij Maagdenburg tracht
te een soc.-dem. gemeenteraadslid, Hartung
genaamd, door middel van een handgranaat
een café, eigendom van den nat.-soc. leider
Gerber aldaar, in de lucht te laten vliegen.
De aanwezigen verhinderden dit, waarop
Hartung een hunner mat een andere handgra
naat bewerkte. De dader werd ten slotte ge
arresteerd.
EEN NOODLIJDENDE STAD.
De Pruisische stad Hagen vraagt
twee en een kwart millioen mark
steun. Het gemeentepersoneel
geett maandelijks stenn voor de
werkloozen.
De burgemeester van Hagen heeft zich ten
gevolge van den gemeentelijken financieelen
toestand genoodzaakt gezien, een beroep op
de Pruisische regeering te doen, daar het
niettegenstaande het in gebruik nemen van
alle beschikbare belastingbronnen, niet moge
lijk is het op de begrooting van '30 bestaande
tekort van 3.8 millioen te dekken. Hagen is
door de heerschende werkloosheid bijzonder
zwaar getroffen. De Pruisische regeering
wordt nu verzocht om een subsidie van 2 1/4
millioen M. en om dadelijk een regeerings-
commissaris te zenden ter onderzoek van den
financieelen en economischen toestand van de
stad.
De gemeenteambtenaren en het -personeel
hebben besloten maandelijks een gedeelte van
hun salaris af te staan voor de werkloozen.
DE ANTI-FASCISTISCHE AGITATIE
Berechting door het speciaal
tribunaal.
De „Tribuna" meldt, dat de speciale recht
bank voor de verdediging van den Italiaan-
schen staat in de eerste dagen van October
een aantal jongelieden uit Gorizza en Istrië
zal berechten, beschuldigd van spionnage en
samenzwering.
A
i