DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
20 korting
Uit het Parlement
Buitenland
Stoomerij en Ververij
Xo. 293
WOlvVNIIAt; 19 \OVEHBEK 1930
132e Jaargang.
Dagelijkseh overzicht.
VANAF HEDEN
OP ALLE STOOM- EN VERF-
GOEDEREN.
I
Deze Conrant wordt ELKEN AVOND, behalvi Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE AD VERTE NTIEN
Per regel 0.25, bij groots contracten rabat. Groota
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER A ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
DEN HAAG, 18 November 1930.
Repliekendagkliekendag, neen die oude
woordspeling op de taaiheid van een reeks re
plieken bij een begrootingsdiscussie in de
Tweede Kamer, gaat ditmaal niet ten volle op.
We hebben hedenmiddag wel een en ander ver
nomen, dat de moeite van het hooren zeker
waard was. Intusschen was dit niet met alle
redevoeringen het geval. Er zijn er tusschen
één en zs uur heel wat gehouden!
Achtereenvolgens hebben zich doen hooren
de elf heeren Rutgers van Rozenburg (c.h.), Al-
barda (s.d.a.p.), Knottenbelt (lib.), L. de Visser
(comm.), Nolens (r.k.), Heemskerk (a.r.), Ling-
beek (h.g.), Van Vuuren (r.k.), Kersten (st.gr.
staatsp), Schoking (c.h.) en dr. Bierma (lib.).
Niet alleen hebben we kunnen volgen: de luid
sprekersinstallatie was blijkbaar niet in orde en
de Kamer was vooral in den aanvang zeer roe
rig, zoodat de voorzitter herhaaldelijk tot stilte
moest vermanen.
Enkele sprekers hebben intusschen wel het
oor der Kamer gehad en toen b.v. de heer
A 1 b a r d a sprak was het doodstil in de zaal.
Na eerst den minister van Financiën te heb
ben verzekerd, dat de besteding der overschot
ten van de laatste begrootingen niet ten goede
van het sociale leven was gekomen, heeft hij
den minister Ruys de Beerenbrouck uiteengezet,
dat deze niet kan spreken van uitwassen van
het kapitalisme, die een slechten invloed op het
maatschappelijk leven hebben, maar dat dit het
geval is met het gansche kapitalisme, waarte
genover hij het socialisme verheerlijkte. Maar
toen kwam hij tot het hoofdpunt van zijn rede,
tot wat hij wilde noemen het gesprek van den
dag. Dat was de eventueele houding van de
sociaal-democratie hier te lande tegenover een
door de regeering gelaste mobilisatie.
b at men daarin zoo groote belangstelling be
toont, ligt volgens hem aan twee oorzaken.
Vooreerst aan de toeneming van het oorlogsge
vaar, maar in de tweede plaats aan den schrik,
die de petitionnementsactie tegen de z.g. Vloot
wet had verspreid. Daaruit is duidelijk geble
ken, hoezeer de vredesbeweging om zich heen
grijpt en men heeft behoefte gevoeld aan een
tegenactie.
Die zouden evenwel hij en zijn medestanders
wel overwinnen, gelijk zij ook bij de actie in
1903 en in 1918 hadden gedaan, ten minste vol
gens zijn inzichten. De uiting welke hij heeft
gedaan, dat men desnoods met onwettige mid
delen weerstand zal bieden tegen een mobilisa
tie, is niet nieuw, Zii strookt volkomen met de
in 1928 genomen resolutie, waarin alles te lezen
staat wat men op de thans hem gestelde vragen
ten antwoord zou wenschen, Zij is duidelijk ge
noeg, maar natuurlijk geeft zij de vormen eener
actie tegen een mobilisatie niet aan. Die hangen
van de omstandigheden af. Wij, sociaal-demo
craten, ging de heer Albarda ongeveer voort,
verwerpen de gewapende landsverdediging uit
ons zedelijk gevoel, daarnaast echter ook uit de
verstandelijke overweging, dat gewapende ver
dediging onmogelijk is Het zou gelijk staan met
zelfmoord. Volgens hem zou de heer Colijn
reeds in 1923 hebben verkondigd, dat verdedi
ging bij onze huidige oorlogstechniek onmogelijk
is Een ander spreker heeft evenwel later ver
klaard, dat dit een vei draaiing van Colijns
woorden zou zijn.
Wij verwerpen dus den oorlog als een mis
daad en de landsverdediging als een gevaarlijke
waan. Zoo denkt men er in andere kleine lan
den ook over. Wat nu de positieve vragen van
den minister-president aangaat verklaart spr. op
de eerste vraag, of de S. D. A P. een mobili
satie voor de landsverdediging afkeurt, dat zijn
Partij de gewapende landsverdediging afkeurt
en dus een mobilisatie daartoe niet zal goedkeu
ren. Op de tweede vraag, of, in geval van mobi
lisatie, de S. D. A. P. hare medewerking zal
verleenen, gaf de heer Albarda mede een stellig
ontkennend anSwoord. Hij knoopte daaraan een
betoog vast, dat de anti-oorlogsgeest ten onzent
steeds meer veld wint en dat daartegen niet te
strijden valt met behulp van regeeringsmaatre-
gelen, gelijk de heeren Schokking en Heems
kerk zouden willen. Men kan nu eenmaal de
•nnhangers van een partij als de S. D. A, P. niet
uit de volksgemeenschap bannen. Dat heeft het
buitenland, met name Oostenrijk, geleerd en
spreker vertrouwt op de toekomst en spot met
Mogelijke dwangmaatregelen, waarmede men de
arbeidersklasse zou dwingen tot een strijd, dien
zij niet vraagt, maar ook niet vreest en waarbij
Z1I v»n de overwinning verzekerd is. Applaus
*an de partijgenooten in de Kamer volgde op
ueze rede.
De tweede spreker, waarnaar de Kamer met
aandacht heeft geluisterd was Mgr. Nolens, de
t ,®i^er van de R.K. Staatspartij. Men was in het
ijzonder nieuwsgierig naar zijn meening om-
frent de motie van den heer Van den Tempel
etreffende de herziening van het veelbespro-
6n ,®ez°ldigingsbesluit. Als hij, en dus zijn
Partij, zich voor de motie mochten verklaren,
|*as de aanneming er van verzekerd en kwam
®t kabinet in een zeer lastig parket. Maar hij
aastte zich niet met een verklaring daarom-
ren'. Na de positie van het ministerie tegen-
over de rechterzijde nogmaals te hebben be
sproken en wat meer nadruk te hebben gelegd
®P de noodzakelijkheid van goed georganiseer-
e economische voorlichting, de instelling van
en Spoorwegraad te hebben aanbevolen enz.,
J*am bij tenslotte bij de salariskwestie. Deze
*sf ï.i, gerelegeerd worden naar een ftoed in
gericht Georganiseerd Overleg, waaronder ook
de onderwijzers moeten gebracht worden en dat
periodiek een onderzoek instelt naar' den stand
van zaken. Wat nu de gevraagde hervormingen,
alias verhoogingen, aangaat, achtte de spr.
daarvoor den tijd niet gunstig. Er moet afge
wacht worden tot de malaise en hare gevolgen
voorbij zijn en dan moet de regeering handelen
vóór er om wordt gevraagd. Moet er dus ge
wacht worden op een gunstig oogenblik, er zijn
sommige groepen die men billijkheidshalve niet
lang mag laten wachten. In het bijzonder dacht
hij daarbij aan de contractarbeiders. Maar ter
wijl hij toch al niet veel gevoelde voor moties,
welke den regeering eischen van bestuur stel
len, verklaarde hij zich op dit oogenblik niet
bereid vóór de motie-Van den Tempel te stem
men. Men kan dus wel overtuigd zijn, dat deze
geen meerderheid in de Kamer zal vinden, te
meer omdat verschillende sprekers zich uit
drukkelijk er tegen hebben verklaard.
Daartoe behoorde ook de heer Heemskerk,
die op zijn gewone keuvelende wijze de Kamer
tot luisteren dwong. Het is een geestig spreker
en ondanks het klimmen der jaren gaat er een
zekere frischeid van hem uit. Zoo toen hij den
heer Albarda bestreed en hem duidelijk maakte,
dat diens opvattingen omtrent oorlogsgevaar en
mobilisatie wel wat te simpel van aard zijn. Hij
legde daarbij den nadruk er op, dat men een
even vredelievend mensch kan zijn als de heer
Albarda, maar daarom nog geen voorstander
van éénzijdige ontwapening behoeft te wezen.
Hij zelf is voor ontwapening mits deze algemeen
plaats heeft. Hij stelde daarbij den heer Albar
da nog de vraag, of hij wel heeft bedacht, dat
de door hem aanbevolen houding in geval van
mobilisatie ons niet enkel zou vrijwaren van een
aanval van een vijand, maar ons bovendien een
burgeroorlog zou bezorgen, zoodat ons land dan
aan dubbele ellende zou blootstaan.
Wanneer we ten slotte nog vermelden, dat
de heer Kersten op zoo levendige wijze
pleitte voor hulp aan den landbouw in deze be
narde dagen, dat de volgende spreker, de heer
Schokking, het noodig achtte hem daar
over te kapittelen, waarbij hij hem tevens ver
weet te veel met het woord des Heeren in het
Parlement te schermen, meenen we hiermede te
kunnen volstaan. Morgen komt de regeering aan
het woord en wellicht is er dan gelegenheid op
enkele heden besproken punten nog terug te
komen.
Na afloop van de algemeene beraadslagingen,
wat morgen in den loop der vergadering is te
verwachten, komt het eerst aan de orde de
Begrooting van Arbeid. Hedenavond wordt zeer
waarschijnlijk de begrooting van Buitenlandsche
Zaken afgehandeld.
HET AFTREDEN VAN DEN FRANSCHEN
MINISTER VAN JUSTITIE PERET.
Door de regeering zelf gedwongen om
af te treden?
Voorloopig het einde van zijn politieke
loopbaan.
Het bericht, dat de Fransche minister van
justitie plotseling was afgetreden (men zie ons
nummer van gisteren), heeft wel de noodige
verrassing gewekt. Immers, nog Vrijdag
avond van de vorige week was een kwestie
van vertrouwen in de regeering door de
Fransche Kamer met 47 stemmen meerderheid
aangenomen, zoodat er eigenlijk „geen vuiltje
aan de lucht was."
Waarom dan dit onverwachte aftreden?
In de Kamer-zitting van Vrijdag was Péret
van socialistisch-radicale zijde aangevallen.
Men verweet hem volgens de N. R. Crt., dat
hij in 1926 als minister van financiën goed
gevonden had, dat aandeelen van een Italiaan-
sche onderneming op de Parijsche beurs ver
handelbaar werden gesteld, wat te voren door
drie achtereenvolgende ministers van finan
ciën was geweigerd.
Enkele maanden later had Péret goedge
vonden, de financieele raadsman van den fi
nancier Oustric te worden, wiens bank thans
in moeilijkheden verkeert en tegen wien een
aanklacht is ingediend.
Tot de oppositie behoorende Kamerleden
hadden de vraag gesteld of Péret nu wel de
persoon was om als minister van justitie een
zaak 'te instrueeren, waarin Oustric. wiens
raadsman hij was, de gecompromitteerde
was.
Péret had in de Kamer dit feit erkend, maar
Tardieu had verklaard, dat hij het niet noodig
had gevonden Péret te verzoeken af te tre
den, want de tegen hem ingebrachte feiten
brachten weer de heele kwestie van den ad
vocaat-Kamerlid te berde en het parlement
heeft dit vraagstuk nog niet opgelost.
In de Kamervergadering van Vrijdag heeft
de meerderheid haar vertrouwen in de regee
ring uitgesproken en een socialistische motie,
waarbij Péret direct werd aangevallen, is
zelfs niet in behandeling genomen.
De zaak moest men dus wel als afgehan
deld beschouwen, zoodat de verrassing van
het aftreden wel heel begrijpelijk was.
Wat gebeurde er echter? De Parijsche cor
respondent van bovengenoemd blad geeft er
het volgende relaas van
Tardieu heeft een handigen zet gedaan door
Péret als minister van justitie door Chéron te
I vervanoreu. Al. minister van iustltie had Péxet
zich aan kritiek blootgesteld. Na indertijd de
Sina Viscosa tot de Parijsche beurs te hebben
toegelaten, beging hij na zijn aftreden als mi
nister \an financiën enkele jaren geleden de
onvoorzichtigheid den bankier Oustric van
rechtsgeleerden raad te dienen Men weet, dat
deze bankier gerechtelijk vervolgd wordt.
Péret was toen eerst gewoon Kamerlid. De
vorige week heeft Tardieu hem in de Kamer
verdedigd. De vele anderen, die het Kamer
lidmaatschap met de advocatuur combinee
ren, zouden desgelijks gedaan hebben. Het
vraagstuk van de onvereenigbaarheid van de
ambten is daarmee opnieuw gesteld. Het par
lement heeft zich daar herhaaldelijk mee bezig
gehouden. Een bevredigende oplossing werd
nog niet gevonden. De combinatie is vooral
netelig voor een minister van justitie. Op de
integriteit van Péret is daardoor geen smet
geworpen. Het stelsel deugt niet.
Chéron zag dit in en bedankte daarom als
advocaat toen zijn politieke loopbaan begon.
Al negen maal was hij minister bij allerlei
departementen. Dat van justitie heeft hij nog
nooit beheerd. Om zijn persoonlijke eigen
schappen en financieele bekwaamheden staat
Chéron vooral in den Senaat hoog aange
schreven. Acht maanden geleden moest hij als
minister van financiën aftreden. Hij verzette
zich toen tegen den algemeenen aandrang
naar ingrijpende belastingverlaging. Chéron
waarschuwde tegen de gevolgen van de na
derende economische crisis. Tardieu was toen
verplicht hem te laten vallen en hij werd ver
vangen door Reynaud. Deze geniet niet het
vertrouwen dat in Chéron gesteld werd. De
loop van zaken heeft het pessimisme van
Chéron grootendeels in het gelijk gesteld. Hij
is thans in eere hersteld. Als minister van jus
titie is hij onder-voorzitter van den minister
raad. Zijn technische kennis komt in de tegen
woordige moeilijkheden te stade De positie
van het kabinet is, met name in den Senaat,
door zijn intrede in het ministerie versterkt.
Juist in den Senaat deed zich een zekere vij
andschap tegen Tardieu voor.
Gisteren kwam er een discussie aan de orde,
die Péret na de laatste onthulling in een deli
caat parket had kunnen brengen. Op die ma
nier werd het kabinet in zijn geheel bedreigd
Waarom heeft Péret drie dagen gewacht
alvorens de conclusie te trekken uit het
Kamer-debat over de bankmoeilijkheden?
Booze tongen beweren, dat Doumergue en
Tardieu hem er hebben uitgezet. In elk ge
val zijn de omstandigheden, waarin zijn ont
slag-aanvraag werd aanvaard, voor Péret niet
vleiend. Zijn politieke loopbaan is voorloopig
geëindigd. De kans is echter niet uitgesloten,
dat hij later weer minister wordt. Als Sena
tor kan hij den loop van zaken afwachten.
Het presidentschap van de Republiek zal hij
echter verspeeld hebben. Als opvolger van
Doumergue kwam hij ernstig in aanmerking.
In de tweede plaats werd hij als aanstaand
voorzitter van den Senaat gedoodverfd. Deze
•hooge sprong zal hem nu wel niet meer ge
lukken.
TARDIEU CONTRA BRIAND.
Léon Blum meent dat Tardieu
in zijn jongste redevoering
dwars tegen Brlands politiek is
ingegaan.
Het N. T. A. meldt uit Parijs, dat het
socialistische Kamerlid Léon Blum in de „Po
pulaire" eenige beschouwingen wijdt aan de
redevoering welke minister-president Tardieu
in de afgeloopen week in de Kamer over de
buitenlandsche politiek heeft gehouden. Blum
is van meeening, dat de rede van Tardieu van
groot gewicht is en dat haar uitwerking op
ae buitenlandsche politiek in de komende da
gen meer en meer zal toenemen. Aan het
slot van zijn betoog heeft Tardieu bijna
plechtig verklaard, dat hij het in alle essen-
tieele punten met Briands program eens was,
terwijl echter in werkelijkheid het verschil
tusschen beider opvattingen direct in het oog
valt.
Het gaat hier niet om een formeel verschil
in toon, doch om materieele directe tegenstel
lingen, zegt Blum. Wat Tardieu over de in
het Verdrag van Versailles vervatte verplich
ting tot ontwapening heeft gezegd, n.1. dat
onhvapening voor Duitschland verplich:,
voor de overwinnaars facultatief is, kan on
mogelijk de meening van Briand zijn. Briand
heeft positief het tegenovergestelde beweert
van datgene, wat Tardieu over de mogelijk
heid van een revisie der in het Vredesverdrag
vervatte bepalingen heeft gezegd. Wanneer
men den tekst van beider redevoeringen ver
gelijkt, dan valt het op dat Tardieu veel dich
ter bij FranklinBouillon staat, dan zijn mi
nister van buitenlandsche zaken.
Léon Blum besluit: De redevoering van
Tardieu heeft een meerderheid in de Kamer
gevonden. Het is thans komen vast te staan
dat de regeering-Tardieu er een is van natio
nalistische reactie tegenover het buitenland
DE STAKING IN SPANJE.
Stakingsonlusten in verschillende
steden.
Te Alicante is eveneens de algemeene sta
king afgekondigd. Het verkeer in de stad ligt
geheel stil. Bij botsingen tusschen stakers en
politie werden verscheidene personen ge
wond.
Toen te Madrid de bouwvakarbeiders het
werk trachtten te hervatten, werden zij daar
in met geweld verhinderd. De syndicalisten
willen de staking uit alle macht doorzetten.
Onlusten te Barcelona.
Naar gemeld wordt hebben in het Zuiden
van Barcelona in Spanje botsingen plaats
gehad tusschen arbeiders en politie. In het
havenkwartier ontstond een geregeld vuur
gevecht tusschen beide partijen, waarbij 2 ar
beiders gedood en 3 gewond werden.
De scholen hervatten het werk;
alles weer rustig te Madrid.
De met het oog op de wanordelijkheden
der laatste dagen gesloten scholen en univer
sitaire cursussen hebben het werk weer her
vat. Alles is volkomen rustig.
VAN
DE ONTWAPENINGSCOMMISSIE.
Een incident.
In de zitting van de Ontwapeningscommis
sie kwam het tot een kort incident tusschen
den voorzitter Loudon en Litwinoff, toen
laatstgenoemde erop wees, dat een deel van
de Russische vloot zich nog steeds in gevan
genschap van een Europeesche mogendheid
bevindt.
De voorzitter onderbrak onmiddellijk de
zitting en wees erop, dat hij onder geen en
kele voorwaarde de bespreking kon toe
laten van kwesties, die met de eigenlijke be
sprekingen geen verband houden.
Het betreft hier naar men weet Russische
schepen, die na de Russische revolutie door
de Fransche regeering voor het transport van
Wrangeltroepen naar Zuid-Rusland ter be
strijding van de regeering te Moskou en die
zich thans in een der Fransche havens be
vinden.
In den loop van de zitting traden verschil
lende tegenstellingen tusschen de kleine en
groote maritieme mogendheden aan den dag.
Er werd een sub-commissie, voorgezeten
door Politis, benoemd, die nieuwe voorstellen
zal doen.
DE FINANCIEELE TOESTAND
VAN ITALIË.
Verlaging der ambtenaars
salarissen.
De ministerraad van Italië is gister bij
eengekomen teneinde besprekingen te houden
over den financieelen toestand, die voor de
eerste vier maanden van het loopende jaar
een deficit aangeeft van 729 millioen. De
raad heeft in tegenstelling met vroegere ver
klaringen besloten geen nieuwe belastingen
te heffen en evenmin de bestaande belastin
gen te verhoogen, doch zonder verwijl over
te gaan tot het doorvoeren van alle moge
lijke bezuinigingen met het oog op een voort
schrijdende vermindering der fiscale lasten.
In verband met deze richtlijnen heeft de raad
een decreet-wet aangenomen, waarbij de sa
larissen der ambtenaren met 12 pCt. worden
verlaagd. Deze maatregel, welke onmiddel
lijk gepubliceerd werd, zal met den eersten
December ingaan.
OUD-MINISTER VAN ARGENTINIË
GEARRESTEERD.
De Argentijnche oud-minister van buiten
landsche zaken dr. Byhanarte is te Monte
video op last der Argentijnsche regeering ge
arresteerd en overgebracht naar Buenos
Aires.
Dr. Byhanarte zal zich voor een rechtbank
te hebben verantwoorden voor de door hem
gevoerde administratie die niet in orde bleek
te zijn.
STEGERWALD TE LONDEN.
Te Londen zijn gisteren de besprekingen,
waarvoor Stegermann naar Londen gekomen
is, beëindigd. Met het Engelsche ministerie
van arbeid werden 3e moeilijkheden bespro
ken, die nog in den weg staan van de 8-uurs-
overeenkomst van Washington. Met het mi
nisterie van binnenlandscbe zaken werden de
kwesties besproken van een uniforme ge
wichtsaanduiding voor zware vrachtstukken
en de bescherming van arbeiders, die bij het
laden en lossen van schepen werkzaam zijn
Men is voornemens deze laatste kwestie bin
nenkort te Hamburg verder te bespreken. In
zake de achtuursovereenkomst kwam men tot
de overeenkomst, dat van beide kanten de
ratificatie zou worden voorbereid.
De besprekingen met den minister voor
mijnbouw betreffende voorbereiding van de
op 28 Mei te Genève aanvangende conferen
tie inzake de conventie over den arbeidstijd
in de mijnen. De Engelsche berekening telt
de arbeidstijd op den eigenlijken plaats van
den arbeid, terwijl de Duitsche opvatting de
tijd om daar te komen en vandaar weer bo
ven den grond te geraken wordt medegere-
kend, zoodat 8 Engelsche werkuren gelijk
staan met 8 uur 39 minuten volgens de Duit
sche berekening.
In aansluiting hierop had dr. Stegermann
nog een onderhoud met den Engelschen mijn
eigenaar Shinwell over den economischen
kant van de internationale kolenkwestie. Het
sluiten van een kolenkartel zou in eerste in
stantie een zaak zijn der industriën van beide
landen. Met het oog op de andere steenkool
produceerende landen is dit probleem zeer
moeilijk.
De Duitsche delegatie vertrok heden-
1 morgen uit Londen,
DRIE DIEFSTALLEN BINNEN EEN
HALF UURI
Voor 28.000 M. aan kostbaar
heden gestolen.
In den nacht van Zondag op Maandag
hebben te Berlijn twee elegant gekleede hee
ren, die in een luxe auto waren gezeten, bin
nen het half uur in drie winkels hun slag ge
slagen en voor 28.000 M. aan kostbaar
heden gestolen.
Ongeveer half drie stopte een auto voor een
froote juwelierszaak op den hoek van de
riedrichstrasse en Mohrenstrasse. Zij sloe
gen een winkelruit in, wisten uit de uitstalkast
een groote hoeveelheid armbanden enz. weg
te grissen en herhaalden hetzelfde spelletje in
een juwelierszaak, eenige huizen verder ge
legen. Toen de voorbijgangers toeschoten en
de politie gewaarschuwd werd, reden de hee
ren rustig weg naar een magazijn op den
hoek van de Charlotten- en Mohrenstrasse,
waar zij1 voor een waarde van ongeveer 9000
M. buiten maakten.
De bestolen firma's hebben een groote be
looning uitgeloofd; de daders zijn spoorloos
verdwenen.
EEN SMOKKELSCHIP IN BESLAG
GENOMEN.
Een vroeger Duitsch oorlogsschip.
Naar het N. T. A. uit Helsingfors meldt,
heeft de Finsche politie na een hevigen strijd,
waarbij gebruik werd gemaakt van vuurwa
pens, beslag gelegd op een dranksmokkel-
schip met ongeveer 5000 gallons spiritualiën
aan boord. Zeven smokkelaars werden aan
boord van het schip, dat een vroegere Duit
sche duikbootjager was en de Perzische vlag
voerde, gevangen genomen.
DE WERKELOOSHEID IN ENGELAND.
Het aantal werkloozen is in Engeland in
de week tot 10 November met 1350 terug-
geloopen, doch bedraagt thans nog ruim een
millioen meer dan in dezelfde week van het
vorig jaar.
STORM BOVEN DE IONISCHE ZEE.
Boven de Ionische Zee heeft gedurende 4&
uur een hevige storm gewoed, die o.a. te Sy-
racuse groote schade heeft aangericht. In de
haven werden tal van schepen vernield. E?n
aantal zeelieden is door verdrinking om het
leven gekomen. Ook de te velde staande ge
wassen hebben ernstig te lijden gehad.
VECHTPARTIJEN TE LEIPZIG.
Voor den ingang van het Universiteitsge
bouw te Leipzig hebben vechtpartijen plaats
gehad tusschen studenten en nat.-soc. De po
litie slaagde er na veel moeite in het plein
te doen ontruimen, zoodat grootere excessen
konden worden voorkomen.
GENERAAL BLUCKER IN RUSLAND
GEARRESTEERD?
De „Sozialistische Rote", het Berlijnsche
centrale orgaan der Russische sociaal demo
craten heeft volgens den „Vorwaerts" uit be
trouwbare bron in Moskou bericht ontvan
gen, dat tezamen met Ssyrzow gearresteerd
zijn Andrejew, lid van den hoogsten krijgs
raad en generaal Blucher, de opperbevelheb
ber van het Sowjetleger in het Verre Oosten
DE POSTDIEFSTAL UIT DEN
RIJNOEVERTREIN.
De postdiefstal uit een der wagons var
den Rijnoevertrein, die indertijd veel opzien
heeft gebaard, is thans opgehelderd.
Gisternacht werden een postbeambte en
twee werkloozen aangehouden. De eigenlijke
aanstichter van de diefstal was de postbe
ambte geweest en de beide werkloozen had
den de daad volbracht. Alle drie arrestanten
bekennen. Van het gestolen bedrag van
6100 R.M. kon nog slechts een tiende gedeel
te worden achterhaald.
HEVIG GEVECHT IN EEN ENGEL
SCHEN TRETIJ.
Gisteren werden onder bewaking van twee
beambten vier motorbandieten van Winches
ter naar Princetown overgebracht. De ge
vangenen hadden de handboeien aan. Des
ondanks wierpen zij zich op een gegeven mo
ment op hun bewakers met wien zij een he
vig gevecht voerden, in den loop waarvan de
bewakers 't onderspit zouden hebben gedol
ven, wanneer niet op 't critieke oogenblik 'n
treinconducteur te hulp was geschoten, die de
kansen deed keeren. Hierop wist een der ban
dieten zich toch nog los te rukken en uit den
trein te springen. Hij was op slag dood.