Holleweg 289a, Heiloo.
Danmeise
L. FRANKENBERG - Langestraat 28.
L. FRANKENBERG - Langestraat 28.
B. W. G.
Net Meisje,
C. H. KROON
Noodhulp Winkeljuffrouw.
Hulp in de Huishouding,
HULPVERKOOPSTER.
Serieprijzen
Woonhuis,
CONKLIN, de Vulpenhouder voor Uw leven.
Herm. de Haan,
BEKWAAM ELEGTRICIEN
Serie I f 49.75
II -32.50
- 19.75
Electricien.
BEKWAME ELEGTRIGIENS
GEVRAAGD.
Hdvertentiën
-
PIANIST,
VERHUISD
van Payglop 10, Alkmaar naar
ONBEPERKTE GARANTIE.
ALLEENVERKOOP VOOR ALKMAAR EN OMGEVING
Gevraagd voor direct
LANGESTRAAT 23.
Zeer voordeelige
aanbieding.
Langestraat 41-43-45.
Damesconfectie
en Dameshoeden
2e Bediende
Ingezonden stukken
Jeugdlectuur.
pen 29sten November a.s. ho
pen onze geliefde Kinderen
A. MAREES
en
I. BROMMER
ftun 12K-jarige Echtvereeniging
te herdenken.
Hun liefhebbende Ouders,
C. MAREES en
A. NIEUWLAND.
Nesdijk, Schagen,
Nov. 1930.
L. J. TER BERG
O. TER BERG—NIEUWLAND
geven met blijdschap kennis van
de geboorte van hun dochter
MARIANNE.
Bergen, 22 Nov. 1930.
Breelaan 52.
Geboren
LAURENS CQRNELIS,
loc van
P. N. G. BUREN
en
TH. W. BUREN—ROSKAM.
Alkmaar, 24 Nov. 1930.
Bij beschikking van de Arr.
Rechtbank te Alkmaar d.d. .22
November 1930, is aan JACOB
GROEN, landbouwer en koop
man, wonende te Andijk, sur
séance van betaling toegestaan
voor den tijd van anderhalf jaar,
ingaande 4 November 1930.
Tot bewindvoerder is benoemd
Mr. A. SCHENKEVELD, Advo
caat en Procureur te Alkmaar.
De Griffier der Rechtbank v.d.,
L. A. v. d. BRANDELER.
Tot mijn diepe droefheid
overleed heden, na een
langdurige ongesteldheid,
mijn geliefde Echtgenoot
LAMBERTUS BOOM,
(in leven Commies bij de
Registratie en Domeinen)
(Begiftigd met de Eere
medaille in Zilver, ver
bonden aan de Orde van
Oranje-Nassau),
(oud-Koster der Ev. Luth.
kerk)
in den ouderdom van 63
jaar.
Wed. J. A. BOOM—
GROOSMULLER.
Alkmaar, 23 Nov. 1930.
Snaarmanslaan 151.
De teraardebestelling zal
plaats hebben Woensdag
26 Nov. a.s., des namiddags
half drie, op de Algemeene
Begraafplaats.
GEVRAAGD.
P. KREB, Lindenlaan 65.
Voor direct gevraagd
voor de St. Nicolaas.
SIMON TRIJBETZ,
Langestraat 47.
Heden overleed, zacht en
kalm, na een geduldig lij
den, onze lieve Man en
Veder, Behuwd- en Groot
vader, de Heer
PIETER LEVENDIG,
in den ouderdom van 70
jaren.
Wed. P. LEVENDIG—
STAM
H.-H.-Waard,
T. STEKELBOS-
LEVENDIG.
P. STEKELBOS.
Schoorldam,
I. SPAAN—LEVENDIG.
Jc. SPAAN
en Kinderen.
Rotterdam,
W. ROGGEVEEN-
LEVENDIG.
K. ROGGEVEEN.
Oterleek, 24 Nov. '30.
Elke breuk, onverschillig door welken oorzaak ook ontstaan, zoowel aan de pen
als aan den houder, wordt gratis hersteld, ongeacht of dit een maand of 5 jaar
na aanschaffing geschiedt.
Deze garantie geldt ook voor de Conklin Vulpotlooden.
Gevraagd met Kerstmis een
nette
klein gezin. Brieven lett. M, bur.
„Zijper Courant", Schagerbrug
gem. Zijpe.
Terstond gevraagd een
die zelfstandig kan werken bij
BERN. J. v. KESSEL, Installa
teur te Limmen.
p.g zoekt betrekking als Dienst
meisje. in klein gezin te Alk
maar. Direct indiensttreding.
Brieven lett. C. Adv.-Bur.
P. MIENES, Oudkarspel.
GEVRAAGD EEN
Brieven onder letter A 962 aan
het bureau van dit blad.
Wij vragen voor direct
ELLCTR. TECHN. BUREAU,
A. B. MEIMAN, Hekelstr. 27,
Telefoon 1262.
gevraagd. Uitstekend scheren.
JOH. SWIER, Dames-Heeren-
kapper, Ritsevoort 56.
Brieven onder letter C 964
bureau van dit blad.
Wegens werkverschaffing.
TE KOOP een nienw gebouwd
van prima materiaal 200 M. vart
het fstation, Heiloo. Koopprijs
3800. Brieven onder letter
B 963 bureau van dit blad.
geningen bevat verschillende interessante
artikelen. De begaafde biografieënschrijver
Max Visser, die ons in Op den Uitkijk reeds
levensbeschrijvingen gai van groote persoon
lijkheden als Briand, Mussolini en Henry
Ford, geeft nu een beschouwing over den
Engelschen liberalen staatsman Lloyd
George.
W. Uittenbogaard brengt een rumoerige
Zondag in Edenburgh tijdens de regeering
van Karei I in herinnering, ds. W. M. M. Ie
Cointre vertelt van moderne kerkenbouw,
welk artikel door afbeeldingen van de
nieuwe gereformeerde kerk te Bergen op
Zoom wordt verluchtigd, J. Muiderman
schrijft over heksen, terwijl drs. A. van
Deursen aan de hand van oude platen de
opvoeding in het Mexico uit den tijd der
Maya's nagaat,
Verschillende andere opstellen completee-
ren den inhoud van dit fraaie nummer.
(Buiten verüntwuürdtltjk/ieid van de Re
dactu. De opname in deze rubriek bewits
e'ensiins dni de •ednctie er mede instemt.)
Geachte Redactie,
Bij de opening der openbare vergadering
van Tuindersbelang j.1. Vrijdagavond zeide
ik letterlijk:
„Ik ben bereid met iederen bona fide tuin
derspatroon of personen die in overheids
lichamen zitting hebben en hier mochten
aanwezig zijn van gedachten te wisselen;
echter ben ik niet bereid gezien de er
varingen bij vorige gelegenheid opgedaan
met de veiling-employé's der
Alkm. exportveiling te debatteeren.
Uw verslaggever laat mij zeggen: de
„vuile employé's" enz. Ook heb ik niet ge
sproken over de „beruchte heeren",
maar sprak ik spottend van de „beroemde
heeren".
Met het plaatsen van deze rectificatie,
waarmede ik niet zeggen wil, dat het ver
slag overigens juist weergeeft wat ik heb
gezegd mijn vlot tempo is daarvan wel
licht de oorzaak zult U mij zeer verplich
ten.
Met beleefden dank,
Hoogachtend,
R. ELION.
(Het spijt ons, na deze tegenspraak van
den heer E. toch ons verslag ongewijzigd te
moeten laten. Juist, omdat het tempo het ons
niet mogelijk maakte, om persklaar te schrij
ven, waren we gedwongen op aanteekenin-
gen te werken en merkwaardig genoeg staan
beide uitdrukkingen letterlijk in die notities
Tot nog toe hebben we geen last gehad van
een slecht gehoor en de afstand tusschen den
spreker en de perstafel was niet zoo groot,
dat sommige zinnen verloren gingen.
Wij willen gaarne aannemen, dat de heer
E. het niet zoo bedoeld heeft, maar dan ge
ven wij hem den raad, een volgenden Keer
beter op zijn woorden te letten. Dan zullen
dergelijke passages ook niet in het verslag
komen. Verslaggever.)
Aan de Redactie van de Alkmaarsche
Courant.
M H
,^aar aanleiding van Uw verslag in de
Alkmaarsche Courant van Zaterdag -
^ovember j.1. van de lezing van den heer
B Elion over het onderwerp: Welke
bulp behoeven de noodlijdende Tuin
ders? verzoek ik U het onderstaande
N°or mij te willen plaatsen,
ui den aanhef van Uw verslag staat
at de heer Elion een ieder gelegenheid
v peven van gedachten te wisselen,
ralve de vuile employé's der Alk-
aarsche veiling. Dit is echter niet
aaT' genoemde heer Elior. heeft in geen
val het woord „vuile" gebruikt en
06 of Uw verslaggever een dergelijk
woord kan inlasschen is mij een raadsel.
Op de rede zelf wil ik niet ingaan daar
een ieder die dit verslag leest, zelf kan
beoordeel en hoeveel er gehecht kan
worden aan het gesprokene van den
heer Elion. in verband met den titel van
het onderwerp.
Verder heb ik, na de rede het woord
krijgende, direct gezegd dat ik het met
eerlijk vond om in een openbare verga
dering niet ieder het woord te geven,
vooral ook omdat bovengenoemde em
ployés, behalve het recht dat zij hadden,
deze vergadering bij te wonen (zij was
immers openbaar) bovendien nog door
de vereeniging-Tuindersbelang een bij
zondere uitnoodiging hadden ontvan
gen. Om dan zoo iemand bij voorbaat
het woord te ontnemen lijkt mij wel wat
al te gek.
Waarom, miinheer de Redacteur, uw ver
slaggever een dergelijke passage geheel
verzwijgt, is ook voor mij een raadsel. Ik
heb nl. zes positieve vragen gesteld, die
werkelijk alle zes, hoe dan ook, door
den heer Elion, beantwoord zijn. In uw
verslag echter is er maar van drie spra
ke. Nogmaals meen ik er op te moeten
wijzen, dat een dergelijk verslag voor
Uw lezers, hetzij een scheeve voorstel
ling wekt, of het vertrouwen niet waar
dig is. In beide gevallen hoop ik dat Uw
verslaggevers voortaan op vergaderin
gen welke tuinders en hun belangen
stelden, zich beter van hun taak zullen
kwijten.
Hoogachtend,
W. J. TWISK.
(Waar geen stenografisch verslag ge
maakt is kan ieder begrijpen, dat niet al
het gesprokene woordelijk is opgenomen.
De heer Twisk heeft een zestal vragen
gesteld waarvan wij de vier o.i. belang
rijkste in ons verslag hebben gepubli
ceerd.
Wanneer de heer Twisk er bijzonder
prijs op stelt dat ook bovenstaande door
hem gestelde vraag nog in onze courant
naar voren gebracht wordt, bestaat
daartegen geen enkel bezwaar, zooals uit
de plaatsing van zijn stuk kan blijken.
Wat betreft de door den heer Elion
gebezigde uitdrukkingen verwijzen wij
inzender naar het onderschrift onder
diens stukje.
Verslaggever).
BESTRIJDING DIPHTHERIE EN
ROODVONK.
Antwoord aan mevr. L. v. d. Wal
De Boer te Stompetoren.
Geachte Mevrouw!
In antwoord op Uw ingezonden stuk (Alk
maarsche Courant van 21 Nov. j.1.) kan ik U
mededeelen, dat mijn stuk niet speciaal voor
U bedoeld was. Ik kan mij best indenken, dat
U.boos op mij is. U heeft daar in Stompe
toren en Oterleek de zaak gaar gestoofd en
nu gooi ik roet in het eten. Er zullen er wel
meer zijn, bij wien ik roet in het eten gegooid
heb en die daarom ook wel boos op me zullen
zijn. Dat zal mij echter niet weerhouden, te
zeggen, wat ik gevoel, dat nu eens gezegd
moet worden. Ik strijd niet voor mezelf, ik
heb vrouw noch kinderen, maar ik ben over
tuigd, dat ik op de bres sta voor het geluk en
de gezondheid van duizenden kinderen en
hunne ouders. Zoolang de medici mij niet
overtuigen, dat ik verkeerd ben, zoolang zal
ik spreken.
Mijn stuk moest wel vreeselijk lang zijn,
omdat ik als leek mijn meening gaf, en daar
om zoo duidelijk en geargumenteerd mogelijk
moest zijn; want bij dr. Doyer dekt titel en
ambt. als vlag de lading en die vlag heb ik
niet. Wat betreft die grove aantijging tegen
dr. Doyer omtrent het werken op het angstin
stinct der toehoorders, die durt ik gerust te
handhaven, want hei doel van zijn lezing wgs
daarop gebaseerd; dat U dat zoo niet voelt,
kan ik niet helpen. Eén voorbeeld is genoeg
Dr. Doyer zegt zonder meer, dat er gemiddeld
400 kinderen per jaar aan diphtherie sterven,
dat is wel waar en een feit, maar dan werkt
hij hiermede bewust op het angstgevoel van
de menschen. Denken wij even na hoeveel
procent dat is over het totaal aantal kinde
ren, dat gevaar loopt, dan is dat percentage
natuurlijk zeer gering. Stelt U maar voor dat
op een bevolking van 7 of 8 millioen zielen
3 millioen kinderen zijn, dan kunt U dat per-
tage zelf uitrekenen. (Deze cijfers zijn niet
volgens de statistiek). Het hangt er precies
van af, hoe wij het voordragen. Uw voor
beelden, doen er mij aan denken, dat er ook
heel onschuldige middelen zijn om diphtherie
te genezen en misschien waren er van die 400
kinderen op die wijze nog te redden ge
weest. Deze middelen zijn gepubliceerd en dus
aan de medici bekend, daarom was ook mijn
verwijt: „Waarom grijpt de medicus naar het
gevaarlijke middel van seruminspuiting met
hare nadeelige gevolgen, terwijl volgens de
mededeelingen van betrouwbare doktoren
(ik kan ze U geven) minstens zulke goede re
sultaten worden bereikt met eenvoudige, on
schuldige middelen". Daar zijn b.v. water
behandeling, de behandeling met Bolus alba,
dat is chemisch zuivere pijpaarde, enz. Der
tig jaar geleden is mijn broer van den ver
stikkingsdood gered (ook Diphtherie) door
eenvoudig te laten gorgelen met bloem van
zwavel. De huisdokter had hem al opge
geven, en toen hij de resultaten zag, noemde
hij het een wonder. Dr. A. C. A. Hoffmann
verklaarde in een openbare vergadering van
4 Maart 1921 te Utrecht gehouden: „In de
vele diphtheriegevallen, die ik behandelde, heb
ik slechts twee patiënten verloren, ofschoon
ik nooit serum toepas. Toch ben ik geen te
genstander van serum, maar ik heb het niet
noodig."
Dan komt er een hatelijkheidje. Dr. Doyer
zag mij werkelijk niet voor een gek aan, want
hij trachtte op mijn vraag, waar volgens hem
de besmettelijke ziekten vandaan komen, wel
degelijk een redelijk antwoord te geven. Zelf
heb ik trouwens in mijn stuk die vraag wel
beantwoord, (dus ik breek niet alleen af, maar
bouw tevens op) en wanneer het antwoord nu
zoo onmogelijk was, dan zouden de medici
dat toch wel aantoonen. Dr. Doyer was ge
moedelijk, maar al spreekt hij tegen leeken,
dan moet hij toch ook wetenschappelijk blij
ven. Mijn argumentatie is minstens zoo we
tenschappelijk, als die van dr. Doyer, die
zegt, dat de ziektekiemen in de dorpen weg
waaien en dat in Schoorl 90 pCt. zekerheid is
en in Alkmaar 75 pCt. Wanneer U deze rede
neering van dr. Doyer verder uitdenkt, dan
komt U tot de logische gevolgtrekking dat in
New-York het leven onmogelijk en de zeker
heid van onvatbaarmaking daar ver onder
nul is.
Wat ik gezegd heb over Godsdienst en
Christendom is voor mij een feit en geen spe
culatie op het domme instinct der geloovigen
maar juist een beroep op hun gezond ver
stand. Uw verdere be:,chouwing is niet lo
gisch en niet doordacht. Wat U zegt over de
proeven op dieren, bewijst dat U niet op de
hoogte bent van de vivisectie met hare gru
welen. U en waarschijnlijk zeer vele toe
hoorders met U zijn er bij dr. Doyer inge-
loopen met zijn praatje over de paarden, die
er niets van lijden. Zooals dr Doyer spreekt
over die paarden, zoo sussen de vivisectoren
de menschen in slaap, maar zelf weten ze wel
beter.
Nu uw onlogische redeneering. U schrijft,
dat U het begrijpen kunt dat de medici het
oneens zijn en verder dat U vertrouwen stelt
in de wetenschap, maar in welke wetenschap
dan? U had moeten zeggen: „Ik vertrouw in
de wetenschap van dr. Doyer". Mijn aanha
lingen van prof. Aldershoff, prof. Gorter,
prof. Friedberger enz. vertegenwoordigen
toch zeker ook onyervalschte wetenschap? De
natuurartsen heb ik er buiten gelaten.
Ik ben het vokomen met U eens d.i voor
komen beter is dan genezen. Ik geef ieist aan
op welke wijze dat is te bereiken, n.1. door
een gezonde leefwijze (zie daarvoor ook het
verslag van de lezing over het vegetarisme
Alkmaarsche Courant van 22 Nov., waarin
hetzelfde beweerd wordt.) Daarentegen tracht
ik aan te toonen, dat onvatbaarmaking door
inspuiting met T. A. U. in een stadium is, dat
er geen zekerheid is (prof. Gorter en prof.
Aldershoff); dat de medici het met elkaar
heelemaal niet eens zijn, zelfs dr. Doyer niet
met dr. Heyermans, dat het middel verre van
onschuldig is (prof. Friedberger) en nu toon
ik U aan, dat dr. Doyer zelf gaat twijfelen
aan zijn theorie (90 pCt. Schoorl75 pCt.
Alkmaar).
Daarom mijn waarschuwing aan de ouders.
„Gij zijt veiantwoordeiijk voor Uw kinde
ren, gebruikt uw eigen verstand en niet alleen
het verstand van den dokter".
Wanneer men mij verder nog wil bestrijden
moet men dat doen door mijn stellingen aan
te vallen.
Ie. De medici mogen geen ongeoorloofde
middelen gebruiken;
2de. Het inenten met „oncontroleerbare"
vergiften is ongeoorloofd;
3de. Zoolang niet vaststaat, dat inenten
met T. A. U. ongevaarlijk is, mag men ge
zonde kinderen niet aan het gevaar bloot stel
len om later daarvan zenuw-, hart-, of nier
kwalen te krijgen (het kan jaren duren voor
dat ze zich openbaren);
4de. Men mag geen propaganda maken
voor een medische behandeling, die niet ab
soluut zeker is;
5de. Er zijn onschuldige geneesmethoden,
die minstens zooveel ^ucces hebben, dan de
nu toegepaste gevaarlijke geneesmetho len.
Het is weer lang mevrouw, maar ik moet
duidelijk zijn.
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend.
L. ZAADNOORDIJK,
Schoorl.
Schoorl, 22 Nov. 1930.
(Wij gelooven, dat de kwestie nu voldoende
bekeken is en sluiten daarom deze discussie.
Red. AHcm. Crt.)
Bij Gebr. Kluitman te Alkmaar is Het
Kapersjong, ten nieuw boek van Joh. H.
Been verschenen. Nieuw is het eigenlijk niet
want het is een samensmelting van de vroe
ger verschenen uitgaven De Pleegkinderen
van den Veteraan en De Strijd om een Kei
zerskroon. Van beide boeken is thans een
doorloopende vertelling gemaakt, maar het
Kaperjong is de hoofdpersoon gebleven. Dat
is Mar, de jonge vicomte, die als vondeling
in het gezin van Jean Baptiste Dunanche
gebracht wordt en door de verhalen van de
zen veteraan Napoleon leert liefhebben.
Eerst later wordt ontdekt wie hij in werke
lijkheid is maar hij laat nimmer zijn rechten
op de oude bezittingen gelden, daar hij bij
Waterloo zoo zwaar gewond wordt, dat hij
in dienst van zijn keizer het leven laat.
Joh. Been heeft van dit alles een boeiend
verhaal gemaakt waarin heel wat histori
sche gebeurtenissen verwerkt zijn.
Op den Hallenburg is de fantastische ge
schiedenis verteld door A. J. van der Knaap
van een oud slot waarop de jonker twee H.
B. S.-ers te logeeren krijgt, waarmee hij toe
vallig in aanraking is gekomen. Behalve de
graaf zijn er op het kasteel o.a. een schurk
achtige secretaris, een vrij onbetrouwbare
chauffeur en een juweel van een ouden huis
knecht. Terwijl de jongens allerlei aardige
avonturen beleven en de graaf op reis is
wordt er een belangrijk bedrag gestolen en
de diefstal is zoo handig in elkaar gezet dat
de knech daarvan verdacht wordt. Deze
wordt door den secretaris in een ouden kas
teeltoren opgesloten maar de jongens laten
hem hieruit ontvluchten en dank zij hun op
treden wordt de secretaris gearresteerd en de
knecht in eere hersteld. Een prettig verhaal,
dat Pol Dom aardig geïllustreerd heeft.
Bij dezelfde uitgevers verscheen een boek
van Chr. van Abcoude getiteld In het land
van Uncle Sam. Het is min of meer fantas
tisch want een in Amerika weggeloopen jon
ge matroos valt in dit boek in handen van
smokkelaars en komt daarbij terecht in ge
heime kamers, die in den grond kunnen weg
zinken enz. Deze dranksmokkelaars beschik
ken zelfs over onderaarsche gangen, vlieg
tuigen en duikbooten, maar na allerlei avon
turen beland Tom, de jonge matroos, bij een
professor, die nog veel machtiger is dan de
bandieten, daar hij allerlei wonderbaarlijke
machines heeft uitgevonden. Hij kan op el-
ken afstand door alle huizen heenkijken, hij
vindt preparaten uit waardoor de menschen
geen slaap en geen voedsel meer noodig
hebben en hij bestuurt een vliegmachine, die
duizend mijl per uur maakt. Door dergelijke
machines gelukt het de smokkelaars uit te
roeien en Tom, die daarin een groot aandeel
heeft, wordt de held van den dag.
Van wat fantasie houden de jongens wel
en zij zullen dus ook in dit verhaal veel voor
lief nemen waarover ouderen wel eens het
hoofd zullen schudden.
Bij de N.V. G. B. van Goor Zonen's Uit
geversmaatschappij te Den Haag versche
nen eenige aardige kleuterboeken. Anna Su-
tcrius schreef Het beek van kleine Eric,
waarbij Sijtje Aafjes de plaatjes teekende.
Het is de geschiedenis van een klein jongetje,
wiens mccder voor gezondheid naar Zwitser
land is Hij speelt in den tuin, krijgt een ech
ten bokkenwagen, gaat op een verjaarsfeestje
en beleeft nog allerlei prettige avontuurtjes
en het toppunt van geluk is aangebroken als
zijn moeder gezond weer in het gezin terug
gekeerd is.
In de serie Gezellige uurtjes verschenen
bij dezelfde N.V. nog een paar aardige kleu
terboekjes. Leonard Roggeveen verhaalt bij
leuke door hem zelf geteekende plaatjes van
Het Prinsesje en de Roode Toovenaar, het
verhaal van het prinsesje uit speelgoedstad
dat niet lachen kon en door een .toovenaar,
die op een zilveren fluit speelt aan het lachen
gebracht wordt.
Dien Brinkgreve beschrijft bij plaatjes
van Sijtje Aafjes, Wat de zon vertelde. Fiet
is het verhaaltje van Tineke, die lang ziek
is geweest en nu iederen dag met haar moe
der naar het strand gaat. Dan slaapt Tineke
in en komt de zon haar allerlei mooie ver
haaltjes vertellen, van bloemen, van vogels,
van vissehen en van een klein meisje, dat bij
haar grootmoeder in een heel klein huisje
woonde.
Cl. Af. H. Bauer en K- Breebaart vertel
len van Kammatje, Aske en Vike, een haan
en twee kippen, die het in hun hok niet lan
ger kunnen uithouden en een reisje gaan
maken. Zij beleven allerlei nare avonturen en
loopen kans geslacht te worden, maar ze
ontkomen gelukkig en zijn dankbaar als ze
weer in hun hok terug zijn. Het tweede ver
haal is van een arm en een rijk meisje, die
op denzelfden dag geboren worden en later
groote vriendinnetjes worden.
Af. Schilthuis—Brugsma vertelt van Oom.
Heintje, dat is een vlieger, die precies op een
ouden oom van Keesje's vader lijkt en daar
om naar hem genoemd is. Dit kleuterboekje
heeft nog vele andere aardige korte verhaal
tjes o.a. van drie boerenjongetjes, die als ze
rijk zouden worden precies hetzelfde zouden
koopen en daar alvast ruzie over kregen.
Ten slotte vertelt Henriëtte Prins een ver
haaltje getiteld In 't Wonderbosch, de ge
schiedenis van Dot, die graag een zusje wil
de hebben. Zij moet daarvoor twee maanden
bij een ouel vrouwtje in het bosch wonen en
maakt daar kennis met vogels, vlinders en
kabouters. Ten slotte komt zij weer thuis en
vindt daar het verwachte zusje. Adri Alindo
heeft er leuke plaatjes bij geteekend, -