DAGBLADVQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. CENTRUM HOTEL Uit het Parlement Buitenland ZATERDAGS EK ZONDAGS THE WILLIAMS NEGER JAZZBAND. %o. 244 132e Jaargang. Dagalijksch overzicht* UIT DEN PRUISISCHEN LANDDAG. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, nitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nnmmers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groots letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek* en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. roSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. >iii i' i Directeur: C. KRAK, UOVDERDAG 16 OCTOBEH 1930 in——ia mii irri r iw—uwaaoi" Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Den Haag, 15 October 1930. Onze voorspelling is uitgekomen: de vol gende week mogen we op twee avondverga deringen rekenen: Dinsdagavond komt m behandeling de interpellatie-Cramer over het ballingsoord aan den Boven-Digoel. Donderdagavond zal gewijd zijn aan de interpellatie-AIbarda over de radiocensuur. Nadat de Tweede Kamer aan het desbe treffende voorstel van den voorzitter haar goedkeuring had gehecht, is voortgegaan met 2e behandeling van de wijziging van de Zuiderzeesteunwet. Van groote ingenomen heid met het voorgestelde getuigden ook heden de verschillende redevoeringen niet. Reeds de eerste spreker, de heer Bakker (C.H.), kon er zich moeilijk mede vereenigen omdat geen steun wordt verleend aan wie het verdienen en het den visschers wel eens moeilijker wordt om zich te schikken naar ide voorwaarden waaronder steurt wordt ver leend. De heer Heemskerk (AR.) achtte de steun regeling ook verre van voldoende. Hij noem de de vergoeding wegens waardeverminde ring te laag en waarschuwde den minister niet al te veel op zijn stuk te blijven staan, wil hij een onaangenaam conflict vermijden. Dat was een verkapt dreigement, dat even wel de volgende spreker, ae heer Snoeck Henkemans (C. H.), vrijwel onderschreef door den minister op het hart te drukken niet vast te houden aan de bepalingen van het ontwerp, dat den visschers het brood uit den mond neemt, doch zich liever te vereeni gen met de voorgestelde amendementen van de commissie van rapporteurs. Niet minder onvriendelijk oordeelde de heer Kersten (S G. P.), die uiteenzette, dat in de thans gel dende wet het liefdadigheidsbeginsel preva leert en dientengevolge een premie aan de luiheid wordt toegekend. Tevens vond hij het oogenblik gunstig om er voor te waarschu wen menschen die aan Zondagsheiliging vasthouden, bij de spoorwegen, waar geen Zondagsrust bestaat te plaatsen. De heer Dr Vos, als woordvoerder van de liberalen op tredend, waarschuwde er voor de steunverlee- rnng niet als een zaak van onteigening te be schouwen, maar als een vraagstuk van maat schappelijke beteekenis. Op dit punt schiet de regeering te kort en de Generale Com missie werkt te langzaam en te bureaucra tisch, terwijl het hoog noodig is, dat van haar zonder motiveering gegeven beslissin gen hooger beroep wordt opengesteld. De heer Van de Bilt*(R.K.), wien het ver moedelijk in het bijzonder te doen was om zich te verweren tegen een aanval, welke de heer Duys den vorigen dag tegen hem had gericht, drong er tevens op aan de levens vatbaarheid van industrieën, geschikt voor de belanghebbenden bij de Zuiderzeevissche- rij, te bevorderen en bovendien de betrokken nevenbedrijven in de steunuitkeering te be trekken. Een zeer behartigenswaard woord heeft de heer Oud (V.D.) gesproken. Hij heeft n l terecht betoogd, dat bii de regeling van de steunverleening de gedachte welke aan onze onteigening ten grondslag ligt, moet uitge schakeld blijven. Het is hier geen onteige ning, het is hier een ontneming van bestaans mogelijkheden, een onmogelijk maken van een bedrijf en daarvoor gelden andere regelen dan voor onteigening. Er zijn hier, gelijk trouwens ook dr. Vos had uiteengezet, sociale belangen in het spel, het is een kwestie van doelmatigheid, waarbij intusschen met de mo gelijkheid en de werkelijkheid rekening moet worden gehouden. Met dit laatste schoot hij een pijl af op zijn voorganger, den heer L. de Visser (Comm.), die in een uitvoerige rede voering had betoogd, dat de regeering, die voor het grootsche werk der drooglegging op geen millioenen zag, kruidenierspolitiek dreef tegenover de betrokken visschers, voor wier steun de regeering nog geen half millioen over had. Hij wilde een volledige schadeloos stelling en wilde van het denkbeeld van steun niets weten. We geven hier slechts een quintes- sens van zijn rede, die doorspekt was met on vriendelijkheden aan het adres van b.v. den heer Duymaer van Twist en in antwoord op interrupties verheerlijkingen van de Sovjet republiek. De heer Wijnkoop, zijn partijgenoot, vond blijkbaar, dat hij nog niet ver genoeg ging en kwam, na met zeer luidruchtig orgaan de toe standen in Rusland te hebben verheerlijkt, met een motie van orde voor den dag om aan de regeering op te dragen, met terug neming van het ontwerp, binnen 3 maanden terug te komen met een nieuwe wet die beter beantwoordt aan de wenschen der visschers, terwijl intusschen de visschersbevolking geen nadeel van het daardoor veroorzaakte uitstel mag lijden. Doorgaans verdwijnt een derge lijke communistische motie even gauw als ze is ingediend omdat ze niet voldoende wordt ondersteund. Ditmaal ondersteunden evenwel enkele leden haar, niet om er straks voor te stemmen, doch om de Kamer in de gelegen heid te stellen den communistische medeleden duidelijk te doen gevoelen, dat men het niet met hen eens is en bovendien te voorkomen, dat in het niet-steunen der motie, waardoor deze buiten stemming blijft, den voorstellers aanleiding vinden tot de bewering, dat de burgerlijke paftijen hun werk saboteeren. Minister Reijmer heeft in een uitvoerige rede de talrijke sprekers te woord gestaan. Niet elk argument of bezwaar heeft hij be handeld. Hij heeft in de eerste plaats en met nadruk er op gewezen, dat de Kamer het ter tafel liggende ontwerp heeft overschat. De minister toch is niet gekomen met een nieu we Zuiderzeesteunwet, maar enkel met een ontwerp tot wijziging van eenige bepalingen van de bestaande wet van 1925. In hoofd zaak bedoelen deze een betere regeling van de tegemoetkoming waarbij evenwel met de werkelijkheid rekening is gehouden. Doel van de wet is hulp te verkenen, geen schadever goeding. De belanghebbenden moeten wan neer zij ervaren, dat zij in hun broodwin ning worden bedreigd, zelf de handen uit de mouwen steken, de wet schrijft aan de regee ring enkel voor ze daarbij behulpzaam te zijn, ze aan crediet te helpen, ze tegemoet te komen bij de ondervonden schade, maar van een stelselmatige schadevergoeding is vol strekt geen sprake. Het voorgedragen wij- zigingsontwerp brengt verbetering in de be staande regels, wil o.a. de rente van het te verleenen crediet van 5 op 4 percent bren gen, doch de minister verklaarde zich be reid die rente nog meer te verlagen en op 3 percent te brengen. Wellicht zal de minister nog tot enkele andere concessies bereid wor den gevonden, maar dat zullen we morgen bij de behandeling der artikelen wel bemer ken. De kans op aanneming van zijn voor stel zal hij er zeker belangrijk mede vergroo- ten. De na de ministerieele rede gehouden re plieken leverden niets belangrijks op. Alleen heeft de heer Duys een motie, welke hij heeft ingediend ten gunste van de uitbreiding van de Generale Commissie met eenige visschers, in dien geest gewijzigd, dat ook andere be langhebbenden er deel van moeten uitmaken. Morgen komt de motie, evenals de commu nistische, in stemming. Eerst om 7 uur ging de Kamer uiteen. LOEBE WEER PRESIDENT VAN DEN DUITSCHEN RIJKSDAG. Na herstemming met dr. Scholz (D. V. P.) Andere functies in den rijksdag. Gisteren heeft de nieuwe Duitsche rijks dag zijn tweede zitting gehouden en ook nu was de belangstelling weer groot, zoowel van de zijde der rijksdagleden als van die van het publiek. De hoofdschotel van de agenda vormde de verkiezing van voorzitter, ondervoorzitters en secretarissen. Daarvan was de verkiezing van den voorzitter wel het belangrijkste on derdeel, vooral, omdat de herbenoeming van Loebe twijfelachtig was geworden. Loebe werd door de sociaal-democraten candidaat gesteld en toen de soc.-dem. afgevaardigde dr. Dittmann deze candidatuur naar voren bracht, las de chr. soc. volksdienst-afgevaar- digde Rippel onder lawaai en gelach der rechterzijde een verklaring voor, waarin hij zeide, dat zijn partij met een groot deel van den rijksdag van oordeel was, dat het re sultaat van de verkiezingen van 14 Septem ber een verschuiving der machtsverhoudingen r.aar rechts beteekende, en dat deze verschui ving in aanmerking genomen moest worden bij de samenstelling van de regeering en de bepaling van den koers der politiek. De partij van Rippel meende echter, dat de sa menstelling van het presidium van den rijks dag nog bepaald moest worden door het geldende reglement van orde. De Duitsche Volkspartij-afgevaardigde Dauch stelde toen voor, onder geroep der soc. Hoort! Hoort!, dr. Scholz (D. V. P.) tot voorzitter te kiezen. Afg. Torgler (Comm.) verklaarde dat zijn partij aan den „Kuhhandel" der overige par tijen niet zou meedoen. Zij zouden ook niet stemmen voor de nat.-soc. Voor deze partij, die zich arbeiderspartij noemt, is het teeke nend, dat zij Scholz, den vertegenwoordiger van het kapitaal, tot hun vertrouwensman nam. (Geschreeuw bij de nat.-soc., bijval bij de communisten). Afg. dr. Frick (nat.-soc.), die daarop het woord nam, werd door de communisten ont vangen met den kreet: „De overwinnaar van Wertheim". Dr. Frick verklaarde, dat de verkiezingen duidelijk de overwinning aan het anti-Marxis tische front hebben gegeven. De nat.-soc. zouden voor Scholz stemmen. Toen eindelijk tot stemmen werd overge gaan, werden 556 geldige stemmen uitge bracht, terwijl twee stemmen ongeldig wa ren. Van die 556 stemmen kreeg Loebe (soc. dem.) er 266, Scholz (D.V P.) 1793 Pieck (comm.) 68 en Graeft (D. Nat.) 41. Daar geen der candidaten de volstrekte meerderheid van 279 stemmen had behaald, moest herstemming plaats hebben tusschen Loebe en Scholz. Bij die herstemming werden op Loebe 269 stemmen en op dr. Scholz 209 stemmen uitgebracht, terwijl 77 stemmen ongeldig waren. De volstrekte meerderheid (241) werd dus door Loebe overschreden, en de voorzitter van den rijksdag was dus gekozen, Onder groot tumult der nationaal- socialisten aanvaardde de nieuwgekozen pre sident van den rijksdag zijn functie. Toen de kaimte eentgermate was weerge keerd verklaarde hij, dat hij, in weerwil van de controversen, die zoo juist aan den dag waren getreden, aan allen, die aan zijn ver kiezing hebben medegewerkt, hartelijk dank bracht. Inzonderheid dankte hij den tijdelij- ken president Hi old. Deze Rijksdag, ging Löbe voort, staat voor moeilijk-heden en problemen. De beslissingen hierover zullen moeilijker zijn dan ooit sedert den grooten oorlog het geval is geweest. Om deze problemen tot oplossing te brengen zal een onvoorwaardelijke werkzaamheid van de zijde van den Rijksdag noodzakelijk zijn. (Gelach). Dr. Frick (Nat. Socialist) stelde daarop voor zijn partijgenoot Stöhr tot vice-presi- dent te benoemen. De afgevaardigde Dittman (Soc. Dem.) zeide, dat zijn fractie bereid was geweest, voor een Nat. Soc. candidaat te stemmen (geroep bij de communisten: Hoort!! Hoort!!) indien de Nationaal socialisten het recht van de sociaal-democraten op den voorzitters zetel erkend hadden. Aangezien dit echter niet het geval is geweest, kan zijn partij dus niet op Stöhr stemmen. (Geroep bij de Nati onaal socialisten: God zij dank!) Hierna voerden nog andere sprekers het woord, doch zij waren door het tumult, dat langzamerhand ontstaan was, zoo goed als onverstaanbaar. Op voorstel van den voorzitter werd be sloten tot de verkiezing van een vicepresident over te gaan. Alle afgevaardigden zouden de zaal verlaten en bij het binnentreden hun stembiljet afgeven. Aldus geschiedde. De uitslag van de stem ming luidde Stöhr 288 stemmen, Esser (Centrum) 171 stemmen, Pieck (Communist) 67 stemmen. Van onwaarde 8 stemmen. De afgevaardigde Stöhr was dus tot Eer sten Vice-President van den Rijksdag ge kozen. Hij nam de verkiezing aan. De afgevaardigde Perlitius (Centrum) stelde voor zijn partijgenoot Esser tot 2den vice-president te verkiezen. Esser bleek 427 stemmen op zich te heb ben vereenigd, Pieck slechts 65. Ongeldig waren 15 stemmen. De afgevaardigde Esser werd dus tot tweeden vice-president van den Rijksdag ver kozen verklaard. De D. Nationale afgevaardigde Graf, die 321 stemmen op zich vereenigd had, werd 3e vice-president. Het was reeds 8 uur geworden, toen de rijksdag uiteenging. De afgevaardigden kon den toen rust nemen tot vanmiddag 3 uur, wanneer de derde zitting plaats vindt. Op de agenda staan o.a. de regeeringsverklaring, verscheidene voorstellen in verband met de noodverordeningen, de kwestie van herzie ning van het Young-plan, moties van wan trouwen en amnestie-voorstellen. Vanmiddag begint het feest dus eigenlijk pas goed! DE VERKIEZING VAN LOEBE. Persstemmen. De verkiezing van Loebe tot Rijksdagpresi dent wordt in de verschillende bladen al naar politieke richting beoordeeld. De „Vossische Zeitung" noemt de verkie zing een overwinning der zakelijkheid en meent, dat Brüning hiermede de eerste klip omzeild heeft. De „Germania" betreurt, dat de verkiezing bij velen een bitteren nasmaak laat. Het „Berliner Tageblatt" meent te kunnen concludeeren, dat thans de moties van wan trouwen tegen het kabinet en de voorstellen tot opheffing der noodverordeningen zullen worden verworpen. De „Boersenkurier" meent, dat de verkie zing tot stand gekomen is door samengaan der soc. dem. en burgerlijke partijen en dat dus niet gesproken kan worden van een suc ces van het Marxisme. De rede van Braun. In den Prujsischen landdag verklaarde minister-president Braun, zooals reeds werd gemeld, dat het verbod inzake het dragen van de uniform der nat.-soc. stormtroepen niet kon worden opgeheven, waarna hij, zoo we in het Hbld. lezen, voortging: Tot dit verbod heeft in de eerste plaats aanleiding gegeven de ongehoorde terreur, welke gij (tot de nat.-soc.) op politiek anders denkenden uitgeoefend hebt. Van een ophef fing kan geen sprake zijn (bijval bij de regeeringspartijen). Het verbod voor ambtenaren om tot de communistische of nat.-soc. partij te behoo- ren, kan evenmin worden opgeheven (voort durend lawaai bij de comm. en nat.-soc (Geroep van rechts: Daarover hebt u reeds over eenige maanden niets meer te zeggen) Braun: Dit verbod is afgekondigd, omdat vaststaat, dat beide partijen aansturen op een gewelddadige revolutie (geroep bij de nat.- soc.: Dat is het tegendeel van de waarheid). Wanneer men de getuigenis van Hitier leest, schijnt het bijna dat de nat.-soc. partij slechts een groep onschuldige lieden is, die alleen den zuiver legalen weg volgen. (Geroep bij de nat.-soc.: Hitier heeft onder de eede ge tuigd). Deze beëedigde verklaring is van het zelfde gehalte als het eerewoord, dat Hitier in 1923 te München gaf om geen staats greep uit te voeren. Hetgeen echter de Hitier- Putsch niet belette! (Bijval bij de regeerings partijen, lawaai en geroep bij de nat.-soc van: ongehoord!) De afgevaardigden dringen zich rondom het spreekgestoelte. De premier wordt voortdurend met inter rupties onderbroken. Hij verklaart, dat een ambtenaar, die tot een partij behoort, die steeds -verklaart den staat te willen vernietigen, niet de rechten kan genieten van de andere partijen. Ook het voorstel tot opheffing der Pruisi sche bepalingen inzake de noodverordenin gen kan niet worden aangenomen. Het be drijf kan slechts gedijen, wanneer ook in het buitenland vertrouwen bestaat in de hand having der orde en stabiliteit in het land. Het oordeel van het buitenland over den uitslag van 14 Sept. is duidelijk te bemerken en heeft reeds slechte vruchten gedragen. (Voortdurend lawaai bij nat. soc. en comm Nu wordt ook nog verlangd*dat de Land dag zal worden ontbonden. Ik geloof, dat het Duitsche bedrijfsleven genoeg heeft aan de gevolgen van 14 Sept. (Gelach en lawaai rechts.) Bij de dikwijls snel wisselende stemming uit het resultaat van 14 Sept. af te leiden, dat nu ook de Pr. landdag gewijzigd moet worden, ware verkeerd. (Tengevolge van de voortdurende onrust kan de premier zich nauwelijks meer verstaanbaar maken.) Den nat. soc. afgevaardigde Lohse, die weigert op zijn plaats te gaan zitten, wordt verboden verder de zitting bij te wonen. Niet temin verlaat hij niet de zaal. Na een korte schorsing deelt de 'voorzitter mee, dat Lohse voor acht dagen van de zittingen is buitenge sloten. Minister Braun beëindigt dan zijn rede met de verklaring, dat eerst wanneer de hui dige inzinking, blijkende uit het toenemend aantal stemmen voor nat. soc. en communis ten, voorbij is, het Duitsche volk weer gezond kan worden. (Levendige bijval in het midden, lawaai bij' comm. en nat. soc. en geroep: weg met de regeering Braun.) De discussie. Bij de debatten In den Pruisischea land dag over de voorstellen inzake ontbinding zijn alleen de sociaal-democraten aan het woord geweest, die verklaarden er tegen te zijn. Met betrekking tot de Pruisische ambtena- renontslagen betoogden zij, dat de regeering tegen ambtenaren, die het tegenwoordig regiem met geweld ten val willen brengen, reeds veel eerder had moeten optreden. De landdag werd daarop verdaagd tot hedenmiddag 12 uur. Alsdan zou o.m. gestemd worden over de door de communisten inge diende motie van wantrouwen. Om 12 uur hedenmiddag zette de Pruisi sche landdag de discussies over de ingedien de motie van wantrouwen tegen de regeering voort en tegen twee uur zal waarschijnlijk ever het communistische voorstel worden ge stemd. Men ziet dezen uitslag met groote span ning tegemoet. Terwijl bij de laatste motie van wantrouwen tegen, de Pruisische regee ring in den afgelooipen zomer, behalve de regeeringspartijen ook nog de vier afgevaar digden van den Christelijk-socialen volks dienst vóór de regeering stemden, zal deze groep thans tegen de regeering stemmen, die dus is aangewezen op de stemmen der regee ringspartijen n.1. van soc. dem., democraten en centrum, die in totaal over 230 afgevaar digden in den landdag beschikken, terwijl de absolute meerderheid 260 stemmen is. Indien de tegenpartij voltallig opkomt, mogen dus in geen geval meer dan vier af gevaardigden der regeeringspartij absent zijn. HET BERLIJNSCHE METAAL CONFLICT. De werkgevers aanvaarden de arbitrale uitspraak. Het Verbond van Berlijnsche Metaalin- dustrieëlen heeft zich gisteren beziggehou den met de arbitrale uitspraak. Besloten werd de uitspraak te aanvaarden en bin dendverklaring door den Rijksminister van Arbeid voor te stellen. De soc.-dem. tegen bindendver- klaren van den scheidsrechter lijken uitspraak. De soc.-dem. rijksdagfractie zal, naar de „Vorwaerts" meldt den rijksminister van ar beid dringend verzoeken den scheidsrechter lijken uitspraak inzake het conflict in de Ber lijnsche metaalindustrie niet bindend te ver klaren. De nat.-socialisten kiezen de zijde der stakers. De afdeeling Groot-Berlijn van de nat.- soc. partij publiceert een manifest, waarin volgens den „Lokal-Anzeiger" de metaalbe werkersstaking gerechtvaardigd en wettig wordt genoemd, zoo meldt het W. B. „De strijd gaat om het dagelijksch brood", aldus wordt gezegd, „en tegen de Dawes- en oungpolitiek, weshalve ook de nat.-soc. aan deze staking qioeten deelnemen. Wie ge- durende de staking arbeidt, wordt buiten de nat.-soc. partij gesloten", zoo wordt (vol gens het W. B.) in het manifest gedreigd. DE OPSTAND IN BRAZILIË. Berichten nlt het opstande* lingenkamp. De Braziliaansche opstandelingen melden een overwinning aan de grens tusschen Sao Paolo en Parana. Hierbij hebben de regee- ringstroepen veel oorlogsmateriaal en gevan genen verloren. Van regeeringszijde. De regeering te Rio deelt daarentegen mede, dat Uberaba een belangrijk eindpunt van spoorwegen in Minas Geraes heroverd is. Talrijke Italianen zouden aan den kant der opstandelingen strijden, waar zij een Garibaldi-legioen gevormd hebben. Een onklare toestand. Naar thans weer gemeld wordt, zouden de troepen van Minas Geraes volkomen uitge put en strijdensmoe zijn. Er zijn onstandehn- gen gevangen genomen, die verscheurde uni formen droegen en mededeelden, dat er in het leger der revolutionnairen voedselgebrek heerscht. De poging der opstandelingen om in de bezette gebieden leeningen op te nemen, schijnen mislukt te zijn. Op de New Yorksche beurs ziet men den toestand voor de Rio regeering gunstiger in, althans liepen de Braziliaansche leeningen sterk op. Stimson over de verwikkelingen in Brazilië. Staatssecretaris Stimson heeft ter gelegen heid van een persconferentie verklaard, dat de toestand in Brazilië geen verandering brengt in de vriendschappelijke betrekkingen met de regeering te Rio de Janeiro. De Bra ziliaansche regeering is voornemens in de Vereenigde Staten oorlogsmateriaal te koopen ter bestrijding van de opstandelingen. Over de geruchten, als zou de regeering te Rio de Janeiro gevechtsvliegtuigen van de Ameri- kaansche marine ontvangen, heeft Stimson zich niet uitgelaten. De Vereen. Staten kiezen partij. Staatssecretaris Stimson heeft thans offi cieel medegedeeld, dat de regeering der Ver. Staten vollen steun zal verleenen aan de fe derale regeering van Brazilië. Hiermede hebben de Ver. Staten dus de neutrale houding ten aanzien van de Brazi- liaansche opstandelingen laten varen. DE TOESTAND IN BRITSCH-INDIË. Vele arrestaties te Bombay, Te Bombay hebben 190 arrestaties plaats gehad. De congresleden werden door den politierechter tot gevangenisstraffen van 3 tot 4 maanden veroordeeld. Het gouverne ment heeft de 38 Congresorganisaties voor onwettig verklaard en de in beslagneming van hare eigendommen mogelijk gemaakt. Samenscholingen voor het Congresgebouw werden door de politie uiteengejaagd. Eeni ge personen werden gewond. De belangrijk ste punten der stad zijn bezet. De Congres organisaties hebben de door de arrestaties vacant geworden plaatsen onmiddellijk weer doen bezetten.'Tot voorzitter van de Oor logscommissie werd een Mohammedaan be noemd. In Indische kringen te Londen twijfelt men eraan of de beweging door de genomen maatregelen onderdrukt zal kunnen worden. De vooruitzichten van de Engelsch-Britsche conferentie zijn er, als gevolg van de jongste gebeurtenissen, niet beter op geworden. DE INTERNATIONALE TOESTAND. Minister Benesj aan het woord. De minister van buitenlandsche zaken in Tsjecho Slowakije Benesj heeft gisteren in de Commissie voor buitenlandsche aangelegen heden rapport uitgebracht over den interna tionalen politieken toestand. Hij verklaarde daarbij, dat de overwonnen volken psycholo gisch wellicht met overwinningen uit den strijd zijn teruggekeerd. Vele staten trachten de huidigen toestand te doen voortduren, den vrede te handhaven en gaandeweg een atmospheer van vriend schappelijke samenwerking te scheppen. Maar zij maken er bezwaar tegen dat een maal opgeloste kwesties opnieuw opgewor pen worden. De omkeer in Europa is echter te groot geweest om in een tiental jaren ge nivelleerd te kunnen worden. Men dient zich ervan bewust te zijn, dat de strijd om de heerschappij in de Europeesche wereld nog langen tijd gevoerd zal worden. De huidige crisis komt voort uit het ge brek aan binnenlandsch-politieken vrede in de Europeesche staten. Deze moeilijkheden kunnen geen internationalen weerklank vin den; daarin is het gevaar gelegen. Van een dreigenden oorlog spreken is echter onzin nig. Hiertoe bezit Europa noch de economi sche kracht, noch d£ sociale draagkracht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1