Amerikaansche notities.
ZIJN VROUW's GEHEIM.
50 ct per doos alleen bff1
Apothekers en Drogisten/
ioeicen
Tijg8scfor»ifteii
Ingozonden «tukken
WAAROM DE CHRONISCHE
HOOFDPIJNEN OPHIELDEN.
Zij deed Kraschen in zijn thee.
Zonder hem iets te zeggen heeft de
vrouw van dezen man 2 jaar 'ang
Kruschen in zijn thee gedaan. En hij kon
maar niet begrijpen, waarom de hoofd
pijnen. die hem 50 jaar lang gekweld
hadden, eensklaps ophielden.
Eerst kort geleden vertelde zij hem de
oorzaak en dadelijk schreef hij dezen
brief:
..Ik ben 62 jaar en van mijn 10de jaar
af leed ik voortdurend aan zeer
zware hoofdpijnen en hevige pijn in
mijn schouders. Maar goed twee jaar
geleden hielden het braken en de
hoofdpijnen op, waarom wist ik niet.
Ik was stom verbaasd toen op een
goeden dag mijn vrouw mil vertelde
dat ik meer dan twee jaar lang
Kruschen Salts ingenomen had. Ik
gebruik het nu nog, en raad het ook
anderen aan, want ik ken niets
beters voor de gezondheid.' J. T.
Wat doet U tegen hoofdpijn? Neemt U
maar iets om de pijn te stillen, zonder
de oorzaak van de pijn weg te nemen?
Duizenden doen zoo, trots alle waar
schuwingen van geneesheeren. Deze
hulpmiddelen onderdrukken slechts de
hoofdpijnenj zij verdooven de zenuwen
en laten de oorzaak voor wat zij is.
Hoofdpijnen zijn bijna altijd het ge
volg van een slechte maag en de opeen-
hooping van afvalproducten, die in het
organisme achterblijven en het bloed
vergiftigen. Verwijder deze giften, voor
kom dat zij zich opnieuw kunnen vor-
n en en ge zult nergens meer last van
hebben. En zoo brengt Kruschen nu een
spoedige en blijvende genezing van
hoofdpijnen.
Kruschen Saits helpt de natuur het ge-
heele organisme volkomen te reinigen
van alle schadelijke afvalproducten.
Koop vandaag nog een flesch Kruschen
en begin morgen met „de kleine dage-
lijksche dosis". En U zult al heel gauw
voor goed met de hoofdpijnen hebben
afgerekend.
Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle
apothekers en drogister. a 0.00 en
1.60 per flacon.
i tent op maken dat het 't schrijven is aan het
11-tal, waarin drie leden van onze fractie
ons standpunt uiteen zetten en daarnaast
drie andere leden ook hun standpunt verkla
ren. Daaruit mag men niet concludeeren tot
woordbreuk. Juist in dat stuk hebben wij spe
ciaal laten uitkomen, dat wij van meening
zijn, dat er veel te veel geschermd is met de
restrictie en men mag daarin niet zien onzer
zijds een uitlokken van de wethouderscrisis
Wij wijzen daarvoor de verantwoordelijkheid
yan de hand.
Wat de mededeeling over „De Tijd" via
„De Nederlander" over de landspolitiek, in
zake het samengaan van de r.-k. met de soc.
dem. betreft, dit moet men niet overbrengen
op de gemeente-politiek. Die is nu eenmaal
'niet te vergelijken met de Tweede Kamer-poli
tiek. Wij hebben hier heel wat kwesties te be
handelen, die feitelijk met de politiek niets te
maken hebben en ik zie niet in, dat wij niet
kunnen regeeren met het blok van soc. dem
v.-d.-ers en r.-k. Dit guschiedt in verschillen
de groote gemeenten, ook in Amsterdam en ik
zie niet in, dat Alkmaar door deze oplossing
falikant zou uitkomen. De toekomst zal dat
moeten leeren.
Verder merkte spr. op, dat het bekend wa3,
hoe de r.-k. stonden in de kwestie van den
heer Ringers en diens wethouderschap van
Publ. Werken. Ook was het bekend, dat ce
r.-k. het besluit inzake de loonen voor d
werkverschaffing niet wilden intrekken.
Het is den heer Ringers voldoende bekend,
dat de motie, die wij hebben helpen aanne
men, geen motie was tegen den heer Ringers,
maar tegen de combinatie van diens lidmaat
schap van een aannemersfirma en het bezet
ten van de portefeuille van Publ. Werken
Niemand van ons heeft ooit het idee gehad
om den heer Ringers persoonlijk onaange
naam te zijn en ook de heer Westerhof heeft
dat in de vorige vergadering duidelijk naar
voren gebracht. Spr. vond de conclusie,
'dat door de motie van de christ. hist. Kies-
vereen. de deur is dichtgeworpen, een zeel
goede conclusie. Spr. leest eruit, dat men het
op prijs stelt, dat de heer Ringers weer krijgt
de portefeuille van P. W.; maar juist de r.-k
fractie was unaniem van oordeel, dat dit niet
gewenscht was en daarom oordeelden wij,
dat wij voor een gesloten deur stonden. Wij
hebben dit niet anders kunnen opvatten. Ook
op den laatsten brief konden wij niet verde*
ingaan, want dit zou een terugkomen zijn 1
een stap, die wij eenmaal hadden gezet en de
eenheid in de r.-k. fractie was juist tot stand
gekomen onder de uitdrukkelijke voorwaarde,
dat niet terug gekomen zou worden op het
eens genomen besluit inzake de loonen voor
werkverschaffing. De heer Vogelaar vindt dit
'eten van twee wallen. Maar dat is niet waar
De heer Vogelaar zou ook niet vertellen van
het onderhoud van twee heeren van onze frac
tie en hem, maar dit onderhoud geschiedde
niet in opdr?.cht van de fractie. De oolossing,
die er thans is gekomen, ligt in de lijn, die de
heer Vogelaar zoo gaarne ziet. Spr. begrijpt
dan ook niet, welke verwijten de heer Voge
laar zijn fractie daarvoor kan doen. Met ge
rustheid wijst hij af de beschuldiging, dat zij
doelbewust op de crisis hebben aangestuurd,
want dii is positief niet waar.
De heer Venneker was heelemaal niet
,van plan geweest, bij deze gelegenheid iets
te zeggen. De heer Vogelaar had z i meer
gedebatteerd tegen hetgeen het N. H. D. had
geschreven, dan tegenover zijn fractie. Spr.
wilde echter wel de partij voor het N. H. D
opnemen. Na hetgeen de heer Woldendorp
had opgemerkt, kon hij kort zijn. Persoonlijk
wilde hij wel zeggen, dat hij het altijd heeft
betreurd, dat men in 1927 een belangrijk
deel van den Raad van het mederegeeren
heeft uitgesloten.
De heer W esterhof: Bravo!
De heer Venneker: Het is altijd mijn
meening geweest, dat men toen de vier wet
houders had moeten behouden. Na het uit
breken van de crisis, is mijn medewerking
erop gericht geweest, tot den vroegeren toe
stand terug te keeren; het liefst had ik het
oude college terug gezien, aangevuld met één
van de Soc. Dem. Men heeft dit niet gewild.
Die oplossing was van de baan en dan ligt
het in de natuurlijke lijn, dat men gaat zoe
ken in de richting zooals het gegaan is na
verwerping van ons voorstel inzake de wer
keloosheid. Alleen is bij mij de vraag opge
komen of het wel rationeel was om voor dit
betrekkelijk geringe feit een wethouderscrisis
van zoo'n omvang in het leven te roepen.
Het zwaartepunt wordt nu wel gelegd op het
indienen van het door ons met ae Soc. Dem
gedane voorstel om het uurloon in werkver
schaffing op 43 cent te stellen, maar toen
dat gebeurde, bestond de crisis al. De crisis
is in het leven geroepen door den Chr. Hist.
wethouder.
De heer Westerhof: Zeer juist!
De heer Venneker: Wanneer men
faat praten over het besluit van het 11-tal,
an wil ik aanstippen, dat er uitdrukkelijk
afgesproken was in 1927, dat de heer Rin
gers niet de portefeuille van P W. zou krij
gen, en daarom is het niet waar, wat in één
der bladen werd geschreven, dat de R. Kath.
in den Raad eeri onverwachten dolkstoot
hebben toegebracht aan het wethouderlijk
leven van den heer Ringers. Hij was op de
hoogte en wij hebben getracht, hem in de
gelegenheid te stellen, wat o.i. een fout was,
te herstellen. Dit was mogelijk geweest zon
der veel woorden.
Voorts wijst spr. erop, dat er in den Raad
wel eens veel ingrijpender besluiten zijn ge
nomen, die veel meer geld kostten dan net
werkeloozenbesluit, waarbij ook het 11-tal uit
elkander viel. Spr. wijst op het besluit om
voor het Stadsziekenhuié een Directeur-
Geneesheer te benoemen en om een Geneesk.
dienst in te stellen. Men ging daarover zelfs
in beroep bij Ged. Staten, maar toen is er
niet zoo n groote mond opgezet over woord
breuk. Er was toen wel niet een uitdrukke
lijke afspraak, maar dat neemt niet weg, dat
daardoor de regeering meermalen in tweeën
viel.
De heer T h o m s e n ontkende dit, aange
zien daarover het 11-tal niet was gebonden.
De heer Venneker kon het desondanks
niet anders zien. Ook de R.K -fractie was
destijds niet éénstemmig. Wanneer de heeren
meeraen, dat het noodzakelijk is om voor een
uitgaaf van 10.000 een crisis in het leven
te roepen, dan moeten zij dit maar weten.
Spr. heeft altijd gemeend, dat het nog wel
mogelijk was om tot overeenstemming te ko
men.
Nu heeft de heer Vogelaar gezegd, dat in
de vergadering van het 11-tal meermalen
over de subsidie is gesproken. De heer Wol
dendorp heeft terecht gezegd, dat, wanneer
de subsidie niet in het geding was, hij en ik
direct met de verzoeken van de vakcentrales
zouden zijn meegegaan. Spr. heeft altijd ge
meend, dat de Rijks- en Prcv. subsidie afhing
van het grondloon, dat 38 cent moest blijven.
Het voorstel Woldendorp c.s. kwam 6 Nov.
hier reeds ter tafel. Men heeft het een week
schriftelijk kunnen bekijken, doch niemand
van de acht heeft gezegd: „Je hebt vergeten,
de restrictie erin te lasschen, zoodat wij ten
zeerste waren verrast, toen de Burgemeester
aankondigde, dat het voorstel van den heer
Woldendorp met de restrictie in stemming
kwam. Wij vreesden moeilijkheden en de heer
Woldendorp vroeg daarom terecht, zijn voor
stel zonder de restrictie in stemming te bren
gen. Dat voorstel werd verworpen, ook door
menschen, die afgesproken hadden, er vóór
te stemmen. Het lag toen voor de hand, dat
wij op andere wijze trachtten, iets voor de
werkloozen te doen. Om nu te zeggen, dat
wij doelbewust hebben aangestuurd op een
wethoudercrisis, lijkt mij niet veraiend.
Eigenlijk kan ik de zaak omkeeien. De hee
ren hebben de samenwerking verbroken.
Wanneer er geen misverstand was ontstaan,
zou er een andere oplossing zijn gekomen.
Nu heeft men op ons een aanval gedaan,
door de landspolitiek te interpreteeren, maar
ni de eerste plaats is rechts-links hier niet
mogelijk. Wij moeten met één van de linksche
partijen samenwerking zoeken. Wanneer dit
ons door een groep onmogelijk gemaakt
wordt, dan doet men ons onrecht, door ons
te verwijten, dat wij doelbewust op de crisis
hebben aangestuurd. Wij moesten wel met de
anderen trachten tot overeenstemming te
komen. Dat wij als eisch hebben gesteld, dat
op de vroegere beslissing van den Raad niet
meer terug gekomen werd, lijkt mij billijk
Waar blijft men, als men als regeering elk
oogenblik voor nieuwe beslissingen in den
Raad komt.
Wat de kwestie over de motie-Ringers in
de Chr. Hist. Kiesvereen. betreft, dat is
eigenlijk de zaak van het N. H. D., maar ik
kan mij zeer goed begrijpen, dat dit blad er
zoo over denkt. Wanneer de Chr. Hist Kies
vereen. uitdrukkelijk verklaart, de houding
van den heer Ringers goed te keuren, dan
kan ik mij begrijpen, dat de heer Ringers
daarop altijd een beroep zou hebben gedaan
en dat men zegt: „De motie van de Kiesver-
eeniging sluit de deur toe".
In het schrijven van het 5-tal wordt ge
zegd, dat men alleen tot bespreking wil over
gaan, wanneer er een officieele uitnoodiging
komt, die dan voor hen beteekent, dat een
oplossing van de crisis in een andere richting
niet mogelijk is of niet is in het belang van
de gemeente. Ik vind dit: de deur voor ons
dicht gooien. Het zou beteekenen, dat een
regeering van R.-Kath. en Soc.-Dem. niet in
het belang "an de gemeente was. Ik vind dit
sterk uitgedrukt en de geheele R.K. fractie
kwam hierin tot overeenstemming, dat dit
schrijven de deur dicht gooide.
De heer Klaver deelde mede, dat hij zich
steeds in den gedachtengang heeft bewogen,
dat de R. Kath. de oplossing van de crisis
moesten zoeken. Wie eenigszins met 't verloop
van de rrisis iets te maken heeft gehad, zal
moeten toegeven, dat hij nogal eenige
moeite heeft gedaan namens de R.K. fractie,
een andere oplossing te brengen. Tot op het
allerlaatste oogenblik heeft hij dit getracht
omdat het z.i in de lijn van de laatstgehouden
verkiezingen lag om de tot nog toe gevoerde
politiek voor de loopende 7 maanden te com-
tinueeren. Spr. was daarbij gestuit op het
geval-Ringers.
Naar zijn smaak was het wel mogelijk ge
weest. om voor hetgeen gevolgd was bij de
werkverschaffing, een ezelsbruggetje te
vinden, dat het mogelijk maakte om een
modus te vinden, die bevrediging schonk.
Tot op het laatste oogenblik kon spr geen
toezegging krijgen, dat de heer Ringers zijn
standpunt wenschte te veranderen.
Men heeft het kunnen hooren, dat spr. gis
teravond op het laatst nog moeite beeft ge
daan, om van dien kant eenige soepelheid te
krijgen en het kwam zóó ver, dat men heett
gemeend, een enkel klein soepelheidje te kun
nen ontdekken, maar verder is het niet ge
komen. Voor spr. stond het na de uitspraak
van den Raad zóó, dat de Raad den terugkeer
van den heer Ringers als wethouder van
P. W. niet wilde. Spr. wilde onderschrijven,
dat de motie.nooit een votum is geweest tegen
den heer Ringers, maar alleen een votum
tegen Ringers' particuliere functie en diens
wethouderschap van P. W.
Het kwam spr. voor, dat het niet aangaat,
daarop terug te komen Met nadruk herhaalt
hij, dat het niet mogelijk zou zijn, daar over
heen te komen. Toen dit voor hem uitgesloten
was, moest hij op het laatste moment zeggen:
„Er moet geregeerd werden; wij kunnen niet
komen te staan voor wilde verkiezingen; Wij
gaan met de Soc.-Dem. en de V. D-ers
Voor spr. is dit geweest de oplossing van de
crisis.
Hierop werd tot stemming overgegaan.
De stemming.
In de vacature-Thom»en werd met 14 stem
men tegen 5 blanco de heer J Westerhof ge
kozen;
in de vacature-Ringers met gelijke stem
verhouding de heer H. Klaver;
in de vacature-Klaver eveneens met gelijke
stemverhouding de heer G. van Slingerland;
terwijl tot vierde wethouder met gelijke
stemverhouding de heer Bonsema werd
benoemd.
De benoemden verklaarden, hun be
noeming aan te nemen.
Een afscheidswoord.
De voorzitter oordeelde thans het
oogenblik aangebroken om, nu de wethouders
de tafel gaan verlaten en de nieuwe zitting
zullen nemen, tot de scheidende wethouders
een woord van afscheid te richten.
Spr. kon kort zijn tegenover den heer
Klaver. Niet alleen, omdat hij slechts kort
wethouder was geweest, maar ook, omdat
deze, zij het thans met een geheel ander
mandaat, weei als wethouder terugkeert.
De heeren Thomsen en Ringers verlaten
het College geheel. Van beiden kan gezegd
worden, dat zij in de jaren, waarin zij wet
houder zijn geweest, belangrijk werk voor de
gemeente hebben gedaan.
Den heer Ringers bracht spr. namens den
Raad een warm woord van dank voor het
geen hij als weth. van P. W. en als weth.
van de Bedrijven voor de gemeente heeft ge
daan. Vooral in den tijd. waarin de heer
Ringers weth. was van P. W., heeft hij bi
zonder veel nuttig werk voor de gemeente
§edaan. Spr. noemde de verbreeding en ver-
etering van veel straten en bruggen in de
gemeente; de asphalteering van de Lange-
straat, de verbreeding van het Scharloo, de
vernieuwing van de Texelsche brug, die over
de Hoevervaart en de Zandersloot, alsmede
de verbreeding van de Bierkade kwamen tij
dens zijn wethouderschap van P. W. tot
stand. Bovendien werden er tijdens dat wet
houderschap een groot aantal nieuwe gebou
wen gesticht en andere verbouwd. Spr. noem
de het Gymnasium, het Landbouwhuis, het
Weeshuis, den Keuringsdienst voor waren,
School no. 9 en de Kweekschool voor onder
wijzers.
Spr. geloofde, dat de opsomming van deze
hoofdzaken den Raad zal doen gevoelen, dat
er in het tijdperk van het wethouderschap
van den heer Ringers belangrijk werk is ge
schied en hij bracht den heer Ringers dank
voor zijn initiatief en doorzettingsvermogen.
Dank bracht hij hem ook namens den Raad
voor het belangrijke werk, dat hij voor de ge
meente tal van jaren heeft gedaan.
Instemming van allefrac-
t i e s.
De voorzitter zegt hierop, dat de
heer Thomsen, die veel langer dan de heer
Ringers wethouder is geweest, wel niet ge
dacht zou hebben, zóó te vertrekken. Spr.
heeft niet gedacht, dat hij diens vertrek van
zijn zetel zou beleven. Dat is onjuist geble
ken. Veertien lange jaren was de heer Thom
sen wethouder en daarvan heeft hij bijna
voortdurend beheerd de portefeuille van fi
nanciën. Spr. kon daarom niet memoreeeren
belangrijke feiten, die allen dagelijks voor
oogen kunnen zien. Allen, hetzij voor- of te
genstanders, weten echter, dat de heer Thom
sen met groote deskundigheid de portefeuille
van financiën heeft beheerd. Het mag zijn,
dat een deel van den Raad wel eens graag
heeft gewild, dat hij vlotter was met het ge
meentegeld, maar spr. gelooft toch, dat men
zal erkennen, dat de heer Thomsen een
groote kennis bezit van het financieele be
lang van de gemeente en dat in zijn handen
de belastingpenningen der gemeente volko
men veilig waren.
Namens den Raad dankt spr. den heer
Thomsen voor de deskundige wijze, waarop
hij de portefeuille van financiën heeft be
heerd.
Spr. brengt hem ook een persoonlijk woord
van dank voor de waardevolle adviezen, die
hij van den heer Thomsen, meer dan van
cenig ander wethouder mocht ontvangen.
Men zal zeggen: „Thomsen en de Burge
meester waren het e°ns en zoo was dus sa
menwerking wel gemakkelijk". Spr. bedoelt
het echter moeilijker. Het is meermalen voor
gekomen, dat Thomsen's inzichten niet sa
menvielen met die van spr. en dan was het
toch de heer Thomsen, die, met .volkomen
handhaving van zijn standpunt in den Raad,
tot spr. zeide: „Burgemeester, denk er wel
aan, U bent Burgemeester, U kunt niet naar
voren brengen uw persoonlijke opvattingen"
en met volkomen verzaking van eigen stand
punt, adviseerde hij, zooals z.i. een Burge
meester behoorde od te treden.
Spr. is den heer Thomsen erkentelijk voor
de wijze, waarop hij dat gedaan heeft en
naast het woord, namens den Raad gespro
ken, wil bij hem ook het persoonlijk woord
van dank brengen!
Instemming van alle kanten!
Een woord van welkom.
De voorzitter spreekt hierna een
woord van welkom tot de nieuwe wethouders.
Na de woorden, zoo juist gesproken tot de
afgetredenen, zal men dit misschien eenigs
zins moeilijk vinden. Spr gevoelt, dat hij hier
niet persoonlijk mag zien. Hij moet de zaak
zien vanuit het stadsbelang en wanneer hij
de zaak zóó voor oogen stelt, dan kan hij
zeggen, dat hij met de keuze van de wethou
ders ingenomen is, omdat hij meent, zoodra
de crisis was ontstaan, dat dit de eenige mo
p-el ijkheid is, die de crisis tot een oplossing
kon brengen. Spr. zegt dit, omdat hij gelooft,
dat het goed is, dat het College weerspiegelt,
wat de meerderheid van den Raad wil. Het
oude College gevoelde langen tijd, dat het
inderdaad een weerspiegeling was van de
meerderheid van den Raad. Dit was thans
niet meer het geval en spr. verheugt er zich
daarom over, dat er thans weer gekomen is
een samenstelling die is ingesteld op wat
er in de meerderheid van den Raad leeft.
Met twee van de nieuwe wethouders heeft
spr. langeren en korteren tiid samengewerkt,
maar hij hoopt ock, dat de beide nieuwe zich
spoedig eigen heb'-en gemaakt de wijze van
optreden, die de Raad van een wethouder
verlangt en waaraan hij overigens niet twij
felt.
Hij hoopt, dat in het College zal herle
ven de aangename toon en samenwerking,
die er in het oude College heeft geheerscht en
hij heet de heeren namens de meerderheid
van den Raad welkom.
Spr. vond het hierna gewenscht, het laatste
punt van de agenda: „Wijziging in de sa
menstelling van Raadscommissies" te moeten
aanhouden tot de volgende vergadering.
Na een paar opmerkingen van de heeren
Govers en Sietsma, werd hiertoe besloten,
waarna de voorzitter de vergadering sloot.
Het muziekseizoen geopend.
Toen de vorige week het seizoen van de
Metropolitan Opera met Wagner's Fliegende
Hollander inzette, gebeurde wat elk jaar
plaats heeft en een gebeurtenis op zich zelt
is. De heele Amerikaansche aristocratie was
aanwezig of vertegenwoordigd in zaal en
balcons en zoozeer wordt daar notitie van
genomen, dat in alle kranten naast de kritiek
over de opera zelf, de noodige kolommen vol
staan met de vermelding van wie in loges en
boxes zat, uitgebreid met naam en toenaam.
Wie mocht schrikken voor het bedrag, dat
voor de plaatsen gevraagd wordt, bedenke,
dat deze Opera zoowat de eenige in de wereld
:s, die het zonder subsidie, gemeentelijke of
wat ook, af kan. En dan de onkosten! De sa
larissen der wereldbefaamde artiesten zijn
tezamen al zoo reusachtig, dat er een Kleinere
Opera van zou kunnen bestaan. Wat koor,
orkest en regie kosten loopt in de tienduizen
den en de Amerikanen mogen er trotsch op
zijn, dat deze instelling zoo schitterend geleid
en onderhouden wordt. Er staan altijd legios
wachtenden op de lijst, begeerig een openge
vallen loge of abonnement over te nemen. Den
vorigen Dinsdag verdrongen zich de nieuws
gierigen in de buurt van Broadway en de
40ste Straat. Politie te voet en te paard hield
er orde onder en het immense verkeer op
dreef. De tegenwoordige Opera bezit een paar
nadeelen. Het is een oud gebouw. Al vijftien
jaar geleden werd meegedeeld, dat een nieuw
gebouw ergens anders zou verrijzen en dit
gesloten. Het een noch het ander is gebeurd.
Een vreemdeling, die voor het eerst langs
het sombere bruine vierkante steenenblok
komt en verteld wordt, dat dit de Opera is
begint met de mogelijkheid daarvan te ont
kennen en ten slotte een bedenkelijk gezicht
te trekken. Het gebouw ligt begrensd door
Broadway en Seventh Avenue voor en achter,
terwijl links en rechts de 41ste en 42ste Straat
loojaen, d.w.z. twee blocks van Times Square
en het theaterdistrict, waar het 's avonds
overvol van auto's is en de absolute onmoge
lijkheid om te parkeeren voor de chauffeurs
Voor- en wegrijden aan begin en eind van de
voorstellingen zijn ware problemen voor de
politie en de massa's voetgangers op de dan
veel te smalle trottoirs, die bij slecht weer
genoodzaakt zijn een paar straten verder op
taxi-jacht te gaan. Een voordeel van het ge
bouw is de unieke accoustiek, terwijl het in
terieur van de zaal ook de moeite waard is,
maar waar is de vorstelijke trap van Parijs,
een intieme foyer, goede vestiaires en bovenal
hovenal hoe is het achter het brandscherm
gesteld? Het tooneel moet nog meer ruimte
krijgen. Het orkest zit in een lange, smalle
put. Er moet een moderner gebouw komen.
Society komt naar de opera
Moor het onaanzienlijke en neutrale uiter
lijk aan de vier straatzijden, dat zich in niets
als een Opera laat kennen, zijn alleen boven
de ingangen groote luifels gebouwd bij wijze
van bescherming tegen regen, sneeuw en
w.nd. Gewoonlijk is de eerste seizoenavond
er een van extra slecht weer, maar dit jaar
was het een ideale herfstavond, net koud ge
noeg om een kostbare bontmantel te dragen
en den winter officieel te openen. Wantode
eerste opera-voorstelling beteekent, dat de
„Society", vroeger wel de „400" genaamd
maar allang uitgebreid tot 4000 of veel
vouden daarvan, in de stad is teruggekeerd
uit Europa, Canada en hun buitenplaatsen in
het land zelf. Park Avenue en de zijstraten
van Fifth Avenue staan 's zomers onbewoond,
maar nu zijn de luiken van de ramen, de
talrijke nomaden zijn van November tot
Februari „in de stad". P ecies als de Londe-
naren gaan kijken naar de jaarlifksche voor
stelling ten Hove door een blik te werpen in
de auto's der schitterend getoiletteerde dames
zoo verdringen de New-Yorkenaren zich op
dezen bewusten avond rond de Opera staren
naar al die fabelachtige weelde aan juwee-
len en toiletten en genieten. De leden der
upper ten worden met een salvo van mag
nesiumlichten begroet en van alle kanten
worden de fotografietoestellen op hen S
richt. En het is een feit, dat bijna alle dames
en heeren met genoegen op het verzoek dei-
fotografen ingaan om voor een opname te
blijven staan. Dit is n 1. óf een compliment
aan een bijzonder mooi en kostbaar toilet óf
de draagster haar begeleider meet wel een
der kopstukken m zijn wereld zijn om voo?
zijn personen gekiekt te worden - heeft een
naam die klinkt als een klok. Ruim ee? u r
kort voor den aanvang van de ODera en
lang nadat die al begonnen is - fit d"
stroom van blinkende auto's aan maar wie
zonder zoo lang te wachten offiefi
binnen te gaan in eenige minuten een totaal
indruk wi krijgen, die gaat na afloop van
de voors el ing een kijkje nemen Dan is de
onmiddellijke omgeving van de opera een
levend geworden mondain modeblad
Redenaars en Zangers prefereei
ren
BORSmSTllLES
Maria Jent»»
Dit jaar had nog een groote bijzonderheid
en wel, dat de dames zich zoo goed als zcm.
der juweelen getooid hadden en dat was on
vallend, want de pracht, die er gewoonliit
ten toon gespreid wordt, tart alle beschr i
ving. Wat was daarvan de oorzaak? Ik ben
niet zoo gelukkig mijn lezeressen andere toï
lichtingen te kunnen geven over de toilettal
der dames dan dat ik met een gevoe' van
groote voldaanheid over de chic en de charme
de rokken tot op den grond zag neerplooien
en dat ik de lange handschoenen tot over de
eih ogen monstrueus vond.
De opera-attractie bij uitnemendheid ij
Wienerin Maria Jeritza, wier repertoire het
Duitsdc en Italiaansche omvat die 'n gouden
stem bezit en 'n indrukwekkend mooie ver
schijning is. Jeritza, zooals tij kortweg ge
noemd wordt, kan haar ongelooflijk inspan
nende seizoen alleen volhouden door haar
stelregel nooit buiten de opera op te treden
en geen invitaties voor diners of bais van
wie ock aan te nemen en aangezien zij een
echte barones is, kan zij met alle precedenten
van haar voorgangster breken, die ongeveer
het slachtoffer van teveel lieftalligheidwer
den door aan allerlei weldadigheidsconcerten
mee te doen of te verschijnen op groote fees
ten. Jeritza is een Senta als men zich maar
wenschen kan en de totaal-indruk voor mij
was hoe Wagner toch een geniale natuur-
schilder was, want alle Waldleben en Rhein-
wellen ten spijt klinkt hier toch maar den
heelen avond onze Noordzee.
Emiel en z'n detectives door Erich
Kastner Boekerij „De Voortganck"
te Amsterdam.)
Het detective-verhaal doet zijn intrede in
de jeugdlectuur. En wie dit origineele boek
gelezen heeft ook al kan men zichzelf niet
meer tot de jeugd rekenen, dan zal men het
toch met veel genoegen doen zal toestem-
men, dat die intrede slechter had kunnen
zijn. Een heele groep Berlijnsche jongend en
een meisje, die een dief achtervolgen, daar
gaat het in hoofdzaak om en Kastner vertelt
dat op zoo prettige wijze, dat men lust ge
voelt het boek nog eens te lezen.
Aan Emiel worden op zijn reis naar Ber
lijn 140 mark ontstolen. Hij achtervolgt den
dief, verzamelt een troepje detectives uit Ber
lijnsche jongens en deze complete brigade
van Scotland Yard een telefooncentrale
ontbreekt hun niet weet het zoover te
krijgen, dat de dief gearresteerd wordt. Datl
komt er nog een verrassing: de gearresteerde
is de dader van een bankoverval, en de pre
mie van duizend mark, die op zijn aanhou
ding is gesteld, komt in handen van Emiel.
We twijfelen er niet aan of dit uitstekend
geschreven boek Kastner is ook winnaar
van den Kleist-prijs - zal zijn weg wel vin
den. We hopen dergelijke jeugdboeken meer
onder de oogen te krijgen. Harmsen van
Beek verzorgde de illustraties.
„Astra", Nederland's Eerste Geilt.
Magazine.
Het December-nummer van Astra opent
ditmaal met het avontuurlijke verhaal:
„Ouwe Siman", dat zich in de wildernis van
ons Indië afspeelt en in welke de jager in de
rimboe de hoofdrol speelt. Van den Heuvel
schonk ons in den vorm van De Regendrup
pel-prelude een Chopin-maniakade van den
eersten rang, die door Giesen fraai werd ge
ïllustreerd en in de zuivere sfeer gehouden.
De redactie nam ditmaal eenige steekproef
jes op de eigen kennis van den lezer en had
de kieschheid ons één minuut bedenktijd te
laten. Het interessante en spannende ver
haal „De Moord bij den Bromo" wordt ver
volgd; Daan de Vries leverde er ook nu weer
de illustraties voor. Behalve de gewone
maandelijksche film-bespiegeling van Pep.n,
ditmaal over de film: „Aan den Rand der
Sahara", die waarschijnlijk in December hier
te lande zal debuteeren. en vele gcede en
aardige vertalingen, treffen wij in dit num
mer de eerste van de serie vertellingen aan
van Mijnheer Amayat, getiteld: „De Radjah
van Gooi". Holly Mahroüdi stond een aar
dige persiflage af op de bureaucratie der
Posterijen, terwijl Zaagweg een héél interes
sant schaakgeval vastlegde. Noemen wij te"
s1otte nog het Indische verhaal „Algemeen
Stamboek-nummer 35620" van Freiherr von
Orleben en van E. Luit van Es het min ot
meer occulte-verhaal„Het portret van Wan-
da Cikann von Slaupna".
Een twaalftal fraaie kunstdruk-foto s ziJn
ook nu weer tusschen den tekst opgenomen-
(Buiten verantwoordeliikhe'd van de
ïctie. De opname in deze rubriek, bewjn
•enszms dat de redacve ermede instemt l_
Mijnheer de Redacteur,
Het komt bijna elk jaar voor en juist te
gen den St. Nicolaastijd, dat er s'or'n§at5
in de electrische lichttoevoer. Hoe komt a
Kan hier niet voorzien worden door bete
ingrediënten aan te schaffen?
Ik denk dat de. geheele winkelstand
met mij eens is, dat wij nu bepaald
trisch licht niet voor niets krijgen en w
neer wij het in de topuren gebruiken m
ten, gaat de kaars uit. Het is niet alleen
groote strop voor de H.H winkeliers, m j
OrplArr^nlnöirl r»tr* Hipfct.'ll in QC .1
te4 VWLV. UUV|1 ruui uc 11-11 j u ofla
ook een gelegenheid, om diefstal in at t
te werken, hetwelk door de overhe!10 :efl
goedgekeurd zal worden. Groote beoi j
zouden zich op zoo'n manier fiTn0 L#ek-
voelen, om zelf electr. licht te gnan v
ken. Laat dit een waarschuwing zijn
Electr. Lichtbedrijven.
Met nogmaals mijn dank voor at i
sing,
HoofTnrl'ien<1'
W. B'