DAGBLADVQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
CENTRUM HOTEL
Uit het Parlement
Buitenland
ZATERDAGS EK ZONDAGS
THE WILLIAMS
NEGER JAZZBAND.
%o. 244
132e Jaargang.
Dagalijksch overzicht*
UIT DEN PRUISISCHEN LANDDAG.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, nitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nnmmers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groots
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek* en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. roSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
>iii i' i
Directeur: C. KRAK,
UOVDERDAG 16 OCTOBEH 1930
in——ia mii irri r iw—uwaaoi"
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Den Haag, 15 October 1930.
Onze voorspelling is uitgekomen: de vol
gende week mogen we op twee avondverga
deringen rekenen: Dinsdagavond komt m
behandeling de interpellatie-Cramer over het
ballingsoord aan den Boven-Digoel.
Donderdagavond zal gewijd zijn aan de
interpellatie-AIbarda over de radiocensuur.
Nadat de Tweede Kamer aan het desbe
treffende voorstel van den voorzitter haar
goedkeuring had gehecht, is voortgegaan met
2e behandeling van de wijziging van de
Zuiderzeesteunwet. Van groote ingenomen
heid met het voorgestelde getuigden ook
heden de verschillende redevoeringen niet.
Reeds de eerste spreker, de heer Bakker
(C.H.), kon er zich moeilijk mede vereenigen
omdat geen steun wordt verleend aan wie
het verdienen en het den visschers wel eens
moeilijker wordt om zich te schikken naar
ide voorwaarden waaronder steurt wordt ver
leend.
De heer Heemskerk (AR.) achtte de steun
regeling ook verre van voldoende. Hij noem
de de vergoeding wegens waardeverminde
ring te laag en waarschuwde den minister
niet al te veel op zijn stuk te blijven staan,
wil hij een onaangenaam conflict vermijden.
Dat was een verkapt dreigement, dat even
wel de volgende spreker, ae heer Snoeck
Henkemans (C. H.), vrijwel onderschreef
door den minister op het hart te drukken
niet vast te houden aan de bepalingen van
het ontwerp, dat den visschers het brood uit
den mond neemt, doch zich liever te vereeni
gen met de voorgestelde amendementen van
de commissie van rapporteurs. Niet minder
onvriendelijk oordeelde de heer Kersten (S
G. P.), die uiteenzette, dat in de thans gel
dende wet het liefdadigheidsbeginsel preva
leert en dientengevolge een premie aan de
luiheid wordt toegekend. Tevens vond hij het
oogenblik gunstig om er voor te waarschu
wen menschen die aan Zondagsheiliging
vasthouden, bij de spoorwegen, waar geen
Zondagsrust bestaat te plaatsen. De heer Dr
Vos, als woordvoerder van de liberalen op
tredend, waarschuwde er voor de steunverlee-
rnng niet als een zaak van onteigening te be
schouwen, maar als een vraagstuk van maat
schappelijke beteekenis. Op dit punt schiet
de regeering te kort en de Generale Com
missie werkt te langzaam en te bureaucra
tisch, terwijl het hoog noodig is, dat van
haar zonder motiveering gegeven beslissin
gen hooger beroep wordt opengesteld.
De heer Van de Bilt*(R.K.), wien het ver
moedelijk in het bijzonder te doen was om
zich te verweren tegen een aanval, welke de
heer Duys den vorigen dag tegen hem had
gericht, drong er tevens op aan de levens
vatbaarheid van industrieën, geschikt voor
de belanghebbenden bij de Zuiderzeevissche-
rij, te bevorderen en bovendien de betrokken
nevenbedrijven in de steunuitkeering te be
trekken.
Een zeer behartigenswaard woord heeft
de heer Oud (V.D.) gesproken. Hij heeft n l
terecht betoogd, dat bii de regeling van de
steunverleening de gedachte welke aan onze
onteigening ten grondslag ligt, moet uitge
schakeld blijven. Het is hier geen onteige
ning, het is hier een ontneming van bestaans
mogelijkheden, een onmogelijk maken van een
bedrijf en daarvoor gelden andere regelen
dan voor onteigening. Er zijn hier, gelijk
trouwens ook dr. Vos had uiteengezet, sociale
belangen in het spel, het is een kwestie van
doelmatigheid, waarbij intusschen met de mo
gelijkheid en de werkelijkheid rekening moet
worden gehouden. Met dit laatste schoot hij
een pijl af op zijn voorganger, den heer L. de
Visser (Comm.), die in een uitvoerige rede
voering had betoogd, dat de regeering, die
voor het grootsche werk der drooglegging op
geen millioenen zag, kruidenierspolitiek dreef
tegenover de betrokken visschers, voor wier
steun de regeering nog geen half millioen
over had. Hij wilde een volledige schadeloos
stelling en wilde van het denkbeeld van steun
niets weten. We geven hier slechts een quintes-
sens van zijn rede, die doorspekt was met on
vriendelijkheden aan het adres van b.v. den
heer Duymaer van Twist en in antwoord op
interrupties verheerlijkingen van de Sovjet
republiek.
De heer Wijnkoop, zijn partijgenoot, vond
blijkbaar, dat hij nog niet ver genoeg ging en
kwam, na met zeer luidruchtig orgaan de toe
standen in Rusland te hebben verheerlijkt,
met een motie van orde voor den dag om
aan de regeering op te dragen, met terug
neming van het ontwerp, binnen 3 maanden
terug te komen met een nieuwe wet die beter
beantwoordt aan de wenschen der visschers,
terwijl intusschen de visschersbevolking geen
nadeel van het daardoor veroorzaakte uitstel
mag lijden. Doorgaans verdwijnt een derge
lijke communistische motie even gauw als ze
is ingediend omdat ze niet voldoende wordt
ondersteund. Ditmaal ondersteunden evenwel
enkele leden haar, niet om er straks voor te
stemmen, doch om de Kamer in de gelegen
heid te stellen den communistische medeleden
duidelijk te doen gevoelen, dat men het niet
met hen eens is en bovendien te voorkomen,
dat in het niet-steunen der motie, waardoor
deze buiten stemming blijft, den voorstellers
aanleiding vinden tot de bewering, dat de
burgerlijke paftijen hun werk saboteeren.
Minister Reijmer heeft in een uitvoerige
rede de talrijke sprekers te woord gestaan.
Niet elk argument of bezwaar heeft hij be
handeld. Hij heeft in de eerste plaats en met
nadruk er op gewezen, dat de Kamer het ter
tafel liggende ontwerp heeft overschat. De
minister toch is niet gekomen met een nieu
we Zuiderzeesteunwet, maar enkel met een
ontwerp tot wijziging van eenige bepalingen
van de bestaande wet van 1925. In hoofd
zaak bedoelen deze een betere regeling van
de tegemoetkoming waarbij evenwel met de
werkelijkheid rekening is gehouden. Doel van
de wet is hulp te verkenen, geen schadever
goeding. De belanghebbenden moeten wan
neer zij ervaren, dat zij in hun broodwin
ning worden bedreigd, zelf de handen uit de
mouwen steken, de wet schrijft aan de regee
ring enkel voor ze daarbij behulpzaam te
zijn, ze aan crediet te helpen, ze tegemoet te
komen bij de ondervonden schade, maar van
een stelselmatige schadevergoeding is vol
strekt geen sprake. Het voorgedragen wij-
zigingsontwerp brengt verbetering in de be
staande regels, wil o.a. de rente van het te
verleenen crediet van 5 op 4 percent bren
gen, doch de minister verklaarde zich be
reid die rente nog meer te verlagen en op 3
percent te brengen. Wellicht zal de minister
nog tot enkele andere concessies bereid wor
den gevonden, maar dat zullen we morgen
bij de behandeling der artikelen wel bemer
ken. De kans op aanneming van zijn voor
stel zal hij er zeker belangrijk mede vergroo-
ten.
De na de ministerieele rede gehouden re
plieken leverden niets belangrijks op. Alleen
heeft de heer Duys een motie, welke hij heeft
ingediend ten gunste van de uitbreiding van
de Generale Commissie met eenige visschers,
in dien geest gewijzigd, dat ook andere be
langhebbenden er deel van moeten uitmaken.
Morgen komt de motie, evenals de commu
nistische, in stemming.
Eerst om 7 uur ging de Kamer uiteen.
LOEBE WEER PRESIDENT VAN DEN
DUITSCHEN RIJKSDAG.
Na herstemming met dr. Scholz (D. V. P.)
Andere functies in den rijksdag.
Gisteren heeft de nieuwe Duitsche rijks
dag zijn tweede zitting gehouden en ook nu
was de belangstelling weer groot, zoowel
van de zijde der rijksdagleden als van die
van het publiek.
De hoofdschotel van de agenda vormde de
verkiezing van voorzitter, ondervoorzitters
en secretarissen. Daarvan was de verkiezing
van den voorzitter wel het belangrijkste on
derdeel, vooral, omdat de herbenoeming van
Loebe twijfelachtig was geworden. Loebe
werd door de sociaal-democraten candidaat
gesteld en toen de soc.-dem. afgevaardigde
dr. Dittmann deze candidatuur naar voren
bracht, las de chr. soc. volksdienst-afgevaar-
digde Rippel onder lawaai en gelach der
rechterzijde een verklaring voor, waarin hij
zeide, dat zijn partij met een groot deel van
den rijksdag van oordeel was, dat het re
sultaat van de verkiezingen van 14 Septem
ber een verschuiving der machtsverhoudingen
r.aar rechts beteekende, en dat deze verschui
ving in aanmerking genomen moest worden
bij de samenstelling van de regeering en de
bepaling van den koers der politiek. De
partij van Rippel meende echter, dat de sa
menstelling van het presidium van den rijks
dag nog bepaald moest worden door het
geldende reglement van orde.
De Duitsche Volkspartij-afgevaardigde
Dauch stelde toen voor, onder geroep der
soc. Hoort! Hoort!, dr. Scholz (D. V. P.) tot
voorzitter te kiezen.
Afg. Torgler (Comm.) verklaarde dat zijn
partij aan den „Kuhhandel" der overige par
tijen niet zou meedoen. Zij zouden ook niet
stemmen voor de nat.-soc. Voor deze partij,
die zich arbeiderspartij noemt, is het teeke
nend, dat zij Scholz, den vertegenwoordiger
van het kapitaal, tot hun vertrouwensman
nam. (Geschreeuw bij de nat.-soc., bijval bij
de communisten).
Afg. dr. Frick (nat.-soc.), die daarop het
woord nam, werd door de communisten ont
vangen met den kreet: „De overwinnaar van
Wertheim".
Dr. Frick verklaarde, dat de verkiezingen
duidelijk de overwinning aan het anti-Marxis
tische front hebben gegeven. De nat.-soc.
zouden voor Scholz stemmen.
Toen eindelijk tot stemmen werd overge
gaan, werden 556 geldige stemmen uitge
bracht, terwijl twee stemmen ongeldig wa
ren. Van die 556 stemmen kreeg Loebe (soc.
dem.) er 266, Scholz (D.V P.) 1793 Pieck
(comm.) 68 en Graeft (D. Nat.) 41.
Daar geen der candidaten de volstrekte
meerderheid van 279 stemmen had behaald,
moest herstemming plaats hebben tusschen
Loebe en Scholz. Bij die herstemming werden
op Loebe 269 stemmen en op dr. Scholz 209
stemmen uitgebracht, terwijl 77 stemmen
ongeldig waren. De volstrekte meerderheid
(241) werd dus door Loebe overschreden,
en de voorzitter van den rijksdag was dus
gekozen,
Onder groot tumult der nationaal-
socialisten aanvaardde de nieuwgekozen pre
sident van den rijksdag zijn functie.
Toen de kaimte eentgermate was weerge
keerd verklaarde hij, dat hij, in weerwil van
de controversen, die zoo juist aan den dag
waren getreden, aan allen, die aan zijn ver
kiezing hebben medegewerkt, hartelijk dank
bracht. Inzonderheid dankte hij den tijdelij-
ken president Hi old.
Deze Rijksdag, ging Löbe voort, staat voor
moeilijk-heden en problemen. De beslissingen
hierover zullen moeilijker zijn dan ooit sedert
den grooten oorlog het geval is geweest.
Om deze problemen tot oplossing te brengen
zal een onvoorwaardelijke werkzaamheid
van de zijde van den Rijksdag noodzakelijk
zijn. (Gelach).
Dr. Frick (Nat. Socialist) stelde daarop
voor zijn partijgenoot Stöhr tot vice-presi-
dent te benoemen.
De afgevaardigde Dittman (Soc. Dem.)
zeide, dat zijn fractie bereid was geweest,
voor een Nat. Soc. candidaat te stemmen
(geroep bij de communisten: Hoort!! Hoort!!)
indien de Nationaal socialisten het recht van
de sociaal-democraten op den voorzitters
zetel erkend hadden. Aangezien dit echter
niet het geval is geweest, kan zijn partij dus
niet op Stöhr stemmen. (Geroep bij de Nati
onaal socialisten: God zij dank!)
Hierna voerden nog andere sprekers het
woord, doch zij waren door het tumult, dat
langzamerhand ontstaan was, zoo goed als
onverstaanbaar.
Op voorstel van den voorzitter werd be
sloten tot de verkiezing van een vicepresident
over te gaan. Alle afgevaardigden zouden de
zaal verlaten en bij het binnentreden hun
stembiljet afgeven.
Aldus geschiedde. De uitslag van de stem
ming luidde
Stöhr 288 stemmen, Esser (Centrum) 171
stemmen, Pieck (Communist) 67 stemmen.
Van onwaarde 8 stemmen.
De afgevaardigde Stöhr was dus tot Eer
sten Vice-President van den Rijksdag ge
kozen. Hij nam de verkiezing aan.
De afgevaardigde Perlitius (Centrum)
stelde voor zijn partijgenoot Esser tot 2den
vice-president te verkiezen.
Esser bleek 427 stemmen op zich te heb
ben vereenigd, Pieck slechts 65. Ongeldig
waren 15 stemmen.
De afgevaardigde Esser werd dus tot
tweeden vice-president van den Rijksdag ver
kozen verklaard.
De D. Nationale afgevaardigde Graf, die
321 stemmen op zich vereenigd had, werd 3e
vice-president.
Het was reeds 8 uur geworden, toen de
rijksdag uiteenging. De afgevaardigden kon
den toen rust nemen tot vanmiddag 3 uur,
wanneer de derde zitting plaats vindt. Op de
agenda staan o.a. de regeeringsverklaring,
verscheidene voorstellen in verband met de
noodverordeningen, de kwestie van herzie
ning van het Young-plan, moties van wan
trouwen en amnestie-voorstellen.
Vanmiddag begint het feest dus eigenlijk
pas goed!
DE VERKIEZING VAN LOEBE.
Persstemmen.
De verkiezing van Loebe tot Rijksdagpresi
dent wordt in de verschillende bladen al naar
politieke richting beoordeeld.
De „Vossische Zeitung" noemt de verkie
zing een overwinning der zakelijkheid en
meent, dat Brüning hiermede de eerste klip
omzeild heeft.
De „Germania" betreurt, dat de verkiezing
bij velen een bitteren nasmaak laat.
Het „Berliner Tageblatt" meent te kunnen
concludeeren, dat thans de moties van wan
trouwen tegen het kabinet en de voorstellen
tot opheffing der noodverordeningen zullen
worden verworpen.
De „Boersenkurier" meent, dat de verkie
zing tot stand gekomen is door samengaan
der soc. dem. en burgerlijke partijen en dat
dus niet gesproken kan worden van een suc
ces van het Marxisme.
De rede van Braun.
In den Prujsischen landdag verklaarde
minister-president Braun, zooals reeds werd
gemeld, dat het verbod inzake het dragen
van de uniform der nat.-soc. stormtroepen
niet kon worden opgeheven, waarna hij, zoo
we in het Hbld. lezen, voortging:
Tot dit verbod heeft in de eerste plaats
aanleiding gegeven de ongehoorde terreur,
welke gij (tot de nat.-soc.) op politiek anders
denkenden uitgeoefend hebt. Van een ophef
fing kan geen sprake zijn (bijval bij de
regeeringspartijen).
Het verbod voor ambtenaren om tot de
communistische of nat.-soc. partij te behoo-
ren, kan evenmin worden opgeheven (voort
durend lawaai bij de comm. en nat.-soc
(Geroep van rechts: Daarover hebt u reeds
over eenige maanden niets meer te zeggen)
Braun: Dit verbod is afgekondigd, omdat
vaststaat, dat beide partijen aansturen op een
gewelddadige revolutie (geroep bij de nat.-
soc.: Dat is het tegendeel van de waarheid).
Wanneer men de getuigenis van Hitier leest,
schijnt het bijna dat de nat.-soc. partij slechts
een groep onschuldige lieden is, die alleen
den zuiver legalen weg volgen. (Geroep bij
de nat.-soc.: Hitier heeft onder de eede ge
tuigd). Deze beëedigde verklaring is van het
zelfde gehalte als het eerewoord, dat Hitier
in 1923 te München gaf om geen staats
greep uit te voeren. Hetgeen echter de Hitier-
Putsch niet belette! (Bijval bij de regeerings
partijen, lawaai en geroep bij de nat.-soc
van: ongehoord!)
De afgevaardigden dringen zich rondom
het spreekgestoelte.
De premier wordt voortdurend met inter
rupties onderbroken.
Hij verklaart, dat een ambtenaar, die tot
een partij behoort, die steeds -verklaart den
staat te willen vernietigen, niet de rechten
kan genieten van de andere partijen.
Ook het voorstel tot opheffing der Pruisi
sche bepalingen inzake de noodverordenin
gen kan niet worden aangenomen. Het be
drijf kan slechts gedijen, wanneer ook in het
buitenland vertrouwen bestaat in de hand
having der orde en stabiliteit in het land.
Het oordeel van het buitenland over den
uitslag van 14 Sept. is duidelijk te bemerken
en heeft reeds slechte vruchten gedragen.
(Voortdurend lawaai bij nat. soc. en comm
Nu wordt ook nog verlangd*dat de Land
dag zal worden ontbonden. Ik geloof, dat het
Duitsche bedrijfsleven genoeg heeft aan de
gevolgen van 14 Sept. (Gelach en lawaai
rechts.)
Bij de dikwijls snel wisselende stemming
uit het resultaat van 14 Sept. af te leiden,
dat nu ook de Pr. landdag gewijzigd moet
worden, ware verkeerd. (Tengevolge van de
voortdurende onrust kan de premier zich
nauwelijks meer verstaanbaar maken.)
Den nat. soc. afgevaardigde Lohse, die
weigert op zijn plaats te gaan zitten, wordt
verboden verder de zitting bij te wonen. Niet
temin verlaat hij niet de zaal. Na een korte
schorsing deelt de 'voorzitter mee, dat Lohse
voor acht dagen van de zittingen is buitenge
sloten.
Minister Braun beëindigt dan zijn rede
met de verklaring, dat eerst wanneer de hui
dige inzinking, blijkende uit het toenemend
aantal stemmen voor nat. soc. en communis
ten, voorbij is, het Duitsche volk weer gezond
kan worden. (Levendige bijval in het midden,
lawaai bij' comm. en nat. soc. en geroep:
weg met de regeering Braun.)
De discussie.
Bij de debatten In den Pruisischea land
dag over de voorstellen inzake ontbinding
zijn alleen de sociaal-democraten aan het
woord geweest, die verklaarden er tegen te
zijn.
Met betrekking tot de Pruisische ambtena-
renontslagen betoogden zij, dat de regeering
tegen ambtenaren, die het tegenwoordig
regiem met geweld ten val willen brengen,
reeds veel eerder had moeten optreden.
De landdag werd daarop verdaagd tot
hedenmiddag 12 uur. Alsdan zou o.m. gestemd
worden over de door de communisten inge
diende motie van wantrouwen.
Om 12 uur hedenmiddag zette de Pruisi
sche landdag de discussies over de ingedien
de motie van wantrouwen tegen de regeering
voort en tegen twee uur zal waarschijnlijk
ever het communistische voorstel worden ge
stemd.
Men ziet dezen uitslag met groote span
ning tegemoet. Terwijl bij de laatste motie
van wantrouwen tegen, de Pruisische regee
ring in den afgelooipen zomer, behalve de
regeeringspartijen ook nog de vier afgevaar
digden van den Christelijk-socialen volks
dienst vóór de regeering stemden, zal deze
groep thans tegen de regeering stemmen, die
dus is aangewezen op de stemmen der regee
ringspartijen n.1. van soc. dem., democraten
en centrum, die in totaal over 230 afgevaar
digden in den landdag beschikken, terwijl de
absolute meerderheid 260 stemmen is.
Indien de tegenpartij voltallig opkomt,
mogen dus in geen geval meer dan vier af
gevaardigden der regeeringspartij absent
zijn.
HET BERLIJNSCHE METAAL
CONFLICT.
De werkgevers aanvaarden de
arbitrale uitspraak.
Het Verbond van Berlijnsche Metaalin-
dustrieëlen heeft zich gisteren beziggehou
den met de arbitrale uitspraak. Besloten
werd de uitspraak te aanvaarden en bin
dendverklaring door den Rijksminister van
Arbeid voor te stellen.
De soc.-dem. tegen bindendver-
klaren van den scheidsrechter
lijken uitspraak.
De soc.-dem. rijksdagfractie zal, naar de
„Vorwaerts" meldt den rijksminister van ar
beid dringend verzoeken den scheidsrechter
lijken uitspraak inzake het conflict in de Ber
lijnsche metaalindustrie niet bindend te ver
klaren.
De nat.-socialisten kiezen de
zijde der stakers.
De afdeeling Groot-Berlijn van de nat.-
soc. partij publiceert een manifest, waarin
volgens den „Lokal-Anzeiger" de metaalbe
werkersstaking gerechtvaardigd en wettig
wordt genoemd, zoo meldt het W. B.
„De strijd gaat om het dagelijksch brood",
aldus wordt gezegd, „en tegen de Dawes-
en oungpolitiek, weshalve ook de nat.-soc.
aan deze staking qioeten deelnemen. Wie ge-
durende de staking arbeidt, wordt buiten de
nat.-soc. partij gesloten", zoo wordt (vol
gens het W. B.) in het manifest gedreigd.
DE OPSTAND IN BRAZILIË.
Berichten nlt het opstande*
lingenkamp.
De Braziliaansche opstandelingen melden
een overwinning aan de grens tusschen Sao
Paolo en Parana. Hierbij hebben de regee-
ringstroepen veel oorlogsmateriaal en gevan
genen verloren.
Van regeeringszijde.
De regeering te Rio deelt daarentegen
mede, dat Uberaba een belangrijk eindpunt
van spoorwegen in Minas Geraes heroverd
is. Talrijke Italianen zouden aan den kant
der opstandelingen strijden, waar zij een
Garibaldi-legioen gevormd hebben.
Een onklare toestand.
Naar thans weer gemeld wordt, zouden de
troepen van Minas Geraes volkomen uitge
put en strijdensmoe zijn. Er zijn onstandehn-
gen gevangen genomen, die verscheurde uni
formen droegen en mededeelden, dat er in het
leger der revolutionnairen voedselgebrek
heerscht.
De poging der opstandelingen om in de
bezette gebieden leeningen op te nemen,
schijnen mislukt te zijn.
Op de New Yorksche beurs ziet men den
toestand voor de Rio regeering gunstiger in,
althans liepen de Braziliaansche leeningen
sterk op.
Stimson over de verwikkelingen
in Brazilië.
Staatssecretaris Stimson heeft ter gelegen
heid van een persconferentie verklaard, dat
de toestand in Brazilië geen verandering
brengt in de vriendschappelijke betrekkingen
met de regeering te Rio de Janeiro. De Bra
ziliaansche regeering is voornemens in de
Vereenigde Staten oorlogsmateriaal te koopen
ter bestrijding van de opstandelingen. Over
de geruchten, als zou de regeering te Rio de
Janeiro gevechtsvliegtuigen van de Ameri-
kaansche marine ontvangen, heeft Stimson
zich niet uitgelaten.
De Vereen. Staten kiezen partij.
Staatssecretaris Stimson heeft thans offi
cieel medegedeeld, dat de regeering der Ver.
Staten vollen steun zal verleenen aan de fe
derale regeering van Brazilië.
Hiermede hebben de Ver. Staten dus de
neutrale houding ten aanzien van de Brazi-
liaansche opstandelingen laten varen.
DE TOESTAND IN BRITSCH-INDIË.
Vele arrestaties te Bombay,
Te Bombay hebben 190 arrestaties plaats
gehad. De congresleden werden door den
politierechter tot gevangenisstraffen van 3
tot 4 maanden veroordeeld. Het gouverne
ment heeft de 38 Congresorganisaties voor
onwettig verklaard en de in beslagneming
van hare eigendommen mogelijk gemaakt.
Samenscholingen voor het Congresgebouw
werden door de politie uiteengejaagd. Eeni
ge personen werden gewond. De belangrijk
ste punten der stad zijn bezet. De Congres
organisaties hebben de door de arrestaties
vacant geworden plaatsen onmiddellijk weer
doen bezetten.'Tot voorzitter van de Oor
logscommissie werd een Mohammedaan be
noemd.
In Indische kringen te Londen twijfelt men
eraan of de beweging door de genomen
maatregelen onderdrukt zal kunnen worden.
De vooruitzichten van de Engelsch-Britsche
conferentie zijn er, als gevolg van de jongste
gebeurtenissen, niet beter op geworden.
DE INTERNATIONALE TOESTAND.
Minister Benesj aan het woord.
De minister van buitenlandsche zaken in
Tsjecho Slowakije Benesj heeft gisteren in de
Commissie voor buitenlandsche aangelegen
heden rapport uitgebracht over den interna
tionalen politieken toestand. Hij verklaarde
daarbij, dat de overwonnen volken psycholo
gisch wellicht met overwinningen uit den
strijd zijn teruggekeerd.
Vele staten trachten de huidigen toestand
te doen voortduren, den vrede te handhaven
en gaandeweg een atmospheer van vriend
schappelijke samenwerking te scheppen.
Maar zij maken er bezwaar tegen dat een
maal opgeloste kwesties opnieuw opgewor
pen worden. De omkeer in Europa is echter
te groot geweest om in een tiental jaren ge
nivelleerd te kunnen worden. Men dient zich
ervan bewust te zijn, dat de strijd om de
heerschappij in de Europeesche wereld nog
langen tijd gevoerd zal worden.
De huidige crisis komt voort uit het ge
brek aan binnenlandsch-politieken vrede in
de Europeesche staten. Deze moeilijkheden
kunnen geen internationalen weerklank vin
den; daarin is het gevaar gelegen. Van een
dreigenden oorlog spreken is echter onzin
nig. Hiertoe bezit Europa noch de economi
sche kracht, noch d£ sociale draagkracht.