Vrouwenhanden
De mijnramp te Alsdorf.
ütastlit Cnriil.
Het aantal dooden stijgt nog voortdurend.
Verlammende onzekerheid.
f HtiUerd twee en dertigste Jaargang.
Donderdag 23 «ctober.
a/tijd mooPdoor
Luchtvaart
Binnenland
g*. 250 1930
Overal hulpacties.
Gistermiddag reeds was de Alsdorfsche
Gemeenteraad bijeengekomen om te beraad
slagen over de financiering van de eerste
hulpverleening aan de betrekkingen van de
slachtoffers van de mijnramp. Intusschen
worden van particuliere zijde alom inzame
lingen gehouden om hulp te schaffen. De
Elaatselijke bladen organiseeren eveneens
ulpacties en leggen steunlijsten ter teeke-
nin hunne lokaliteiten gereed. Zoo heeft
ijst bij de uitgeversfirma Dumont—
Schauberg te Keulen reeds een bedrag van
41.000 Mark opgebracht. Het district Aken
heeft 20.000 Rijksmark beschikbaar gesteld.
Het Bestuur van de Vereeniging van Ge
meenteraadsleden der Centrum Partij geeft
;een oproep uit, waarin verklaard wordt, dat
een snelle hulpactie absoluut noodzakelijk
was. Aan alle gemeenten wordt geadviseerd
zoo spoedig mogelijk een hulpactie aan te
vangen.
De deelneming van Koning
h George.
De Engelsche Ambassadeur te Berlijn Sir
Horace Rumbold heeft gister een bezoek
gebracht aan den President der Republiek
Von Hindenburg en hem in opdracht van
denKoning van Engeland zijn deelneming
betuigd met het vreeselijke mijnongeluk te
Alsdorf.
231 dooden.
Eerst gisterenmiddag is de directie van de
Annagroeve, waar de vreeselijke mijnramp
heeft plaats gehad, in staat geweest zich een
eenigszins duidelijk beeld te vormen van de
vreeselijke gevolgen der catastrophe.
Er hebben 231 mijnwerkers en andere em-
Eloyés den dood gevonden. Onder de puin-
oopen van het directiegebouw en den lift-
toren liggen zeer waarschijnlijk nog eenige
lijken. Van de 96 zwaargewonden en zieken
worstelen er verscheidene met den dood. Se
dert jaren zijn bij mijnongelukken zooveel
slachtoffers niet voorgekomen. Men herin
nert zich te Alsdorf nog de laatste groote
ramp, die in 1927 plaats had en 67 dooden
eischte. De ramp van thans kent in haar ge
volgen echter haar weerga niet. Tallooze ge
zinnen missen eensklaps hun kostwinner en
vele ouders hun ondersteunenden zoon. De
hijschkooi gaat op en neer en voert steeds
nieuwe lijken aan va narbeiders die door
het gesteente bedolven of door het mijngas
vergiftigd werden. In lange rijen worden de
dooden tusschen het frissche dennengroen in
de groote rouwhalle opgebaard.
Het onderzoek naar de oorzaak.
Het ongevallencomité van de Veiligheids-
commissie voor de mijnen te Bonn deelt me
de':
"De ongevallencommissie is op 22 October
jn gezelschap van een aantal deskundigen
afgedaald in de groeve Anna II. In aanslui
ting hierop werden verschillende verhooren
afgenomen, waarop langdurige beraadsla
gingen volgden. De oorzaak van het ongeluk
is nog niet opgehelderd. Vast staat, dat de
springstofvoorraden op de verschillende ver
diepingen in orde zijn bevonden.
De aanvankelijk als oorzaak van het on
geluk aangenomen dynamietontploffing kan
dus buiten beschouwing worden gelaten,
voor wat betreft de oorzaak van de ramp.
Voor zoover'kan worden nagegaan is ook op
den dag van de catastrophe geen springstof
transport naar de mijn gezonden. Bij den
tocht in de groeve werden geen teekenen
waargenomen, die op een ontploffing van
koolstof zouden kunnen wijzen. De tochten
en onderzoekingen worden op 23 October
voortgezet. Tot dusverre werden geborgen
203 dooden, in het ziekenhuis bevinden zich
96 gewonden en vermist zijn voor zoover
thans bekend is, 23 man. Vanmiddag zijn
nog 3 man levend geborgen. Het bergings
werk wordt met alle kracht voortgezet.
Te middernacht 237 lijken gebor-
Volgens opgaven van de tusschen 11 en 12
uur gisteravond uitgerukte reddingsman
schappen, zijn behalve de reeds naar buiten
gebrachte 222 dooden nog 15 lijken gevon
den, welke gereed liggen om naar boven ge
bracht te worden.
Afdeeling 10 van de 460 meter zone is
nog niet geheel opgeruimd, voorloopig is
nog niet bekend of hier nog mijnwerkers be
dolven liggen.
Het juiste aantal dooden kan nog steeds
niet worden opgegeven.
Om een uur 't nachts 248 dooden
geborgen.
Daar de reddingscolonnes zich thans toe^
gang verschaft hebben tot alle gangen, is
men er in geslaagd om tot 1 uur in den at-
geloopen nacht 248 dooden te bergen, waar
na de bergings- en ruimingswerkzaamheden
voor eenige uren gestaakt werden.
Van deze dooden zijn 19 omgekomen bij
het instorten van den toren en van het di
rectiegebouw, 4 zijn in het ziekenhuis gestor
ven en 225 werden dood uit de schacht ge
haald. Of er nog mijnwerkers in den schacht
zijn kan nog niet worden vastgesteld, aan
gezien van de 225 geborgen dooden slechts
60 konden worden geïdentificeerd.
Op de plaats des onheils.
De redacteur Onder de Menschen van de
N.R.Crt. telefoneerde Woensdagmiddag uit
Alsdorf
In den vroegen, kil-grauwen morgen over
bet Wormbekken rept weer of nog altijd
onvervaard de eindelooze stoet van auto s
motors, fietsen, van propvolle trams en bus
sen met toeristen voort naar waar de van
herfstig geboomte omringde mijn Wilhelm
vefgruizeld ligt onder den zwart gepp.leten
grond met het puin van ingestorte gebou
wen. En overal, waar de files even vastloo-
pen, openen menschen haastig de portieren
en vragen naar de cijfers, alsof het een re
kensom was. Hoeveel dood, hoeveel gewond,
hoeveel nog opgesloten en vermist? Maar
nog altijd kan niemand deze vragen met
juistheid beantwoorden omdat telkens
weer gewonden, dooden, boven gehaald wor
den ook uit puin, boven den grond, omdat
wie zooeven als gewond stonden ingeschre
ven, reeds weer tot de dooden behooren.
Hier en daar in een notabel huis van het
dorp hangt halfstok de zwart-rood-gele vlag
uit. Zoo waait ze ook van hooge masten aan
den toegang van het vernielde bedrijf, en
verder op, op de uitstekende bouwsels van
de zustermijnen, waar alles regelmatig
voortarbeidt, waar de morgenploegen zoo
even weer plichtmatig zijn afgedaald in de
schachten. yCerkvolk is overal naarstig bezig
de herstellingen aan ramen, deuren, daken,
en ook in de ontstellende ruïne ordenen
ze verder. Heele treinen rijden er voor, brok
ken metselwerk worden er ingekanteld, en
vlug weggevoerd.
Ik zie de gehoorzame kudde mijnwerkers
kinderen al weer de scholen binnengaan.
Langs alle landwegen stappen de groepen
menschen uit den omtrek aan. Tot een dicht
gedrang rondom de hekken van de mijn
waar de politie weer handen vol werk heeft
om de menigte achter de touwen, de gespan
nen staaldraden, de neergelaten slagboo-
men van de spoorlijnen te houden.
Rood en zwarte ambulancewagens met een
groen kruis maken haastig ruim baan. Hier
en daar, tusschen twee gehelmde redders, zie
ik de uitgeputte gestalte van een, die zoo
juist boven gebracht is, slap leunende, de
oogen bleek in het koolzwarte gezicht, waar
wat bloed aankleeft. Een drager vertelt: van
nacht waren er totaal 138 dooden gevonden,
van de 20 dooden boven den grond heeft
men nog niet alle lijken kunnen bergen.
En zij werken en ruimen verder met stug
ge kracht; tot hoog in de lichtmasten en de
leidingen balanceeren monteurs langs de
lucht. Vrachtauto's voeren dakpannen, stee
nen, kozijnen aan, alles snel en prompt van
rustig Duitsche organisatie. En in hun ge
schonden woningen zien de donkere mijn
werkersvrouwen, zien kinderen uit door de
gebroken vensters naar die verbijsterende
drukte die daar voorttrekt om hun rampza
ligheid aan te zien.
Hoog op de cokesoven van de zustermijn
staat de klok nog stil op het noodlotsuur
van gistermorgen half acht.
Maar nu ontstaat er in die drommen als
een stomme paniek, waarbij 't grauwe, mce-
verwaakte en verwezen volk van de mijnen
zich haastig afscheidt van al die vreemde
lingen, want achter het raam van een Wirt-
schaft worden biljetten aangeplakt met na
men van „bis her geborgen Toten, so weit
festgestellt wurde. Betriebsführer, Vorsteiger
so und soen dan volgen de telkens
aangevulde namenreeksen van gewonden in
het Knappschaftskrankenhaus. Terwijl ik er
bij sta, zijn er 89 genoemd met naam, voor
naam en nummer en de makkers, vrouwen,
zij spellen het en zwijgen gelaten. Maar voor
den ingang van de kantoren der mijn Anna
I, door enorme voortsmokende schoorstee-
nen geflankeerd, is de breede Hoofdstraat
aichtgevloeid van meest alles volk uit de
mijnen, waar zelfs de overmoedig ronkende
auto's in vastloopen.
Wij komen op de binnenplaats, die op een
legerkamp gelijkt, met een menigte ambu
lance-wagens, die alle Roode Kruisvaantjes
voeren en daaromheen de drommen der
brancardiers en verplegers. Bovenop den
schachttoren zien wij de zwarte rouwvlag
gen breed uitwaaien. En nu gaan wij voort
over het emplacement, voorbij stapels mijn-
hout, bergen cokes, stappen over rails en
wissels, uitwijkend vcor de kolentreintjes.
Daar staat een gelid donkerbruine dood
kisten gereed langs den weg, allemaal met
hetzelfde glimmende lofwerk, allemaal met
hetzelfde inschrift, Ruhe sanft.
Een eind verder in een sombere groote
werkhal liggen de arme kerels op baren:
eindeloos lange tafelschragen, bedekt met
grauw papier, de jonge en de oude mak
kers, dicht tegen elkander aan in hun lange
witte doodshemden, waarin de borst met
wat fijne plooitjes en een zijden strikje ge
tooid 'is. Door de besmookte bovenramen
schijnt de zon in een bundel over hun ten
deele vredige, als slapende gezichten, die
van anderen zijn in verband gewikkeld,
de handen gevouwen op de borst, de voeten
bloot in eindelooze paren naast elkander.
Achter hen worden palmboomen neergezet,
er zijn kisten en attributen voor het inrich
ten van een rouwkapel, en een paar kame
raden gaan ongestoord voort te hameren op
een grooten ijzeren ketel, dien zij blijkbaar
moeten repareeren.
Familieleden, trouwe vrienden, gaan er
schuw en verlegen langs om ze te herkennen.
Dan wordt de naam op een papiertje op hun
knieën gelegd en een waker zegt: De mees
ten gestikt, sommigen met brandwonden
„ja, das ist unser Beruf jetzt" en op het
hout van het deurkozijn worden ze met krijt
afgeturfd tot reeds ruim 80 in deze eene
werkplaats.
Maar in die sombere, schemerdonkere hal,
waar de lift boven komt uit de aangrenzen
de mijn Anna, die met de Wilhelm verbin
ding heeft, daar klinken de dompe belsei-
nen voort, uit het zwarte gat brengen de
brancardiers er telkens nog weer een paar
boven. Dan buigt de pastoor over hen heen
I en geeft de genademiddelen mee. Een die nog
leefde, sterft onder het leggen op de draag
baar. En als we dan weer buiten komen, in
den schrijnenden zonneschijn zien wij hoe al
maar opvolgende edities van Duitsche bla
den uitgevent worden. En dat de autostoet
voorttrekt, en dat de ambtenaar weer ver
schijnt om namen af te roepen en dat vrou
wen, zoo tragisch als Vincent van Gogh ze
geschilderd heeft, hun waanzin op hun
krampende vingertoppen tot bloedens verbij
ten.
Daarachter een bonte bioscooppui met
kleurige plakkaten voor Pat und Patachon.
En een Schupo, die er het verkeer regelt,
roept zijn collega toe: „Wie eine Grosstadt".
Reeds 250 dooden geborgen.
Hedenmorgen vroeg is men weer met alle
ten dienste staande middelen aan het red
dingswerk getogen, in totaal zijn thans
ruim 250 dooden geborgen. Twee lijken wer
den hedenmorgen onder de resten van den
ingestorten schachttoren gevonden. Men ge
looft niet, dat er nog meer dooden in de
mijn zijn. Daarentegen acht men het nog
steeds zeer waarschijnlijk dat zich onder de
resten van de neergestorte liftkooi en de in
gestorte liftschacht nog dooden bevinden.
Op deze plaats heeft men dan ook nieuwe
manschappen aan het werk gezet om het
puin op te ruimen. Het werk vordert slechts
langzaam, aangezien men het puin bij klei
ne hoeveelheden moet weg ruimen om de lij
ken er tusschen uit te kunnen halen. Het
ijzerwerk van den lifttoren moet stuk voor
stuk gedemonteerd worden.
In het ziekenhuis verkeeren van de vele
gewonden thans negen in direct levensge
vaar. Van de dooden konden nog slechts
weinigen geïdentificeerd worden. Men is
thans bezig de lijken van de slachtoffers die
herkend konden worden, te kisten. In een der
groote leege machinezalen staan deze kisten
opgebaard.
Groote opwinding onder de
bevolking.
De opwinding onder de bevolking van
Alsdorf duurt nog steeds voort en wordt
vergroot, doordat het nog steeds niet moge
lijk was, een doodenlijst uit te geven en zelfs
het getal vermisten nog niet bekend is. Deze
verlammende onzekerheid werkt natuurlijk
verpletterend op de zoo zwaar getroffen be
volking. De dolste geruchten doen dan ook
in Alsdorf de ronde.
Nog steeds komen condolatietelegrammen
te Alsdorf binnen uit geheel Duitschlaind, uit
de geheele wereld. Velerlei organisaties heb
ben steunacties voor de nabestaanden geor
ganiseerd.
De gemeenteraad van Alsdorf heeft een
zitting gehouden, waarin besproken werden
de te nemen steunmaatregelen en de voorbe
reiding van de rouwplechtigheid. Deze zit
ting werd bijgewoond door den vice-presi-
dent van den Rijksdag Esser en den Rijks
dagafgevaardigde Joos. In een korte rede
verklaarde Esser, dat men naar Alsdorf was
gekomen om te bewijzen, dat het geheele
Duitsche volk met de getroffen bevolking der
gemeente Alsdorf meeleeft. Bovendien deed
hij namens de Rijksregeering eenige toezeg
gingen betreffende den te verleenen steun.
Een speciale commissie zal voor de steunver
lening worden ingesteld.
Heden zal de mijninspectie met een aantal
deskundigen nogmaals in de mijn afdalen
om te trachten een aanwijzing van de oor
zaak van de ramp te vinden Nu de dynamiet-
opslagplaats intact is gevonden, verkeert
men omtrent de oorzaak geheel en al in het
onzekere.
Zaterdag a s. bijzetting der
slachtoffers.
Naar wij vernemen, zal de bijzetting der
slachtoffers van de mijnramp te Alsdorf Za
terdagmorgen a.s. plaats vinden.
Zaterdag een ronwdienst.
Van de tot nu toe geborgen tweehon
derdvijftig dooden zijn 149 geïdentifi
ceerd. Het aantal vermisten staat nog
steeds niet vast. Zeer waarschijnlijk
werden nog twee voormannen en 10 tot
20 mijnwerkers vermist.
Zaterdag wordt een rouwdienst ge
houden, waaraan ook de rijksminister
Stegerwald zal deelnemen.
Donderdagochtend werd opnieuw het
gjrucht verspreid dat een reddingsbri
gade in de mijn zou zijn ingesloten. De
directie van de mijn Anna I verklaart
evenwel dat deze geruchten geheel uit
de lucht gegrepen zijn.
In bijna elk hnis een doode
Het ernstigste is het mijnwerkersdorp
Mariadorf getroffen. Bijna elk huis heeft
hier een doode of een gewonde te be
treuren. Hier woont ook de mijnwerker
Joseph Corr dien men met eenige andere
levend uit de mijn heeft gehaeld. In zijn
woning is het zeer druk. Van alle zijden
komen familieleden en vrienden hem
gdukwenschen met zijn redding, doch
de man zelf kan het niet tot een glim
lach brengen.
Het verhaal van een geredde.
Omtrent de ramp verklaarde een ver-
slagger van V. D. het volgende:
Wij gingen in de mijn en waren om
kwart over zeven op onze plaatsen aan
gekomen. Na ons kwamen nog vele an
dere mijnwerkers. De laatsten die aan
kwamen vertelden, dat er iets gebeurd
moest zijn doch wij hadden nog niets
bemerkt.
Toen kwam de voorman Voss en zei:
„Wanneer jullie het leven lief hebt, laat
dan alles staan en liggen, en maakt dat
je weg komt!"
De voorman is later dood uit de mijn
opgehaald.
De geredde mijnwerker vertelde ver
der: Wij gingen weg van de plaats en
kwamen bij een hulpschacht.
Hier bevindt zich een materialen-
kamer, waardoor men in de mijn Anna I
kan komen. Doch de deur die ons red
ding kon brengen was reeds versperd.
Alles was vol walm en rook. Toen zijn
we weer teruggeloopen. Met hoevelen
wij waren weet ik niet Bij de hulp
schacht lag reeds een mijnwerker op den
grond doch niemand bekommerde zich
om den ongelukkige.
Ieder had slechts de gedachte: Weg!
weg! Toen kwamen wij in een ouden
mijngang die vijl of zes jaar geleden uit
gehouwen werd. Later is deze weer ge
deeltelijk ingestort. Er was evenwel nog
zooveel ruimte dat men over de steenen
heen kon kruipen.
Dat zou onze redding zijn.
Hier begaven zich onze krachten en
wij geraakten bewusteloos. Ik kwam
eerst weer bij 9 uur 's avonds. Toen ont
waakte plotseling een kameraad, die zei:
„Jüpp hoor je mij?"
Ik zou graag met hem zijn meegegaan
maar ik kon niet, ik was te zwak.
Toen ging ook nog de lamp uit.
Ik heb den geheelen nacht in volle be
wustzijn in het donker gelegen. Vele
Uren later kwam een man, die mij ten
slotte hulp bracht. Na nog eenige moei
lijkheden kwam ik eindelijk na 31 uur
»n het daglicht terug.
DE POSTVLUCHTEN.
Derde postvliegtuig te Karachi.
Volgens bij de K.L.M. ontvangen telegram
is het derde postvliegtuig voor Indië, de PH-
AEN, gistermorgen te 6.10 uur uit Djask
vertrokken en hedenmiddag te 13.45 uur te
Karachi aangekomen.
Het eerste retourvliegtuig te
Kaïro.
Aneta Vaz Dias meldt, dat bij de KL.M.
bericht is binnengekomen, dat het eerste re
tourvliegtuig, de PH-AGR gister te 5.35 uit
Bagdad is vertrokken en te 14.57 uur te Kaï
ro is aangekomen.
NOODLANDING BIJ BUSSUM.
Het vliegtuig C 6 van het vliegkamp De
Kooy moest gistermiddag wegens een motor
defect een noodlanding maken op de Meent
te Naarden. De bestuurder, korporaal-vliege
nier Kalfsvel en een waarnemer konden on
gedeerd het vliegtuig verlaten. Van het vlieg
veld De Kooy werd een vliegtuig gestuurd
met monteurs, die de C 6 ter plaatse konden
repareeren. Te half vijf kónden de beide
vliegtuigen naar De Kooy terugkeeren.
DE VLUCHT VAN DEN HEER
VAN TIJEN,
Het Persbureau Vaz Dias meldt, dat de
heer Van Tijen op zijn zakenvlucht naar Ne-
derlandsch Indië, met zijn vliegtuig gister
middag om 15.35 te Belgrado is geland.
De heer Van Tijen was 's morgens om
8.42 van Weenen vertrokken, arriveerde om
11.08 uur te Boedapest en startte van daar
om 12.21 naar Belgrado.
Dit gedeelte van den tocht bleek door de
buitengewoon slechte weersomstandigheden,
n.1. mist, zware regens en krachtigen tegen
wind, bijzonder moeilijk.
VLIEGONGELUK IN ENGELAND.
Een klein toestel is bij Halton (Bucking-
hamshire) neergestort, Twee inzittenden
werden gedood.
LONDEN—KAAPSTAD.
Officieel wordt megedeeld, zegt het Hbld.,
dat het voorgesteld contract met de Impe-
rial Airways voor een wekelijkschen lucht-
dienst tusschen Egypte en Zuid-Afrika, aan
sluitend aan den Egypte-Engeland-dienst,
voorziet in het aanvangen van den dienst
tot Kisimu op 1 Januari a.s. of direct daarna
en het verdere gedeelte van den dienst op 1
April. De route voert over Kartoem, Uganda,
Kisimu, Nairobi, Tanganyika Rhodesia naar
Kaapstad.
EEN ZEPPELIN WERF IN
NEDERLAND.
Waarschijnlijk ie Rotterdam.
Naar van goed ingelichte zijde aan het
Hbld. wordt medegedeeld, worden sedert
eenigen tijd besprekingen gevoerd tusschen
Nederlandsche en Duitsche vertegenwoordi
gers van financieele en industrieele kringen
over de mogelijke inrichting van een werf
voor den bouw van luchtschepen in ons
land.
De daartoe op te richten maatschappij
zou in zekeren zin beschouwd kunnen wor
den als een dochtermaatschappij van de Zep-
pelinwerf te Friedrichshafen. Zij zal naar al
le waarschijnlijkheid haar constructie-werk
plaats vestigen te Rotterdam.
HET ONDERZOEK NAAR DE
RAMF VAN DE R 101.
Gisteravond werd te Downingstreet be
kend gemaakt, dat het de wensch is van de
regeering en van het ministerie van Lucht
vaart, dat het onderzoek naar de oorzaak
uitgevoerd zal worden door een onaf
hankelijk hof met volledige bevoegdheid om
bij de verhooren den eed af te nemen.
In verband hiermede heeft de regeering
zich gewend tot Sir John Simon, die er in
heeft toegestemd het onderzoek te leiden.
Verder zullen worden aangezocht om in dit
speciale hof zitting te nemen kolonel Moore
Brabazon en prof. Inglis, welke Sir John Si
mon met hun technische kennis tijdens het
onderzoek zullen bijstaan.
Men verwacht, dat het Hof de volgende
week zijn eerste zitting zal houden.
HULDIGING VAN KINGSFORD
SMITH TE SYDNEY.
Door zijn verloofde begroet.
Een menigte van meer dan twintigduizend
personen seint men uit Sydney (N.Z.W.) aan
de Telegr. was gister op het Mascot-vlieg-
veld aanwezig om getuige te zijn van de ont
vangst van Kingsford Smith. Even voor
drie uur kwam de „Southern Cross Jr." ia
zicht, geëscorteerd door 18 vliegtuigen. Na
eenige malen boven 't vliegveld rondgecir
keld te hebben, voerde Kingsford Smith een
onberispelijke daling uit. De eerste, die hem
begroette, was zijn verloofde, waarmede hij
de volgende maand in het huwelijk zal tre
den. Slechts weinige oogenblikken werden
hem voor de begroeting gegund, want spoe
dig legden vrienden en vereerders beslag op
den Australië-vlieger. Per auto werd langs
de duizendkoppige menigte gereden, die hein
op de typische Australische manier warm
toejuichte. Hierna werd tot de officieele ont
vangst overgegaan.
Kingsford Smith verklaarde, dat hij een
week voor de ramp der R 101 met Sir San-
croft Brancker had gesproken over de moge
lijkheid van een regelmatigen vliegdienst met
vliegtuigen tusschen Londen en Australië
Kingsford Smith verklaarde van meening te
zij, dat over vijf jaar een dergelijke dienst
ingesteld zal zijn, aanvankelijk alleen voor
het vervoer van post Hij beveelt aan voor
den luchtdienst tot Calcutta landvliegtuigen.'
Hij is van oordeel, dat gedurende een jaar
één-motorige vliegtuigen gebruikt kunnen
worden voor het vervoer van post, terwij i
daarna een passagiersdienst met drie-motori-
ge vliegtuigen in het leven geroepen zou
kunnen worden.
Nog maar één „lange afstands-
vlncht" met dubbele besturing I
In een radio-rede heeft Kingsford Smith
medegedeeld, dat hij ophoudt met het vliegen
over langen afstand De eenige „lange-af-
stand-vlucht", die hij thans nog overweegt,
is een „huwelijksvlucht met dubbele bestu-
iing".
VERKEERSONGEVALLEN.
Overreden en gedood.
Op den Schaesbergerweg te Heerlen is 'n
onbekende man door een auto overreden en
gedood.
Een doode, een zwaar gewonde.
Gisteravond om ongeveer half acht is
op den Bergerweg te Sittard de motor
rijder J. W'agermans uit Nieuwstadt in
volle vaart bij het passeeren van een
kipauto tegen het spatbord van dezen
laatste gereden en over den kop gesla
gen. Vreeselijk verminkt werd hij opge
nomen en naar het Fransche klooster te
Sittard overgebracht. De duo-rijder L,
Cock uit Grevenbicht is ernstig gewond
eveneens naar het Fransche kloostei
vervoerd. Wagermans is inmiddels oven
leden. Hij was gehuwd en was ongeveer
27 jaar oud. Het motorrijwiel is geheel
vernield.
Onverantwoordelijk rijden is de oor
zaak van het ongeluk.
De duivels van den weg.
Gisteravond tegen half zeven werd een
voetganger op den Haarlemmerweg bi.'
den Nieuwen Hoofdweg door een luxe
auto aangereden.
De voetganger werd vrij ernstig ge
wond per auto van den G. G. en G. D.
naar het Wilhelmina Gasthuis vervoerd,
waar hij ter verpleging werd opge
nomen.
De bestuurder van den auto reed zon
der zich om het slachtoffer te bekomme-
ren met groote snelheid door en bleef on
bekend.
Spelenderwijs onder autobus ge
raakt.
Gistermiddag om 2 uur is op den
Naarderstraatweg bij Laren een ernstig
ongeval gebeurd. Het negenjarig zoontje
van den heer S., dat met eenige vriend
jes achter de boomen speelde liep plotse
ling achterwaarts naar het midden van
den weg. Op hetzelfde oogenblik kwam
een autobus van den dienst Bussum
Laren van de Laarderhoogte afrijden,
welke het jongetje greep en tegen den
grond wierp. Het knaapje, dat het be
wustzijn verloren had, werd in deernis-
wekkenden toestand naar het St. Jans-
ziekenhuis vervoerd. Den chauffeur van
de autobus treft geen schuld.
Jongen te Laren onder een autobus.
Gistermiddag omstreeks twee uur
heeft op den Naarderstraatweg te Laren
een ernstig ongeval plaats gehad. Op het
trottoir langs genoemden straatweg
speelden eenige jongens. Een hunner, de
negenjarige S., liep zonder om te kijken
plotseling achteruit den straatweg over,
juist toen een motortram van de N.V.
Gooische Stoomtram Maatschappij pas
seerde, gaande in de richting Amster
dam, terwijl uit tegenovergestelde rich
ting een autobus van de gemeentelijke
Hilversumsche autobusonderneming
van haar lijn BussumBlaricum, na
derde.
De jongen heeft, vermoedelijk door het
geraas van de tram, de autobus niet hoo-
ren aankomen. Doordat hij plotseling
van achter een boom te voorschijn
kwam, kon de chauffeur van de autobus,
die nog krachtig remde, een aanrijding
niet voorkomen. Dr. Holtman uit Laren
die spoedig ter plaatse van het ongeval
aanwezig was, constateerde bij den jon
gen ernstige kneuzingen aan het hoofd
en liet hem overbrengen naar het St.
Jansziekenhuis te Laren. De politie stelt
een onderzoek in.
^RNSTNG MOTORONGELUK
TE DEN HELDER.
Twee miliciens gedood.
Een ernstig motorongeluk vond heden
nacht te 12 uur plaats aan het einde van de
Binnenhaven te Den Helder. De miliciens
P. Swart uit Arnhem en M. Meijer uit
IJmuiden zijn met een motorrijwiel tegen een
boom gereden en op slag gedood. De lijken
zijn naar het militair hospitaal te Den Hel
der vervoerd. De oorzaak is onbekend. De
slachtoffers waren 20 en 24 jaar oud.
EEN GEVAARLIJK MAN.
In twee verschillende huizen bin
nengedrongen en mei een revol
ver bedreigd.
De politie te Zeist werd gisteravond en
vannacht tot tweemaal opgebeld voor een
ongunstig uitziend persoon die hoogst ge
vaarlijk schijnt, 's Avonds belde de man
aan een villa bij de Verlengde Kloklaan.
waar hij van de mevrouw die opendeed geld
eischte onder bedreiging met een revolver.
's Nachts is de man door een openstaand
raam bij een verpleegster binnengedrongen,
die eveneens een revolver op zich gericht
zag, doch kans zag licht en alarm te maken,
waarop-de man ijlings de vlucht nam.
Vermoedelijk wat later heeft hij te Bosch
en Duin personen willen wekken door ap de
deur te bonken, die echter gesloten bleef.
De flolitie heeft den man nog niet kunnen
rchterhalen.
MAALGEBOD VERZOCHT.
1 Bij de Tweede Kamer is ingekomen
een telegram uit Heemstede van den
voorzitter en den secretaris namens de
afd. HollandBrabant van den chr.
boeren- en tuindersbond, betreffende
medewerking tot directe hulp aan de
boeren en invoering van een maalgebod.