llkitirscke tintint. DE VERLOKEN INJECTIENAALD. FEUILLETON. Hindiri twee in éertlgste Jaargang. oudkarspel. heiloo. Rechtszaken Binnenland de eerste officieele volks telling. Ka. 269 1930. Vrüda& 14 November Provinciaal nieuws Vergadering van de ijsclub „Volharding" ia bet lokaal van den heer C Vis. Aanwezig waren met het bestuur 19 leden. De voorzitter Mr. C. P. Eecen opende met een woord van welkom aan leden en pers. We hebben, zeide spreker, een winter achter den rug, welke zich kenmerkte door zijn zachtheid, hierdoor kwam de ambitie voor ae ijsclub op bedenkelijk peil. Spreker begroette de aanwezige oudere bestuursleden en ook de nieuw gekozenen Nog even wilde hij een woord van herinne ring spreken over den overleden rijder den [heer Willem Kos. Dit was een groot verlies voor „Volharding" en ook voor de geheele ■fJederlandsche ijssport. Niet alleen aan den Langendijk maar door het geheele land, ja zelfs in het buitenland was onze Willem een zeer gezien sportman. Spreker verzocht den aanwezigen allen even op te staan, waaraan voldaan werd. Uit net jaarverslag 1929'30 stippen we aan: Gehouden zijn 1 algemeene en 2 bestuurs vergaderingen. Gememoreerd werd het overlijden van Willem Kos, waardoor de ijssport in het al gemeen een gevoelig verlies geleden heeft. Fn plaats van de bestuursleden J. Schrie- ken en Jb. de Boer die bedankten, werden 'gekozen de heeren P. Wijn en K. Dekker. 'Door bestuursuitbreiding werden nog geko zen de heeren H. Tauber en A. Bakker Oz. Als commissarissen werden benoemd de heeren H. Möller, Jac. Maars, W. Kos Jnz., §n. Kos Wz., C. Langendijk en P. Kroon Az. y De heeren Jb. de Boer en Jn. Schrieken werden benoemd als eererieden. Met den wensch dat we weer eens een ouderwetschen winter zullen krijgen, eindig de het jaarverslag. (Applaus). Door den heer P. Eecen Pz. werd het fi nancieel verslag uitgebracht. Ontvangsten waren met inbegrip van het saldo 1929 1793.14, uitgaven 531.28, alzoo is er een batig saldo van 1261,86. De penningmeester kreeg een woord van dank voor zijn accuraat beheer. Als nieuwe kasnazieners werden aangewe zen de heeren M. Bommer en Jb. Maars. Bestuursverkiezing. Aftredend zijn de heeren P. Wijn, C. Bak ker en Mr. C. P. Eecen die alle drie met groote meerderheid werden herkozen. Tot commissarissen werden herkozen de heeren C. Langendijk, H. Möller, P. Kok en A. Swager. Wegens gezondheidsreden bedankte de heer Jb. Volkers als commissaris, wien een dankbetuiging gezonden zal worden voor zijn arbeid, fn zijn plaats werd gekozen de heer C. van Zijl met 11 stemmen. Op den heer H. Hart Mz. werden 8 stemmen uitge bracht. Bestuursmededeeling. Voorgesteld v/erd om een vergroot portret van Willem Kos te plaatsen in het clubge bouw, tevens om een wiisselbeker aan te koo- pen welke genoemd zal worden de Willem K os-beker en deze beschikbaar te stellen voor een Nationalen wedstrijd. Dit met goedkeu ring van de familieleden welke gevraagd zullen worden. Aldus besloten. Als afgevaardigde naar de algemeene ver gadering te Zeist, werden de heeren van Loo en A. Timmerman gekozen. Voor de vergrooting van het clubgebouw was een begrooting gjevraagd. Deze was ech ter nog niet ingediend. De heer Tauber deelde mede dat de kosten berekening ongeveer 1260 is. Het is de bedoeling zes meter aan te bou- .wen Dit werd algemeen zeer hoog gevonden. De vergadering droeg het bestuur op nog maals een bespreking te houden met den heer P. Kuileman, eigenaar van het gebouw. Hierna volgde de rondvraag. Door den neer Schrieken werd naar het verslag van de commissie van onderzoek naar een zweminrichting op het Waardje ge ïnformeerd. De heer van Loo antwoordde, dat men terugschrok voor de groote moeilijkheid met den toegangsweg en den vuilen toestand van het water bij langdurige droogte. Van AUCE CAMPBELL Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door J. E. DE B K. 691 Op haar teeruen loopend draaide zij het licht op. Ze was bang om dit te doen, maar 1- i moest, en er was altijd kans dat Holli- day het licht kon zien door de nauwe spleet onder de deur .zonder de donkere trap af te komen. Toen klom ze weer op een stoel en haakte de gordijnen af. Haar vingers beef den hevig, nog nooit had ze zich zoo zwak gevoeld; met moeite kon ze zich staande ■ouden. Toen de gordijnen op den grond lagen moest ze even rusten. Ze was be vreesd voor haar zwakte, ze zou niet ver kunnen gaan. Was er niet ergens brandewijn? Ze h-d toch gehoord, dat de dokter Holliday wat te drinken gaf. Op de tafel ontdekte ze een flesch, die ze ontkrukte en zoo nam ze uit de flesch een paar slokken; niet te veel om dat ze zoo zwak was en niet gegeten had. fis drank verwarmde haar en gaf haar juist genoeg kracht om door te kunnen gaan. rlaar voornemen leek haar minder hopeloos. Ze vond een mes en sneed de gordijnen in vff repen, die ze aan elkaar knoopte. Ze ■ad «vis geen idéé hoe ver dit geïmprovi seerde koord reiken zou. Maar het leek haar neel lang. Als ze maar eenmaal bui ten -eas, al had ze zich dan ook bezeerd. Ze "Qp.dfta da aandacht van den een of ande- a^evaar<Jigde naar den feestavond van de Gymnastiekvereeniging werden aan gewezen de heeren Jb. Gelder en K. Dekker Beo loten werd nog om 50 beschikbaar te stellen voor het trainingsfonds van den u- Schaatscnrijdersbond. Hierna sluiting. Het kerkgebouw van de Ned. Herv. Evang Vereeniging (verbouwd volgens ontwerp van den architect K. Veldkamp alhier( is een stemmig, mooi gebouw geworden. Het oude gebouw was 12 X 6 M, het nieuwe is 20 X 6 M., waarachter een ver gaderlokaal van 6 X 5 M. Door een hall komt men in het kerkgebouw en men komt direct onder de bekoring van het mooie inte rieur. De beschildering en glas-in-lood-ra- men doen het goed, de keuze der beschilde ring, uitgevoerd door, den heer Niiman van Alkmaar, is in elk opzicht geslaagd. Aan het einde van de kerk bevindt rich de ingebouwde preekstoel. De accoustiek is prachtig, de spreker is bij den ingang dui delijk verstaanbaar, zelfs zonder dat hij zijn stem merkbaar heeft te verheffen. Door vier groote hanglampen wordt in de verlichting voorzien, terwijl de verwarming door 6 radiatoren met gasverwarming spoe dig op temperatuur is. Aan den genoemden architect en aan de aannemers, de heer P. A. Holtes en W van Dijk, alhier, een woord van waardeering voor de mooie uitvoering. Woensdagavond 7 uur had de in gebruik- name plaats van het vernieuwde kerkgebouw van de Ned. Herv. Evangelisatie Ver. aan de Kerklaan. De gemeente die eenige jaren in een oud gebouw was bijeen gekomen, kwam voor het eerst in het mooie gebouw samen en het geheele kerkgebouw was tot in de uiterste hoeken bezet. Onder de aanwezigen merkten we op het volledig kerkbestuur, ds. Verwaal en den heer Dun, inspecteur L. O. en eenige belangstel lende ingezetenen welke niet tot die kerk be hoorden. Ds. Verwaal uit Alkmaar, die de bijeen komst leidde liet zingen het eerste vers van psalm 50, waarnd hij in gebed voor ging. Daarna vervolgde spreker zijn inleiding en zeide dat wanneer hij rond zag hem in gedachte kwam het woord van Paulus in de 2e Corinthenbrieif„Het Oude is voorbij en alles is nieuw geworden". Paulus bedoelde daarmede de wederge boorte van den geestelijken dood, de opstan ding tot het geestelijk leven de wedergeboorte in Christus. Paulus, zelf een bekeerling werd de gevangene van Christus en een vurig na volger van Hem. De wedergeboorte van den geestelijken mensch beheerschte zijn ge dachte en gevoelens. Dat nieuwe afleggen van het oude zien we in alles wat om ons leeft, in huizen, scholen en landen. Spr. weidde daarover uit. Eenmaal komt er een dag die God alleen \veet, de jongste dag, een nieuwe aarde on der een nieuwe hemel. Ook hier in het nieuwe lokaal is al het oude voorbij, ook hier het nieuwe. Spr. feli citeerde met het gebouw, dat er keurig uit ziet en bracht hulde aan architect en uitvoer der. Een woord van hulde aan de menschen van het heden, doch ook aan hen, die ons zijn voorgegaan en hun beste krachten aan de Evangelisatie hebben gegeven, verheugen wij ons over het heden. Nu zal ook de belang stelling onder de bezoekers nieuw worden om voedsel te zoeken voor hunne ziel. Spr. hoopte dat de Evang. moge groeien en bloeien door de liefde van Christus. Spr. vervolgde: een mooi gebouw, doch een noodzakelijk kwaad. Dat klinkt op deze feestelijke bijeenkomst wel schril, doch het is waar. We moesten het kunnen hooren in onze vaderlandsche kerk. We weten het allen. Toen ds. Loeff wegging, werd hij vervangen door een vrijzinnige opvolger en moesten zij die zijn richting niet deelden, naar iets anders uitzien. We zijn hier gekomen, doch 't is een noodzakelijk kwaad. Spr. hoopte dat we in het mooie gebouw veel zouden samen komen, doch zou verheugd zijn als we van hier waar we gelogeerd zijn konden verhuizen naar de Witte Kerk. Daarna werd gezongen Vers 13 van Gez. 52. waarna mededeeling werd gedaan, dat ds. Hak verhinderd was. Van hem e. a waren felicitaties ingekomen. Daarop gaf de fiuitclub van de Jongeren- bond een tweetal nummers, die een krachtig applaus ontlokten. Hierna was het woord aan den heer Dun, inspecteur L. O. te Alkmaar, die zich vol komen bij het slotwoord van ds- Verwaal aansloot. Spr. zeide dat het zaak is de een- ren voorbijganger op zich vestigen, voordat Holliday, haar vlucht bemerkt hebbende, haar weer binnen kon halen. Ze nam het koord en luisterde; geen geluid als het drup pelen van de kraan in den hoek. Met moeite klom ze op de tafel, zette een stoel er bo ven op en onderzocht het dakraam. Als het open was, kon ze er zich best doorheen wringen. Met groote behoedzaamheid maakte ze den beugel los, doodsbenauwd dat het knarsend gelu'd beneden zou wor den gehoord. Ze zette het venster zc j wijd mogelijk open en zocht naar iets om het touw aan vast te maken. Er waren in den muur ijzeren klampen, waarop een plank rustte. Zij kon het koord aan een klamp binden, maar ze vreesde dat, als zij met haar heele gewicht aan het koord hing, de klamp los zou laten. Maar er was niet an ders en ze moest er maar op vertrouwen. Ze bond het koord vast en verzette doodstil al de flesschen van de plank op de tafel. Dit moest wel, want zij moest op de plank klim men om zoo door de opening te komen. Ze ven flesschen had ze verzet, de achtste had een scheeven bodem en voor zij het kon verhinderen rolde de flesch van de tafel op d:n grond. Het hart sprong haar in de keel en ze stond als vastgenageld. Had Holliday het gehoord? Het antwoord volgde onmid dellijk, want op de trap hoorde ze voetstap pen. Dus ze moest door het dakraam vluchten of het was te laat. Ze klom op de stoel, gooide het ko-rd door de opening en stond met een voet op de plank, toen de deur openvloog en Holliday haar met woes te oogeo aanstaarde. „Halt daar!" Hij had een revolver in de hand, maar dat deed haar niets. Zij spande bovenmensche- heid in eigen lering te bevorderen en te ver sterken. Dit zal gebeuren als de geest van Jezus Christus in ons doorwerkt. De innerlijke versterking moet doorge voerd worden. Het uiterlijke is in orde. Men streeft in alles naar het nieuwe en de kerk gaat in dien maalstroom mee. Spr. liet uit komen dat het uiterlijke het innerlijke kan aanvullen. Beuwt met elkander op, vormt ge sloten gelederen onder de Kruisbanier. Geen strijd om beuzelingen. Het oude is voorbij, het nieuwe is er. Het is als in Johannes Evangelie. Alle ranken van den geestelijken wijnstok tot wij opgaan in het eeuwige on veranderlijke leven in de komende eeuwig- beid. Na het zingen van Gez. 205, le vers werd pauze gehouden. Ons verslag zou onvolledig zijn als we niet melden dat de gezangen op het orgel werden begeleid door mej. Bets Vahl, waar door de zang uitstekend tot zijn recht kwam. Na de pauze werden zangnummers van het Gemengde Christelijke Koor „Sursum Corda gezongen, waarna ds. Verwaal het slotwoord sprak. DE GRONINGSCHE TROLLEYBUS. De Rijksadvocaat heeft cassatie aangetee- kencBtegen het arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarbij de directeur van het Groningsche trambedrijf werd vrijgesproken in de trolleybus zaak. CLANDESTIEN JENEVER STOKEN. Een medeplicmige adviseur. In 1924 hadden twee personen in een kel der te Zaandam een geheime jeneverstokerij. Zij werden betrapt en in 1928 door de recht bank te Haarlem tot een geldboete veroor deeld wegens het voorhanden hebben van een distilleertoestel zonder daarvan aan den fiscus kennis te hebben gegeven, en wegens het afstoken van glucose. Het bleek in deze zaak, dat de eene clan destiene jeneverstoker in aanraking was ge bracht met iemand te Amsterdam, die hem tegen betaling van 250 twee recepten ver strekte, het eene voor het in elkaar zetten van het distilleertoestel en het andere voor het stoken van gedistilleerd. Volgens deze recepten was de Zaandammer met zijn com pagnon, die het geld verschafte, te werk ge gaan, tot de fiscus ingreep op een moment, dat het nog niet tot den verkoop van het Clandestiene product was gekomen. De Amsterdammer, die de recepten leverde een geheim maakte hij daarvan niet, want. hij adverteerde het openlijk! had zich gis ter voor de Vierde Kamer der Amsterdam sche rechtbank wegens medeplichtigheid te verantwoorden. Hij ontkende medeplichtig te- zijn geweest. De man die den Zaandammer, nu zes jaar geleden, met hem in aanraking had gebracht, was dat. Niet hijHij toch ver koopt, wat hij verkoopen kan. En hij deed dat uit nood, omdat hij destijds geen ander mid del van bestaan had. Maar iets strafbaars deed hij daarmee niet! Evenmin als men den man, die een mes verkoopt, kan veroordeelen, omdat een ander daar een moord mee begaat, kon men hem, verdachte, naar hij meende, veroordee len, omdat andere personen een strafbaar feit pleegden met de recepten, die hij ver kocht. Hij had den persoon, die het recept voor 200 niet 250! kocht, boven dien wel degelijk gewaarschuwd. En inderdaad moest de getuige, die het recept kocht, verklaren, dat verdachte toe spelingen maakte op een strafbaar feit waar aan men zich zou schuldig maken bij uitvoe ring der recepten. Verdachte voerde ook nog aan, dat hij zich heelemaal niet wil verschoonen, maar enkel van de vervolging wil afkomen Hij heeft altijd getracht door de mazen van het net heen te kruipen! De waarnemende rijksadvocaat mr. J. T. Asser achtte dezen verdachte schuldiger dan de beide Zaandammers en z. i. behoort dit in de op te leggen straf tot uitdrukking te ko men. Eisch: twee gevangenisstraffen, door den oficier van justitie te requireeren. Het O. M., mr. Van Arkel, noemde het feit ook ernstig en vorderde twee gevangenis- strafen ieder van twee maanden. Uitspraak 26 November as. DE VERDWENEN KASLOOPER AANGEHOUDEN. De kaslooper, die. zooals we onlangs meldden, weigerde 3000 aan zijn pa troon af te dragen, die hij in Tiel had geïnd, is naar wij vernemen te Amster dam aangehouden cn bevindt zich mo menteel in gijzeling. lijke kracht in om zich door het venster te wringen. Een blik op den jongen man toon de haar zijn gezicht, wit en verwrongen van toorn en angst, fonkelende, tijgerachtige oogen. Hij richtte zijn revolver op haar, stormde op haar af en greep naar de stoel. „Ga weg", schreeuwde zij en met twee handen greep ze het eerste, beste voorwerp beet, een groote kruik en smeet hem die naar het hoofd. Tegelijkertijd ging de re volver af, ze stikte in den roek en een re gen van scherven viel naar beneden. De kamer was volslagen donker. Half be dwelmd wist ze toch dat ze haar doel be reikt had met het gooien van de zware kruik. Gesmoorde vloeken weerklonken en het vertrek was gevuld met den scherpen geur van ammoniak. Had ze hem geraakt? Onderzoek durfde ze niet doen. Met een wanhopige krachtinspanning heesch ze zich op, ze voelde de zuivere buitenlucht, pakte het koord stevig vast en liet zich glijden langs het dak over de goot en zoo langs de zijmuur van het huis. Bonzend, stompend schuurde ze met haar armen en beenen langs de^i muur en afglijdend langs het koord bereikte ze het ondereind, bleef even in de lucht hangen en plompte toen in het water. Ze klom aan land en kwam terecht in een perk met bloe men. Boven haar bengelde het touw. Ze had het gevoel van flauw te zullen vallen; ze verzette zich met kracht er tegen, want ze wist dat ze daar geen minuut blijven kon. Ze was wel uit het huis, maar nog in groot gevaar. Holliday kon elk oogenblik buiten komen en haar overmeesteren en ze had geen kracht tot weerstand, zelfs niet tot schreeuwen. ONEERLIJKE CONCURRENTIE. De meubelkandelaar nu toch ver oordeeld. Het Amsterdamsche gerechtshof heeft uitspraak gedaan in de strafzaak tegen den houder van een gesloten meubelmagazijn te Haarlem, die in strijd met de waarheid in Haarlemsche kranten adverteerde, dat een dame wegens vertrek naar Indië onder architectuur vervaardigde meubelen te koop aanbood en dat deze meubelen te zien waren in het huis „Toewan Blanda". Het O. M. bij de Haarlemsche rechtbank had verdachten veroordeeling tot 50 boete gerequireerd terzake van oneerlijke concurrentie, doch de rechtbank had hem vrijgesproken; vonnis waartegen het O. M. hooger beroep had aangeteekend. Het Hof verklaarde zich in zijn arrest niet te kunnen vereenigen met de vrijspraak, ver- netigde het vonnis en, opnieuw rechtdoende, veroordeelde het den verdachte, overeen komstig het requisitoir van den advocaat- generaal, tot 50 boete of 25 dagen hechte nis. MEINEED DOOR EEN COMMIES BIJ DE BELASTINGEN. Een kommies eerste klasse bij de rijksbe lastingen werd door de rechtbank te Alk maar veroordeeld tot één maand gevange nisstraf wegens meineed. Hij had, volgens de telastelegging, onder eede valschelijk ver klaard, dat de bestuurder van een auto op de daartoe gedane vraag in gebreke was ge bleven een geldige wegenbelastingkaart te vertoonen. In hooger beroep heeft het Amsterdamsche gerechtshof het vonnis bevestigd, behalve wat de straf betreft. Deze werd veranderd in 50 boete of 25 dagen hechtenis. STUDENTENWEERBAARHEIDS- CORPSEN TE BERGEN OP ZOOM. Wapenschouw en défilé. Gisteren brachten de studentenweerbaar- heidscorpsen van Utrecht en Leiden een be zoek aan Bergen op Zoom ter herinnering aan het historische feit van voor honderd jaren, dat de Utrechtsche Vrijwillige jagers hun eerste kwartier te Bergen op Zoom be trokken, terwijl tezelfder tijd de Leidsche ja gers te Breda werden ingekwartierd. Tegelijk met deze corpsen kwamen op dat uur aan luit.-gen. Duymaer van Twist, voorzitter van de Nationale landstormcommissie, majoor Schelleven van de administratie, toegevoegd aan deze commissie, le luit. Boulogne, secre taris der Nat. Landstormcommissie, overste Diemont, commandant van het 2e half reg. huzaren en majoor Mathon van het 2e half regiment huzaren uit Breda. Begeleid door de stafmuziek van het zesde regiment Infanterie werd van het station af gemarcheerd en een flinke route door de stad gemaakt waarbij werd getrokken langs de Rozemarijnstraat waar het Utrechtsche corps voor honderd jaar in kwartier is ge weest en langs de historische terreinen, ter wijl eveneens de kazernes werden bezocht. Om 12 uur werd op de Groote Markt een wapenschouw en défilé gehouden. Bij aan komst stonden de troepen van het garnizoen, die aan deze wapenschouw zouden deelne men, reeds opgesteld onder commando van majoor Rieber. Na de wapenschouw werd voor de autori teiten vóór het stadhuis gedefileerd, waarna de troepen van het garnizoen weer naar hun ne kazernes terugmarcheerden en de beide jagercorpsen, nadat zij hun wapens hadden opgeborgen, zich naar het stadhuis begaven ter ontvangst door het gemeentebestuur. Burgemeester Blom sprak een welkomst rede uit. Overste Wilkens- bracht dank namens de beide studentenweerbaarheidscorpsen voor de hartelijke ontvangst, bij welk dankwoord luit.-generaal Duymaer van Twist zich aan sloot. Nadat de eerewijn was rondgediend, ver- eenigde men zich aan een noenmaal. Na af loop daarvan bood de V. V. V. een thé aan. In de vergadering van de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden van Vrijdag 29 Mei 1795 werd vastgesteld „een Plan. in ge volge waar van de Ingezetenen van de gant- sche Republiek, tot een algemeene Vergade ring zouden kunnen worden opgeroepen". Artikel 1 daarvan luidde: „Het geheele Volk zal geteld worden". Te Amsterdam ving de telling aan op Maandag 12 October 1795. Vrijdag d.a.v. moest zij geëindigd zijn en den volgenden dag behoorden de lijsten, afzonderlijke voor Ze hoorde wankelende stappen de trap pen afkomen- Holliday, ietwat beneveld, maar tot vervolging in staat. Over een se conde kon hij uit de kamer komen, die vlak bij was. Waar kon ze zich verschuilen? Ze strompelde overeind, ging den kleinen tuin door en het hek uit. Was er maar iemand in de nabijheid die haar kon be schermen. Geheel verlaten strekte zich de Route de Grasse uit. Ze draaide links om en waggelde voorbij de twee villa s. Bij het hek van het derde huis hield ze op, bang om verder te gaan. In den tuin was een bree- de, geschoren heg. waarachter ze schuilen zou, als ze die nog bereiken kon. Z. hoor de de voordeur van den dokter opengaan ei een zee van licht scheen in de donkere straat. Als een aangeschoten patrijs ging ze plat op den grond liggen en kroop op haar buik door de opening in de schaduw van de heg, bleef daar liggen, doodstil, zonder adem te durven halen. De naderende voetstappen kwamen haar richting uit. HOOFDSTUK 30. Een korte spanne tijds waande Esther zich verloren. Als Holliday haar vond, wat haast onvermijdelijk scheen, zou ze mach teloos zijn om zich te verdedigen. Hij kon haar een doek voor den mond binden cn haar zoo naar binnen sleuren, zonder dat ie and het bemerkte. Ze had de straat nooit zoo verlaten gezien. Nu en dan kwam er een auto voorbij, maar haar vervolger was de eenige voetganger. Ze rolde zich om en bleef tegen de heg liggen op den vochtigen grond. De heg was amper vier voet hoog, maar nu het zoo donker was gaf ze een goede beschutting- Christenen en Joden, bij de Represtanten van het Volk te Amsterdam te zijn ingeleverd. De telling omvatte „Mannen en Jongelingen boven de 14 jaaren, Vrouwen en jonge Doch ters boven de 12 jaaren. Kinderen, waar door verstaan worden Jongelingen beneden de 14 en Meisjes beneden de 12 jaaren, en voorts alle andere huisgenooten, tot ieder huis en huisgezin behoorende". Alle hui- zen, de godshuizen er onder begrepen, moes ten met een nummer worden „geteekend" cn behalve van de bewoners moest ook aantee- kening genomen worden van de vreemdelin gen, die er voor een korten tijd logeerden De tellers genoten een vergoeding van 1 50 per dag. Uit een rapport, opgenomen in de Neder- landsche Jaarboeken van October 1795 blijkt dat zich bij deze telling vele zwarigheden opdeden. Er was. zoo vertelt de N. R. Crt., een gerucht verspreid, dat de telling geschiedde om een hoofdgeld van de in gezetenen te heffen. De rapporteurs spreken het vermoeden uit, „dat wel eenige kinderen niet opgegeven zijn geworden". Eenige inge zetenen verzetten zich tegen de huisnumme ring. Een enkele weigerde beslist elke opga ve. Ingezetenen, die buiten de stad verbleven en wier huizen dus gesloten waren, konden niet worden geteld. De tellers misten de aanwijzingen, hoe te handelen met kinderen, die elders schoolgin- gen of van elders hier op school waren; met personen, die te Amsterdam gedomici lieerd waren, maar buitenlands vertoefden. Een groot bezwaar leverde de „volkrijk heid" in de Jodenbuurt op. „Deeze is 'op zommige plaatsen zo groot, ieder plekje tot op de Vliering toe met zo veelen dier natie in dergelyke huizen was van dien aart, dat alle de Wykmeesters niet hebben clurven in staan, dat 'er aldaar ook niet enkele Men schen, Kinders vooral, over het hoofd zijn gezien worden". Het grootste bezwaar was de korte ter mijn, voor deze telling gesteld. „Des niet te min", verklaart het rapport, „durven ondergeteekenden verzekeren, dat deeze telling zo naauwkeurig is, als in de te genwoordige omstandigheden mogelyk was". De uitslag ervan wordt dan als volgt sa mengevat: 191.855 Christenen, welke uitmaaken 49.736 Huisgezinnen en bewoonen 23 617 Huizen; en 20.225 Jooden, welke uitmaaken 4708 Huis gezinnen, die bewoonen 1627 Hui zen; 4.834 Menschen. alle Christenen, in de Buitenwyken, die uitmaaken 1209 Huisgezinnen en 1156 Huizen be woonen. Zo dat 'er zig binnen de Stad en derzelver Jurisdictie bevinden 196.689 Christenen. 20.335 Jooden. Te zamen 217.024 levendige Zielen; behalven nog 1458 transitoire vreemdelingen, die gevolg- lyk onder het voorgaand getal niet begree- pen zijnwelke ingezetenen der Stad en bui tenwyken te zamen 55.653 Huisgezinnen uitmaaken, en 26.400 Huizen bewoonen. Dit getal van 217.024 Inwoners bestaat uit: 87.494 Christen Mans en Jongens. 9.633 Joodsche dito dito. 109.195 Christen Vrou wen en Meisjes. 10.702 Joodsche dito dito. Zo dat alle de Ingezetenen van het Manne- lyk geslagt bedraagen 97.127 En van het Vrouwelyk 119.897, Te zamen 217.024 Het rapport erkent, dat de telling van de huizen evenmin volkomen juist is als die van de personen. Opgemerkt wordt: le. dat onder dit getal Stallen en Pak huizen begreepen zyn; 2e. dat meestal de Gangen met één No. gemerkt zyn en alle de Inwooners, die zig in zodanigen Gang bevinden, in ééns zyn opgeschreven 3e. dat met zommige Hofjes op gelyke wyze is gehandeld. De Jaarboeken van November 1795 geven den uitslag van deze telling in de meeste plaatsen van Holland. Wij stippen er het volgende uit aan: i i sm Als ze nu bijtijds merkte dat ze ontdekt was, kon ze naar de voordeur loopen en hard schellen. Ze verzamelde al haar kracht, maar zag toen het bord: louer. Het huis was leeg. Haar eenige hoop was doodstil liggen en ze vertrouwde op de zwarte schaduw om haar te vergen. Z% hoorde Holliday naderen tot bij de plek waar ze lag, toen terugkeeren, de straat weer op, overal rondkijkende. Hij moest begrijpen, dat ze niet ver weg kon zijn en tenzij er iemand langs kwam, kon ze dade lijk ontdekt worden. Haar hoofd duizelde nog van alle stompen die ze gekregen had en in weerwil van het gevaar, waarin ze verkeerde, voelde ze ontspanning over zich komen. Ze snakt* naar rust en die gedachte had iets bedwel- mends. Hoe heerlijk om zich te laten weg zinken in sluimering of flauwte; het werd haar zwart voor de oogen. Maar het was of een inwendige stem haar aanspoorde tot handelen en ze verzette zich tegen de be dwelming. Wat er ook gebeurde, ze moest volhouden, ze moest. Ze hoorde Holliday den anderen kant uitgaan, stilhouden en weer terugkeeren. Over een seconde zou hij op dezelfde hoogte zijn. Door een spleet in de heg zag ze zijn voeten besluiteloos be wegen. Waarom kwam er niemand? Lang zaam kwamen de voeten nader. Waarom draaide hij zoo rond op die plek? Op een afstand van vijf voet stond hij stil. Ze kon hem niet meer zien, maar voelde zijn nabij heid. Ze wist dat hij door het dichte ge bladerte keek om de duisternis te doorbo ren. De onzekerheid was niet uit te houden, ze had een gevoel of ze moest roepen: „Hier ben ik, wbi ga je met me doen?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 9