Jllkiaarsche Courait. DE VERLOREN INJECTIENAALD. □□□□□□DBööDn FEUILLETON. VIR.GINIA HiMdtrd twtd n dertigste Jaargang. Zaterdag 1*» October Radio-hoekje Qegarandeerd heer en hoe verwend jullie ook zijn mogen,de heerlijke smaak en prachtkwaliteit van Chief Whip brengen je absoluut in verbazing—en dan de zuiverheid is voor 100gewaarborgd l DE BESTE VOOR UW GEZONDHEID! Brieven uit de Hoofdstad. Mo. 246 1930. Zondag 19 October. Hilversum, 298 M. 9.V.A.R.A. Postdui- renberichten. 9.05 V.A.R.A. Gramofoonpl. 9.15 V..AR.i.. Esperantober. 9.30 V.A.R.A. Tuinbouwhalfuurtje door S. S. Lantinga. 10.30 V.P.R.O. Dienst in het Gebouw van den Ned. Protestantenbond te Bussum. 12. 12.30 A-V.R.O. Dr. A. H. Cornette: Vlaam- sche schilders. 12.30—2.A.V.R.O. Concert door het A.V.R.O.-Octet onder leiding van L. Schmidt. B. Lensky, viool. 2.2.30 A.V.R.O. Boekenhalfuurtje. 2.304.Aansluiting v. het Concertgebouw te Amsterdam. Het Con certgebouw-orkest onder leiding van Pierre Monteux. L. Zimmermann viool. K. Loeven- sohn, cello. 4 4.30 A.V.R.O. Gramofoonpl. 4.30—5.Dansmuziek, gramofoonplaten. 5.10 V.A.R.A. Gramofoonplaten. 5.15 V. A. ,R A. Concert door het V.A.R.A.-Orkest on der leiding van Hugo de Groot. Huizen, 1875 M. (K. R. O. uitzending, be halve om 9.50 en 5.50 N.C.R.V.) 8.30—9 30 Morgenwijding. 9.50 Dienst in de Evangel. Oem. te Amsterdam. Ds. P. van Vliet, voor ganger. 12.12.15 Toespraak door Pastoor Perquin. 12.151.30 Concert door het K R. O.-sextet. 1.302.Godsdienstonderricht. 2.2.30 Literaire causerie door P. Kasteel 2-30—4.30 Concert door het K. R. O. Salon orkest. Populaire muziek. 4.305.Zieken- halfuurtje. 5.50 Dienst in de Evang. Luth. kerk te Weesp. Voorganger: Ds. K. H. Wal- lien. 7.45 Lezing. P. C. de Brouwer: Symbo liek en kerkbouw. 8 10 Concert. Het K. R. O.- orkest onder leiding van Joh. Gerritsen. 9.30 Nieuwsberichten. 10.40—11.K. R. O. Epi loog. Klein koor o .1. v Jos. H. Pickkers. Daventry, 1554.4 M. 3.20 Kerkcantate No. 130 van Bach. 4.05 Uitz. voor kinderen. 4.20 Lezing. 4.35 Concert. Militair Orkest, F. Titterton, tenor. 5.35 Liederen-voordracht door Elena Gerhardt. 6.05 Lezing. 6.50 Kerkdienst. 8.20 Kerkdienst. 9.05 Lezing. 9.10 Berichten. 9.25 Concert. Orkest. D. Cowen, alt. 10.50 Epiloog. Parijs Radio-Paris1725 M. 12.50 Ge wijde muziek. 1.20 Gramoioonpl. 2.20 Gra mofoonplaten. 4.50 Gramofoonplaten. 5.50 Concert. Orkest en solisten. 7.50 Circus Raio- Paris. 8.20 Concert. 9.05 Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Concert. 7.207.50 Gramofoonpl. 8.209.20 Mor genwijding. 10.4511.20 Gramofoonplaten. 12 20—1.20 Orkestconcert 2.40—3.05 Cem balo-recital. 3.505.20 Concert. Vocaal kwartet. 7.20 Orkestconcert. Daarna tot 11.20: Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.20-12.20 Orkest- concert 1.50—2.20 Kinderuurtje. 2.204.20 Orkestconcert en piano-soli. 7.207.35 „Fa- milien Hansen" van Jens Locher. 7.35 8.55 Orkestconcert en zang. 9.2010.10 Or kest en solistenconcert. 10.1011.50 Dans muziek. Brussel, 508-5 M. 3.50 Zang-comcours. 5.20 Gramofoonpl. 6.20 Vervolg zangcon cours. 6.50 Gramofoonplaten. 8.35 Orgelcon cert. 8.35 Kwartet. 9.20 Vervolg orgelcon eert. 9.35 Dansmuziek. Maandag 20 October. Hilversum, 298 M. (Algemeen programma, te verzorgen door de V.A R.A.) 8.Gramo foonplaten. 10.(V.P.R.O.) Morgenwijding. 10.15 V.A.R.A. Voordracht door Joh. Mole naar. 10.30 Voordracht en V.A.R.A.-Septet. 1130 Concert door het V.A.R.A.-Septet. 12.Concert door het V.A.R.A.-orkest o. 1. v. Hugo de Groot. 2.15 Orgelconcert door Joh. Jong. 2.45 F. Hulleman leest uit eigen werk. 3.30 Solistenconcert, orgel en viool. 4.30 Kindervertellingen. 5.— Concert door't V. A. R. A.-Orkest o. 1. v. Hugo de Groot en Mandoline-ensemble. 6.Is. Santeroos: Brandbeveiliging. 6.15 Vervolg concert. 7.30 H. J. Jacobs: Keuringsdiensten van waren 8.Is. Goudsmit spreekt over den Alg. Bond v. Arb. in het Bakkers- en Choc. en suikerbedrijf. 8.15 Concert Noord- en Zuid- Duitsche muziek door het Utrechtsch Stedelijk orkest onder leiding van E. Cornelis. A. Bouwmeester, voordracht. 10.45 Persber. 11.12.Gramofoonmuziek. Huizen, 1875 M. (N.C.R.V.-uitzending) 8.159.30 Gramofoonplaten. 10.3011. Korte Ziekendienst. 11.11.30 Lezen van Chr. lectuur. 11.3012.30 Gramofoonplaten. 12.30-—1.30 Orgelconcert door J. Zwart. 1.30 5.30 Aansluiting van het Concertgebouw te Amsterdam. Feestverg. ter gelegenheid v. Van ALICE CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door J. E. DE B K. 36) Misschien had de champagne hem zoo dorstig gemaakt. Zijn flesch mineraal water was leeg en hij besloot om in de keukenregionen een andere te gaan ha len. Hij wist, dat het mineraalwater ge borgen werd in een kleine kast naast de wijnkelder. Heel stil, om niemand te storen, daalde hij de achtertrap af. Met een beetje zoeken vond hij het verlang de. Maar hoe de metalen sluiting te ver wijderen? Waar was het instrument er voor? Natuurlijk in het buffet. De eetka merdeur maakte geen leven, bij de mes sen vond hij het dingetje en na het me taal te hebben afgetrokken, ging hij den zelfden weg terug. Op eens stond hij stil om te luisteren en tuurde naar de salon deur. Had hij hooren fluisteren? Zoowat een halve minuut stond hij als vastgena geld, een en al oor om een herhaling van het gehoorde geluid te vernemen. Het was zoo zacht geweest, misschien had hij zich vergist, ja, daar was het weer, een gesmoord, sissend gefluister. Toen hij zeker van zijn zaak was, hoorde hij een ljcht doch scherp gekners alsof er h. 50-jarig' bestaan der Vrije Universiteit Orgelmuziek en rede van prof. Dr. H. H. Kuyper. 5.306.30 Solistenconcert, sopraan, viool en piano. 6.307.Lezing: W. J. van Schelven: Pluimveeteelt 7.Dr P. Stegen- ga: Chr. Philosophische cursus. 8.— Kerk- avend in het Geb. v. d. Herst. Evang. Luth.- Gemeente. Jongenskoor en J. Zwart, orgel. Rede van Dr. M. J. A. Schweitzer en Ds. C. J. de Vrijer. 9.30 Nieuwsberichten. 9.40 11.30 Concert. Chr. Fanfarecorps „Patrimo nium". Daventry, 1554-4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door E. T. Cook. Y. Morris, cello. 1.35 Orkestconcert. 2.20 Berichten. 2.30 Uitz. voor scholen. 3.40 Dansmuziek. 4.35 Concert. S. Scanes, so praan. Trio. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Berichten. 6.55 Koersen. 7.Liederen door Frank Phillips. 7.20—7.40 Lezing. 7.45 8.05 Vaudeville. 9.20 Berichten. 9.35 Koer sen. 9.40 Lezing. 10.Concert. Orkest. H. Williams, bariton. V. HelyHutchinson, piano. 11.20 Dansmuzike. 11.35—12 20 Dansmuziek. Parijs „Radic-Paris", 1725 M. 12.50— 2.20 Gramofoonplaten. 4.05 Orkestconcert. 8.20 Tooneeluitz en solistenconcert. Kwartet. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo foonpl. 9.3510.15 Gramofoonpl. 11.30 Gra mofoonplaten. 12.251.50 Orkestconcert 4.505.50 Gramofoonpl. 7.209.20 Orkest concert. Intermezzo: 8.20—8.55 „Zeit zu Zeit". Koorwerk van Hermann Erdlen Na afloop tot 11.20: Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 1153 M. 11.20— 1.20 Orkestconcert. 2.554.55 Orkestconcert en voordracht. 7.207.50 Orkestccncert. 7.50 —8.50 Zang en voordracht. 850—9.20 Piano-recital door Mary Barratt Due. 9.40 10.20 Orkestconcert. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Concert. 8.35 Concert. Orkest, zang en flui tist. PUZZLEN. Onze Tweede Octoberopgave. Een letterdeelsom. Deze puzzle heeft ons een zeer groot aantal oplossingen gebracht. Men zoekt nu eenmaal graag naar dergelijke op gaven. Wij laten de goede oplossing hieronder volgen: 1-213445 647348940 533 6067225 4062644 3640335 4223090 3640335 58*2755 Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der Oc- toberserie). Een goede bekende in een nieuwe variant. Men ziet hieronder het bekende vier kant verdeeld in '25 kleinere vierkantjes. In deze vakjes moeten de getallen van 1 tot 25 geplaatst worden, zoo dat de som op alle verticale, horizontale en de twee diagonale rijen steeds 65 is. Maar en nu komt de beperkende voorwaarde, die deze opgave zoo moeilijk maakt. In de vakken met 'n vierkantje aangegeven (negen n aantal) mogen alleen geplaatst worden ondeelbare getallen. Dat zijn van de serie van 1 tot 25, dus de getallen 1, 2, 3, 5, 7, 11,13,17, 19 en 23. Negen van deze tien getallen moeten dus voorko men in de met een vierkantje aange geven vakken. -r- Deze opgave zal heel wat eischen van het geduld van onze puzzelaars. Ple zierige arbeid zij allen toegewenscht. Oplossingen liefst zoo spoedig moge lijk doch uiterlijk tot Vrijdag 24 Octo ber 12 uur aan den Puzzle Redacteur van de Alkmaarsche Courant. iets op den grond viel, toen een gesmoor de, korte vloek, voortgebracht door eea mannenstem. Aan niets anders dan aan inbrekers denkende, trok hij de salon deur wijd open en dacht er geen oogen blik aan dat hij ongewapend was. Het was er geheel donker en het dichtst bij- zijnde electrische knopje omdraaiende, liet hij de kamer baden in een zee van licht. HOOFDSTUK 18. Ongeveer een uur vroeger had Arthur het Restaurant des Ambassadeurs met gefronsd voorhoofd verlaten en was in zijn auto naar la Californie gegaan. Hij- vond villa Firenze in duisternis. Hij liet zijn auto om den hoek van den weg staan en liep dwars door het grasveld naar het terras bij het salon. Dadelijk werd de deur zacht geopend. Thérèse stak de arm naar buiten en trok hem de kamer in. „Ik dacht dat je nooit kwam", zeide ze een beetje knorrig, met haar ge heele lichaam tegen hem aanleunende. Onverschillig zijn armen om haar heenslaande, waarden zijn oogen ruste- lóós door de kamer. In het ruime ver trek brandde maar één lamp, die een roodachtig schijnsel wierp over de met satijn bekleedde chaise longue en een klein tafeltje, geladen met illustraties. „Allemachtig onverstandig om me hier binnen te loodsen", bromde hij, zorgvul dig de zware gordijnen over elkaar slui CHIEF WHIP Alle eendjes zwemmen in het water. Sijmen betaalt. De belasting betaler ontkleed tot op zijn bad pak. Een jrisch Raadsbesluit. Hoe vreemd het den vreemdeling ook schij nen mag, de Amsterdammer is niet bijzonder vertrouwd met het element, waaruit zijn stad verrezen en waardoor zij tot bloei gekomen is, d.w.z. met het water. Hij weet het te beva ren en hij weet het te drinken, hij verstaat uit nemend de kunst om de kanalen dienstbaar te maken aan zijn negotie en de duinen aan de drinkwatervoorziening, maar toch, persoon lijk vertrouwd met het water is hij niet en als hij er in tuimelt, welnu, dat verdacht hij. Er zijn Amsterdamsche schippers, die van jongsaf hun schuiten door de grachten ge boomd en geroeid hebben, die met hun tjalk door alle Hollandsche vaarten zijn gegaan en die toch hulpeloos zotfden staan als een van hun kinderen buiten handreiking over boord viel. Hoe dit komt? Het is nogal eenvoudig. Amsterdam heeft wel een overvloed van wa ter, maar geen zwemwater. Hoe mooi de grachten ook zijn, niemand zal zich daarin willen verfrisschen en Amstel en IJ hebben eveneens hun bezwaren. Voorheen, aleer het rijwiel in de mode kwam, was het vrij lang tippelen vóór men den buiten-Amstel, die wer kelijk „buiten" was, bereikt had. Daar waak te echter het oog des rijksveldwachters, die streng optrad tegen alle pogingen om zich in het openbaar te ontkleeden. Een strenge, zeer strenge zedelijkheids-opvatting werkte mèt gebrek aan frisch en zuiver water mee, om den zwemlust tegen te gaan. En ook het IJ- water was niet bijzonder verlokkend. Het was brak en de zweminrichting van ObeL, bij het oostelijk viaduct, bracht lang niet de verwe zenlijking van een ideaal. Bovendien, zij lag aan den noordelijken rand van de stad, en al was die stad veertig jaar geleden niet zoo uitgestrekt als nu, de verkeersmiddelen het paardetrammetje, géén electrische, géén auto, C"n fiets waren beperkter en trager. De plaats aan den Westerdoksdijk was nog bezwaarlijk te bereiken. En sinds lang zijn ook deze zwembaden er niet meer. Het laatst genoemde heeft ruimte moeten maken voor de jachthaven en is opgeheven, het eerste Obelt is naar de overzijde van het IJ ver plaatst en moeilijker te bereiken dan ooi'.. Dan was er nog de zee. Maar vroeger beteekende een tocht naar Zandvoort een heele onderneming op drukke, warme tend. „Ik vind het niets prettig." „Er is niets geen gevaar. Iedereen is naar bed, behalve de nachtzuster, en in die kamer hoor je niets." „Maar als iemand me hier vond, zou het een spektakel geven van belang. Ho ger moet nog thuis komen, ik zag hem dineeren met dat verpleegstertje". Haar gezicht vertrok even. „Dat duurt-nog uren; luister eens, ik zond je die boodschap, omdat ik je spre ken moest. Je zoudt vandaag uit eten gaan met dat schepsel, en ik kon niet gaan slapen voor ik wist dat je geen domheid had begaan. Arthur, lieveling, wat heeft ze gezegd tegen je?" „O, 't gewone liedje, ze krijgt er hoe langer hoe meer genoeg van. Ze denkt dat ik met haar speel. Ze zegt dat ze de zaak in orde maken moet, dat ze telegra- feeren moet en dat ze dadelijk een defi nitief antwoord hebben wil." „Ja, en wat dan?" Ze hield hem nog steviger vast. „Ze heeft voor zich en het meisje ca bines besproken voor den achtsten en ze moet de mijne ook bespreken, anders is deze ingenomen." „En wat heb je haar gezegd?" „Ik heb beloofd te gaan." Haar adem kwam kort en stootend. „En je beloofde den achtsten te gaan?" „Er schoot niets anders over. Ik kan dit niet weggooien. Dat heb ik je altijd gezegd. Ik kan mij altijd nog terugtrek ken als er iets gebeurt." Zijn zw ervende zomerdagen is het traject ook thans overbe last en door eb en vloed wordt het baden in zee en het aanleeren van de zwemkunst moeilijk en gevaarlijk. Neen, inderdaad, de omstandigheden zijn den Amsterdammer niet gunstig geweest. Geleidelijk is er evenwel een keer ten goede gekomen. De stadgenoot, die iets meer van de wereld te zien kon krijgen en in de valuta jaren behoorden bijna alle stadgenooten tot dit genre ontdekte, tijdens zijn verblijf in buitenlandsche badplaatsen, dat men daar minder preutsch was en dat men in de open lucht baden en zwemmen kon zonder aan stoot te geven, ja, dat dit aan gene zijde onzer grenzen dagelijksche kost was. En de Amsterdammer of Amsterdamsche, zij ston den daar aan de Zwitsersche meren of aan de Oost- en Middellandsche Zee een beetje zie lig toe te zien naar de waterpret, juist als in hun schooltijd, wanneer zij de vijandschap van hun mede-scholieren hadden opgewekt en bij het spel alleen het toekijken hadden. En zij keerden naar huis terug met het vaste voornemen om zwemmen te leeren met het heele gezin. Maar waar? Ja, waar! Die drang naar de zwemsport is boven dien sinds ettelijke jaren aangewakkerd door de internationale beweging ter bevordering van een gezonde lichaamsontwikkeling in de open lucht. Gymnastische oefeningen op het open veld kwamen in de mode, men prees het nut der zonnebaden aan, de zeebadplaatsen werden, dank zij het snellere verkeer, makke lijker te bereiken en voor iedereen. De be hoefte aan zwemgelegenheid werd daardoor te Amsterdam grooter en grooter. Maar men moest rekening houden met ons klimaat. Wat heeft men eigenlijk aan een dure zweminrichting, die alleen op enke'e mooie zomerdagen bruikbaar is, en aie bo vendien uiteraard vrij ver van het stadscen trum moet liggen? Daarom gaf men de voor keur aan overdekte zwem-inrichtingen, die ook in den winter gebruikt konden worQen. Zoo ontstonden allengs het badhuis aan den Heiligen Weg, het Zuiderbad bij de Ruys- daelkade, het Sportfondsenbad in de Meer. Maar hier had men telkens een voor andere doeleinden gebouwd perceel tot zwembad in gericht en moeten verbouwen. Tot in het ge bouw van de Amsterdamsche Maatschappij voor Jonge Mannen kortweg de A.M.V.J genoemd, een nieuwe badinrichting ontstond Dit is een model-inrichting geworden, die bo vendien precies in het centrum van de stad gelegen is, en onder leiding staat van uit nemende instructeurs. Het zwembassin is ruim, het water op aangename temperatuur gehouden, er is een enorme reeks ruime cabi ne en men kan er de zwemkunst leeren van a tot z. Intusschen had men ook een nieuwe gelegenheid ontworpen voor het zwemmen in de open lucht, een gemakkelijke inrichting aan den Schinkel, waar men voor enkele cen ten onderduiken kon in zon en wind en water. De veenbodem was uitgebaggerd en daarna met een dikke laag zuiver zand bedekt. Toren en springplanken en talrijke kleedhokjes zorgden voor vermaak en gerief. Wat wil men meer? Helaas, men wil altijd meer. En zoo heeft de Amsterdamsche gemeenteraad dezer da gen het besluit genomen om nóg een open zweminrichting te bouwen en wel bij den Am stel, daar waar de Zuidelijke Wandelweg zijn aanvang neemt. Geen zweminrichting echtet in den Amstel, en van Amstel-water voorzien, neen, een kunstmatig bassin. Op zichzelf zou tegen dit plan niets aan te voeren zijn. Maar, terwijl de stad onder zooveel dringende nooden gebukt gaat, is deze kostbare onderneming wel zeer roeke loos. Kostbaar, want de bouw wordt op één- en-een-kwart millioen begroot en men mag dus aannemen, dat er twee-en-een-half mil lioen mee gemoeid zal zijn. En bovendien Amsterdam-Zuid heeft reeds zijn Schinkel- bad. Waarom dan daar? Niet alleen dat er in den zwemput, dien men graven gaat, een enorm deel der belastinggelden wordt gestort, maar men wil den entrée-prijs voor deze bad inrichting nog zóó laag stellen 2 en 10 cents dat rente en aflossing van het be stede kapitaal onmogelijk opgebracht kunnen worden, ja dat er jaarlijks nog heel wat ge'd voor exploitatie- en onderhoudskosten bijge stort zal moeten worden. De put wordt dus, wat het geld betreft, een bodemlooze put. Juist omdat hij, wat het water betreft, een stevigen bodem hebben zal. Het Vechtwater zal in zware betonnen bas sins opgevangen worden en wij weten hoeveel kwaad de winter-vorst aan beton kan doen. Doch dit daargelaten en aangenomen dat de moderne techniek barsten en breken weet te voerkomen, hoeveel zomerzondagen zal men in dit koude Vechtwater kunnen spartelen?, Natuurlijk, de bouw zou onvoorwaardelijk toe te juichen zijn als het geld er was. Hoe meer zweminrichtingen hoe beter! Maar men moet roeien met de riemen die men heeft en in een periode van nood en malaise al het noodige doen om die nood te lenigen! En het bouwen van zweminrichtingen uitstellen tot betere tij den! Helaas, onze Amsterdamsche Raad be staat niet uitsluitend uit vroede vaderen. Die oogen vestigden zich weer op haar en lang keken ze elkaar aan. Thérèse beet zich op de lippen en draaide het hoofd af. „Wat heeft Sartorius je gisteren ge zegd?" „Niets, hij zegt alleen maar dat de leeftijd en de algemeene zwakte van den ouden man tegen hem zijn." „Daar heb je niet veel aan; ik verwed er wat om dat hij het haalt en nog tien of vijftien jaar blijft leven." Langzaam schudde zij het hoofd en zag den anderen kant uit. „Neen, dat doet hij niet, ik heb zoo n gevoel, ik ben er bijna zeker van dat hij niet blijft le ven." „Waarom?" vroeg hij snel. „Fleurestine, je weet wat ik je vertel de." „Klets. Zij zeide alleen dat hij ziek zou worden, niets van den afloop." Weer schudde zij het hoofd. „Ik heb je niet alles verteld. Ze zeide mij dat hij niet herstellen zou; ze zag mij in 't zwart." „Goede hemel! Waarom me dat niet eerder gezegd?" Onderzoekend zag ze hein aan. „Maar Arthur, je gelooft toch niet aan deze dingen." „Dat w eet ik niet, heelemaal ongeloo- vig ben ik ook weer niet. Ik je had mij dit wel eerder mogen vertellen", zeide taii on beledigden toon. r- „Maar mijn beste kerel, dat kon ik niet. Het leek zoo koud, zoo berekenend. Dat mocht je toch niet van mij denken; je zoudt minder van mij gaan houden." Hij hoorde haar nauwelijks. Er was een verandering over hem gekomen, hij was zenuwachtig opgewonden, drentel de door de kamer, floot zachtjes een wijsje, knalde met de vingers, nam aller lei bric-a-brac op en zette het weer neer. Thérèse wendde geen oog van hem af, in haar oogen was groeiende argwaan. Eindelijk zeide zij: „Arthur, kom eens bij me." Hij naderde haar werktuigelijk, ge heel verdiept in zijn gedachten. „Neen, nog dichter bij, ik moet je eens aankij ken". Onverschillig ontmoetten zijn oogen de hare, door haar heen zag hij een visi oen. „Je denkt alléén maar om het geld, Arthur, die gedachte maakt je gelukkig. Is het niet zoo?" Hij lachte gedwongen. „Goede hemel, waarom denk je dat?" „Door je manier van doen, om mij denk je heelemaal niet. Arthur, als ik moest denken dat je niet meer om me geeft „Lieve hemel, hoe kom je er bij?" zei de hij knorrig. „Waarom roer je altijd datzelfde onderwerp aan? Natuurlijk geef 'k om je." ,(U'ordt vervolg#A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5