Jllkiaarsche Courait.
DE VERLOREN INJECTIENAALD.
□□□□□□DBööDn
FEUILLETON.
VIR.GINIA
HiMdtrd twtd n dertigste Jaargang.
Zaterdag 1*» October
Radio-hoekje
Qegarandeerd heer en
hoe verwend jullie ook zijn
mogen,de heerlijke smaak
en prachtkwaliteit van
Chief Whip brengen je
absoluut in verbazing—en
dan de zuiverheid is
voor 100gewaarborgd l
DE BESTE VOOR UW GEZONDHEID!
Brieven uit de Hoofdstad.
Mo. 246
1930.
Zondag 19 October.
Hilversum, 298 M. 9.V.A.R.A. Postdui-
renberichten. 9.05 V.A.R.A. Gramofoonpl.
9.15 V..AR.i.. Esperantober. 9.30 V.A.R.A.
Tuinbouwhalfuurtje door S. S. Lantinga.
10.30 V.P.R.O. Dienst in het Gebouw van
den Ned. Protestantenbond te Bussum. 12.
12.30 A-V.R.O. Dr. A. H. Cornette: Vlaam-
sche schilders. 12.30—2.A.V.R.O. Concert
door het A.V.R.O.-Octet onder leiding van L.
Schmidt. B. Lensky, viool. 2.2.30 A.V.R.O.
Boekenhalfuurtje. 2.304.Aansluiting v.
het Concertgebouw te Amsterdam. Het Con
certgebouw-orkest onder leiding van Pierre
Monteux. L. Zimmermann viool. K. Loeven-
sohn, cello. 4 4.30 A.V.R.O. Gramofoonpl.
4.30—5.Dansmuziek, gramofoonplaten.
5.10 V.A.R.A. Gramofoonplaten. 5.15 V. A.
,R A. Concert door het V.A.R.A.-Orkest on
der leiding van Hugo de Groot.
Huizen, 1875 M. (K. R. O. uitzending, be
halve om 9.50 en 5.50 N.C.R.V.) 8.30—9 30
Morgenwijding. 9.50 Dienst in de Evangel.
Oem. te Amsterdam. Ds. P. van Vliet, voor
ganger. 12.12.15 Toespraak door Pastoor
Perquin. 12.151.30 Concert door het K R.
O.-sextet. 1.302.Godsdienstonderricht.
2.2.30 Literaire causerie door P. Kasteel
2-30—4.30 Concert door het K. R. O. Salon
orkest. Populaire muziek. 4.305.Zieken-
halfuurtje. 5.50 Dienst in de Evang. Luth.
kerk te Weesp. Voorganger: Ds. K. H. Wal-
lien. 7.45 Lezing. P. C. de Brouwer: Symbo
liek en kerkbouw. 8 10 Concert. Het K. R. O.-
orkest onder leiding van Joh. Gerritsen. 9.30
Nieuwsberichten. 10.40—11.K. R. O. Epi
loog. Klein koor o .1. v Jos. H. Pickkers.
Daventry, 1554.4 M. 3.20 Kerkcantate No.
130 van Bach. 4.05 Uitz. voor kinderen. 4.20
Lezing. 4.35 Concert. Militair Orkest, F.
Titterton, tenor. 5.35 Liederen-voordracht
door Elena Gerhardt. 6.05 Lezing. 6.50
Kerkdienst. 8.20 Kerkdienst. 9.05 Lezing.
9.10 Berichten. 9.25 Concert. Orkest. D.
Cowen, alt. 10.50 Epiloog.
Parijs Radio-Paris1725 M. 12.50 Ge
wijde muziek. 1.20 Gramoioonpl. 2.20 Gra
mofoonplaten. 4.50 Gramofoonplaten. 5.50
Concert. Orkest en solisten. 7.50 Circus Raio-
Paris. 8.20 Concert. 9.05 Concert. Orkest en
solisten.
Langenberg, 473 M. 6.207.20 Concert.
7.207.50 Gramofoonpl. 8.209.20 Mor
genwijding. 10.4511.20 Gramofoonplaten.
12 20—1.20 Orkestconcert 2.40—3.05 Cem
balo-recital. 3.505.20 Concert. Vocaal
kwartet. 7.20 Orkestconcert. Daarna tot
11.20: Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 11.20-12.20 Orkest-
concert 1.50—2.20 Kinderuurtje. 2.204.20
Orkestconcert en piano-soli. 7.207.35 „Fa-
milien Hansen" van Jens Locher. 7.35
8.55 Orkestconcert en zang. 9.2010.10 Or
kest en solistenconcert. 10.1011.50 Dans
muziek.
Brussel, 508-5 M. 3.50 Zang-comcours.
5.20 Gramofoonpl. 6.20 Vervolg zangcon
cours. 6.50 Gramofoonplaten. 8.35 Orgelcon
cert. 8.35 Kwartet. 9.20 Vervolg orgelcon
eert. 9.35 Dansmuziek.
Maandag 20 October.
Hilversum, 298 M. (Algemeen programma,
te verzorgen door de V.A R.A.) 8.Gramo
foonplaten. 10.(V.P.R.O.) Morgenwijding.
10.15 V.A.R.A. Voordracht door Joh. Mole
naar. 10.30 Voordracht en V.A.R.A.-Septet.
1130 Concert door het V.A.R.A.-Septet.
12.Concert door het V.A.R.A.-orkest o. 1.
v. Hugo de Groot. 2.15 Orgelconcert door
Joh. Jong. 2.45 F. Hulleman leest uit eigen
werk. 3.30 Solistenconcert, orgel en viool.
4.30 Kindervertellingen. 5.— Concert door't
V. A. R. A.-Orkest o. 1. v. Hugo de Groot en
Mandoline-ensemble. 6.Is. Santeroos:
Brandbeveiliging. 6.15 Vervolg concert. 7.30
H. J. Jacobs: Keuringsdiensten van waren
8.Is. Goudsmit spreekt over den Alg.
Bond v. Arb. in het Bakkers- en Choc. en
suikerbedrijf. 8.15 Concert Noord- en Zuid-
Duitsche muziek door het Utrechtsch Stedelijk
orkest onder leiding van E. Cornelis. A.
Bouwmeester, voordracht. 10.45 Persber.
11.12.Gramofoonmuziek.
Huizen, 1875 M. (N.C.R.V.-uitzending)
8.159.30 Gramofoonplaten. 10.3011.
Korte Ziekendienst. 11.11.30 Lezen van
Chr. lectuur. 11.3012.30 Gramofoonplaten.
12.30-—1.30 Orgelconcert door J. Zwart. 1.30
5.30 Aansluiting van het Concertgebouw
te Amsterdam. Feestverg. ter gelegenheid v.
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door J. E. DE B K.
36)
Misschien had de champagne hem zoo
dorstig gemaakt. Zijn flesch mineraal
water was leeg en hij besloot om in de
keukenregionen een andere te gaan ha
len. Hij wist, dat het mineraalwater ge
borgen werd in een kleine kast naast de
wijnkelder. Heel stil, om niemand te
storen, daalde hij de achtertrap af. Met
een beetje zoeken vond hij het verlang
de. Maar hoe de metalen sluiting te ver
wijderen? Waar was het instrument er
voor? Natuurlijk in het buffet. De eetka
merdeur maakte geen leven, bij de mes
sen vond hij het dingetje en na het me
taal te hebben afgetrokken, ging hij den
zelfden weg terug. Op eens stond hij stil
om te luisteren en tuurde naar de salon
deur. Had hij hooren fluisteren? Zoowat
een halve minuut stond hij als vastgena
geld, een en al oor om een herhaling van
het gehoorde geluid te vernemen. Het
was zoo zacht geweest, misschien had
hij zich vergist, ja, daar was het weer,
een gesmoord, sissend gefluister. Toen
hij zeker van zijn zaak was, hoorde hij
een ljcht doch scherp gekners alsof er
h. 50-jarig' bestaan der Vrije Universiteit
Orgelmuziek en rede van prof. Dr. H. H.
Kuyper. 5.306.30 Solistenconcert, sopraan,
viool en piano. 6.307.Lezing: W. J. van
Schelven: Pluimveeteelt 7.Dr P. Stegen-
ga: Chr. Philosophische cursus. 8.— Kerk-
avend in het Geb. v. d. Herst. Evang. Luth.-
Gemeente. Jongenskoor en J. Zwart, orgel.
Rede van Dr. M. J. A. Schweitzer en Ds. C.
J. de Vrijer. 9.30 Nieuwsberichten. 9.40
11.30 Concert. Chr. Fanfarecorps „Patrimo
nium".
Daventry, 1554-4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door E. T.
Cook. Y. Morris, cello. 1.35 Orkestconcert.
2.20 Berichten. 2.30 Uitz. voor scholen. 3.40
Dansmuziek. 4.35 Concert. S. Scanes, so
praan. Trio. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing.
6.35 Berichten. 6.55 Koersen. 7.Liederen
door Frank Phillips. 7.20—7.40 Lezing. 7.45
8.05 Vaudeville. 9.20 Berichten. 9.35 Koer
sen. 9.40 Lezing. 10.Concert. Orkest. H.
Williams, bariton. V. HelyHutchinson,
piano. 11.20 Dansmuzike. 11.35—12 20
Dansmuziek.
Parijs „Radic-Paris", 1725 M. 12.50—
2.20 Gramofoonplaten. 4.05 Orkestconcert.
8.20 Tooneeluitz en solistenconcert. Kwartet.
Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo
foonpl. 9.3510.15 Gramofoonpl. 11.30 Gra
mofoonplaten. 12.251.50 Orkestconcert
4.505.50 Gramofoonpl. 7.209.20 Orkest
concert. Intermezzo: 8.20—8.55 „Zeit zu
Zeit". Koorwerk van Hermann Erdlen Na
afloop tot 11.20: Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 1153 M. 11.20—
1.20 Orkestconcert. 2.554.55 Orkestconcert
en voordracht. 7.207.50 Orkestccncert. 7.50
—8.50 Zang en voordracht. 850—9.20
Piano-recital door Mary Barratt Due. 9.40
10.20 Orkestconcert.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Concert. 8.35 Concert. Orkest, zang en flui
tist.
PUZZLEN.
Onze Tweede Octoberopgave.
Een letterdeelsom.
Deze puzzle heeft ons een zeer groot
aantal oplossingen gebracht. Men zoekt
nu eenmaal graag naar dergelijke op
gaven. Wij laten de goede oplossing
hieronder volgen:
1-213445 647348940 533
6067225
4062644
3640335
4223090
3640335
58*2755
Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der Oc-
toberserie).
Een goede bekende in een nieuwe
variant.
Men ziet hieronder het bekende vier
kant verdeeld in '25 kleinere vierkantjes.
In deze vakjes moeten de getallen van 1
tot 25 geplaatst worden, zoo dat de som
op alle verticale, horizontale en de twee
diagonale rijen steeds 65 is. Maar
en nu komt de beperkende voorwaarde,
die deze opgave zoo moeilijk maakt. In
de vakken met 'n vierkantje aangegeven
(negen n aantal) mogen alleen geplaatst
worden ondeelbare getallen. Dat zijn
van de serie van 1 tot 25, dus de getallen
1, 2, 3, 5, 7, 11,13,17, 19 en 23. Negen van
deze tien getallen moeten dus voorko
men in de met een vierkantje aange
geven vakken.
-r-
Deze opgave zal heel wat eischen van
het geduld van onze puzzelaars. Ple
zierige arbeid zij allen toegewenscht.
Oplossingen liefst zoo spoedig moge
lijk doch uiterlijk tot Vrijdag 24 Octo
ber 12 uur aan den Puzzle Redacteur
van de Alkmaarsche Courant.
iets op den grond viel, toen een gesmoor
de, korte vloek, voortgebracht door eea
mannenstem. Aan niets anders dan aan
inbrekers denkende, trok hij de salon
deur wijd open en dacht er geen oogen
blik aan dat hij ongewapend was. Het
was er geheel donker en het dichtst bij-
zijnde electrische knopje omdraaiende,
liet hij de kamer baden in een zee van
licht.
HOOFDSTUK 18.
Ongeveer een uur vroeger had Arthur
het Restaurant des Ambassadeurs met
gefronsd voorhoofd verlaten en was in
zijn auto naar la Californie gegaan. Hij-
vond villa Firenze in duisternis. Hij liet
zijn auto om den hoek van den weg
staan en liep dwars door het grasveld
naar het terras bij het salon. Dadelijk
werd de deur zacht geopend. Thérèse
stak de arm naar buiten en trok hem de
kamer in. „Ik dacht dat je nooit kwam",
zeide ze een beetje knorrig, met haar ge
heele lichaam tegen hem aanleunende.
Onverschillig zijn armen om haar
heenslaande, waarden zijn oogen ruste-
lóós door de kamer. In het ruime ver
trek brandde maar één lamp, die een
roodachtig schijnsel wierp over de met
satijn bekleedde chaise longue en een
klein tafeltje, geladen met illustraties.
„Allemachtig onverstandig om me hier
binnen te loodsen", bromde hij, zorgvul
dig de zware gordijnen over elkaar slui
CHIEF
WHIP
Alle eendjes zwemmen in het water.
Sijmen betaalt. De belasting
betaler ontkleed tot op zijn bad
pak. Een jrisch Raadsbesluit.
Hoe vreemd het den vreemdeling ook schij
nen mag, de Amsterdammer is niet bijzonder
vertrouwd met het element, waaruit zijn stad
verrezen en waardoor zij tot bloei gekomen
is, d.w.z. met het water. Hij weet het te beva
ren en hij weet het te drinken, hij verstaat uit
nemend de kunst om de kanalen dienstbaar te
maken aan zijn negotie en de duinen aan de
drinkwatervoorziening, maar toch, persoon
lijk vertrouwd met het water is hij niet en als
hij er in tuimelt, welnu, dat verdacht hij. Er
zijn Amsterdamsche schippers, die van
jongsaf hun schuiten door de grachten ge
boomd en geroeid hebben, die met hun tjalk
door alle Hollandsche vaarten zijn gegaan en
die toch hulpeloos zotfden staan als een van
hun kinderen buiten handreiking over boord
viel.
Hoe dit komt? Het is nogal eenvoudig.
Amsterdam heeft wel een overvloed van wa
ter, maar geen zwemwater. Hoe mooi de
grachten ook zijn, niemand zal zich daarin
willen verfrisschen en Amstel en IJ hebben
eveneens hun bezwaren. Voorheen, aleer het
rijwiel in de mode kwam, was het vrij lang
tippelen vóór men den buiten-Amstel, die wer
kelijk „buiten" was, bereikt had. Daar waak
te echter het oog des rijksveldwachters, die
streng optrad tegen alle pogingen om zich in
het openbaar te ontkleeden. Een strenge, zeer
strenge zedelijkheids-opvatting werkte mèt
gebrek aan frisch en zuiver water mee, om
den zwemlust tegen te gaan. En ook het IJ-
water was niet bijzonder verlokkend. Het was
brak en de zweminrichting van ObeL, bij het
oostelijk viaduct, bracht lang niet de verwe
zenlijking van een ideaal. Bovendien, zij lag
aan den noordelijken rand van de stad, en al
was die stad veertig jaar geleden niet zoo
uitgestrekt als nu, de verkeersmiddelen het
paardetrammetje, géén electrische, géén auto,
C"n fiets waren beperkter en trager. De
plaats aan den Westerdoksdijk was nog
bezwaarlijk te bereiken. En sinds lang zijn
ook deze zwembaden er niet meer. Het laatst
genoemde heeft ruimte moeten maken voor
de jachthaven en is opgeheven, het eerste
Obelt is naar de overzijde van het IJ ver
plaatst en moeilijker te bereiken dan ooi'..
Dan was er nog de zee. Maar vroeger
beteekende een tocht naar Zandvoort een
heele onderneming op drukke, warme
tend. „Ik vind het niets prettig."
„Er is niets geen gevaar. Iedereen is
naar bed, behalve de nachtzuster, en in
die kamer hoor je niets."
„Maar als iemand me hier vond, zou
het een spektakel geven van belang. Ho
ger moet nog thuis komen, ik zag hem
dineeren met dat verpleegstertje".
Haar gezicht vertrok even.
„Dat duurt-nog uren; luister eens, ik
zond je die boodschap, omdat ik je spre
ken moest. Je zoudt vandaag uit eten
gaan met dat schepsel, en ik kon niet
gaan slapen voor ik wist dat je geen
domheid had begaan. Arthur, lieveling,
wat heeft ze gezegd tegen je?"
„O, 't gewone liedje, ze krijgt er hoe
langer hoe meer genoeg van. Ze denkt
dat ik met haar speel. Ze zegt dat ze de
zaak in orde maken moet, dat ze telegra-
feeren moet en dat ze dadelijk een defi
nitief antwoord hebben wil."
„Ja, en wat dan?"
Ze hield hem nog steviger vast.
„Ze heeft voor zich en het meisje ca
bines besproken voor den achtsten en
ze moet de mijne ook bespreken, anders
is deze ingenomen."
„En wat heb je haar gezegd?"
„Ik heb beloofd te gaan."
Haar adem kwam kort en stootend.
„En je beloofde den achtsten te gaan?"
„Er schoot niets anders over. Ik kan
dit niet weggooien. Dat heb ik je altijd
gezegd. Ik kan mij altijd nog terugtrek
ken als er iets gebeurt." Zijn zw ervende
zomerdagen is het traject ook thans overbe
last en door eb en vloed wordt het baden
in zee en het aanleeren van de zwemkunst
moeilijk en gevaarlijk.
Neen, inderdaad, de omstandigheden zijn
den Amsterdammer niet gunstig geweest.
Geleidelijk is er evenwel een keer ten goede
gekomen. De stadgenoot, die iets meer van de
wereld te zien kon krijgen en in de valuta
jaren behoorden bijna alle stadgenooten tot
dit genre ontdekte, tijdens zijn verblijf in
buitenlandsche badplaatsen, dat men daar
minder preutsch was en dat men in de open
lucht baden en zwemmen kon zonder aan
stoot te geven, ja, dat dit aan gene zijde
onzer grenzen dagelijksche kost was. En de
Amsterdammer of Amsterdamsche, zij ston
den daar aan de Zwitsersche meren of aan de
Oost- en Middellandsche Zee een beetje zie
lig toe te zien naar de waterpret, juist als in
hun schooltijd, wanneer zij de vijandschap
van hun mede-scholieren hadden opgewekt en
bij het spel alleen het toekijken hadden. En
zij keerden naar huis terug met het vaste
voornemen om zwemmen te leeren met het
heele gezin. Maar waar?
Ja, waar!
Die drang naar de zwemsport is boven
dien sinds ettelijke jaren aangewakkerd door
de internationale beweging ter bevordering
van een gezonde lichaamsontwikkeling in de
open lucht. Gymnastische oefeningen op het
open veld kwamen in de mode, men prees het
nut der zonnebaden aan, de zeebadplaatsen
werden, dank zij het snellere verkeer, makke
lijker te bereiken en voor iedereen. De be
hoefte aan zwemgelegenheid werd daardoor
te Amsterdam grooter en grooter.
Maar men moest rekening houden met
ons klimaat. Wat heeft men eigenlijk aan
een dure zweminrichting, die alleen op enke'e
mooie zomerdagen bruikbaar is, en aie bo
vendien uiteraard vrij ver van het stadscen
trum moet liggen? Daarom gaf men de voor
keur aan overdekte zwem-inrichtingen, die
ook in den winter gebruikt konden worQen.
Zoo ontstonden allengs het badhuis aan den
Heiligen Weg, het Zuiderbad bij de Ruys-
daelkade, het Sportfondsenbad in de Meer.
Maar hier had men telkens een voor andere
doeleinden gebouwd perceel tot zwembad in
gericht en moeten verbouwen. Tot in het ge
bouw van de Amsterdamsche Maatschappij
voor Jonge Mannen kortweg de A.M.V.J
genoemd, een nieuwe badinrichting ontstond
Dit is een model-inrichting geworden, die bo
vendien precies in het centrum van de stad
gelegen is, en onder leiding staat van uit
nemende instructeurs. Het zwembassin is
ruim, het water op aangename temperatuur
gehouden, er is een enorme reeks ruime cabi
ne en men kan er de zwemkunst leeren van
a tot z. Intusschen had men ook een nieuwe
gelegenheid ontworpen voor het zwemmen in
de open lucht, een gemakkelijke inrichting
aan den Schinkel, waar men voor enkele cen
ten onderduiken kon in zon en wind en water.
De veenbodem was uitgebaggerd en daarna
met een dikke laag zuiver zand bedekt. Toren
en springplanken en talrijke kleedhokjes
zorgden voor vermaak en gerief. Wat wil men
meer?
Helaas, men wil altijd meer. En zoo heeft
de Amsterdamsche gemeenteraad dezer da
gen het besluit genomen om nóg een open
zweminrichting te bouwen en wel bij den Am
stel, daar waar de Zuidelijke Wandelweg zijn
aanvang neemt. Geen zweminrichting echtet
in den Amstel, en van Amstel-water voorzien,
neen, een kunstmatig bassin.
Op zichzelf zou tegen dit plan niets aan
te voeren zijn. Maar, terwijl de stad onder
zooveel dringende nooden gebukt gaat, is
deze kostbare onderneming wel zeer roeke
loos. Kostbaar, want de bouw wordt op één-
en-een-kwart millioen begroot en men mag
dus aannemen, dat er twee-en-een-half mil
lioen mee gemoeid zal zijn. En bovendien
Amsterdam-Zuid heeft reeds zijn Schinkel-
bad. Waarom dan daar? Niet alleen dat er
in den zwemput, dien men graven gaat, een
enorm deel der belastinggelden wordt gestort,
maar men wil den entrée-prijs voor deze bad
inrichting nog zóó laag stellen 2 en 10
cents dat rente en aflossing van het be
stede kapitaal onmogelijk opgebracht kunnen
worden, ja dat er jaarlijks nog heel wat ge'd
voor exploitatie- en onderhoudskosten bijge
stort zal moeten worden.
De put wordt dus, wat het geld betreft,
een bodemlooze put. Juist omdat hij, wat het
water betreft, een stevigen bodem hebben zal.
Het Vechtwater zal in zware betonnen bas
sins opgevangen worden en wij weten hoeveel
kwaad de winter-vorst aan beton kan doen.
Doch dit daargelaten en aangenomen dat de
moderne techniek barsten en breken weet te
voerkomen, hoeveel zomerzondagen zal men
in dit koude Vechtwater kunnen spartelen?,
Natuurlijk, de bouw zou onvoorwaardelijk toe
te juichen zijn als het geld er was. Hoe meer
zweminrichtingen hoe beter! Maar men moet
roeien met de riemen die men heeft en in een
periode van nood en malaise al het noodige
doen om die nood te lenigen! En het bouwen
van zweminrichtingen uitstellen tot betere tij
den! Helaas, onze Amsterdamsche Raad be
staat niet uitsluitend uit vroede vaderen. Die
oogen vestigden zich weer op haar en
lang keken ze elkaar aan. Thérèse beet
zich op de lippen en draaide het hoofd
af.
„Wat heeft Sartorius je gisteren ge
zegd?"
„Niets, hij zegt alleen maar dat de
leeftijd en de algemeene zwakte van den
ouden man tegen hem zijn."
„Daar heb je niet veel aan; ik verwed
er wat om dat hij het haalt en nog tien
of vijftien jaar blijft leven."
Langzaam schudde zij het hoofd en
zag den anderen kant uit. „Neen, dat
doet hij niet, ik heb zoo n gevoel, ik ben
er bijna zeker van dat hij niet blijft le
ven."
„Waarom?" vroeg hij snel.
„Fleurestine, je weet wat ik je vertel
de."
„Klets. Zij zeide alleen dat hij ziek
zou worden, niets van den afloop."
Weer schudde zij het hoofd.
„Ik heb je niet alles verteld. Ze zeide
mij dat hij niet herstellen zou; ze zag
mij in 't zwart."
„Goede hemel! Waarom me dat niet
eerder gezegd?"
Onderzoekend zag ze hein aan. „Maar
Arthur, je gelooft toch niet aan deze
dingen."
„Dat w eet ik niet, heelemaal ongeloo-
vig ben ik ook weer niet. Ik je had mij
dit wel eerder mogen vertellen", zeide
taii on beledigden toon. r-
„Maar mijn beste kerel, dat kon ik
niet. Het leek zoo koud, zoo berekenend.
Dat mocht je toch niet van mij denken;
je zoudt minder van mij gaan houden."
Hij hoorde haar nauwelijks. Er was
een verandering over hem gekomen, hij
was zenuwachtig opgewonden, drentel
de door de kamer, floot zachtjes een
wijsje, knalde met de vingers, nam aller
lei bric-a-brac op en zette het weer neer.
Thérèse wendde geen oog van hem af,
in haar oogen was groeiende argwaan.
Eindelijk zeide zij: „Arthur, kom eens
bij me."
Hij naderde haar werktuigelijk, ge
heel verdiept in zijn gedachten. „Neen,
nog dichter bij, ik moet je eens aankij
ken".
Onverschillig ontmoetten zijn oogen
de hare, door haar heen zag hij een visi
oen.
„Je denkt alléén maar om het geld,
Arthur, die gedachte maakt je gelukkig.
Is het niet zoo?"
Hij lachte gedwongen. „Goede hemel,
waarom denk je dat?"
„Door je manier van doen, om mij
denk je heelemaal niet. Arthur, als ik
moest denken dat je niet meer om me
geeft
„Lieve hemel, hoe kom je er bij?" zei
de hij knorrig. „Waarom roer je altijd
datzelfde onderwerp aan? Natuurlijk
geef 'k om je."
,(U'ordt vervolg#A