Amerikaansche notities. ZIJN VROUW's GEHEIM. 50 ct per doos alleen bff1 Apothekers en Drogisten/ ioeicen Tijg8scfor»ifteii Ingozonden «tukken WAAROM DE CHRONISCHE HOOFDPIJNEN OPHIELDEN. Zij deed Kraschen in zijn thee. Zonder hem iets te zeggen heeft de vrouw van dezen man 2 jaar 'ang Kruschen in zijn thee gedaan. En hij kon maar niet begrijpen, waarom de hoofd pijnen. die hem 50 jaar lang gekweld hadden, eensklaps ophielden. Eerst kort geleden vertelde zij hem de oorzaak en dadelijk schreef hij dezen brief: ..Ik ben 62 jaar en van mijn 10de jaar af leed ik voortdurend aan zeer zware hoofdpijnen en hevige pijn in mijn schouders. Maar goed twee jaar geleden hielden het braken en de hoofdpijnen op, waarom wist ik niet. Ik was stom verbaasd toen op een goeden dag mijn vrouw mil vertelde dat ik meer dan twee jaar lang Kruschen Salts ingenomen had. Ik gebruik het nu nog, en raad het ook anderen aan, want ik ken niets beters voor de gezondheid.' J. T. Wat doet U tegen hoofdpijn? Neemt U maar iets om de pijn te stillen, zonder de oorzaak van de pijn weg te nemen? Duizenden doen zoo, trots alle waar schuwingen van geneesheeren. Deze hulpmiddelen onderdrukken slechts de hoofdpijnenj zij verdooven de zenuwen en laten de oorzaak voor wat zij is. Hoofdpijnen zijn bijna altijd het ge volg van een slechte maag en de opeen- hooping van afvalproducten, die in het organisme achterblijven en het bloed vergiftigen. Verwijder deze giften, voor kom dat zij zich opnieuw kunnen vor- n en en ge zult nergens meer last van hebben. En zoo brengt Kruschen nu een spoedige en blijvende genezing van hoofdpijnen. Kruschen Saits helpt de natuur het ge- heele organisme volkomen te reinigen van alle schadelijke afvalproducten. Koop vandaag nog een flesch Kruschen en begin morgen met „de kleine dage- lijksche dosis". En U zult al heel gauw voor goed met de hoofdpijnen hebben afgerekend. Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle apothekers en drogister. a 0.00 en 1.60 per flacon. i tent op maken dat het 't schrijven is aan het 11-tal, waarin drie leden van onze fractie ons standpunt uiteen zetten en daarnaast drie andere leden ook hun standpunt verkla ren. Daaruit mag men niet concludeeren tot woordbreuk. Juist in dat stuk hebben wij spe ciaal laten uitkomen, dat wij van meening zijn, dat er veel te veel geschermd is met de restrictie en men mag daarin niet zien onzer zijds een uitlokken van de wethouderscrisis Wij wijzen daarvoor de verantwoordelijkheid yan de hand. Wat de mededeeling over „De Tijd" via „De Nederlander" over de landspolitiek, in zake het samengaan van de r.-k. met de soc. dem. betreft, dit moet men niet overbrengen op de gemeente-politiek. Die is nu eenmaal 'niet te vergelijken met de Tweede Kamer-poli tiek. Wij hebben hier heel wat kwesties te be handelen, die feitelijk met de politiek niets te maken hebben en ik zie niet in, dat wij niet kunnen regeeren met het blok van soc. dem v.-d.-ers en r.-k. Dit guschiedt in verschillen de groote gemeenten, ook in Amsterdam en ik zie niet in, dat Alkmaar door deze oplossing falikant zou uitkomen. De toekomst zal dat moeten leeren. Verder merkte spr. op, dat het bekend wa3, hoe de r.-k. stonden in de kwestie van den heer Ringers en diens wethouderschap van Publ. Werken. Ook was het bekend, dat ce r.-k. het besluit inzake de loonen voor d werkverschaffing niet wilden intrekken. Het is den heer Ringers voldoende bekend, dat de motie, die wij hebben helpen aanne men, geen motie was tegen den heer Ringers, maar tegen de combinatie van diens lidmaat schap van een aannemersfirma en het bezet ten van de portefeuille van Publ. Werken Niemand van ons heeft ooit het idee gehad om den heer Ringers persoonlijk onaange naam te zijn en ook de heer Westerhof heeft dat in de vorige vergadering duidelijk naar voren gebracht. Spr. vond de conclusie, 'dat door de motie van de christ. hist. Kies- vereen. de deur is dichtgeworpen, een zeel goede conclusie. Spr. leest eruit, dat men het op prijs stelt, dat de heer Ringers weer krijgt de portefeuille van P. W.; maar juist de r.-k fractie was unaniem van oordeel, dat dit niet gewenscht was en daarom oordeelden wij, dat wij voor een gesloten deur stonden. Wij hebben dit niet anders kunnen opvatten. Ook op den laatsten brief konden wij niet verde* ingaan, want dit zou een terugkomen zijn 1 een stap, die wij eenmaal hadden gezet en de eenheid in de r.-k. fractie was juist tot stand gekomen onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat niet terug gekomen zou worden op het eens genomen besluit inzake de loonen voor werkverschaffing. De heer Vogelaar vindt dit 'eten van twee wallen. Maar dat is niet waar De heer Vogelaar zou ook niet vertellen van het onderhoud van twee heeren van onze frac tie en hem, maar dit onderhoud geschiedde niet in opdr?.cht van de fractie. De oolossing, die er thans is gekomen, ligt in de lijn, die de heer Vogelaar zoo gaarne ziet. Spr. begrijpt dan ook niet, welke verwijten de heer Voge laar zijn fractie daarvoor kan doen. Met ge rustheid wijst hij af de beschuldiging, dat zij doelbewust op de crisis hebben aangestuurd, want dii is positief niet waar. De heer Venneker was heelemaal niet ,van plan geweest, bij deze gelegenheid iets te zeggen. De heer Vogelaar had z i meer gedebatteerd tegen hetgeen het N. H. D. had geschreven, dan tegenover zijn fractie. Spr. wilde echter wel de partij voor het N. H. D opnemen. Na hetgeen de heer Woldendorp had opgemerkt, kon hij kort zijn. Persoonlijk wilde hij wel zeggen, dat hij het altijd heeft betreurd, dat men in 1927 een belangrijk deel van den Raad van het mederegeeren heeft uitgesloten. De heer W esterhof: Bravo! De heer Venneker: Het is altijd mijn meening geweest, dat men toen de vier wet houders had moeten behouden. Na het uit breken van de crisis, is mijn medewerking erop gericht geweest, tot den vroegeren toe stand terug te keeren; het liefst had ik het oude college terug gezien, aangevuld met één van de Soc. Dem. Men heeft dit niet gewild. Die oplossing was van de baan en dan ligt het in de natuurlijke lijn, dat men gaat zoe ken in de richting zooals het gegaan is na verwerping van ons voorstel inzake de wer keloosheid. Alleen is bij mij de vraag opge komen of het wel rationeel was om voor dit betrekkelijk geringe feit een wethouderscrisis van zoo'n omvang in het leven te roepen. Het zwaartepunt wordt nu wel gelegd op het indienen van het door ons met ae Soc. Dem gedane voorstel om het uurloon in werkver schaffing op 43 cent te stellen, maar toen dat gebeurde, bestond de crisis al. De crisis is in het leven geroepen door den Chr. Hist. wethouder. De heer Westerhof: Zeer juist! De heer Venneker: Wanneer men faat praten over het besluit van het 11-tal, an wil ik aanstippen, dat er uitdrukkelijk afgesproken was in 1927, dat de heer Rin gers niet de portefeuille van P W. zou krij gen, en daarom is het niet waar, wat in één der bladen werd geschreven, dat de R. Kath. in den Raad eeri onverwachten dolkstoot hebben toegebracht aan het wethouderlijk leven van den heer Ringers. Hij was op de hoogte en wij hebben getracht, hem in de gelegenheid te stellen, wat o.i. een fout was, te herstellen. Dit was mogelijk geweest zon der veel woorden. Voorts wijst spr. erop, dat er in den Raad wel eens veel ingrijpender besluiten zijn ge nomen, die veel meer geld kostten dan net werkeloozenbesluit, waarbij ook het 11-tal uit elkander viel. Spr. wijst op het besluit om voor het Stadsziekenhuié een Directeur- Geneesheer te benoemen en om een Geneesk. dienst in te stellen. Men ging daarover zelfs in beroep bij Ged. Staten, maar toen is er niet zoo n groote mond opgezet over woord breuk. Er was toen wel niet een uitdrukke lijke afspraak, maar dat neemt niet weg, dat daardoor de regeering meermalen in tweeën viel. De heer T h o m s e n ontkende dit, aange zien daarover het 11-tal niet was gebonden. De heer Venneker kon het desondanks niet anders zien. Ook de R.K -fractie was destijds niet éénstemmig. Wanneer de heeren meeraen, dat het noodzakelijk is om voor een uitgaaf van 10.000 een crisis in het leven te roepen, dan moeten zij dit maar weten. Spr. heeft altijd gemeend, dat het nog wel mogelijk was om tot overeenstemming te ko men. Nu heeft de heer Vogelaar gezegd, dat in de vergadering van het 11-tal meermalen over de subsidie is gesproken. De heer Wol dendorp heeft terecht gezegd, dat, wanneer de subsidie niet in het geding was, hij en ik direct met de verzoeken van de vakcentrales zouden zijn meegegaan. Spr. heeft altijd ge meend, dat de Rijks- en Prcv. subsidie afhing van het grondloon, dat 38 cent moest blijven. Het voorstel Woldendorp c.s. kwam 6 Nov. hier reeds ter tafel. Men heeft het een week schriftelijk kunnen bekijken, doch niemand van de acht heeft gezegd: „Je hebt vergeten, de restrictie erin te lasschen, zoodat wij ten zeerste waren verrast, toen de Burgemeester aankondigde, dat het voorstel van den heer Woldendorp met de restrictie in stemming kwam. Wij vreesden moeilijkheden en de heer Woldendorp vroeg daarom terecht, zijn voor stel zonder de restrictie in stemming te bren gen. Dat voorstel werd verworpen, ook door menschen, die afgesproken hadden, er vóór te stemmen. Het lag toen voor de hand, dat wij op andere wijze trachtten, iets voor de werkloozen te doen. Om nu te zeggen, dat wij doelbewust hebben aangestuurd op een wethoudercrisis, lijkt mij niet veraiend. Eigenlijk kan ik de zaak omkeeien. De hee ren hebben de samenwerking verbroken. Wanneer er geen misverstand was ontstaan, zou er een andere oplossing zijn gekomen. Nu heeft men op ons een aanval gedaan, door de landspolitiek te interpreteeren, maar ni de eerste plaats is rechts-links hier niet mogelijk. Wij moeten met één van de linksche partijen samenwerking zoeken. Wanneer dit ons door een groep onmogelijk gemaakt wordt, dan doet men ons onrecht, door ons te verwijten, dat wij doelbewust op de crisis hebben aangestuurd. Wij moesten wel met de anderen trachten tot overeenstemming te komen. Dat wij als eisch hebben gesteld, dat op de vroegere beslissing van den Raad niet meer terug gekomen werd, lijkt mij billijk Waar blijft men, als men als regeering elk oogenblik voor nieuwe beslissingen in den Raad komt. Wat de kwestie over de motie-Ringers in de Chr. Hist. Kiesvereen. betreft, dat is eigenlijk de zaak van het N. H. D., maar ik kan mij zeer goed begrijpen, dat dit blad er zoo over denkt. Wanneer de Chr. Hist Kies vereen. uitdrukkelijk verklaart, de houding van den heer Ringers goed te keuren, dan kan ik mij begrijpen, dat de heer Ringers daarop altijd een beroep zou hebben gedaan en dat men zegt: „De motie van de Kiesver- eeniging sluit de deur toe". In het schrijven van het 5-tal wordt ge zegd, dat men alleen tot bespreking wil over gaan, wanneer er een officieele uitnoodiging komt, die dan voor hen beteekent, dat een oplossing van de crisis in een andere richting niet mogelijk is of niet is in het belang van de gemeente. Ik vind dit: de deur voor ons dicht gooien. Het zou beteekenen, dat een regeering van R.-Kath. en Soc.-Dem. niet in het belang "an de gemeente was. Ik vind dit sterk uitgedrukt en de geheele R.K. fractie kwam hierin tot overeenstemming, dat dit schrijven de deur dicht gooide. De heer Klaver deelde mede, dat hij zich steeds in den gedachtengang heeft bewogen, dat de R. Kath. de oplossing van de crisis moesten zoeken. Wie eenigszins met 't verloop van de rrisis iets te maken heeft gehad, zal moeten toegeven, dat hij nogal eenige moeite heeft gedaan namens de R.K. fractie, een andere oplossing te brengen. Tot op het allerlaatste oogenblik heeft hij dit getracht omdat het z.i in de lijn van de laatstgehouden verkiezingen lag om de tot nog toe gevoerde politiek voor de loopende 7 maanden te com- tinueeren. Spr. was daarbij gestuit op het geval-Ringers. Naar zijn smaak was het wel mogelijk ge weest. om voor hetgeen gevolgd was bij de werkverschaffing, een ezelsbruggetje te vinden, dat het mogelijk maakte om een modus te vinden, die bevrediging schonk. Tot op het laatste oogenblik kon spr geen toezegging krijgen, dat de heer Ringers zijn standpunt wenschte te veranderen. Men heeft het kunnen hooren, dat spr. gis teravond op het laatst nog moeite beeft ge daan, om van dien kant eenige soepelheid te krijgen en het kwam zóó ver, dat men heett gemeend, een enkel klein soepelheidje te kun nen ontdekken, maar verder is het niet ge komen. Voor spr. stond het na de uitspraak van den Raad zóó, dat de Raad den terugkeer van den heer Ringers als wethouder van P. W. niet wilde. Spr. wilde onderschrijven, dat de motie.nooit een votum is geweest tegen den heer Ringers, maar alleen een votum tegen Ringers' particuliere functie en diens wethouderschap van P. W. Het kwam spr. voor, dat het niet aangaat, daarop terug te komen Met nadruk herhaalt hij, dat het niet mogelijk zou zijn, daar over heen te komen. Toen dit voor hem uitgesloten was, moest hij op het laatste moment zeggen: „Er moet geregeerd werden; wij kunnen niet komen te staan voor wilde verkiezingen; Wij gaan met de Soc.-Dem. en de V. D-ers Voor spr. is dit geweest de oplossing van de crisis. Hierop werd tot stemming overgegaan. De stemming. In de vacature-Thom»en werd met 14 stem men tegen 5 blanco de heer J Westerhof ge kozen; in de vacature-Ringers met gelijke stem verhouding de heer H. Klaver; in de vacature-Klaver eveneens met gelijke stemverhouding de heer G. van Slingerland; terwijl tot vierde wethouder met gelijke stemverhouding de heer Bonsema werd benoemd. De benoemden verklaarden, hun be noeming aan te nemen. Een afscheidswoord. De voorzitter oordeelde thans het oogenblik aangebroken om, nu de wethouders de tafel gaan verlaten en de nieuwe zitting zullen nemen, tot de scheidende wethouders een woord van afscheid te richten. Spr. kon kort zijn tegenover den heer Klaver. Niet alleen, omdat hij slechts kort wethouder was geweest, maar ook, omdat deze, zij het thans met een geheel ander mandaat, weei als wethouder terugkeert. De heeren Thomsen en Ringers verlaten het College geheel. Van beiden kan gezegd worden, dat zij in de jaren, waarin zij wet houder zijn geweest, belangrijk werk voor de gemeente hebben gedaan. Den heer Ringers bracht spr. namens den Raad een warm woord van dank voor het geen hij als weth. van P. W. en als weth. van de Bedrijven voor de gemeente heeft ge daan. Vooral in den tijd. waarin de heer Ringers weth. was van P. W., heeft hij bi zonder veel nuttig werk voor de gemeente §edaan. Spr. noemde de verbreeding en ver- etering van veel straten en bruggen in de gemeente; de asphalteering van de Lange- straat, de verbreeding van het Scharloo, de vernieuwing van de Texelsche brug, die over de Hoevervaart en de Zandersloot, alsmede de verbreeding van de Bierkade kwamen tij dens zijn wethouderschap van P. W. tot stand. Bovendien werden er tijdens dat wet houderschap een groot aantal nieuwe gebou wen gesticht en andere verbouwd. Spr. noem de het Gymnasium, het Landbouwhuis, het Weeshuis, den Keuringsdienst voor waren, School no. 9 en de Kweekschool voor onder wijzers. Spr. geloofde, dat de opsomming van deze hoofdzaken den Raad zal doen gevoelen, dat er in het tijdperk van het wethouderschap van den heer Ringers belangrijk werk is ge schied en hij bracht den heer Ringers dank voor zijn initiatief en doorzettingsvermogen. Dank bracht hij hem ook namens den Raad voor het belangrijke werk, dat hij voor de ge meente tal van jaren heeft gedaan. Instemming van allefrac- t i e s. De voorzitter zegt hierop, dat de heer Thomsen, die veel langer dan de heer Ringers wethouder is geweest, wel niet ge dacht zou hebben, zóó te vertrekken. Spr. heeft niet gedacht, dat hij diens vertrek van zijn zetel zou beleven. Dat is onjuist geble ken. Veertien lange jaren was de heer Thom sen wethouder en daarvan heeft hij bijna voortdurend beheerd de portefeuille van fi nanciën. Spr. kon daarom niet memoreeeren belangrijke feiten, die allen dagelijks voor oogen kunnen zien. Allen, hetzij voor- of te genstanders, weten echter, dat de heer Thom sen met groote deskundigheid de portefeuille van financiën heeft beheerd. Het mag zijn, dat een deel van den Raad wel eens graag heeft gewild, dat hij vlotter was met het ge meentegeld, maar spr. gelooft toch, dat men zal erkennen, dat de heer Thomsen een groote kennis bezit van het financieele be lang van de gemeente en dat in zijn handen de belastingpenningen der gemeente volko men veilig waren. Namens den Raad dankt spr. den heer Thomsen voor de deskundige wijze, waarop hij de portefeuille van financiën heeft be heerd. Spr. brengt hem ook een persoonlijk woord van dank voor de waardevolle adviezen, die hij van den heer Thomsen, meer dan van cenig ander wethouder mocht ontvangen. Men zal zeggen: „Thomsen en de Burge meester waren het e°ns en zoo was dus sa menwerking wel gemakkelijk". Spr. bedoelt het echter moeilijker. Het is meermalen voor gekomen, dat Thomsen's inzichten niet sa menvielen met die van spr. en dan was het toch de heer Thomsen, die, met .volkomen handhaving van zijn standpunt in den Raad, tot spr. zeide: „Burgemeester, denk er wel aan, U bent Burgemeester, U kunt niet naar voren brengen uw persoonlijke opvattingen" en met volkomen verzaking van eigen stand punt, adviseerde hij, zooals z.i. een Burge meester behoorde od te treden. Spr. is den heer Thomsen erkentelijk voor de wijze, waarop hij dat gedaan heeft en naast het woord, namens den Raad gespro ken, wil bij hem ook het persoonlijk woord van dank brengen! Instemming van alle kanten! Een woord van welkom. De voorzitter spreekt hierna een woord van welkom tot de nieuwe wethouders. Na de woorden, zoo juist gesproken tot de afgetredenen, zal men dit misschien eenigs zins moeilijk vinden. Spr gevoelt, dat hij hier niet persoonlijk mag zien. Hij moet de zaak zien vanuit het stadsbelang en wanneer hij de zaak zóó voor oogen stelt, dan kan hij zeggen, dat hij met de keuze van de wethou ders ingenomen is, omdat hij meent, zoodra de crisis was ontstaan, dat dit de eenige mo p-el ijkheid is, die de crisis tot een oplossing kon brengen. Spr. zegt dit, omdat hij gelooft, dat het goed is, dat het College weerspiegelt, wat de meerderheid van den Raad wil. Het oude College gevoelde langen tijd, dat het inderdaad een weerspiegeling was van de meerderheid van den Raad. Dit was thans niet meer het geval en spr. verheugt er zich daarom over, dat er thans weer gekomen is een samenstelling die is ingesteld op wat er in de meerderheid van den Raad leeft. Met twee van de nieuwe wethouders heeft spr. langeren en korteren tiid samengewerkt, maar hij hoopt ock, dat de beide nieuwe zich spoedig eigen heb'-en gemaakt de wijze van optreden, die de Raad van een wethouder verlangt en waaraan hij overigens niet twij felt. Hij hoopt, dat in het College zal herle ven de aangename toon en samenwerking, die er in het oude College heeft geheerscht en hij heet de heeren namens de meerderheid van den Raad welkom. Spr. vond het hierna gewenscht, het laatste punt van de agenda: „Wijziging in de sa menstelling van Raadscommissies" te moeten aanhouden tot de volgende vergadering. Na een paar opmerkingen van de heeren Govers en Sietsma, werd hiertoe besloten, waarna de voorzitter de vergadering sloot. Het muziekseizoen geopend. Toen de vorige week het seizoen van de Metropolitan Opera met Wagner's Fliegende Hollander inzette, gebeurde wat elk jaar plaats heeft en een gebeurtenis op zich zelt is. De heele Amerikaansche aristocratie was aanwezig of vertegenwoordigd in zaal en balcons en zoozeer wordt daar notitie van genomen, dat in alle kranten naast de kritiek over de opera zelf, de noodige kolommen vol staan met de vermelding van wie in loges en boxes zat, uitgebreid met naam en toenaam. Wie mocht schrikken voor het bedrag, dat voor de plaatsen gevraagd wordt, bedenke, dat deze Opera zoowat de eenige in de wereld :s, die het zonder subsidie, gemeentelijke of wat ook, af kan. En dan de onkosten! De sa larissen der wereldbefaamde artiesten zijn tezamen al zoo reusachtig, dat er een Kleinere Opera van zou kunnen bestaan. Wat koor, orkest en regie kosten loopt in de tienduizen den en de Amerikanen mogen er trotsch op zijn, dat deze instelling zoo schitterend geleid en onderhouden wordt. Er staan altijd legios wachtenden op de lijst, begeerig een openge vallen loge of abonnement over te nemen. Den vorigen Dinsdag verdrongen zich de nieuws gierigen in de buurt van Broadway en de 40ste Straat. Politie te voet en te paard hield er orde onder en het immense verkeer op dreef. De tegenwoordige Opera bezit een paar nadeelen. Het is een oud gebouw. Al vijftien jaar geleden werd meegedeeld, dat een nieuw gebouw ergens anders zou verrijzen en dit gesloten. Het een noch het ander is gebeurd. Een vreemdeling, die voor het eerst langs het sombere bruine vierkante steenenblok komt en verteld wordt, dat dit de Opera is begint met de mogelijkheid daarvan te ont kennen en ten slotte een bedenkelijk gezicht te trekken. Het gebouw ligt begrensd door Broadway en Seventh Avenue voor en achter, terwijl links en rechts de 41ste en 42ste Straat loojaen, d.w.z. twee blocks van Times Square en het theaterdistrict, waar het 's avonds overvol van auto's is en de absolute onmoge lijkheid om te parkeeren voor de chauffeurs Voor- en wegrijden aan begin en eind van de voorstellingen zijn ware problemen voor de politie en de massa's voetgangers op de dan veel te smalle trottoirs, die bij slecht weer genoodzaakt zijn een paar straten verder op taxi-jacht te gaan. Een voordeel van het ge bouw is de unieke accoustiek, terwijl het in terieur van de zaal ook de moeite waard is, maar waar is de vorstelijke trap van Parijs, een intieme foyer, goede vestiaires en bovenal hovenal hoe is het achter het brandscherm gesteld? Het tooneel moet nog meer ruimte krijgen. Het orkest zit in een lange, smalle put. Er moet een moderner gebouw komen. Society komt naar de opera Moor het onaanzienlijke en neutrale uiter lijk aan de vier straatzijden, dat zich in niets als een Opera laat kennen, zijn alleen boven de ingangen groote luifels gebouwd bij wijze van bescherming tegen regen, sneeuw en w.nd. Gewoonlijk is de eerste seizoenavond er een van extra slecht weer, maar dit jaar was het een ideale herfstavond, net koud ge noeg om een kostbare bontmantel te dragen en den winter officieel te openen. Wantode eerste opera-voorstelling beteekent, dat de „Society", vroeger wel de „400" genaamd maar allang uitgebreid tot 4000 of veel vouden daarvan, in de stad is teruggekeerd uit Europa, Canada en hun buitenplaatsen in het land zelf. Park Avenue en de zijstraten van Fifth Avenue staan 's zomers onbewoond, maar nu zijn de luiken van de ramen, de talrijke nomaden zijn van November tot Februari „in de stad". P ecies als de Londe- naren gaan kijken naar de jaarlifksche voor stelling ten Hove door een blik te werpen in de auto's der schitterend getoiletteerde dames zoo verdringen de New-Yorkenaren zich op dezen bewusten avond rond de Opera staren naar al die fabelachtige weelde aan juwee- len en toiletten en genieten. De leden der upper ten worden met een salvo van mag nesiumlichten begroet en van alle kanten worden de fotografietoestellen op hen S richt. En het is een feit, dat bijna alle dames en heeren met genoegen op het verzoek dei- fotografen ingaan om voor een opname te blijven staan. Dit is n 1. óf een compliment aan een bijzonder mooi en kostbaar toilet óf de draagster haar begeleider meet wel een der kopstukken m zijn wereld zijn om voo? zijn personen gekiekt te worden - heeft een naam die klinkt als een klok. Ruim ee? u r kort voor den aanvang van de ODera en lang nadat die al begonnen is - fit d" stroom van blinkende auto's aan maar wie zonder zoo lang te wachten offiefi binnen te gaan in eenige minuten een totaal indruk wi krijgen, die gaat na afloop van de voors el ing een kijkje nemen Dan is de onmiddellijke omgeving van de opera een levend geworden mondain modeblad Redenaars en Zangers prefereei ren BORSmSTllLES Maria Jent»» Dit jaar had nog een groote bijzonderheid en wel, dat de dames zich zoo goed als zcm. der juweelen getooid hadden en dat was on vallend, want de pracht, die er gewoonliit ten toon gespreid wordt, tart alle beschr i ving. Wat was daarvan de oorzaak? Ik ben niet zoo gelukkig mijn lezeressen andere toï lichtingen te kunnen geven over de toilettal der dames dan dat ik met een gevoe' van groote voldaanheid over de chic en de charme de rokken tot op den grond zag neerplooien en dat ik de lange handschoenen tot over de eih ogen monstrueus vond. De opera-attractie bij uitnemendheid ij Wienerin Maria Jeritza, wier repertoire het Duitsdc en Italiaansche omvat die 'n gouden stem bezit en 'n indrukwekkend mooie ver schijning is. Jeritza, zooals tij kortweg ge noemd wordt, kan haar ongelooflijk inspan nende seizoen alleen volhouden door haar stelregel nooit buiten de opera op te treden en geen invitaties voor diners of bais van wie ock aan te nemen en aangezien zij een echte barones is, kan zij met alle precedenten van haar voorgangster breken, die ongeveer het slachtoffer van teveel lieftalligheidwer den door aan allerlei weldadigheidsconcerten mee te doen of te verschijnen op groote fees ten. Jeritza is een Senta als men zich maar wenschen kan en de totaal-indruk voor mij was hoe Wagner toch een geniale natuur- schilder was, want alle Waldleben en Rhein- wellen ten spijt klinkt hier toch maar den heelen avond onze Noordzee. Emiel en z'n detectives door Erich Kastner Boekerij „De Voortganck" te Amsterdam.) Het detective-verhaal doet zijn intrede in de jeugdlectuur. En wie dit origineele boek gelezen heeft ook al kan men zichzelf niet meer tot de jeugd rekenen, dan zal men het toch met veel genoegen doen zal toestem- men, dat die intrede slechter had kunnen zijn. Een heele groep Berlijnsche jongend en een meisje, die een dief achtervolgen, daar gaat het in hoofdzaak om en Kastner vertelt dat op zoo prettige wijze, dat men lust ge voelt het boek nog eens te lezen. Aan Emiel worden op zijn reis naar Ber lijn 140 mark ontstolen. Hij achtervolgt den dief, verzamelt een troepje detectives uit Ber lijnsche jongens en deze complete brigade van Scotland Yard een telefooncentrale ontbreekt hun niet weet het zoover te krijgen, dat de dief gearresteerd wordt. Datl komt er nog een verrassing: de gearresteerde is de dader van een bankoverval, en de pre mie van duizend mark, die op zijn aanhou ding is gesteld, komt in handen van Emiel. We twijfelen er niet aan of dit uitstekend geschreven boek Kastner is ook winnaar van den Kleist-prijs - zal zijn weg wel vin den. We hopen dergelijke jeugdboeken meer onder de oogen te krijgen. Harmsen van Beek verzorgde de illustraties. „Astra", Nederland's Eerste Geilt. Magazine. Het December-nummer van Astra opent ditmaal met het avontuurlijke verhaal: „Ouwe Siman", dat zich in de wildernis van ons Indië afspeelt en in welke de jager in de rimboe de hoofdrol speelt. Van den Heuvel schonk ons in den vorm van De Regendrup pel-prelude een Chopin-maniakade van den eersten rang, die door Giesen fraai werd ge ïllustreerd en in de zuivere sfeer gehouden. De redactie nam ditmaal eenige steekproef jes op de eigen kennis van den lezer en had de kieschheid ons één minuut bedenktijd te laten. Het interessante en spannende ver haal „De Moord bij den Bromo" wordt ver volgd; Daan de Vries leverde er ook nu weer de illustraties voor. Behalve de gewone maandelijksche film-bespiegeling van Pep.n, ditmaal over de film: „Aan den Rand der Sahara", die waarschijnlijk in December hier te lande zal debuteeren. en vele gcede en aardige vertalingen, treffen wij in dit num mer de eerste van de serie vertellingen aan van Mijnheer Amayat, getiteld: „De Radjah van Gooi". Holly Mahroüdi stond een aar dige persiflage af op de bureaucratie der Posterijen, terwijl Zaagweg een héél interes sant schaakgeval vastlegde. Noemen wij te" s1otte nog het Indische verhaal „Algemeen Stamboek-nummer 35620" van Freiherr von Orleben en van E. Luit van Es het min ot meer occulte-verhaal„Het portret van Wan- da Cikann von Slaupna". Een twaalftal fraaie kunstdruk-foto s ziJn ook nu weer tusschen den tekst opgenomen- (Buiten verantwoordeliikhe'd van de ïctie. De opname in deze rubriek, bewjn •enszms dat de redacve ermede instemt l_ Mijnheer de Redacteur, Het komt bijna elk jaar voor en juist te gen den St. Nicolaastijd, dat er s'or'n§at5 in de electrische lichttoevoer. Hoe komt a Kan hier niet voorzien worden door bete ingrediënten aan te schaffen? Ik denk dat de. geheele winkelstand met mij eens is, dat wij nu bepaald trisch licht niet voor niets krijgen en w neer wij het in de topuren gebruiken m ten, gaat de kaars uit. Het is niet alleen groote strop voor de H.H winkeliers, m j OrplArr^nlnöirl r»tr* Hipfct.'ll in QC .1 te4 VWLV. UUV|1 ruui uc 11-11 j u ofla ook een gelegenheid, om diefstal in at t te werken, hetwelk door de overhe!10 :efl goedgekeurd zal worden. Groote beoi j zouden zich op zoo'n manier fiTn0 L#ek- voelen, om zelf electr. licht te gnan v ken. Laat dit een waarschuwing zijn Electr. Lichtbedrijven. Met nogmaals mijn dank voor at i sing, HoofTnrl'ien<1' W. B'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 12