miiHiistit Courant.
DE VERLOREN INJECTIENAALD.
Radio-hoekje
FEUILLETON.
Stadsnieuws
Honderd twee en dertigste Jaargang.
ZUIVER WOLLEN
O ND ER KL EED/NG
No. 278 1930.
I)in§<lag 25 November
Woensdag 26 November.
Hilversum, 298 M. (Uitsluitend V.A.R A.-
uitzending). 8.— Gramofoonplaten. 10.—
Morgenwijding. (V.P.R.O.) 10.15 Orgelspel
door Joh. Jong. 11.30 Zang door Mevr.
Hekkert—van Eysden. Joh. Jong, pian<£
12— Concert, door het V.A.R.A.-Septet. In
termezzo gramofoonplaten. 2.— Vrouwen
uurtje. Mevr. S. SchaperBeukema, cause
rie. Johanna Bakker, zang. Joh. Jong, piano.
3Maak het zelf les. 4.Gramofoonpl.
5.Vraaghalfuurtje voor kinderen. 5.45
Concert door het V.A.R.A.-Orkest. 6.30
Mandoline-cursus door Joh. B Kok. 7.—
Accordeonmuziek door G. E. den Boer. 7.20
W. H. Vliegen: Oorsprong, geschiedenis en
hedendaagschen stand der soc. beweging
(VI). 7 45 Uurtje voor de Rijnvaart. 8.45
Uitz. van de Ned. Ver. tot Afschaffing van
Alcoholhoudende Dranken, m. m. v. het
V.A.R.A.-Orkest. „De Onthoudersstem" en
Het Groot Volkstooneel. 11.Persberichten.
11.15 Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend NSC.R.V.)
8.15—9.30 Concert. 10.30—11.— Zieken-
dienst. 11.12.Harmoniumbespeling door
M. F. Jurjaanz. 12.12.15 Politieber. 12.15
—12.30 Gramofoonplaten. 12.302.Con
cert. J. Richters, viool. P. de Vries, fluit.
Mej. E. Sandow, piano en harmonium. 2.
2 45 Concert. F. Meyerse, zang. D. Vos,
viool. Mevr. HeldermanSmit, piano. 2.45
—3.15 Lezen van Chr. Lectuur. 3.154 15
Vervolg concert. 4.155.Gramofoonpla
ten. 5.6.Kinderuurtje. 6.6.45 Uurtje
voor de landbouwers. 6.457.15 Halfuurtje
voor de rijpere jeugd. 7.15—7.45 Cursus
Electrotechniek. 7 458.Politieber. 8.
9.10 Concert. Arnhemsche Orkest-Vereeni-
ging. Christa Richter, viool. 9.109.40 Ds.
J Rijks: „Moeilijkheden en gemakken in het
leven van Hollanders in Frankrijk". 9.40—
10.30 Vervolg concert. 10.30—10.40 Pers
berichten. 10.40L1.30 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554.4 Al. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Gramofoonplaten. 1.20
Orkestconcert. 2.°0 Concert. M. Quayle, alt.
W. Biggs, tenor. 2.50 Voor scholen. 3.50
Concert. Orkest. V. Langrush, piano. 5.05
Orgelspel door R. New. 5.35 Kinderuurtje.
6.20 Berichten. 6.35 Berichten. 6.55 Berich
ten. 7.Piano-recital door S. Askenase.
7.45 Lezing. 8.20 Concert. N. Allin, bas B.
Bartok, piano. Orkest. 9.25 Berichten. 9.40
Vervolgconcert. 10.20 Lezing. 10.35 Berich
ten. 10.40 Dansmuziek. 11.3512.20 Dans
muziek.
Parijs Radio-Paris" 1725 M. 12.50
2 20 Gramofoonplaten. 4.05 Gramofoonpla
ten. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Lezing.
9.05 Concert. Orkest en cello. 9.50 Concert.
Orkest en piano.
Langenberg, 473 AI. 6.20—7.20 Gramo
foonplaten. 10.4011.20 Muziekuitz. voor
scholen. 11.30 Gramofoonplaten. 12.25
I.50 Orkestconcert. 7.20 Orkestconcert. In
termezzo: „Talmas Ende". Tragi-comedie
van A. Friedmann en A. Polgar. 8.05 Be
richten. Na afloop van het concert tot 11.20
Orkestconcert.
Kalundborg, 1153 M. 11.35—12.05 School-
uitzending. 7.208.20 Orkestconcert. 8.50
9.10 Fluit-soli. 9.10—9.25 „Familien Han-
sen" van Jens Locher. 9.4510.05 Vocale
duetten. 10.0511.50 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50
Orkest. 8.35 Orgelconcert door L. Joos. 9 15
Zang. 9.20 Vervolg orgelconcert. 9.25 Ver
volg zang. 9.35 Vervolg orgelconcert. 10.
Vocale duetten. 10.10 Viool-soli. 10.20 Zang.
10.30 Vioolsolo.
Zeesen, 1635 Al. 6.20 Gymn. les en daar
na gramofoonplaten. 8.20—11.20 Lezingen.
II.2012.15 Gramofoonplaten. 12.15
12.50 Berichten. 1.20—2.05 Gramofoonpla
ten. 2.053.50 Lezingen. 3.505.15 Mid
dagconcert en muz. door trio. 5.207.50 Le
zingen. 7.50 Hoorspel. Regie Kaï Hage-
mann. 9.05 Populaire muziek uit Weinres-
taurant „Traube" en het Central Hotel.
DE SAMENWERKING TUSSCHEN
A.V.R.O. EN V.A.R.A.
Voorbarige mededeeling.
Naar „De Tijd" meldt, hebben de heeren
w'. Vogt en J. Oudegeest besprekingen ge
voerd, die nog zouden worden voortgezet,
waarbij de mogelijkheid om tot samenwer
king tusschen de A.V.R.O. en de V.A.R.A. te
komen, onder de cogen wordt gezien Het
schijnt in de bedoeling te liggen beide om
roepen tot een eenheidsfront tegenover het
Departement van Watersiaat te brengen.
Van AL1CE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door J. E DE B K.
tiPardon mejuffrouw."
Een vrouwenstem, door de open deur komen-
ue. deed hem snel omzien. Daar stond Aline,
dhérèse s kamenier, hem met nieuwsgierige
blikken vijandig aan te zien. „Ik vraag pardon
®ls ik stoor, maar de deur van mevrouw s ka
mer is gesloten."
Zich overdreven verontschuldigend, wat irri
terend werkte, liep ze op haar teenen door de
amer, om een enkelen blik op de sofa te wer-
Pen. Roger vertrouwde er op, dat Chalmers
b'k'k ke'anÉrijks aan },et dienstpersoneel zou
ebben medegedeeld. Maar hoeveel wist Aline?
Misschien
F cj?'aar,?m zou Thérèse haar deur gesloten
en' zeide miss Clifford toen Aline weg
^as' „dat doet ze gewoonlijk niet. Luister eens
°Ser, komt daar een auto?"
cn Paar minuten later zeide Chalmers, met
en stem die opgelucht klonk: „Dr. Bousquet,
®>)nheer."
HOOFDSTUK 34.
jmadame, bonsoir roonsier, ik hoop
u niet te lang liet wachten. Ik ben zoo
ken zenderbouw is gespro-1
k-inn- f/ °i0n ^?de leiders voor samenwer-
- .?!'n nam overeenstemming
g geen definitieve vormen aan.
h<wf wauJ,eiding van bovenstaand bericht
!22 ri 1 21ch ?ewend tot den heer W.
S mSSeldT 4 A V V01-
i !s geenerlei reden om te verontderstel-
«rh'Jr A W £5 teg'H van samenwerking tus-
scten A.V.R.O, en V.A.R.A. zou zijn.
fJuann5er zo°danige samenwerking in de
toekomst eventueel mogelijk zou zijn, zou van
een veranderde mentaliteit van de V.A.R.A.
jegens de A.V.R.O. gedurende een redelijken
tijd moeten zijn gebleken.
ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN
VRIJZ.-DEM. BOND.
Over den Huizer-zender zal a.s Zaterdag
avond van 8 tot 10 uur de algemeene verga
dering van den Vrijz. Dem. Bond woraen
uitgezonden, welke te Hengelo (O.) wordt
gehouden.
O.m. zal de heer mr. H. P. Marchant het
woord voeren.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldaar te bevragen op allé
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol
gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd
op 18, 19, 20, 21, 22, 23 en 24 Nov. 1930;
handschoenen, jongensmuts, portemonnaie
met inhoud, ceintuurs, naaimachine-onder
deel, portefeuille met inhoud, gummi-bal,
kindertaschje met inhoud, sleutels, pakje inh.
verband.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen als
gevonden aangegeven op 18, 19, 20, 21, 22,
23 en 24 Nov. 1930: ceintuur met gesp, An-
nie Kluft, Omval 51; kinderportemonnaie m.
inhoud, mevr. Vlaar, Verdronkenoord 49;
rijw.elbelastingmerk, N. Quant, Noorderka
de 15; zweep, J. C. Bakker, Overdiestraat
52; knipmes, A. Oudes, Stationsstraat 11;
paar handschoenen, P. Nijman, Dubbele
buurt 10; rijwielbelastingmerk, K. van
Maarleveld, Lombardsteeg 19; „Ford"-auto-
voorband, P. M. Grebe, Stompetoren; kin
dermuts, C. de Gier, Heiligland C5; storm
lantaarn, H. J. Gerdes, Karei de Grootelaan
30, Bergen; zilveren penning, B. Ahrends,
Baanpad 39; rozenkrans in étui, G. Dijkes,
Stationsstraat 46; broche, Henneman, Bier
kade 12; portemonnaie met inhoud, postkan
toor loket zegelverkoop; zakmes in étui, F.
Peereboom, Laat 83, rijwielbelastingmerk in
étui, C. Nauta, Spoorstraat 8; portemon
naie,met inhoud, J. Tol, Ricardostraat 3;
rijwielbelastingmerk, P. Knijnberg, Burg.
Bosstraat 28; portefeuille met inhoud, Vroom
en Dreesmann, Laat; dameshandschoen, K.
Hopman, Lindelaan 67; broche, P. Oude-
jans, Baansingel 37; band met hondenpen
ning, L. Borking, Zuiderhoutlaan 11; da-
mesparapluie, M. Smit, Liefdelaan 10 en
gummibal, Frank Netten, Snaarmanslaan
121.
Wanneer men weder in het bezit is van
het verloren voorwerp, wordt men verzocht
hiervan kennis te geven aan het Bureau van
politie.
WAT IS EIGENLIÏK CHRISTEN
DOM?
De heer J. G. H. Versteeg spreekt
voor „De Dageraad".
Voor de afd. Alkmaar van de Vrijdenkers-
vereeniging „De Dageraad" sprak gister
avond de ex-evangelist, de heer J. G. H. Ver
steeg, in de dancing van de Harmonie, over
het onderwerp: „Wat is Christendom?" De
opkomst was vrij gering te noemen, waartoe
het ongunstige weer wel voor een deel aan
leiding zal hebben gegeven.
Namens de ver. „De Dageraad" opende
de heer Ferné, die allen welkom heette. Spr.
betreurde het, dat niet meerderen aan den
oproep hadden gehoor gegeven, want het
had een zeer interessante avond kunnen
worden, daar alle dominees in Alkmaar wa
ren uitgenoodigd. Met ds. Roobol uit Eg-
mond was men in correspondentie getreden
daar deze genegen bleek te debatteeren. Spr.
hoopte dat ds. Roobol den handschoen zal
oprapen om binnen afzienbaren tijd op een
debatavond te spreken. Van andere domi
nees was taal noch teeken terug ontvangen,
terwijl het toch juist zoo'n leerzame avond
had kunnen worden, daar de heer Versteeg
tot voor kort tot spr.'s tegenstanders be
hoorde.
Ondanks dat hoopte spr. toch dat de
avond leerzaam mocht worden en gaf hierna
het woord aan den heer Versteeg.
De heer Versteeg ving aan met te consta-
teeren, dat een dominé een eigenaardig we
zen is en dat hij dat in nog erger mate wordt
gauw mogelijk gekomen. Dit is de patiënt naar
ik veronderstel."
Hij sprak uitstekend Engelsch en had jets
flinks en kordaats over zich. Hij was klein, had
bruin haar en bruine oogen en droeg een groo-
ten bril. Hij plaatste een tasch op een stoel,
keek met zijn doktersblik even naar de ge
daante onder de rose deken, zag de kamer rond
en ontdekte dr. Sartorius. Hij werd wat verle
gen en groette hem tamelijk eerbiedig doch kort
„O dokter, hoe maakt u het", zeide hij lichtelijk
bedeesd tot zijn collega. „Moet ik begrijpen,
mag ik vragen of ik hier overbodig ben?" waar
op hij zweeg, blijkbaar niets van den toestand
begrijpende.
Sartorius stond op en zeide koeltjes: „Vol
strekt niet dokter; mr. Clifford zal u zeggen
waarom hij u liet roepen. Er schijnt een goede
reden voor te zijn."
De lcleine man wendde zich tot Roger, die de
noodzakelijkheid inzag een verklaring te geven,
die hem op het punt van de professioneele eti
quette gerust zou stellen.
„Deze jonge dame, dokter, is een verpleegster
die mijn vader verpleegd heeft tot aan zijn dood,
eenige dagen geleden. Na de begrafenis ging
zij weg en van avond kwam zij op eens terug in
zeer vreemden, opgewonden toestand. Een paar
minuten na haar komst werd zij bewusteloos.
De reden waarom dr. Sartorius haar niet behan
delt is, dat ze veel opgewondener werd toen hij
bij haar kwam. Ze schijnt een ingekankerde
antipathie tegen hem te hebben, waarom weten
we niet."
De Franschman trok zijn roodachtige wenk'
wanneer hij" ook nog professor is. Dat be
wees prof. dr. Den Hartog, die beweerd
beeft, dat Nietszsche van de hoogte gevallen
is omdat hij zijn hoogste ideaal niet in God
stelde. De voorstelling, die het Christendom
zich van God maakt, als het hoogste gezag,
kan heel iets anders zijn dan het hoogste
ideaal
Spr. zou deze vraag willen stellen: Wat is
Christendom?
Vraag het aan een roomsch-katholiek, en
hij zal antwoorden, dat Christendom is wat
Jezus aan Petrus heeft verteld, wat Petrus
aan de kerk heeft verteld en wat de kerk er
zelf bij heeft aangevuld, en wat God aan de
pausen heeft medegedeeld. De r.k. priester
zegt: Wie de kerk niet heeft tot moeder, heeft
God niet tot vader.
Stelt men aan een calvinist de vraag
wat Christendom is, dan zal hij beginnen
met te zeggen, dat hij van het roomsch-
katholicisme niets moet hebben. Alles is ge
nade. Wee den mensch die niet gelooft dat
we allen gevallen zijn in Adam. Omdat Eva
Adam verleidde een appel te eten deugt er
niets meer van den mensch. Christus is door
God gezonden en heeft, zeide spr., uw en
mijn straf gedragen aan 't kruis; de wereld,
voor een deel dan, is dus met God verzoend
door den kruisdood. Met een voorbeeld toon
de spr. aan, waartoe de absolute doortrek
king van deze leerstelling leidt: de goede
moet boeten voor wat de kwaden deden en
deze worden dan nog niet eens gestraft. De
calvinist gelooft voorts nog aan de leer der
uitverkorenen, zoodat wat hij iemand ook
doet, niet tot de uitverkorenen zal behooren
en nooit den hemel zal beërven.
De vrijzinnige verwerpt absoluut de op
vattingen van de r.k. kerk en van het calvi
nisme. De vrijzinnige kan God niet gebrui
ken om te regeeren, want hij gelooft niet
aan persoonlijk ingrijpen van God. Maar
met Hegeliaansche wijsbegeerte en philoso-
fie wordt God er weer bij geredeneerd Van
den bijbel laat men niets meer over.
De vierde groep, aan wie spr. de vraag
wilde stellen, was die van het rechts-moder-
nisme van prof. Heering, die meer den kant
uitgaat van schuld door vergeving en gena
de. Het boek van prof. Heering „De Zonde
val van het Christendom", noemde spr. een
zeer atheïstisch werk.
Het religieus-socialisme is wel heel bijzon
der in zijn opvattingen. Zij wenschen het
Christendom in het socialisme te brengen en
dan spreekt men nog vangodsdienst is pri
vaatzaak!
Spr. gaf hierbij nog een verklaring over
het optreden van „Het Volk" tegenover Die-
bel, die aantoonde dat stigmatica door bij
zondere wetsconcentratie kan worden ver
kregen: Het Volk scheldt zoo, omdat straks
Albarda en Nolens samen achter de groene
tafel moeten zitten. (Instemming.)
Spr. ging verschillende ontwikkelingssta
dia in het Christendom na, waarbij hij op
merkte, dat alles wat er in het Christendom
is, afkomstig is uit de dogmatieke hersenen
der menschen, te beginnen met Paulus.
In 1618 werd de geloofsbelijdenis uitgege
ven en daarbij werd bepaald, dat ze iedere
drie jaar zou worden herzien. Heden ten
dage is dat nog niet gebeurd. Dus, als wij
Christen zijn, slikken we nu nog, wat een
aantal heeren in 1618 dacht.
Wie weet eigenlijk precies waar God is?
De een ziet hem hier, de ander daar, maar
waar U ook zoekt, zoo eindigde spr. het
eerste deel van zijn rede, God ontmoet U
niet, en dan zult ge met mij kunnen zeggen:
„Ik heb God gezocht en ik heb hem niet ge
vonden; ik ken U niet".
Na een korte pauze hervatte de heer Ver
steeg zijn betoog.
Het Christendom wordt uitgedragen door
de Kerk. Wat is de kerk? Twee groote stroo
mingen zijn te onderscheiden, het roomsch-
katholicisme en het protestantisme.
E>e r.k. kerk zegt: Wij zijn de kerk. Van
daar de zeven sacramenten. Spr. bewees hoe
men, ook al is men bediend, toch nog in het
vagevuur kan komen. Men kan zich verze
keren van heilige missen en spr. las daar
over iets voor uit een Haagsch parochie
blaadje: „Deze verzekering aan te bevelen
is overbodig. Door lid van onze verzekering
te worden zorgt men bij zijn leven voor zijn
zielerust, omdat deze verzekering mis
sen bij God laat opdragen.
De maandelijksche premie bedraagt 10
cent, per jaar 1.20. Bij inschrijving mag
men niet ouder zijn dan 65 jaar".
De kerk is ook noodig om te trouwen. Dan
alleen is een huwelijk geoorloofd. Spr. legde
den nadruk op het verschil dat er bestaat
tusschen Christus en den paus. „De vossen
hebben hunne holen, de vogels hebben hun
ne nesten, maar de zoon der menschen heeft
niets, zelfs geen steen om zijn hoofd op te
rusten te leggen". De plaatsbekleeder van
brauwen naar boven.
„Ah, ah", merkte hij op. „Mag ik u vragen of
u iets van die antipathie hebt geweten voor
haar terugkomst^"
„Ik wel", zeide dr. Sartorius. Ik heb het aan
lady Clifford medegedeeld en ik begon te den
ken dat zij leed aan vreemde geestesverbijste-
ring."
„Ik begrijp het. En bent' u tot een resultaat
gekomen over haar tegenwoordigen toestand,
dokter?"
„Ik heb mij daar geen oordeel over kunnen
vormen".
„O ja, ik begrijp uw moeilijkheid volkomen.
Heel onaangenaam, heel onaangenaam. Met uw
verlof zal ik dan nu maar eens zien wat ik doen
kan."
Bij de uitwisseling van al die beleefdheden
had Roger moeite zijn ongeduld te bedwingen.
Terwijl de doktoren vriendelijke praatjes hiel
den, kon Esther bezwijken. Gespannen zag hij
toe hoe de dokter instrumenten en fleschjes te
voorschijn haalde, van bril verwisselde en ein
delijk er toe overging, de patiënt te onderzoe
ken, de hartslag beluisterde, de pols voelde en
de oogen openhield.
Toen vroeg hij met een ernstig gezicht: „Hoe
lang is ze in dezen toestand?"
„Zoowat twintig minuten."
De Franschman trok zijn lippen samen en
zette hoofdschuddend zijn onderzoek voort. Ro
gers onrust groeide. Denkende het gemakkelij
ker te maken wees hij op de gaatjes van den
manteL"
„Wat denkt u hiervan, dokter?,"
Christus, de paus. heeft zoo juist een gou
den telefoontoestel gekregen
Het protestantisme is hopeloos verdeeld
(in Amsterdam 71 richtingen). Als ze kan,
zegt de orthodoxie: „Wij hebben de macht".
Bij het protest tegen de Russische geloofs
vervolgingen vereenigden de protestanten
zich met katholieken en joden. Maar geen van
hen had het recht daartoe. Vergaten bijvoor
beeld de joden dat het tsarisme hen bloedig
vervolgde?
Het protestantisme, concludeerde spr.,
gaat zich altijd bemoeien met zaken, waar
het niets mee noodig heeft.
Spr. wekte op tot kerkafscheiding. Het Is
niet eerlijk lid van een vereeniging of een
kerk te zijn enkel omdat vader en moeder of
de grootouders er ook lid van waren.
Spr. kwam vervolgens tot een bespreking
van het redelijk godsgeloof, en wat dit in
houdt.
De wijsheid Gods, dat is: God heeft alles
zoo gemaakt, dat het moet beantwoorden
aan het doel dat Hij daaraan heeft gesteld.
Hoe zit dat dan met de zonde? De dui
vel is een gevallen engel, maar wie heeft
die engel geschapen?
Gods heiligheid is redelijk, want dat ken
nen we uit ons eigen geweten. „Gods oogen
zijn te rein om het kwade te zien", terwijl de
geheele wereld één brok kwaad is.
God is ook liefde, en die liefde kenmerkt
zich door het offer. De vraag rijst: wat voor
offer wordt bedoeld?
God is majesteitelijk en dat blijkt uit zijn
mysterie. Mysterie wil zeggen verborgen
heid, dus dan zou Gods majesteit moeten
blijken uit zijn verborgenheid. „In alles in de
wereld, zoowel uit de natuur als uit den
mensch, kunnen we zien wie God is en dan
moeten wij het werk van den maker roe
men".
Wat betreft de natuur: pest, cholera, aard
bevingen, overstroomingen, alles komt uit
God.
De menschenwereldoorlog, moord, dood
straf, inquisitie, christenvervolgingen, ook
als ze er zijn in Rusland, de leer van Igna-
tius van Loyola (het doel heiligt de micffle-
len), alles komt uit God. Het werk van den
maker moet men roemen.
Spr. is dan ook blij, dat hij eindelijk ge
voeld heeft, dat hij in deze bewe
ging zich geen raad meer wist.
Over de verhouding van christendom en
militarisme zeide spr., dat het christelijk mi
litarisme het gevaarlijkst is. De nieuwe
Gromwelspreuk is: „Vertrouw op God,
houdt je duikboot gereed en het gifgas bij
de hand".
Het militarisme moet er zijn, om zich te
verdedigen, wordt er gezegd. Spr. wees er
op, welk een groot verschil er bestaat tus
schen zelfverdediging en nationale verdedi
ging. Bij den krijgsraad maakt men van een
geraffineerde truc in dezen gebruik. De pre
sident vraagt aan een principieelen dienst
weigeraar van Christelijken huize wat hij
zou doen tegenover een inbreker, die hem
zou aanvallen. Het antwoord luidt natuur
lijk: zich verdedigen. Welnu, zegt de rechter,
dat doet het vaderland nu ook. Gewoonlijk
weet de dienstweigeraar daar niet op te ant
woorden envoor zeven maanden gaat
hij naar de „bijzondere".
In den oorlog is in den regel geen aan
valler of verdediger te onderscheiden. De
oorlog wordt klaargemaakt. Het is geen
zelfverdediging, maar een georganiseerde
massa-slachting. De jongeman wordt groot
gebracht om voor het kanon te sterven; hij
wordt door de een of andere overheid tot
een bandiet gemaakt. (Instemming.)
Het is de vereeniging de Dageraad die als
grondslag het redelijke en zedelijke bewust
zijn aanneemt met afwijzing of bevrijding
van eiken dogmatischen band. Het is een
ethisch cultureele vereeniging, die den
mensch dit wil leeren: „Mensch, denk in de
eerste plaats na".
Spr. eindigde met de opwekking te breken
met elk kerkelijk gezag. Predikt, aldus spr.,
het eenige evangelie dat over deze wereld
maar gepredikt kan worden, n.1. het rechts
bewustzijn. Wij vragen in naam van ons re
delijk en zedelijk denken: recht en nog eens
recht. (Applaus.)
Voor debat bleken geen liefhebbers aan
wezig te zijn, zoodat de voorzitter direct een
De borstelige wenkbrauwen gingen omhoog.
„O zoo" riep hun bezitter en handig de beide
mouwen a{ latende glijden bezag hij de roode
plekken op de huid, waarop zich een ontstoken,
gezwollen plek vertoonde. „Zoo, zoo, nu wordt
't duidelijk. Dokter", zeide hij tegen Sartorius,
„had u eenig vermoeden dat de jonge dame
verslaafd was aan verdoovende middelen?
Roger wierp een onderzoekenden blik naar
den man bij het vuur, het bleeke gezicht bleef
onbewogen.
„Ik beken, dat ik dit niet vermoedde toen ze
hier was, ofschoon haar gedrag dat vermoeden
wettigde, maar deze plekken hebben mij inge
licht."
Niettegenstaande zijn voornemen om kalm te
blijven, viel Roger uit: „Wilt u te kennen ge
ven, dat zij zich zelve die inspuitingen gaf door
beide mouwen heen?
Sartorius draaide zich zwijgend om. Ds.
Bousquet haalde de schouders op en veegde
zorgvuldig zijn brille glazen af met een zijden
zakdoek. „Het zou ongewoon zijn mijnheer,
maar niet onmogelijk. Men weet nooit welke
dolheden die patiënten uithalen. Ze is nog on
der den invloed van morfine" en voorzichtig
voegde hij er bij: „Het schijn morfine te zijn."
„Dan draagt die man daar er de verantwoor
ding van. Een kwartier geleden heeft hij haar
de laatste injectie gegeven."
Het werpen van dezen bom had een niet te
beschrijven uitwerking. Er heerschte een ver-
oordeelend zwijgen en miss Clifford en de klei
ne dokter staarden Roger aan met een menge
ling van verwarring en ongeloovige belangstel
ling -
uitvoerig sluitingswoord uit kon spreken,
waarin hij eerst den spreker dankte om
daarna de aanwezigen dank te brengen en
hun tevens een tot weerziens toe te roepen.
OVERNAME VAN STRATEN.
B. en W. schrijven in bijlage no. 145:
Bij brief van 22 Augustus 1930 heeft de
N. V. van onroerende goederen „Nooit Ge
dacht", alhier, zich tot ons College gewend
met het verzoek te willen bevorderen, dat deze
gemeente van haar in eigendom overneemt
de Rippingstraat, de Corfstraat en de Brou
werstraat, zooals deze op de bij de stukken
ter inzage gelegde teekening met gele kleur
zijn aangegeven. De straten, welke kort ge
leden zijn aangelegd, verkeeren in goeder,
staat en voldoen geheel aan de eischen, ge
steld bij uw besluit van 25 September 1924,
nr. 26, gewijzigd bij besluiten van 13 Octo-
ber 1927, nr. 9 en 4 October 1928, nr. 5. In
verband hiermede bestaat er dezerzijds tegen
de overname van den eigendom geen be
zwaar.
B. en W. stellen den Raad derhalve voor
het volgende besluit te nemen, waarvoor, ter
wille van een vereenvoudiging der berekening
van de kosten van levering, de vorm is geko
zen van een besluit tot koop voor een bedrag
an 1.
KASGELDLEENINGEN.
B. en W. schrijven in bijlage nr. 142:
Ter voorziening in de behoefte aan kasgeld
zullen in het jaar 1931 tijdelijke leeningen
noodig kunnen zijn Met het oog hierop ver
zoeken wij U, evenals vorige jaren, ons te
machtigen deze kasleeningen ten laste van
het dienstjaar 1931 te sluiten tot een bedrag
van ten hoogste 1.000.000.
In het ontwerp der begrooting voor den
dienst 1931 zijn onder de volgnummers 665
en 667 de daarvoor noodige posten opgeno.
men.
B. en W. stellen derhalve vóór te nemen
het volgende besluit:
De Raad der gemeente Alkmaar besluit:
a. indien in den loop van 1931 de stand der
geldmiddelen zulks naar het inzicht van
B. en W. noodig maakt, op nader door
dat College te bepalen data geldleeningen
aan te gaan ter voorziening in de behoefto
aan kasgeld voor den dienst 1931, tot een
bedrag van ten hoogste 1.000.000, tegen
een rente van ten hoogste 1 boven het
promessen-disconto der Nederlandsche
Bank;
b. voor de betaling van rente en aflossing
dezer leeningen aan te wijzen respectieve
lijk de gewone en buitengewone inkom
sten der gemeente;
de leeningen vóór het sluiten van het
dienstjaar 1931 af te lossen.
WERKVERSCHAFFING.
In bijlage Nr. 143 schrijven B. en W.:
In verband met Uw besluit van 13 Novem*
ber j.1. om de in werkverschafing uit te kee-
ren uurloonen te verhoogen, zullen tevens de
credieten, genoemd onder IV van het in bij
lage nr. 133 opgenomen ontwerp-besluir,
moeten worden herzien.
Waar de bedoelde verhooging globaal
neerkomt op een stijging van het weekloon
per man met 2.50 jDer week, zullen de cre
dieten voor de in het voorstel met 3 tot en met
7 genummerde werken resjiectievelijk 1300.
60, 100, 650 en 650, totaal 2761)
méér moeten bedragen. Wijziging van Uw
besluit van 13 November j.1. en van de be
grooting voor 1930 zal hiervan het gevolg
moeten zijn.
In verband met het hierna volgende ont-
werp-besluit tot wijziging dier begrooting
worde nog het volgende opgemerkt. Naar wij
meenen, kunnen voorloopige de posten, waar
op de z.g. normale kosten van de uit te voe
ren werken zullen drukken, buiten beschou
wing blijven, ook al omdat wij thans niet
weten in hoeverre die posten zullen worden
overschreden. Voor zooveel noodig zullen
dezeposten, zoomede die, betreffende het
subsidie van Rijk en Provincie in de kosten
van het afgeloopen seizoen, bij nadere supple-
toire begrooting geregeld kunnen worden.
Echter staat de post voor de z.g. improduc
tieve uitgaven in zekeren zin op zichzelf, om
dat hierin tot uitdrukking komt het element
„steun", dat in de werkverschaffingskosten
ligt opgesloten.
Deze post is in de begrooting voor 1930
geraamd op 14000. Dit bedrag is reeds
overschreden: uitgegeven werd 14586.53
Aangenomen kan worden, dat de kosten
van de in het komende seizoen uit te voeren
werken, met de verhooging geraamd op
38.360, voor 1/3 gedeelte of pl.m. 12.750
ten laste van den gewonen dienst 1930 zullen
komen. Daarvan kan naar den hier steeds
aangenomen maatstaf, voor zooveel de plant-
soenwerken betreft, 70 en wat de andere
werken aangaat, 30 tot de improductieve
kosten worden gerekend. Deze kosten zullen
„Roger mijn beste, weet je wel wat je zegt?"
fluisterde de oude dame, pijnlijk getroffen, op
vermanenden toon.
Verdrietig, dat hij zich zoo had uitgelaten,
wendde Roger zich op de lippen bijtend om.
Het was klaarblijkelijk nog niet het oogenblik
om onomwonden te spreken. En hij zag de
beide doktoren een blik wisselen van weder-
zijdsch begrijpen, waarin verontwaardiging lag
voor hem.
,,'t Doet er niet toe hoe ze die injecties kreeg",
zeide hij haastig tegen dr. Bousquet, „het gaat
er om dat ze gered wordt. Ik had dit niet moe
ten zeggen."
De dokter zweeg, hij had tegenover Roger
iets onvriendelijks en verwijtends.
„Wel, mr. Clifford, het is het beste dat de
jonge vrouw wordt uitgekleed en naar bed ge
bracht. Dan kan ik zien of ik nog meer sporen
van injecties vinden kan en tot een conclusie
komen over een paar punten, die nog twijfel
achtig zijn. Is dit mogelijk?"
„Zeker, ik zal dadelijk een kamer voor haar
in orde laten maken."
Hij schelde en vroeg toen op den man af:
„Zegt u mij nu eens, dokter, gelooft u dat zij in
levensgevaar is?"
„Het is heel moeilijk iets te zeggen voor het
verdoovend middel heeft uitgewerkt. Ze
schijnt aan ernstige zenuwuitputting ten prooi te
zijn en de invloed van de morfine is daarbij een
noodlottige complicatie. Zij schijnt eenigen
tij geen voedsel te hebben gebruikt, haar le
venskracht is bijzonder laag, maar aan het hart
vind ik geen afwijkingen."
(Wordt vervolgd!,