DAGBLADVOOR ALKMAAR EN ONSTREKEN. r 1 J KEES PRUIS Mo. 257 VRIJDAG 31 OCTOHEK 1930 132e Jaargang. Uit het Parlement Dagelijksch overzicht. Buitenland HEVIGE AARDBEVING IN MIDDEN-ITALIE. SCHOUWBURG ..HARMONIE" Zondag 2 Nov. a.s. 8 uur ALKMAARSGHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalvs Zon- en Teeetdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.— franco door bet geheele Rijk 2.5*. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 1.25, bij groote contracten rabat. Greote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. POSTER <4 ZOON, Vrordam C 9, post giro 379M. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAS. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. i. Den Haag, 30 Oct. 1930. De Tweede Kamer heeft heden voortgezet <0e behandeling der Pachtwetten maar haar niet ten einde kunnen brengen. De bespre king over een der belangrijkste punten zal morgen worden voortgezet, maar dan hoopt men toch er mede gereed te komen. Terwijl tot nog toe geen enkel amendement wijziging in het regeringsvoorstel had ge bracht is zulks heden wel gelukt. De Kamer echter is begonnen het wonderlijk amende ment van den heer Fleskens (r.k.) om aan pachter en verpachter het recht te geven na een pacht van ten minste drie jaar de rech ter te verzoeken de pachtsom te herzien, te verwerpen. Daarna heeft zij hetzelfde lot doen ondergaan aan een regeeringsartikel, waarbij aan de regeering de vrijheid werd gegeven om bij algemeenen maatregel van bestuur buitengewone omstandigheden aan te geven, welke aanleiding zouden opleve ren om vermindering van de pacht te kunnen eischen. De Kamer wilde om verschillende redenen daar niets van weten, waarvan wel de meest afdoende was, dat die bepaling in strijd zou zijn met art. 151 van de Grond wet. Vooral de heer Beumer (a.r.) had dit met klem betoogd. De regeering had voorgesteld den opzeg gingstermijn voor lange contracten en con tracten zonder bepaalden termijn op ten minste één jaar te stellen. De heer Fleskens (r.k.) stelde voor dien termijn op twee jaar te bepalen, maar toen de regeering daartegen bezwaar bleek te heb ben, liet hij zich afdingen en nam genoegen met een termijn van 18 maanden en daarme de heeft de Kamer zich met 57 tegen 26 stem men vereenigd. In art. 1634, regelend het voortduren of eindigen van een pacht in geval van overlij den, was de mogelijkheid geopend van een beslissing van den kantonrechter. Die beslis sing zou evenwel zonder booger beroep zijn en daartegen kwamen de juristen Rutgers van Rozenburg (c.h.) en Van Rappard (lib.) in het geweer en de Kamer heeft zich aan hun zijde geschaard en een amendement om wel hooger beroep van een beslissing van den kantonrechter toe te staan met 45 tegen 37 stemmen goedgekeurd. In behandeling kwam toen art. 1636, waar in een regeling wordt gegeven van het zoo genaamde continuatie-recht. Daarbij wordt aan den kantonrechter de bevoegdheid gege ven om tweemaal doch niet meer dan voor tien jaar in het geheel een pachtcontract te verlengen wanneer de pachttermijn is afge- loopen en de pachter dezen gecontinueerd wil zien. De rechter mag evenwel geen wij ziging brengen in de pachtvoorwaarden, welke tevoren hebben gegolden. Dit ging verscheidenen leden niet ver ge noeg en er werden ettelijke amendementen ingediend. Het verst ging een amendement van den heer Ebels (v.d.) om in geval van opzegging zonder redelijken grond den pach ter het recht te geven den verpachter aan te spreken voor een schadeloosstelling. Andere leden, o.a. de heeren Fleskens (r.k.) en Van der Sluis (s.da.p.), wilden den rechter be voegd verklaard zien om bij het geven van continuatie ook een nieuwen pachtprijs vast te stellen. De minister van justitie, de heer Donner, heeft zich tegen alle amendementen ver klaard, daar hij meende dat men verstandig zou doen met de nieuwe instelling niet te hard van stal te loopen. Morgen wordt de bespreking over dit punt voortgezet. Als de Pachtwetten zijn afgehandeld, krijgt de Kamer tot 11 November vacantie ten einde zich voor te bereiden op de behande ling van de Rijksbegrooting. De voorzitter 'had reeds op 6 November willen beginnen, maar op aandrang van de heeren Knotten belt (lib.) en Nolens (r-k.) heeft hij goedge vonden, dat men eerst 11 Nov. weer bijeen komt. Hij heeft intussohen den spreektijd bij de Algemeene Beschouwingen belangrijk be snoeid, vergeleken met andere jaren. Toege kend zijn nu 2 uur aan de beide grootste par tijen, de Katholieken en de Sociaal-democra ten, de Anti-revolutionnairen en Christelijk- Historischen krgen der 1 uur, de Libera len en Vrijznnig-Democraten ieder 5 kwar tier, de Staatsk. Ger. en de Communisten ieder een uur, de éénmansspartijtjes ieder drie kwartier. De Kamer heeft zich daarmee vereenigd, nadat echter de heer De Visser eerst ge vraagd had onbeperkten spreektijd. Maar die heeft ook altijd zoo veel op het hart en is nooit beknopt! Een door hem ingediende interpellatie al weer loopende over de verhouding van onze regeering en de Kamerleden tot den Paus heeft de Kamer op voorstel des voorzitters met algemeene stemmen op twee na afgestemd Wie die twee waren, behoeven we wel niet te zeggen! DE „GAZETTE DU FRANC". Het proces tegen madame Hanau begonnen. De geschiedenis der „Gazette". Gistermiddag is te Parijs voor de elfde Kamer der correctioneele rechtbank het proces begonnen tegen de „Gazette du Franc'Men verwacht, dat de zaak twintig dagen in be slag zal nemen. Tot zoover het bericht, waaruit reeds blijkt, dat dit een niet-alledaagsch proces is. Om echter de kwestie goed te kunnen begrij pen, moeten we in gedachten een paar jaar terug gaan. Bijna twee jaar geleden (3 Dec. 1928) werd madame Hanau, de oprichtster van de „Gazette du Franc" gearresteerd. Sedert dien tijd heeft zij voortdurend van zich doen spreken. Bij geregelde tusschen- poozen deden zich „coups de théatres voor- Nu eens was „madame la présidente" be klaagde, dan weer was zij aanklaagster. Men herinnert zich, zoo vertelt het Hbld dat Georgès Anquetil op een aanklacht van madame Hanau van chantage werd beschul digd en tot vier jaar gevangenisstraf werd veroordeeld; dat Gaston Chardon, procu ratiehouder van een der curatoren uit het faillissement der „Gazette", de vorige week wegens verduistering van een millioen francs tot tien jaar opsluiting werd veroordeeld; men herinnert zich madame Hanau s voedsel- weigering in de Santé-gevangenis, haar over brenging naar een hospitaal, haar sensatio- neele vlucht; men herinnert zich haar zeer recente manipulaties in België en de ver klaring der Brusselsche regeering, dat men haar eventueel den toegang in België zou ontzeggen De „Gazette du Franc' was den oen Maart 1925 door mevr. Hanau en haar ex- echtgenoot Lazare Bloch (van wien zij in 1920 was gescheiden) opgericht. De onder neming groeide tot een ontzaglijk uitgebreid consortium met vertakkingen over het ge heele land. Dè voornaamste financieele in stellingen waren de Compagnie générale fi- nancière et foncière, de Socitété fran^aise des valeurs, en het Consortium financier de Bourse et de gestion. Om klanten te winnen stichtte mevr. Hanau een pubhciteitsagent- schap, de „Interpresse". Aanvankelijk genoot de „Gazette du Franc" een groot gezag. Bekende financiers en staatslieden werkten er aan mede. Tot de debacle kwam en bleek dat mevr. Hanau de haar toevertrouwde fondsen en - gelden bij haar transacties verloren had. Honderden menschen werden dupe. Nochtans bleef me- *rouw Hanau zich in een zekere sympathie verheugen, vooral toen zij verklaarde, dat de expertise, welke door deskundigen was verricht, niet juist was en zij een nieuw on derzoek verlangde. Dit is nog steeds niet toe gestaan. Behalve mevr. Hanau en Lazare Bloch staan terecht graaf Bernard de Courville, di recteur der verschillende „dochtermaatschap pijen", Pierre Audibert, de hoofdredacteur van de „Gazette du Franc" en Me. Paul Her sant, rechtskundig adviseur der „Gazette". Mevr. Hanau wordt verdedigd door Me. Al- fred Dominique, Lazare Bloch door Me. Henry TQrrès. Het O. M. wordt waarge nomen door den substituut-officier Bruzin. Reeds 25 dooden en 90 gewonden. Volgens dè laatste berichten over de aard beving in Midden-Italië waren er tot dus verre 25 dooden en 90 gewonden. Deze ge tallen zijn echter voor uitbreiding vatbaar. Bevestigd wordt, dat de haard van de aard beving bij Senigallia moet liggen, waar on geveer 20 personen gedood werden en aan zienlijke materieele schade werd aangericht. De aardbeving werd in tal van provincies waargenomen en zij was bijzonder hevig in de provincies Ancona, Posaro en Macerata. Afgezien van de groote schade zijn er in Ancona 2 dooden en 50 gewonden en in de femeente Cassaro 1 doode en 2 gewonden, 'e Fornetto werden twee personen gedood. In niét minder dan 13 andere plaatsen in de provincie Ancona werd schade aangericht. Troepen en Milizja gijn voor het reddings werk gerequireerd. Er wordt reeds aan het herstel van de beschadigde telefoon- en tele graafverbindingen gewerkt. Het spoorweg verkeer is nergens gestagneerd. Wel werd er door verzakking der rails nabij Senigallia en Montemarciano vertraging veroorzaakt. Ook te Triëst en Napels werd de aard beving waargenomen; hier werd echter geen schade veroorzaakt, doch ontstond wel een paniek. 100 gewonden. Groote schade. In het ziekenhuis van Ancona werden tot •gisteravond laat meer dan 100 gewonden op genomen. Het militair hospitaal moest ont ruimd -worden, daar het door de aardbeving beschadigd was. De zieken werden in tenten ondergebracht. Gebouwen van het Provin- .ciaal Bestuur, het Paleis van Justitie en tal van kerken werden eveneens beschadigd, evenals de bureelen van de „Corriere Adria- tico". Ernstig geteisterd werd de gemeente Fornetto. waar de meeste groote gebouwen schade hebben geleden. De pier in de haven vertoont tal-van scheuren. Een Amèrikaansch stoomschip werd door de zeebeving, die op de aardschokken volgde, tegen de kade gewor pen. Vliegtuigen maken verkenningsvluchten boven de geteisterde gebieden. Mussolini laat zich voortdurend op de hoogte houden van bet verloop der bergings werkzaamheden. Het aantal dooden hoogstens 50. Het bergingswerk in het aardbe vingsgebied wordt met kracht ter hand genomen. Naar nader vernomen wordt zal het aantal gewon den wel niet meer dan 150 bedragen. Het aantal dooden staat nog niet vast, doch men neemt aan, dat dit 50 niet teboven zal gaan. De materieele 'schade is, zooals reeds ge zegd, aanzienlijk, doch haar omvang is nog niet te overzien. De hulpverleening concen treert zich in hoofdzaak op Senegallia, dat het ergst geleden heeft. De bevolking word; van levensmiddelen voorzien. Waar zulks noo- dig was werden tenten versterkt of op andere wijze voor de huisvesting van dakloozen zorg gedragen. Het bergingswerk staat onder bevel van den betreffenden divisiecommandant. Een nieuwe aardschok. Gisteravond werd in de door de aardb; ving getroffen streek een nieuwe aardschok- waargenomen, die onder de bevolking een paniek veroorzaakte. Ochtendbladen van he den bevestigen dat bij de aardbeving van fisteren in de Italiaansche marken in totaal 5 personen werden gedood en ongeveer 300 gewond. Een stad geheel in 't donker. Sengallia biedt een treurigen aanblik, de stad ligt geheel in donker, telefoon- en tele graafverbindingen zijn verbroken. De bevol king moest op bevel der autoriteiten haar wo ningen verlaten en is in barakken onderge bracht. De kerktoren helt geheel naar één zijde over en zal afgebroken moeten worden. De klok is op 8.17 blijven stilstaan. Speciaal de oude binnenstad is zwaar door de aard beving getroffen. De straten zijn geheel met puin bedekt. Ruim 300 gewonden. Volgens te Rome ontvangen berichten be draagt het aantal dooden te Sengallia elf en het aantal gewonden 275 waarvan 23 zwaar zijn gewond. Te Ancona bedraagt het aantal dooden drie en het aantal gewonden ongeveer 40. Te Pesaro zijn geen dooden te betreuren. Er zijn slechts enkele gewonden. Te Fano werden geen personen gedood maar zes vrij ernstig gewond Het c trum der aardbeving was gelegen in een niet al te dicht bevolkte plattelands- streek en de aardbeving geschiede op een uur, dat het grootste deel der bevolking bezig was met hun werk op het land. Dit is waar schiinliik de reden, waarom het aantal slachtoffers niet grooter is. BELGISCHE VERDEDIGINGSPLAN NEN EN SPOORLIJNEN. Het Hbld. van gistermorgen geeft in aan sluiting op het artikel uit het Dagblad van Noord-Brabant nog de volgende beschou wing: Dat de geruchten nu weer opduiken en al deze dingen weer oproepen, is niet verwon derlijk. wij hooren den laatsten tijd veel in België en Frankrijk over de bescherming van de oostgrenzen. Dezer dagen nog bevatten de Nederlandsche bladen berichten uit Brus sel volgens welke in den laatsten tijd bespre kingen hebben plaats gehad tusschen officie ren der Belgische en rransche staven inzake de gemeenschappelijke verdediging van de Belgische en Fransdie Oostgrenzen. Van Fransche zijde zou daarbij zijn gewezen op de groote financieele offers, welke Frankrijk zich thans getroost om de Fransch Duitsche grens te versterken en de wapening van zijn leger op peil te houden. In verband daar mede zou dan ook in Brusselsche kringen worden verwacht, dat de Belgische regeering aan het parlement een militair crediet zou vragen van verscheidene honderden mil- lioenen francs voor de organisatie der lands verdediging, o.a. voor de wapening der for ten van Luik, het herstel der forten van Na men, en het bouwen van verdedingswerken in Belgisch Limburg. Dit schijnt nu te worden bevestigd door een artikel in de Brusselsche „Nation Beige" van gisteren, die meent te weten, dat de regee ring voor zulke militaire uitgaven tenminste twee milliard Belgische francs zal vragen, teneinde, zooals de Brusselsche „Standaard" het zegt: „voorbereid te zijn op iederen aan val, die, de huidige internationale toestanden in acht genomen, niet geheel en al uitgeslo ten zou zijn" Dat de Belgen door hun mlitaire overeen komst van 1920 met Frankrijk den terugslag gevoelen van de onrust, die sedert de Ita liaansche ontwikkelingen en de jongste Duit sche verkiezingen in Frankrijk weer is aange wakkerd, is duidelijk. En hoe dat ook de Bel gische positie ten opzichte van Nederland kan beïnvloeden, heeft dezer dagen nog de heer Van Weideren baron Rengers uiteenge zet in zijn drie lezingen voor het Legatum Visserianum te Leiden, waarin hij de stelling verdedgde, dat Belgë, met afwijzing van elk politiek of economisch verbond met het veel machtiger Frankrijk, slechts noodgedwongen en uit vrees voor Duicschland de mjütaire convente van 1920 met de Franschen sloot, en dat het gaarne door een parel lel verbond met Engeland het evenwicht had hersteld, hetgeen echter mislukte en ook door Locarno niet voldoende werd gecompenseerd. „Bel gië aldus het kort verslag van hetgeen de heer Rengers zeide werd daarop bereid, zij het met een beklemd hart, om uitvoering te gaan geven aan de overeenkomst van militaire samenwerking met Frankrijke. Een nieuwe legerorganisatie werd in 1929 inge voerd, en sedert dat jaar is België cezig om zijn verdedigingsstelsel „en fonction" met dat van Frankrijk in te rienten. Van Bazel tot Maesijck wordt de Fransch-Belgische fortifi catielinie in gereedheid gebracht, waarvan het kanaal AntwerpenLuik een zeer belang rijk onderdeel vormt. Deze linie kan zoowel dienen voor de verdediging als voor uitvals basis, dus voor een strategie, die .poogt den oorlog toestand buitenhetBélgisch grondgebied, dus in Rijnland of Ne der 1 a n d te brengen". Die laatste mogelijkheid komt ons onwille keurig in gedachten, wanneer wij vernemen, dat de Belgische spoorlijnen in het baanvak AntwerpenEsschen en AntwerpenLira- burgsche grens worden uitgebreid zonder duidelijke economische motieven. Wii hebben getracht daarover in bevoegde Nederlandsche spoorweg- en regeeringskringen nadere in lichtingen te verkrijgen, maar daar neemt men, begrijpelijkerwijze, een afwachtende houding aan. Al hebben ook wij niet den in druk gekregen dat men van het economisch belang van de eventueele lijnvermeerdering bij Esschen zóó overtuigd is, dat men dit tot Roosendaal zou willen doortrekken. Voorloopig dienen wij echter af te wachten of de hierboven vermelde berichten van Bel gische zijde zullen worden bevestigd. Voorop sta, dat een Belgisch defensieplan, dat op eigen gebied wordt georganiseerd, natuurlijk op zkmzelf volkomen gerechtvaardigd kan zijn. In Nederland dienen wij echter te weten waar wij staan, teneinde met die wetenschap onze gedragslijn te bepalen. Die natuurlijk volstrekt niet uitsluitend behoeft te worden beheerscht door een hypothetisch Fransch- Belgisoh-Duitsch conflict met alle gevolgen daarvan, ook voor ons; maar dit ook, is zoo lang mogelijk, rekening moet houden met den bestaanden normalen vredestoestand, waarin een Belgisch-Nederlandsche goede verstand houding slechts goede vruchten kan afwer pen. DE ENGELSCHE ARBEIDERSREGEERING EN PALESTINA. Het aanbod van dr. Weizmann De „Daily Herald" heeft, naar het Hbld. meldt, onlangs tegengesproken dat de minis ter van koloniën, lord Passfield, het denk beeld van dr. Weizmann, vervat in een brief van 19 September, had genegeerd om een rondetafel-conferentie van Joden en Arabie ren bijeen te roepen, zooals in het bekende in gezonden stuk van de drie conservatieve lei ders in de „Times" werd gezegd. Er was volgens de „D. H'.' een poging gedaan om het denkbeeld uit te voeren, maar deze was niet geslaagd. Naar dr. Weizmann thans in een ingezon den stuk in de „Manchester Guardian" mee deelt, had hij een brief aan de „Daily He rald" geschreven, waarin hij verklaarde nooit eenig antwoord te hebben ontvangen van lord Passfield op het denkbeeld inzake een rondetafel-conferentie. De „Daily He raid" weigerde dien brief op te nemen en gaf daarbij te verstaan, dat er vóór den brief van 19 September een poging was gedaan om een rondetafelconferentie tusschen Joden en Arabieren te beleggen. Weizmann ant woordde hierop weer op 26 October, dat daar de Joden nimmer tot een dergelijke con ferentie waren opgeroepen, de mededeeling alleen betrekking kon hebben op zekere stap pen bij de Arabieren gedaan, die blijkbaar feen weerklank vonden. Hoe dan ook, begin eptember werd ons, aldus dr Weizmann in zijn jongsten. brief aan de „D. H.", op het departement van Koloniën meegedeeld, dat bij de Arabieren een gematigde meening de overhand had en dat de Britsche regeering dienovereenkomstig haar politiek vormde. Met het oog op den nieuwen toestand en sterk de noodzakelijkheid eener minnelijke re geling gevoelend, herhaalden wij, zoo zegt dr. Weizmann, ons voorstel inzake een ron- detafel-conferentie. Dit voorstel werd door lord Passfield genegeerd, zoodat het verwijt in den brief der conservatieve leiders juist en ter zake dienend is. Ook dezen brief weigerde de „Daily He raid" op te nemen. Nog meer critiek van arbeiders- zijde. Thans oefent ook het Lagerhuis der ar beiderspartij Josiah Wedgwood in een inge zonden stuk in de „Timescritiek op de ver klaring der Britsche regeering betreffende haar politiek Palestina. Een der gevolgen er van zal naar hij meent zijn, dat het Jewish Agency het zal opgeven om in Jeruzalem of in Whitehall om recht te vragen, iets wat al tijd ietwat pijnlijk en vernederend is geweest. In plaats daarvan heeft het de pers van de Engelsch-sprekende wereld waarin het 't onrecht in bijzonderheden kan behandelen, terwijl het dan alles kan samenvatten voor de jaarlijksche bijeenkomst der mandaten- commjssie. Elk jaar kan het dan tevens er te en zijn ensemble. Genève op aandringen dat bet mandaat op een ander mogendheid wordt overgedragen. Nederland ligt, als zijnde het minst antise mitisch, voor de hand, meent Wedgwood, maar andere landen zijn misschien meer ge neigd als Engeland er toe kan gebracht wor den het mandaat op te geven. DE ECONOMISCHE CRISIS IN DUITSCHLAND. Verklaringen van Sfegerwald. Aan een telegram van het W. B. kan nog het volgende omtrent de verklaringen van Stegerwald ontleend worden. Op twee manieren kan de Duitsche econo mische crisis worden opgeheven. De eene is een verstandige economische regeling der herstelkwestie en de tweede de versterking oer koopkracht in het land zelf. Deze versterkte koopkracht is slechts te bereiken door een profijtafwerpende exploi tatie van den landbouw, het goedkooper ma- ken der industrieele productie en door mas* saverbruik. Daartoe moeten de productiekosten van industrie en landbouw omlaag worden ge bracht, waaruit voortvloeit, dat men met een zekere verlaging der loonen genoegen moet nemen, om de voorwaarden voor ae uitbrei ding van het verbruik te doen ontstaan. Dit leidt weer tot de vraag, of in de parti culiere bedrijven 18 millioen arbeiders jaar lijks 30 a 32 milliard aan loon moeten ont vangen, om daarvan drie millioen werkloo- zen met drie milliard mark per jaar te steu nen, dan wel of het niet beter is, dan 21 mil lioen werknemers aan het productieproces deelnemen, om voorloopig eveneens slechts dezelfde som aan loonen te ontvangen. Daarnaast moet door een prijsdaling da groote massa in staat worden gesteld met 31 h 32 milliard niet minder te koopen dan thans met 33 a 34 milliard, waarvan vooi werkloozensteun een paar milliard moet wor den afgestaan. In ae Berlijnsche metaalindustrie, aldu3 spr., beteekent een loonsverlaging van 1 pet ongeveer een besparing van drie millioen mark. Een prijsdaling van 1 pet. daarente gen maakt de goederen 10 a 12 millioen mark goedkooper. Een loonsverlaging met 1 pet. in dea mijnbouw beteekent een besparing op de loo nen met 12 millioen per jaar, doch daaruit moet een prijsdaling van ongeveer het drie voudige voortvloeien, als de vermindering van den prijs van het product ook slechts met 1 pet. daarvan het gevolg moet zijn. Een loonsverlaging met een milliard moet dus samengaan met een daling der prijzen van ten minste 2H a 3 milliard mark. Ten slotte verklaarde de minister, dat de arbeiders en geëmployeerden het laatste jaar reeds de grootste offers hebben gebracht Derhalve mag de prijsdaling niet op hèn worden afgewenteld. Wanneer binnen afzienbaren tijd geen prijsverlaging voor de dagelijksche verbruiks- artikelen tot stand komt, kunnen arbitrale uitspraken, die loonsverlagingen inhouden, door het Tijksministerie van arbeid niet meer bindend worden verklaard. De rijksregeering verzet zich ten stelligst# *egen elke politiek, die een duurzame daling van den levensstandaard der arbeiders ten gevolge zou hebben. (Hbl.) DE AGRARISCHE REGEERINGSMAAT- REGELEN IN ROEMENIE. Men meldt ons uit Boekarest: In het Kabinet kon geen meerderheid ge vonden worden voor het plan-Manoilescu in zake de conversie der agrarische schulden. De regeering zal thans trachten in den zin van het onderhoud tusschen Rist, Auboin en Mironescu een formule te vinden om den landbouw hulp te verleenen en bovendien be staat het voornemen van overheidswege een instituut te stichten, dat de financieele hulp aan den landbouw zal behartigen. De dagbladen, ook die der oppositie, be spreken uitvoerig en in waardeerenden zin ae regeermgshulp voor den landbouw. SAMENZWERING IN GRIEKENLAND VERIJDELD. Meer dan 100 personen gearresteerd. Te Athene zijn in den loop van gister me» dan 100 personen wegens rev<riutionnair« samenzwering gearresteerd. Gisternacht ver zamelden zich ongeveer 100 burgers en offt eieren in een particulier gebouw in de hoot$ stad om onder leiding van den vroegeren dim tator Pangalos over een staatsgreep te be« raadslagen, die nog denzelfden nacht eej» aanvang zou nemen. De samenzweerderfc werden evenwel reeds geruhnen tijd door da geheime politie in het oog gehouden en den- zeVfden nacht nog gearresteerd. Tegen alls beschuldigden zal onverwijld een proces we- gens hoogverraad aanhaogig worden ge maakt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1